2021:

Vrijdag 31 december – Karel

Jaarafsluitende tocht naar Gerardus.

Hoewel geen TCE rit meen ik me toch te mogen permitteren om nog een afsluitend verhaaltje te produceren. Na de penitentietocht naar Banneux alleen nog met Martin om, als voorbereiding op zijn reis naar Engeland, in Aken de QR-registratie te formaliseren. Daarna de zware kerstdagen met alleen wat wandelen en aansluitend een 4-daagse "babysit zonder ouders" sessie.

Op vrijdag de 31e is het mij dan toch mogen lukken om tijdens de slaapuren van de jongste nog even te gaan fietsen. De grootste hindernis was bij vertrek een leeggelopen band. Bleek dat de reparatie tijdens de tocht naar Aken toch niet afdoende was. Er was een lek agv afknellen vlak bij het ventiel.
Nieuwe band gemonteerd en toen op goed geluk zuidelijk, (zwakke) wind tegen, gefietst. Via Hoensbroek en Craubeek naar de klim richting Voerendaal en daarna langs de A79 richting Kunrade en binnendoor naar Colmont. Hier nog een weggetje geprobeerd dat overging in landweg. Via Trintelen naar Eys en Wittem (Gerardus dus) en de Ingber omhoog naar Sibbe. De Brakkeberg af en via de Dellen naar Meerssen. Kruisberg omhoog en over het snelfietspad naar Beek. Laatste klim van het jaar door Sweikhuizen en later dan gepland (door de lekke band) thuis.

Het was een mooie afsluiting van een toch bewogen jaar, waarin we als groep wat minder samen grote tochten hebben ondernomen, waarin wederom de Vogezen op hold gezet werden en ook de ODS Classic geen doorgang kon vinden.

De weersomstandigheden waren ook niet altijd uitnodigend om te fietsen. Dit heeft erin geresulteerd dat ik, of met Lilian, of met Martin of alleen best veel heb gewandeld.

Hopelijk hebben we volgend jaar wat betere vooruitzichten.



Zondag 26 december – solo

Martin
:
Met alle anderen weg of wat anders aan het doen was er voor mij maar een ding over en wel een solorit. Niet nadat ik overigens afgelopen vrijdag met Karel naar Aachen gereden was. De noodzaak van deze rit was de volgende: de avond ervoor had ik mij een booster laten zetten in dezelfde stad; niet omdat ik op wintersport ‘moest’, maar omdat mijn officiële afspraak pas op 8 januari was en het – ondanks de beloften van Hugo – niet mogelijk was gebleken deze te vervroegen. Ook het mij melden bij het vaccinatiecentrum in Geleen, een kwartier voor sluitingstijd voor een veegrest was onsuccesvol. Dus daarom maar naar Aachen. Een alleraardigste rit de dag erna omdat het registreren van de prik in een apotheek dient te gebeuren en deze waren donderdagavond al gesloten. Nu heb ik dus twee QR-codes op mijn smartphone: een Duitse waarop keurig staat dat ik drie entingen heb en de Nederlandse waar dus de booster niet bijgeschreven kan worden. Leve het verenigd Europa!
Vandaag werd ik door de GGD opgebeld dat ik mijn afspraak kon vervroegen, gevolgd door de opmerking dat ze zag dat ik mij afgemeld had. Ik heb haar vriendelijk uitgelegd waarom.

Dus alleen op pad bij bewolkt weer, nauwelijks wind en zo’n 3 °C.
Zuidwaarts naar Beek en door het veld naar Kasen, waarna afgedaald naar Meerssen en de oude weg zuidwaarts door Amby, Heer, Gronsveld en Rijckholt en zo naar Eijsden. Langs de Zinkwit en de Eijderbeemden gepakt om even te zien dat de zondvloed van de Berwinne op 13 juli de brug daarover meegesleurd had en zo een stukje van de fietsroute.
Dus naar Moelingen waar de puinhopen weer hersteld waren en de horeca open en bekend van de Banneuxtocht naar Berneau. Daar dacht ik, een week terug, toen ik in Warsage de wegwijzer naar La Heydt zag, om deze mooie klim toch weer eens te moeten doen.
En hij is inderdaad mooi en trekt zich lang door. Even wat minder mooi over de grote weg naar Hagelstein en linksaf om naar Remersdaal af te dalen en geroutineerd door Teuven, een verlaten Slenaken naar Gulpen en Wijlre. Over V’burg en Hulsberg naar Nuth en weer thuis. Denkelijk de laatste rit van dit, weer, rare jaar.

Een jaar met, maar, 8600 km – veel minder woon-werkverkeer natuurlijk. Niet zoveel HC-ritten als gepland, daar moeten we toch maar eens verandering in brengen: wellicht gezamenlijk een agenda, die wat meer commitment schept, opstellen? Als hoogtepunt natuurlijk, net als Ger, de Italiëweek, waar we niet alleen mooie dingen gedaan hebben, maar ook geleerd hebben onze leeftijden een plek te geven, zowel qua fiets- als gespreksniveau. Mijn ‘echte’ vakantie, ondanks de herstellende Miriam, toch nog met een paar hoogtepunten: de Cime de la Bonnette (ik ben de tel kwijtgeraakt), de Mont Colombis (2e) en de Giro di Lago di Serre Ponçon (2e keer).
En natuurlijk weer een penitentierit naar Banneux, waarvan ik nog niet kan plaatsen wat de meeste indruk gemaakt heeft: de heroïek van de rit of de desolaatheid in het deels verwoeste Pepinster.

Ger:
Geen TCE, geen MTB, maar toch gefietst en wel redelijk stevig deze week. Zondag niet mee naar Banneux gegaan vanwege Corona, maar wel een tochtje solo gemaakt. Van Gulpen naar Parkstad en met allerlei omzwervingen via de westelijke mijnstreek weer naar huis. Toch nog boven de 75 km, maar wel als dank een fiets die gewoon ontzettend smerig was. Alle modder en aanslag op de weg met ook nog wat miezer, maakte dat ik een zandbak op de oprit had na het poetsen. Deze week nog eens een rit gemaakt langs de Berwinne (altijd mooie natuur en vals plat omlaag) om via Maastricht de Maas te doen en via Meerssen en wat stukken Geul wederom boven de 75 km af te sluiten. En vandaag de buitenlucht opsnuivend door over Valkenburg naar de Heek en Klimmen te gaan om vandaar richting Kasteel Hoensbroek te peddelen. Aanvankelijk dacht ik daar weer om te draaien -fietsen moet geen werk of training worden - maar het liep erg lekker, dus bedacht via de Belgische kant van de Maas af te sluiten. Dat gedaan en in Maastricht langs het gouvernement richting Eijsden om vlak voor Eijsden af te slaan naar St.-Geertruid. Via die klim en de afslag naar Banholt retour. Veel fietsers vandaag onderweg en ook redelijk veel wandelaars. Opvallend veel onderling begrip op de wat smallere wegen en paden. Wel ben ik inmiddels opgezadeld met een dilemma; ik sta dit jaar op 9.850 km. Ga ik die 150 nog doen of niet? Eigenlijk vind ik het wel mooi zo, maar ja dat cijfer 10.000 lokt wel. We zullen wel zien. Nabeschouwingen dit jaar eigenlijk overbodig; veel gefietst solo, met TCE op zondag, met Reinouw met name op vakantie. Die kenmerkte zich door vooral op de fiets in Nederland rond te rijden en voor mij als hoogtepunt de Italiëreis. Hadden we echt geluk mee, midden in de luwte rond Corona. Lekkere klimmen en veel onderling plezier. Hopelijk ook in 2022 weer de nodige km’s, maar wel ook wat andere trajecten graag.



Zondag 19 december – Banneux

Martin
:
Een vaste traditie. Hadden enkelen zich om moverende redenen afgemeld, een was daarvoor zelfs naar Brazilië gevlucht, anderen die ik uitgenodigd had konden helaas niet wegens blessure of visite. Gelukkig waren naast mijzelf, Karel en Henk ook zoonlief Wouter en een vriend van hem, Naud, om de jongere generatie te vertegenwoordigen, er.
Het was nog schemerdonker en druilerig toen wij de afdaling naar het voormalig dierenasiel reden om daar direct Henk aan te treffen.
Aangezien er geen noodzaak was naar de toren te rijden hebben wij die niet direct geviseerd en via Neerbeek – deze maal de modderpartij vermijdend – naar Beek en door naar Geverik en de jeugd over de Kling gejaagd, waarna wij alsnog de toren schampten.
Over Haasdal door een uitgestorven V’burg, dit wegens de lockdown, en de Daalhemer op, waar Naud wilde laten zien dat hij tot de jongeren behoort. Door nu naar Sibbe en M’ten waarna afgedaald door Honthem en zo naar Eckelrade en St.-Gieter, over het nieuwe fietspad en de klim naar Moerslag om golvend de Mescherheide te doen waarna ongewoon in Mesch naar Withuis om de langlopende weg naar Bombaye te volgen.
Afgedaald naar Dalhem waar Wouter en Naud een mano-à-manoklim over de kasseien uitvochten. Golvend weer naar Blegny, Naud en ik meestentijds op kop, daartussen Henk – die, zo zij hij, zich op de heenweg aan het sparen was – gevolgd door Wouter en Karel. Na Blegny gekend heuvelop, heuvelaf door de dorpen Melen en Mischeroux om uiteindelijk de finale afzink naar Nessonvaux te vinden. Te Nessonvaux zagen wij reeds de schade van de zondvloed die in de zomer door de Weser veroorzaakt was.
Aan de klim begonnen, waren Naud en Wouter, die ik uit het oog verloren was, daar Karel en ik als enigen voor een stoplicht gewacht hadden, maar ik hield ze later keurig in het oog om ze vlak voor het einde alsnog te schaken.
Bij de hoofdweg op Henk en Karel gewacht om vervolgens, met QR-code in een etablissement met rijstevlaai en wat slappe koffie te geraken. De foto laten nemen door een Eijsdenaar die door een val geblesseerd was en opgehaald diende te worden.
Reuzekoud weer op de fiets om door de mist en motregen onaangenaam af te dalen naar Pepinster waar ons de van de tv bekende beelden van huizen waar complete gevels verdwenen waren en de huisraad naar buiten wapperde ons keihard op het netvlies troffen. Wat een puinhoopland dat dit zo slecht geregeld is.
Dan natuurlijk de scherprechter, de Côte de Cornesse, waar ik erachter kwam dat ik hem niet op de granny kreeg. Daardoor, of juist niet, kon ik het wiel van Naud blijven volgen en ex aequo kwamen wij bij de kerk aan waar Karel voor Wouter arriveerde.
Gekend naar Soiron en Xhendelesse en afgeslagen naar Bruyères om daar rechtdoor naar Herve te rijden onder snelweg en TGV door. Door de binnenstad van Herve over alleraardigste en steile weggetjes om zo op het fietspad van Ligne 38 uit te komen.
Dit gevolgd met gezwinde spoed naar Aubel, diverse krentenbol- en plaspauzes en gelukkig net niet meer. Na het slachthuis de RaVel verlaten en over Hagelstein de Plankweg genomen tot M’ten en zo routineus naar V’burg om de Stoepert omhoog te nemen. Hier bleek dat de oude garde harder is dan de overmoedige jeugd en Wouter bleef achter terwijl ik Naud, aanvankelijk nog in mijn wiel, een kreet hoorde slaken die niets met een lekke band maar alles met beide benen blokkerende kramp te maken had.
Over Schimmert en Spaubeek afgerond. Een lauterende tocht en twee vieze fietsen.

Karel vult aan:

Vandaag was het dan weer zover, de gebruikelijke, jaarafsluitende penitentietocht naar Banneux. Martin heeft al veel omschreven, maar ik wil toch ook nog enkele kleine opmerkingen maken.
Het is een penitentietocht, dus er mag gerust wat ongerief zijn. Dat hebben we dit jaar gehad in de vorm van: Geen regen, geen sneeuw, geen vorst, geen zon maar wel vieze mist, miezelregen en immens vieze straten.
Zoals Martin al beschreef afgedaald naar het VDA in Geleen, hier heb ik, eigenlijk omdat iedereen het had, mijn regenjack aangedaan. Dit heb ik de hele rit niet meer uitgehad en aan het spoelwater in het bad na thuiskomst is dit ook een wijs besluit geweest.
De fietstocht zelf is voortreffelijk verlopen. Het tempo zat er goed in en onderlinge afstand en groepjes conform de CoVid regels werden goed aangehouden. Opvallend was dat er in België diverse heel grote wandelgroepen rondtrokken. In Nederland waren de groepen (van veelal ouderen) aanmerkelijk kleiner.
De vlaai was lekker en de koffie heel erg slap. Na de welverdiende pauze de afdaling naar Pepinster en de gekende klim naar Cornesse. Heb altijd gemeend dat deze net boven de 10% was, maar hij blijkt de 14 te overschrijden. Toch weer geslecht.

Na de golvende routes naar de RaVel bij Herve, te bereiken door een (voor mij althans) onbekende klim door Herve. Ook deze tikte de dubbele cijfers. Op het spoortracé ging het tempo nog eens echt omhoog, alleen uit veiligheidsoogpunt vertragend voor bladerhopen op de weg. Fort Batice is imposant en, als je de achtergrond vergeet, eigenlijk best mooi.
Vanuit Aubel de gekende Planckweg genomen waar de oudjes kop over kop gingen. Ook mij werd de beurt gegund. Door een stil Valkenburg naar Schimmert en naar Spaubeek waar Henk afscheid nam en wij nog via de Slakweg naar Puth. Thuis als eerste de fiets afgespoten en daarna zelf in bad. Kleren in de wasmachine en het jack en de overschoenen in bad gewassen. Er lag een dikke laag zand in bad.
Afsluitend: Het was een heroïsche tocht, gezien de weersomstandigheden zijn naam "penitentietocht" echt waardig. Diegenen die er niet bij waren hebben wat gemist



Zondag 5 december

Ger
:
Als bekend TCE pas weer in het voorjaar, maar via Garmin Connect en vooral de App zie je alles toch redelijk voorbijkomen. Een mooie solo van Martin gister o.a. Zelf nu echt vandaag op de MTB vertrokken. Eigenwijs in combinatie met oliedom is wat overdreven, maar ik kom toch in de buurt. Immers ik MTB al een eeuwigheid (nou ja) en ik weet net als in de cross dat het type band en banddruk er veel toe doet. Bij die banden heb ik altijd opgelet en gekocht voor modderachtig terrein. Immers dat is het hier in het Zuid-Limburgse toch vaker. Dat van die druk heb ik me nooit aan gewaagd. Bang voor een stootlek met mijn 90 kg. Dus gewoon minstens 4,5 bar erin. Dat heeft die stootlekken niet altijd verhinderd, maar ik stuiterde vaker dan me lief was op dat ongelijk terrein. Vandaag me eindelijk dus weer aan de MTB gewaagd en gelijk ook besloten het nu eens met de goede druk in de banden te doen; ook al nu van plan was de meidoorn-route richting St.-Gieter te doen. Voor vertrek alle schoonmaakspullen en emmers alvast bij de bijkeukendeur gereedgezet om niet met mijn modderoutfit naar binnen te hoeven en vervolgens “gewoon vertrokken”. Een beetje nagedacht waar ik de ergste modder kon voorkomen en richting Slenaken. Een heel mooie klim is die van Pesaken naar het plateau van Heijenrath. Met een miezertje dat geen naam mocht hebben naar boven en aanhalend bij mijn eerste zinnen de bandendruk tussen 2 en 2,5 bar. Gelijk kwam ik al tot de ontdekking dat je daarmee makkelijk van het ene spoor naar het andere kan, zonder dat je stuur dat probeert te verhinderen. Nu dat is de hele rit zo gebleven; super liep dat. Toch een tweetal keren gekukeld, maar dat had meer te maken met een bovenlaag van zo’n 5 cm modder waarin mijn voorwiel gewoon weggleed. Heijenrath de Loorberg af en in Slenaken de route weer opgepakt richting Banholt en Schey/Noorbeek. Mooie passages door het veld met vals plat omlaag en echte hellingen op. Ook op de MTB vind ik klimmen het leukste en het mooie van RWGPS is dat je achteraf de hellingen terugvindt met aantal, hoogte en %. Leuk om te zien en vandaag had ik uiteindelijk liefst zeven hellingen met echte klim-%’s. Het is mede door de afstand en door het terrein, fietsen in een heel ander hartslaggebied. Op zone 1 na (helemaal niet in geweest, dus direct zo’n beetje volle bak omhoog de wijk en Gulpen uit) de andere vier zones elk ca. 25%. Een groot verschil met de race, waarbij ik met name in de zwaarste zone meestal maar een paar minuten in ben. Het verschil met over asfalt klimmen is - denk ik - dat dat toch meer ronddraaien is en op de MTB meer forcing. In Noorbeek door richting Herkenrade en St.-Gieter en daar het nieuwe fietspad naar beneden om achter de camping weer omhoog terug te gaan. Mooie klim door de bosrand. Van daaraf een windje in de rug. Inmiddels zag mijn fiets en ook ikzelf er niet echt okselfris meer uit. In Banholt langs de muziekzaal de weg overgestoken en zo richting uiteindelijk Beutenaken. De afdaling van het plateau nu via een nieuwe route; mooi, steil en uitzicht op de helling daartegenover. In Beutenaken de brug bij de Gulp over en omhoog door het bos naar het plateau van Heijenrath. Via de rand van de golf bij Wittem naar beneden en bij Schweiberg een stukje Mechelenroute opgepakt. De eerste rit dit jaar met de MTB zit er weer op. En oh ja, een miezertje zoals ik zei en een beetje regen, maar dat was geen issue.

Martin:
Op verzoek van Ger een verslag van mijn solorit van zaterdag.
Met de gedachte dat het zondag geen weer zou zijn en het gegeven dat door die corona het woon-werkfietsen er ook 100% bij ingeboet was dacht ik op zaterdag maar eens een daad te stellen. Er was nauwelijks wind en een flauw zonnetje toen ik op pad ging. Ik ‘vergat’ mijn achterspatbord te monteren met de ijdele hoop dit niet nodig te hebben.
Min of meer het woon-werktraject volgend richting Voerendaal, waar ik afweek en de kaarsrechte helling naar Ubachsberg nam. Niet echt steil, maar door de breedte van de weg en de rechtheid daarvan lijkt deze altijd zwaarder.
Bovenlangs het altijd weer mooie Vrouwenheide en door naar Molsberg om langs de Beitel uit te komen bij De Locht. Daar wordt de brug over het spoor vernieuwd alsmede de aansluiting op de Hamstraat daarna, maar er was door te komen.
In Aachen uitgekomen dacht ik de Salvatorberg eens te verkennen; een kleine buurman van de bekende Lousberg. Niet zo hoog en geen uitzicht; wel grappig. Dwars door Aachen waar ik zag dat het druk was bij de kerstmarkt alsmede dat de winkel van Bike-Components verbouwd werd; ik ben benieuwd.
Mijn steven wendde zich nu zuidwaarts in de richting van Monschau en Roetgen. Op een gegeven moment de grote weg verlatend om over alleraardigste binnendoorweggetjes met soms forse stijgingen door een fraai landschap te fietsen. Uiteindelijk België in om in het bekende Raeren te komen. Daar kwamen de eerste druppeltjes naar beneden. Langs een onbekend industrieterrein, om een stuk onverhard te vermijden en even op de grote weg van Aachen naar Eupen om uiteindelijk op een bekende rotonde uit te komen en daar rechtsaf richting Walhorn met de bekende melkfabriek. Hier had de regen een dergelijke intensiteit aangenomen dat ik het jackie toch maar aandeed. Overigens over de goed functionerende winter-TCE-outfit van BOSCH Sustainability Consultant. Door naar Astenet, onder twee spoorwegviaducten door om uiteindelijk in Kelmis te geraken.
De wegwijzers volgend naar Vaals en via Gemmenich de pas van Wolfhaag. Hier begonnen mijn voeten door het langzaam maar genadeloos van boven insijpelende regenwater koud en nat te worden. Afgedaald naar Vaalsbroek en toch de landschappelijk mooiste weg via Einrade en Vijlen gekozen. Routinematig afgedaald over Hillenshagen en door Mechelen naar Partij en langs de Allee naar Wijlre en zo door naar Valkenburg. Door de geringe wind denkelijk was het me overigens gelukt er een goed gemiddelde in te houden, waar ik blij mee was. Via de Stoepert omhoog naar Schimmert, afgedaald naar Spaubeek en uiteindelijk de Slakweg, die in een ware modderrivier veranderd was, omhoog naar Puth.
Slechts de ketting drooggewreven en in de was gezet. De rest komt later wel. Een warm verkwikkend bad en de dag erna met Karel nog een kleine twintig kilometer door de modder gewandeld en de koffie en vla bij Peil 5 in Schinnen.



Zondag 28 november – Zeilen naar het noorden

Karel
:
Op zaterdagmiddag kwam er van Henk al de vraag wie er zondag wilde gaan fietsen. Martin moest op familiebezoek en was negatief getest. Diverse malen op basis van de nieuwe testmethode. Ger wilde de VTT opzoeken en Jos kon gewoon niet. Vicente kwam pas zondagochtend met de mededeling dat ze regiokampioen padel waren geworden en dat hij komende week tot 13 januari 2022 Bolsonaro ging indoctrineren. Hoewel de weersvooruitzichten niet geweldig waren was de tekst van de mail van Henk wel dusdanig uitdagend dat ik eigenlijk niet kon/durfde af te zeggen. Ik ben toch geen Wuschi! De wisselende windrichtingen in onze mail deed Ger verzuchten of we gingen zeilen. Dus Henk maar geantwoord dat ik mee zou gaan. Afgesproken om 9.30 bij het VDA. Hier kwamen we allebei een minuut te laat, maar wel gelijktijdig, aan. Aangezien de windrichting W-NW was, werd over het spoor rechtsaf direct richting noorden gegaan. Door de wijk naar de nieuwe fietserstunnel bij het ziekenhuis die al door Martin was geïnspecteerd en kruip-door-sluip-door door het veld naar Born. Langs de nieuwe grinderij door naar Roosteren waar ik maar een flesje water heb gekocht aangezien ik mijn bidon was vergeten. Langs het kanaal naar Maasbracht en via het Ei van Sint Joost richting Montfort. Hier vele wegen en weggetjes gedaan waar we beiden eerder nog nooit waren geweest. Plots kwamen we bij het Wapen van Herstal (Koningsbosch) uit. Langs Lilbosch en weer door de velden naar Susteren. Gelukkig weet Henk hier de weg. Voor Nieuwstadt linksaf en over Millen, Wehr en zo naar Hillensberg, waar onze wegen scheidden. We hebben het droog gehouden en, hoewel fris, was het niet echt koud. De kleding van Henk doet wonderen.

Ger:
Het blijft een beetje rommelig bij mij dit najaar. Daar waar ik in het verleden in oktober strak overging op de MTB om via modder en vallende bladeren het winterseizoen te openen en na zo’n rit met plezier mijn fiets en de rest van mijn outfit van modder ontdeed, zit ik nu nog ieder weekend te peinzen wat te doen. Naar analogie met onze grote filosoof JC heeft het voordeel van veel fietsen namelijk ook zijn nadeel: “welke kies ik?” Ik ben er wel uit, dat ik eerst mijn wandelingetje maak (en dus niet meer aan de toren sta tot het voorjaar), maar daar ligt ook de bron van mijn twijfel. Onderweg kom ik alle soorten fietsers tegen en vanmorgen zagen de MTB’ers er toch wel smerig uit. Dit i.t.t. tot de mensen op een racefiets. Die wilde ik echter niet blootstellen aan het ruim gestrooide zout, dus de herinneringen aan de bakfietsrenners van vroeger kwamen boven; de relatief zware Orbea met alles er op en eraan, incl. fietstassen en kettingslot, pakken was de optie. En zo op weg. Ik was uiteraard alleen, en ik las gister al op ons forum dat Martin op familiebezoek ging, Karel vandaag een zwaargewonde vinger wilde showen met bijbehorend verhaal (de kettingzaag was niet de schuld zag ik) en Henk zijn alfabet-berichtjes stuurde. Vicente ging “padellen” en Jos gewoon zakelijk en helder berichtte dat hij niet kwam. Waar naartoe was niet zo’n punt; ik wilde met dat bakbeest niet te veel de hoogtes opzoeken. Dat is mislukt; aan de finish had ik net geen 650 hm. De weg naar Vaalsbroek is vanuit Gulpen wel leuk. Golvend terrein en fraaie uitzichten; ook vandaag. Vanaf Partij vals omhoog en via de buitenwijken van Mechelen naar Hillesrade en door naar Vijlen. Daar “op en af” naar Vaalsbroek en het oude politiebureau van Vaals. Gekozen om via de rijksweg terug te draaien naar de voet van de Nijswiller om zo via Simpelveld door het veld naar Ubachsberg te klimmen. Wandelaars waren er genoeg op de weg en curieus ook een paar e-bikestellen. Duidelijk niet mooiweerfietsers. Want er scheen wel een bleek zonnetje, maar de winterse buien die voorspeld waren bleven goed in zicht. Dat zicht bleef zo, want ik ben droog thuisgekomen. Ubachsberg - Karstraat is gekend en ook de lange afdaling/vals plat van Klimmen naar uiteindelijk Wijnandsrade. Daar geklommen van achter het kasteel naar manege de Blauwe Steen en daar het landbouwgebied tussen Nuth en Schimmert opgezocht. Door naar Ulestraten en Meerssen en zo via de rijksweg over V’burg naar huis. Leuk ritje op een lekker lopende Orbea; de grote poetsbeurt na Zeeland heeft duidelijk effect; hij draait lekker door. En de echte veldwegen vermeden, want ik hoefde niet te poetsen.



Zondag 14 november – Lössrijden

Martin
:
Je zou toch verwachten dat wij als tourfietsprofessionals wel zouden moeten weten dat het onder deze omstandigheden qua weer niet zo verstandig is om Vlaamse boerenpaadjes op te gaan zoeken. Niet dus. Hierover later meer.
Ondanks het wat matige weer, de straat was nog wat nat, was het aantal aanwezigen aan de toren indrukwekkend: afgezien van Vicente, die in Egypte was, was iedereen er: Ger, die ons in Schimmert al tegemoet kwam, Karel, Henk en ik, en Jos, die weer eens uit Frankrijk was. Henk en ik bekokstoofden iets als “over België” en dat werd het ook ongeveer; dit niet nadat Jos uitsprak onder de honderd te willen blijven.
Er was even wat onenigheid waar of de wind vandaan kwam, volgens mij was nog steeds niet duidelijk, toen we vertrokken richting Waterval, maar vlak voor Ulestraten onverwacht rechtsaf sloegen om door Ulestraten af te dalen. Daar was het inmiddels al duidelijk geworden dat de kleine weggetjes er wat ‘vettig’ bij lagen. Omhoog weer naar Schietekoven en langs het vliegveld de Kruisberg af om in Bunde te geraken. Het Julianakanaal gevonden en daarlangs verder waar we in een hardloopwedstrijd “De Groene Loper” terechtkwamen. Tegen het staartje van het peloton in gefietst en in Mestreech over de Wilhelminabrug om de gekende detour langs André en de Slavante te nemen. Het was druk bij de kerk.
Naar de stop van Ternaaien en daar, volgens Jos de eerste keer, scherp rechts langs het Albertkanaal naar Kanne om de gekende klim de Zusserdel te nemen. Daarna werden de smalle landweggetjes vetter en vetter; mede door de oogstactiviteiten lag er vaak een dun maar hardnekkig nat lösslaagje op het wegdek, wat ons snel in een gespikkelde beer deed veranderen. Jos als enige hardnekkig zonder spatbordje…
Door Vlijtingen en Hees en uiteindelijk over de grote weg N78 in Lanaken aangekomen; daar net als vorige keren ons uiterste best gedaan een etablissement met koffie en vlaai te vinden en wederom niet gelukt. Uiteindelijk bij een bakkerij met take-awaykoffie gestopt. Blond zijn is een ding, een Belg zijn een ander en een vrouw zijn…
Maar hoe een blonde Vlaamse een vlaai in vijven snijdt: men neme de vlaai, snijdt deze in gelijke kwarten en snijdt een kwart in tweeën. Gelukkig heeft TCE een lange hechte traditie van conflictvermijding.
Op de bonnefooi Lanaken weer uit, wat ons uiteindelijk verassend over mooie paden langs Pietersheim en het domein van Leon Melchior (ex Waffen-SS), Zangersheide bracht om door Neerharen doeltreffend aan de Zuid-Willemsvaart te komen. Dit gevolgd, Henk en ik kop-over-kop nemend, de rest zat een beetje te suffen. Het kanaal over en in Boorsem deels onverhard, maar de fietsen waren toch al vies, naar de snelwegbrug.
Henk stelde dat Jos denkelijk onder de 100 km thuis zou komen. Uit solidariteit reden Karel, Henk en ik natuurlijk een stuk mee. Tot mijn spijt en met mijn verontschuldigingen negeerde ik een wegafzetting tussen Neer- en Beek, die weliswaar gewoon geasfalteerd was maar met een centimeter natte löss gepavoiseerd. Dit maakte als de chocolade op een moorkop (of mag dat niet meer?) de finishing touch. Krakend, de ketting deze keer, de Adsteeg op. Henk sleurde ons door tot Schimmert waar wij splitsten. Ger en Jos door en gedrieën naar Spaubeek waaronder Henk naar Geleen en Karel en ik naar Puth.
Thuis, bij grote uitzondering, de tuinslang op de racer gezet. Na een sopje afgedroogd, de ketting afgerost en nu staat het te drogen voor een smeerbeurtje. Het was goed elkaar weer, onder deze omstandigheden, te zien!

Ger:
Deze week kwam Henk zijn winteroutfit brengen. Fraai blauw, logo’s mooi gestileerd; klasse en een zeer gewaardeerde geste. Met een shirt, resp. jack dat rond nul graden aan zou moeten kunnen. De vraag is nog altijd “als shirt zonder jack”, dan wel “als jack over een shirt”. Het wordt verkocht als shirt, dus vandaag maar eens proberen. Zo gezegd, zo gedaan en ik heb eens een andere aanloop naar de toren genomen. Omdat ik dacht dat het wegdek van de Ingber er niet droog en schoon bij zou liggen en ik – naïef - dacht, dat ik deze rit mijn fiets na de grote poetsbeurt deze week wel redelijk schoon kon houden, vertrokken over de provinciale weg naar Margraten. Gelijk wat extra km’s tot aan de toren. In Margraten afgeslagen naar de Daalhemer. Die was beneden, evenals de Cauberg eenrichting i.v.m. de kerstmarkten. Het was er nog heel rustig en vervolgens gekend via de Hanos en Haasdal naar ons verzamelpunt. Met ca. 20 km en 200 hm al een goede start. Wat gepalaver over de mooie outfit (die Martin wilde sparen), de natte wegen en Jos zijn verkenning door de modder van de bietencampagne. Jos was overigens de enige op zijn “goede fiets”; de rest allen op de tweede garnituur met spatbordjes etc. De rit kenmerkte zich door opletten. Opletten voor rommel op de weg, opletten voor meer of minder bladeren en bij de ENCI opletten waar het pad überhaupt lag. Eerder opletten voor de Groene-Loperloop, waar toch redelijk wat mensen sjokkend over de paden zich voortbewogen. Ondertussen bij Slavante nog eens bij André langsgereden en in Kanne de mooie slingerende klim omhoog naar het plateau boven Kanne. Ondertussen waren onze fietsen modderbakken en wijzelf idem. De fruitstreek op landelijke wegen verder verkend om zo uiteindelijk in Lanaken terecht te komen. Een grote plek, maar weinig horeca. Bij een bakker koffie-to-go gescoord en heerlijke kruisbessenvlaai. Op het trottoir staand opgegeten. Van daaruit richting Maasmechelen om via allerlei wegen en langs kanalen de brug bij Stein over Maas en kanaal te vinden. Langs Chemelot naar Geleen om af te slaan naar Beek voor de Adsteeg. Nu daar zijn we midden door de wegwerkzaamheden gereden; een natte modderzooi, die de finish gaf qua afwerking van de fietsen. Terug naar de toren en daar zijn de WM’ers afgeslagen en is Jos verder solo gegaan. Ik idem via Hulsberg langs de Koulen retour. Aan het begin van de tocht en aan het einde dus wat extra km’s. Thuis de fiets afgespoten en zo kan die morgen of overmorgen weer netjes gepoetst worden. Lekker gereden, maar wel veel bezig geweest met opletten om in de derrie en gladheid van gebladerte niet onderuit te gaan.

Karel vult nog aan:
Aan de relazen van Martin en Ger eigenlijk niets meer toe te voegen. [red.: dus?] De geweldige kleding van Henk heeft natuurlijk uiterst goed dienstgedaan. Was ze geschikt voor vandaag of was het nog niet koud genoeg voor de winterkleding. In het begin eigenlijk wat dik, maar ik had het gevoel dat het in de loop van de dag frisser werd. Kleding dus goed. De route die gevolgd is was goeddeels wel bekend maar toch waren er weer vele (voor mij althans) onbekende stukken, en dat zo dicht bij huis. Zoals Martin al beschreven en door Ger aangestipt, was het stuk tussen Neerbeek en Beek eigenlijk onbegaanbaar, maar bikkels als we zijn toch maar getrotseerd. Nooit geweten dat een ketting zo kon kraken en schuren. De voorderailleur zal wel geen spatje chroom meer op het loopvlak hebben.
Thuis gekomen de fiets rechtstreeks door de garage naar de spoelplaats gebracht en afgespoten. Ook mijn bruine overschoenen geprobeerd weer in de oorspronkelijk kleur geel te krijgen. Na zelf uitgebreid gebadderd te hebben de fiets maar echt afgewassen en gedroogd. Ketting moet ik nog verzorgen. Het was een mooie "muddy"tocht



Zondag 7 november – Lago Laprello

Martin
:

De week ervoor had Henk al gepolst wie of er zouden zijn; dit wegens de uitreiking van zijn wintersponsorkleding. Een warme geste natuurlijk weer. Slechts Karel en ik zeiden er te zijn en dus kwam Henk even in Puth langs. Karel poogde voorzichtig om het aanvangstijdstip te verlaten om onduidelijke redenen, dit terwijl dit reeds een half uur later was wegens de wintertijd. Regels zijn regels en net zo goed als wij niet gaan beargumenteren waarom π wel eens 2,85 zou kunnen zijn, zo gaan wij ook niet sleutelen aan deze vastgebeitelde tijden. Maar inderdaad niet naar de toren; ik stelde een coronatocht richting Duitsland voor. En iedereen akkoord. Henk wilde even checken of de nieuwe fietsonderdoorgang onder de randweg en het spoor al af was: technisch was die 98% klaar, maar een over de weg geplaatst hek maakte ons de doorgang onmogelijk. Terug dus naar de Rijksweg en in Sittard de weg de Kollenberg op genomen, waar Henk memoreerde deze in zijn beginjaren in Sittard een echte klim te vinden. Een klein stukje onverhard en zo over de Lahrweg langs Harold en naar Tüddern en langs de museummolen van Breberen.
Verder door het land naar Heinsberg en langs het Lago Laprello verder NO-waarts langs de diverse Ophovener Baggerseen om uiteindelijk in Wassenberg uit te komen. Een fraaie klim door het bos langs de Wingerstmühle (zonder wieken, midden in een bos).
Helaas een café-Konditorei gespot die op zondag geen koffie mocht schenken en waar we niet binnen mochten zitten; dus slechts een Großmutters Kuchen buiten genuttigd. Door nu weer en min of meer de stand van de zon – want die scheen! – gevolgd, wat ons leidde over onverharde wegen door fraaie herfstbossen. Gelukkig hielden die bossen wel de wind wat tegen, want die had zich inmiddels fors tegen ons gekeerd.
Natuurlijk door Ophoven en naar Waldfeucht waar we langs het fraaie voormalige grenskantoor Nederland weer inkwamen. Na Koningsbosch Duitsland weer in naar Havert om uiteindelijk via Tüddern in Sittard te komen. Over de markt en door het stadspark, waar Henk afscheid nam en wij tweeën door om na Munstergeleen door het veld in Puth terug te keren. Een rit die voor een winterrit als uitdagend beschouwd kan worden: zowel door de afstand als door de hevige tegenwind op de terugweg. Mijn complimenten dan ook aan Karel die weliswaar geen kopwerk heeft verricht maar toch zonder te kúumen in ons wiel kon blijven.

Na de rit twee kamers op de eerste verdiep van meubels en vloerbedekking ontdaan en na het bad nu weer mens genoeg om dit verslag te kunnen schrijven.

Karel vult aan:

Henk had donderdag de winterkleding gedistribueerd aan de voor zondag verwachte deelnemers: Martin, hij en ik. Afzeggen, of wat dan ook zou dan ook onder geen beding aan de orde zijn. Alleen regen zou mogelijk nog een legitieme reden kunnen zijn. Gezien de vooruitzichten op de buienradar geprobeerd of iets later ook een optie kunnen zijn. Dit voorstel werd afgewezen. Ruimschoots op tijd was ik bij Martin en samen door naar het VDA, waar Henk ons al tegenkwam aangezien we toch nog ca. 20 s te laat waren. Hoewel er een zuidwestenwind stond naar het noordoosten vertrokken.

Onvoorstelbaar hoe dicht in de buurt de wegen toch onbekend zijn. De Kollenberg lukte nog wel, maar daarna werd de route voor mij al wat wazig. Sommige stukken herkenbaar, andere geheel onbekend. Modderig waren veel wegen wel. Onder het fietsen kreeg ik de indruk dat we al vlakbij Berlijn moesten zijn, waarschijnlijk door de refatie die ik legde met een onlangs geziene documentaire op National Geographic over de slag bij Ophoven (Dld.), Kraudorf, Effeld etc. op 17 nov 1944.

Geprobeerd in Wassenberg koffie met te kunnen scoren, maar dit is zoals Martin al beschreef overduidelijk mislukt. De kruimelkoek was wel lekker. Het retour vanuit Wassenberg was inderdaad bijzonder mooi door de herfstbossen, soms wel een beetje link door de bladeren op de bospaden, maar de doorkijkjes met de zonbeschenen uitloper van het "Meinweggebiet" waren prachtig. Hoe de route verder verlopen is moet ik van STRAVA terughalen, ik weet echt niet meer waar we overal geweest zijn. Ben bijzonder blij dat Henk en Martin overal zo goed de weg weten. Bij Waldfeucht begon het pas weer een beetje te dagen.

Wat betreft het fietsen zelf: Als ik alleen ben gaat het prima. Martin en Henk zijn echter echte binken die eigenlijk niet bij te houden zijn door mij. Probeer ik eens een keer op kop te gaan, dan wordt of versneld of een ander gaat nog net iets sneller. Gelukkig wordt dit mij niet kwalijk genomen (hoop ik).

Het was een bijzonder mooie fietstocht, we hebben het droog gehouden en, dankzij de nieuwe winteroutfit ook warm. We zagen er echt als één team uit in de outfit. Henk bedankt.
Na een lekker warm recupererend bad met Lilian op gallerijbezoek en geprobeerd mijn bevindingen aan het toetsenbord toe te vertrouwen. De zondag was weer welbesteed voor een pensionado.

Ger beschrijft zijn tocht, geen TCE-rit, maar toch vermeldenswaardig:

Weer terug uit Ewijk en derhalve op maandag nog een verslagje van mijn fietsen gister. Mijn vroegere ritme van in oktober op de MTB stappen, heb ik dit jaar niet in de vingers. Het ruwe werk in het bos en smerige paden, roept me, ook al door wat hinder vanuit mijn rug, nog niet echt en er doen zich af en toe buitenkansjes tot fietsen voor, zoals gisteren. Reinouw zou bij onze middelste gaan helpen met kozijnen en ramen (althans het houtwerk) te verven. Voor mij was er geen taak in het vooruitzicht, maar ’s avonds van visjes uit de rookoven mee genieten, was wel de expliciete uitnodiging. Daarbij herinnerde ik me, dat Martin wel vaker wat langer op de fiets zit voor familiaire zaken en ook Henk, meen ik me te herinneren. Dus begin vorige week al stevig (red.: ferm?) gezegd dat ik wel op de fiets zou komen. Dat betekende de weersvooruitzichten de hele week volgen (wat geen enkele zin heeft, want het klimaat doet wat het wil) en kijken welke routes het leukst en het kortst zouden zijn. Ook dat heeft geen zin, want mijn “redelijke desinteresse” voor routes maken, betekende gewoon op mijn Garmin inkloppen van “huidige locatie” als startpunt en het adres van onze middelste als eindpunt. Vervolgens de neus, te weten de Garmin achterna. Overigens gaat de route van de Garmin met 145 km over de west en die van de ANWB-routeplanner voor fietsen over de oost met ook 145 km. De start over de Ingber naar uiteindelijk Maaseik leerde me al, dat het qua wind een lastig dagje zou worden als ik me niet rustig zou houden. De wind was op zijn best “half” van opzij, maar vaker “aan” (scheef van voor, voor de niet zeilers onder ons). Daarnaast dat de trappers ondanks die wind rond moesten blijven draaien en het stil houden bij bochten en afdalingen vandaag geen thema zou zijn. In Maaseik niet wat ik dacht naar Thorn en vandaar de Maas over bij Wessem, maar door Maaseik om zo’n Belgische Steenweg te rijden. In dit geval via Kinrooi, Molenbeersel en Stramproy naar Weert. Het kanaal bij Nederweert was de volgende bestemming en dat heb ik km’s lang gevolgd tot voorbij Helmond. Het idee om bij Frank koffie te gaan drinken heb ik weerstaan, want - los van dat half uurtje - dacht ik dat een beetje stram weer hervatten niet ideaal zou zijn. Zo rond de 100 km afgelegd, had ik langs dat kanaal met echt wind tegen toch een aardig ritme met zo nu en dan een bosschage links die de wind weerstond. Via Gemert kwam ik in een omgeving die me niks zei qua plaatsen, regio, wegen etc., maar wel duidelijk de Peel. Het idee op de Midden-Peelwegen van vroeger wanneer je naar Nijmegen ging, terecht te komen, bleek niet te kloppen. Waar ik dan wel was? Totdat ik ineens op een rotonde een grote F16(?) voor mijn neus zag. Duidelijk Volkel, maar ook donkere lucht recht vooruit. De eerste miezer bij Zeeland, spoedig gevolgd door een echte plensbui met gelijk voelbaar een sterke daling van temperatuur maakte dat ik naar de douche begon te verlangen. Foute gedachten voor de mentaliteit die gelukkig snel verdwenen toen ik in de buurt van Grave op dijken terechtkwam met ook nog een mooi gemaal en een oude brug bij Grave. Met eindelijk ook een beetje wind van achter een 10 km door gereden om als toetje in Beuningen nog een echte bui te krijgen. Met 149,5 km nat gearriveerd, maar ik vond >150 wel mooi. Dus nog even doorgereden en gedraaid in die regen. In de garage de natte troep gelijk in de wasmachine gegooid en een zanderige fiets laten opdrogen voor het poetsen straks.

Weer eens een tocht op onbekend terrein; niet altijd qua infra en uitzicht even mooi, maar overall mooi om gedaan te hebben. Daarbij is een heel goede afleiding dat ik op de Garmin 20 km-segmenten heb ingesteld en opmerkelijk is hoe snel die voor je gevoel voorbij zijn. Aftellen hoeveel gedaan en nog te gaan en opletten bij rotondes en fietspaden houdt je ook bij de les.



Zondag 31 oktober – Mont La Clouse

Martin
: Het aantal afmeldingen te talloos en te divers om te benoemen. Dus veroorloofde ik me – ondanks de ingevallen wintertijd – nog later dan normaal te gaan om de temperatuur te laten stijgen. Er stond een forse wind uit het zuiden, dus die richting uit was het devies.
Via Grijzegrubben en Hunnecum naar V’burg en beschut de Sibber op; ‘standaard’ doorgestoken via IJzeren naar M’ten en zo naar Banholt. Binnendoor naar Bergenhuizen en zo naar Terlinden en de fraai aanhoudende klim bij Schey tegen de wind omhoog naar Ulvend. Daar zag ik een net geboren kalf bij haar moeder in de wei staan; het kan dus nog. Krindaal afgedaald en linksaf naar Veurs gevolgd voor de deze maal, door het in herfstkleuren getooide bos, nog mooiere gelijknamige klim. Rechtsaf naar Hagelstein en door naar Aubel om daar weer eens de Berg Clouse te zoeken en te vinden; 17% gaf de teller aan; wind mee, dat wel.
Over het voormalig spoor nu naar Hombourg en dit verder gevolgd door de insnijding van Dikke Bertha en heerlijk met de wind mee naar Sippenaeken en zo naar Epen en langs de Smidse door naar Mechelen; daar de veldweg naar Partij genomen, die aan het einde vinnig op en af gaat en ‘onderlangs’ de Gulpenerberg naar Gulpen, steil omhoog langs het kerkhof en zo naar Wijlre. Routineus door het Geuldal weer naar V’burg en de Stoepert omhoog naar Schimmert en afgerond met de Weg langs Stammen. Geen 100 km, maar wel > 1000 hm, dus de moeite waard.
Volgende week 9h30!

Ger:

Hoewel ik meestal rond deze tijd de MTB pak, ben ik vandaag nog op de race weggeweest. Wel niet in TCE-verband. Reden is dat ik de afgelopen weken mijn rug wat zit te zeuren met uitstraling. Wellicht in Zeeland iets te veel gedaan, want we zijn daar iedere dag onderweg geweest, of op de fiets, of wandelend. Daarbij voelt de Orbea al een tijdje aan als een bakfiets; werken dus. Maar de wind en zelfs storm, tezamen met vers geploegd land en de kleurenpracht van de bomen, was heel fraai. Met wegwaaiende takken - ook op de camping - geen schade opgelopen, dus een mooie tien dagen daar. Met het Zwin en de Waterduinen mooie natuur, maar ook talloze vakantieparken en wel een goede fiets- en wandelinfra. Bij terugkomst afgelopen week met Reinouw en de tuinman “groot onderhoud” gepleegd. Hierbij ook de bomen stevig aangepakt, dus vrijdag en gisteren voelde ik mijn lijf goed. En twijfelde dus zeer over fietsen. Vanmorgen bij het opstaan nog immer last, dus maar gekozen voor eerst een wandelingetje. De zon en de paar fietsers deden me besluiten toch eens te kijken of een kort rondje fietsen wel ging. Nu een lang verhaal kort houdend; dat ging perfect. Gekozen voor wat ik de vlakke route noem; dat is via ons nieuwe park (men leze de column van Sylvia Witteman van vorige week donderdag), Slenaken en Teuven naar HC omhoog. Als je daar aankomt heb je via die lekker lopende klim en wat hm’ s onderweg toch stiekem ca. 300 hm te pakken. Vervolgens lekker vals plat omlaag naar Val Dieu en langs de Berwinne naar Mortroux om daar door te steken naar Dalhem en Visé. De route langs de Belgische kant van de Maas gepakt om in Kanne in een grote drukte (waarvoor weet ik niet) terecht te komen. Gekozen om nog maar wat km’s aan de rit toe te voegen en aldus via het Bat in M’tricht naar Meerssen te gaan en vandaar de Rijksweg naar huis te volgen.



Zondag 24 oktober – Lichtval

Martin:


Er waren vele afmeldingen, Frankrijk, druivenplukken, Zeeuws-Vlaanderen, Utrecht. Alleen Henk had geappt er te zijn. Ik was er uiteraard ook, daarom niet geappt. Het was frisjes, 2°C en nevelig toen we elkaar onder aan de Keldenaar troffen. Henk met zijn elektrische handschoenen. Ik stelde voor tussen Maas en kanaal naar het zuiden te gaan en zo is het gegaan. Door Geleen en door memory-lane de Burg. Lemmensstraat en zo naar Berg aan de Maas. Het pontje ging niet meer, maar dat hadden we ook niet nodig en dus langs de IAZI naar Kleine Meers waar we door de dichte mist niet meer precies wisten waar we reden, maar de lichtval van de zon in de bomen was prachtig. Verder langs Geulle aan de Maas en Borgharen en zo de keersluis over waarna het met de mist gedaan was. De Wilhelminabrug was voor burgers afgesloten, dus daarover en door een nog stil Maastricht naar de Mergelweg en Kanne om zo door de Kloof van Caestert langs het Albertkanaal te gaan. De bomen kleurden al mooi van de carotenoïden.
Over de stop van Ternaaien en vervolgens de kasseien en de prachtige RAVel gevolgd tot aan Visé. Nog niet de brug over, maar La Meuse – want zo heet zij hier – langs de rive gauche gevolgd tot aan de brug van Hermalle en de gekende klim van Richelle op. Hier voor de verandering bij de splitsing eens rechtsaf voor een prachtige uitklim, waar wij twee Walen onze hielen hebben laten zien.
Bovenaan gekomen in Saint-Remy zag Henk bij het plassen een pâtisserie die ook koffie schonk. Toen wij het formaat rijstevlaatje aanwezen dat we wilden hebben schrok het meisje even verbaasd: “si grande!?”. Een jongedame overigens slechts geschikt voor een keizersnee, maar daarover later, indien gewenst. Buiten gezeten en vele fietsers langs zien komen en zo afgedaald naar Dalhem en de vaak vermeden klim naar Bombaye genomen. Te Bombaye de grote weg overgestoken en zo naar Warsage en ’s-Gravenvoeren. Bovenlangs naar Mesch en de gekende Veloroute du Soleil naar het noorden afgebuffeld. Tussen Neerbeek en Geleen bij de Berrybrug hebben we nog een fietser die staande de helling deed beiden zittend ingehaald. Het deed pijn, maar bij hem meer, denken wij maar zo.
Overigens veel hardlopers gezien. Het weer was schitterend geworden: stralende zon en geen wind en zo’n 10 – 12°C De 100 km-horde gehaald; de 1000 hm niet, maar dat hoeft ook niet bij deze herfstrit. Volgende week nog normale tijd (9h00 wintertijd).
Overigens: tijdens de rit ergerde ik me mateloos aan een rammel ergens in mijn fiets, waar ik al een aantal weken last van had; ik had al gecheckt of het mijn pompje was, losse spullen in de gereedschapbidon, losse boutjes van de bh's, maar niets van dat alles. Thuisgekomen de ultieme check: bij het verwisselen van mijn cassette, een maand terug van een Miche (met een matige levensduur en een slechte loop) door een Shimano, een tussenring vergeten, waardoor, ondanks het stevig aandraaien van de sluitmoer, de cassette niet opgesloten zit en bij vrijloop over oneffen wegdek stevig rammelde. Opgelost!



10 oktober – Kempen

Martin
:

Tal van afmeldingen en afwezigheden. Ik was de dag ervoor al een beetje door Harold op de ATB door de wrongel gehaald en bovendien door een andere ATB’er in de brandnetels geworpen, wat mij toch ook een stijve en pijnlijke nek-schoudergordel bezorgd had, maar ja: plichtsgetrouwheid en het gegeven dat ik Henk (hopelijk) niet alleen kon laten gaan deed mij hem om 8h25 onderaan de Keldenaar ontmoeten. Geen noodzaak om naar de toren te gaan, dus westwaarts.
Ons eerste doel was het veer Berg-Meeswijk met een bezoek te vereren; de veerstoep aan de Belgische kant was weer hersteld na de vloeden, dus dat verdiende een inspectie. Daarna min of meer de zon en de neus gevolgd wat ons door Leut en Eisden en door allerlei woonwijken op de weg naar As bracht. Deze omhoog en zo links over de prachtig beschenen, wat nevelige, Mechelse hei en over de snelweg en de nieuwe fietsbrug. We hadden aardig wat te bekeuvelen: de diverse fietsvakanties, het DSM-wanbeleid in zake hoofdkantoren en reorganisaties en het mooie weer. De Nederlandse politiek niet aan de orde gekomen of nauwelijks; dat is inmiddels onbegonnen werk.
De zon blijven volgen over volstrekt onbekende maar mooie wegen en zo kwamen we uiteindelijk bij het Albertkanaal uit en staken we door naar het pad dat om Maastricht hoog boven dat kanaal loopt om uiteindelijk feilloos boven de Zussendel of Tiendenberg uit te komen en af te dalen naar Kanne voor de koffie en vla. Door langs het kasteel en even off-road bij de Nekummermolen naar de Mergelweg.
Door een druk Mestreech doorgestoken naar de Kuitenbergweg die er zeer fraai bij lag. De Geulhemmer af en Groot Haasdal omhoog, Henk brute force.
Afgerond door Schimmert en Spaubeek. Alles onder een stralend zonnetje en windstil.

Ger:

Geen TCE, dus maar een bescheiden verslag. De reden is eenvoudig; zo einde seizoen begin ik racemoe te worden en komt de MTB weer op mijn netvlies. Daarnaast Buissonnière als afsluiting gehad en we hadden gisteren voor het eerst in ca 1,5-2 jaar weer onze eetclub en mijn verwachting van laat - of beter vroeg - in bed, kwam geheel uit. Dus me gister op het forum afgemeld. Desondanks toch twee dagen achter elkaar met veel plezier op de race gezeten in en door het zonnetje. Gister kwam ik op mijn wandelrondje de nodige mensen tegen op een fiets. Verder bedacht ik me, dat de geliefde Doode Man dit jaar nog niet op mijn lijst stond vanwege de werken in Stokhem. Derhalve de Synapse van de haak gehaald en opgestapt voor een rondje achter mijn neus aan. Ik kwam daarbij in de Volta-toertocht terecht, die rustig afgepeddeld werd door deze en gene. Reinouw vertelt bij thuiskomst, dat ik heerlijk had gefietst, met haar vraag: “zullen we morgen nog eens samen fietsen? En weg waren mijn MTB-plannen voor vandaag.

Het Heuvelland zit nog of weer stikvol toeristen; herfstverlof denk ik; dus richting Parkstad gegaan. Dat is inderdaad Park en Stad. Toch eigenlijk wel mooi in zijn diversiteit vonden we. Bij Jabeek dacht ik alle “beek”-en na te gaan rijden en dat hebben we gedaan, totdat ik achter Aalbeek bij de afslag in Hulsberg naar Klimmen Reinouw kwijtspeelde. Via bellen en voicemailen besloten ieder op zijn eigen manier naar huis te rijden. Ik via Klimmen naar de Koulen waar ik de auto van Jos zag staan, om te eindigen met wat hulp te verlenen bij een kop-staart botsing op de grote kruising in Wittem. En vrouw met haar dochter en moeder na de klap helemaal over hun toeren en verkeer dat gewoon doorgaat! Nog twee veiligheidsobservaties. Stellen met een gewone fiets (geen e-bike) vinden het logisch “het verkeerde fietspad” te kiezen en kijken je nors aan, wanneer jij achter het groen nietsvermoedend aankomt. En kletsende wandelaars menen niet op fietsers te hoeven letten. Een verhaal uit de Limburger over de groene loper wil ik jullie niet onthouden. “De groene loper is druk met wandelaars en fietsers. Is het geen idee die fietsers naar de ventweg te verbannen, want dan hebben wandelaars de hele groene loper voor zichzelf en kunnen de fietsers door hun aanwezigheid op die ventweg gelijk de snelheid van de auto’s drukken! Het viel me nog mee dat niemand opmerkte dat het toch niet de bedoeling kan zijn dat fietsers als buffer voor auto’s gaan fungeren”



Zaterdag 2 oktober – La Buissonnière

De webmaster kon er niet bij zijn; dit wegens vakantie en daarom drie ritverslagen die onverkort geplaatst zullen worden (met correctie van typ- en spelfouten, zoals gewoonlijk); de zekere overlap aan de auteurs, de verschillen ook.

Ger (die was eerste):

Een stroef begin van onze TCE-slotrit; de Buissonnière, die we nu, gezien de voorspelde wind en regen op zondag, reeds op zaterdag hebben gereden. I.t.t. vroeger, toen ik letterlijk last minute mijn vakantiespullen inpakte, resp. de fiets met bijbehorende spullen in de auto laadde, kenmerken deze genoegens zich momenteel door een gedegen voorbereiding. Vrijdag al alles klaargezet, wielen en schoenen bij de fiets, Garmin alvast op het stuur, bidons klaar om te vullen, achterlichtje gemonteerd, rugzak met reservespullen, beurs en krentenbollen gevuld en ga zo maar door. Moet je die rugzak wel op zaterdagmorgen meenemen! Met dank aan Karel “die zijn brood deelde” en aanbod van de rest, de hongerklop voorkomen en geleefd op de beurs van een ander; mijn grote dank dus. Dan is er ook nog Vicente, die mij verslaat in aarzelingen wel of niet meegaan, maar helemaal de vogel afschiet met zijn vrijdagavond-appjes omtrent verwachte miezer om 11.34 uur in Tilff (waar we dan al niet meer hoeven te zijn), resp. 50% kans op 1 mm regen rond 14.30 uur ergens daar. Het zal wellicht verbazen, maar we hebben toch een uiterst genoeglijke rit gehad waarin we gegroepeerd en elkaar altijd in zicht hebben gefietst; H&H voorop, K&V erachter en ik daartussenin. Geen Martin en Jos, maar wel dus de rest van de TCE harde kern; Henk, Karel, Vicente en ik. Aangevuld met frequente gast Henk Jacobs.
De rit hoef ik niet echt meer te beschrijven, die is gekend, maar wel opvallend is dat het op zaterdag even rustig is als op zondag en dat de dorpjes er niet beter bij komen te liggen. Links en rechts asfalt vernieuwd, maar ook talloze kuilen. In die zin verbazend, dat we geen pech of ander onheil hebben gehad. Dat we de route nagenoeg volledig wordt gefietst, is de laatste jaren evenmin nieuws. Niemand heeft meer echt behoefte vanaf Hamoir langs het water terug te raggen. Zelfs het vals plat van ca. 15 à 20 km vanaf Hamoir liep voor mij deze keer prima. Toch een afwijking van de route is, dat we het kleine lusje rond Hamoir laten lopen. Staat tegenover, dat we op de terugweg we weer een lusje “op en af door het veld” hebben toegevoegd om zo 3,5 km rijksweg omlaag eruit te halen.
Verder had ik de rit van 2019 op mijn Garmin gezet, wat als voordeel heeft, dat dan alle klimmen op het scherm verschijnen vanaf het moment dat je die klim start. Dit met afstand, hoogte en %. Het zijn er “maar tien”, waarvan acht in de eerste helft. De Buissonnière kleurt voornamelijk oranje met uitschieters (de Trou bijv.) geheel in het rood en soms kleinere delen in groen. Grappig is dat sommige klimmen, zeker in het tweede deel, tot hellingen worden gedegradeerd; klaarblijkelijk niet lang genoeg. Toch tellen ook die lekker aan; het had tot gevolg dat de mantra van deze rit werd dat een helling geen klim is en een klim pas een klim is als hij op de Garmin als zodanig verscheen. Dan kom je overigens die helling ineens makkelijker boven (?). Overigens zijn we als vanouds in Tilff vertrokken met een vochtige weg en dat is veelal zo gebleven met modder en af en toe Parijs-Roubaixwaardig asfalt. Wel verkleuring van de bomen, maar opmerkelijk weinig bladeren op de weg; dat was wel lekker. Daarnaast is nog vermeldenswaard dat de Trou inmiddels een officiële col is met overigens hoogtemeters die de zwaarte niet weerspiegelen. Doordat we en groupe bleven rijden, schoot het goed op, maar bij de pauze in Hamoir kregen we in de dorpskroeg alleen koffie. Onze vast stop was dicht; daarom naar de bakker om een abrikozenvlaai in vijven te laten snijden en staand te verorberen. Geen afsluiting met een biertje, want de cafés aan het plein in Tilff waren dicht. Het plein werd gereconstrueerd nadat de brug er nieuw en mooi bij lag. Een fraaie afsluiting.

Karel:

Zoals gebruikelijk is op de eerste zondag van oktober de Route La Buissonnière gepland. Zo ook voor 2021, en wel op zondag 3 oktober. Op de agenda had alleen Martin zich afgemeld, de rest zou komen. Jos was echter waarschijnlijk in Frankrijk. Zou dus ook niet aanwezig zijn. De weersvooruitzichten voor zondag waren in het begin van de week voor de zondag al uitermate slecht, terwijl de zaterdag iets gunstigere vooruitzichten bood. Reden voor mij om voor te stellen de tocht dan maar op zaterdag 2 oktober te fietsen en de zondag vrij te houden. Vicente, die op zondag verhinderd was, wilde dan ook meegaan.
Vrijdag definitief besloten dat de zaterdag de grote dag zou worden. Vrijdagavond kwam Vicente nog met een ontwijkende mededeling dat het volgens zijn weersite zaterdag de hele dag zou regenen en of wij dan wel zouden gaan. Op de foute site gekeken, gewoon eerste smoes om te sparen. Op zaterdag om ongeveer negen uur verzameld op de parkeerplaats voor co-voiturage aan de invalsweg naar Tilff. Het bleek nl. dat de parkeerplaats bij de LIDL een beperkte parkeerduur (1 uur) heeft. Overigen is de P+R plaats een perfecte parkeerplaats. Makkelijk bereikbaar en ruim.
Om 9.15 vertrokken in een lichte miezer (of miezelregen, nieuw woord voor Vicente) Henk, Vicente, Ger, Karel en gastrijder Henk Jacobs voor de tocht met, volgens de Garmin van Ger tien beklimmingen. De andere stijgingen zijn geen beklimmingen maar gaan gewoon bergop. Na het warmdraaien langs de Ourthe volgde de eerste klim door het bos. De hier gevolgde pikorde zou de rest van dag dan ook standhouden: Eerst Henk en Henk, daarna enige afwisselend in volgorde van aankomst. De ene keer Ger dan een keer Vicente en dan weer ik. Zoals bekend zijn de eerste 50 km van de Buissonnière de meest afwisselende met beklimmingen en uitzichten, met als hoog(s)te punt, het dak van de tocht, de kapel bij Ferrières. Dit punt heeft nu ook een officieel naambordje: "Col de La Chapelle Sainte Barbe, Hauteur 380m". Nooit gerealiseerd dat deze klim over enige afstand continu de 13 en 14% aantikt. Hier, zoals gebruikelijk even gepauzeerd, reepje, plasje, kletsje en een paar foto's: 1, 2
Na dit rustmoment gekend door naar de "grote" pauze in Hamoir. De afdaling naar de Ourthe gaat door mooie velden, bossen en gehuchten en, niet te missen, het grote stuk van de Belgische "Route degradée". Dit stuk wordt met het jaar slechter, waarbij we nu ook nog het nadeel van bergaf en wind in de rug hadden waardoor de snelheid tot grote hoogte steeg. Zelfs een BMW voorbijgegaan. Gelukkig geen buitelingen of lekke banden.
In Hamoir wilden we bij ons, sinds enige jaren, vaste punt Au Clapoti aan de Ourthe gaan pauzeren. Dit etablissement stond echter, waarschijnlijk als gevolg van de overstromingen, te koop. Uitgeweken naar "Au Rive Gauche, Chez Anne", ook aan de Ourthe. Anne had wel lekkere koffie en sexy laarzen maar geen vlaai. Henk Jacobs was zo blij dat hij met ons mee mocht dat hij ons op de koffie heeft getrakteerd. Voor de vlaai uitgeweken naar een bakkerijtje tegenover het oude station van Hamoir. Hier een abrikozenvlaai in vijven laten snijden. De bakkersmevrouw rekende gewoon de vlaaiprijs en niet zoals in Trois Pont de stukprijs. De vlaai heeft Henk Bosch voor zijn rekening genomen (met belastingbonnetje). Henk en Henk namens alle deelnemers nogmaals dank voor deze traktaties.
Vanaf Hamoir wordt de route wat eentoniger, maar niet minder interessant. Volgens de Garmin van Ger nog maar twee beklimmingen en de rest vlak. Vraag me echter af waar de dan nog resterende bijna 700 hm vandaan moeten komen. Het bleek dat de ketting van Vicente erg doorhing. De kettingspanner in de achterderailleur zat vast. Wel de ketting gesmeerd, maar niet de derailleur. Met wat wrikken en wringen toch gangbaar gekregen (smoes 2). Gezien het vlakke karakter werd hier de gemiddelde snelheid wel behoorlijk opgehaald door onze jeugdige, beresterke Henk. De nu heersende rugwind werkte hier ook nog sterk in mee. In Warzée de officiële routebordjes gevolgd door het veld naar Ouffet. Dit in tegenstelling tot andere jaren waar we de grote weg naar Ouffet gevolgd hebben. Overigens is dit toch een verrassend stuk weg door de velden. Vanuit Ouffet en groupe richting Tilff. Vicente, die al begon met gemiemel over slechte fietsconditie (smoes 3), hele dag regen, lekke ketting enz., gooide hier alle remmen los en begon zich in de voorste gelederen bij Henk en Henk te voegen. Gewoon andermans bordje leeggegeten en toen verder waarbij als eerste in Tilff eindigde. Ik heb dit niet mee mogen maken omdat ik als laatste eindigde (verkeerslicht op rood). In Tilff waren jammer genoeg alle etablissementen aan de markt gesloten waardoor niet af konden sluiten met keuvelen onder het genot van een versnapering, maar huilend afscheid hebben moeten nemen op de parkeerplaats. Afsluitend: Het was weer een mooie tocht, leuk gezelschap, geen buitelingen, geen regen, weinig zon, acceptabele wind, slechts tien beklimmingen en de rest vlak. Als ik, onder het maken van dit verslagje, naar buiten kijk is de zaterdag een uitstekende keuze geweest.

En tenslotte een gastbijdrage van Henk Jacobs:

Ik kreeg de buitenkans om na lange tijd weer eens de Route Buissonnière te fietsen. Ik kon me aansluiten bij een fietsgroepje, met een bekend klinkende naam TCE. Ze doen deze rit elk jaar op de eerste zondag van oktober. Gezien de belabberde weersvoorspelling voor zondag, dit jaar dus op zaterdag. Een goeie keus, perfect fietsweer, geen drop regen, en vooral ‘s middags zelfs de zon tussen de wolken door. We waren met vijf, allemaal zestigplussers, en zelfs een zeventigplusser. Ik voel me in goed gezelschap.
PS: TCE staat hier voor Team Château d'Eau. Een hecht groepje van een man of zes, elke zondag startend vanaf de watertoren in Schimmert.
De route Buissonnière start vanuit Tilff, drie kwartier rijden vanuit Elsloo, vlakbij dus. Tot twintig jaar terug was dit ook voor onze eigen TCE een jaarlijks weerkerende tocht, op de eerste zaterdag van augustus. De laatste Route B was in 2002, bijna 20 jaar geleden.
Ook nog belangrijk om te weten, Buissonnière betekent 'spijbelen' of 'de snor drukken'. Later zal blijken dat ook vandaag deze rit z'n naam eer aan doet.
Nu de rit van vandaag, zoals gezegd met vijf mannen: Henk, Ger, Vicente, Karel en nog een Henk. Start vanuit het centrum van Tilff, en na 5 km langs de Ourthe gaan we links meteen omhoog het dal uit, de klim heet de Dolembreux, zo'n 3,5 km lang maar lekker geleidelijk om op te warmen. Er zijn zo'n tien beklimmingen in de route, en ze volgen elkaar in de eerste 65 km snel op. Ieder pakt z'n eigen tempo, we wachten op elkaar. Wat opvalt is dat de voorste mannen (Henk & Henk) boven aan de klim nog effe moeten recupereren, maar zodra het tweede groepje nadert, gaan deze meteen door, die hebben in de klim blijkbaar ook al aan herstel gedaan. Vicente klaagt dat ie te weinig heeft gefietst en z'n derailleur hapert door een tekort aan smeermiddelen of een teveel aan vuil. Dat moeten we eens onderzoeken .... later komt de aap uit de mouw. De koninginneklim was de Bois de Franque Hé vanuit Le Trou eindigend bij een mooi kapelletje. Bij de pauze in Hamoir hadden we op 65 km al zo'n 1400 hoogtemeters. Koffie maar helaas geen vlaai bij het gemoedelijke Taverne Rive Gauche, langs de Ourthe. Voor vlaai plunderen we de lokale boulangerie.
De tweede helft veel lange stukken vals plat, mooie, soms zonnige uitzichten over het dal van de Ourthe. De laatste klim is in Esneux, in de aanloop glipt Vicente er tussen uit, en is in de klim niet meer te achterhalen. De leperd, een echte Buissonnière, probeerde 'm nog bij de oren te pakken, maar ook dat lukte niet. Wie vandaag niet sterk is (of lijkt) moet slim zijn, de slimste gaat er met de bloemen vandoor, toch wel respect. Het vlakke stuk terug naar Tilff was buffel Ger snel uit zicht, als eerste in Tilff. Onze poging om nog een verdiend pilsje te pakken ... helaas ... wellicht is de horeca nog herstellende van de overstromingen in juli. Die pakken we thuis dan wel.
Afsluitend, een mooie rit, voor herhaling vatbaar: 120 km en 1860 hm.

De Webmaster:

Overigens: terwijl de harde kern de Buissonnière reed, was de webmaster in de Alpen:

Na onze fenomenale alpenweek in Mello met Henk, Ger en Jos toch nog een tweede Alpenweek. Miriam nog revaliderend, dus de racefiets niet mee en derhalve (bijna) alle tochten alleen. Gekozen was voor een appartementencomplex bij Chorges, aan het Lac de Serre Ponçon, dat zo eind september, begin oktober erg rustig was. Het Lac de Serre Ponçon kende ik van vele gelegenheden: zo’n 27 jaar geleden op een camping bij Embrun, daarna een week bij een camping te Gap, een fietsweek met Jos en Hans in Mont Dauphin en op onze doortocht bij Genève - San Remo met o.a. Jan en Henk. Full of memories derhalve, of is het melancholiek?

Het gebied dus bekend, maar vele jaren verder.

De eerste dag Le tour du Lac. Die herinnerde ik mij met Jos en Hans als een ‘rustdag’, die het niet was, dus ik wist waar ik aan begon. Nu begonnen in Chorges, dus eerst de Col Lebraut, die maar een paar honderd hoogtemeters en niet steil was en lekker liep. Afgedaald langs de stuwdam van het meer en de lange trek langs de zuidoever naar het oosten. Die herinnerde ik mij als zeer zwaar, maar zat natuurlijk toen ook niet aan het begin. Met goed doseren en vooral van het landschap genieten viel hij nu erg mee. Afgedaald naar het magnifieke dal van de Ubaye waar de Col de Pontis op mij wachtte. Een col waar ik, met Hans en Jos, bovenop mijn fiets aan de wilgen wilde hangen. Nu wist ik wat er kwam en met goed doseren vielen die vijf kilometer erg mee. Wat natuurlijk ook een rol speelde was dat deze week de temperatuur structureel zo’n 10° lager was dan in juli of augustus. Over de Pont de Savines naar de klim van Saint Apollinaire die stroken van 17% kent. Die herinnerde ik mij al te goed. Wat hebben we toen gevloekt. Achteraf blijkt dat de officiële tour du lac deze klim vermijdt. Afdalen naar Chorges en het was weer gedaan.

Een andere uitdaging, of was het een reprise, natuurlijk de onontkoombare Cime de la Bonette. Ik weet niet meer hoe vaak ik die gedaan heb: alleen, met Jos en Hans, met Jan, Harold en Henk, ook een keer van het zuiden. Maar hij ligt er, dus. Vertrokken in het mooie Barcelonette, voor een 7 km aanrij naar Jausiers. De klim erg rustig en goed gedoseerd, maar hij blijft lang en hoog. Het laatste lusje om de cime blijft een uitdaging. Op de top rustig en nog even te voet door naar de echte top om de 2868 aan te raken. Redelijk snel afgedaald en peddelend naar Jausiers. Nog even de opwelling om de Cayolle toe doen, maar met 28 km toch maar niet gedaan.

Ook in mijn herinnering was de Mont Colombis: ooit vanuit Gap gedaan en die lag in de buurt, dus… Over de Col Lebraut (de tweede keer nu) naar Espinasses, waar ik hem al kon zien liggen. Heerlijk rustig, sadistisch steil. Meer zeg ik er niet over. Op de top een fantastisch uitzicht en drie andere fietsers: e- bikers. Helaas door de steilte en split was de afdaling geen genoegen en kon ik geen snelheid maken. Wel kwam ik iets boven Espinasses Miriam tegen die met de e-bike was en me tegemoetkwam. Samen weer, vanaf onderaan-damniveau nu de Lebraut weer omhoog, jaloers op de e-bike.

De laatste dag een klein tochtje: eerder met de auto verkend: de hoogteweg tussen Embrun en Chorges. Heen over de RN, geen genoegen, vooral snel rijdend (vracht)verkeer, maar met niet te veel hoogtemeters. Omhoog geklommen naar Embrun, een leuk stadje dat prachtig op een grote rots ligt. Dan de route de Côte des Puys die door allerlei dorpjes loopt met Puy in de naam. Fantastische wegen, erg rustig met erg wisselende percentages. Prachtige uitzichten als beloning. Niet onopgemerkt mag blijven de fantastische rotsformaties die veelal van een zeer verweerd gesteente zijn, dat leidt tot rotsen op de weg, wegverzakkingen en meer.

Een fijn weekje met mooie uitdagingen; ik kan het nog!



Zondag 26 september

Ger
solo:

De afmeldingen voor de toren vanmorgen stapelden zich op; zelf gisteren en ook vrijdag al gefietst; laat in bed na een eten met vrienden in Gulpen; daarnaast qua weg nog wat vochtige ondergrond. Reden en smoezen genoeg voor mij om de plannen voor te switchen en vandaag weer met Reinouw een rondje te pakken. Gisteren mijn tweede BETS-rit dit jaar en wel bij Frank in Helmond. Mooie route langs fraaie rustige wegen en door bos en heidegebied. Stuk minder druk dan in ons zuiden en ook niet zo veel groepen fietsers. Wel zo glad als een biljartlaken. Omdat we bij een stop om te wachten op achterblijvers met z’n tweeën even waren doorgereden, een heel stuk gereden met Miel op zijn handbike. Dat is straf werken; chapeau! Vandaag niet zo helder wat te fietsen en dus maar eens surprise aangetikt. Omdat Reinouw niet zo veel in de WM was geweest (althans met de fiets) daarvoor geopteerd. De makke van surprise bleek maar weer, omdat die een voorkeur heeft voor fietspaden naast rijkswegen. Dus gekend naar de toren, waarbij het in V’burg een wielerfeest was. Talloze handbikers en rolstoelfietsers gingen de Daalhemer omhoog; begeleiding hield de auto’s van ze weg. Zag er indrukwekkend uit, die prestatie. Verder via Ravensbos omhoog naar Geleen en daar bij het ziekenhuis richting Nieuwstad/Susteren. Wel met wind in de rug, dus dat was wel lekker. In Susteren afgebogen naar het Duitse plattenland en weg van het verkeer. Eindeloze velden met een inmiddels toch stevig windje tegen. Dit een km of tien tot we bij Schinveld aankwamen en daar richting Jabeek gingen. Mooi traject met in Beekdaelen een nieuw fietspad naar kasteel Amstenrade. Wat ik vreesde werd waarheid; afgebogen naar de rijksweg Amstenrade Heerlen en variaties aan industrieterrein en andere neerslachtigheid gepasseerd. Voor Voerendaal het heft weer in eigen handen genomen en besloten langs de golf daar te gaan; de twee grote boerderijen op die weg hadden een zomerfeest en gezellige drukte alom. Verder via het smalle weggetje langs het spoor omhoog richting voet van de Karstraat. Op nieuw korrelasfalt (?) lekker naar boven en over Ubachsberg en Trintelen naar Eys. Weer tegen de wind omhoog naar de Eyserhalte en omlaag naar het klooster. Beiden lekker gefietst en weer een 80 km aan het palmares toegevoegd. Benieuw nu naar A v/d P nu ik net begrijp dat MV een prima prestatie in Sotsji heeft neergezet.



Zondag 19 september - 2 x solo

Ger:
Deze zondag geen TCE-rit, wat toch wel apart is. Echter ik heb de week afgesloten met weer een heuvelritje; nu met Reinouw. Reinouw wilde wel eens wat hoogtemeters maken, hoewel ze altijd ca. 500-600 wegtrapt en eerder de week was ik met de zoon van een BETS-vriendje, Pim, die hier op vakantie was, al eens door de Zuid-Limburgse heuvels gegaan. Dan valt je overigens op hoe mooi het hier eigenlijk is; zeker door de week waarin alleen de wandelaars op pad zijn en de fietsers en andere weggebruikers zich niet echt laten zien. Dus eerder op maandag en vrijdag met Pim een ruime keuze uit alle klim-klassiekers gemaakt en zelf daardoor ook weer op hellingen gekomen die ik anders mijd. Voor de liefhebbers voeg ik de vrijdagroute met een hoog AGR-karakter, inclusief de finale, toe.

Met Reinouw vertrokken richting Vaalsbroek, maar in Vijlen afgedaald naar Melleschet; een rustig gehuchtje in een dalletje van waaruit je de Camerig ook op kunt en zowaar begrip krijg je ter plekke begrip voor alle mensen die klagen over de drukte. Dit zeker nadat een vijftiental Duitse buggy’s met nauwelijks demping op de uitlaat in colonne passeerden. Boven op de Camerig via het bos verder en afgedraaid naar het Hijgend Hert. Daar was het al vroeg party-time met wandelaars, auto’s, terrasliefhebbers, motoren en fietsers. De afdaling retour naar Vijlen is dan een feestje, zeker door het mooie uitzicht op de hellingen. Wolfhaag op (een echte pas) en afgedaald richting Sippenaeken via het slechte asfalt direct rechts waar ze op de top van de helling een mooi huis aan het bouwen waren. Om zo door Sippenaeken langs het mooie kasteel Beusdal omhoog te gaan met wederom fraaie uitzichten. De e-bikers tonen zich op zo’n helling en je hebt een enkele mafkees (van ca. 40 jaar) die dan volvermogen als een derny-coureur naar boven peddelt. Dan denk ik; ook dat is een hobby. Een dame op een e-bike trok voor de afdaling een jackje aan als een volleerde Roglic (viel overigens niet) en beneden zagen we haar dat weer professioneel uittrekken en in de fietstas doen. Gewoon genieten. Teuven uitgeklommen naar de provinciale weg en daar besloten te gaan genieten van vals plat naar beneden via Val Dieu en de Berwinne. Dat wel tijdig onderbroken om de mooie en gevarieerde klim naar het fort van Neufchâteau te doen. Afgedaald de Voer in om via Mesch het racepad te pakken. In Mesch overigens was net de herdenking van de bevrijding voorbij en was men in het mooie weer aan het gedenken met een pilsje in de hand. De Bemeler als toetje gedaan en zo kwamen we beiden content weer in Gulpen aan. Geen TCE, maar wel gefietst.

Ook ik, Martin, geen TCE-rit. Ik had namelijk de zaterdag ervoor een neven-en-nichtenweekend, in Tondel - u zoekt maar op waar dat ligt – dat tot zondagmorgen duurde, daar wij geen zin hadden zaterdag laat nog naar het Limburgse te rijden. Thuisgekomen toch de drang nog op de fiets te stappen; zonder echt doel. Dus langs de Geleenbeek naar Benzenrade en over De Locht, waar de brug over het spoor een gehele remake krijgt, naar Aachen en van daar naar het Drielandenpunt. In de afdaling richting Gemmenich dacht ik: “waarom neem ik het nieuwe fietspad, de RAVel 39 niet?”, dus daarover en met 2-3% helling lekker toeren. In Plombières maak je door het ontbreken van het gesloopte viaduct wel een aardige afdaling naar en klim uit het Geuldal. Leuk.

Te Hombourg aangekomen via de normaalroute naar Teuven en de Gieveld op om over het plateau tegen de wind in naar Gulpen te fietsen en via Wijlre naar Valkenburg en de standaardklim de Stoepert omhoog.



Zondag 12 september – 100/1000

Martin
:

Na de tocht Puth-Bazel-Gent op vrijdag en het ‘uitrijden’ op zaterdag, waar ik me toch weer had laten verleiden om de Keuten- en Cauberg te doen en als afsluiting de Weg langs Stammen, stapte ik met gemengde gevoelens op. Het was droog en fris.
Aan de toren slechts Ger, met J&K en France, Henk in de Alpen en Vicente verdwenen. Onze voorgaande tochten evaluerend werd besloten tot Welkenraedt, kijken of wellicht daar de pâtisserie weer geopend was.
De Adolf Hitlerallee af en de Sibber op waarna via IJzeren en Margraten naar het verstilde Tebannet. De Plankweg gevolgd tot Hagelstein en fraai over de kam langs het oorlogskerkhof naar Henri-Chapelle en Ruyff naar Welkenraedt. Helaas was de pâtisserie er niet en het gebouw was in beslag genomen door een makelaar. Dit sloot aan bij een van onze gespreksonderwerpen, namelijk de woningnood en het merkwaardige gegeven dat woningen blijkbaar een beleggingsobject zijn.
Ger zag dat Eupen maar zes kilometer weg was en stelde dus voor aldaar de koffie te nemen en na een stukje grote weg een binnendoortje gevonden en door een woonwijk stonden wij plots in het centrum alwaar wél een pâtisserie. Er was een dameshardloopwedstrijd aan de gang, zodat de weg door een strenge politieagent verkeersvrij gehouden werd, wat het zitten aangenaam maakte.

Wederom veel besproken, te veel om op te noemen, waarbij natuurlijk weer de constatering getrokken kon worden dat een discussie met z’n tweeën effectiever is, daar niet onderbroken of gekaapt door anderen die met volslagen niet relevante andere onderwerpen proberen in te breken. Waarvan akte. Na de pauze werd het wat wilder: hoewel de globale richting okay, iets te vaak slechts op die globale richting vertrouwend, zodat we op paadjes uitkwamen waarvan het wegdek niet altijd je-van-het was, maar dit werd dan weer meer dan gecompenseerd door de bijzonder fraaie uitzichten. In Baelen aangekomen een zijweggetje ingeslagen om het monument van een jammerlijk omgekomen Amerikaanse vlieger te vereren met ons bezoek, waar wederom onze boetedoening bestond uit het trotseren van dat wegdek.
Vanuit Welkenraedt slechts asfalt en via Henri-Chapelle afgedaald langs de Gulp en door het autovrije Beutenaken. In Gulpen besloten nog even naar Eys te gaan en de traditionele klim naar Trintelen waar Ger links de ruilverkavelingsweg insloeg en ik door via Colmont en Voerendaal en zo huiswaarts.
Veel nieuwe weggetjes en aan het Gercriterium voldaan.

Ger:
Een aparte zondagrit dit keer. Wederom alleen met Martin en beiden zeer ruim op tijd aan de toren. Daar nog een stief kwartier op Vicente gewacht; die had zich immers niet afgemeld. Met z’n tweeën om 9.00 vertrokken, na dus de eerste koffieklatsj al achter de rug te hebben. Die betrof met name Martins rit van deze week naar Gent (ca. 185 km) en de AGR-toertocht van gister.
Inclusief de vraag wat nu een “geplaceerd evenement is”. Fietsen is daarbij per definitie geplaceerd, maar dat blijkt niet zo te zijn. Die klatsj zette zich onderweg ruim voort over kabinetsformatie, rare ego’s en vooral de woningkwestie; zonder dat dat overigens ten laste van het tempo ging. Kijken hoe de koffievlag er in Welkenraedt bijstond, was de bestemming en het motto. Door V’burg en vervolgens in tempo de Sibber op om zo via het Heuvelland de grote weg naar het Roode Bos te pakken en langs het Amerikaans kerkhof af te dalen naar Welkenraedt. Een makelaar had zich - naar al gauw bleek - onze koffiestop toegeëigend; brutaliteit kent geen grenzen. Ik zag op dat pleintje bij toeval “Eupen 9 km” en dat bleek de opmaat voor een leuke route-interval. Eerst die grote, drukke rotweg en vandaar via allerlei weggetjes naar Eupen. Bij het eerste terras zat eenieder braaf te wachten op bediening en dus door naar de bakker. Dat bleek ook een prima plaats voor een vrouwenloop. Niet per definitie met de hoogste snelheid, of anorexia-lijven, maar wel sportief met elkaar bezig en de laatsten waren wandelaars.

Nadat ik gister al met de Synapse in een gravel/bospad terecht was gekomen, dit vandaag nog eens stevig herhaald. Zowel een lange klim, lange afdaling als vlakke weg op rommel-asfalt en gravel. Toch wel leuk, maar je moet niet te veel lucht in je banden hebben en hopen dat de stenen niet tegen je frame kletsen. Dat moet ik nog checken. En mijn fiets is tenslotte de Parijs-Roubaix variant van Cannondale. Kortom een mooie rit met na een tijdje een lekkere temperatuur en veel zon. We hebben afgesloten door in Gulpen nog af te slaan naar Eys via het klooster en de Van Plettenbergweg. Een weg waarop ik een keer in een AGR een aantal Italianen naar de vaantjes zag gaan. Dat was de tijd van op de macht fietsen en dat lukt met al dat draaien en keren niet zo goed. In Eys de klim naar Trintelen genomen, waar ik tot mijn verrassing Martin op schootsafstand kon houden. Besloten naar analogie van Dumoulin dan maar wat zwaarder te schakelen, dus die kon ik voor de top nog bijhalen, waarbij hij zo sympathiek was om niet te versnellen. Toch liep het zeker naar al die km’s van ons prima en we hebben bij de ruilverkavelingsweg afscheid van elkaar genomen. Ik op dat vals plat naar benden gas gegeven om het gemiddelde nog wat op te trekken. Dat is gelukt en weer een rit van > 100 km > 1000 hm voltooid. Genoten.



Zondag 5 september

Martin
:

Met Charles et Joseph en France en Henk ergens op een feestje was het, ondanks het schitterende weer, rustig aan de toren. Ger gaf acte de préséance en daar bleef het bij. Waar Vicente uithangt is onbekend.
Ik stelde de Oude Hallembaye voor – en dat was goed. Uiteraard niet via de kortste weg.
Door het bespreken van veel zaken als Rutte, de F1, Cora en dies meer vertrokken we iets te laat, nadat we ons realiseerden ook tijdens het fietsen te kunnen overleggen.
De Raar af naar Meerssen en traditioneel langs Amby zuidwaarts waar we, niet traditioneel de klim bij St.-Joseph namen en de Bronkweg als schitterende afdaling weer omlaag. Dan ook maar de klim naar Eckelrade omhoog en van St.-Gieter via Libeek heerlijk over de Mescherhei. Naar Mesch en de school in ’s-Gravenvoeren en verder naar Berneau en over de grote weg naar Visé. Zuidwaarts langs de Maas naar Hermalle en zo Maas en kanaal over om onbekend in Haccourt uit te komen. We dachten aanvankelijk de Oude Hallembaye gevonden te hebben, maar het bleek toch een andere klim, ook mooi door het pas geoogste boerenland met schitterende uitzichten. Vervolgens even de grote weg richting Tongeren gevolgd waar we al gauw een steil zijweggetje vonden dat ons weer op de weg van de Oude Hallembaye bracht. Naar Hautain-St.-Siméon en de bekende afdaling, waar wij natuurlijk routineus de haarspeldbochten namen, omlaag om op de Via Jecore te geraken.
Deze gevolgd tot Émael waar we aan de Jeker bij het fort de koffie en vla namen. Niet nadat wij, om de vijf meter naar ons tafeltje te lopen, ons mondmasker moesten opdoen. Gelukkig zijn ze bij de F1 net zo nauwgezet.
Heerlijk in het zonnetje gezeten en al het genotsverkeer, dat ook van deze prachtige dag en omgeving gebruik maakte, geobserveerd. Via Kanne en de Mergelweg naar het drukke Maastricht en traditioneel de Bemeler omhoog. Het laatste stuk vals plat en tegenwind. In V’burg de Daalhemer af en onderin Ger naar rechts en ik via Stoepert en Oensel huiswaarts. Een prettige rit en toch weer nieuwe wegen ontdekt!

Gers perspectief:
Na een heel mooie week bij het Comomeer en maar liefst een hele week de fiets niet aanraken (na in augustus 16 fietsdagen), mocht het van mij op zondag weer. Veel zin en de Synapse is een zonnetje om op te rijden. Alleen Martin mee aan het vertrek; Jos en Karel “en France”, Henk op z’n eerste personeelsuitje en Vicente? Met z’n twee fietsen, heeft ook wel wat, naast elkaar is het overleg kort en duidelijk. De oude Hallambaye was ons doel en daar zijn we ook gekomen. Met daarnaartoe overigens allerlei wegen en weggetjes, die we uiteraard kennen, maar in een andere volgorde toch ook weer anders en daarnaast weer andere wegen volstrekt nieuw. Vertrokken richting Meerssen om daar de Oliemolen te nemen om bij de Rijksweg M’tricht-Gulpen de smalle klim langs St.-Joseph omhoog te nemen. Indrukwekkende hekken, maar zonder bewoners! Boven de mooie afdaling uit C&K weer terug richting racepad bij de molen om daar de weg naar Gronsveld te vervolgen. Nu niet rechtsaf naar Mesch, maar rechtdoor omhoog naar St. Gieter op de helling waar doordeweeks middelbare scholieren hun weg omhoog zoeken. Ik vind het niet zo’n lekker lopend ding en onderweg kwamen we (althans ik) ook nog in een duel met twee andere beklimmers. Hard voorbijrijden is een, maar niet kunnen doortrekken is twee; dus die gingen eraan voor de moeite en boven kon ik weer aansluiten bij Martin. Een kinderhand is snel gevuld nietwaar. Ondertussen bewees zich wat ik Martin bij het vertrek al vertelde; de sponsor- resp. wielerploegkleding is uit en de dure Rapha en Italiaanse designkleuren op met name de shirts, zijn na uiteraard de fiets nu het onderscheidende ding. Bij het voetbalveld van St. Gieter, resp rookhok van Loek zijn we weer afgedaald om via Mesch naar Visé te komen. Daar geen koffie maar door naar de voet van de klim bij Anne. Oude auto’s van zo te zien echte liefhebbers stonden al te ronken aan de start van de heuvelklim. De Maas over om in een Belgische zondagclub met een wegkapitein op een speedpedalec terecht te komen en langzaamaan richting de oude Hallambaye. We kwamen op een mooi zijweggetje van een grote N-route uit om daar steil omhoog te moeten. Heerlijk in het zonnetje om boven beloond te worden met een fantastisch uitzicht; dit zelfs ondanks de heiigheid. Ook veel wandelaars waren daarvan aan het genieten en een vriendelijk woord alom.
Langzaamaan begon de koffie als idee te komen, dus retour richting Kanne. Via Jecore en Ében-Émael via een wederom smal en leuk weggetje met wel beroerd asfalt. Bij het fort koffie en vlaai; een mooie plek. Iedereen relaxed en genietend. Afrondend retour via M’tricht en de Bemeler. Hier had ik duidelijk profijt van - zoals Martin zei - het Italiaanse klimwerk. Samen naar boven en boven ook samen doortrekkend. De Daalhemer weer af en daar scheidden zich onze wegen. Een mooie route, in mooi weer. Goed leven!



Donderdag 19 – 26 augustus – TCE Alpi 2021

Martin
:

Laat ik aftrappen over dit evenement. Had Jos eens uitgesproken toch echt de Splügenpas eens te willen doen, een onderneming die bij een eerder event letterlijk in het water gevallen was; hierop had ik hem geantwoord dat we daarvoor toch echt naar de Alpen moesten. Na een oproep in het forum bleken ook Henk en Ger wel te porren, alhoewel de laatste wat twijfelde of hij het “wel aankon”. Maar we beloofden solidair en flexibel te zijn.
Op donderdag vertrokken om druk vakantieverkeer te vermijden; helaas was de A61 nog afgesloten wegens de overstromingsschade, dus met een omweg achter Köln via Bregenz en Chur om tevens vast de Splügenpas te verkennen. Een aardig hotelletje, uiteraard 450 hm boven de dalbodem van het Valtellina in Mello, recht boven Morbegno. Het was de gehele week niet druk en we vroegen ons af waar de waard “het van deed”.
Uiteraard de Jos-na-de-lange-autorittocht, deze keer maar kort, want de autorit was lang en dus maar een klein stukje langs de helling omhoog; gelijk steil en ik ging kapot. Ger was de wijste, want in het hotel gebleven.

Ik had mijn pomp en kettingwax buiten het hek klaargezet toen de huishond, Umbro, een 1½ jaar oude Dobermann (althans, daar had ie iets van) deze onder het hek door gesleept had en de slang en het flesje doorgebeten had. Verder een aardige hond die mooi mee kon huilen met de nabijgelegen kerkklokken die op de onmogelijkste tijden aan het luiden sloegen.

Op de eerste echte fietsdag het plan opgevat om naar Lago di Alpe Gera te rijden; een mooie klim in een mooie omgeving. Helaas deze uitdaging voor allen gestrand: een lange, maar mooie, aanrit over de fietsroute van Valtellina, was feitelijk te lang om de mooie klim af te ronden. Ger besloot in Sondrio na de koffie al huiswaarts te gaan, inclusief de 450 hm huisklim en wij door het dal stroomopwaarts volgend waar de weg na Lanzada heel erg stil en verlaten werd. Een aantal tunneltjes met kasseien als wegdek en mooie uitzichten. We besloten, gezien de tijd, om te keren en over deels dezelfde weg terug naar Morbegno tegen een straffe aambeiverdorrende wind in. De reguliere huisklim in de hitte omhoog was behoorlijk uitdagend.
Op zaterdag de doelrit: de Splügen. Zaterdag achteraf niet zo’n goede beslissing, want daardoor druk met veel autoverkeer. Geparkeerd bij de supermarkt in Chiavenna en gelijk los over een steil fietspaadje om de spieren te spannen en kreten van afkeuring uit te lokken naar het centrum voor de koffie. Dan op pad. Mooi weer, maar inderdaad veel autoverkeer en in de smalle tunneltjes tussen Campodolcinio en Pianazzo leidde dit tot enige opstoppingen. Een van de oorzaken, denk ik, naast tunnelvrees, voor Ger om er daar de brui aan te geven.
In Pianazzo het fietspad door de kloof naar Madesimo gevonden, bekend van de Giro 2021: fantastisch smal en steil omhoog! Even door de tunnel afgedaald en zo weer op de hoofdroute. Prachtig langs het meer van Montespluga en door het gelijknamige plaatsje voor de final push. Had ik Henk al gewaarschuwd dat het huisje aan de horizon niet de pas was, Jos wist dat niet… 32 kilometer afdalen en onderin kwam Ger ons reeds tegemoet. In Chiavenna een ijsje en een pizza en met de auto weer terug.

Jos wilde zondag een rustdag, dus gedrieën toch een stukje gefietst en wel naar Colico aan de noordpunt van het Comomeer over de Sentiero Valtellina. Hier even wat regen, de enige van de week, meegemaakt, maar tegen de tijd dat het jackie aan was, kon dat alweer uit.
In Colico aan de haven de espresso en even doorgefietst langs het meer naar het appartementencomplex waar ik meermalen geweest was. Het was nu gesloten, frauduleus failliet. Terug weer, maar nu door de diverse dorpjes over de oude weg naar Morbegno, alwaar een lekker ijsje. Ger omhoog over zijn standaardklim naar Mello, Henk en ik over een prachtig smal klimmetje dat aanvangt bij de historische brug uit de achttiende eeuw over de Adda. De haarspelden volgden elkaar snel op bij een stijging van zo’n 9% met prachtige uitzichten over het Valtellina. Warm was het in het zonnetje, dat wel. Uiteindelijk 60 hm meer dan de standaardklim, waaruit Ger zo’n vijf minuten later uit opdook.

Maandag een andere HC-rit en wel de Passo San Marco, een onbekende maar te zeer ondergewaardeerde col. Direct vanuit Morbegno omhoog door een eenzaam dal met een paar dorpjes en vooral mooie uitzichten. Op de col aangekomen, na Jos, was het wachten op Ger en Henk; de eerste zou bellen als hij terug zou keren; een telefoontje aan mij deed mij schrikken, maar het was niet Ger en even later kwam hij met Henk boven, er een eindsprint uit persend. Opvallend aan de Passo San Marco is overigens dat er, net als op de Splügen geen enkele vorm van horeca is op de top. Misschien daarom wel zo mooi, vergeleken met bijvoorbeeld de Stelvio. Een heerlijke afdaling en de lunch in Morbegno, waar ze ons al kenden.
Uiteraard de klim naar het hotel omhoog: Ger de huisklim en wij gedrieën de alternatieve. Heerlijk!

Op dinsdag een van Jos’ bucketlist en wel de Muro di Sormano. Bekend en berucht uit de ronde van Lombardije. U zoekt zelf maar op wat erover geschreven is. In Colico de auto’s geparkeerd en langs het Comomeer flanerend door een aantal tunneltjes naar Varenna. Dat het Comomeer niet Mello is bleek onder andere uit het feit dat de Inferno, die in ons hotel 12€ kost daar 34€ deed.
Zeer toeristisch met het bootje naar Bellagio, een drukke parel aan het meer. Na een paar hupjes omhoog langs de oever van de Leccotak naar Onno om lang maar gelijkmatig naar Sormano te fietsen en zo de voet van de Muur te bereiken. Ger had aangegeven de muur niet te doen en gedrieën dus de Muur. De ranking: Jos: een voetje aan de grond, maar niet afgestapt, Henk: een stukje gelopen, ik: wat langer gelopen. Merkwaardig dat ik de eerste keer op de muur wel fietsend bovenkwam en nu niet; als oorzaak denk ik het verschil in aanklim: met Miriam uiterst relaxed, met Jos doorfietsend – ik denk dat dat het verschil maakte.
Boven heerlijk in de zon de lunch en snel afgedaald naar Nesso en langs de Comotak terug naar Bellagio, het bootje en dezelfde route terug naar Colico. Had Ger aangegeven hier rustig te willen rijden, het werd toch een wedstrijdje. Door tunneladrenaline was Ger er als een speer vandoor gegaan en dat bleef zo. Afsprinten naar de supermarkt waar de auto’s stonden.

Op de laatste (woens)dag een rit die we allen wilden en aankonden. En wel naar Bagni del Masino. Niet te lang en zwaar, maar wel mooi. Gelukkig bleek ons plan om vanuit Mello langs de berghelling naar het Val Masino te gaan nu wel te kunnen: officieel was de weg afgesloten door een steenval in februari, waar een dode te betreuren viel, maar volgens twee in het hotel aanwezige geo-engineers die aldaar met herstelwerkzaamheden bezig waren, was het voor fietsers wel veilig, dus het afgesloten-wegbord negerend schitterend geklommen en evenzo gedaald om in Val Masino uit te komen. Een fantastisch dal met evenzo dorpjes omhoog geklommen en heerlijk rustig tot het einde tussen de granieten megarotsblokken door naar het inmiddels verlaten Bagni des Masino, met een unheimische sfeer. Afgedaald door het hoofddal en een stukje grote weg. In Morbegno de traditionele lunch en inmiddels evenzo traditioneel de slotklim terug. 427 km en 10’000 hm. Het was goed.

Ger draagt bij:

Alpi 2021 is weer achter de rug; dit met dank aan Jos, Henk en vooral “grote motor en inspirator” Martin. Gisteren wat zitten denken, wat daar over is te vertellen en dat is zeker meer dan alleen het fietsen. Laat ik het echter maar beperken tot een paar reflecties vanuit mijn eigen kleine perspectief; wellicht wat egoïstisch, maar dan is er in ieder geval focus.
In de achteruitkijkspiegel begint het ergens in het voorjaar wanneer Jos op een zondag oppert, dat in het najaar weer eens “de Alpen” bezoeken wellicht/hopelijk, post corona, een mooi vooruitzicht en goed idee zou kunnen zijn. Ik dacht daarbij toen vooral aan het sociale gebeuren de vorige keren en in de Vogezen en vergat het afzien. Zei derhalve relatief snel en enthousiast, dat ik die mening deelde. Herinneringen aan eerdere tochten rond het Comomeer, in de Dolomieten, Timmelsjoch en vanuit Lana was voor mij pure nostalgie. Na wat op en neer getut op zondag stond het vast ”Alpi 2021” komt er! Maar dan komt mijn interne getut; “kan ik dat nog wel aan, ga ik de boel ophouden, is het wel gezond, etc., etc.” Na een week aarzelen toen de app geopend was, laat ik weten toch te passen. Dat wordt geïnterpreteerd als “ja”, omdat de uitspraak van de anderen komt, dat het niet om km’s en hm’s gaat, maar lekker met z’n allen fietsen in een mooie uitdagende omgeving. Ik vond die reactie heel aardig, dus alsnog oké gegeven. Echter…er verschijnen al snel route-initiatieven -door vooral Henk- die er niet om liegen. Niet alsnog spijt, maar wel het toenemend spannende gevoel van examenuitslagen, eerste afspraken met Reinouw (zeg ik braaf), spannende momenten op het werk, Platzerwazels, Petit Ballons, Planches etc.; dus een beetje knikkende knieën. Maar ik kreeg repliek van het eerder mogen omdraaien, riten afkorten; dus geen excuus: “gewoon aan het vertrek”.
Vandaag kreeg ik een app van Gijs (een van mijn beste Bets-companen), nu wonend in Nieuw-Zeeland. Hij zit daar ergens met zijn partner aan een fraaie kust. Frank kent het gebied, is er ooit geweest. Gijs boert wat, is eigenlijk nooit materieel geweest en is nu zelfredzaam met zijn partner, maar ook nog altijd een verwoed fietser. Met nu ook dus een heel fraaie, zelf afgebouwde gravel-rider van Open; het nieuwe merk van Gerard Vroomen. Daaraan dacht ik vanmorgen, zeker ook na onze eigen gesprekken. Eens te meer nl., dat materiele zaken niet zozeer van belang zijn, maar lastig afstand van te doen. En als je iets heel graag doet, dat dan mooie daarvoor geschikte spullen, waar je zuinig op bent en fraaie bestemmingen ook wel een grote kick geven.
Zoals zijn Open (merk van z’n fiets) is mijn Cannondale Synapse wel een superfiets. Dus die werd met de nodige voorzichtigheid en dekens verbonden met de evenzeer gekoesterde Specialized van Jos. Zo werd donderdag 19 augustus om een uur of zes in de morgen vertrokken. Na een uurtje of tien in de auto en het passeren van de indrukwekkende Splügenpas kwamen we rond 17.00 uur aan in ons hotel in Mello, Baraglia genaamd. Goede kamers, goed maar simpel voedsel en wijn voor € 12 (?!). Gerund door een aardige familie en een jonge speelse hond. Die had al snel Martins fietspomp en kettingwax gevonden om mee te spelen. Dat was bij hem kapotbijten. De aankomstrit (10 km en 350 hm) heb ik laten lopen om met een biertje op het terras van ons mooie uitzicht te genieten en me af te vragen wat al die mensen bezielt om halverwege een berg te wonen en waarvan te leven. Wel was in het aanrijden duidelijk, dat een slotklim van Traona naar Mello van ca 7,5 km en 450 hm à 6,2% iedere dag ons toetje zou zijn. Daarnaast nog een alternatief was dat zeker niet makkelijker was. Deze klim vanuit Traona heb ik uiteindelijk vier keer gedaan en na de eerste keer, steeds met veel genoegen.
Van de week dat we daar waren zes dagen gefietst, zonder rustdag. Wilde eens testen hoelang dat goed ging en ik kan melden dat ik sterker ben geëindigd dan begonnen. Dag 1 met z’n vieren over de Sentiero Valtellina langs de rivier Adda en door het dal naar Sondrio. Een mooi smal weggetje voor wandelaars en fietsers. In het centrum aan de koffie en daar gingen Martin, Jos en Henk nog even verder, terwijl ik min of meer dezelfde weg terug heb genomen. Een mooie rustige start van ca. 100 km en 800 hm, waaronder de slotklim, vond ik wel genoeg en die Sentiero sprak me aan. De slotklim was in de hete zon en startend >10% wel heavy en zeker de eerste keer waarin de moeilijker passages nog onbekend waren. Dag 2 werd gelijk mijn testdag. We hadden met het oog op een niet zo’n mooie zondag al op zaterdag de Splügenpas op de agenda. Dat was niet zo slim, omdat iedere Italiaan met een auto datzelfde had gedaan. Nauwelijks ruimte in de relatief smalle klim. Een hairpin waarin ik de goot werd ingeduwd en zo nu en dan een slecht verlichte galerij of tunnel deden mij na 2/3 van die klim (toch al zo’n 20 km en 1100 hm achter de rug) omdraaien. Ik was het spuugzat. Eens te meer bewezen, dat mijn geest eerder opgeeft dan mijn lichaam en daar ben ik op zich wel blij om. Met de ju in mijn lijf afgedaald en bij een meertje gepauzeerd om m’n zonden te overdenken. In het dal heb ik in de zon en warmte met de nodige hm’s nog als penitentie een rondje van ca. 10 km drie keer gereden en toen ik bedacht dat het tijd werd om de maten eens op te gaan zoeken, kwamen zij er al aan in de laatste meters van de Splügenafdaling. Een mooie pas als het rustig is, bleek nog maar eens op de terugreis. Dag 3 was voor Jos reden om een rustdag te nemen en zo zijn Martin, Henk en ik - grotendeels over de Sentiero Valtellina - richting Comomeer gegaan; grandioos uitzicht op de bekende plaatsen, een heel mooi meer en toch ook wel apart volk dat daar vakantie viert. Ze zien zichzelf graag en willen dat continue met anderen delen. Na nog een eerdere vakantieplek van Martin en Miriam aan het meer te hebben bekeken, met een enkele drup retour naar Morbegno voor een zeer Italiaans ijsje, maar ook een lunch met heerlijke bressaola nadat we Jos in het verlaten van Morbegno waren tegengekomen. De thuisklim doen was inmiddels voor mij zo vanzelfsprekend als immer de Rouge Gazon te doen. Henk en Martin kozen het alternatief. Na het niet helemaal doen van de Splügen, was dag 4 voor mijzelf wel de dag van de waarheid; waren lange stevige klimmen nog aan mij besteed en was Splügen een incident, of was het over…….Cima Coppi met de Passo San Marco. Een heel fraaie klim van zo’n 26 km lengte met ca. 1750 hm en een top op 1992. Kortom 6,7%. Om een lang verhaal kort te houden; ik ben daar heerlijk samen met Henk naar boven gefietst en dacht boven toen ik Jos en Martin zag; ik zal er in mijn euforie - en voor de foto - toch even voor sprinten. Geen kramp die gelijk in de benen schoot, maar een soepele sprint op de grote plaat! Het was wat ik nodig had en gaf me genoeg praatjes de rest van de week. (Wat achteraf grappig is, dat Miriam Martin had laten weten, dat zij de San Marco zwaarder vond dan de Splügen. Dat blijkt ook gewoon te kloppen, want met ca. 30 km en 1780 hm heeft de Splügen 5,9% als gem.). Boven op de San Marco stond naast de zon ook een fris windje, dus snel teruggedraaid en de afdaling in. Stijve spieren en nek/schouders opgelopen in die afdaling, want het was geconcerteerd blijven en voor mij in de beugel om te voorkomen dat bij een putje mijn handen van het stuur zouden trillen. In ons zelfde restaurant een lekkere pasta als beloning en uiteraard de huisklim. Dag 5 stond in het teken van de Muur van Sormano. Roemrucht over ca. 1,9 km absurde percentages. Martin kende hem, Jos wilde hem, Henk sprak er niet over (maar stuurde als eerste welbewust later die kant op) en ik wist dat er een voor mij leuker alternatief was: De Colma di Sormano vanuit Nesso. Deze is 13 km met ca. 875 hm en 6,6% als gemiddelde; een prima loper waarbij ik in de buurt en later zelfs duidelijk voor Henk bleef. Boven op de Sormano aan een groot Myrtille-ijs en daarna een fraaie afdaling terug naar het Comomeer. Unaniem de moeite waard gevonden om later nog eens te beklimmen. Daarna over de grote weg vol gas - in ploegentijdritmodus - terug naar Bellagio met de boot door naar Varenna. De timing van Martin sloot perfect aan op de vertrektijd. En zo brak dag 6 aan; de slotrit. En wel door het Masinodal naar Bagni del Masino; een 10 jaar geleden gesloten kuuroord aan het eind van het Masinodal. Een heel fraaie klim van zo’n 17,5 km met een kleine 900 hm (5,2%) Een lekkere loper langs kleinere dorpjes, loslopende van bellen voorziene schapen en koeien, indrukwekkende steenpartijen, grote stenen in de rivier en tot slot een wat sinister bos.
Wat ook wel heel aardig is wanneer je zo’n week met elkaar op pad bent, is “het gesprek naast het fietsen”. Deze keer is de toestand in de wereld toch vaker en serieuzer ter sprake gekomen dan op zondag. Het sleutelantwoord op de meeste issues die we bespraken, blijkt toch eigenlijk “consuminderen en het bespaarde geld aan de economie onttrekken”. Vele voorbeelden passeerden de rij, die aanleiding gaven dat zo te vinden. Maar ook een overheid, die niet haar kerntaken oppakt (op z’n van Gaals in een heldere lijn) bleek een steeds terugkomende. Kerntaken dan als huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg en niet beeldvorming, PA’s en communicatiedeskundigheid. Tot slot als derde relevante thema, dat whatever er gaande is, je eigen individuele keuzes er altijd zijn; soms moeilijk, vaak weerbarstig en “onaangenaam”, maar onontkoombaar; “geen keuze is ook een keuze”.
Tot slot; Na afloop heeft Martin het in een mail al over een volgende keer. Dat is mooi om te horen. Zeker na een week waarin eigenlijk alles perfect liep, goede onderlinge sfeer, makkelijke afstemming, grappen ten koste van mekaar evenwichtig verdeeld, geen pech, geen lekke banden, mechanisch malheur, geen narrow escapes met campers, goed op elkaar letten en dank aan Henk voor het maken van vuile handen; toen mijn achterderailleur op “lock” ging, kreeg hij met de handjes de Di2 weer aan de praat en kon ik schone handen houden met hoog houden van achterwielen en trappers.

Henk vat samen:

Na jullie bijdragen hen ik weinig of niets toe te voegen voor onze site maar ik wil wel benadrukken dat het wonderbaarlijk was. Ik hoop op nieuwe reizen en uitdagingen.

Een fotoalbumpje



Zondag 22 augustus – Solo noordwaarts met zuidenwind

Karel
:

De klimploeg was op donderdag al naar de Dolomieten, of was het Lombardije, (Lombardije! – red.) in elk geval Italië, vertrokken. Alleen Vicente en ik bleven dan over om de TCE-eer in Nederland hoog te houden.
De weersvooruitzichten waren niet geweldig voor zondag, dus op zaterdag Vicente maar medegedeeld dat ik niet aan het verzamelpunt zou verschijnen. Antwoord van Vicente volgde zaterdagnacht om half drie toen de musea in Amsterdam dichtgingen. Hij was in Amsterdam en mijn bericht bleek dus overbodig. In de nacht heeft het nog behoorlijk hard geregend, maar zondagochtend was het toch droog. Alsnog besloten om maar te gaan fietsen. Aangezien ik niet kan klimmen wilde ik vlak gaan, dus naar het noorden hoewel er een straffe zuidwestenwind stond.
Een niet spannende route over de internationale weg naar Koningsbosch en doorsteek naar Posterholt. Via St.-Odiliënberg naar Melick en Roermond waar ik de tiny houses op het voormalige Campinaterrein (mijn eerste werkgever) ben gaan bekijken. Door Roermond en sightseeën door Herten, Oolderveste en Merum naar Linne, waar ik ook weer op een aparte manier doorheen ben gefietst. Door Maasbracht en langs het kanaal naar Roosteren en door naar Grevenbicht en Obbicht. Hier begon het wat te miezeren. Bij Berg aan de Maas waren er al wat meer en dikkere druppels, maar ik heb het toch redelijk droog weten te houden.
Al met al toch wel een mooie tocht van maar 83 km. Vlak, ca. 350 hm, maar niemand heeft op me hoeven wachten.



Zondag 15 augustus – Sippenaeken

Karel
:

In de loop van de week was er een app van Henk of Vicente en ik op zondag onze sokken wilden komen halen. Hierop geantwoord 8.20 VDA. Vicente heeft zich op zaterdagavond laat afgemeld en ons een fijne rit toegewenst. Dit is door Ger positief beantwoord.
Op zondagmorgen op tijd naar het VDA, waar Henk al stond te wachten Samen door naar Schimmert, waar Ger ons tegemoet kwam voor zijn extra rondje door Schimmert en Jos, in de rode sprinterstrui van de Giro, ons al stond op te wachten.
Na het nodige gekeuvel, eerste besprekingen voor de rit naar Italië, sokken en kleding, de vraag: Waar gaan we naar toe. Als eerste werd De Smidse genoemd, echter vanwege te verwachten drukte niet aangenomen. Daarna werd Die Waldschenke geopperd. Unaniem akkoord.
Zo gezegd, zo gedaan. Via de Lange Raar door Meerssen naar de Oliemolenweg, door Amby en onderlangs naar Bemelen. Via de "Dassenweg" naar Welsden en over een (voor mij) nieuwe doorsteek naar Margraten, gekend naar Bruisterbosch en Banholt, Terlinden en full speed richting Aubel. Gaande deze rit werd ook nog Welkenraedt genoemd, maar aangezien de bakkerij in de verkoop staat toch maar Waldschenke aangehouden, althans de richting. Bij het Rode Bos naar Teuven en het Bovenste Bos in. In de eerste bocht werd mijn medefietsers duidelijk waarom ik niet hard bergop durf, hier lag namelijk een motorfiets op zijn zij die in de klim in de bocht was gevallen. Een motorfiets schijnt toch wel zwaar te zijn, want er moest met twee man aan gesjord worden.
Op de sommet van het Bovenste Bos werd besloten om koffie te gaan drinken bij de kerk in Sippenaeken. Zo gezegd, zo gedaan.
Goeie koffie, zeer zeker geen "Grubenwasser" en bijzonder lekkere vlaai. De serveerster had een schattig vogeltje op haar arm, dat nooit wegvloog.
Onder het genot van de koffie met de wereldproblemen, elektrische fietsen, pensioenen en de reis naar Italië besproken. Het werd dan ook een best lange pauze.

Na de pauze naar Gemmenich en over de pas van Wolfhaag, langs Vaalsbroek naar Holset en de oversteek naar Lemiers. Deze keer geen probleem met motoren. Bij het bruggetje over de Selzerbeek was het filerijden in twee richtingen. Omhoog naar Orsbach en over een biljartlaken richting Bocholtz. Nederland durfde bij de grens het bordje "Slecht wegdek" te plaatsen. Het wegdek was hier echter vele malen beter dan voorheen aan de Duitse kant. Vanuit Bocholtz via Baneheide naar Eys en de Eyserbosweg omhoog. Vanuit Elkenrade afgedaald naar de Fromberg, Karstraat af richting Ransdaal en Voerendaal. Jos nog mee richting Klimmen, waar we hem gedag hebben gezwaaid. Via Retersbeek naar Grijzegrubben, waar Ger afhaakt en met Henk verder naar Hoensbroek. Afwijkend van andere keren de oversteek naar Vaesrade en via Oirsbeek richting Wanenberg, waar ook onze wegen scheidden.
Het was weer een welbestede zondagochtend, geen 100 km, maar wel prettig.
Jongens geniet van de bergen in de Dolomieten.

Ger vult aan:

Een rit vandaag die niet te recapituleren is (althans voor mij). Na een kleine twee weken in Drenthe, resp. Maas & Waal met Reinouw te hebben gefietst - vlak en vooral door de natuur en langs water - vandaag weer TCE. Maar niet nadat ik gister al de nodige hoogtemeters had gemaakt in voorbereiding op de komende Italiëritten. Martin had zich afgemeld en last minute ook Vicente; dus we stonden met Karel, Henk, Jos en ik aan de toren. Geen leiding, geen plan en we hebben wel eens enthousiaster aan het vertrek gestaan. Plekken waar drukte te verwachten was, zoals de Smidse vielen meteen af. Tongeren was geweest, dus kwam de Waldschenke in het vizier. Wel met de opdracht aan Henk om veldwegen met modder te vermijden, vanwege de staat van onze mooie fietsen. Richting Meerssen was het commando en dat liep ondanks de tegenwind makkelijk. De Oliemolen op en doorgestoken naar de voet van de Bemeler om na die klim kruip door, sluip door op de grote weg naar het Rode Bos te rijden. Achter Teuven links omhoog de leuke helling naar Beusdael waar in bocht een een motor was omgekukeld en op de top een dame vergat haar klikpedaal los te maken: ook op de grond. Die dame zijn we daarna nog zeker twee keer in een gezwind tempo (van ons en haar) achteropgereden; die motor hebben we niet meer gezien. Ondertussen was ook Welkenraedt als stop gesuggereerd, maar ook die hebben we niet gezien, want we hebben heerlijke vla en koffie gehad bij de kerk In Sippenaeken. Wat niet noemenswaardige tutterij over van alles en nog wat daarbij. De weg naar drielanden/Wolfhaag gepakt om dit keer de Wolfhaag te doen. Via Holset naar Lemiers om daar onze geliefde Orsbachse helling te nemen. Als toetje de Eyserbosch dit keer en met wat omrijden kwam eenieder weer thuis.



Zondag 8 augustus – Richelle

Martin
:

Na een lange periode van afwezigheid wegens vakantie was het een waar genoegen Vicente weer aan de toren te treffen; samen met kernleden Jos, Henk en Karel.
Karel uitte wegens visite niet te laat thuis te willen zijn, dus een doel niet te ver weg en wel de Hallembaye. De wind was stevig uit het ZW, dus strategisch rijden was het devies. De Sibber omhoog hoort daarbij. Na Margraten weer eens wat anders en wel naar Honthem en Herkenrade – best wel een mooie weg – en binnendoor naar Libeek en over de Mescherheide. Hier onze eerste encounter en wel een plotseling overstekende niet aangelijnde hond die wij allen, scheldend op de eigenaar, ternauwernood konden ontwijken. Door nu via Mesch naar de school van ’s-Gravenvoeren en de grote weg tegen de wind in buffelend naar Berneau. Op de klim naar Visé linksaf door het sfeervolle Mons en zo verder. Hier geprobeerd de fietsroute naar Richelle op te pikken wat ons uiteindelijk, nadat Vicente een uiterst klein doorsteekje had gevonden, als ware het de sloppen van Sao Paulo, lukte. Over een landbouwweg met een betonnen middenstrook tegen de wind in door het mais en heerlijk afgedaald van Richelle naar de Maas. Deze over, alsmede het Albertkanaal en met de wind mee langs het kanaal, slechts opgehouden door een aantal irritante vissers die menen een vrijbrief te hebben hun hengels over de weg te mogen steken.
Sinds lange tijd weer eens door Loën om zo aan de voet van ons doel, de Hallembaye, te arriveren. Een stevige klim; Vicente die aanvankelijk zijn best deed werd ingehaald en nadat de strijd al gewonnen was voerde hij leep een uitsprintje uit en kwam toch nog als tweede boven. Zo euforisch dat hij zelfs vergat op elkaar te wachten. Een gezwinde afdaling en over het fietspad naar het fort van Ében-Émael waar ik een uitspanning wist.

Een prima plekje, waar we gedwongen werden ons mondmaskertje te dragen en de verjaardagstraktatie van Vicente aandachtig genoten.

Na goed verpozen nu weer door over de brug van Kanne en de Kannerweg naar Maastricht, waar we, mede door de wind geholpen, zo’n 40 km/h reden. Op het Tongerseplein nam Vicente afscheid en wij, ongewoon, langs de west om Maastricht. Bij de Noorderbrug onze tweede encounter toen een eenzame fietser, na ons gebel en geroep gehoord te hebben alsnog besloot een zwieper naar links te maken. In een uitwijkpoging van Henk voelde ik hem met zijn voorwiel mijn achterwiel raken, maar we bleven allen overeind. Na de brug langs de landhuizen van Mariënwaard naar Rothem en in Meerssen de Korte Raarberg forcerend en met de wind stevig in de poeperd naar Schimmert waar Jos afzwaaide en door naar Spaubeek, met 59 km/h nog bijtrappend en toen Henk bij het afzwaaien naar het station van Spaubeek mededeelde na zo’n kort truttenrondje nog wel even mee te gaan uiteraard de Weg langs Stammen forcerend. Zo naar Puth en na een fijn, droog, rondje op tijd thuis.



1 augustus – Tongeren

Martin
:

De dag dat de Zwitsers hun nationale feestdag vieren besloten wij tot een ‘vlakke’ rit. Wij zijn verder Henk, Karel en Jos. Anderen op vakantie of in quarantaine. Henk opperde Tongeren, waarop Jos wat tegensputterde dat dat te lang en te vlak zou zijn; nou dat viel wel mee. Dus de Waterval af, die gisteren door Miriam op doorgankelijkheid gecheckt was, en zo de Oliemolenweg in Meerssen omhoog. Wegens de run-bike-run was de weg verderop afgesloten dus alternatief door Maastricht naar de Groene Loper, die inmiddels aardig volgebouwd aan het raken is.
In Wijck was de weg ook wegens de RBR afgezet, maar een verkeersregelaar liet ons door, waarbij Jos al dromend bijna door een wielrenner geschept werd. Over de St.Servaesbrug en verder de Mergelweg naar Kanne, waar we niet fout reden.
Henk stelde de Zusserdel voor, dus waarom niet, waar Jos met gekrulde neus zo’n zes fietsers parkeerde. Dit betekende overigens wel dat we niet op de gewone route van de Via Jecore (langs de Jeker dus) kwamen en wat moesten improviseren. Als ik zo op het routekaartje kijk, dan zie ik dat dat improviseren best wel goed gegaan is: hoewel de meest kleine weggetjes, toch redelijk strak de richting van Tongeren op. Mooi golvend landschap met evenzo uitzichten. Deze uitzichten deden Karel even niet op de weg letten en een hoopje vuurstenen bezorgde hem een platte voba, die in drie seconden leegliep.
Maar met vereende krachten snel weer op pad waar we ook nog even de rioolwaterzuivering van Tongeren bezocht hebben – eens in je leven moet je daar geweest zijn.
Snel nu de bekende fietsroute langs de Jeker gevonden en in Tongeren – gelegen op de waterscheiding Schelde-Maas - in de schaduw van Ambiorix (als de zon geschenen had) de verjaarskoffie van Karel mogen genieten.
Af en toe een verdwaald regendruppeltje duidde dat het geen stabiel weer was, dus niet te lang getalmd en besloten de normale heenroute nu als terugroute te nemen; een geheel ander perspectief.
De voorspelde regen kwam toch wat eerder en ergens in Glons begon het zachtjes te regenen, wat uiteindelijk ontaardde in een forse stortbui. Maar gelukkig: eenmaal in de buurt van Ében – Émael was het droog en werd uiteindelijk de weg dat ook. Langs het gekende fietspad en zo de Montagne St.-Pierre op en langs de Stop van Ternaaien langs de ENCI en, onvermijdelijk, de Slavante en Sint-Pieter omhoog. Afgedaald Maastricht in en, bijzonder ongebruikelijk, de Kennedybrug over. Volkomen begrijpelijk dat de Fietsersbond al jaren strijdt om deze fietsverbinding te verbeteren: wat een drama al die oversteken waar je niet weet of auto’s van links of rechts achter je schouder aan kunnen komen.
Door de Sibematunnel de weg naar Cadier en Keer omhoog, maar links afgeslagen om de variant langs te golfbaan te nemen en vanuit St.-Antoniusbank langs de groeve van ’t Rooth omhoog en afgedaald naar Valkenburg waar de brandweer nog druk bezig was met de afhandeling van een grote brand aan de Plenkert van vannacht; ik vermoed aangestoken.
Bij de verkeerslichten Jos rechts en gedrieën de Stoepert op en via Schimmert en Spaubeek huiswaarts. Afgezien van een bui dus mooi weer. Thuis de fiets onder de douche, ketting gesmeerd en weer klaar.



Zondag 25 juli – Tour Château d’Eau – Montzen Gare

Karel
:

Met Martin van de week al afgesproken zondagochtend 8.20 EIP, mits het niet regent. Ger had zaterdag via het forum aangegeven dat hij misschien wel, misschien niet aan de toren zou zijn. Henk zouden we misschien wel, misschien niet zien. Vicente nog steeds op vakantie, hoewel niet duidelijk is of het tot 29 juli is of tot 21 juli was, of nog een andere datum [op de app heeft Vicente tot en met 28 juli vermeld – red.]. Voor de rest is hij gewoon van de aardbodem verdwenen. Ergo aan de toren: Ger, Jos, Martin en ik.

Zoals gebruikelijk een onduidelijk doel, maar Ger wilde per se niet weer naar "het water".
Via Valkenburg, waar de overlast niet meer zo zichtbaar was, althans op de door ons gereden route, naar Sibbe en Margraten. Over de grote weg naar Reijmerstok en achterlangs de Brute sterren van De Wolde weer terug naar de grote weg. Schilberg, Teuven en gekend naar Mabrouck. Afgedaald naar Hombourg, waar echt op zijn Belgisch het hele dorp was afgezet voor de immens grote dorpskermis. Ongebruikelijk over de grote weg naar Plombières en vanaf daar ben ik de route kwijt. Via een stevige klim naar de watertoren van Montzen-Gare.De weg volgend kwamen we bij het grote spoorviaduct over het Geuldal. In het dorp Moresnet had de Geul ook behoorlijk huisgehouden, gezien de containers met puin, afval en huisraad. Aangezien Ger nog voor zijn verjaardag wilde trakteren werd het tijd voor de koffie. Deze gaan genieten net na het Drielandenpunt. We waren niet de enige fietsers die hier gingen versnaperen. Ook enkele grote brommers die best veel kabaal maken.

Na de welverdiende pauze verder aan de terugweg. Donkere wolken begonnen zich samen te pakken en aangezien niemand een regenjackje bij zich had werd het toch wel spannend of we droog thuis zouden komen. Langs Vaalsbroek naar Holset en Lemiers en omhoog naar Orsbach en vandaar via vernieuwd asfalt naar Bocholtzerheide. Binnendoor naar Eys, waar niet gekozen werd voor de Eyserbosweg maar voor de Côte de Trintelen. Ubachsberg en de Karstraat af naar Ransdaal, waar Jos huiswaarts toog. Naar Klimmen en Retersbeek. In Brommelen nam Ger afscheid en zijn Martin en ik via het spoorlijnfietspad retour Puth gegaan. Op enkele dikke druppels na hebben we het gelukkig droog kunnen houden. Net geen 100 km, maar wel ca. 1100 hm. Het was weer een welbestede zondagochtend.

Nog een paar aanvullingen van de webmaster: zowel Ger, Jos als ik hadden nieuw schoenen; Karel probeerde in plaats van de pil van Drion de motor van Drion en we zijn weer ingehaald door een fietsster met een lichtblauw shirt; zou het aan de kleur liggen?
Over fietssters gesproken: wat een zeldzaam gekloot bij het vrouwenrennen op de OS!

Ger vult aan:

Mooie zondag na een broeierige zaterdag en de week na de hevige regenval en waterellende. Ik wilde eigenlijk niet door V’burg en dus vanaf Gulpen via de ruilverkavelingsweg naar de kop van de Karstraat en zo via Klimmen en Hulsberg naar de toren. Op tijd vertrokken en dus nog ruimte voor mijn lokale torenrondje, waarmee ik met bijna 25 km en 200 hm aan de start kwam. Jos was er ook al, waarna Karel en Martin ook direct kwamen. Wat getut over het een en ander; ook dat we niet wisten of Henk nu wel of niet kwam. We wilden de getroffen dorpen en steden vermijden; dus wel de afzink naar V’burg en vandaar de Sibber om de regio uit te komen. Vandaar zijn we anders gereden dan gewoonlijk. Bovenaan Sibbe via Scheulder naar de rijksweg bij de Hut en vandaar via Slenaken naar Hombourg. In België alles anders dan anders gedaan met mooie klimmen; nog mooiere uitzichten, waaronder de spoorbrug bij Moresnet en uiteindelijk op een bij aankomst nog rustig terras op de Drielanden. Ik mijn verjaarvlaai getrakteerd en wat moedeloos gesproken over ons rare wereldje, de verhuizing van DSM HKT met terugblik op verleden, heden en toekomst (oordeel is ter inzage), maar vooral ook het feit dat we toch maar mooi met z’n vieren aan het fietsen waren. De klim van Orsbach is een “moetje” als je aan die kant zit; zeker nu boven dat rotstuk weg opnieuw is geasfalteerd. Boven zagen we donkere wolken en zwarte luchten, maar op wat druppels na geen last van gehad. Door naar Eys waar Karel resoluut rechtdoor riep. Dat betekende de klim naar Trintelen. Weer de Kar af waar Jos onderaan naar huis ging en wij drie nog effe door naar Klimmen en richting Weustenrade. Daar scheidden onze wegen zich waarbij ik zelf nog even wat extra meters heb gemaakt: Wijnandsrade en via Hulsberg en V’burg naar huis. Stevige rit qua km’s en de rest van de getallen. Mijn rug is nog immer niet je dat; maar weer wat aspirine gepakt.



Zondag 18 juli – Godsdal

Karel
vertelt:

Na bijna vijf weken Frankrijk weer in Nederland.
De week werd gekenmerkt door regenbuien en donker weer, geen fietsen dus. Zaterdagochtend appje van Martin of er interesse was om een stukje te gaan fietsen. Ja dus, alleen moest ik niet te laat thuis zijn wegens bezoek van de kinderen. Na het (late) ontbijt een inspectieronde gedaan langs de Belgische Maasdijken en de Dellen. Uit piëteit (en de onbereikbaarheid) niet naar Valkenburg gegaan. Zondagochtend met Martin via het VDA, waar we Henk opgepikt hebben, naar de Toren, waar even later Jos zijn opwachting maakte. Ger had bezigheden elders (feestvieren?) en Vicente is nog ergens op vakantie.
De rit begonnen met de voorband van Henk te verwisselen. Langzame leegloper.
Met vertraging dus begonnen aan een bijzondere rit, over allemaal bekende wegen en stukken, die weer op een bijzondere, vaak onverwachte manier aan elkaar geknoopt werden.
Bij De Plank nog bij een Belgische groep met luxe volgauto aangesloten die heel snel leken te gaan, maar die zelfs ik nog op mijn gemak kon bijhouden. Afgedaald naar Pietersvoeren en de klim naar de grote weg. Schuin overgestoken naar Aubel en naar de koffie in Val Dieu. Het door Martin gedachte etablissement (Meunerie) was (nog) niet open, dus maar gewoon naar de abdij, waar we de koude rijstevla met koffie hebben weggespoeld.
Aangezien Henk zijn accu's leeg waren via de vlakke route (wat heet), de Berwinne volgend naar Visé en naar Moelingen.
Het jaagfietspad op waar we in het begin een beetje onoplettend (van mij) bijna een aantal fietsers van de weg af hebben gereden. Ik zat iets te kort op het wiel van Henk, er kwamen tegenliggers en de te passeren fietsten redelijk breed. Hierdoor heb ik hen een beetje het pad afgesneden. Heb wel sorry gezegd maar denk niet dat dit over is gekomen. Een tijdje later, op hetzelfde fietspad, weerom tijdens een passeeractie kwam Jos bijna in aanvaring.
Na Gronsveld nog meegefietst (héél hard) met een groepje welke een leeftijdsverschil van ongeveer twee generaties had met mij (en Jos). Was wel een mooi groepje. Konden de blik er niet vanaf houden.

Al met al was het een mooie tocht. Voor mij weer de ervaring dat ik in Frankrijk denk dat ik goed fiets maar hier weer met het feit geconfronteerd wordt dat het eigenlijk niets voorstelt.

De Beer van de Bernina vult nog wat aan:
Opvallend hoe snel het landschap zich herstelt na een week van hevige regenval: alles was frisgroen en zonovergoten. Alleen huisraad aan de straat in Dalhem en Moelingen getuigde van de voor de betrokkenen dramatische toestanden. Merkwaardig dat Jos aan het kúúmen is op een stukje Maaseik As als het snel gaat en zo gauw het uitzicht verbetert snel fietsen geen issue meer is. Henk maande ons op de terugweg snel te rijden om op tijd voor de prikactie te zijn, dit terwijl hij het zelf zeldzaam verneukt had door ten eerste zijn lekke band (die thuis al lek bleek) pas bij vertrek aan het clubhuis te verwisselen, zodat we dertien minuten te laat vertrokken en bovendien een standtijdexperiment met zijn Di2-accu had uitgevoerd door te kijken hoe lang die met een lading aankon (een jaar dus) zodat hij tijdens de rit niet meer kon schakelen en tot het kleine blad veroordeeld was. Maar ja, met de vandaag geïnjecteerde microchip kan hij binnenkort zijn versnelling middels zijn hersengolven direct bedienen.



Zondag 11 juli – Berg aan de Maas

Martin
:

Met Karel nog in Frankrijk en Vicente van de aardbol verdwenen met ons vieren aan de toren: Henk, Ger en Jos. Ik had van een nieuwe fietsbrug gelezen op de Mechelse Hei en stelde voor daarheen te gaan via het pontje van Berg aan de Maas. Dus daarheen, maar niet via de kortste weg en wel “om Sittard”. Dus via Schinnen en het altijd weer fraaie Wolfhaag naar Oirsbeek en omhoog naar Doenrade en daardoor de Feldbiß af in Hillensberg. Langs de Waldschenke naar Tüddern en door Millen weer terug de grens over. Hier bleek dat we niet om een aantal vervelende weggetjes heen konden en zo uiteindelijk door Nieuwstadt, waar een vrachttrein een overweg blokkeerde naar Susteren. Henk had inmiddels geopperd het pontje een brug te ver te zijn en dus naar de brug van Maaseik en zo over het spoor naar As. Deze 16 km lange weg in gestrekte draf uitgereden, waar een tergend knipperend achterlichtje van een andere fietser, als ware het een jonge Vestaalse maagd, ons richtpunt was. Het nieuwe viaduct vlak voor de Zuid-Willemsvaart was inmiddels geopend; fraai. Het meeste kopwerk door mij, Ger en Henk en Jos, maar die had zijn jackie aan, er achteraan fladderend.
Bij het station van Asch genoeglijk in het zonnetje gezeten en de trage bediening, te weinig personeel in de horeca, maakte de pauze wat langer dan noodzakelijk. Het doel, de nieuwe brug lag nog steeds in bereik dus via Op de Berg rechtsaf over de heide, bijzonder fraai, zo vonden ook andere recreanten. Over de E314 en toen kwam al snel de nieuwe fietsersbrug. Niet zo bijzonder als gehoopt eigenlijk.
Snel nu linksaf en de Duivelsberg af, maar mooie uitzichten over de oude zandgroeven en het Maasdal en via Mechelen aan de Maas over de Maasbrug en door Elsloo naar Beek en de Adsteeg. Hoewel netjes achter Ger gebleven, die sterk reed, volgens mij had hij zijn vaccinaties bij dokter Sanders gehaald, daar toch een PR. Door naar de rotonde bij Arensgenhout waar Jos rechts en in Aalbeek Ger en gezamenlijk door naar Nuth en Schinnen en over de Slakweg omhoog. Een mooie rit.

Ger zegt nu, terwijl ik dit schrijf:

Er zijn van die dagen. Met Karel op de terugweg en Vicente een vraagteken, met z’n vieren aan de toren. Het motto was: “naar de nieuwe fietsbrug op de Mechelse hei”. Dat is meestal een voorbode voor een totaal andere rit en dat werd het ook. Want waar aanvankelijk het pontje in Berg als oversteek van de Maas was gepland, werd dat nu de brug in Maaseik. Bereikt via niet door mij te reproduceren wegen en weggetjes. Fraaie omgevingen met af en toe een industrieterrein. Al gauw bleek dat dit een dag was waarop “tout de bevolking” van de buitenlucht aan het genieten was en zeker op de Mechelse hei later waren veel mensen actief. Allemaal relaxed dus het was een fraaie dag. Koffie was na een racepartij van een km of vijftien op een snelfietspad van Maaseik naar As. We moesten daar lang wachten, maar dan kreeg je ook wat. Althans Martin, Henk en ik een prima (en groot) stuk bosbessentaart. Jos daarentegen een kinderstukje appeltaart. Een paar Belgen uiteraard aan de doubles en tripels. Nadat Martin mijn balhoofd nog wat strakker had gezet, kwamen we bij die brug. Inderdaad fraai en we konden constateren, dat die Belgen toch wel veel aan hun fietsinfra doen. Kost wat, maar dan heb je ook wat; iets voor in Nederland?
Ikzelf had vandaag ook een dag die ik al lang niet meer heb gehad; deze week maar een rit op woensdag (dus fris) en gister als BOB de alcohol laten staan (dus nog frisser). Het is toch wel weer heel leuk in de voorste regionen te verkeren en mee het tempo te bepalen, i.p.v. continu achteraan te hangen. Genoten dus.



Zondag 4 juli

Martin
:

Na wat afwezigheid van deez’ of geên, benieuwd wie er zouden zijn. Ger had al via het forum laten weten er “in principe” te zijn, ik ben er altijd, tenzij, dus op pad en onderaan de Keldenaar trof ik Henk. Op weg naar de toren onder een lekker zonnetje en geen wind. In Schimmert kwamen we Ger inderdaad al tegen en na een rondje Schimmert was hij er, dit terwijl Henk even aan het bosboutenSW was. Snel kwam ook, verrassend, Jos eraan en dat was het.
Er was veel nationale en wereldpolitiek te bespreken, dus we vertrokken twee minuten te laat; Jos gaf aan onder de 100 km te willen blijven en daar hebben we ons, wat Jos betreft, aan gehouden. Ger kwam ook weer met een prévoorbehoud daar hij de vrijdag ervoor stevig gereden had.
Ik dacht laten we dat steile klimmetje uit het Jekerdal eens vinden; het klimmetje dat we al zeker twee keer afgedaald waren na de beklimming van de Oude Hallembaye. Dus op weg door Meerssen, Schietecoven steil omhoog en door Kasen naar Bunde en zo Maasstroomopwaarts over de Wilhelminabrug door een verstorven Maastricht en naar de Mergelweg op weg naar Kanne. Tom had de auto voor de deur staan, maar ging niet mee. Even vergeten af te slaan, wat ons een mooi omweggetje langs het Albertkanaal opleverde, de brug over en over de doorgaande weg door Émael en Ében en zo op de bekende fietsroute van de Via Jecore en feitelijk vlekkeloos de voet van de klim gevonden. Inderdaad een fraai klimmetje.
Door het fraaie achterland over fietspaden en verstilde weggetjes, een beetje de sfeer van de Bas Vosges uitademend naar Heure-le-Romain om daar even de beruchte klim Thier d’Amry te schaken, waar Pou-Pou ferm uitriep hem op het middenblad veroverd te hebben. Over de Maas om, tegen beter weten in, bij Pam-Pam te stoppen. Slechts wafels, lekker maar duur.

De voorspelde buien braken inmiddels los en zo noodgedwongen de pauze wat langer dan normaal gemaakt, maar uiteindelijk, toen het wat minder werd, ervandoor. De weg was een beetje nat maar spoedig in Moelingen werd het droog en zonnig, dus gelijk maar afgeweken van de kortste weg naar huis en dus door naar ’s-Gravenvoeren en de prachtige klim van Altenbroek gedaan. Boven hoog gebleven en over Bergenhuizen naar Ter Linden en afgedaald langs de hopstaken van Gulpen naar Euverem. Met de steile klimmetjes in het systeem ook maar de Gulpenerberg-West gepakt, die feitelijk alleen onderin steil is. Boven bij Jean begon het echt te regenen en dus nu snel huiswaarts. Via Partij naar Wittem, waar Henk door even niet op te letten de aansluiting miste en stevig moest aanpoten om ons weer bij te halen.

In SoG Jos eraf, het was inmiddels weer droog, en bij de Sibber Ger links. Gezamenlijk door de Emmaberg op waar het droog was, net als het wegdek, en door Nuth langs de Geleenbeek en door Schinnen naar Oirsbeek en de Hagendoornweg op waar wij splitsten. Een fijne rit met dito gemiddelde. Thuisgekomen begon het te storten.

Ger vult, gewaardeerd aan:

Na een weekje in Buurse met diverse fietstochtjes met Reinouw en begin deze week van alles te doen, einde week weer een driedaagse gereden. Fietsen was ik bijna verleerd; althans het stevig doorfietsen. Vrijdag een verrassingsroute deels door Wallonië, die me in de benen kroop. Zaterdag met Reinouw iets soortgelijks, maar in een voor mij rustiger tempo en dan vandaag TCE. Na twee weken niet aan de toren had ik daar erg veel zin in. Dus gister klassiek in het forum gemeld, dat ik ondanks de weersverwachting mijn opwachting zou maken. Benieuwd wie er zouden zijn. Bij de extra ronde aan de toren (ik was aan de vroege kant) kwam ik Martin en Henk al tegen. En tot ons aller verassing kwam ook Jos; goed gebruind, afgetraind en “100 keer Ventoux” in de pocket. Wat vertrekpraatjes gewisseld; o.a. over de clubkleding (daar mag wat meer discipline in). Ik riep wat over “rustig aan”, gezien mijn twee ritten; maar daar had niemand boodschap aan. Jos riep < 100 km en dat namen we ook voor kennisgeving aan. Martin had een helling “achter de Hallembaye” in het snot, die we al eens afgereden zijn. Volgens mij is dat de Chavee Arecht; een hele mooie klim met Franse aspiraties. De Thier d’Amry later zou hem overigens dik verslaan met lang à 14%. Ik dacht dat ik zou moeten afstappen, zo zwaar, maar eenmaal boven bij het opschakelen zag ik dat ik op het middenblad boven was gekomen. Over allerlei Waalse dorpjes uiteindelijk bij Pam-Pam op het terras. Daar allen stevig uitgepakt met de wafels en de bijbehorende supplementen; was toch wel lekker ondanks het gemis aan echte rijstevlaai. De koffie is overigens weer perfect. De status van politiek en bestuur in Nederland en Limburg besproken.

Bij het willen opstappen, kwam de eerste bui met stevig gekletter naar beneden. De dreiging dat dat wel effe zou duren toch maar afgewacht, maar na een tiental minuten in de laatste druppels vertrokken. De Voer in om met de mooie klim naar het plateau boven Noorbeek af te ronden qua klimwerk. Door naar Wittem, waar bui twee loskwam. Wederom viel het mee en zo richting V’burg. Jos sloeg af naar de Koulen en ik richting Sibbe over de grub. Op tijd thuis voor de echte bui. Wederom een mooie rit en stevige getallen. Tevreden!



Zondag 27 juni 2021

Henk:


Het zag er gezien berichten in het forum al uit dat ik alleen aan de toren zou staan. Ik rekende hoogstens nog op Vicente maar die was er ook niet. Alleen op pad dus. Zonder een duidelijk doel voor ogen, maar wel het drukke Heuvelland vermijdend. In het begin kwam ik desondanks nog heel veel fietsers tegen, en ook op de rest van de dag nog wel aardig wat. Eerst wat geijkte stukken, maar ook af en toe wat nieuws, waarbij ik in Rennemig uiteindelijk een zeer vreemde lus maakte. Het stukje door het Schutterspark in Brunssum en dan de Rode Beek volgend tot voorbij Schinveld is beslist de moeite waard. Bij Gangelt ook nog wat nieuwe dingen gezien, waaronder het Mercatorpunt. Martin heeft het ons misschien al eens verteld of ons er zelfs langs gevoerd, maar ik had er nog nooit bij stilgestaan. Daar vlakbij ook een museummolen die ik nog niet kende. Ik heb een nieuw doorsteekje van Waldfeucht naar Koningsbosch gevonden met een stukje veldrijden erin. Daar begon ik zin te krijgen in een ijsje, wat me uiteindelijk in Tüddern bracht, waar ik me een Nußbecher mit Kaffee goed liet smaken. Daarna was het nog maar een klein stukje naar huis.



Zondag 20 juni – Rondje Genk

Martin
:

Met Karel en Jos, die zijn 100e Ventoux gedaan heeft, in Frankrijk was het onbekend wie er komen zouden. Uiteindelijk was alleen nog Henk er, onder aan de Keldenaar.
Bij de Reus niemand anders en Henk stelde de Kempen voor. Met een stevige ZW-wind dus eerst naar Maastricht dat we via de Tongerseweg verlieten. Eenmaal in België de grote weg snel verlaten om vervolgens met de zon als leidraad onze weg te vervolgen. Mijn Garmin namelijk bij de serviceorganisatie wegens wat displayproblemen, dus geen kaart ter beschikking. Maar ja, vroeger hadden we dat ook niet. De plaatsnamen als Lafelt, Vlijtingen en Membruggen wel bekend, maar waar of die nou precies liggen…
De snelweg Liège – Hasselt een paar keer gekruist, evenals het spoor waar we op een gegeven moment langs het Waterkasteel van Schoonbeek reden, erg mooi daar. Op een gegeven moment ontwaarden we de schoorstenen van de centrale van Langerloo aan de einder en daarmede Genk, dus dat werd ons koffiedoel.
In een centrum daarvan een prima pâtisserie met rijstevlaai gevonden en vervolgens weer door. De zon niet altijd meer daar, dus daarop rijden werd wat moeilijker, maar ons instinct en routine hielpen ons prima en via de multi-cultiwijk van Waterschei langs het stadion van SC Genk en via allerlei nieuw aangelegde fietspaden door de bossen uitgekomen in Opglableek en verder door de bossen. Ook nog een kasseienstrook van zo’n kilometer voor de kiezen gekregen om uiteindelijk op bekend terrein, namelijk de spoorbaan As-Maaseik uit te komen. Bij de nieuwe onderdoorgang in aanleg omlaag naar de Zuid-Willemsvaart en deze over om via Dilsen in de fraaie kernen van Oud-Dilsen en Stokkem uit te komen en zo bij de pont van Berg aan de Maas.
Met de wind mee naar Einighausen en Sittard waar wij afscheid namen. Met 115 op de teller thuis. Een weer fraaie, spontane, rit.



Zondag 13 juni

Ger
:

Geen TCE voor mij vandaag; toch een bescheiden verslag voor de continuïteit. Weer drie dagen achter mekaar gefietst. Geen grote afstanden met ca. 75 km elk, maar toch. En heerlijk om buiten te zijn in dit weer. Vrijdag had ik niet zo veel tijd, maar het mooie weer lokte voor “zomaar een ritje”, tegen de klok in naar Maastricht en langs de Voer terug met de mooie klim naar Hagelstein. Zaterdag de eerste BETS-rit in twee jaar. Wel onderling veel op de App geweest, maar nu weer fysiek. Uiteindelijk met ca. 15 man onderweg, waarbij Bart en Miel met hun handbike; super dat ze meegingen. Het was een beetje een kinderklas op schoolreisje, zo’n gevoel hadden we allen een beetje. Maar heerlijk met de wind in allerlei varianten op allerlei varianten klinkers door het Brabantse land rond Tilburg gefietst en veel punten van herkenning uit vroeger dagen. Superleuk weer om te doen. En dan vandaag weer met Reinouw op de fiets. Ze heeft nog niet echt veel ritjes gedaan, maar we hebben Parkstad verkend; achter (nieuw) Erenstein en door naar Schinveld. Op de terugweg via Schinnen naar de helling bij Hobbelrade en vandaar langs de molen achter Beek en onze huistoren over Valkenburg en de Sibber naar huis. Veel fietsers onderweg. Ook een heerlijke rit in heel fraai weer en de natuur lag er prachtig bij.



Zondag 6 juni – Klaas Bostocht

Ger
:

Eigenlijk niet echt veel inspiratie voor een verslag, terwijl het toch zo’n mooie tocht was. Met ergens tussen een man of 15 à 20 de jaarlijkse Klaas Bostocht gereden. Van TCE waren Martin, Karel, Vicente en ik aan het vertrek. Vanwege corona had Klaas wat in Zuid-Limburg uitgezet en met de campagne tegen allerlei drukte een alternatieve route. Nu die was meer dan fraai. Om 10.00 uur aan de Geusselt betekende voor ons uitslapen en de ergste miezer was ook weg. De luchtvochtigheid bleef echter hoog, maar de jackjes konden snel uit. De route is op RWGPS te volgen, maar behoorlijk alternatief, hoewel er uiteraard geen nieuwe trajecten inzaten. Behalve voor mij aan het eind via Terziet. In Ulvend hebben we met z’n allen aan koffie, vlaai (die om 12.00 uur al op was tijdens onze bestelling), dure wafels etc. gegeten. Het tempo zat er goed in, zoals ook wel uit de cijfers blijkt en de groep bleef goed bij elkaar zonder op elkaars wiel te zitten. De auto’s vonden ons echter niet zo leuk, want een redelijk aantal ging met de nodige snelheid. Daarentegen werd door Belgische automobilisten vaker voorrang gegeven. Wat met veel fietsers en vochtige wegen met steentjes onvermijdelijk is, is pech met drie lekke, waarbij er een nogal wat tijd kostte. Met Martin, Henk Jacobs en Vicente tijdens het wachten het maatschappelijk debat en de kwestie van de Molukkers doorgenomen. Zelf aan het eind bij Walem ook lek via een put en dat repareren ging via Martin “rappie, rappie”. Toen in de Dellen de derde lekke zich aankondigde ben ik maar omgedraaid om nog een beetje op tijd thuis te zijn.



Zondag 30 mei – Ardennentocht

Martin
:

Henk had een aantal maanden geleden al een Ardennentocht voorgesteld; inclusief een routekaartje. De geplande datum was tweede pinksterdag; gelukkig hebben we het die dag niet gedaan, vanwege het weer, en was deze dag de beloning: de eerste zonnige dag met temperaturen boven de 20°C. Volkomen ongestructureerd app- en forumverkeer de dag ervoor, maar uiteindelijk waren ook Karel, Ger, Jos en Vicente van de partij.
Dat de website niet goed bekeken wordt, bleek uit het gegeven dat Henk en Vicente in Remouchamps op een gans andere plek stonden dan aangegeven op de website.
Maar goed: elkaar gevonden en op weg. Hadden we gedacht een rustige inklim te krijgen als eerste: nee, het geweld kwam vrijwel direct na de start en wel met de Sur la Thier of Thier de Nonceveux: de spieren en de omgeving nog koud en het wegdek ruw, werden we gelijk met 24% geconfronteerd. Unaniem aldaar besloten dat Henk nooit meer in een routecommissie mag plaatsnemen.
Verder mooi golvend door het fraaie lentelandschap, onder andere via de Haute Regard en afgedaald langs de waterfabriek naar Spa en ons door de stad gewurmd om uiteindelijk op een fraaie RaVeL (#44A) uit te komen; druk verkeer daar en toch constant 2 à 3% omhoog om uiteindelijk af te slaan naar Hockai om daar op het bekende terrein van de Hoge Venen te komen. Van Mont naar Bevercé om daar de volgende geklasseerde, de Ferme Libert, te pakken; én vreselijk steil én zeer ongelijkmatig. Ware muren torenden voor ons op. Bovengekomen bij een downhill MTB-park waar de MTB’s met een skisleeplift omhoog getrokken werden. Golvend verder weer en uiteindelijk richting Stavelot waar we wisten dat de Stockeu op ons wachtte, maar niet nadat we een stuk off-road langs de Amblève gereden hadden – niets vreemd bij Henk.
De Stockeu gekend en niet zo erg na de eerdere klimmen en bij het monument van Eddy Merckx, van wie Vicente niet wist wie dat is, de sponsorkledingfotos voor BOSCH-sustainability consultant gemaakt. Karel had de fotografe gestrikt. Feitelijk de verkeerde plaats, want de klim was nog niet af en uiteindelijk in Wanne aangekomen. Geen koffiegelegenheid, dus door naar Trois Ponts alwaar een boulangerie waar we een aardig formaat rijstevla soldaat maakten met een bekertje koffie. In de zalige onwetendheid dat direct hierna de Côte d’Hézalles begon. Een ‘pittig’ eerste stuk en een lange uitklim naar Saint-Jacques. Eindeloos golvend, klimmend en dalend door naar bekend terrein van de Ancienne Barrière en heerlijk afgedaald naar Les Forges, alwaar: de Côte des Forges; een paar keer in LBL opgenomen. Na de eerste steile bochten zag Vicente de steile rechte slotklim en slaakte een kreet van ontzag. Lang doorklimmend naar Neuville en Chession en door naar Lorcé met weer een klim. Langs en over de snelweg nu waar Ger uitte de Redoute niet te doen wegens angstkramp. Maar Ger zou Ger niet zijn om binnen een kwartier weer op dit besluit terug te komen.
Door het mooie dal, maar met vreselijk slecht wegdek afgedaald door Kin om in Aywaille uit te komen. Geroutineerd nu de Redoute op die als een pukkeltje door een vlijmscherp scheermes genomen werd: even pijn en bloeden om dat snel te vergeten. Kruip-door-sluip-door afgedaald naar Remouchamps alwaar op een terras bij de grotten een prettig te klein biertje en te grote verhalen.
Terugkijkend: een zware uitdagende route, waarvan Henk zei dat het om de steilste beklimmingen in de Ardennen ging, waar iedereen boven zichzelf groeide. Een voorhoede die constant was: Jos en ik, maar een sterk variërende achterhoede waar regelmatig stuivertje gewisseld werd. Ik klokte 111 km en 2221 hm. Tevreden. De enige tip: de volgende keer iets eerder vertrekken voor zo’n lange dag.

Ger:

Toen ik thuiskwam heb ik tegen Reinouw gezegd, dat we met TCE een fantastische dag hebben gehad. De harde kern van TCE samen weer op stap en - hoe gek misschien ook - dat te doen in hetzelfde tenue heeft wat. Dank aan Henk voor het fourneren van Boschblauw en mijn melige grapjes over Tinkoff doen daar niets aan af. Zo’n rit in de Ardennen boeit me al mijn hele leven, heel vaak gedaan en iedere keer incl. toch een zekere spanning vooraf hoe alles zal lopen. Deze keer stond aan de plus mijn goed fietsen dit jaar (tot dusverre). Aan de min, dat ik vrijdag en gister toch ook het nodige al had gedaan. En > 2.000 hm is toch altijd wel wat; zeker met mijn > 90 kg! Dus bang me op te blazen op deze of gene heuvel. Nu daar komt Henk voor de tweede keer in het vizier; hij had de route uitgezet en bekommert zich dan om niks. Als je dacht een klassieker over net asfalt te gaan doen, had hij weer een afslag gezien. Gelukkig pas onderweg zei hij dat hij van alle vijf de topklimmen in de Ardennen er helaas maar vier had ingebouwd in de route. Dit nadat we, nauwelijks vertrokken, al op een echte killer terecht kwamen. De percentages > 15% waren vandaag eerder regel dan uitzondering. Martin riep al na die eerste klim dat hij 24% had zien passeren en uit het collenoverzicht van Henk en na de finish uit de grafieken die Martin op zijn telefoon voortoverde, bleek dat ook te kloppen. Zelf had ik me dus stevig voorgenomen rustig aan te doen en dat is gelukt! Alleen op de Forges ben ik de laatste meters doorgetrokken. Mijn Garmin met de klimmen erin geprogrammeerd met de %’s etc. hielp daar enorm bij. Goed te zien waar groen, oranje en rood was. Zoals Karel later op het terras zei; dat was vroeger: >->>->>>. In Boschblauw bleven we goed bij elkaar; vaak de eerste twee (Jos en Martin) uit zicht, maar de overige vier bij elkaar in de buurt. Stockeu (met Merckx), Forges, maar dan de veldweg erlangs en zo had Henk meerdere - in totaal elf klimmen - als verassingen in petto.

Ik had al thuis gezien, dat de Redoute de laatste was. De hele rit gedacht wat ik daarmee moest. Op de laatste klim ervoor, voelde ik kramp aankomen en slap gezegd, dat ik hem liep lopen; ik zat toch al > 2.000 hm en tegen de 100 km aan. Dat gezegd zijnde, bedacht ik me dat ik waarschijnlijk het hele jaar zou denken dat dit watjesgedrag me de Redoute kostte, terwijl ik in mijn twee keer LBL die aan het slot gewoon naar boven ging. Ook een 60+ wil nog wel eens wat, dus gewoon naar boven gegaan. Grootste deel zelfs in het zadel. Bij al dat fietsen mooie uitzichten, waardeloos asfalt, waarbij ik vooral in de afdaling last had van zon-schaduw en geen zicht op alle stevige kuilen. Dus ook de afzink niet benut om het gem. op te krikken. Ik hoop dat Henk of Martin de diverse hellingen weten te reproduceren in het verslag. Maar in ieder geval een ouderwetse zondag genieten! Dank daarvoor (en gelukkig eenieder heel weer bij de auto)



Zondag 23 mei – Eerste pinksterdag

Martin
:
Formeel hadden we afgesproken op maandag, tweede pinksterdag te gaan. Om een paar redenen is er toch al op zondag gefietst: Vicente appte op zaterdag al of er gefietst zou worden: niet bekend met de mores en de website niet geraadpleegd hebbende. Hem toch maar even medegedeeld zijn startpagina van blotevrouwen.br om te zetten naar tce.bike! Een andere reden was dat de weersverwachting voor maandag slecht is, dus vooruitfietsen tevens het devies was voor Karel, die om 12h thuis moest zijn, wegens pinkster(klein)kinderen en mij. Ger antwoordde dat hij solo ging om niet vermelde redenen.
Hoewel het nog kletterde iets na zessen was het droog te bestemder tijd en dus naar de toren waar Vicente, met de wind ruim mee, al stond. Hij deelde mede dat er een collega van hem zou komen en wel een Harrie uit Elsloo, die inderdaad kwam. Normaal een solofietser en zo’n 50 jaar oud.
Het plan was As-Maaseik en terug om zo wellicht de Rambo van Belgisch Limburg nog even te spotten. Over de Kling naar Beek en Elsloo, de brug over, waar we de ZW-wind al flink gewaar werden en door Mechelen aan de Maas, gemeente Maasmechelen, hoe verwarrend, de Mons Campina op langs de Salamander, deze dagen meermaals op de TV geweest. Gratis reclame. Overigens een stuk makkelijk dan de Monte Zoncolan, die we gisteren in de Giro zagen.
Het station van As(ch) voorbijgereden – te vroeg – en de 16 km naar Maaseik met de wind in de rug.
De werken voor een nieuwe onderdoorgang voor fietsers en een nieuwe brug met goedkeuring aanschouwd en zo in de buitenwijken van Maaseik gekomen en naar de Markt. Daar de niet zo geweldige koffie en diepvriesvla. Niet echt warm. Harrie betaalde, wellicht om zich in te kopen.

Met niet te veel omwegen huiswaarts; over de hoge kanaalbrug bulderde de wind en door richting Susteren, maar daarvoor sloegen wij rechtsaf om door het mooie Baakhoven te geraken en langs de Geleenbeek en A2 zuidwaarts naar Nieuwstadt en door het industriegebied van Sittard-Noord. Om de kerk van Sittard en over de markt en Putstraat naar Munstergeleen en langs Pater Karel. Daar sloeg Karel af (twaalf uur) en gedrieën door naar Neerbeek, Beek en voor Geverik sloeg Harrie dankbaar af. Vicente en ik door naar Ulestraten waar we afscheid namen. Verder over de Kling naar Schimmert en Helle, Brand en Nuth en langs de Geleenbeek huiswaarts.
De 100 gelaten voor wat het was. Een fijn intermezzo. Bij thuiskomst las ik dat een cabine van de kabelbaan Stresa – Mottarone neergestort was met veertien doden en enkele zwaargewonden als gevolg. Fietsrelevant, daar ik deze baan eens genomen heb nadat ik fietsend de Mottarone beklommen had – Pou Pou kent hem ook - erachter kwam dat ik een remblokje miste en dus noodgedwongen de kabelbaan naar beneden moest nemen.

Verder een appje dat Vicente en Pou Pou elkaar toch getroffen hadden!

En Pou Pou:

Bijzondere - solo-pinksterrit. Deze week geen zin in fietsen vanwege wind, regen, slecht wegdek, poetsen; kortom alle smoezen van de wereld. Zeker ook omdat Frank allerlei mooi foto’s uit Zuid-Frankrijk opstuurde. Nadat ik echter vrijdag bedacht, dat ik zo wel aan geen, resp. erg weinig km’s kwam, bedacht alvast op zaterdag wat te doen. Zodat ik, indachtig Martins opmerking van enkele weken geleden, vandaag “mijn rust” kon pakken. De wind gister hield me echter binnen op de hometrainer. Ergo me voorgenomen vandaag toch, en rustig, te gaan fietsen, maar dan ergens rond de middag. (Dat rustig fietsen is trouwens niet echt gelukt, maar ik heb me ook niet echt ingespannen) Vanmorgen effe na 8.00 naar beneden en zag een redelijke hoeveelheid TCE-appjes. Geen zin om me nog te gaan jagen om ergens af te spreken, dus berichtte terug dat ik zou gaan soleren. Rustig ontbeten, mijn dagelijks rondje gewandeld, waar de smalle weg Gulpen-Pesaken de graadmeter is welke kleding dan aan moet. Voordeel is ook, dat de vele fietsers dan vanzelf zorgen voor goesting en tegen 11.00 solo op weg.
Was eerst van plan Camerig etc. te doen, maar gekozen voor andere wind in het vertrek. Richting Noorbeek en Vroelen om vandaar weer eens over de grote wegen tegen de wind naar Aubel te dalen en dan de weg te pakken naar Val Dieu en Berwinne. Mooie omgeving en vals plat naar beneden is immers ook de moeite waard. Bij Val Dieu afgedraaid en daar stormde een Jumbo-Visma op een tijdritfiets en alles er op en eraan op de kruising af. Imposant gezicht die Tom, zelfs als hij rustig aan doet. Verder door en en wat gemijmerd over de lol van fietsen, maar ook de soort fiets en het buiten zijn. Klassiek over Dalhem naar Visé, - niet via Blegny - en vandaar voor en met halve wind via Kanne naar Maastricht en langs de Belgische kant van de Maas naar de brug bij Elsloo. In Maastricht nog effe gebabbeld met Vicente. In Elsloo bij het zoeken naar een andere doorsteek een of ander gehucht en gravelwegen tegengekomen. Gekozen om de Karstraat omhoog te gaan en via Ubachsberg en de Ruilverkavelingweg naar huis. De Synaps hangt weer te shinen aan de haak; is weer helemaal oké. De Duell is nu aan de beurt voor reparatie; versleten balhoofd en ketting. Veel km’s zijn goed voor mijn gestel en fraaie cijfers, maar het materiaal heeft wel wat te verduren. Me gister eens verdiept in cassettes om een nog betere loop te krijgen!



Zondag 16 mei – Koffie-to-go in Thorn

Karel
vertelt:

Op zaterdagavond kwam er een appje van Vicente met de vraag wie op zondag zou gaan fietsen. Aangezien de afspraak is dat op zondag gewoon bij de toren verzameld wordt, werd op het appje gepareerd met de vraag: wie niet. Alleen een afmelding van Henk, hij moest puinruimen.
Zondagmorgen waren er nog zorgen omtrent de weersvooruitzichten, maar het eindresultaat was dat om 9.00 Ger, Vicente , Martin en ik verzameld waren. Jos is waarschijnlijk in Frankrijk, misschien ook niet.
Toen kwam natuurlijk de vraag waarnaartoe. Gezien de meestal heersende noordenwind, waarbij vertrek naar het noorden usance is, is met de nu heersende zuidenwind controversieel besloten om maar naar het noorden te gaan en de eerder gewijzigde route naar Thorn nog eens over te doen. Strikte afspraken om gezamenlijke plaspauzes te doen, geen bruggen of veerponten op de heenweg en bij elkaar te blijven. Dit is allemaal wonderwel mogen lukken.
Vertrokken vanuit Schimmert om via Schinnen over de Zandberg en langs de Botkoel naar Puth om vandaar uit naar Doenrade en Watersley te gaan. Limbricht en het Limbrichterbos en via het haventerrein van Born naar Roosteren te gaan. Maasbracht en Wessem deden ons in Thorn belanden, waar we bij Het Pannenkoekenhuis koffie-to-go met rijste-, resp. appelvlaai gepauzeerd hebben. Vicente kwam hier helemaal in zijn element omdat hij een landgenoot, nee zelfs een streekgenoot uit Porto Allegre trof. Niets van te verstaan, was Portugees, maar wel gezellig. De rit tot hier was helemaal voor de wind en jammer genoeg heeft de wind zich niet gedraaid.
Afgesproken dat kop over kop zou worden gefietst op de terugweg. Dit lukte soms. Martin heeft zoals gewoonlijk het meeste kopwerk verricht. Ger trok er ook hard aan, zodra ik op kop ging lukte dit voor een korte periode en dan kwam wel weer iemand die vond dat hij niet uit de wind gehouden wilde worden.
Vicente heeft de Pou-Pougewoonte van Ger overgenomen, keihard voorbij en dan door blijven stoempen tot het licht uitging. Niemand klampte aan en Vicente was dan weer gauw terug in de achterste gelederen. Maar, het bleef hard gaan tot in Berg aan de Maas. Hier het pontje over en langs de gekende wegen naar Elsloo, waar Vicente de weg langs het kanaal vervolgde en wij met z'n drieën naar Geulle om de Slingerberg te slachten. Vandaar via het vliegveld naar de voet van de Visweg die ook nog maar even gedaan werd. Bij Haasdal nam Ger afscheid en zijn Martin en ik nog even de Reus wezen bewonderen. Via Terstraten naar huis. In de klim na Grijzegrubben nog een aantal jeugdig overmoedige mensen de achterkant van onze fietsen laten kijken, ofwel volledig losgereden. Het was de eerste keer dat ik deze klim staande en op het grote blad heb gedaan (schouderklopje voor mezelf). Boven Nagelbeek nog even met een wandelaar staan praten die bezig was aan een voetreis naar Rome. Had vier maanden ter beschikking voor uit en thuis.
Ger heeft tijdens de rit de conclusie geponeerd dat er veel harder werd gefietst dan een aantal jaren geleden. Maakt voor mij niets uit. Het blijft gewoon loeihard gaan en ik probeer de les van Martin: "kruip in mijn hol en blijf bij" ten uitvoer te brengen. Is mij deze rit goed mogen lukken. Het ging ook wel weer hard, maar het was weer een bijzondere en ook mooie rit.

Ger vult aan:

Bijna de hele week buiten geweest met twee keer golf en drie keer op de fiets. Belachelijke aantallen km’s worden weggemalen, maar daar doe ik zelf graag aan mee. Weersvoorspelling was niet al te best en ik heb gister de fiets moeten poetsen van een hoosbui vrijdag. Jammer dat ie weer vuil zou worden, maar ja.. Vanmorgen nog wat groepsdwang links en rechts en met vier aan de start. Henk was uit op een weekend pannenbier, dus had zich afgemeld. Benieuwd wat we zouden gaan doen en met Thorn als mogelijk doel in gedachten wist ik, dat de wind terug tegen zou zijn. Dat wist de rest ook, maar was geen aanleiding rustig aan te doen. Bekende wegen, maar in deze samenhang toch nieuw en dus weer een aparte route onderweg. Via de Nederlandse kant over het Limbrichterbos en Baakhoven richting Maasbracht om zo via Wessem Thorn te bereiken. De keitjes in het dorp opgezocht en naar bleek was het te vroeg voor terras, maar een goede koffie-to-go was er wel. Aangenaam volk om wat mee te kletsen waaronder een gezin waarmee Vicente zijn Portugees kon ophalen. Vervolgens terug zo’n 25 à 30 km tegen de wind in gekacheld. Vaak geen enkele beschutting; zelfs het wiel was geen echte dekking. Mezelf voorgenomen te proberen het gemiddelde van (bij mij) 25,5 km vast te houden en toch ook mijn beurten niet te verzaken. Dat lukte, maar was echt stevig aanpoten en van de mooie streek weinig gezien! Tevreden zo aangekomen bij het pontje in Berg. Geleerd dat dat gratis is. Verder langs de IAZI en in Elsloo terug de Maasberg af om zo de Slingerberg als een van de klimmen te pakken. Vicente ging overigens langs Kanaal en Maas door naar huis. Boven op de Slinger nog wat overleg en gekozen om ofwel Waterval ofwel de Visweg te doen. Het werd de Visweg, waarbij we boven nog even voor de wind teruggingen richting toren. Ik afgedaald naar de Hanos en V’burg om zo via de Rijksweg te proberen weer van 25 km/h > 25/h te maken. In Wijlre weer regen maar gewoon lekker tevreden doorgestoomd om na dik 125 km en 25,1 thuis te komen. Heerlijk gefietst vandaag met z’n vieren.

Heren: vergeet u niet: 30 mei (waarsch.) Ardennenrit, te organiseren door Henk.



Zondag 9 mei – To Banneux or not to Banneux

Ger
vangt aan:

Deze zondag helaas geen Banneux voor mij, maar “post-corona-bezoek” bij onze jongste en middelste in het land van Maas & Waal. Het ging gelukkig in beide huishoudens weer duidelijk beter en vooral onze middelste (zo’n long-covidgeval) was op de weg terug. Weer wat meer uren aan het werk en haar hoofdpijn was “te managen”. Daarom gister maar alvast voorgefietst. Na de drie zware dagen van vorig weekend, rustiger aangedaan deze week en ook gister. Gewoon peddelen op de Duell, rustig tegen de stevige wind in en gek, bijna de hele rit verwaaide dikke druppels zonder nat te worden. Gekozen om de Voer weer eens te bezoeken; blijft mooi om te doen. Bij Mortroux doorgestoken naar Visé en daar aan de Belgische kant van de Maas langs het slingerende fietspad naar uiteindelijk Kanne. Even calculeren hoe laat ik thuis moest zijn en verder langs de Maas via Smeermaas. Bij de brug in Stein een tik, vastlopende achterrem en een goeie slag in het wiel. Moest de remkabel zelfs lossen. Goed op putten gelet, rustig bochten nemend, maar toch af en toe het zwalken voelend naar huis. Toch lekker gefietst.

Martin:

Het kernteam dat uiteindelijk wel naar Banneux gegaan is was erg klein. Excuses om niet te gaan waren divers: DHZ-letsel, familiebezoek, vaccinatieplicht en, god betert het: moederdag!
Dus aan de toren verder de bikkels Karel en Jos.
Dat er een stevige zuidenwind zou gaan staan was bekend, maar dat die, in combinatie met de hoge temperatuur, van een dergelijk aambeiverdorrend karakter zou zijn, dat hadden we niet gedacht.

Eerst een beetje gemakkelijk naar het zuiden en wel langs de fietsstrada naar Mesch; daar alternatief opgepakt: naar Warsage en prachtig binnendoor naar Neufchâteau en afgedaald naar de Berwinne en door Mortroux doorgestoken naar een alleraardigst binnendoorweggetje, bekend van een Classic ooit, andersom, en zo de lange klim naar Mortier en daar even fout gereden in een woonwijk. Door nu om via een nooit eerder gefietste ingang Blegny te bereiken en zo de standaardroute verder, me daarbij realiserend de klim in Dalhem gemist te hebben. De wind meestentijds fors tegen, maar dat wisten we, dus geen geklaag. Uitgekomen in Nessonvaux en zo de standaardklim. Jos uiteraard voorop, over nieuw glad asfalt overigens, maar ook hij werd ingehaald: er waren een paar, veel jongere mensen, aan een klimtijdrit bezig.
Te Banneux een terrasje met prima koffie en rijstevla gekocht en na ons aan het heilige water gelaafd hebbend gingen we door.
Hier was overigens de kiem voor mijn inzinking op de terugweg gezaaid: ik heb zo’n rare gewoonte om pas laat te beginnen met de bidon leeg te drinken met de gedachte dat ik dan later meer water overhoud en bovendien niet te snel aan te veel water wen; in Banneux had ik feitelijk nog nauwelijks water op. Later meer hierover.
Met forse zijwind afgedaald naar Pepinster, de vaccinatielocatie goed aangegeven, en zo de Côte de Cornesse op. U kent hem: het begin lijkt altijd mee te vallen, maar dan…
Door naar Soiron en de weg naar Xhendelesse bleek versperd door werkzaamheden, maar met de fiets aan de hand lukte het ons die te overwinnen.
Eindelijk weer eens de ‘standaardklim’ Fays de José omhoog, waar het echt warm werd. Deze warmte en de wind leidden er ook toe dat ik ongemerkt veel vocht verloor. Afwijkend over de RAVeL 38 licht golvend naar Battice, door het fort aldaar en met prachtige uitzichten snel langs Clermont en Froidthier om in Aubel de eerder gedane verlenging naar Hombourg te doen. In Teuven liet ik me de bidon nog eens vullen, die was inmiddels leeg, maar het beste was eraf. Jos koos Gieveld en met de wind in de welbekende opening over het plateau naar Gulpen en door naar Wijlre.
Samen met Jos van SoG omhoog naar de Koulen, waar ik 1½ bidon verschalkte, Marian feliciteerde met haar tweede vaccinatie en na een beetje bijgekomen te zijn via Hulsberg en Nuth huiswaarts.
Op de weegschaal een long-time-low gewicht registrerend. Het was goed zo!

P.S.: bijna vergeten te vermelden dat we tussen Hombourg en Teuven nog even langs de weg gestopt zijn bij het monumentje (met vlag) aan de westzijde; dit betreft een gedenkteken voor korporaal Joseph Eugene Geury die op 10 mei 1940 als eerste Belgische militair in WOII gesneuveld is; dat hij daarbij onderdeel uitmaakte van het grens-fietsersregiment mag niet onvermeld blijven!

Karel vult nog wat aan vanuit zijn perspectief:

Tsja, wat nog aan te vullen aan het relaas van Martin.
Het is bijzonder jammer dat een evenement dat al zo lang aangekondigd en besproken was in zo'n klein team werd gefietst.
Het was eigenlijk hét moment om de nieuwe, door Henk ter beschikking gestelde outfit aan den volke te tonen.
Na enig heen en weer infowisseling via het vernieuwde forum, werd duidelijk dat het team klein zou zijn en we gerust in een andere outfit op het verzamelpunt konden verschijnen. Alleen Jos had dit niet meegekregen en verscheen in BOSCH blauw met de Reus op de rug en linkerbeen aan de Toren. Goedkeuring volgde van een echtpaar met hond (American Bully) waar we mee aan de praat kwamen bij het verzamelpunt.
Aan het ritverslag niets meer toe te voegen. Het in Herve (Thimister) opgepakte Ravel 38 is bijzonder mooi, niet om vaak te fietsen, maar wel om een keer te ontdekken. De route wordt wat vlakker en langer dan de varianten door de diverse dorpjes. Met de wind in de rug gaat het heel hard en mag het mij zelfs lukken om eens de kop te pakken. Misschien is dit ook wel gelukt omdat Martin een beetje inzinking kreeg. Deze keer geen hongerklop, maar uitdroging. Volgens Koot en Bie: goed eten, goed drinken en goed kauwen.
Het was een stevige rit met sterke tegenwind op de heenweg waar we goed bij elkaar bleven, ook dankzij het wachten (op mij). Voldaan gevoel.



Zondag 2 mei

Martin
:

Zelden in mei zo koud geweest; wil het ’s morgens na een windstille wolkeloze nacht nog wel eens even fris zijn, nu was het gewoon de gehele tijd koud en winderig genoeg.
Desondanks waren aan de toren Henk, Karel, Ger, Jos en – bijzonder welkom – Harold. Coronatechnisch veilig met twee groepen van drie.
Op koningsdag hadden Karel en ik al een aardig stukje RaVel gevonden, dus dat wilden we nu in zijn geheel wel eens tonen. Gebruikelijk over Haasdal omlaag en de Geulhemmer omhoog; daar waren we elkaar al weer kwijt: Ger dacht ons links afslaand gezien te hebben, maar we waren, uiteraard de klim volbrengend, rechtdoor gegaan. Maar snel elkaar weer gevonden en zo door naar Terblijt en Gasthuis, langs de groeve en het zeer idyllische binnendoorweggetje naar Groot Welsen en bij de kwekerij het klimmetje naar M’ten. Door Termaar, waar Henk een paar schijnbewegingen toonde rechtsaf te willen slaan; alle onverhard uiteindelijk, dus zo naar de Plankweg. Hier trok Jos kop en hield die tot Hoogcruts alwaar de Piemert af en zo naar Teuven. Naar Hombourg en daar op RaVel 38 langs de tunnel van Dikke Bertha en inderdaad deze gans geasfalteerd volgend naar de zinkmijn van Plombières. Daar was ooit een viaduct, maar dat is er nu niet meer. Dus even van het traject af en langs de locatie van de oude zinkfabriek de Rue de Casino over de Geul omhoog om daar linksaf te slaan over maagdelijk asfalt over RaVel 39. Toch gemiddeld aardig klimmend – benieuwd hoe een trein daar omhoog komt - en zo langs het oude station van Gemmenich even door een woonwijkje om uiteindelijk op de klim naar de Trois Bornes te komen. Schitterende uitzichten zowel tijdens deze klim als op de spoorlijn.
Bij de Bokkenrijder aangekomen mochten we nog niet het terras op; dat ging, om redenen door het OMT bedacht maar ons onduidelijk, pas een uur later open. Maar Karel wist dat bij de Wilhelminatoren de koffie-to-go, met vlaai wel open was en daar lekker op een muurtje gezeten, als ware het een terras, de pauze.
Bitterkoud de Vaalserberg af, ons weer eens verbazend over de sadistische fietspadconstructie bij de afslag en bijzonder mooi de Vijlenerbosklim, met een pittig eindje van 12%, op. Over de Rugweg omlaag, waar het bij het Hijgend Hert al ongewoon (of gewoon?) druk was, door Vijlen en tegen de wind inbeukend Hilleshagen en Mechelen.
Ger vond de Kruisberg geen slecht idee dus die genomen. Bij de kruising in Wahlwiller belachelijk druk met auto’s, motoren, wandelaars en fietsers. Allen in stijl de klim en geheel ongebruikelijk de Kelderstraat af en linksaf naar Eys en de standaardklim naar Trintelen omhoog; gedrieën, Jos, Harold en ik omhoog, Henk geen kans gevend aan te pikken. Van U’berg de Kar af en onderin de eerste afsplitsing van Jos. Door naar Craubeek, waar Henk de klim naar Klimmen forceerde en op de grote plaat bovenkwam. Hier nam Ger afscheid. Door naar Retersbeek en Weustenrade en afgerond naar Hoensbroek, de klim langs de Lucaskliniek naar de Hommert en via Oirsbeek de Hagendoornweg omhoog waar we ons opsplitsten.
Een paar opmerkingen: Gers zienswijze:

Je hebt soms van die momenten, dat je niet zo blij bent met je fiets. Waarom is dan - althans voor mij - een groot raadsel. Zo was het op koningsdag prima fietsweer, maar heb ik i.t.t. Martin en Karel de gelegenheid voorbij laten gaan. Vrijdag jl. was alleen het vooruitzicht van het Drielandenpunt en de Kinkenweg wat bij mij enig enthousiasme te weeg bracht. Vals plat naar Vaalsbroek en zo het Nederlandse schuurasfalt omhoog. Boven was het rustig; gek want het Heuvelland is vol met alle verlofdagen nu. Omlaag naar de Kinkenweg dacht het trapaslager van mijn Synapse “zoek het maar uit”; toch liep de Kinkenweg lekker, want bij kracht zetten liep alles normaal. Vals plat van HC naar Visé; heerlijk! Wel merkte ik aan het eind van de rit thuis, dat ik een verkeerde, immers schuivende, broek had aangehad. Daarom gister naar de Mechelse hei met een beurse kont, wat alleen maar erger werd vanwege weer die stomme, wel gewassen, broek. Nu dat heb ik geweten; volgens mij schuurpapier op de verkeerde plaats. Uitgepierd van het steeds staan en weer aanzetten over deels wel hele mooie paden en wegen op die Mechelse hei. Maar ook fietspaden langs de N-routes. Dat laatste doet de Garmin nog niet zo goed. Maar wel beide dagen heerlijke km’s en hm’s verteerd.
Dus vanmorgen weer ouwerwets zin, maar met een beurse kont fietst het niet zo lekker. Op mijn “elf en dertigste” (niet de echte versnelling) naar de toren. Mijn humeur ging daar aanzienlijk vooruit, want we waren maar liefst met zes. Martin, Karel en Henk van de sectie “iedere zondag”. Daarbij Harold en uiteraard Jos. Wat op en neer overleg over windrichting e.d. en vervolgens en route wat ik niet meer kan reproduceren. Bekende wegen bij mij in de buurt, maar ook gekende heuvels, zoals de Geulhemmer. Gekozen voor het laatste wiel, maar ook als ik anders had gewild, zou ik vandaag niet veel beter hebben gekund. De hellingen gingen echter wel best redelijk. Klimmen vind ik het leukste wat er is.
Onderwijl in dat laatste wiel net als gister over mijn deze week overleden BETS-maatje John gemijmerd. Begin dit jaar plots leukemie en de stamceltransplantatie helaas niet gelukt. Heel zuur; een van de betere hardrijders (ca 1.95 meter en > 100kg) in ons cluppie, maar daar kwam een tempo uit en daarnaast een van de sociaalste mensen die ik ken. Ons Hemelvaart-Ardennen-groepje van BETS kent inmiddels toch wel erg veel medisch malheur. Zijn tempo en wiel had ik vandaag op het vlakke goed kunnen gebruiken. Ondertussen had ik vrijdag in België nieuwe ravels in aanleg bij het Drielandenpunt gezien. Nu dat was het doel van Martin; startend in Hombourg over prima vers asfalt door kleine plaatsen en een voormalige spoorlijn. België was weer fraai en relatief rustig maar vanaf het Drielandenpunt kwamen we toch in drukte terecht. Terug nog over de Camerig en boven afgeslagen naar het Hijgend Hert. Daar was het massatoerisme. Verder naar de Kruisberg en de Trinteler om zo toch mooi af te kunnen sluiten. Voor mij via Klimmen en de Heek naar V’burg en zo naar huis. Mooie rit; andere wegen en weer eens een andere route. Ook weer genoeg hm’s en komende week de Synapse in de reparatie.
En n.b.: ik heb ervoor gekozen voor mij de Vosges dit jaar voorbij te laten gaan. Weliswaar dan ingeënt, is het mij alles te ongewis en onzeker om lekker relaxed te kunnen fietsen en onderling te socializen.



Een klein intermezzo van Frank:

Hallo, Ben ik diep ergens in de bossen bij Achel/Hamont met mijn goede vriend Dirk (heeft ALS - k...), ben ik de rollator uit de auto aan het halen, wordt mijn naam geroepen ?!?@& .
Een man en vrouw op de fiets, hij met petje, ik kijk, kijk nog eens, hè, wat?, VICENTE, met echtgenote.
Zeer opmerkzame Braziliaan, die Vicente ������! Leuk zeker, en toeval??!!
Martin, dit kan op de site, te gek. (bij deze! - red.)
Groeten Frank.

Zondag 25 april – Chaos!

Martin
:

Onderaan de Keldenaar stond Henk fier in de mooie sponsoroutfit toen Karel en ik daar aankwamen. Een beetje prematuur gezien de temperatuur, dat wel, want koud was en bleef het; ook toen we aan de toren kwamen waar snel Ger en Jos aankwamen.
Een discussie over coronabeleid – of het ontbreken daarvan – die tijdig door het slaan der klokken gestopt werd. Ger stelde Thorn voor en Jos wilde wel om half twee thuis zijn, daar hij op bezoek moest bij iemand die zijn sleutelbeen gebroken had tijdens het fietsen.
Henk en ik spraken af via het pontje aan de Belgische zijde te rijden en routineus door Elsloo naar Stein. Bij de rotonde bij het winkelcentrum op Ger gewacht, die ergens moest plassen, maar niet kwam. Uiteraard hoorde hij zijn telefoon niet (tip: als je hem met BT verbindt met de Garmin, kun je daar de oproep zien) dus sprak ik een bericht in. Na een tijdje belde hij terug met de mededeling aan de Belgische zijde van de snelwegbrug te staan. Geïnstrueerd naar het pontje te rijden. Nadat wij aan Belgische zijde daarvan waren een paniekerig telefoontje van Ger dat hij wel alleen zou rijden daar verdwaald en ergens “bij een rotonde in Maasmechelen” stond. Maar zo kom je natuurlijk niet van de labeur af, dus geïnstrueerd naar de kerk van Maasmechelen te rijden en daar elkaar te treffen.
Wij daarheen, met de wind in de rug, door dorpjes waar we bijna nooit komen als Vucht en Leut, waar Henk de Leuterstraat nog spotte. Via een haarspeldbrug het kanaal over om inderdaad bij de kerk Ger te treffen.
Thorn was natuurlijk niet meer denkbaar, dus over den Bels naar Maastricht. Bij het Kanaal Briegden-Neerharen over de sluis en de buitengrens van Maastricht volgend langs het industrieterrein en uiteindelijk naar het Albertkanaal afgezakt waar Henk een voorsprong nam van een halve kilometer.
In Kanne draaiden wij en hadden zo nu de wind (een krachtje vier) tegen. In Wijck een koffietentje gevonden waar we de koffie en koek genoten, ondertussen het passerende publiek observerend.
Om toch wat hoogtemeters te maken de Bemeler en wel via de variant langs de groeve ’t Rooth, nog even langs de plaats waar een 80-jarige man door een boom geveld was; van de stam was nu een bankje gemaakt; zo zie je maar hoe dor hout van nut kan zijn.
Op het plateau over het fietspad tegen de NO-wind inhangend naar IJzeren, waar Jos uitte de Sibber af te willen en Ger de Daalhemer. De rest volgde Ger. In V'burg nam deze afscheid en via Groot Haasdal omhoog en langs Schimmert en Grijzegrubben naar Schinnen. Henk vermeed laf de Zandberg; daarop aangesproken reed hij de Slakweg voorbij, daarmee de Weg langs Stammen forcerend, waar hij mij op het steilste stuk de berm in dreef en ik met een been door mocht.
Net geen 100, maar toch lekker gefietst.

Karel vult aan:

Zoals gebruikelijk is Martin alweer zo snel met zijn verhaal dat er alleen nog nutteloze aanvulling mogelijk is. Afgelopen week waren de temperaturen erg wisselend, de wind echter steeds prominent aanwezig. Zo ook vandaag. Dinsdag een rondje via België naar het Drielandenpunt en (illegaal) via Duitsland (Orsbach) terug. Donderdag, een koude NO-wind, via de L460 (Internationale weg naar Koningsbosch) naar Vlodrop en Mont St. Odile. Binnendoor Echt, Dieteren en Limbricht retour.

Zaterdag had Ger op het forum al de vraag gesteld wie er zondag zou komen. Natuurlijk om iedereen moverende redenen niet via het forum, maar middels de app werden de antwoorden verzonden en tijdslots ingedeeld (protest: ik gebruikte het forum! - red.). Conform de CoVid-tellingen, die uitgaan van het te lopen risico was er een man niet (het risico) en vijf wel (normale gevallen). 1 op 6 dus en niet 5 op 6 Henk was inderdaad in de TCE-outfit, maar waarschijnlijk was dit voor de heersende weersomstandigheden toch wel wat dun. Maar je hoort hem niet klagen. Het was koud bij vertrek en het bleef koud, vooral met wind tegen. Echt "Droepnaazewear". Over de route geen enkele toevoeging, alleen het gebruikelijke in de coronatijd: weer een hoop nieuwe weggetjes, ongeveer bekend, maar toch weer iets anders. Het blijft een aantrekkelijke omgeving om te fietsen. De nieuwe weggetjes vooral dankzij Martin (en het verdwalen van Ger - red.).
Al met al een zeer welbestede zondagochtend. Wel koud, maar een warm bad deed wonderen

Ger solliciteert voor de Ardennen, want:

Gekke rit vandaag; dwalen in België. Na mijn vrijdag- en zeker de zaterdagrit was ik blij met de noordenwind. Dat betekende nl. vlak en tegen de wind in richting noorden om zo lekker relaxed terug te kunnen. Daar was ik wel aan toe na gisteren een mooie surpriserit door het land van Herve te hebben gemaakt en daarbij Banneux te hebben geschampt. Alleen maar op en af en bijna 1.400 hm. Alleen de uitvoering van dat plan vandaag was niet je dat. Het was koud vanmorgen in het vertrek en in de buurt van Stein, dacht ik dat een boom wat water geven een goed idee was. Omdat Thorn over België de boodschap was, naar de brug over Maas en kanaal naar België. Maar dat was niet het idee van de kopgroep. Die waren nl. van plan de pont bij Berg te pakken. Na wat op-en-neergebel, bleek ik op een gegeven moment de dijk van het Albertkanaal te volgen en niet de Maas. Ergens in Maasmechelen dacht ik; laat maar even bellen dat ik mijn route wel alleen verder afmaak.
De solidariteit was echter groot; afgesproken bij de kerk in Maasmechelen en elkaar daar weer getroffen om van daar met een mooie lus over België naar Maastricht te fietsen. Er werd tegen en voor de wind goed doorgetrokken. In Kanne was er echter geen koffie, dus naar Wijck voor de koffie-to-go. Vervolgens zouden we de Bemeler pakken, maar ook dat werd weer anders, nl. de mooie helling bij ’t Rooth. Bij de keuze Sibber of Daalhemer koos Jos voor de Sibber (die wilde snel naar huis), maar ik vind de Daalhemer overzichtelijker in de afzink. Dus die genomen om onderin V’burg afscheid te nemen.
Om nog wat km’s en hm’s te pakken nog richting de Heek en Klimmen om daar naar de Koulen te rijden. Onderin in Schoonbron de provinciale weg op en na een drietal dagen stevig fietsen tevreden afgeklokt. Even ijsje in het dorp, de finish van de dames in LBL op de iPad in de replay gezien en vervolgens voor de buis om de mannen te zien in de laatste 80 km naar Luik. Mooie race en ook de omgeving vond ik!



Zondag 18 april – Een gevallen vrouw

Martin
:

Het was nog koud maar windstil toen Karel zich aan de Burg Loefenstraat meldde. Er was geen reden naar het voormalig dierenasiel te rijden daar Henk zich had afgemeld. Dus steil de Zandberg af en langs het voormalige stort omhoog naar Grijzegrubben en zo naar Schimmert.
Niet lang was het wachten op Jos, waarna snel Ger de groep compleet maakte. Vicente schaamt zich nog te veel voor Bolsonaro om te durven komen.
Ger stelde midden Limburg voor, maar we wilden eerst even poolshoogte nemen in V’burg waar de AGR gereden werd. In het centrum werden we vriendelijk en effectief afgestopt door een paar verkeersregelaars. Dus noordwaarts nu; via de klim naar Klimmen, een thuiswedstrijd voor Jos, de Boschweg steil op om van Hulsberg de deze kant uit fijne Kersboomkensweg af te flaneren en verder door Wijnandsrade naar kasteel Hoensbroek; het was niet geheel duidelijk of de ooievaars daar al geland waren. Kruip-door-sluip-door door mooie woonwijken, en minder mooie, naar Brunssum om uiteindelijk in Schinveld uit te komen. Hoewel Deutschland Verboten, mocht volgens ons allen de Internationale weg wel dus daarheen naar K’bosch. Van Pepinusbrug de doorgaande weg naar Echt waar we bij de McDrive de koffie en appeltaart, een traktatie van Jos, genoten. Besloten is dat Jos blijft trakteren tot hij succesvol en foutloos een Tikkie kan verzenden.

Met de wind nu meer mee de klim van de brug van Echt genomen en langs het kanaal naar Roosteren en zo over de bekende dijkpaden met steeds mooier zicht op de Maas en de -beemden huiswaarts. Bij Stein het kanaal over en de wat lelijke weg door Elsloo richting Beek.
Plotseling werden wij tot stoppen gemaand door een oudere vrouw die in een greppel naast het fietspad stond. Het bleek dat zij, al plandelend, in de goot terecht was gekomen en er op eigen kracht – de beste helft van haar leven was reeds lang voorbij – niet meer uit kon komen. Ger en ik hebben haar zeer hovaardig onze uitgestoken handen aangeboden waarop zij weer op het fietspad kwam. Zij noemde zichzelf een gevallen vrouw, wat natuurlijk niet zo was, maar hebben zo uiteindelijk toch een vrouw uit de goot geholpen. Alleen verzuimd te vragen of ze soms nog een aardige dochter had.
Verheugd door deze emotionele opsteker weer door en de Adsteeg op, waar een man, die wij parkeerden, vroeg of hij bij ons mocht aanpikken; “hij was wat moe”.
Karel en ik mee tot Schimmert waar we bij de rotonde na de toren afscheid namen van Jos en van Ger in Aalbeek. Naar Nuth en langs Thull huiswaarts, de kaap van de 100 geslecht.

Gers visie:

AGR-weekend; maar in coronatijd is dat heel anders. Niks mag en kan, behalve met vier man fietsen. Die waren er veel, maar het overgrote deel van de fietsers kon niet tellen. Gister toch al wat wezen verkennen. Eerst naar Midden-Limburg via Parkstad en op de terugweg wilde ik via de Grensmaas naar de Bemeler. Dit in de hoop wat profrenners te spotten. Mijn Concorde reed wat raar, maar ik zag zo snel niks bijzonder en niet gecontroleerd of die aanliep. Dat bleek zo te zijn, zag ik vandaag na pas 50 km. Dat betekende dat ik gister wel lekker in de zon reed, maar stevig voorbijgefietst werd door deze en gene met vaak zeer fraaie fietsen; mensen die toch in het Heuvelland waren om te fietsen. Het had toch wel wat, weer iets normalers op de weg te zien. Die profs kwam ik niet tegen, want de Bemeler was al verboden gebied en toen maar rechtsaf richting de golf. Een niet lopende helling via Antoniusbank. Vandaag hoorde we van Jos hoe hard Ineos gister koerste en hij had ook Vinokourov bij Astana zien meefietsen. Dat is een soort Henk Bosch bij ons!
Enfin, vanmorgen in alle kou maar richting toren, waarbij ik weer eens de Sibber ben afgedaald en bij het spoor overgestoken om naar Arensgenhout te rijden. Het liep niet na stramme benen (en wat rode wijn) van gister. Bij de toren weer met z’n vieren terug naar V’burg om het vrij houden van de route te testen. We stootten al snel op twee verkeersregelaars die een eenvoudig antwoord hadden op doorrijders: “gewoon laten gaan, want na 100 meter staan boa’s en politie met het bonnenboekje” Via Klimmen en Wijnandsrade Parkstad opgezocht met wat grauw, maar ook mooi binnenstedelijk gebied van Hoensbroek en Brunssum. Daarnaast veel fraai groen. In Schinveld de internationale weg naar Koningsbosch opgereden en na 10 km rechtdoor met ter afwisseling vier rotondes rechtdoor in de Boesj kruip door, sluip door naar de McDonalds in Echt. Omstandig via de drive through gewoon naar de ingang, maar de koffie en de appelvlaai was - met dank aan Jos - heerlijk. Ik ontdekte ook mijn slag in het wiel en het aanlopen, dus de snelheid was met open remmen op de terugweg beter. Hij moest toch terug naar Roger Wijnen om de spaken aan te laten trekken, dus dat past mooi. Terugweg voor mij zeer gekend via de Grensmaas. In Meers de afslag naar Stein genomen om daar een mevrouw die aan het opruimen was uit de greppel te helpen. Door naar de Adsteeg en toren met aldaar afscheid van Jos. Ik wilde nog wat kilometers maken; zeker nu de wind pal in de rug of half stond. Daarom in Hulsberg richting Klimmen afgeslagen naar de Karstraat en via Ubachsberg de Ruilverkavelingsweg naar Wijlre. Na een kleine 120 km en > 800 hm tevreden thuis om een mooie finish van Marianne Vos in de herhaling te zien en de laatste 80 km van de AGR. Als je die wegen kent, weet je hoe zwaar die zijn na zoveel km. Een zeer spannend slot, waarbij op een iPad van een jurylid de finish te zien was. Van de zenuwachtige, maar objectieve Belgische verslaggevers is het dan ook genieten; net zoals van Roglic voor zijn panne.



Zondag 11 april

Karels
Keek op de week:

Wat een week! April doet wat het wil

Regen en sneeuw noopten tot of binnen blijven, of wandelen , maar fietsen ho maar. Te slecht, te koud of te veel sneeuw
Ergo: Hopelijk worden de vooruitzichten voor zowel het weer als CoVid wat gunstiger, ook voor het doorgaan van de Vogezen.



Zondag 4 april

Ger
:

Vandaag, paaszondag toch op de fiets gezeten en nog een lang stuk ook. Gisteravond belde onze jongste af voor vandaag. Een collega met corona en hij ging vandaag door het protocol en test. Dus zij bleven met kleinkind en hond in Boven-Leeuwen. Daarmee had ik vandaag compleet vrij, want Reinouw wilde toch de keuken in en daar had ik geen bezwaar tegen. Daarnaast las ik gisteravond, dat er morgen miezer en zelfs sneeuw in het verschiet ligt en een weekend sans komt niet in het woordenboek voor. Dus na mijn stappenplan op de fiets! Allereerst heb ik vandaag mijn triple encounter gescoord, want in de buurt van Oud Geulle kwam ik Jan Starmans tegen; hij was met een lieftallige dame racefietsen uit een auto aan het laden, want hij had wachtdienst; dus zijn rondje moest kort bij Chemelot zijn. Gezellig daar langs de Maas een “tienminutengesprekje” gehad, incl. onze zorgen over onze Vosges in juni en toen weer door. Hij sloeg bij de eerste brug af naar Chemelot en ik ben doorgaan naar de IAZI. Ik kwam daar via Withuis waar ik naar toe was gekoerst. Een paar honderd meter over Belgisch grondgebied en toen weer richting Eijsden. Ik wilde nl. uit België en Duitsland wegblijven. Vrijdag jl. was ik ook al verblijd met een SMS toen ik achter Sittard de Duitse grens over dreigde te gaan. Ondertussen is het druk met overal toeristen; de campings staan vol caravans en campers; fietsers in allerlei soort, maar ook veel wandelaars. In Urmond richting Berg a/d Maas gefietst en via Obbicht naar mijn geliefde Grevenbicht en over de Ruitersdijk naar Illikhoven en (Oud) Roosteren. Weertje was wel lekker, maar fris en de wind viel mee. Door richting Susteren en via een omweg toch op de Rijksweg terecht gekomen, die maar afgeragd richting ziekenhuis om vandaar de Oude Windraak te kiezen. Inmiddels komen de hm’s er vanzelf bij en ook mijn gemiddelde verraadt dat ik veel sport. Inmiddels iedere week twee keer op de golf en zeker ook twee keer op de fiets en dan de ca. 100 km-afstanden. Na de Windraak door naar het ex-clubhuis van de Nomads om vandaar mooi omlaag te gaan naar uiteindelijk Oirsbeek. De klim parallel aan het stort bij Schinnen omhoog en weer eens naar Wijnandsrade om via Hulsberg naar Klimmen te gaan. Bij Jos langs en naar huis. Een heerlijke rit op de perfect lopende Synapse. Kijk morgen vroeg wat te doen.



Zondag 28 maart

Martin
:

Nu het van Hugo en Ferd weer mag was er geen beletsel voor Karel en mij om met meer dan twee man te fietsen. Ger had via wat appverkeer aangegeven ook naar de toren te komen.


De eerste zondag van de zomertijd en dus nog om 9h30 aan de toren.
Karel en ik kwamen om exact dezelfde tijd aan als Ger. Groot, reuzegroot, was onze verbazing om daar Beppi aan te zien komen rijden!
Hij had contact gehad met Henk en dacht: “Laat ik eens komen”. Hij kent zelfs het nieuwe adres van de website al; kijken of hij zich ook voor het forum kan aanmelden…

De wind was stevig uit het zuiden, dus die richting op vertrokken. Genoeglijk de Waterval af. Om te veel tegenwind te voorkomen besloten om in de luwte van de huizen te blijven en zo de doorgaande straten door oost Maastricht genomen door Amby en Heer richting Gronsveld en Rijckholt. Daar onder de A2 door en verder naar het zuiden naar Eijsden. Hier zeer ongebruikelijk rechtsaf naar de zinkwit en vlak daarvoor afgeslagen om een mooi landelijk weggetje door Hoog en Laag Caestert naar de Eijsderbeemden te vinden. Bij de Voer linksaf en nu vol tegen de wind in naar de stuw van Moelingen en zo langs het kanaal naar Visé. Pam-Pam was dicht, dus verder door naar de bekende klim van Richelle.
Nu hadden we de wind verder niet zo tegen. Naar Dalhem afgedaald en daar nog snel even de gerestaureerde treintunnel bekeken; fraai, maar jammer dat daar geen asfalt in ligt. Langs de Berwinne naar Val-Dieu en nog even door om de mooiere en rustiger klim van Bushaye te kunnen nemen. Fraaie uitzichten vergezelden ons tot Aubel en door naar het ‘station’. Daar zagen we dat de oude spoorlijn van een laagje asfalt voorzien was, dus dachten we “Waarom niet? We zien wel waar we stranden.” En we strandden niet: zeer fraai konden we tot Hombourg geasfalteerd doorfietsen; een mooie ontdekking weer!
In Hombourg, uiteraard, langs Dikke Bertha en met reusachtige wind mee naar Sippenaeken geblazen; door naar Kuttingen, waar we de last van het toenemende aantal luidruchtige motoren het meest ervoeren.
Op naar de Smidse waar we de koffie-met-vlaai-to-go op het terras genoten. Hoewel Jos aangaf een (nieuwe) GSM te hebben, durf ik het nog niet aan hem een Tikkie te sturen teneinde zijn schuld te kunnen vereffenen; de overigen hebben hem vrijgehouden. Het was gezellig daar met andere wandelaars en fietsers. Op nu naar Mechelen en Partij en tegen de wind in naar Etenaken waar we de Fromberg nog even ‘deden’. Het laatste stuk vals plat met de wind mee ging als vanzelf, waar we de Karstraat af bijkans van de weg geblazen werden. Hier namen wij afscheid van elkaar: Karel en ik langs de golfbaan. Onderwijl allerlei berichtjes van Henk en Vicente, die beiden aan het soleren waren.
We zien de verslagen wel langskomen.
Overigens: volgende week Paasmaandag.

Gers keek op de rit:

Vandaag eindelijk weer met TCE onderweg. Martin en Karel kwamen gelijk met mij aan en Jos een paar minuten later. De hoogste cijfers momenteel qua corona-besmettingen, onze leeftijdscategorie vast onderdeel van de ziekenhuisbezetting, maar en groupe met vier buiten sporten mag/kan. Dus toch maar weer eens samen had ik op forum gezet, nadat Karel en Martin al vaak met zijn tweeën onderweg waren. En we hebben in de praktijk ook nog redelijk ver van mekaar gefietst. Eerder 150 meter dan 1.50 meter! Met het begin van de zomertijd en mijn vele soloritten afgelopen maanden en ook deze week in ieder geval veel zin om weer eens samen te fietsen. Weliswaar hadden Karel, resp. Martin mij al eens onderweg gespot en hadden we een “10-minuten-gesprek”, maar samen is toch veel leuker. Tot onze verrassing was ook Jos aan de toren. Onze Pavel Tinkoff was echter nog zoek en ook Vicente was er nog niet. De wind beulde weer, nu uit het zuiden, dus de vertrekrichting was helder; via Waterval richting Meerssen en over de oude rijksweg lekker beschut en nog een paar leuke weggetjes naar Eijsden. Af en toe in het kale veld en dan hielp het om gewoon ouwerwets in de beugels te fietsen; die zitten er namelijk niet voor niets! In België was alles gewoon dicht dus door naar de klim bij Richelle. Ook dat was weer een groot genoegen. Uiteindelijk richting Val Dieu om vlak daarachter de eerste mooie klim omhoog naar uiteindelijk Aubel te nemen. Stevige klim%’ s. In Aubel was het oude mijnspoortje inmiddels geasfalteerd en met wind in de rug en vals plat omlaag richting Hombourg gesjeesd. Het traject was pas klaar want in Hombourg bij de aansluiting op de weg stootten we op de asfalteermachine. De zin in koffie was groot en het bijkletsen deden we onderweg al. Landelijke politiek, Limburgse gewoontes bij een zekere politieke partij, geen Trump of USA meer; het leken wel oude tijden. Bij de Smidse viel de “to-go-drukte” mee, dus lekker op een steen koffie en vlaai genoten en met wat toeristen gekout. Inmiddels had ik me voorgenomen de kaap van 100 km en 1000 hm te gaan slechten vandaag. De 100 km was er vrijdag jl. al aan gegaan. Ergo bij het klooster in Wittem gewoon mee en niet naar huis afgeslagen. Martin koos voor de Fromberg en vandaar naar de kop van de Karstraat. Beneden het splitsen, waarbij ik nog door ben gegaan naar Klimmen en over de Heek naar V’burg. Vandaar met halve wind weer terug naar Wittem en huis. Ca. 111 km en net boven de 1000 hm dankzij “de huisberg”; de oude Maastrichterlaan onze wijk in. Een heerlijke week weer met fors fietsen, maar ook golfen. Buiten lekker!

Henk: Strade Bianchi

De laatste Coronasolorit? Wie zal het zeggen. Ik twijfelde lang tussen noord en zuid maar de pittige zuidwester gaf de doorslag. Ik hoopte dat ik daar wat later op de dag minder last van zou hebben omdat het dan wat warmer zou zijn. Dus eerst naar het noorden en mijn verwachtingen kwamen uit, ook al lijkt het altijd dat het harder waait als je tegen de wind in moet fietsen. Tot Linne en het viaduct over de kop van de Roertunnel kende ik alles al. Daar nam ik in afwijking van eerdere ritten net voor de A73 het Roerdalfietspad. Mooi gebied! Ik verreed me nog even te veel richting zuiden, maar daar was ik snel achter. Daarna richting Herkenbosch. Prachtige paadjes, hier en daar half verhard, maar volledig droog; Strade Bianchi. Nog een stukje langs het industrieterrein en de gevangenis en over de provinciale weg, en daarna de Meinweg in. Daar eerst weer Strade Bianchi, maar daarna de prachtige fietsstraat die helemaal doorloopt tot in Oberkrüchten in Duitsland, en die ik al een keer uit de andere richting deed. Genieten. Vanuit Oberkrüchten leidde de fietsroute richting Wassenberg/Rödgen door het bos, nog meer Strade Bianchi. In Rödgen vond ik een bakkertje dat koffie had en een Waldfrüchten Käsetorte. Toen ik die bijna op had kwam er een fietser langs waar ik in Oberkrüchten even achter reed, maar die de fietsroute negeerde. Kennelijk was hij daar bekend en de weg door het bos toch veel korter. Of misschien fietste ik gewoon veel sneller. Of had ik door de beschutting minder last van de tegenwind. Aangesterkt weer op de fiets, vond ik niet veel verder een fietsroute naar het ondertussen bij iedereen wel bekende Effeld. Na een paar honderd meter opnieuw Strade Bianchi. Dat hield behoorlijk aan, maar daarna werd het een prachtig geasfalteerd autoloos bosweggetje. Het bos uitkomend kreeg ik voor het eerst de volle klap wind in mijn gezicht en dat zou zo blijven. Waar een beetje beschutting was ging het wel, maar op andere plekken zakte de teller tot onder de 14. Na Vlodrop weer wat knooppunten opgepakt om de rechte wegen richting Posterholt en Echt te vermijden en, inderdaad, weer Strade Bianchi. Na Posterholt was er door het Putbroekerbos nog een Strade Bianchi mogelijkheid maar daar ben ik omheen gereden, wat me wel op veel tegenwind, inclusief zandstorm vanuit een net ingezaaide akker kwam te staan, waardoor het toch nog een hoog Strade-Bianchigehalte had. Vandaar was het weer gekend terug. Vooral het stukje direct na Maria Hoop laat op Garmin Connect diep donkerblauw zien, Strade Azurri, wat kennelijk voor onder de 15 per uur staat. Eenmaal terug in Sittard kwam de snelheid door een combinatie van beschutting, herwonnen moed, en diep in de beugels hangen toch nog weer even boven de 25. Thuis keurig op 100.0 km afgedrukt. Ik zit tevreden achter een espresso doppio.



Zondag 21 maart

Martin
:

Hoewel we inmiddels van het OMT weer met vier man buiten mogen sporten, bleef het, om verschillende redenen bij twee personen en wel Karel en mij. Daar het ’s morgens nog wat miezerde en zodoende de weg nat besloten op een damestijd te vertrekken en wel om elf uur.
Niet naar de toren dus gekozen voor een noordwaartse start tegen een koude (7°C) wind in. Binnendoor naar Etzenrade waar het druk was; het leek alsof het dierenpark weer open was. Langs de Rode Beek oostwaarts en afgeslagen voorbij Stahe en zo noordwaarts naar Birgden.
Toen een beetje à volonté de wegen gevolgd, erg rustig en in Koningsbosch uit te komen. Daar grotere wegen gevolgd, af en toe een beetje achter de bomen schuilend tegen de wind en via Posterholt naar Mont St. Odille alwaar de koffie-en-vlaai-to-go. Een GerretjeSW van Karel.
Langs de basiliek en Roer door Linne om een fraai vers geasfalteerd weggetje direct langs de centrale van Maasbracht te vinden; een imposant uitzicht op het geheel gevend. Nu tussen Maas en kanaal naar het zuiden met de wind in de poeperd, waar we bij de Oude Maasarm boven Schipperskerk ook al beversporen zagen. Het zal niet lang meer duren eerdat we een afschietbeleid krijgen.
Ongewoon over Graetheide en Einighausen naar Sittard en zo naar huis.
Tijdens het schrijven dezes komt het verslag van Karel binnen:

De eerste dag van de lente begon nat en koud. Later werd het droog, maar bleef het koud. Op het forum was al de boodschap dat er weer met meer mensen gesport mocht worden, maar blijkbaar was dit voor een aantal nog wat vroeg. Henk is een vloerenbedrijf in Nijmegen gestart. Komt zondag pas terug, Ger heeft zich op de golfbaan en aansluitend op de fiets uitgewoond. Wilde met Reinouw afkicken. Vicente wilde met "de vrouw" gaan wandelen. Dus bleven alleen Martin en ik nog over. Na, via de korte verbindingslijn (directe app), eerst 9.00 naar 10.00 en uiteindelijk 11.00 uur EIP afgesproken.
Bij de routebespreking unaniem van mening dat we gezien de windrichting naar het noorden zouden gaan. Zo gezegd, zo gedaan. Binnendoor naar de Etzenrade en een stuk de Rode Beek gevolgd. Later de Heimat in en via bekende, doch net weer iets andere wegen naar Waldfeucht en "de Boesj". Na de kalkzandsteenfabriek naar de Deelgaard en binnendoor naar Vlodrop en Mont St. Odile. Bij het kruispunt "koffie met vlaai to go" genoten. Was weer eens anders dan bij de Konditorei in Duitsland.

Na de koffie via de basiliek en verder de Roer volgend naar de Linnerheide en door Linne naar Maasbracht. Hier wederom onbekende wegen geslecht. Bij het kerkhof in Linne elkaar even kwijt geweest omdat we op verschillende plaatsen rechtsaf gingen, echter een GSM doet wonderen. Vanuit Maasbracht langs het kanaal met de wind in de rug naar huis. Na de Graetheide binnendoor naar Einighausen en verder door Sittard en Munstergeleen weer naar Puth.
Lekker gefietst, was wel koud, maar de overschoenen en een terugweg met de wind in de rug maakt veel goed. Het was niet aan Martin te merken dat hij ook een uitgewoonde zaterdag achter de rug had.

Ger:

Gister weer eens ouwerwets moe na een rit; zonder overigens te weten waardoor. Wel verkouden en ik denk iets te hard van stapel, gezien de hartslag. In de buurt van de Fromberg Martin nog op de MTB tegengekomen. Weliswaar op de weg, maar de MTB vertoonde duidelijk moddersporen! De gebruikelijke zaken doorgenomen en na een tiental minuten beiden weer verder. Inmiddels zit hij beduidend vaker op de MTB dan ik. Ik had een surpriserit op de Garmin geladen die me rond Merkelbeek en Schinveld zou brengen. Maar ook in de buurt van Heerlen en Geleen, dus mijn rugzak mee om wat klein grut af te halen. Vandaag was de bedoeling met Reinouw samen te fietsen, maar die wilde uiteindelijk liever binnen peddelen; dus ik kon voor een langere recuperatierit gaan. Dezelfde route van gister gekozen en me laten verrassen door mooie weggetjes tussen Gulpen en Heerlen met o.a. de klim van de Fromberg en bovenover tegen de wind, maar met fraaie vergezichten, naar de kop van de Karstraat; daar na een paar meter weer rechts en dat is heel fraai. Voerendaal, Hoensbroek en weer naar Merkelbeek en door naar Schinveld. Veel wandelaars onderweg, maar ook fietsers in allerlei formaties. Daar waar ik gister in Schinveld ben afgeslagen naar Süsterseel, bleek ik nu verrast te worden op de hele internationale weg met wind tegen. Dat vond ik allesbehalve lekker fietsen, maar als je rustig fietst goed te doen, blijkt dan ook weer. In Koningsbosch afgeslagen richting Echt en bij de groeve linksaf de natuur in. Mooi bosgebied en velden richting Susteren. Daar heb ik zelf initiatief genomen om door al die Duitse dorpjes achter Sittard door te fietsen; deels door de natuur op een geasfalteerd pad en deels van die brede verbindingswegen waar geen kip op zit. Dit om zo via Millen de klim van Hillensberg te nemen. In Oirsbeek de weg naar Spaubeek om zo na de klim bij Hobbelrade kriskras terug te komen naar Gulpen. Mooi route, goed getraind deze twee dagen; daarvoor ook nog twee keer op de golf geweest, maar ik hoop toch echt dat in de zomer de echte bergen weer te doen zijn.



Zondag 14 maart

Ger
:

Met de permissie van Martin om ook van “single TCE-activiteiten” te laten horen, bij deze. Allereerst interpreteer ik die ruimte naar goed Nederlandse gewoonte maar breed. Dat betekent een verslagje van vrijdag jl. Met al die voorspelde nattigheid en wind, ben ik vrijdagmorgen na wat boodschappen in het dorp maar meteen gaan fietsen, want er werd niet veel goeds gemeld. Zon was goed aanwezig en wind idem. Ben het nuttige met het aangename gaan verenigen door over Simpelveld naar Heerlen te gaan, want ik moest aldaar bij de golfshop spikes voor mijn golfschoenen halen. Die weg naar Simpelveld is best leuk; eerst even wat klimmen op de van Plettenbergweg (daar heb ik ooit in een AGR de Italianen massaal zien afhaken, wat maar weer eens aangeeft dat al die Limburgse klimmen en klimmetjes je toch slopen, resp. de pillen te vroeg waren uitgewerkt). Boven bij de Eijserhalte heb je daar mooi uitzicht op het dalletje links en de Toscaanse populieren rechts. Ook daarna is de weg best fraai. Enfin spikes opgehaald en ik dacht ook nog even bij de ANWB een campinggids te halen, maar dat lukte niet: dicht! Verder richting Hoensbroek gereden en bij de Emma de toch wel mooie mijnwoningen nog eens gezien in een overigens troosteloze omgeving. Om Hoensbroek heen richting Schinnen langs de Geleenbeek. Allemaal goede wegen om de wind toch zo weinig mogelijk vrij naar mij te laten blazen. Door naar Neerbeek, Beek en langs het vliegveld naar onze toren en retour naar Gulpen via de provinciale weg. Klein rondje; bomen ontweken en genoten van het fietsen, maar ook de omgeving. Daar let ik normaal niet zo op!

Donderdag op de golf overigens ouwerwets kletsnat geregend; herinnerde me aan een Waalse Pijl tig jaar geleden, waar ook niemand aan het vertrek wilde zeggen “dat het gekkenwerk was” en al in Spa het water uit de schoenen liep. Dat was nu na drie holes met vier van mijn maten ook het geval!
Vandaag nog wat zitten dubben wat te doen, maar toen ik bij het wandelen allemaal kouwelijk kijkende en op modderige fietsen zittende mensen zag passeren, toch maar gekozen voor de watjesoplossing: binnenfietsen. Zo toch aan mijn km’s gekomen, want een weekend sans kan niet.
NB 1: Met dank aan Henk hebben we binnenkort clubkledij. Bijzonder mooi op de foto en benieuwd naar onze uitstraling met en dankzij onze eigen Pavel Tinkoff.
NB 2: deze week moest ik bij DSM zijn. Wat is een nagenoeg leeg kantoor troosteloos. Begreep dat al van mijn twee meiden, want zij werken ook in zo’n thuisregime.



Zondag 7 maart – Tour des Chateux d’Eau

Karel
:

Gezien de nog steeds heersende CoVid is het in groter verband fietsen op een dood spoor. Met twee man mag, vandaar dat Martin en ik de zondag toch nog reserveren om samen te fietsen. Er werd een koude nacht en koude ochtend verwacht. Daarom even de zondagochtend afgewacht voor definitieve afspraken. Overeengekomen 10.45 EIP.
Voor vertrek kwamen er al berichten binnen over drukke wegen in Zuid-Limburg (Ger) en bevroren shifters (Henk). Dus maar warm aangekleed. Zijn op goed geluk gaan fietsen door wederom onbekende wegen en gebieden, beetje oost, daarna noordwaarts, gezien de toch nog koude wind. Geheel onverwacht kwamen we bij de watertoren van Rimburg. Langs de camping en door het bos afgedaald naar Rimburg, waar we op een opgebroken weg uitkwamen. Aangezien een beetje klûnen tegenwoordig bij de zondagrit hoort, was dit geen probleem. Door Rimburg richting Aachen, waar we bij de bekende spoorwegovergang zelfs op twee treinen hebben moeten wachten. Door richting Ubach-Palenberg waar Martins oog op een bijzondere, eerder niet gespotte, watertoren van bijzondere model en constructie viel. Hoe deze te benaderen. Voor onze tocht zie de rare lussen op de kaart. Later bleek dat deze niet van vlakbij bekeken kon worden aangezien hij aan een voetgangerspad op een berg in het bos staat. Misschien een volgende keer beter te bekijken vanuit Palenberg als de wegwerkzaamheden klaar zijn.

Besloten om in Geilenkirchen bij Schleypen (de appeltjes) "Grubenwasser" mit Torte te gaan nuttigen. Zo gezegd, zo gedaan Het viel op dat veel bomen aan de Worm voorzien waren van een draadbescherming om bevervraat te voorkomen.
Na de koffie linea recta via de gekende Roode Bach naar huis.
Een voordeel van de CoVid-beperkingen is dat er veel nieuwe wegen en omgevingen aangedaan worden. Ik ben altijd blij dat Martin er bij is, hij weet overal (schijnbaar - red.) zo goed de weg.
Overigens moeten Martin en ik aan een "Ont-Wormings"-kuur beginnen. De omgeving is bijzonder mooi, maar de wereld rondom Puth is nog groot. De rit was niet bijzonder lang, maar wederom boeiend en afwisselend, en als je eenmaal aan het fietsen bent valt de kou ook wel mee.

Ger:

Het was heerlijk vandaag op de fiets; wel een beetje fris maar uitbundige zon en “iedereen buiten”. De week op de fiets afgesloten met Reinouw door samen het Heuvelland in te trekken. Weliswaar herhaling van gekende wegen, maar het is toch wondermooi met de uitzichten op hellingen, fraaie bomen, vergezichten en nog meer. Via een lusje vals plat naar Reijmerstok vertrokken, waar ik bij Osebos deze week Karel tegenkwam in zijn midweekrit. Met het nieuwe asfalt van een paar jaar geleden en een licht windje in de rug heerlijk om te doen. Doorgestoken naar Banholt met links en rechts die fraaie vergezichten en in Mheer via Libeek naar Mesch. Van de drie noordelijke routes (kanaal bij Visé, fietspad bij de Maas naar het Gouvernement en het racepad vanuit Withuis) voor de Withuis-variante gekozen; net wat meer natuur. Windje was inmiddels aangetrokken en op kop. In Meerssen gekozen voor de Dellen en daar had ik rap spijt van; het lijkt wel een wandelaarsuitlaatgebied. Op de grote weg terug koos Reinouw voor de Sibber omhoog en Ingber omlaag en ik nog even voor de grote weg om zo net > 50 km uit te komen. Lekkere rit, waarbij ik begin deze week mijn lange coronarit van vorig jaar over Parkstad-Koningsbosch-Echt en de Maasdorpen naar Eijsden al had gedaan en ook gister nog onderweg geweest met een in de zon blinkende Concorde. Met nieuwe (retro) zilver/rvs-achtige wielen is dat nu een weer een echte eind-vorige-eeuw-fiets.

Henk:

De Coronamaatregelen zijn nog even van kracht dus maar weer alleen op de fiets. Vanwege de kou wilde ik tegen een uur of 10 vertrekken maar om 9 uur was er al een mooi zonnetje, dus kleedde ik me aan en ging ik op weg. Nou was er al een lichte nevel toen ik mijn besluit nam maar in plaats van dat die oploste veranderde die in een mist die het zonlicht blokkeerde. Dat maakte het een stuk frisser. Ik had de rijp op m’n remhandels staan. Ik besloot om via Susteren naar het noorden te rijden om uiteindelijk in de buurt van Vlodrop te geraken. Langs het westelijkste puntje van Duitsland waar ze een paarkeerplaatsje met veel ruimte voor fietsen inclusief een openbaar toilet hebben gemaakt. Vervolgens over het fietspad door het Haagse bos waar om 9.45 al veel wandelaars waren. Daarna langs wegen die ik hooguit lang geleden gebruikt heb richting Maria Hoop en Montfort. Daar kwam ik erachter dat de weg van Linne naar St. Odiliënberg niet befietst mag worden, dus een km’tje terug en ten zuiden van Odiliënberg langs Zitterd en door Reutje richting Posterholt en door naar Vlodrop. Daar bleek de boerderijwinkel waar ik eerder op zaterdag koffie had gehaald ook op zondag open. De koffie met Apfelstrudl en slagroom mocht ik niet op het erf opeten, maar aan de Roer stonden een paar picknicktafels waar ik op m’n gemakje in de zon kon zitten. Daarna vond ik, in omgekeerde richting, de weg die ik vroeger vaak nam, door Etsberg en langs de Gistapper molen. Ook daar veel wandelaars. Daarna richting Rodebach en Wassenberg, waar ik besloot om Heinsberg heen te rijden. Op dat stuk zie je een aantal vreemde knikjes en lusjes, grotendeels veroorzaakt door experimenten die me toch niet bevielen. Uiteindelijk kwam ik uit bij Janses Mattes, door Martin vorige week ook gepasseerd en genoemd. Vandaar min of meer logisch naar het zuiden tegen de zon in die toen toch lekker warm begon te worden. Omdat ik nog niet voldoende km op de teller had niet langs de Rode beek naar Sittard, maar nog een stukje verder om door Schinveld naar Merkelbeek te rijden. Via een uiterste inspanning probeerde ik het gemiddelde na de verloren snelheid van mijn experimentjes toch weer op 25 te krijgen, wat me ……… net niet lukte. Op het laatste stukje door Sittard moest ik door verkeer, ontmoetingen (Robert Donker), wegafsluitingen en stilstaande auto’s op de weg net te vaak in de remmen. 24.9 is ook mooi.

Vorige week was ik een weekendje naar een bungalowpark in Cuijck, mede om mijn zoon te ontmoeten en het ontwerp voor de TCE-sponsoroutfit door te nemen. In het begin van de week was het heerlijk weer en de voorspelling was ook goed. Bovendien konden we niet eerder dan om 15.00 uur die bungalow in, dus stelde Marijke voor dat ik zou gaan fietsen. Zo gezegd zo gedaan, dus om 11.00 de korte broek aan en op weg voor een 100-km-tocht. De temperatuur viel wat tegen en de wind zat me iets meer dwars dan ik verwacht had, maar ik heb toch lekker gefietst, met een korte stop bij de bakker in Ysselstein, waar ik ondertussen bijna jaarlijks een keer kom. Mijn Garmin heeft de route gecorrumpeerd, maar ik zou ‘m toch kunnen laten zien omdat Marijke een route had uitgezet met de routeplanner van de fietsersbond. Ze had de instelling lekker doorfietsen gekozen. Ik heb nog even gekeken wat de instelling racefiets leverde, maar ik zag daar niet zoveel brood in. De route vanuit Sittard ging direct over het modderpad langs de Schwienswei, maar daar kon ik makkelijk omheen naar Millen. Daarna was het een wisselend succes, in het begin af een toe leuke nieuwe wegen die ik niet kende, maar ook een stuk langs de Rijksweg bij Echt. Ik het midden een saai stuk Middenpeelweg, maar dat fietst inderdaad wel door. Aan het einde nog een mooi stuk door het bos in de buurt van Mill, over een oude spoorbaan of tramlijn. We verbleven op park de Kraaijenbergse plassen. Hartstikke nieuw, tegenover het Van der Valk hotel bij Cuijk aan de andere kant van de snelweg. Je kunt er voor 125.000 nog een bungalow kopen (zonder kavel, tuinaanleg en meubels). Ik vond dat aan de prijzige kant. De wanden bestaan uit isolatieplaten met aan de binnenkant en aan de buitenkant plastic platen, die er op het eerste gezicht nog wel een beetje als hout uitzien. De dakpannen waren geleverd door Tata Steel. Het huisje was zo goed/slecht geïsoleerd dat het in de loop van de dag zonder verwarming 25 °C werd terwijl het buiten niet warmer was dan 10. Om de temperatuur in de zomer in de hand te houden konden alle ramen extra ver open. Daarbij heb je dan weer niet veel last van de snelweg want er ligt een stevige geluidswal. Tijdens ons verblijf hebben we wat gewandeld en gefietst en bijgekletst met onze zoon en z’n vriendin, en zoals gezegd, gewerkt aan de sponsoroutfit, met tekening van de watertoren gemaakt door Gwen, want zo heet ze. Bijna klaar, er moet alleen nog even een technisch dingetje opgelost worden waar ze bij Owayo ook niet direct uitkomen. Als je in hun ontwerpprogramma een tekst op de broekspijpen zet komt daar een rare knik in. Waarschijnlijk gewoon een bugje, maar je wil als sponsor natuurlijk wel zeker weten dat je logo er leesbaar op komt.



Zondag 28 februari

Op deze laatste dag van februari een frisse start. In de wetenschap dat er behalve Karel en Martin toch niemand aan de toren zou komen, gestart vanuit Puth en wegens de frisse ochtend (4°C) wat later en wel om tien uur. Karel stelde voor naar het noordoosten te vertrekken, dit uiteraard wegens de heersende wind. En zo gedaan.
Eerst door Sittard heen dan de Nederland-Duitse grens min of meer volgend ten oosten van Nieuwstadt en Susteren naar het noorden en vervolgens noordoostwaarts naar de Abdij van Libosch – van het Livarvarken – waar ik, Martin, nooit eerder geweest was, en door naar Posterholt.
Daar Duitsland weer in en geïnspireerd door Henk, eerst zijn stuw en vervolgens de samenloop van Rur & Wurm gevonden.
Zuidwaarts nu naar Heinsberg, nog even Lago Laprello laten zien en in het centrum de verjaardagskoffie van Martin. Bij gebrek aan Kuchen met een ijsje erbij. Lekker op een bankje in het zonnetje gezeten.

Over boerenweggetjes naar het restaurant Janses-Mattes, waar je vroeger, als je van Düsseldorf kwam, altijd langsreed. Door Waldenrath en Birgden en zo een kaarsrechte weg door de velden gevolgd, waar we al dalend plots tegen de Roodebach aanreden. Deze toen stroomafwaarts gevolgd en nog een archetype beverdam gespot. Magnifiek.
Van Etzenrade door de velden, de voetgangers ontwijkend, naar Douvergenhout en afgedaald naar Oirsbeek, bij de Janssenmolen weer afgedaald en via Thull en de Slakweg, voor het uitzicht, terug.
Niet lang, wel prettig.

Ger:

Uit de verslagen en Garmin-connect blijkt, dat er stevig gefietst wordt. Dat is mooi om zo elkaar toch een beetje te volgen. En - het moet gezegd - het stimuleert ook. Frank lijkt geen last meer te hebben van z’n blessures en maakt veel kortere ritten. Inmiddels heb ik zelf nog wat meer tijd om te sporten en dat heb ik deze week dan ook met veel plezier gedaan, waarbij opvalt dat bijna alles “in fileverband gaat”. De golf is retedruk; zo ook de wandelpaden rondom Gulpen. Daarbij is er in het Heuvelland veel fietsverkeer. De e-bikers zijn weer los en ook de MTB’ers zie je op asfalt. Dat is toch wel genieten. Ik zelf heb de Concorde weer ontdekt, die letterlijk schittert met die zon. De afmontage is inmiddels een allegaartje: Dura-Ace remmen, Sora hendels, Ultegra derailleurs en naven. Die naven, resp. wielen worden vervangen door retro Rigida velgen met Tiagra. Alleen 105 mis ik nog. Maar hij fietst heerlijk en het is genieten van de mooie avonturen met die fiets (o.a. Galibier twee keer).
Zelf heb ik een golf-wandel-fietsweek in het zonnetje achter de rug. Mijn Garmin selecteert mooie routes en voorlopig kies ik voor het Heuvelland annex de Duitse voormalige Kolenpott. Eerder deze week vooral weer in Duitsland geweest, mooie wegen daar en rustig. Omdat we gisteren naar onze jongste waren en ons realiseerden dat we niet voor 21.00 uur terug konden zijn, ook gister alvast mijn zondagrit gedaan. Ik moest eerst in Simpelveld schoenen ophalen, dus ervoor gekozen verder via Heerlen en Kerkrade over Erenstein naar Schinveld te gaan. Een route die ik vorig jaar vaak heb gefietst. Dit keer niet door naar Koningsbosch, maar vandaar via de dorpen tussen Schinveld en Sittard naar Hobbelrade. Een helling die ik zeker 20 jaar niet heb gefietst en nu alweer drie keer (omdat ie zo lekker loopt en ik een gewoontedier ben blijkbaar!) Vandaar via Beek en Elsloo naar Gronsveld doorgestoken om via St. Gieter naar huis te keren.
Net nog even door het dorp gelopen, waarbij op de terugweg Tom D in een strak tempo solo de Ingber op ging. Niet als toerist dat tempo en met de gekende clubkleding en fiets. Is er nog hoop? In ieder geval blijkt daaruit de liefde voor het fietsen.



Zondag 21 februari – TCE trapt af!

Karel
:

Op het forum had Martin vrijdag al vermeld dat hij op zondagochtend om 9.30 op het verzamelpunt zou zijn. Samen het EIP afgesproken, ervan uitgaande dat iedereen zou kunnen komen. Nader overleg leerde echter dat Ger en Henk CS (Corona Solitair) zouden gaan fietsen en Vicente verwachtten we eigenlijk niet. Ergo op zondagmorgen samen, vanuit Puth, op goed geluk de wijde wereld in.
Martin was zaterdag al met de VTT op pad geweest en ging derhalve het eerste stuk ongeveer hetzelfde, richting Hillensberg, Saeffelen etc. Vandaaruit gewoon de neus na, weggetje links, weggetje rechts, omdraaien enz. Dit zou bijna de hele rit zo doorgaan. Beiden hadden we op veel plaatsen de geweldige ervaring van eens moet de eerste keer zijn.
Door velden en wegen, via onbekende stukken etc. kwamen we bij de Worm en in Geilenkirchen, waar we ons bij Konditorei Schleypen (van de appeltjes) in het zonnetje tegoed hebben gedaan aan Kaffee und Kuchen.
Na de pauze langs de Worm richting Rimburg en Herzogenrath. Het VTT-gevoel van Martin kwam weer helemaal tevoorschijn toen we het bos indoken en via ruiterpaden, wandelwegen en andere bospaadje eindelijk een geweldig uitzicht kregen op de meanderende Worm.
Om de brug over de Worm te bereiken moesten we echter nog een lange trap afdalen. Wel een beetje lastig op fietsschoenen en een Al fiets op de schouder. Na "ontwormd" te zijn via een klein tunneltje, waar we twee paarden voorrang hebben gegeven (die beesten zijn echt groot) weer via een trap omhoog om zo in Herzogenrath te geraken. De Nieuwstraat overgestoken en via Bleijerheide naar Heerlen en door het dal van de Geleenbeek weer naar huis.

Het was een bijzondere rit met bijzondere ervaringen. Zonder Garmin niet te recapituleren. Door het kruip-door-sluip-door, trappen en stukken klunen was het een miserabel gemiddelde, maar dit werd ruimschoots goedgemaakt door de bijzondere omgeving.
Mijn verkoudheid (geen corona) speelde nog wel wat parten, maar kniesoor die daarop let. Voordeel voor Martin dat hij wat rustiger aan kon doen.

Niet onvermeld mag nog blijven dat het wild in de Duitse bossen erg aanwezig is. Fazanten op de (kale) velden. Roedel reeën en zelfs een reestelletje dat ons in de remmen deed knijpen door net voor ons over te steken. De bok was manmoedig en stak vlak voor ons over. De geit rende nog een stukje met ons mee over het veld en stak een paar honderd meter verder over. Mooi om te zien.

Ger:

Na het vorig weekend schaatsen en sneeuw, dit weekend stralende zon en dus bij een stevig temperatuurverschil van meer dan 30 graden, was voor de tweede keer op rij “tout” Nederland buiten. Na gisteren de eerste rit langs de vertrouwde Grensmaas met Reinouw, vandaag gekozen om voor de eerste keer dit jaar boven de 100 km uit te komen. Wederom de Concorde gepakt; die fietst nog altijd lekker en is voorzien van het nodige chroom; dus de zon spatte daarop uit mekaar. Weer gekozen voor een surpriserit en omdat de andere twee routes redelijk diep België ingingen (en dus liever niet met evt. controles), gekozen voor de Duitse variant. D.w.z. redelijk wat vroeger kolenbouw-gebied verkennend, startend over Bocholtz en wat kernen rond Aken en zo door naar Jülich. Onderweg bekende plaatsen uit die kolenbouwtijd, zoals Alsdorf, Eschweiler etc. Dat had bovendien als voordeel, dat ik een redelijk stuk op vroeger spoor kon fietsen. Mooie fietspaden en wegen en altijd een raadsel bij een rotonde. Ook in Duitsland was vandaag eenieder aan het wandelen en aan het fietsen; in iedere geval veel plezier hebbend.
Het was duidelijk de start van het seizoen, want alles wat normaal op de weg is, startte nu: beginnend met de e-bikes en ondanks dat die vaak voorzien zijn van degelijke spiegels horen en zien ze je niet; verder de nodige motoren. De wandelaars en ik hadden op het pad langs de Worm op de terugweg overigens veel begrip voor mekaar; ik moest geregeld in de remmen tot bijna stilstand en er werd ook vriendelijk over en weer goedendag gezegd. In Nederland waren de scooters onderweg (ik heb liever stinkend dan stil, want dan hoor je ze tenminste nog) en ook de cabrio’s waren weer los. Kortom als nu over een dag of veertien de C-cijfers niet stijgen van al dat schaatsen en anders buiten zijn, weet ik het niet meer.
Tot slot ben ik het door Martin zo aardig gemaakte jaarverslag van vorig jaar weer eens aan het teruglezen. Veel is dit jaar helemaal hetzelfde; opvallend ook vorig jaar veel wind in deze tijd en uiteraard Corona met alle soloritten en bespiegelingen van dien. Die zijn na een jaar identiek! Een mooie start dit weekend en al dik over de 1000 km heen.

Henk:

Opnieuw een solorondje. Niet helemaal, want met koffie bij Jan S. om de status van z’n nieuwe huis op te nemen. Er was subliem fietsweer aangekondigd, dus in de zomeroutfit van Sunweb die ik van m’n ex-collega’s voor mijn afscheid in Zwitserland kreeg eropuit. Ik was nieuwsgierig hoe Jans nieuwe huis erbij stond dus ik koos voor Maastricht. Dat was ook eerst lekker tegen de matige wind in. Veel fietsers op de weg, vooral na het eerste uurtje. Ik heb wel honderdmaal gegroet. Iedereen in opperbeste stemming. Ik wilde eigenlijk in Nederland blijven maar ik was vroeg in Maastricht en wilde het lusje naar de sluis en langs Kanne erbij pakken, dus voor ik er erg in had zat ik al in België. Dat was ook geen probleem. Langs het kanaal dacht ik nog even Tom D. tegen te komen. Die was dan niet ver van huis. Jan schoot lekker op. Ron was er ook om hem te helpen met de laatste beetjes. Leuke woning. Hij maakt er helemaal zijn ding van. Daarna terug, en omdat ik me niet onzeker meer voelde, door België langs de westelijke Maasoever. Door bewuste en door afsluitingen geforceerde experimentjes zag ik toch weer wat nieuwe dingetjes, waaronder een weg met de prachtige naam Modelstad. Ook nog veel meer fietsers op weg. Wat anders niet zo vaak gebeurt: ik haalde een paar fietsers op racers in en een paar haalden mij in. Op de heenweg had ik al een lekker tempo en op de terugweg ging dat met wind in de rug nog omhoog. Door het pontje van Berg en een wegopbreking zakte m’n gemiddelde onder de 26 maar in de laatste km kreeg ik de 26 er met een uiterste krachtsinspanning toch weer op. Dat heb ik later wel weer gevoeld, ook doordat ik onderweg toch te weinig gedronken had. Maf, maar de wil om te presteren kan ik nog steeds niet helemaal onderdrukken, en in de bidon zit alleen maar water.

(Deze tocht heeft Henk geïnspireerd twee lemma's aan de Schwere Wörter toe te voegen - red.)



Zondag 14 februari

Ger
:

Deze week toch een beetje wintersportgevoel. Sneeuw, dikke vorst, zon; ergo fraaie beelden. Eigenlijk de hele week vooral gewandeld; de wegen waren in het begin niet echt fijn, maar vooral de noordoostenwind was guur. Daarom maar een paar keer binnen gefietst. Vandaag weer zon en rap steeg de temperatuur tot zelfs gemiddeld 6 graden tijdens het fietsen. Weer een surpriserit op de Garmin gezet, die me gekend naar de toren bracht en vervolgens langs het vliegveld naar Beek. Daar de weg naar Elsloo en over de brug naar België. Dit keer niet langs de Maas, maar richting de rand van de Mechelse hei en zo naar Maastricht. Richting Bemelen, maar de Garmin stuurde me in Bemelen niet de gekende Bemeler op, maar rechtsaf de helling langs de golf naar C&K. Vandaar richting Bruisterbosch en via Banholt naar Reijmerstok. Daar was het trouwens loeidruk. Veel wandelaars onderweg, wat losse fietsers en een paar groepjes en ook carnavalisten, die er manmoedig wat van probeerden te maken. Een mooie week en hoewel de route bekend was, is het toch grappig om te zien dat er ook alternatieven zijn. Toch ook weer de nodige km’s gemaakt.
Nu nog het zout van de Duell halen en klaar.



Zondag 31 Januari

Henk:

Gelijk een goede test van Marijkes verjaardagscadeau, de nieuwe winteroutfit met elektrische handschoenen. Dat werkte prima. Vooral in het begin (9.00 hr) was het behoorlijk koud en geen centje pijn. Moest nog wel een paar keer me warm slaan na een pauze, maar voor de rest werkt het comfortabel. Vanwege de kans op gladheid, hellingen en plateaus maar vermeden en weer naar het noorden. Natuurlijk lag Ophoven op de route met vlak daarvoor een nieuw bruggetje over de Roer bij een stuw. Daar denderde het water toch wel spectaculair overheen. Jullie hebben de foto in de app kunnen zien. Daarna wilde ik richting Meinweg om door Nederland terug te rijden, maar dat plan veranderde aanvankelijk, doordat ik wat aan het dwalen sloeg en vervolgens doordat ik het plaatsje Arsbeck toch wel eens wilde zien. Op de terugweg bij Kempen goed zich op het confluarum van Worm en Roer, waar nu ook een wandelpad naartoe loopt en een informatiebord is geplaatst. In het begin weinig fietsers op de weg, maar tegen het einde steeds meer. Met de zon kwam er ook een iets straffere noordoostenwind, dus ze reden, net als ik, allemaal wel met rode wangetjes. Ik had die wind gelukkig mee op dat moment. De route heb ik moeten reconstrueren omdat de accu van m’n Garmin het te koud vond en er op het verste punt zo’n beetje de brui aan gaf.

en Ger:

Niet echt lekker weer deze dagen. Daarbij veel water en dus modder op de tracks en zo. Dus maar weer de Duell gepakt en niet de MTB. De nieuwe Garmin afgelopen week weer helemaal opnieuw ingesteld en nog van alles gevonden in de gebruiksaanwijzing. Dan is naast de “surprise”- route, ook de climbfunctie leuk. Die geeft op iedere helling info over gradiënt, afstand, hoogte etc. Leuk en vandaag o.a. bij een niet zo vaak gefietste helling bij Hobbelrade mee gespeeld. Gekozen vanmorgen uit een drietal nieuwe routes, voor eentje die door Parkstad ging en daarna de Duitse grensstreek. Toch wel grappig gewoon dat kaartje langs te rijden en zowel in Parkstad als de Grensstreek niet echt weten waar je bent. Vandaag vooral ook vaker naar het kompas gekeken, want het was een smerig windje en ik had het gevoel dat ik hem overal tegen had. Dat begon al bij de Ruilverkavelingsweg vanuit Wijlre naar Ubachsberg. Bij Landgraaf uiteindelijk de grens over. De bekende dorpen in Duitsland, die we afgelopen jaar al vaker hebben gedaan, ook nu langsgekomen; ook door Gangelt gereden; mooi stadje. Voor de rest niet veel bijzonders te melden; beduidend meer wandelaars dan fietsers. Bij een koffie-to-go een heel terras vol en tijdens het wandelen vanmorgen gezien hoe hoog de Gulp stond (en vorige week al de Grensmaas). Lekker in januari al veel fietskm’s gemaakt; wel deels binnen en met vorige jaar ski/langlauf in jan en feb kan ik nu aardig wat opbouwen. Merkte ik gister al op de hometrainer. Gister tot slot genoten van ons jaarblad. Martin was dat door sneeuwregen en modder komen brengen; was weer leuk om doorheen te bladeren en stukjes te lezen. Martin dank voor boekje en ontbering gister.



Zondag 24 januari

Ger
:

Ik las recent ergens in een fietsverhaal, dat iemand meldde dat hoe langer je wacht met ’s ochtends te vertrekken, hoeveel minder je fietst en zelfs met minder plezier. Voor een deel klopt dat, niet t.a.v. het plezier, maar wel het getut vooraf. Want “vroeger”, als ik alleen fietste - ook met de MTB - stond ik vroeg op, ontbeet en “was weg”. Hoe de track erbij lag, wat het weer zou zijn, zag ik wel onderweg; poetsen moest ik toch. Nu kijk ik eerst een beetje naar buiten, wacht tot het wat later is en wat warmer wordt, zonnetje erbij komt, het niet te glad is en overdenk hoeveel water en modder op de tracks zit. Resultaat van al dat intellectuele getrut: ik laat de MTB staan en pak de Duell, of de hometrainer, want gefietst moet er worden. En dat levert een prima totaal op voor januari en dus een “fond” voor de rest van het jaar.
Aldus was ik rond de jaarwisseling aan het bedenken, dat ik wel erg veel dezelfde weg met de race aan het fietsen was en - met name - dat het toch jammer was dat de rondrit-functie van mijn Garmin het ergens in sept/okt had begeven. De rest functioneert als een tierelier; dus gewoon doorgefietst. Sloddervos als ik ook kan zijn, bedacht toch maar eens Futurum te raadplegen. Niet voor niks was dat feature een van de redenen om dit exemplaar te kopen. En ik gebruikte hem alleen minder omdat vanuit de Maretak bijna iedere lange rit Dld. of België in zijn route betrekt en daar wilde ik niet of minder zijn. Antwoord als verwacht vanuit een standaard helpdesk: “stuur maar op en dan kijken we”. Nu had ik bij aankoop mijn garantie voor ca. een tientje verlengd tot 5 jaar; hoop op garantie of reparatie had ik echter niet, zeker toen ze me meldden dat het apparaat naar Garmin was opgestuurd en ik tien dagen niks hoorde. Was al bedacht op de hoeveelheid argumenten en smoezen, waarom “ze niks voor me konden doen” en me daar al op voorhand bij neergelegd. Jullie weten, dat ik een aartsrelativeerder kan zijn en ergeren zonder resultaat zit ook niet in mijn systeem.
Echter, je kunt ook echte service ervaren en dat zelfs bij een grote club als Futurum waar ze geen enkele relatie met de klant hebben, behalve omzet. Donderdag jl. een bericht van Futurum, dat - na bijna drie jaar gebruik - mijn 1030 gratis werd vervangen door een nieuw exemplaar en of mijn adres nog klopte. Moraal: ga van het positieve uit, wat normaal mijn grondhouding is. Mijn vraag of ik kon upgraden werd helaas negatief beantwoord. Vrijdag kwam de nieuwe aan. Ergo drie hele alinea’s om uit te leggen waarom ik gister een stevige rit op de Duell heb afgelegd met mijn nieuwe Garmin. Gelijk een van de drie surprise-routes gepakt. Een was richting Wallonië en een richting Duitsland; met mijn corona-filosofie “nu niet doen”. De derde was bekend gebied, zoals jullie op de kaart zien, maar zoals Karel al eens schreef: als je dezelfde wegen andersom rijdt, resp. anders aan mekaar knoopt, is dat heel leuk en toch anders. En dat was het ook. Heerlijk gefietst; stevig getraind en inderdaad na afloop overpeinsd waarom Tom wat meer van Bauke of Max zou moeten hebben. Vind het overigens een toffe gozer, die net als wij vooral “liefde voor de fiets en het fietsen heeft” en dat is toch iets anders dan het als je werk moeten zien.
Vandaag vervolgens te lang gewacht met denken om de MTB te pakken en wel op de hometrainer genoten van mijn 1,5 uur peddelen en het sneeuwuitzicht op de Ingber. Waar blijven overigens de fietswederwaardigheden van de rest van TCE?

Nou, vooruit, een kort berichtje van de Beer van de Bernina dan: zaterdag ge-ATB'd met als subdoel een exemplaar van het jaarboek naar Ger te brengen. Meestal 's winters als ik dat langsbreng is de deur gesloten, daar de familie dan ergens in de sneeuw vertoeft. Dit jaar dus niet. Een stukje gefietst, meestentijds pratsj; met name de helling bij de camping de Gele Anemoon omhoog zonder af te stappen blijft een uitdaging. Overigens nog een aardige encounter met een dame van ca. 50: bij de Drie Beeldjes bij kasteel Chaloen mag je de weg vervolgend eigenlijk niet fietsen; zij hield het klaphekje keurig voor mij open, waarop zij vriendelijk mededeelde dat ik hier eigenlijk niet mocht fietsen. Ik repliceerde haar zeer vriendelijk dat ze geheel gelijk had (volgens mij moet je dat altijd als eerste doen, dan haal je de angel uit de discussie), maar...dat het zaterdagmorgen was en rustig, ik alleen reed, geen familie met loslopende honden was, niet midden op het pad kakte, geen afval achterliet en mijn tempo terstond aan eventuele wandelaars aanpas. Deze argumenten in overweging nemende vond ik het verantwoord toch daar te fietsen, waarop zij mij replicerend gelijk gaf en mij een mooie dag toewenste. Kijk: dit soort korte conversaties doen toch een glimlach op je gezicht bekleven. Dit overigens in vergelijk met mijn ervaringen wanneer ik wandel – iets dat in zondag gedaan heb – en dan iemand vriendelijk groet en geen antwoordgroet retour krijg. De meest gruwelijke verwensingen weet ik dan binnensmonds te houden; wat is het probleem terug te groeten als je vriendelijk begroet wordt?
Bij huize Wagemans aangekomen bleek overigens “de baas” op pad te zijn (met de Duell bleek later), maar de koffie werd vriendelijk, coronaveilig aangeboden door Reinouw, alsemede een stukje proemevla. Ons verwonderd over wappies; de revolte in Urkije had nog niet plaatsgevonden. Toen ik echter tussen mijn fietsbroeken naar het boekje zocht vond ik het echter niet!
Was ik het vergeten of verloren? Twijfel overmande mij op de terugweg: als ik het vergeten was sloeg Alzheimer toe. Gelukkig bleek het thuis niet meer te liggen, dus ongemerkt onderweg verloren. Een volgende keer beter.
Me ’s avonds nog even, heel even maar, verbaasd over het bericht van Tom. Ik denk een verstandig besluit. Volgens mij denkt hij gewoonweg te veel; omdat hij daartoe, in tegenstelling tot vele medefietsers, in staat is en bovendien niet over een killersmentaliteit beschikt. Hij laat graag een mooie overwinning aan iemand anders. Denk ook dat ik daarom nooit de tijdrit in de Vosges gewonnen heb.



Zondag 17 januari

Ger
:

Op zondag niet samen fietsen en alleen ook niet buiten en toch een verslag. Ik kan een betoog houden waarom dat logisch is, maar ik laat dat maar. Vergelijkbaar met wat ik het meeste mis in de tijd van corona: het elkaar ontmoeten, in de ogen kijken, discussiëren, al aan de manier waarom iemand je aanspreekt/kamer binnenkomt, weet hoe laat het is, slap oh’en, koffiestop met fietsen, etc. Als jurist hou ik van dilemma’s; de “absolute waarheid” bestaat immers niet. Wel de invalshoek waarmee je naar iets kijkt. En helaas is die troosteloosheid van “non-ontmoetingen” voor mij te begrijpen en ook nog te accepteren. Dat is gelijk het antwoord op mijn eerste zin; het gaat bij ons fietsen immers niet om zaterdag of zondag; wel om samen fietsen en daar is een TCE-verslag een kleine bijdrage in, ook als het niet samen is geweest (net zoals overigens Garmin Connect).
Dat alles was ik gistermorgen aan het overdenken tijdens mijn wandeling; nl. eten en slapen zijn “normaal” (in mijn/ons geval zelfs beter met Reinouws horeca-achtergrond. Die is zich uit aan het leven op allerlei gerechten, taarten etc.), echter elkaar zakelijk en privé ontmoeten staat op zijn kop en Teams/Zoom, videobellen en appen kan dat absoluut niet wegnemen. Ik heb met alle non-pensionado’s te doen. Echter het bewegen is ook top; wandelaars in alle soorten en maten; massa’s hondenuitlaters. Ik kwam dus ook weer de nodige fietsers tegen en bedacht geënthousiasmeerd en met het voorspelde weer in mijn achterhoofd; ik pak mijn DUELL en ga er eens goed tegenaan. Mooi rondje over het Heuvellandplateau startend met de Ingber en het vals plat naar Reijmerstok om zo “boven” te komen. Eenmaal boven wat heen en weer naar Banholt om via Libeek te dalen naar Mesch en zo naar de randen van Visé en door Eijsden naar M‘tricht. Min of meer zelfde route als vorige week. Van daar anders, omdat ik de Slingerberg heb gepakt en via de Adsteeg naar de Karstraat. Op het laatst met wat steviger wind dan in het vertrek en ook nog tegen of half. Omdat mijn Garmin in reparatie is, moet ik het doen met mijn pols-Garmin. Betekent, dat ik met handschoenen aan in de praktijk zonder teller rij en pas thuis kan zien wat ik heb gedaan. Dat viel zeker niet tegen. Een mooie rit, die lekker liep; stukken waar ik wel eens worstel, soepel genomen.

Vandaag – zondag - me verheugd op een sneeuwrit op de MTB, maar het was vanmorgen bij ons aan het miezeren en ik verwachtte dus erg veel modder. Ook tijdens het wandelen rustig. Met de waarschuwing van mijn Garmin, na gister, een dag of twee rustig aan te doen, maar mijn hometrainer gepakt om lekker uit te fietsen met overigens zicht op weer een bui. Vooraf nog even naar de webcams van onze skigebieden gekeken en ook Seefeld voor de loipes. Om depri van te worden; alles gesloten, geen kip te zien! Dus blij met mijn fietsen! Lekker gesport; dat gaat momenteel als een speer en is in zekere zin verslavend; donderdag golf, vrijdag en vandaag HT en gister de race. Mooi bewogen dus.



Zondag 10 januari

Ger
:

Goed gestart dit jaar en in de eerste week al de nodige km’s gemaakt. In dit jaargetijde ruim in de keuze van welk type fiets. Deze week al stevig op de hometrainer gezeten. Als je het vaker doet, ga je (in ieder geval ik) het nog leuk vinden ook. En het scheelt fiets poetsen en zeker geen lekke banden. Gister op die HT me zitten af te vragen wat vandaag te doen. MTB in het veld was geen echte optie, omdat de cassette pas deze week wordt vervangen en in het veld zijn de klimmetjes net het leuke van MTB’en. Geen zin in overslaande ketting dus. Dan het alternatief de MTB op de weg zou kunnen, zeker als er wat sneeuw zou liggen, maar kost snelheid. Daarbij was mijn aba gisteren bij check alweer lek. Wederom een lek direct bij het ventiel; die wringt klaarblijkelijk in het gat van de velg. Te hard gepompt of te veel kracht door mij! Dus de keuze was met afstrepen en de weersverwachting de DUELL. Zeker nadat ik in mijn wandelrondje de nodige racers (keurig max twee) tegenkwam. Dat geeft inspiratie.
De route was voor mij eens andere wegen zoeken in het Heuvelland. Begonnen met vertrouwd de Ingber op om boven weer te zakken om de weg naar Reijmerstok op te pakken. Boven links af de Provinciale weg gepakt tot ik rechtsaf naar Noorbeek kon. Van daar af relatief nieuw om zo voor Noorbeek op de grote weg naar het dorp in te gaan; veel wandelaars. Toen ik vandaar richting Mheer ging bedacht ik me buiten het dorp in de klim rechtsaf dat “de Beker dorpenroute” een idee zou kunnen zijn. Dus in Mheer door naar Libeek en vandaar naar Mesch en Withuis. Vandaar moest ik naar Beek. Weinig nieuwe wegen te bedenken die van zuid naar noord lopen. Langs de Maas (Belgisch of Nederlands), of het racepad vanaf Withuis. Maar de weg over Eijsden langs het provinciehuis gepakt om zo via het industrieterrein naar Bunde te kachelen. In Meerssen Kruisberg omhoog en langs het vliegveld naar Beek. Daar afgeslagen naar de toren met een irritante zon in mijn snoet. Vandaar door Aalbeek en in Hulsberg naar Klimmen. Langs Jos in de Koulen en zo naar huis. Hoe dichter bij huis hoe meer wandelaars, auto’s (het toeren van de jaren vijftig vorige eeuw?) Thuis tevreden afgeklokt en met een emmer sop mijn DUELL weer racevaardig gemaakt. Benieuwd wat jullie hebben gedaan. Zag van Martin al een MTB-tocht op mijn Garmin Connect verschijnen.

Martin:

Geen goesting en weer om aan de toren te verschijnen. Zaterdag niet op de ATB; dit mede omdat de week ervoor nogal turbulent was. Dit wegens het onverwacht overlijden van mijn moeder op de gezegende leeftijd van 93 jaar. Er moest veel geregeld worden. Volslagen irrelevant de constatering dat je voor de kosten van een begrafenis twee hele mooie racefietsen kan kopen, of meer.
Zondag dus maar wel op de ATB en vooral de omgeving van de Teverener heide en Schinvelder bossen ontdekt. Bij wijze van uitzondering een routekaartje erbij. Verder mij bezig gehouden met het vervangen van het balhoofd van de Lenzen (wacht nog op een nieuw) en het servicen van de racefiets die zoonlief uit Denemarken heeft meegenomen: rem- en derriekabels, cassette, voortandwiel, stuurlint, derriewieltjes, balhoofd servicen, remblokjes. Arbeidsloon 0 €/hr. Hopen dat het weer weer wat opknapt voor de toren, waar we minimaal Karel kunnen verwachten.



Zondag 3 januari

Henk
:

Ik heb toch geprobeerd de conditie een beetje op peil de houden met een rondje van 90 km en ben daarbij voor de tweede keer in korte tijd in de Haanraadse fuik getrapt. De schildersbuurt kun je daar niet gebruiken om een stuk af te snijden. Verder meest op bekend terrein geweest. Bijzonderste was nog na het Klinikum bij Seffent niet linksaf de steile kasseienklim maar rechtdoor richting Laurensberg. Die weg kende ik nog niet, en was extra rustig vanwege een afsluiting die voor fietsers niet hinderlijk was. In Laurensberg had ik iets eerder links kunnen gaan, dan had ik Aken helemaal vermeden. Was volgens mij ook een leukere klim geweest. ‘t Was behoorlijk fris maar goed gekleed was daar wel mee om te gaan. Opmerkelijk veel fietsers op de weg, vanaf 10 uur tenminste en meer dan de helft met de racer.

Ger:

Me eindejaar niets voorgenomen; bij onze jongste op bezoek om de groei en opvoeding van onze kleinzoon goed te keuren, waren we bijna 24.00 uur vergeten! Dat nog net gered, maar die voornemens verder gewoon vergeten, alzheimerlight; wie zal het zeggen. Maar ijs, weder en corona dienende, zal het waarschijnlijk weer een mooi fietsjaar worden. Hoop dat weer zo snel mogelijk met TCE te doen en met Reinouw zal ook wel lukken. En solo fietsen heb ik nooit vervelend gevonden; net de reden om nooit bij een club aan te sluiten.
  1. De terugblik op 2020 is simpel en niet beter dan de weergave van Karel. Die fietst niet alleen beter; hij verwoordt de zaken ook meer dan prima. Ik kan daar alleen aan toevoegen, dat ik zag, dat ik in januari en februari weinig heb gefietst en zeker niet de zondagen. We waren in januari lekker skiën in de Montafon en in februari op de langlaufers in Seefeld. Terug, lazen we iets over China en de Dolomieten?? En vanaf maart…….
  2. Vanaf maart veel solo, of met Reinouw. Daarbij twee keer aangehouden “wat we aan het doen waren”; geen buitenlandse avonturen in het voorjaar met TCE en ook niet met het clubje van Frank. Vervolgens ook in de zomer geen bergen, zelfs thuis, maar dat paste goed; hoefden we niet terug te komen bij de geboorte van wat later Ilja bleek. Die hebben we echter pas in het najaar voor het eerst life gezien. Ik heb dus al bij al beduidend minder HM ’s afgelegd. In de zomer wel weer ouwerwets met TCE gefietst en toch een paar mooie ritten gemaakt. De Gileppedam en de Baraque waren als altijd een mooie tocht. Zelf heb ik Parkstad, Midden-Limburg ontdekt en mijn geliefde Maas herontdekt. Zeker nu de Grensmaas is aangelegd is er altijd wat te zien; zowel de Belgische als Nederlandse kant is fraai.
  3. Dus heb ik ook 2020 zo afgesloten; mega veel km’s (afgerond 9.500), weer een keer langs de Grensmaas met hoog water en vandaag weer opgestart met inmiddels wat zakkend water. Vertrokken op de DUELL, omdat de MTB een nieuwe cassette moet, maar belangrijker ik overal in de buurt echt dikke modder zie. De bedoeling om vlak te blijven en de modder op de weg te vermijden. Dat laatste is gelukt, maar het zout proefde ik al na nog geen km. Vertrokken richting V’kenburg om via de Heek te klimmen naar Klimmen en daar af te dalen naar kasteel Rivieren. Zo doorgestoken naar de rand van Wijnandsrade en gekend via Nuth naar Spaubeek, Beek, Elsloo en Stein. Daar de oversteek naar de Maas en die ordegrootte gevolgd tot voor Mesch. De nieuw geasfalteerde en van fietspaden voorziene weg naar St. Gieter (de Bukel heet die, weet ik nu) en daar door het Heuvelland naar Banholt en via Reimerstok weer naar Gulpen. Onderweg ook nog aan pomp EHBO gedaan. Een veertiger die na 40 km vermoeid naar huis ging en wiens pompje was afgebroken. Hij vond dat ik voor “een oudere man” knap fietste. Hoe die dat kon beoordelen weet ik niet, maar ik overwoog even te melden, dat ik deze week waarschijnlijk de 275 km zou aantikken. Toch maar niet gedaan, want dat puberale mag er nu wel af; nietwaar. Het gaf wel aanleiding het gas erop te zetten en niet meer om te kijken.
  4. Ergo mannen; een fantastisch 2021 en vooral gezond blijven, relativeren (bv vandaag niet denken waarom ook wij als eerste een spuit moeten/willen hebben) het worden voorlopig solo verslagen; in ieder geval van mij, maar ik vind het zeker wel zo leuk ook jullie fiets-wederwaardigheden te lezen, dus….
2020:

Dinsdag 29 december

Henk
met de laatste bijdrage van het jaar:

Het zijn andere tijden. Na de penitentietocht had ik besloten TCE-pauze te nemen in verband met de lockdown. Dan maar een paar keer alleen fietsen. Zaterdag maakte ik een kort rondje om de nieuwe instellingen van mij Di2 en de ingekorte ketting te testen. De synchroswitching werkte naar behoren. Het weer werkte zondag niet echt mee, maar dinsdag beloofde droog te blijven. Het was ’s ochtends nog koud en mogelijk glad, dus wachtte ik tot een uur of elf. Daarna op weg richting noorden. Op de heenweg had ik de wind behoorlijk mee. Lekker doorkachelen dus. Omdat ik in mijn eentje was kon ik volop experimenteren. Met het nieuwe fietspad over het industrieterrein beginnend bij Stamicarbon voor de deur vermijd je een stoplicht, maar je krijgt er wel een rare kronkel bij. Door Linne kun je heel ver rechtdoor, om uiteindelijk op een onverharde weg langs de Maas te komen die bij Solvay terugbuigt naar de rijksweg. Vervolgens is er de mogelijkheid om over een viaduct 100 m voor de ingang van de tunnel over te steken richt Mont Sainte-Odile. De ganzen foerageerden daar nog steeds, maar nu aan de andere kant van de weg, dus weer rechts. De weg tussen de hoofdweg en de Roer van St. Odiliënberg naar Herkenbosch is zeer de moeite waard. Herkenbosch uitrijdend richting Vlodrop lijkt de weg links erg aantrekkelijk maar je komt in de modder uit. Een weg verder ga je wel weer mooi door de velden. Vlak voor Vlodrop zag ik iemand met een koffiebekertje wandelen. Die bleek van een boerderijwinkel te komen. Ik had er 50 km opzitten, dus dat was een mooie pauzeplaats. Prachtig bedrijf. Buiten nog wat kleinvee in hokken. Flappie had deze kerst overleefd. In de winkel hebben ze ook allerlei baksels, maar een echt terras is er niet dus niet zo geschikt voor een TCE-rit, en waarschijnlijk ook niet op zondag open. De koffie was prima: peperworstje erbij en m´n krentenbollen en ik kon weer verder. Ik was m´n richtinggevoel even helemaal kwijt, maar na het raadplegen van de knooppuntenkaart vond ik toch weer een doorsteekje naar de Effelder Waldsee, om van daar gekend in Ophoven te geraken. Daarna moest het echt in zuidelijke richting en tegen de wind in. Ik probeerde de lange rechte wegen in het open veld die ik vroeger veel in de andere richting reed wat te mijden, wat weer de nodige nieuwe ervaringen opleverde. In Waldfeucht wilde ik wat meer richting Nederlandse grens rijden omdat ik daar meer beschutting vermoedde. Daardoor kwam ik in een nieuwbouwwijkje waar maar een weg weer uitging, in noordelijke richting. Ik herkende rechts van me nog de Motte die ik een tijdje terug ontdekte. Vervolgens kon ik toch richting Nederland, waar de eerste weg in zuidelijke richting de provinciale weg was. Niet echt de beschutting waar ik op hoopte. Bij Koningsbosch wilde ik de mij bekende weg naar Havert zoeken. Er ging zowaar een Haverterweg naar links. Die ging niet rechtstreeks naar Havert, maar na wat zoeken vond ik die toch. Ik wilde graag m´n gemiddelde boven de 25 houden, dus heb ik me op het eind toch nog behoorlijk doorgestampt om zelfs nog 25.5 te halen.



Zondag 20 december

Ger
:

Vandaag de jaarlijkse TCE-slotrit naar Banneux. Alle bijzondere ritten zijn dit jaar geschrapt; met de Vogezen en Buissonnière voorop. Gelukkig wel op de Baraque geweest en bij de Weserdam. Dus de slotrit lonkte wel. De appjes over de slotrit vlogen op en neer deze week, maar ik had al snel besloten, dat ik dit keer niet mee wilde. Allerlei (corona)redenen, maar zoals ik al vaker heb gezegd “voor ieder subjectief besluit, kan ik een valide objectieve onderbouwing geven”. Voelde echter bij mij nu niet goed om mee te gaan, dus de MTB weer gepakt voor een lekkere solorit. Maar dit niet nadat ik eerst mijn dagelijkse wandeling had gemaakt. Net als gisteren, heel veel fietsers op de been; de klassieke types weer terug: race en MTB; de e-bikes staan aan de winterlader. Omdat vorige week mijn laatste drie tandjes in de klim doorsloegen, nu de Maastrichtroute gekozen; die is wat vlakker; het was wat minder modderig dan vorige week, maar dat kan ook aan de grondsoort liggen. Mooie natuur; de fiets liep lekker en de benen waren goed, ondanks een verkoudheid. Onderweg genoeg vriendelijke wandelaars, dat was wel aangenaam. In Bemelen overgestapt op de Margratenroute, maar al snel op een steiler stuk, net als vorige week, een slippende ketting. Dus maar weer verder gegaan met de Maastrichtroute richting C&K. Wat variaties langs de Rijksweg opgezocht en zo vanuit een andere richting weer bij Banholt terecht gekomen. Zoals Karel al eens heeft gezegd: dan lijken sommige bekende wegen ineens anders.
Vandaar weer richting Gulpen. Terug nog een lekkere lopende klim gedaan onderuit Pesaken naar Heijenrath en zo via de golf van Wittem weer retour. Fiets toch flink onder de modder en ikzelf ook. De slang en emmer heeft zijn werk weer gedaan. Mannen; mooie kerst en tot na corona.

De Beer van de Bernina:

Tradities zijn…tradities. Daarom ook dit jaar weer de kersttocht naar Banneux; helaas zonder juridische ondersteuning, maar die was niet nodig. Om de catharsis te verdiepen op zomertijd vertrokken zodat om negen uur aan de toren tevens Karel, Henk, Harold en Wouter B. zich paraat meldden
Karel had de route uitgezet, dus mochten we op te grote corona-afstand komen, dan zou de Garmin ons helpen. Tegen een zuidenwind in “eenvoudig” naar het zuiden; de weg meestentijds droog, maar vaak genoeg voorzien van een dun sliblaagje zodat de fietsen er in no-time poetswaardig uitzagen.
Vlak bij de molen van Gronsveld meldde Henk een lekke aba die snel vervangen was; Karel, Wouter en ik al snel door maar geen Henk en Harold: bleek dat de reabiba ook lek was, dus weer een bandje moeten wisselen. Via Mesch naar de school van ’s-Gravenvoeren en zo de route opgepikt naar Berneau, waar Harold een lekke voba ervoer, en daar de grote weg naar Bombaye en zo naar de kasseienklim van Dalhem die Wouter met jeugdige overmoed won. Heuvelend door naar Blegny en Melen, Karel dapper steeds bovenkomen; het excuus dat hij de oudste is is natuurlijk onzin, want dat is ie al jaren. Chapeau derhalve.
De traditionele klim naar Banneux waar Wouter en Harold ex aequo als eersten finishten, gevolg door Martin, Henk en verrassend snel Karel.

Alles dicht, dus kort op een bankje gezeten de lunch op en de bidonnen gevuld met het heilig water (dat formeel niet geschikt is voor consumptie, maar met Maria’s zegen namen we het risico). Over een droge weg naar Pepinster en een variantklim uit het Weserdal omhoog waar een venijnig stuk van 10% in zat. Over de rustige grote weg naar Battice en Aubel en nu weer op bekend terrein afgedaald naar Remersdael, door Teuven, waarna Henk er eens aan sleurde en zo door Beutenaken, Waterop, Billinghuizen en Euverem naar Gulpen. Afgerond met de Ingber, door een troosteloos maar druk V’burg en de Stoepert omhoog en geëindigd in Spaubeek waar H&H afscheid namen en gedrieën door naar Puth.
En: Karel heeft met de rit van vandaag de kaap van 7000 geslecht!

Terugbeschouwend: 2020 was een raar jaar; ook fietstechnisch gezien. Uiteraard de annulering van de Vosges, maar mede ondanks of dankzij corona toch veel gefietst. Dit jaar > 10k. Volgens mij heb ik ooit eerder zo een jaar gehad. Dolblij dat we ‘gewoon’ op vakantie konden en daarmee ook weer mooi in de bergen hebben mogen touren met het rondje Fluela-Albula als, letterlijk, hoogtepunt.
Dankzij media als Strava en Garmin Connect gelukkig ook de “andere mannen” als Frank en Jan P. kunnen volgen en interaanmoedigen. Me als fietser verbazend over de soms hallucinante coronamaatregelen: als het virus zich niet aan de landsgrenzen houdt, waarom wij als simpele fietsers wel? Waarom een caféterras gesloten en de IKEA en koopgoot open? Gelukkig kan ik gewoon stoempen als een Lubberding of Dierckxsens en hoef ik op de fiets niet te prakkiseren als een Dumoulin – ben benieuwd of die nog wat gaat presteren in 2021.
Laten we uitgaan van een snel en effectief vaccin zodat we in 2021 zo snel mogelijk de draad weer kunnen oppakken. Mit immer eine straffe Kette!

Karels relaas:

Zoals al aangehaald was er op zaterdag een intensief appverkeer over hoe de route zou zijn, hoe de groepssamenstellingen om alles covidveilig te doen etc. Er werd zelfs advocateninzet geopperd.
Martin had eerder al de vraag gesteld wie een route wilde maken. In mijn solotrip van vrijdag met een stevige tegenwind, die ook voor zondag verwacht werd, dacht ik dat het wel een optie zou kunnen zijn om via Mesch en Blegny naar Banneux te gaan. En zo geschiedde. Voorstel gemaakt, dat Martin in een GPX-file (geen Brexit) omgezet heeft om op de Garmins te kunnen laden. Zonder lamenteren, andere tijdvoorstellen enz., zondagochtend welgemoed met z'n drieën en later vieren naar Schimmert, waar even later Harold nog aan kwam. Direct door. De verdere routeomschrijving en wetenswaardigheden heeft Martin al vakkundig en uitgebreid beschreven, dus daar waag ik me maar niet meer aan. Het fietsen is heel covidveilig gegaan: groepjes van twee, max. drie of gewoon op minimaal drie fietslengtes afstand achter elkaar. Leuk aan de groep was dat er eigenlijk drie generaties deelnamen: Wouter 24, Harold 49 en ik bijna 72. Martin en Henk ca. 60. Het geeft een zeer goed gevoel dat er een fijne saamhorigheid is om de snelheden aan elkaar aan te passen en onhebbelijkheden van elkaar (zo die er al zijn) te accepteren. Het was een mooie tocht en heel uitzonderlijk, ik heb na thuiskomst wel een uur in bad gelegen. Normaal is een douche voldoende, maar de jonge honden hadden me toch redelijk uitgewoond.
Het bijna afgelopen 2020 was inderdaad een bijzonder jaar.
Algehele afsluitingen, maximalisering van sportgroepen, afgelasten van grote evenementen zoals de Olympische Spelen, Verplaatsen van andere evenementen zoals de TdF, de Giro en de Vuelta. Een compleet ander schema voor de F1. En wat ons fietsen betreft: Geen Vogezen, geen ODS Classic, geen Buissonnière. Dit alles heeft wel geresulteerd in veel solofietsen of kleine groepjes en wandelingen met de wederhelft. Het weer heeft wel meegespeeld dat er frequent buitenactiviteiten (op gepaste afstand) plaats konden worden. Voor mij dus meer dan 7000 km en grote stukken van het Pieterpad.
Hopelijk kunnen we volgend jaar weer alles inhalen en misschien nog eens de Route Romantique met muur van Huy doen (werd vandaag nog eens gememoreerd, vandaar). Heren, bedankt voor het toch nog geslaagde fietsjaar.



Zondag 13 december – Kempen

De avond ervoor weer wat app-verkeer met het verzoek van Karel om het aanvangstijdstip wederom, en meer, te vertragen. De laatste keer dit jaar! Overigens heeft hij dat gelamenteer voldoende gecompenseerd door weer de 100 te halen. Martin, Henk en Vicente stonden in coronaopstelling klaar aan de toren en het voorstel om de Kempen eens op te zoeken.
Dus door de woonwijken van Schimmert uiteindelijk naar Beek en zo kort mogelijk naar de snelwegbrug, die overigens van een renovatie voorzien zal worden.
Over de bekende weg naar de Salamander en het stationnetje om zo in de Eisden-Tuinwijk, met zijn megalomane kerk(toren) uit te komen. Bij de mijnzetel kruip-door-sluip-door om een mooi fietspad te vinden. Het verlengde van dit pad, richting As, niet gevonden; denkelijk door de werkzaamheden aan het nieuwe vakantiepark daar, dus langs de grote weg richting het station van As.
Een strakke streep naar het zuiden gevonden, waar het zonnetje ons inmiddels fel in de ogen priemde en de weg langzaam droog werd. De brug over het Albertkanaal en vervolgens oostelijk om de oever van dit kanaal in straf tempo en formatie te volgen tot de oude spoorbrug bij Gellik en door het land naar Veldwezelt, de brug over en de weg hoog langs het kanaal naar de brug van Vroenhoven. Vicente had inmiddels aangeboden de koffie bij hem thuis, dus door de Muizenberg af naar Kanne en heerlijk met de wind mee langs Chateau Neercanne naar huize Da Cunha voor de koffie; in de tuin gezeten.
Toch maar weer door en min of meer de kortste weg naar huis over de Groene Loper, Meerssen, Ulestraten en Hobbelrade. Weer boven de 100. Weer fiets poetsen.

Over volgende week, met Banneux op het programma zullen wij ons corona- en wedertechnisch nog beraden.

Ger inmiddels:

Eindelijk weer de MTB, maar toch beetje rare rit. Als je voor het eerst na een tijdje weer op de MTB zit, voelt dat apart; meer rechtop, breed stuur, brede banden die naast grip ook een beetje “plakken op de weg”. Wel weer gewoon leuk in al die troep te fietsen en thuis weer het poetsritueel na afloop. Heerlijk vertrokken en al achter ons kerkhof waar een pad omhoog ligt, kwam ik al prima op de natte track terecht; boven overgaand in modder. Ik was boven voordat ik het wist. Door naar Scheulder en vandaar terug naar de Rijksweg om via Margraten weer het veld in te duiken. Het voelde als vanouds en onderweg alleen maar vriendelijke mensen tegengekomen. Op de fiets, wandelend, te paard. Het zonnetje kwam erbij en dat was met de lage stand niet immer een genoegen. Aan de rand van Welsden door het bos naar beneden en onderaan plots achter helemaal lek. Nu in de modder wisselen kan goed als je wat geduld betracht. Daarbij wat gekeuveld met een wandelaarster, paardenmensen en hulpvaardige MTB’ers. De oorzaak was een loei van een roestige spijker. Hoefde dus niet te zoeken! Binnenband gewisseld, wiel er weer in en op weg naar de mooie klim achter de kalkovens bij ’t Rooth. Wat geklooid met het terugschakelen en ik stond geparkeerd. Gelukkig voor ik kracht wilde zetten, want de ketting was tussen blok en achterwiel geschoten. Kreeg hem wel makkelijk weer terug, maar op die steile klim sloeg de ketting over. Maar omgedraaid en de asfalthelling gepakt. Die ging goed, maar zo gauw ik de drie grootste tandwielen wilde gebruiken, was het “gerammel”; de andere liepen prima; gek. Weer het veld in, maar de ketting liep niet echt lekker bij krachtzetten. In Bemelen door het veld naar Vijverdal gefietst om zo wat km’s op het asfalt te gaan maken en niet te hoeven klimmen. Nu dat is gelukt. Route terug verder niet bijzonder, maar bijna thuis weer eens een klim geprobeerd en toen liep de ketting weer. Snap er niks van! De kop is eraf.

Karel vult aan:

Ach ja, aanpassen van tijdstippen heeft meer met mijn "Wuschi"-instelling te maken dan met vroeg opstaan o.i.d. Overigens kreeg ik niet de indruk dat Vicente een later tijdstip erg vond. Al met al waren we, zoals Martin al schreef, tijdig in Schimmert om Vicente welkom te heten en een Kempentocht te ondernemen, met o.a. als doel om Vicente enigszins in zijn huisrichting te begeleiden. Dat dit zou resulteren in koffie bij hem thuis werd pas laat duidelijk.
Deze tocht is zoals de laatste tijd gebruikelijk, meer van iets anders. Maar het was weer een bijzondere tocht door een heel mooi stuk België. Hoewel de rit hoofdzakelijk door het Nationale Park de Hoge Kempen ging stond ik toch nog versteld van het aantal hoogtemeters dat we onder de wielen hebben gereden, >600. Of bij mij de jaren toch mee gaan tellen of dat de weersomstandigheden een negatieve rol spelen weet ik niet, maar Henk en Martin zijn erg snel en sterk. En ook heel solidair door zich aan mijn tempo aan te passen of op me te wachten.
Volgende week zal door de CoVid19-maatregelen Banneux wel niet doorgaan, maar misschien kunnen we dan, als het weer het (voor mij) toelaat, toch een Mariatocht maken naar b.v. Kapel In het Zand in Roermond. Koffie en koek bij de stationsrestauratie of bij een AH-to-go. In noodgeval koffie en cola bij de ALDI in Torn



Zondag 6 december: Mont Sainte-Odile

Karel
vangt aan:

Zaterdagmiddag als eerste het appje van Henk: "Morgen gewone tijd?" Snel antwoord van Ger dat hij in de winterstand staat en zich niet meer zal vertonen voor het voorjaar. Martin antwoordt: "Tuurlijk! Flauwekul". Gezien de te verwachten ijstijd wil ik wel mee, maar eventueel aangepaste tijd. Aansluitend de nodige opmerkingen van echte mannen etc. Zondagochtend heeft Brazilië zich ook afgemeld (te koud?)
Eindresultaat: Zondagochtend drie man sterk aan het VDA voor een ritje, met als voorkeur richting N-NO in verband met de heersende windrichting (hoewel er nauwelijks wind stond). Via gekende richtingen doch onbekende wegen en afsnijdingen richting Heinsberg en vandaar naar Wassenberg. Enkele stukken waren bekend of een beetje bekend of helemaal niet bekend. Dit zou ook grote stukken van de verdere tocht zo blijven.
Op een gegeven moment stond "Niederlande" aangegeven. Dit gevolgd en plotsklaps de grens over en we (Martin en ik) waren voor de tweede keer in ons leven in Vars, vlakbij Vlodrop.
Door naar Mont Sainte-Odile (toch een beetje Vogezen) en langs de Roer en Laarop via de Linnerheide naar Linne.
Na bezichtiging van de gereviseerde stuw (sightseeing gaat razendsnel) door Wessem naar Thorn, waar we bij de ALDI onze inwendige mens versterkten met pecanbroodjes en speculaasgebak (ode aan de tijd van het jaar). Gelukkig was de cola niet ijzig koud. Onderlangs naar België en via de gekende, maar toch soms weer een beetje afwijkende route naar Maaseik. Brug over en via Roosteren, waar Martin onze cultuur toch nog wat wilde bijspijkeren (niet gelukt omdat we het kunstwerk niet konden vinden) naar Dieteren en een doorsteek naar Millen, Wehr enz. Henk is het op het einde toch nog mogen lukken om ons een echte "Landstrasse" te laten berijden met als resultaat dat de mijn klikpedaal niet meer functioneerde en de fietsen in bad moesten. Wat heeft deze tocht geleerd en gebracht:
Het was wederom een mooie tocht, droog met alleen op het einde een beetje regen. En: Henk heeft ergens een derde motor op zijn fiets

De webmaster vult aan:

Het was inderdaad weer een aardige route; Henk en Karel bleken niet of nauwelijks eerder door de Schinveldse bossen gefietst te zijn; merkwaardig. Bij Birgden bleek de nieuwe B56 een paar wegen onderbroken te hebben en moesten we een keertje terug. Daardoor kwamen we wel voor het eerst in Pütt en door Aphoven, dat voldoende op Ophoven lijkt. Vlak voor Heinsberg (ons doel?) besloot Henk resoluut daar niet te pauzeren daar veel te vroeg. In Sint Odiliënberg langs de op een heuvel (Fr.: mont) gelegen basiliek met de onverwachte naam Basiliek van de Heiligen Wiro, Plechelmus en Otgerus; u zoeke het maar eens op. Henk leidde ons feilloos over de stuw en na de 'koffie' naar Maaseik. Overigens was het gegeven dat de drie STEG-centrales bij Maasbracht alle in bedrijf waren ons beter besteed dan velen. Het hek dat ik jullie wilde laten zien, een Gaudi-replica als Meisterwerk heeft echt bestaan; waar het nu is zal ik eens opzoeken. Van Susteren tot Wehr overigens over fraaie fietspaden door bossen.
Ik had me al bedacht de fiets wegens wat strooizout te moeten afspoelen – niet er met de tuinslang en borstel een centimeter modder vanaf te moeten spuiten; maar ja: dat weet je als je met Henk op pad gaat. Overigens nog eens contact gehad met Lenzen in Aachen over een nieuwe racer – het resultaat kwam erop neer dat ik in April maar eens terug moest komen…

Oh: en vandaag met 69 km de 10.000 km-kaap gerond.

Ger blijkt toch de racer gepakt te hebben:

Gisteravond bij het naar bed gaan nog even voor de zekerheid mijn MTB gecontroleerd en merkwaardigerwijs was de aba leeg. Merkwaardig, omdat twee weken geleden alles functioneerde. De pomp maar gepakt, maar dat bleek vanmorgen geen oplossing. Teleurstelling groot, had weer zin in modderfietsen na mijn hometrainer gister, maar starten met een bandenwissel zag ik niet zitten, dus maar eerst mijn dorpswandeling gemaakt. Daarbij kwam ik genoeg MTB’ers, maar ook racers tegen en lopend bij de voet van de Koning van Spanje, bedacht ik dat die nog niet op mijn lijst van dit jaar stond. Ergo gezwind naar huis en toch nog maar eens de DUELL gepakt. KvS dus omhoog en boven verder over het plateau van Crapoel en Landsrade dat toch meer stijgt dan je denkt. Bij Heijenrath België in om via Teuven de gekende klim naar HC en als beloning het plateau naar Aubel aan te vatten. Windstil, wat heiig en niet koud. De markt bij Aubel was voor een paar mensen; verder vals naar beneden naar Val Dieu. Dat had ik gek genoeg ook dit jaar nog niet veel gedaan. Had ik niet moeten doen, want een steentje bezorgde me een lekke aba. Vingers koud, band koud, maar als je wat tijd neemt, lukt alles wel. Op weg naar Mortroux om daar weer terug naar de Voerens te koersen. Achterband voelde wat slapjes. Om een verhaal kort te houden; leegloper, maar met drie keer pompen onderweg toch thuisgekomen. Klusje voor morgen. Kortste weg was via Bemelen, maar gekozen voor de helling beetje verder. Bij het woonwagenkamp/theater omhoog naar C&K. Om het pompen volledig uit te nutten, nog een klein stukje om via de Rijksweg en in Vilt naar Margraten. Zout zit aan de fiets, de kleren en aan mij. Toch genoten om met een verkoudheid wat te peddelen.



Zondag 29 november: fris en zonnig

Had Karel de avond ervoor voorgesteld iets later te vertrekken wegens de verwachte koude, zo gaven allen daar gehoor aan: Martin, Henk en Vicente, en dus een half uur later aan de toren. Ger ging, zo geloven wij, winkelen in Maastricht of het outlet center in Roermunj.

Om te beginnen: ondanks de frisheid – de temperatuur zou de 3°C niet overschrijden - maar dankzij de zon, was het druk op straat: vele wandelaars, opvallend veel mountainbikers en toch ook veel wegrenners. De wind was NO dus in oostelijke richting vertrekken was het devies, rekening houdend dat Vicente naar Maastricht terug moest. En daar hebben we ons behoorlijk aan gehouden.
Niet vertrokken nadat Henk zijn nieuwe bidon en -houder geshowd had, waar vergelijkingen met aubergines, dildo’s en carbidlanceerinstallaties gemaakt zijn.
Ergens in Hulsberg smeedden Henk en Martin het Drielandenpunt als idee om zo met de wind mee naar Maastricht te rijden. Door naar de Koulen, daar nog even “luie hond!” geroepen en verder door het Geuldal naar Mechelen om afwijkend de klim naar Elzet te pakken en zo over Rott naar Vijlen. Vijlen, waar als je ‘boven’ bent, je toch nog even vies moet doorklimmen. Om in de zon te blijven via Holset naar Vaalsbroek en de standaardklim naar het 3-landenpunt. Vicente had tot nog toe gigantisch zitten wieltjeszuigen en dacht op de klim even te laten zien wie of de beste was. Geen officiële wedstrijd echter, alzo ook geen winnaar.
Boven even van het schitterende uitzicht genoten en afwaarts over het mooie asfalt van Gemmenich heerlijk genietend richting Sippenaeken. Voor de verandering linksaf naar Hombourg, met wind mee en zon tegen massief genieten, ook al loopt het lang bergop.
Uiteraard het nieuwe fietspad Dikke Bertha genomen en standaard naar Teuven en de klim via Nurop naar de Plank. Te Ulvend dwong Henk het stuur naar Kattenroth; ondanks het wat twijfelachtige wegdek zo af en toe, heerlijk gereden en afgedaald toen we beneden bij het Friese districtkantoor mensen met koffie in de hand zagen staan, dus even een snelle koffiestop. Daar we toch stil stonden lag de klim Altembrouck voor de hand en zo naar Mheer, Libeek en Moerslag. Het gekende fietspad noordwaarts waar Vicente afscheid nam en gedrieën door, routineus naar Meerssen, U’ten, Kelmond en Genhout om zo Hobbelrade af te dalen waaronder Henk linksaf sloeg en de overigen rechts.
Aan het Gercriterium voldaan. Voldaan.

Karel vult aan, vanuit zijn perspectief:

Zaterdag van Martin het appje "anybody?". Hier kwam als snel van Ger reply dat hij de voorkeur gaf aan een rondje met Rein. Ik met "Maybe my body" en de vraag of, gezien de weersvooruitzichten eventueel wat later. Henk gaf aan dat hij zou komen. Voorstel om 10.00 werd door iedereen geaccepteerd. Gezien de vigerende afspraken zondagochtend richting Martin. Halverwege richting kerk zag ik dat het 9.22 was. Aangezien Martin qua tijd altijd punctueel is ging ik ervan uit dat hij al richting VDA was. Tot de telefoon ging met de vraag waar ik bleef. Martin was op de PLS 8.
Al met al toch nog bij het VDA verzameld en door naar Schimmert. In Spaubeek was nog consternatie, een klein autootje had een groot hek omgereden. Niet zo'n grote ravage als net bij de start F1 in Bahrein. Kort na aankomst kwam ook Vicente al.
Waar gaan we naar toe: gezien de heersende windrichting richting oosten, met de opmerkingen: niet te ver, zeker geen 100 km, niet te veel hoogtemeters, niet gedefinieerd, en niet te gek, dit is gevoel. Aan het eerste is voldaan. Tijdens de rit viel het besluit Drielandenpunt en dan via Maastricht, Vicente afzetten, naar huis. De rit was zoals de laatste tijd gebruikelijk "Bekende route maar net iets anders". Zie de route.
Op het Drielandenpunt geluncht met een banaan, repen en slokken water en met een koude afdaling naar Gemmenich. Van hieruit gedeeltelijk gekend maar toch weer net iets anders naar Ulvend. Kattenroth af en Oh wonder: Koffietent bij "De Wandelaar", voorheen het “havenkantoor". De koffie was warm en dat was lekker. Via de mooie klim langs Altembrouck naar Mheer en door naar Rijckholt en Gronsveld. Aan de rand van Maastricht nam Vicente afscheid en wij via Amby etc. retour Puth resp. Sittard. In Spaubeek ging Henk richting Sittard en Martin en ik richting Puth. Als laatste de gematigde klim via de Slakweg naar Puth.

Opvallend was het grote aantal mensen op de fiets, vooral racefietsen, maar ook heel veel mountainbikes. Het aantal E-bikes met senioren is duidelijk aan het dalen

De windrichting is en bleef oost.
De afstand is het criterium van Ger: > 100 km
De hoogtemeters: Ook het criterium van Ger: > 1000 nl. 1150
De snelheid: was gezien de tijd van het jaar redelijk hoog, maar wel acceptabel.
Wat mij betreft: De rest is en blijft sneller dan ik, maar ik blijf wel steeds nog de oudste.
Het was een mooie rit, bijzonder mooi maar wel frisjes.

Ger beschouwt:

Ik weet het; niet met TCE meegefietst, dus geen rittenverslag. Echter om voor later het toch wel bijzondere van deze tijd vast te houden; een enkel woord. Allereerst het weer; het was wederom - en eigenlijk de hele week al zo - zonnig. Vandaag wel voor het eerst een lage temperatuur met ca. 1,5 graad. Maar wegen mooi schoon en zoutloos. Dat betekende, dat ik deze week maar liefst drie keer de Synapse heb gepakt en de MTB staat nog altijd droog en schoon te wachten. Mooie tochtjes gemaakt; vandaag nog eens met Reinouw terug via de Bemeler. Alle drie de dagen een heel laagstaande zon, waarbij ik handig de routes met zon tegen heb uitgezocht. Dat dus het weer.
En toch ook maar wat corona-opmerkingen, resp. -verbazing:



Zondag 15 november – Berlin

Karel
:
Zaterdag de obligate appjes wie op zondag zou verschijnen. Afmelding van Ger, die, vanwege CoVid, liever of alleen of met Reinouw wilde gaan fietsen en van Vicente die, als eenzame fietser, met zijn dochter van Eindhoven is of was geweest.
Martin gaf aan dat hij een speciaal doel had, nl. Berlijn. Bij navraag via Stuttgart of Hamburg kwam alleen nog de opmerking “Heen via een zuidelijke route en terug via een noordelijke”.
Aangezien Ger en Vicente zich afgemeld hadden zijn we rechtstreeks, met Henk via de noordelijke verzamelpunten in Puth en het VDA vertrokken voor de tocht. Iets van Simpelveld en Bocholtz. Allemaal gekende wegen maar toch weer iets anders naar Bocholtz en vandaar naar het internationale handelspark Avantis. Hier bleek Martin een bijzonder punt te vinden nl. een oorspronkelijk stuk van de Berlijnse muur, precies op de grenslijn Duitsland-Nederland. Na enkele momenten van overweging, bezinning en "KODAK-point" onze route vervolgd via wederom ongeveer gekende wegen, maar net iets anders, naar Kerkrade en Herzogenrath. Het is gewoon onvoorstelbaar hoe Martin overal de weg weet en hoe zelfverzekerd Henk onbekende woonwijken induikt.

In Herzogenrath begon het zoeken naar een Konditorei om de inwendige mens te laven. Ten langen leste een Konditorei gevonden in Palenberg, waar we een kleine vlaai in drieën hebben laten snijden welke we met drie grote sloten Grubenwasser hebben genuttigd. Hoe we daarna weer naar onze eigen Heimat zijn gegaan weet ik niet, maar aan het eind zag ik toch weer licht met Panneschop, Gillrath etc., ofwel via de Rode Beek naar Nederland. Net achter Schinveld echter toch weer anders om aan het einde in Süsterseel, Tüddern en Sittard uit te komen. Mooie route met veel wind, maar aangename temperatuur. Zij die er niet waren hebben weer wat gemist.

De webmaster vult overigens nog aan: de mijn Adolf is niet naar H. vernoemd, daar van een veel eerdere datum. En Henk meldde nog dat we langs Gut Ophoven gefietst zijn, vlak voor Übach-Palenberg.

Ger schrijft:

Misschien tuttig, maar ik heb een voorkeur voor solo met deze COVID-situatie. Reinouw wilde de tuin etc. doen; dus het was nu ook echt Remy alleen. Weer eens richting Vaalsbroek vertrokken op de Synapse; vals plat omhoog en in Vaals over de Rijksweg via Lemiers datzelfde vals omlaag om via de Nijswillerberg richting Simpelveld en Parkstad te koersen. Daar waar we verleden zondag elkaar in Einighausen hadden kunnen ontmoeten, was het nu Simpelveld zoals ik zag in de TCE-rit. In dat ge-bied van Parkstad en daarachter heb ik veel gefietst voor de zomer, dus een zekere nostalgie. Eerst Kerkrade met kasteel Erenstein; daarna de bossen daarachter naar Schaesberg, Eijgelshoven en doorgetrokken naar Schinveld. Toen wilde ik terug om te voorkomen dat ik in de voorspelde regen terecht zou komen. Daarom - maar dat wist ik al in het vertrek - heb ik de laatste 50 km de wind va-riërend van pal tegen; linksvoor tegen en rechtsvoor tegen gehad. Karaktervormend. Via Schinveld richting Doenrade en de Windraak om zo via Sittard en de kantoren van DSM en Sabic de Bergerweg te pakken. Bedacht zo toch even wat beschutting te hebben in Berg. Dat was ook zo t/m Oud Urmond. Echter de weg langs de IAZI vanaf Urmond en later langs het kanaal naar (Oud) Geulle was pal op kop en mooi om enigszins in de buurt van mijn gemiddelde te blijven. Na Geulle naar de Weert. Ondanks dat ik dacht dat de Dellen vol bladeren en nattigheid zou liggen (wat ook zo was zeker in de bocht naar beneden van de Oliemolen) toch weer mooi om daar te fietsen. In Valkenburg de Rijksweg afgereden naar Schoonbron, Wijlre, Wittem en zo naar huis. Toch weer een leuke rit, maar ik begin naar de MTB te verlangen! Afgelopen vrijdag overigens nog even de Gulper gedaan als toetje van die rit. Dat is en blijft een mooie klim met de echte %’s aan het eind.



Zondag 8 november

Na een frisse nacht aan de toren Karel, Henk, Vicente en Martin. Ger had zelfopgelegd coronaverlof. Martin en Karel hadden beiden zaterdag al een stukje gefietst, ATB, resp. weg dus een handicap.
Met allerlei horeca gesloten en de rit de week ervoor naar het zuiden was het voorstel “Thorn” snel geaccepteerd. Nu zijn wij natuurlijk al vaker in Thorn geweest, maar nooit eerder langs een route als deze: volstrekt onnavolgbaar. Het begon al met de standaardroute naar Waterval die we in Ulestraten onderbraken om langs het vliegveld naar Beek te rijden. Een stuk de Rijksweg gevolgd waarna Henk linksaf een woonwijk insloeg, zoals gebruikelijk overtuigend de indruk wekkend dat hij de route als zijn broekzak kende en deze dus ook volstrekt logisch zou zijn. Uiteindelijk over een voor fietsers verboden weg weer op de normale weg uitgekomen.
Naar Einighausen en doorgetrokken naar Guttecoven waar wederom volstrekt onvoorspel- en -stelbaar door een woonwijk gedraaid en gekeerd om vervolgens door het herfstige Limbrichterbos op de parallelweg van de A2 te geraken; niet de mooiste weg, maar het schoot wel op.
Door dorpjes met namen als Baakhoven en Dieteren en daarna weer in inmiddels bekend gebied Echt uit te komen. Niet gestopt nu, maar verder naar Berkelaar en Maasbracht om daar de Maas over te steken en zo naar Thorn waar Karel en Martin feilloos de Aldi van golf 1 wisten te vinden.
Met koeken en cola weer naar buiten en voor een schijntje, een Gerretje van Karel, gelaafd en gevoed. Gezien de setting geen uitgebreide discussies.
Terug weer naar het zuiden: de beruchte Maasstenen van Thorn en België in naar Kessenich om vandaar de fietsroute zuidwaarts te volgen naar Maaseik, Heppeneert en Stokkom. Het pontje naar Berg de Maas over, niet nadat Vicente afscheid had genomen: hij zou huiswaarts langs de westoever rijden. Verder naar Einighausen en langs FSC over de nieuwe brug het spoor over om door de Vogelaarbuurt Sanderbout naar de Middenweg te laveren waar Karel en Martin naar Munstergeleen trokken en Henk naar Ophoven.
Een respectvolle tocht.

Karel vult aan:
Martin was natuurlijk weer razendsnel met de tocht beschrijven. Toch nog een poging voor aanvulling mijnerzijds. Zoals Martin al aangegeven heeft was iedereen er behalve Ger die, na zijn Belgische escapades, in quarantaine is gegaan. Inderdaad een tocht die in stijl is van de laatste gezamenlijke tochten. We zijn er geweest, heel lang geleden, ongeveer hier, maar toch weer iets anders. Verrassend, vooral het deel van Schimmert naar Echt.
De koeken en cola in Thorn gingen er goed in en aangezien het toch bijna niets kostte heb ik genereus alles betaald (en dat voor een arme pensionado). Trump en Biden zijn kort aangehaald en misschien is het nu wachten op een nieuwe burgeroorlog in VS.
De hele tocht was het duidelijk dat Henk zijn nieuwe fiets wilde demonstreren. Hij was bijna niet bij te houden. Zelfs Martin vond het hard gaan (zie echter wel zijn genoemde handicap voor hem en mij).
Resumerend: Hoewel een fris begin, was het een fijne tocht van dik 90 km en een heel acceptabel gemiddelde van 26 km/h. Wel niet al te veel hoogtemeters, maar dat is aan het einde van het seizoen eigenlijk niet zo'n probleem.

Ger beschrijft:

Hoewel door mij niet in TCE-verband gefietst, toch een kort berichtje over mijn fietsactiviteiten dit lange weekend. Die waren vandaag overigens deels TCE-gerelateerd. Weer eens drie dagen achter mekaar een rit gemaakt. Vrijdag met Reinouw door de Voer; met dezelfde wegen anders gereden toch een beetje anders; veel fietsers en route in prachtig weer. En datzelfde was gister het geval toen ik weer eens een ouderwets heuvelritje heb gedaan. Op en af door het Heuvelland, Land van Herve, Visé en Maas met o.a. de Loorberg en later Beusdael als klassiekers; in de zon met de verkleurende bomen schitterend. Mijn geliefde Maas en kanalen ook gedaan om met de Snijdersberg af te sluiten. Een rit die telt met > 100 km en > 1000 hm. Te weinig drinken en eten vertaalden zich wel in bijna kramp op de Snijders. Vandaag weer met Reinouw op stap; bedoeling was Sittard en daar ook geraakt en verder nog eens door het dorp van mijn ouders: Einighausen.
Maar eerder de Koulenberg weer eens beklommen om te kijken of Jos thuis was. Dat was hij (samen met Marian) en twee andere fietsers waren zij aan de kout. Met onze > 1,5 meter het sociale leven van de afgelopen maanden in de tuin doorgenomen. Jos miste ons, maar dat had zijn reden. Wat gedoe met z’n ogen en bijwerking van de druppels. Desalniettemin toch nog zijn Ventoux-aantal op 98 gebracht. Leuk hem en Marian weer eens te spreken. En hij zal zich weer bij ons gaan voegen als het weer wat normaler wordt.



Zondag 1 november

Karel
:
Zaterdagmiddag begonnen de appjes al rond te zingen.
Allereerst Martin dat hij wandelen verkoos boven fietsen. Daarna Ger dat hij ging klussen bij een van zijn kinderen. Aansluitend de vraag van Henk aan Vicente en mij waar we elkaar zouden treffen. Ik wilde het weer nog even afwachten. Zondagochtend definitief. Vicente is in winterslaap.
Op 1/11 om 8.55 Henk op zijn nieuwe fiets en ik op mijn oude bij het VDA. Door naar Schimmert, waar we eigenlijk er al van uit gingen dat niemand meer zou komen. Minder mensen maakt besluiten makkelijk. De rit werd dan ook gedomineerd door korte voorstellen en snelle beslissingen over de route. Ieder voorstel van de een werd door de ander geaccepteerd.
Vertrokken richting Ulestraten en eigenlijk de bedoeling naar Meerssen. Toch maar naar Kasen en via Borgharen naar Maastricht. Eijsden OK? Geen probleem. Dus door naar Eijsden en vandaar via het Withuis naar Mesch en langs Libeek, Honthem etc. naar Margraten. Sibbergrubbe en Valkenburg vormden geen obstakels of valpartijen. De Boschweg omhoog en door Hulsberg naar Aalbeek. Kijken of Loek thuis was en daarna naar Thull en Oirsbeek. Langs de stierenmesterij naar de Steenweg en ieders zijns weegs naar huis.
Net voor de regen thuis, mooie 80 km. Er waren niet zo heel veel racefietsers meer onderweg. Wel wat groepjes en er blijven toch optimisten met korte mouwen en blote benen.



Zondag 25 oktober – Geilenkirchen

Zoals Bert Wagendorp al stelde – een stelling van een waarde als de openingszin uit De Renner van Tim Krabbé: “Wandelen is het voorportaal des doods; fietsen, dát is het echte leven!”.
Martin trof Henk snel onderaan de Keldenaar; hij was Karel in de hectiek van Puth even misgereden, maar snel contact deed ons onderaan Sweikhuizen treffen en door naar de toren. Een paar miezerdruppeltjes.
Met België en Nederland in, tenminste, een horeca-lock-down (tenzij we er een hotelovernachting aan zouden koppelen, maar zo lang was de rit niet gepland) bleef alleen Duitsland over dus iets als “Geilenkirchen om de zuid en over de noord terug”. En zoiets werd het. Het blijft merkwaardig om na tig+ jaren in Zuid-Limburg fietsen toch weer nieuwe weggetjes aan het spectrum toe te voegen.

Via Hulsberg, Klimmen en Kunrade naar Heerlen en zo de Akerstraat naar De Locht opgepakt.
Daar linksaf door de Oostelijke Mijnstreek, waar zowel prachtige villa’s als mijnkolonies herinnerden aan een glorieus verleden. Door stadsdelen als Spekholzerheide en Ham langs het slachthuis en zo uitkomend bij Kasteel Ehrenstein. Een fraaie klim gevonden die aanvangt midden in het stuwmeer Cranenweyer om in Chevremont te geraken. Kruipdoor-sluipdoor Vink en Haanrade naar Eygelshoven en daar richting de fraaie watertoren van Rimburg over onbekende paden en wegen. Door een deels opgebroken Rimburg bij de schildpadden de Wurm over en deze nu noordwaarts gevolgd tot uiteindelijk Geilenkirchen. Op het bekende terras, met terrasverwarming aangedreven door hetzij groene stroom, hetzij bruinkolenstroom, dat kon je eigenlijk niet voelen, buiten gezeten, daar Karel zijn neus-mondkapje wederom vergeten was, en uit een keur van taarten moeilijk een keuze kunnen maken. Het was alles zeer fraai en lekker wat we zagen. De koffie ging en zweemde, zij het slechts een beetje, naar Grubenwasser.

Henk stelde voor eerst nog een stukje noordwaarts te gaan en dan naar de Selfkant, we hadden er per slot van rekening pas 51 km opzitten. Alzo gedaan, onder andere langs het fraaie kasteelcomplex Burg Trips en uiteindelijk ter hoogte van Müllendorf westelijk afgebogen, waarna we ons al snel doodreden op een onverharde landweg, door Henk uitgekozen. Even terug en door het fraaie Kraudorf waar het nu, met in gedachten “Wat Henk kan, kan ik ook”, Martin een weggetje koos dat uiteindelijk tot een paar kilometer onverhard door bos en landbouwgronden, met wind en miezer tegen leidde.
Geen geklaag, uiteraard niet, want dit maakt mannen van jongens, en scheidt de groene veerkrachtige twijgen van het dorre hout.
In Tripsrath weer het asfalt gevonden en weer verder zuidwaarts waar we uiteindelijk weer in Geilenkirchen kwamen om daarvandaan de bekende route naar Gillrath op te pakken, Henk nog even de gelegenheid gegeven enige parallelweggetjes te tonen dan wel exploreren. Van Gillrath verder langs de Roode Beek, bij Etzenrade het vaderland weer in en via Jabeek en Bingelrade naar Doenrade en nog even afgedaald naar Watersley en over de Euselingsweg terug de Windraak op en door het veld naar Puth.
Even de fiets onder de douche en tevreden aan de koffie. Zij die er niet waren…

Karel vult aan:

Tegen de snelheid van Martin bij zowel het fietsen alsook bij het plaatsen van een verslag met route is niet op te boksen.

Toch nog een klein relaas mijnerzijds:
De apps op zaterdag waren wisselend van inhoud van "bijna zeker" tot "Als Warmduscher misschien toch maar". Hoewel de weersvooruitzichten "fraglich" waren, toch besloten om zondagochtend te gaan fietsen. Zoals Martin al heeft aangegeven is de opkomst beperkt gebleven tot Martin, Henk (op zijn oude "koolstoffiets") en ik. Ger ging liever wandelen en van Vicente helemaal niets gehoord. De route was zoals al aangegeven wederom een beetje bekend, een beetje onbekend en helemaal onbekend. Wel verrassend en … we hebben zelfs een beetje zon gezien.

Tot de pauze in Geilenkirchen, waar keuzes maken op het verwarmde terras moeilijk werd elke routeaanpassing direct volledig geaccepteerd daar iedereen (Henk en Martin) een beetje op de hoogte was.
Het stuk na Geilenkirchen werd gedomineerd door grote routedeskundigheid en zekerheid betreffende de te kiezen wegen. Dit heeft geresulteerd in doodlopende wegen en een stevige veldrit. Gelukkig had het geregend en was er voldoende modder om een beetje heroïsch tevoorschijn te komen.
Na ca. 15 km weer terug op onze eerder gepasseerde burg Trips in Geilenkirchen. Daar was alles weer bekend en is de snelle route via de Rodebach naar Etzenrade en vandaar naar Watersley waar Henk afdraaide naar Sittard en Martin en ik naar Puth (niet via de Oude Windraak).
Het was een bijzondere rit voor het einde van het seizoen. Mooie afstand, verrassend en nat.

Overigens ik moet mijn fiets nog poetsen.



Zondag 18 oktober – NeDuBe

Na een frisse nacht, maar droge weg en vrijwel windstil, meldden i.v.v.a. Karel, Martin en Vicente zich aan de toren. Karel en Vicente zonder mondmasker, dus dat zou een horecavrije rit worden.
Met het idee meer in Zuid-Limburg, een afwijkend rondje. Voor het eerst in ons leven de Nelisweg naar Helle afgedaald! Door naar Weustenrade en in Retersbeek de kogelwerende vesten aangetrokken; een politiecamera hield een oogje in het zeil. In Klimmen aangekomen afgedaald naar Craubeek en Ransdaal en daar een weinig genomen weg door het Ransdalerveld omhoog door verstilde akkers waar de boeren druk aan het oogsten, ploegen en zaaien waren. Met majestueus, bijna Grieks, uitzicht de Fromberg af en naar links. Karel, met het snot in de kop, smeekte niet de Dode Man te nemen, dus door naar Wittem en van Partij de Oude Trambaan gevolgd om in Mamelis de veldweg omhoog naar Orsbach te nemen; veel wandelaars onderweg.
Gelijk weer omlaag naar Oud Lemiers en de Senserbachweg naar Vaals om daar even links naar Aachen te rijden en zo bij Steppenberg de rustige, pas geasfalteerde, weg naar het Drielandenpunt omhoog. Boven even overlegd, alle horeca gesloten en dus, noodzakelijk, België in en dit niet meer te verlaten voor Mesch. Prachtige uitzichten en een lekker tempo. Van Mesch het gekende fietspad naar het noorden waar Vicente deze keer als eerste thuis was en getweeën door. Afwijkend vlak voor Ulestraten links omhoog naar Schietecoven en langs het vliegveld waar een tiental vliegtuigen van fly.be geparkeerd stond en door Kelmond en de Hobbelrade af. Ruim aan het Ger-criterium voldaan en we waren zeker niet de enige fietsers en wandelaars op weg, waar opviel dat veel MTB’ers geëlektrificeerd rondrijden

Karel voegt nog toe:

Martin heeft alles al uitgebreid beschreven; Eigenlijk niets meer toe te voegen. Gezien de vooruitzichten voor koud weer had ik in eerste instantie mijn bedenkingen, echter het appje "Wie?" trok me toch over de streep. Het zou niet gaan regenen, dus warme kleren zouden voldoende moeten zij. Ook met een slepende verkoudheid. Dit dan ook gedaan. Nieuwe lange broek, nieuwe overschoenen, hemd met lange mouwen, shirt met lange mouwen en een windjack, daar overheen nog een windbreker. Wie doet je wat. Vandaag werd gekenmerkt door bekende routes, maar dan net iets anders. Zoals Martin al opmerkte de Nelisweg, door Partij naar Nijswiller, Over Mamelis langs de Selzerbeek en omhoog naar Orsbach. Via de Duitse kant naar het Drielandenpunt. Hier is het mij mogen lukken om toch nog een fout weggetje te pakken. Burgerlijke gehoorzaamheid, niet door een met een slagboom afgesloten weg.
Vanaf het Drielandenpunt eigenlijk alleen maar de bekende wegen gedaan.
Op veel plaatsen resulteren de bouwactiviteiten van de zomer in mooi nieuw wegdek, o.a. in Gemmenich. Door de Covid19-maatregelen komt alleen de koffie met weer een beetje in het gedrang, ook omdat er op deze route geen bemande tankstations zijn waar wat te knagen te krijgen is. Heroïek van de rit des te groter.
Martin en Vicente zijn toch iets te groot voor mij. Zal wel aan de zich lang trekkende verkoudheid liggen. Al met al een mooie, verrassende tocht van 105 km en ca. 1200 hm. Met wederom dank aan onze fietsende landkaart (niet negatief bedoeld Martin).



Zondag 11 oktober – Echt waar!

Karel
heeft zijn verslag klaar:

Zaterdag begon Henk al te peilen wie er zondag naar zijn nieuw fiets wilde komen kijken. Ger was al heel snel met een toezegging. Gezien mijn nog steeds niet florissante toestand en de weersvooruitzichten (om 12.00 regen volgens Vicente) beslissing nog even opengelaten. Zondagochtend toch maar positief beslist. Om 8.10 richting Martin en vandaar samen naar het VDA, waar Henk al stond te pronken.
Door naar Schimmert, onderweg nog een verse beek gespot. Bij het verzamelpunt kwamen nog Vicente en Ger. Waarnaartoe? Thorn via Heerlen werd besloten.
Via een andere route naar de Caumerbeek en via H’heide naar Brunssum en vraag me niet verder hoe. In Waldfeucht, na ca. 55 km, begin de zucht naar koffie toch wel op te spelen. Via de zeer grote plaats Slek naar Echt centrum waar Bakker Bart dicht was, maar Het Genot open. Hier de wereldperikelen besproken onder het genot van appeltaart en koffie met “psscht”.

Gezwind en stevig door via Roosteren en het nieuwe fietspad naar Geleen en Puth.
Hoewel mijn verkoudheid toch wel wat opspeelde is de totale rit me toch niet tegengevallen.

De webmaster kan natuurlijk de route toevoegen en vermelden dat alle kritiek op de snelle flits van Henk natuurlijk nijd was: de zadeltas als een olifantenscrotum, de voetpomp langs het frame, de mountainbikepedalen en een 1:1-versnelling. Gelukkig heeft het fietsen er niet onder geleden.
Door Germania, waar we de omgeving min of meer kenden, maar toch weer nieuwe wegen gevonden, waarvan sommige werkelijk prachtig door het kale land slingeren. Een blik op de wat lusteloos draaiende wieken van de windmolens (de molen zelf draait natuurlijk niet).
De terugweg toch wel uitdagend: door het vele kopwerk en de tegenwind. Toen we bovenop Daniken aankwamen vond ik ’t het moment om Karel, die zich ondanks zijn verleden pseudocorona dapper geweerd had, naar huis te brengen. Nog een klein rondje om het huis om de 100 vol te maken en daar de puinhopen van gisterens fietsonderhoud (Idworx, Cube en Lenzen) op te ruimen en verse olie in de Rohloff gedaan en toen in bad.

Ger voegt – laat – nog toe:

Maar een ding toe te voegen. Heerlijk gereden met ons vijven. Dat te kunnen doen blijft een oprecht genoegen en dan is Henk z’n fiets om te genieten. Hoop wel, dat hij die gepoetst heeft. Na het afslaan van Martin en een miraculeus rijdende Karel (heeft waarschijnlijk Trumps medicijnen genoten) nog even met Henk doorgetrokken. Langs Jos naar huis, waarbij ik meen dat ik zijn auto zag. Thuis ijsje gehaald en vanavond met m’n zusje en zwager gegeten en toch maar voorzichtig onze wintersport geregeld.



Zondag 4 oktober

Ger
:
Er zijn zo van die dagen. Vandaag is - evenals andere jaren - onze sluitingskoers: de Buissonnière. Meestal goed weer, eenieder goede benen en humeur dankzij een succesvolle zomer en najaar, de wetenschap dat we weer een jaar “zonder echt erg” hebben gefietst, een mooie rustige rit qua natuur en wegen en het aangename gezelschap van de zondag rit uitgebreid met een enkele gast. Dat alles af te sluiten met een lekkere pint op het Tilffse terras met gelijktijdig terug- en vooruitblik. Dit jaar was dat tot voor kort ook zo; dankzij C had eenieder zelfs meer en beter gereden, dus we verheugden ons afgelopen zondag op vandaag. Het mocht niet zo zijn! Bij mij staat het zo goed mogelijk naleven van de C-regels voorop, hoe betwistbaar ze ook soms zijn en die wierpen een forse handicap op. Daarnaast kwam bij mij, na een doordeweekse regen-rit, het vooruitzicht op natte wegen, ruim met bladeren voorzien van enige jaren her, op het netvlies. Het weer degelijk poetsen en ook remblokjes vervangen op de DUELL deed de deur dicht. Kortom mijn enthousiasme ging deze week rap naar “ik ga niet mee”. Eerst omgezet naar een zondagrit met z’n allen naar Thorn, maar gister vlogen de annuleringsappjes eenieder om de oren. Dus solo, met Reinouw samen er op uit, wellicht starten met de MTB? Het ging bij mij dus uiteindelijk van kwaad tot erger, resulterend in pijn in mijn rug vanmorgen. Ergo bij mij vandaag wandelen, waarbij ik genoeg goed geklede groepjes en eenlingen tegenkwam. Die voeden mijn watjesgevoel stevig. Daarom herpakken en mijn rug maar eens testen direct op de hometrainer ter aflossing van Reinouw die er nu haar rondjes maalt. Daarna de stoomdouche en hopen dat de Buissonnière dit jaar nog ergens lukt. Anders Banneux met kerst?

Henk heeft wel gereden:

Wat een fantastische fietsmaten heb ik toch. Ik stippelde een route uit met vele kilometers bosweg met steentjes, modder, eikels, dennenappels, takken, kastanjebolsters en hier en daar (zelfs een beetje rul) zand. Maar er kwam geen enkele klacht of protest. Bedankt jongens.
Ik was maar een beetje in noordoostelijke richting vertrokken, zonder vastomlijnd plan, behalve maximaal de regen te ontlopen. Dat lukte wonderwel. Twee keer even een spatje. De tweede keer terwijl de zon er bij scheen.
De wind ontlopen ging niet. Op de heenweg volde ik me Thomas. Op de terugweg Kelderman. Vooral het stuk door de Meinweg was landschappelijk mooi. Het eerste stuk van Koningsbosch naar Elmpt was superrustig en erg mooi op deze herfstochtend, maar voor warmdouchers ongeschikt. De terugweg daarentegen een fietsstraat met asfalt als een biljartlaken door een prachtig afwisselend terrein. Echt de moeite waard. Valt net buiten de normale actieradius vanaf de toren ben ik bang.
Op de terugweg heb ik mede vanwege de wind, die pal tegen stond zo hier en daar de grotere doorgaande wegen vermeden door de bewegwijzerde fietsroutes te pakken. Dat was geen onverdeeld succes. Toch relatief vaak onverhard of halfverhard. Ik ben zo wel op de motte van Waldfeucht (Bolleberg) gestuit. Op de weg van Waldfeucht naar Saeffelen leidde het fietspad me (niet geheel onverwacht) door het veld met de windmolens, die een goede opbrengst hadden, en waarbij het eerste stukje ook nog net iets meer dan vals plat omhoogging. Omdat ik besloten had m’n snelheid aan te passen aan de omstandigheden in plaats van m’n inspanning, kwam ik daar goed door, maar de door mijn Garmin geregistreerde snelheid kwam maar nauwelijks boven de 10 uit. En dan nog was ik na 90 km met een gemiddelde van 22.6 behoorlijk uitgepierd toen ik thuiskwam.
Zo meteen even de Massi onder de douche, dan kan die schoon aan de haak. Morgen ga ik met Marijke m’n nieuwe Rose halen.



Zondag 27 september - Hard en gezwollen

Hard en gezwollen – banden en beken; dat waren de thema’s van vandaag.
Had Ger de avond ervoor aangegeven dat hij zou gaan als het droog ‘zou’ zijn en hadden Karel en Martin zich bij dit voornemen aangesloten; Vicente had iets verprutst met sleutelen en zijn derriekabel van een Spaanse kraag voorzien en als een soort Verstappen uitgevallen. Henk durfde nog niet.
Na 30 mm regenval was het droog; de straat nog niet helemaal. Karel en Martin over Grijzegrubben naar de toren waar we Ger snel troffen; gezien de windrichting werd iets als Koningsbosch genoemd. Maar ook de ‘Caumerbeekroute’ werd genoemd, dus eerst naar Hoensbroek, over een gezwollen Geleenbeek waar we de Caumerbeek – ook gezwollen – oppikten en zo richting Koumenberg. Hier kreeg Ger een lekke aba, naar hij zei door een stootlek in een putje. Hier een grote beginnersfout gemaakt: niet de band getoucheerdSW en inderdaad, na het verwisselen binnen een kilometer weer een lekke, naar bleek door een scherp steentje, maar met behulp van Karels CO2-patroontje weer snel hard.
De Caumerbeek verlaten en nu door naar het noorden door de mijnmerkerskolonies van Brunssum en langs de Afcent om onder de Buitenring door langs de golfbaan te komen. Langs de grens verder om bij Niederbusch definitief Duitsland in te komen om door verstilde dorpjes stevig doorrijdend uiteindelijk toch in Koningsbosch uit te komen. Langs de kalkzandsteenfabriek naar Pey en in Echt bij Bakker Bart de koffie en de vlaaitje(s).
Over de hoge brug het kanaal over en met de wind nu in de rug naar Aasterberg en daar een, in ieder geval voor Karel, nieuw weggetje direct langs het kanaal gevonden om in Roosteren het bekende fietspad langs de Maas te nemen. Hiervan was het peil inmiddels door de regen het etmaal ervoor ook weer wat gestegen.
Door Grevenbricht naar Urmond en naar Maasband en Meers en bij Elsloo de brug over.
Hier begon Karel over een leeglopende voorband te klagen, maar met het laatste zuchtje uit zijn Viagracapsule genoeg hardheid om thuis te halen.
Obligaat de Adsteeg op en in Genhout Ger naar rechts en de rest Hobbelrade af om de Weg langs Stammen omhoog te nemen; hier kwamen we nog een aantal Alpacauitlaters tegen; de leegheid van die levens…

Ger:
De hele week niet gefietst helaas; tot gisteren. Nu het wel goed ingehaald. De BETS-rit van gister was omgezet in solo rijden. Dat doorgeven en dan komt een samenvattende score. Me niet zozeer druk gemaakt om die score, maar rustig gepeddeld; eerst naar Gronsveld (moest wat vragen bij de winterstalling van de caravan en dacht, laat ik dat nu eens ouwerwets doen en langsgaan). Vervolgens via het industrieterrein bij Eijsden waar een triatlon aan de gang was door Maastricht en bij Smeermaas verder aan Belgische zijde langs de Maas. Al tig keer gedaan, blijft mooi met weinig water in de Maas bij Smeermaas en wat laatste flets rood van de Gazon Rouge. Retour via de brug bij Stein naar het vliegveld en via de watertoren naar Klimmen en via de Koulen terug. Net als bij de Amerikaanse verkiezingen wacht ik nog op de uitslag. Beloning van fietsen was dat het droog bleef.
Vandaag weer die beloning gekregen, zij het dat mijn jackje perfect is om het vocht van buiten ook buiten te houden, maar tevens ook het vocht van binnen binnen te houden. Thuis was ik drijfnat. Rustig en route naar de toren. Aan de toren het gebruikelijke overleg. Gezien de wind vertrekken naar het noorden, waarbij ik iets van Echt riep en Martin Caumerbeek. Nu dat hebben we geweten; fraaie oevers, geasfalteerd en goed lopend. Genoten en nauwelijks stedelijke omgeving gezien. Totaal nieuw voor Karel en mij. Zo kwamen we ook weer in Duitsland uit. O.a. die gekke windmolen met helikopterbesturing. Echt heeft een heel mooie binnenstad met Vrijthof wist Karel te vertellen. Dat was ook zo, maar alle horeca was nog dicht op Bakker Bart na. De werking van mechanische ventilatie besproken en wat losse zaken; niet echt vermeldenswaard, behoudens dat we ook influencer willen worden.
Gekend inmiddels terug tot de brug over het kanaal bij Elsloo met daarvoor langs ons oude huis in Grevenbicht en weer eens de mooie lus bij de Maasband. Zelf 100 km zonder reserveband gereden. Maar heel thuisgekomen. Morgen poetsen en plakken. En zondag de Buissonnière. Ik heb het inmiddels ook bij Bets uitgezet.



Zondag 20 september: Baraque Michel
Na een weekend zonder TCE – niet dat er in die periode niet (fors) gefietst is, deze keer weer eens redelijk volle bak. Aan de toren met zonnig weer en weinig wind i.v.v.a. Martin, Henk, Karel, Ger en Vicente.
Het doel was ’s avonds voorafgaand al gesuggereerd en dat werd gehandhaafd: Baraque Michel.
Deze keer over een afwijkende route. Om routineus kilometers te maken Groot Haasdal af en Sibber op om ongebruikelijk via de Scheuldersteeg naar M’ten te rijden. Lekker afgedaald door Reijmerstok, langs een volle Osebos om in Euverem langs een gigantische, landschapontsierende uitbreiding van het bungalowpark te komen. Dat Gulpen-Wittem dit goedgekeurd heeft is een raadsel. Na Teuven de Gulp gevolgd tot zijn bron en in Hendrik Kapellen afwijkend richting Verviers om kruipdoor-sluipdoor in Bilstain te komen en daar een kleine D-tour door het ‘centrum’ en heerlijk afgedaald naar Dolhain.
Hier, voor het stoplicht, dacht Karel tegen een afzettingspaaltje te leunen, maar dat klapte, daar het niet vergrendeld bleek te zijn, tegen de vlakte, Karel erachteraan. Beurs dijbeen en bloed op de elleboog en de achillespees, maar de tour stopt niet, dus: door!
Bij de melkproductenfabriek van Corman bij Béthane rechtsaf de grote weg naar de Gileppe in om de dam via het alleraardigste binnendoorpaadje te bereiken. Op de dam een drukte van jewelste, dit in overeenstemming met de algemeen grote drukte in het Heuvelland alsook op de grote heirbanen in België, met vooral motoren en dure auto’s met onvoorstelbaar goedgekeurde uitlaatsystemen en chauffeurs met kleine pikkies.
Over pikkies gesproken: er is een nieuw Schweres Wort aan de bibliotheek toegevoegd: een Kroontje zetten: wildplassen in de bebouwde omgeving. Vicente bestond het dit overigens in Dolhain te doen, recht tegenover het bureau de police.

Na de dam nog door het rustige Herbiester en toen de eindklim langs de grote weg. Martin constant en rustig uitlopend en na drie minuten kwamen Ger en Vicente in een zinderende strijd boven, die voor Ger het gunstigst afliep, gevolgd door Henk en Karel als vijfde.
De koffie en de (bos)bessentaart waren goed en na het afrekenen eindelijk naar beneden.

De weg was druk, het wegdek wat korrelig, maar desondanks fluks gereden: H&M in een mooi treintje en niet lang daarna de rest.
Onderin Eupen voor de “lage route” gekozen en zo over Membach en Baelen terug; een bekende route, maar in de andere richting toch weer geheel anders.
Rechtdoor naar Welkenraedt, waar Vicente even fout reed, maar snel weer gerecombineerd, en gestaag naar Henri-Chapelle. Gevolg gevend aan het adagium om eenzelfde wegdeel niet tweemaal te nemen, ‘bovenlangs’ langs het oorlogskerkhof naar Mabrouck en Remersdael om onderin bij Obsinnich zeer ongebruikelijk de in onbruik geraakte klim naar het Bovenste Bos te nemen alwaar Karel, glunderend voor Henk en Vicente bovenkwam. Dit leidde bij laatstgenoemde gelijk tot het besluit linea-recta om te keren en over Teuven naar Mestreech terug te gaan.
Verder door naar Sippenaeken en via Klein Kuttingen en de Smidse naar Mechelen. Na Mechelen kwam bijna smekend uit het peloton het verzoek niet de Kruisberg te nemen, dus door naar Partij-Wittem.

Inmiddels was het onaangenaam druk geworden, dus goed oplettend naar Valkenburg waar Ger linksaf de Sibber insloeg en gedrieën nu over de Hitlersteig omhoog, waar Henk, bij wie het lichtje na een aantal weken niet gefietst te hebben, langzaam uitging, nog wat water van Karel bedelde. Zo door naar Schimmert en in Geleen namen wij afscheid.
Tevreden.

Gers blik op de rit:

Toch wel een bijzondere dag; zo goed als maximale opkomst, mooi weer en een geliefd doel. De Baraque Michel. Omdat we eerder - nog niet zo lang geleden - al naar en in Eupen waren, had Martin een alternatief in z’n hoofd en dat was fraai. Consequentie was wel dat de mooie klim door het bos nu sneuvelde. Geklommen over de normale daalweg, maar eerst uit Bilstain naar de voet van de Gileppedam en vandaar naar de kop via het bospad. De dam voorzien van een imposante leeuw en een beperkt aantal toeristen. Want dat was het geval vandaag; een continue stroom van allerlei soorten toeristen en vooral motorisch, die ook wilde profiteren. Over de dam verder via een mooie stijgende bosweg naar de grote weg en zo naar de top. Karel had vandaag twee memorabele momenten; het eerste toen hij bij een verkeerslicht een soort Amsterdammertje als steun wilde benutten, die pardoes omklapte. (Scharnier niet verankerd). Malheur had erger gekund. En het tweede toe hij zich na 100 km met de debatten vooraan begon te bemoeien. Training maakt wat uit naar bleek. Positief ook bij mij door de Overijsselse tochten en minder bij Henk, die weer de draad na zijn val en een handoperatie oppakte. Vicentes hoogtepunt was - zonder erg - een Kroontje wegzetten tegenover een Belgisch politiebureau en Martin stoomde als immer en continue gewoon op kop; overigens in een zeer gesoigneerde outfit.
Het fietsen was simpel; in de buurt van elkaar en met een stevig gemiddelde en in de klim het onderlinge onderscheid. Geen C-woord gevallen en op het terras op de Baraque heerlijke lokale bosbessen. Een kleine herinnering aan Vosges en Planche. Waarvan we gister in de TdF overigens weinig herkenden.
Tot slot voelde ik mijn lijf overal, zonder dat dat aan klimmen en snelheid vasthouden iets afdeed. Wel wat afstand gehouden want mijn concentratie verslapte wel. De kaap van 150 km nog even geslecht via Sibber en Euverem/Crapoel. Zeer fraaie dag; daar doe je het fietsen voor! Eerst een heerlijke bak herstelyoghurt met vruchten, daarna een goed bad en bijkomen. Ik ben rond ca. 17.30 uur weer in voor een nieuw tochtje (?)

Karel vult ten langen leste aan:

Pas een late reactie vanwege wondverzorging en een uitgebreide massage (gewoon een warm bad).

Aan de verhalen van Martin en Ger is eigenlijk niets meer toe te voegen, het was een voortreffelijke tocht. Hoewel eigenlijk gekend waren een aantal delen van de route voor mij een beetje uit het geheugen verdwenen of geheel onbekend. Volledig nieuw voor mij was de bijzonder mooie klim naar de dam op de Gileppe en daarna de klim door het bos terug door de grote weg en het aansluitende stuk naar Herbiester. In de klim vanuit Herbiester naar de Baraque speelde mijn rechterbeen toch wel wat op. Hiermee natuurlijk niet de grote achterstand goed pratend. Ook het plaatsen van een kroontje kostte wat tijd.
Elleboog ziet er goed uit. Achillespees is behoorlijk ontveld en is tijdens na het schoonmaken weer open gegaan. Groeit vanzelf weer dicht. Mijn dijbeen gaat prima, alleen gaan zitten, opstaan en traplopen is behoorlijk pijnlijk. Gaat vanzelf weer over.



Zondag 30 augustus – Pam-Pam 2.0

Ger
:

Bijzondere rit vandaag. Slechts met Martin aan de toren. Henks sleutelbeen, Karels buitenlandstage, Vicente samen met de anderen “zoek”, waren evenzovele redenen. Het bijzondere zat in het weer; nauwelijks wind, zonnetje, temperatuur naar herfstwaarden en zo was het ook: een mooie herfstdag. Daarnaast de rit, voor mij niet te reproduceren, maar mooi buitenlands van aard en qua wegen, bebouwing en natuur anders dan anders. Dus verslag van Martin. In het vertrek viel als route Pam-Pam over Noorbeek. Bij Pam-Pam denk je aan het gebruikelijke, maar in het Heuvelland hebben we dit keer van alles gereden wat we normaal zelden pakken en in België hetzelfde. O.a. de oude Hallembaye met als beloning zeer fraaie vergezichten en Frans/Italiaans landschap en belichting. Daarnaast weer de fruitstreek door, waar de dorpen qua inwoners leeg waren; wat die Vlamingen op zondag doen?
Het gesprek in Pam-Pam was wederom een Covidanalyse met alle goede, maar ook gekke dingen. In essentie toch een stevige ontwrichting van de samenleving. Ter plekke geïllustreerd door twee twintigers die fraai “bemondkapt” binnenkwamen, naar een tafel met twee vriendinnen liepen en uitvoerig begonnen te welkomstzoenen. Onderweg over van alles en nog wat gekwetterd, maar ook geconstateerd dat er vele fietsers weer op pad waren; Belgische automobilisten overwegend zeer voorkomend en sociaal zijn en in Beek weer zo’n golf/BMW-type zich zat uit te kuren op anderen. Onderdeel van dat kwetteren was ook het grote voordeel van lokaal vakantie vieren, lokaal bewegen en als consequentie de vele km’s fietsen. Wat weer heel positief leidt tot betere prestaties met minder inspanning! Dus ook vandaag weer afgesloten >100 km en >1000 hm.

De webmaster kan een paar dingen aan het al volledige verslag toevoegen: te Mheer bleek ik een lekke voba te hebben doordat een meidoorn het loopvlak doorboord had. Het lek had natuurlijk niets te doen met de wat versleten band: aan de wangen staken meer haartjes naar buiten dan op het hoofd van Grapperhaus. Ik denk dat de band er zo’n 10.000 km op gelegen heeft. Thuis toch maar vervangen. De heenweg naar Pam-Pam redelijk bekend; niet onvermeld mag blijven de prachtige afdaling bij kasteel Altembrouck en het dito vervolg door het Noordal. De oude Hallembaye nog steeds een erg mooie en vooral rustige klim en steil afgedaald het Jekerdal in. Een nieuwe klim vanuit dat dal gevonden, die niet alleen “lekker liep”, maar ook fraaie uitzichten bood. Door het Haspengouw min of meer op gevoel en de zon noordwaarts gereden en uiteindelijk de brug bij Veldwezelt.
Hier had ik op de kaart reeds eerder een nieuw fietspad gespot en nu gevonden. Bijzonder mooi min of meer om Maastricht heen de grens volgend om met slechts 100 meter gravel bij de weg naar Smeermaas uit te komen. Een aanrader. Ger stelde de brug bij Elsloo voor en langs verstilde kanalen met een niet verstilde snelheid noordwaarts om na de brug door Stein te komen. Daar Ger de Adsteeg had genoemd deze genomen alwaar onze wegen zich scheidden.
Thuisgekomen zes bandjes geplakt, een nieuwe voba omgelegd, de batterij van mijn cadanssensor vervangen en het slangetje van mijn pompje vervangen (ik bleek er nog een te hebben liggen). Geen 1000 hm maar wel > 100 km.

En wat we beiden zijn vergeten, dat bij het wisselen van Martins voba in centrum Mheer de voordeur van een nogal alternatief uitziende woning openging en een ca. 10-jarig meisje kwam vragen of we hulp of zo nodig hadden. De koffie werd vervolgens ruim aangeboden, maar het was te vroeg voor onze koffiestop. Daarmee werden alle mogelijke vooroordelen weer eens degelijk geslecht en is er hoop voor de toekomst met zo’n aardig kind!



Zondag 23 augustus - Tongeren

Ger
verslaat:

Raar opstaan vanmorgen: “ik had niet echt zin in fietsen”. En dat is zeer uitzonderlijk. Wellicht te maken met een nostalgiegolf die gisteravond over me trok. N.a.v. het interview in de Volkskrant met Ronnie Robbertson gisteravond de DVD van de Last Walz weer eens bekeken; ordegrootte 40 jaar geleden, redelijk aantal van de optredenden gesneuveld dankzij hun drugsgebruik, maar wat een mooie muziek. Vervolgens vanochtend nog wat in mezelf zitten tutten over welke fiets. Kortom … Synapse gepakt, want poetsen moest ik die toch al. Aan de toren sloeg het wel meteen om, zeker toen MartinTongeren” opperde. Eerst Vicente na een lekke oppikken bij de Hanos en toen “kruip door, sluip door” via de Geulhemmer richting de stop van Ternaaien om zo via de St. Pierre de route op te pakken. Wat mij opviel, is dat ieder dorpje in die streek hetzelfde er uit ziet en ook de weggetjes tussendoor. Daarbij alles dicht. Het was tegen de wind in, maar het liep bij eenieder lekker. De stop in Tongeren na het bekende racepad in de laatste km’s was voor mij rond de 60 km. Direct onder de poort rechtsaf voor de koffie en twee te delen croissants. Maar de bediening was uitermate vriendelijk. De stopverhalen zijn inmiddels al een tijdje niet meer dan wat losse accenten bij dit of dat. Slechts het niet-verschijnen van Jos i.v.m. met Ventoux-training is de moeite waard om te herinneren.

Retour via een beklinkerd fietspad, waarbij Karel geen omweggetjes wilde. Ergo door de toch wel mooie velden en langs bosschages richting Vroenhoven. Mooi te rijden en ook hier geldt de opmerking van inwisselbare dorpen. Na een paar km achter Tongeren begon mijn ketting geluid te geven en ook mijn kransjes pakten niet meer perfect. Ik dacht dat er te weinig olie opzat, maar na een kilometer of tien zag ik dat de sluiting van de steekas niet meer op zijn plaats zat. Een paar stevige slagen vast en alles liep weer als vanouds. Maastricht uitrijdend richting Bemeler begon het te regenen; vandaar maar richting Dellen. Echter het droogde op en toen de mooie klim door het veld richting B&T gepakt. Bij Adelante afscheid genomen van elkaar en ieder naar huis. Fiets poetsen is voor morgen; nu aan de koffie met een de man van een overleden vriendin van Reinouw die op bezoek komt. Gezellige vent.

De webmaster vult, na dit volledige verslag, nog wat aan: Vicente had last van een klotsende achternaaf en de smoes die hij veinsde om niet met ons te behoeven fietsen was natuurlijk uitermate zwak en doorzichtig. Henk kon er nog niet bij zijn omdat zijn schouder nog wat last gaf, maar gaf aan er volgende week weer te staan.



Zondag 16 augustus – Barrage d’Eupen

Ger
verslaat:

Vandaag zoals Martin onderweg al zei een ouderwetse rit! Aantal aan de toren met zes (Karel, Henk en Dave) niet verkeerd; bestemming Eupen de dam, ook prima; tempo zat er goed in (dat krijg je met al dat Covid-trainen) en tot slot beloond met een heerlijke hoosbui in Sippenaeken met als toetje meertjes van water en modder en afgewaaid hout in de buurt van Mechelen. We zijn immers geen watjes. Fiets poetsen dus pure noodzaak.

Nadat gister de appjes je om de oren vlogen was eenieder die verwacht kon worden ruim op tijd aan de start. Weer snel terug richting Gulpen en de Lourdesgrot in Banholt van een paar weken geleden weer opgezocht. Richting de rijksweg De Hut-de Plank, maar niet nadat Martin had laten zien hoe je eenvoudig een bidon onder je achterwiel krijgt. Vervolgens boven Aubel de afslag naar HC om die licht vals lopende weg met z’n allen in een stevig tempo soldaat te maken. Met dat nieuwe asfalt van een jaar of wat geleden loopt ie overigens prima.

In HC de afdaling richting Eupen en daarbij heuveltjes zoals gewend om bij de voet naar de Baraque linksaf Eupen in te gaan. Terrassen zagen er goed uit, maar we wilden per se naar de dam. Door bosrijk en nat met blaadjes versierd wegdek geklommen en boven bij gebrek aan mondmaskers weer terug.

Onderweg een leuk terras getroffen met een aardige bediening en wederom wafels; met dank aan Vicente die vierde dat hij 61 was geworden.

Op de terugweg gewoon met z’n allen wederom stevig doorgefietst en de mooie klim bij Moresnet gedaan. Totdat we de bui zagen hangen en kregen. Zelf nog mee naar V’burg om via de Sibber terug te keren. Door naar een droog (!) Margraten omdat de Ingber af met die modder mij niks leek. Tevreden thuis; lekker gefietst.

De webmaster voegt nog toe:
Er zijn maandagen dat je denkt: “Heb ik nou gisteren gefietst en zo ja: wat ook alweer?” Deze maandag zal zich daar niet onder scharen. Allereerst weer eens een taakstellend doel, wat anders dan Pam-Pam of het Rode Bos. Niet onvermeld mag blijven dat Vicente er lange tijd niet was en oud-collega Dave wel eens mee wilde. Het waterballet was inderdaad imposant; bij de kruising van Wittem stond zeker 30 cm water en nadat ik op het stukje Mechelen – Partij achter Karel gereden had zat de modder die uit het akkerland over het pad liep in ogen en oren.
In V’burg was het weer onprettig druk, zo druk dat een ouder echtpaar (uit Hank, what’s in a name!) zonder te kijken achteruit een oprit de weg opdraaide; Henk remde als laatste tijdig, maar de weg was nat en hij gleed gracieus onderuit. Wat schaafwonden en een stijve schouder en beurse dij en de brifters van de fiets naar binnen gedraaid. Met de autobestuurder wat gegevens uitgewisseld zodat hij zijn aangeschafte nieuwe fiets bij de verzekering kan claimen.
Krakend weer de Stoepert, voorheen de Adolf Hitlerallee, op en zo veilig thuis waar het 0,2 mm geregend had. De fiets onder de slang en uit de onderbuis kwam een bruine waterstroom.



Zondag 9 augustus

Aan de toren Karel en Martin die onderweg Ger al tegengekomen waren. Even later kwam alsnog Henk aangereden die ons bij het VDA gemist had en daar gewacht. We waren ook stipt op tijd daar vertrokken – dit nadat de week ervoor Henk vier minuten op ons gewacht had. Excuus.

Er werd iets als Eupen genoemd dus – op zijn minst – in die richting. Traditioneel naar V’burg waar Henk voor de Cauberg koos en zo door over het plateau naar M’ten en bekend maar mooi naar Bruisterbosch en Tebannet. Via Hoogcruts het kleine achterafweggetje naar het bakhuis en de Schilberg af naar Slinnich. Wederom koos Henk voor de Loor die Martin steady omhoog reed, velen inhalend, maar ook door twee ingehaald.
Karel als laatste boven, wat deze dag de standaard was. Het lag volgens hem aan zijn oude fiets; niet aan zijn tellertje, want die was onder garantie vervangen door een spiksplinternieuw apparaat.
De afdaling van Gieveld omlaag, wondermooi door de donkere bomentunnel over glad asfalt. Van Teuven de bekende weg naar Hombourg, het asfalt niet beter wordend en de gewone klim omhoog; deze keer niet over het nieuwe fietspad, maar tot in het dorp en zuidwaarts verder naar Montzen. Hier opperde Henk om Eupen, gezien het drukkende weer, maar voor een andere keer te laten. Dus afgezwaaid via het alleraardigste binnendoorweggetje Cosenbergerheydt om op de ‘grote’ weg naar Plombières uit te komenn. Met een vreselijk mooi uitzicht op Moresnet en zijn viaduct afgedaald en aldaar de koffie. Helaas geen vlaai, maar de chocoladecroissant maakte veel goed.

Na de pauze gelijk weer steil omhoog noordwaarts over kleine landweggetjes naar Gemmenich alwaar de veeleisende klim (wegdek en helling) Wolfhaag Direttissima. Over Raren naar Vaalsbroek waar we onderweg naar Holset aanpikten bij een Duitse racegroep die aanvankelijk mild reden maar na een tijdje het gas redelijk opendraaiden. Lekker tempo maken.
Net buiten Mechelen draaide Martin stiekem af naar Wahlwiller, daarmee de Kruisberg forcerend. Bovengekomen kon Karel slechts uitbrengen “Niet de Eyserbosweg”, dus de klim naar Trintelen waar Henk en Martin een mooi Sky-treintje vormden; zeer regelmatig rijdend.
Ger wilde naar Mondriaan dus daarheen en afgerond via de verschillende fietspaden rond de Geleenbeek met als verrassing de klim van Schurenberg gevolgd door Vaesrade en via de wat modderige Scholtissenholenweg huiswaarts, waarboven Henk afscheid nam.
Het was weer fraai; zij die er niet bij waren hebben wat gemist.

Ger:
Stevige rit vandaag na gisteren in de volle zon te hebben gegolfd met Marjolein. Dus goed afgezien beide dagen. We kwamen al redelijk bezweet aan bij ons startpunt, terwijl het wel lekker fris was. De technische verhandelingen omtrent de druppelpomp voor de plantjes van Henk uitgelegd gekregen. Daar heb ik ruim naar verlangd vandaag; zeker toen we in een tot serre omgebouwde bakoven in Moresnet onze koffie met chocoladecroissant nuttigden. Wat covid-wetenswaardigheden uitgewisseld, de sprint van Jacobsen en Groenendaal besproken; de social-mediagekte ook hieromtrent “van de hand gewezen” en nog wat zaken passeerden. We kwamen daar overigens vrij klassiek via Cauberg en Loorberg naar Teuven om ook klassiek de helling bij Hombourg te pakken. Met het mooie uitzicht op de hellingen bij Vaals en Aken richting Eupen, maar tijdig afgeslagen naar Moresnet. De hellingen daar, verstilde wegen en uitzicht op het spoorviaduct waren magnifiek. Het tempo zat er lekker in en dat bleef ook zo na de pauze. In de retourrit kwamen we op de Pas van Wolfhaag uit en vandaar de bekende weg via Vaalsbroek naar dit keer de voet van de Kruisberg in Wahlwiller. Ondertussen wat op gepeddeld met een Duitse groep, maar die heb ik in Vijlen laten gaan. De onoverzichtelijkheid daarvan en er werd hard gereden. Kruisberg op liep wel lekker, ondanks het feit, dat ik mijn lijf voelde, dorst had en naar de finish verlangde. Automatische piloot aan en de helling bij Trintelen ook “in cadans lekker omhoog”. Verder retour zoals vorige week; Dalstraat af via Mondriaan, Arcus en Ter Worm het Geleendal gepakt. De weg getuigde van een stevig buitje. Bij de keuze Retersbeek of Wijnandsrade de karakterkeuze gemaakt en door Hulsberg schampend naar V’burg. Heerlijke rit, maar thuis een half uur en anderhalve liter vocht naar binnen gewerkt om een beetje te herstellen. En inderdaad is de quote van Martin min of meer terecht > 100 km en > 1000 hm om het echt te laten tellen. Een fikse bui hier in Gulpen als besluit.



Zondag 2 augustus – Op ontdekkingsreis

Aan de toren Ger, Henk, Karel en Martin. Vicente had zich afgemeld. Jos schijnt thuis te zijn, maar…
Karel op zijn oude Massi, daar de rechter brifter van zijn Cannondale in het ongerede geraakt was. Ger zei iets als “wel dóór België maar niet in”. Martin stelde iets als Kornelimünster voor, maar daar waren ze al geweest, dus Stolberg als next best.
Als eerste tussendoel de Col du Haie de Loup genoemd. Niet via de kortste weg daarheen: Traditioneel Haasdal en Valkenburg en de Daalhemer omhoog; verder naar M’ten en weer heerlijk afgedaald na Reijmerstok om langs de volle camping Osebos te gaan. Bij Pesaken plotseling linksaf, bijna aangerand door een groep ATB’ers die geen voorrang verleend hadden. Achter de Gulpenerberg langs, toch nog steeds een behoorlijk knipje en in Partij onverwacht langs de grote weg verder richting Vaals. Rechtsaf naar Vijlen, korter dan Hilleshagen, dus steiler. Ongebruikelijk en best wel mooi langs Harles en bij Vaalsbroek rechtsomhoog over de Schurenbergweg naar de Pas van Wolfhaag waar we twee fietsers met elektrische ondersteuning inhaalden.
Lekker afgedaald naar Gemmenich en langs Moresnet door naar Kelmis. Hier van het gebruikelijke afgeweken en de achterlanden van Hergenrath ontdekt: erg mooie rustige weggetjes – het was sowieso een zwaar contrast vergeleken met de drukte in het Heuvelland – met evenzo mooie uitzichten.
Weer terug naar de grote weg daar een andere doorgang naar Das Reich niet in de buurt ligt en zo langs de Waldschenke. Die was nog dicht(?) en dus door, waar Martin na enige tijd de koepel van de kerk van Burtscheid zag en dus daarheen afgedaald. Een alleraardigste flaneerstraat gevonden aldaar die “voor de locals” is: gewoon gezellig en niet door toeristen overlopen. Een goede Konditorei met evenzo goede verjaardagsvlaai (van Karel deze maal) en zeer genoeglijk gezeten.

Na goed verpozen weer op pad door het hectische verkeer van Aachen, wat mij iedere keer toch weer een kick geeft, en het gekende pad onder de Lousberg door naar Aachen noord. Henk stelde voor niet traditioneel links naar Schloß Rahe te gaan maar rechtdoor.
Daarvandaan allerlei binnendoorweggetjes door plaatsjes als Uersfeld en Bank om uiteindelijk, door een stuurfout van Martin, weer in het bekende Horbach te geraken. Een afgesloten weg, aangeduid met alle voor te stellen borden als gesloten voor alle bestuurders, voor fietsers, voor voetgangers en voor paarden, was, uiteraard, voor Henk geen beletsel om toch door te rijden en door het aardappelveld ging het.
Naar de Locht en op de rotonde domweg links. Zo kwamen we op de grote weg naar Simpelveld uit waar Ger langzaam de richting begon te bepalen. Naar Bosschenhuizen en de Klingeleberg-West omhoog; Karel makkelijk bovenkomend daar hij 30€ lichter geworden was.
Om de Vrouwenheide naar Colmont en de Karstraat af naar Craubeek. Henk koos daar voor de klim naar Klimmen. Bovengekomen wilde Martin afscheid nemen van Ger, maar die sprak de historische woorden dat hij bij zo’n kort truttochtje nog wel mee ons meeging.
Als een speer door Retersbeek, mede om rondvliegende kogels te ontwijken en zo door Weustenrade waarna Ger te Brommelen (de protestspandoeken tegen de bouw van de mega-aardappelenloods zijn overigens verdwenen…) linksaf sloeg. Gedrieën verder langs de Naamse Steen en de Geleenbeek naar Schinnen met als toetje nog de Zandberg. Een heerlijk tochie weer.

Ger:

Aparte rit vandaag met aan het vertrek Martin, Karel en Henk. Vicente beperkte zich tot de groeps-app. Apart omdat het begin en einde in het drukke Heuvelland lag en het middenstuk grotendeels nieuw was in Duitsland. Bij onze toren gaf ik aan België te willen mijden, maar met Duitsland geen probleem te hebben; ergo met een lange omweg naar de Pas van Wolfhaag. Daarbij was ik na ca. 35 km weer in Gulpen. Na Wolfhaag afgedaald om vandaar allerlei mooie klimmen, afdalingen en uitzichten voorgeschoteld te krijgen. Eigenlijk voor eenieder grotendeels nieuw en voor mij helemaal. Omdat de Waldschenke dicht was; ik met snel dalen de afslag naar de Entenpfuhl onmogelijk maakte, kwamen we uiteindelijk in het centrum van Burtscheid terecht voor de verjaarkoffie van Karel. Een mooi terras in een mooie straat met klinkers, bomen, fraaie huizen, bronnen en de locals die de terrassen bezetten. Je waande je zo in een Zuid-Europese stad. Het nodigde uit tot een witbier, glaasje wijn etc., maar het geld was op!

Vandaar verder door de stad om op de rechte wegen van de velden rond Aken terecht te komen. Uiteindelijk Simpelveld en vandaar richting Trintelen geklommen, Karstraat af om wat mij betreft Wijnandsrade, de Blauwe Steen naar Aalbeek, Hulsberg, Arensgenhout en de overlevingstocht door V’kenburg te volbrengen. Drie scootertjes, een openslaande autodeur en een entreefile bij de stoeltjeslift ontweken en verder de provinciale weg afgeragd. Zeer mooie rit en ik had sedert lang de Synapse weer eens mee; een verademing en die reed heel goed (wil eigenlijk zeggen dat de eigenaar dat deed!)



Zondag 26 juli

TCE op drie na de vakantie, met nog ongepoetste fiets, van de Beer van de Bernina alsmede Karel en Pou-Pou.

Het doel viel al snel op Thorn, hoewel dat betekende dat de wind tegen was op de terugweg. Het had de nacht geregend, maar de straat was droog en bleef droog en alles was frisgroen. Op initiatief van Martin de Maas over bij Berg a.d. Maas om de fietspaden naar Heppeneert te volgen. Daar was, mede door de grindwinning, veel nieuws aangelegd; de moeite waard! Met de wind grotendeels mee ging het fluks.
De barricades waren inmiddels opgeheven en zo kwamen wij, met fris opgepompte bandjes, over de Maaskeien van Thorn.
Op het bekende terras de verjaardagsvlaai van Ger. Gefeliciteerd. Een nieuw woord aan de Schwere Wörter toegevoegd: een Ricardootje: iets wat niet kapot is verkloten tot het niet meer werkt, in dit geval de Garmin van Karel. Er bestaat zelfs een complot dat Karels acties hebben geleid tot het instorten van de server van Garmin.

Besloten niet langs de Maas terug te gaan, mede om wat tegenwind te vermijden en dus de binnenlanden in en via Montfort en Maria-Hoop Duitsland in, zo een drielandentocht makend en tussen oude en nieuwe windmolens naar Waldfeucht en via het achterland van Oirsbeek naar Thull waar onze wegen zich scheidden.

Thuis de Lenzen een goede beurt gegeven, frisse remblokjes erin en hij staat weer klaar!

Ger vult aan:

Martin heeft vast een nauwkeuriger verslag, maar ik wil jullie mijn invalshoek niet onthouden. Het motto van vandaag was simpel: “wind, raggen, grind en mais”. Met Karel had ik vrijdag al afgesproken in de verwachting dat het droog zou zijn vandaag en Martin appte al in de auto op z’n vakantieterugreis: “oké”. Rustig met halve wind iets achterlijk om ca. 8.10 uur naar de toren en onderweg bedenkend wat een leuke route zou kunnen zijn. Windtechnisch zou het in het vertrek richting zuiden moeten, ergo Visé, Tongeren etc. kwamen op, maar met allerlei Coronagedoe in Vlaanderen, schoot ook Thorn door mijn hoofd. Dat sprak ook Karel en Martin aan, dus dat werd de bestemming, wetend dat retour veel wind tegen zou opleveren. Richting het veer bij Berg (dat voor fietsers gratis was) en vervolgens direct het beton op langs de Maas, die met de Maasplassen, grindwerken en mooie watertjes achter de dijk een fraai uitzicht bood. Met het hoge tempo wel op elkaars wielen en sturen letten, Verder via verstilde Belgische dorpjes, bedevaartsoord Heppeneert, strandvertier en havens; alles ruim voorradig en….wind in de poeperd! Vrij snel na een km of zestig op de keien van Thorn en daar op een terras lekkere kruisbessen resp. Franse appelvlaai gegeten. Karel met een Sevenumse fietsclub zijn lokaal dialect ophalend en een “snoever van die club” meldde dat hij met zijn e-MTB makkelijk dertig haalde zonder noemenswaardig accuverbruik. (Ik wilde de pret voor hem niet bederven door de waaromvraag bij die e-MTB te stellen)

We waren wat stilletjes op het terras; allerlei reflecties en vooral het vooruitzicht van ruim en lang wind tegen op de terugweg. Op mijn vraag hoe terug zei Martin: “door het bos”. En inderdaad richting Maria Hoop waren bomen en ook in Duitsland werd het maislandschap afgewisseld met deze en gene boom. Ondertussen reden we met z’n drieën goed en groupe stevig door in die wind tegen. Martin uiteraard voorop en Karel en ik getrouw naast of achter hem, maar een gat laten vallen was er niet bij. Zelfs op licht klimmende veldwegen niet. Via allerlei Nederlandse beek-gemeentes (Jabeek, Merkelbeek etc.) kwamen we uiteindelijk in Vaesrade en daar was de scheiding. Martin en Karel via de Geleenbeek richting huis en ik richting Makro en via een lusje en manege de Blauwe Steen naar Wijnandsrade, door Swier en Klimmen en langs Jos naar de rijksweg naar huis. Jos z’n auto stond voor de deur, maar ik heb niet aangebeld. Op de Rijksweg nog even doorgetrokken om met 131 km en 25,5 gem te eindigen. Daarbij toch ook nog de nodige hm’s (745). Ergo: content. Garmin nog altijd in de hack; klaarblijkelijk is het losgeld (te) hoog.



Zaterdag 25 juli – De Webmaster op vakantie

Besloten dit jaar weer eens naar Zwitserland te gaan; met twee weken in plaats van drie kan dat nèt.
Eerst bij Miriams zus en zwager in Corseaux (VD) aan het Lac Leman langs. Vandaar naar het Berner Oberland aan de Thunersee en wat voor argumenten heb je meer nodig om dat per fiets te doen.
Via Aigle naar de Col de Pillon, die een paar stevige laatste kilometers heeft en zo door naar het Simmental. Wat ik vergeten was dat er tussen de Pillon en het Simmental nog een colletje ligt: de Saanenmoser. En dat er in de namiddag een zeer stevige tegenwind stond die de 1% daling ruim tenietdeed. Ik was eerder dan Miram bij de wat verbaasde hotelier en dus in afwachting maar een douche genomen en tevreden onder het frisse dekbed gerecupereerd.

Het weer in het BO was niet altijd stabiel genoeg voor de grote tochten, en bovendien zijn Grimsel, Susten etc. wel bekend genoeg ondertussen, maar er zijn genoeg onbekendere tochtjes net zo uitdagend. Een mooi voorbeeld is door het Justital naar Beatenberg en gevolgd door een klim naar Habkern met uitklim naar Lombachalp waar het asfalt eindigt. Een van mijn bucketlijst: Habkern ligt namelijk aan de achterzijde van de Augstmatthorn, mijn geliefde ‘huisberg’.
Zeer steile aanhoudende kilometers.

Een ander obligaat rondje is natuurlijk de Giro di Lago, afgerond met een buitengewoon mooie klim over buitengewoon rustige weggetjes om zo toch weer zo’n 1000 hm te vergaren.

Wat overigens ook opviel – als je er op let is het grote aantal gedecommissioneerde Zwitserse gevechtstellingen in de bergen die Zwitserland in de Tweede Wereldoorlog en tijdens de Koude Oorlog tegen vreemde invloeden moest beschermen. Inmiddels alle in 1995 gedemilitariseerd, maar de laatste explosieven om bruggen en wegen op te kunnen blazen (onder andere in de schlucht van Berguns) zijn pas in 2012 verwijderd.

Na een weekje BO naar Scuol in Graubünden en wel via Susten, Oberalp en Flüela. Precies 300 km met de auto, 50 km/h gemiddeld. Eerder al in Scuol geweest en inmiddels bijna alle mineraalwaterbronnen gevonden en geproefd.
Fietstechnisch een reprise van het rondje Zernez-Flüela-Davos-Albula-Zernez. Wat blijft die Albula vanuit het westen toch een vreselijk mooie pas.
Na nog wat alleen geëxploreerd te hebben ook nog wat explorerende bewegingen gedaan; onder andere naar het Val Sinestra, waar een oude Kurhotel in bezit is van een Nederlander die er ook activiteiten voor de meest Nederlandse gasten organiseert.
Op mijn verzoek liet de zoon van de inmiddels overleden oprichter de kelders zien waar de behandelbaden nog staan. Ook de kamer en zelfs de vloertegel waar de Geest van Val Sinestra zich doet gelden – ik heb niet gemerkt…
Verder naar S-Charl (spreek uit ‘se-tscharl’) waar talloze aardverschuivingen van een onweer van 2017 nog steeds zichtbaar waren. Dit overigens, net als het laatste deel van Val Sinestra over Naturstrassen: gecompacteerde materie die zich, mits droog, goed laat berijden.




Vrijdag 24 juli

Ger:


Ja, ik weet niet of een mini-TCE ook telt? Toch maar een klein verslag. In tijden van Covid-turbulentie, maar ook een grote Garmin hack, is er een zekerheid: “de fiets blijft”. Karel en ik hadden afgestemd vrijdag samen te rijden na een solo-optreden op dinsdag, resp. woensdag en geïnspireerd door imposante ritten in Zwitserland van de webmaster en zijn eega, maar ook een te volgen comeback van Frank.

We wilden babbelen op de fiets; Karel wil dat altijd wel en ik nu ook wel. Al tuttend vlogen de km’s voorbij. Tegen de wind uiteraard in het vertrek, maar die wind merkten we niet op. Uiteindelijk werd het een mooie hoefijzer-rit langs gekende paden, maar wel andersom. Vertrokken uit de afspraak bij onze geliefde toren naar de brug bij Elsloo en daarbij o.a. de Maasberg op over de herstrate keien. Een favoriet van mij is dan de Grensmaas met momenteel jonge Koniks-paarden en op het eind bij Smeermaas in de uiterwaarden van de Maas, een fraaie Gazon Rouge. Ons door de scooters en de toeristen op de Kesselkade heen gefietst en via de ENCI en door de Belgische woongemeenschappen naar de koffie en wafel bij Pam-Pam. Buiten zonder mondkapje met prima koffie en een grote gauffre met veel PssschtSW.
Retour was de wind in ons nadeel wat gedraaid, zodat die toch voelbaar bleef (en niet in de rug). Via Eijsden en het gouvernement naar de Groene Loper en zo door naar de Kruisberg. Ondertussen een gemiddelde dat er zijn mocht en op die klim allebei naar boven gestoven. Door naar de toren en verder daar beiden gekend naar huis. In Gulpen op de Rijksweg nog wat wandelaars gevraagd of “rood” ook voor hen gold; een stupide blik was hun antwoord. Samen heerlijk gefietst, waarbij ook Reinouw weer eens wat km’s had gemaakt.



Zondag 19 juli

Karel:

Op vrijdag in een "technisch" telefoontje met Henk afgesproken voor zondagochtend om 8.25 VDA. Henk zou Jan D. nog informeren. Vicente misschien wel misschien niet. En Ger was met zoon en schoonzoon aan het klussen en fietsen in het land van Maas en Waal. Jos is aan de Ventoux en Martin is de Alpen aan het bedwingen
Zondagochtend samen met Henk naar de Toren en hier gewacht of er toch nog iemand op zou komen dagen. Niet dus, Vicente: geen bericht en Jan D: naar Frankrijk. Misschien in augustus.
Waarnaartoe? Aangezien ik het vernieuwde Pam-Pam nog niet had bezocht werd dat genoemd. Alleen niet via het gekende fietspad, maar via de "Richting Aubel".
Het Haasdal af, de Daalhemer op en via Margraten naar Bruisterbosch en Terlinden. Vandaar naar Noorbeek en via Vroelen naar Ulven. Afgedaald naar St.-Martensvoeren en langs de Voer naar St.-Pietersvoeren. Achter de forellenvijver naar de grote weg Visé-Gemmenich.
Hier werd het idee geopperd om via St.-Jean Sart naar Aubel te gaan voor de koffie. In de afdaling opperde Henk om naar het "nieuwe" restaurantje "Au Bel" (net voor Val Dieu) aan de Bel te gaan.
Hier waren we eigenlijk te vroeg, want er was nog geen vlaai o.i.d. Hebben het maar bij koffie (die overigens wel lekker was) gehouden. Overigens gezien de vriendelijkheid van de gerant geen aanrader. Sprak geen Nederlands, gebrekkig Duits en goed Frans. Gelukkig had hij een mondkapje op en konden wij zij gezichtsuitdrukking niet zien, die leek niet erg vrolijk.
Na een lange pauze over de racebaan richting Visé. Wilden naar de steile klim bij La Heydt, maar zijn in de klim een weg te laat afgeslagen waardoor we langs het fort en door Neufchateau zijn gegaan. Voordeel was dat we makkelijk verder konden blijven kletsen.
Via Warsage en St.-Pietervoeren terug naar Nederland en door Mesch naar de Mescherheide. De steile klim bij Cadier en Keer en via de Brakkeberg (Vogelsangweg) langs de Geul naar Meerssen. Ulestraten en door Geverik naar de Adsteeg. Volgens Henk moest dit op het buitenblad. Die moeite heb ik me overigens niet gedaan.
Door Beek en Neerbeek richting Geleen en Daniken. Hier afscheid van elkaar genomen en ieder verder zijns weegs ter verdere afronding van het weekend.

Leuke tocht van ca. 95 km

Ger:

Geen TCE na 5 juli voor mij. Dus eigenlijk geen enkele reden voor verslagen. Toch een kort bericht, omdat anders “de rittenverantwoording in juli zo leeg blijft”. Daarnaast heb ik afgelopen zondag een toch wel aparte rit gereden: ca. 70 km zonder de benen stil te houden langs de Waal. Ik snap nu die tegen-de-windrijders pas, hoewel het nauwelijks waaide. Van het nieuwe huis van onze jongste in Benden Leeuwen over de Waaldijk naar Zaltbommel, daar de brug over en via de andere oever weer retour. Een fantastisch mooi landschap, dat wel (U bekijke de kaart van de rit voor een idee), maar... fietstechnisch nogal saai: malen en malen. Ik had onderweg heimwee naar de heuvels en ons draaien en keren. Vandaag overigens nog wat mooie foto’s van onze webmaster op echte toppen, maar dat lezen we later. Ondertussen door de week toch mijn km’s gemaakt met lokale heuvels, een midden-Limburg rit en zelfs een ca. 16 km MTB-rit met de bonusdochter van onze oudste. Die is tenger, volhoudend, miept niet en houdt van fietsen. Ergo tot dusverre een relaxed vakantiefietsen, met de gekende km’s hier. Komende zondag weer torenfietsen hervatten.



Zondag 12 juli 2020

Henk
schrijft:

Gelukkig had ik van tevoren duidelijke afspraken gemaakt met Vicente. Ik was namelijk weer te laat aan de toren. Ditmaal met pech. Ik had een nieuwe ketting gemonteerd en wel een kort testritje gemaakt, maar als ik bergop kracht zette sloeg de achterderailleur toch een beetje over. Vicente nog even geappt dat ik ietsje later zou zijn. Onderweg met Vicente nog geprobeerd het in orde te krijgen met het toch wel handige afstelsysteem van de Di2. Je kan het zelfs rijdend doen. Ik kreeg het wel goed genoeg om met een lage versnelling toch bergop te gaan, maar in orde was het niet. De cassette was net als de hele fiets al 6 jaar oud en na korte ruggenspraak met Martin toch maar een nieuwe besteld en vanavond (dinsdag) gemonteerd. Hij schakelt weer als een zonnetje. Na lang zoeken naar documentatie heb ik nog ontdekt dat mijn achterderailleur ook een 11-32 i.p.v. een 11-28-cassette aankan. Dat is een prettige gedachte met een tocht naar de Alpen in het vooruitzicht.
Terug naar zondag. Vanwege de schakelmoeilijkheden en om voor Vicente wat onbekend terrein op te nemen stelde ik voor naar Duitsland te rijden. Dus gekend naar de Locht en van daar over het nieuwe fietspad naar het Avantisterrein. Aan het einde zagen we links een fietspad, waar verderop ook nog lantaarns langs leken te staan. dus dat probeerden we. Dat viel tegen, want die lantaarns stonden in het vrij veld. De weg boog af naar links en werd over 100 m onverhard, maar daarna konden we in noordelijke richting weer over asfalt verder. Die weg ging over in een stenen pad met een betonnen gootje aan de kant om uiteindelijk uit te komen waar ik wilde zijn, ten zuiden van Horbach, op de hoek van de veldweg naar Vetschau. Van Horbach over het weggetje door het veld langs de grens naar het leuke klimmetje van Pannesheide en vervolgens rechtdoor en onder het spoortunneltje richting afvalwaterzuivering van Herzogenrath. Allemaal hartstikke nieuw voor Vicente. In het centrum van H. een lekkere Apfelstrudel-compleet bij de ijssalon. Er zijn daar ook een paar andere terrassen, maar de ene was nog niet open en de bij de andere zaten de drie terrastafels al vol. Gekletst over de financiering van het pensioen als je boventallig wordt, en over hoe de verschillende landen met corona en economie omgaan. Na de koffie (net iets beter dan op ander plekken in Duitsland; Italiaans ijs en koffie?) een stukje dat ik nog niet kende om de mij wel bekende klim van Wildnis te nemen en bovenaan door Hofstadt en naar Rimburg weer naar beneden. Daar herkende Vicente het weer. Vervolgens nog kriskras richting Ehrenstein, met een extra lusje omdat de weg die ik koos vastliep op de nieuwe rondweg. Ook het weggetje rechtdoor na het slachthuis ging niet meer door de rondweg, maar daar stond een doodlopend bordje bij en even verder konden wel weer een leuk nieuw fietspad uitproberen. Daarna voor de verandering eens door Heerlen langs de geboortegrond van Jos, en door Welten richting Maastricht. In Klimmen heb ik Vicente gedag gezegd. Zo kwam ik mooi net boven de 100 km uit.




Zondag 5 juli - Ger

Deze week niet aan fietsen toegekomen. Dus “whatever it takes” op TCE-zondag op stap. Aanmelding via de app slechts van Henk. Ik had de mazzel, dat ik op tijd weg was. Immers “droog aan het vertrek, is vertrekken”. Bovenaan de Ingber kwam de miezer, maar die mocht niet echt naam hebben, hoewel het tot de toren en zelfs Visé wel vochtig bleef. De stevige ZW-wind naar de toren in de rug, maakte de bestemming in mijn hoofd simpel: Tongeren of de heuvels ten zuiden van Visé. Henk was bezig geweest met spatbordjes, banden oppompen, maar zijn vertraging was slechts vijf minuten. Kort overleg was snel klaar: richting Pam-Pam om daarna de heuvels startend bij Richelle te doen. Samen naast elkaar continu Karel imiterend (dwz “ouwe betten”) over van alles en nog wat, merkten we de wind op kop niet echt. Waterval omlaag, Meerssen door en via de Oliemolen naar boven om verder simpel het racepad omgekeerd, d.w.z. naar het zuiden te doen. In Mesch richting Visé, waarbij ik bij de grote brug voor Visé een langzame leegloper achter merkte. Dat fietst niet lekker. Door naar de volgende brug om daar droog te wisselen. Henk gaf daarbij een perfecte imitatie van Martin: zonder bandenlichters band er af en er weer op. Geen steen of glas gevonden en de nieuwe band bleef perfect tot thuis. Toch weer eens Pam-Pam bezocht; dat lag nu eenmaal op de goede splitafstand en het moet gezegd inmiddels een prima plek; het rook er fris, de tafel > 1,5 meter, nette bediening en heerlijke wafels. Zit wat ons betreft weer in het programma.
En toen op naar het echte werk waarvoor we in Visé waren; de heerlijke helling bij Richelle omhoog met de twee hairpins daarin en rare tegenwind in het bos(?). Verder door naar St. Rémy en de buitenwijken van Blegny (bij de mijn) te weten Trembleur. Vandaar naar Mortier, Julemont ; continu op en af. Zo kwamen wij uiteindelijk bij de klim naar Aubel om na een mooie afdaling naar de doorgaande weg naar Val Dieu verder te klimmen naar St. Jean Sart. Boven over de grote weg de pittoreske afdaling naar Remersdael met de twee “hupjes omhoog”. Helemaal door klimmersmoraal bevangen in Teuven naar Gieveld omhoog om bovenover bij Heijenrath stevig voor de wind te koersen. Het zoveelste nieuwe en snelle asfalt. Niet de Koning af maar langs de camping de Gulpener af naar het centrum van Gulpen. Omdat ik per se over de 1.000 hm wilde komen nog met Henk de Ingber op om boven weer over het plateau te dalen naar Gulpen en via Wijlre afscheid van Henk en naar huis. Mijn doel was (vanwege een bezoek aan kennissen in Maasband) om voor 13.30 thuis te zijn. Dat is ruim gelukt. Heerlijk samen gefietst; uiteraard de rest zwaar gemist. En tot slot mooie waardes op de Garmin. Dit ondanks de eerste keer in maanden van maar een keer per week fietsen.

P.S.: De webmaster congé wegens de 93e verjaardag zijnes moeders.



Zondag 28 juni – TCE?

Op een door de Beer van de Bernina via de app verzonden sonderende vraagteken werd prompt geantwoord door Pou Pou met een “9:00 h”, dit afgesloten met een fermSW uitroepteken.
Goed ontbeten dus en een extra pilletje in de yoghurt, gezien de vorm van de oudere garde.
Snel echter kwamen er iets van berichten als regen, fiets poetsen en afgesloten met Warmduscher.
Uiteraard naar de toren, waar, min of meer conform de verwachting helaas, en het gezegde Geen bericht is goed bericht geen opgeld meer doet niemand zich meldde.
Overigens bij het wegrijden op de Monte Puth een paar verwaaide druppels nog, maar in het Geleenbeekdal was het droog en dat zou het, inclusief de weg blijven.
Met de wind in gedachten westwaarts om het vertrouwde België weer in te rijden. Ik wilde het fietspad opzoeken dat noordelijk van wat zand- of grindgroeven richting het station van As loopt.
Via de Tuinwijk van Eisden, waar een megalomane kerk van Trumpiaanse grootte het dorp beheerst naar de mijn van Eisden en het Outlet Center. Een beetje lopen zoeken om het begin van het fietspad te vinden en het vervolg raakte ik zoek daar het door de bouw van een nieuw bungalowpark onderbroken was. Zo kwam ik op de grote weg naar As uit – wat ik niet wilde – en ik sloeg snel een weggetje links in. Dat eindigde, maar op mijn Garmin zag ik het fietspad dichtbij, dus via een ATB single-trail de berg af en dus toch het pad gevonden. Slecht voor mijn gemiddelde natuurlijk.
Zo kwam ik bij het station van As en en door langs de grote baan naar Genk.
Door het centrum richting Zutendaal om uiteindelijk aan het Albertkanaal uit te komen en dit langs de zuidoever gevolgd. Die is inmiddels een snelfietsroute F72 geworden. En snel gefietst werd er: er was een of andere tijdritwedstrijd aan de gang: diverse fietsers met snelle helmen op tijdritfietsen kwamen mij tegemoet of haalden mij in. Ik heb maar geen poging gedaan ze in te halen, maar het stimuleert wel.
Tot Kanne doorgereden en via M’tricht naar Bemelen om de klim langs groeve ’t Rooth weer eens te nemen. Door een al weer drukker wordend Valkenburg en Groot Haasdal omhoog. Met 120 km op de teller niet ontevreden over deze solorit.
En: het anderhalve meter afstand houden kostte geen moeite.

Ger durft:

Zondag; dus TCE. Echter niet naar de toren, maar wel solo-ritten. Karel verwent ons deze week met mooie ritten door de Ardèche, zo ook vandaag. Ik had geen zin om vanmorgen in de regen te vertrekken voor de toren, ben toen gaan wel gaan lopen (?!) en daarna rond 9.30 uur op de DUELL vertrokken. En Martin - uit zijn rit op Garmin te zien - onze rit van vorige week ordegrootte over de Mechelse hei gekopieerd. Tenminste drie man hebben niet verzaakt en ik zag op Garmin dat ook Frank weer actief is.
Vandaag rustig aangedaan. Vrijdag heb ik nl. een redelijke lange tocht gemaakt met daarbij een stevig gemiddelde, maar de temperatuur boven de 30 graden heeft me een jasje uitgedaan. Ik heb thuis zeker twee liter vocht weggewerkt en nog voelde ik me uitgedroogd.

Vandaag gekozen voor de Loorberg in het vertrek te doen en vandaar via Teuven en Aubel naar Val Dieu. Een klassieke opening derhalve, maar dit jaar nog niet veel gereden. In het middenspel gewoon de Berwinne afgeragd met een ander drietal en bij Mortroux omhoog gedraaid. Ondertussen weinig fietsers en route. Dit i.t.t. deze week waar je in het Heuvelland je nek brak over alle vormen van fietsen. Richting Lixhe om de klinkers te proeven, maar die liggen er nu bij als asfalt: niks meer aan. De St. Pierre blijft mooi om lekker naar boven te toeren en vandaar achter Eben Emael naar Kanne. De Belgische kant van de Maas als begin van het eindspel gepakt en ook daar geen kip te bekennen. Tot slot met een stevige zijwind de brug bij Elsloo op. Vandaar gekend naar huis via Elsloo-Beek-Adsteeg-Hulsberg-Klimmen en de Koulen. Ondanks het alleen fietsen toch een mooie rit gehad; op een paar druppen na bij de brug van Elsloo ook als voorspeld helemaal droog en niet uitgewoond thuis.



Ger:

Iedereen zit zo langzamerhand op de fiets; vandaag een echt grote meute aan racers, MTB’ers, maar ook E-bikers tegengekomen en achterop gefietst. Ik begrijp overigens de weerzin tegen grotere fietsgroepen. Als je daar niet (meer) aan gewend bent, zijn ze knap intimiderend, ook al doen ze “normaal”. Eerst gisteren weer eens samen met Reinouw mijn geliefde Berwinnedal gedaan. Dit nadat we eerst van Hombourg (beneden) naar HC waren gegaan en vandaar over de kam naar Aubel; fantastisch uitzicht. Ik in M’tricht door voor Slingerberg en Adsteeg en Reinouw naar huis over de Bemeler.
Vandaag weer gewoon TCE. Met Karel en Jos in Frankrijk en Martin naar BoZ, waren Henk en ik conform afspraak vorige week op de afspraak en tot ons grote genoegen meldde zich ook Vicente. Deze had gisteren al met Brazilianen gefietst en neemt overigens ook met enige regelmaat inmiddels met een van zijn dochters de fiets. De discussie over waarnaartoe eindigde al snel met Tongeren, maar dan anders. Anders werd het, maar Tongeren kwam in de verste verte niet in de buurt. Al gauw zaten we na de brug in Stein met de aangepaste gedachte Mechelse Hei en dat hebben we dan ook “voor de neus weg” gedaan. Drie zaken kan ik slechts reproduceren; de rest slechts mooie wegen en mooi uitzichten op die hei. De drie: Zonhoven (want daar kwamen we langs het huis van Belgische vrienden), circuit de Duivelsberg met een fantastisch mooi zicht op een water rechts, na een aardig kort, stevig klimmetje en uiteindelijk het station van As. Hier de koffie genoten met velen op het terras.
De rare leiders kort de revue laten passeren, de al dan niet logisch te begrijpen diverse maatregelen en verder een college van Henk over driewegkleppen; dubbele boilers, temperatuursensoren, koud-warmschakelingen, maar ook gewoon een “aan-uitschakelaar”, diameters van waterleidingen, etc., etc. De meetkamer in een beetje fabriek is er niks bij. Overigens had hij gisteren wel lekker gezwommen. Terug was het parool naar Maasmechelen, maar dat werd ook weer anders, waar we een – voor ons – wel of niet nieuwe weg langs een oude fabriek door de hei hebben gevonden. Uiteindelijk weer langs het kanaal, met een toch aardig windje tegen, waar Henk in de buurt van de brug bij Stein afsloeg en Vicente en ik gewoon langs de Maas naar Maastricht zijn gegaan. Daar Vicente naar huis en ik ook, maar via een kleine omweg door de Dellen. Met zijn allen heerlijk gefietst en een behoorlijke afstand en gem. snelheid.



Zondag 14 juni – Presque-Vosges

Ger
schrijft:

Deze week een sportieve week gehad met helaas weinig fietsen. Met Frank & Tessie Rutgers en Reinouw een tweetal dagen in Duitsland gegolfd. Woensdag heen en vrijdag terug. In de buurt van Wuppertal twee fantastische banen gespeeld; lastig met veel “op en neer” qua hoogtemeters. Score niet je dat, maar het plezier des te meer. Op woensdag ook nog Wuppertal wat verkend, maar behoudens de Seilbahn niet echt bijzonder.
Vandaag voor het eerst weer naar België voor mij en dat in wat normaal het Vosgesweekend zou zijn geweest. Dus toch een bijzondere rit met gelukkig een vijftal aan de start. Het was weer subliem fietsen. Mede door het voor – en gelijk nadeel van Martin, dat ik niet op de route hoef te letten. Ergo hem ook nauwelijks kan reproduceren. Wat ik wel weet, is dat we door het Zuid-Limburgse land vrij snel in de buurt van Hoogcruts kwamen. Vandaar zijn we naar Hagelstein gegaan; vals plat omhoog en dat tezamen met een vader die met zijn puberzoon aan het fietsen was. Beiden trokken goed door; dus wij ook. Bij Hagelstein even op Henk gewacht, die een gedenkteken in België had opgericht. Op weg naar Welkenraedt werd – om een of andere reden – wederom stevig doorgefietst en gelukkig kon ik me sedert enige tijd ook weer eens met de debatten bemoeien. Regelmatig fietsen levert gewoon snelheid op!
In Welkenraedt grote deceptie want Maria was niet meer. Hoewel altijd druk, was de zaak gewoon dicht en te koop. Wat gedreuteld en toen “door het veld” via mooie achterafweggetjes naar (Neu)Moresnet, etc. om uiteindelijk via België naar het Drielandenpunt te gaan. Een aantal herriebakken was daar af en op aan het oefenen. Veel fietsers toch ook en route. Koffie en vlaai was prima en door naar Seffent waar ik nog nooit was geweest. Mooie, maar steile klim met 13-14%. Zo kwamen we Kerkrade binnen om vandaar via het mooie dorp Benzenrade het Geleenbeekdal in te duiken. Voor Weustenrade afscheid. Ik naar Klimmen en de Koulen retour. Ondertussen nog maar eens gas gegeven en mijn gemiddelde van 24,6 naar 24,8 gebracht. Heerlijke rit en sjiek gefietst.

De webmaster vult aan:
Karel en Vogezenganger Harold waren ook daar. En – het moet gezegd worden: de vorm van Ger en Karel, en of dat nu door consequente training kwam of niet doet er niet toe, was “aan de maat”; Vogezenvorm zeg maar.



Zondag 7 juni

Dat kwantiteit en kwaliteit niet samen behoeven te gaan werd vandaag weer duidelijk! Een goed voorteken was dat Henk, Karel en Martin elkaar exact gelijk troffen op de voorverzamelplaats VDA. Het was droog en dat zou het blijven.
Aangezien België de facto weer geopend was, hetzij voor familiebezoek, hetzij voor boodschappen, besloten daardoorheen te gaan. En wel via de standaardroute Waterval, Meerssen, Gronsveld naar Mesch. Te Mesch het ‘hoge’ fietspad naar ’s-Gravenvoeren, waar de weg nog steeds niet af was, maar inmiddels wel een leuk ‘zitje’ aan de oever van de nu wat schonere Voer gemaakt was. Steeds oostwaarts via Martensvoeren en de wel zeer fraaie klim van Veurs om weer af te dalen naar Remersdael en de standaardroute naar Hombourg. Daar, uiteraard, het tot fietspad omgetoverde spoorlijntje om zo razendsnel af te dalen naar Plombières. In de klim naar Völkerich gaven Henk en Karel zonder schaamte toe vergeten te zijn dat daar César Franck geboren was. Ik vertel nooit meer wat!
Door een opgebroken Gemmenich omhoog naar de Trois Bournes, waar meer fietsers in de gaten hadden dat de grens weer open was. De hekken stonden er nog wel, maar aan de kant van de weg.
Bij de Bokkerijders op het terras met uitzicht op Aachen de rijstevlaai op en na gedane zaken weer omlaag om de Lemiersberg te doen. Duitsland dus.
Om niet weer de standaardroute over Baneheide te nemen nu rechtsaf Simpelveld in om door het, van een kunstwerk van twijfelachtige kwalificatie voorziene, spoortunneltje te rijden. Achter Bocholtz langs door het gehucht Zandberg om onderaan Waalbroek uit te komen en zo in Simpelveld.
Na Bosschenhuizen en de niet zo vaak gedane klim van de Weegerweg om op de Vrouwenheide uit te komen. Van Ubachsberg de niet zo vaak gedane afdaling over de grote weg naar Kunrade, waar je onderin de afdaling over heel wat stuurmanskunsten moet beschikken om met 50 km/h de brug en de volgende chicane te nemen. Over Weustenrade en langs de Geleenbeek naar Thull om daar omhoog te gaan naar en door Oirsbeek om over een klim die je alleen al om de naam moet doen: de Scholtissenholenweg, af te ronden, waar bovenin Henk afscheid nam.
Een bijzonder fraaie rit!



Maandag 2 juni

Ger:

Week 22 is wederom een stevige fietsweek geworden. Niet alleen bij mij overigens. Het startte met een telefoontje van Karel om door de week weer eens samen te fietsen. Dat hebben we simpel gedaan, doordat Karel solo naar mij toe kwam in Gulpen en ik aan het eind solo van Karel naar huis. Daartussenin hebben we het Heuvelland weer doorkruist, dat er wondermooi bijligt en ook samen de Maasstreek verkend. Beiden tevreden en mooi afgesloten boven de 100 km in de stralende zon. Op donderdag mijn inmiddels derde keer golf en dat is toch gek als je niet kan ‘natafelen’. In het weekend er wederom een driedaagse van gemaakt. Allereerst de zaterdagrit, die ik vroeger nooit maakte, nl. door Parkstad naar Koningsbosch en via Echt en kanaal/Maas naar huis. Ik blijf het – ook in de stedelijke omgeving – een mooie tocht vinden; juist door al die contrasten. Pinksterzondag eens ouderwets de heuvels bij ons in de buurt. Deze in en op gefietst met redelijk wat toeristen, maar het was niet te druk en eenieder was zich bewust zich te gedragen. In de buurt bij gebrek aan Ardennen/Eifel/Vogezen. Gekozen voor zo veel mogelijk heuvels in zo kort mogelijke km’s. D.w.z.: Loorberg-Camerig-Kruisberg-Eyserbos-Doode Man-Cauberg-Geulhemmer en als uitfietsen richting Libeek om daar in twee stukken nog eens 150 hm te verschalken. Leuk en apart; het liep bovendien goed. Resultaat boven de 1000 hm, maar wel stevig in de benen gezien Henks geplande tocht voor Pinkstermaandag.

Dat bleek een aparte rit; weliswaar slechts met z’n vieren, te weten Henk, Karel, Jos en ik, maar wel samen op trekken richting Duitsland om op het terras van de Waldschenke pas na ca. 75 km de pauze te hebben. Wel voor het eerst dit jaar aan koffie en vlaai. De toestand in de wereld helemaal doorgenomen en aan het eind van de dag bleken ca. 120 km en ca. 1350 hm het resultaat voor mij te zijn. Daarnaast – wat wel mooi was – hebben we een groot aantal Strada-Bianche-trajecten in het Aachener Wald gedaan, alsmede een (druk) stuk Vennbahn. Nieuw was dat Jos ons weer eens vergezelde; wel mopperend over afstand en die gravelwegen, maar uitermate mooi hem weer erbij te hebben.



Zondag 24 mei: Durchatmen!

Een onverwacht bericht van Jan S.de avond ervoor zorgde ervoor dat ook hij aan de toren stond en wel met Harold en Henk en Ger die weer samen durfden fietsen en afgesloten door Martin.
“Niet naar België” was het devies, maar Duitsland was niet uitgesloten en daar ieder inmiddels het ghetto Heuvelland wel een beetje zat was, daarheen.
Gestart via een niet zo logische route om dwars door Hoensbroek en Brunssum, na een keer fout gereden te zijn door de aangelegde Parkstad Buitenring, uiteindelijk op het lang vergeten paadje naar de Teverener Heide uit te komen en zo Duitsland in.
Er werd iets geopperd over een geopend terrasje en daarvoor moesten we toch wel in Heinsberg zijn.
Dus over smalle landbouwweggetjes en door verstilde dorpjes daarheen en als ik de kaart terugkijk toch wel een behoorlijk nette lijn gevolgd. De wind flink in de poeperd, de gedachte zaaiend dat de terugweg labeur zou betekenen.
In Heinsberg een ‘zaakje’ gevonden, waar het zetten der koffie – van de gekende Duitse kwaliteit – zo lang duurde dat we ook de openstelling van de Nederlandse terrassen hadden kunnen afwachten en een wafel van ‘voldoende’ kwaliteit. Maar ja: alles beter dan niets.
De terugweg door de velden, waar vele windmolens hun best deden maar evenzovele een vrije dag hadden, was inderdaad hard werken. Richting Waldfeucht min of meer samenwerkend tegen de wind, waarbij Ger, die nog steeds niet echt in het wiel durft te rijden, er af en toe af fladderde, maar in de dorpen op zijn Pou-Pou’s weer de kop nam.
Afslaand naar het zuiden en zo de wind iets minder tegen. Bij Jabeek de grens over en van Bingelrade het fraaie klimmetje van Viel naar Doenrade waar Harold gedag zei en gevieren door.
Daar Henk en ik nog niet geleden hadden en we boven de 100 wilden uitkomen mee tot Schimmert en via Oensel en Beek weer terug. Een fraaie tocht en fijn weer met zo velen te zijn!

Ger:

Vrij naar Louis van Gaal als die over zichzelf spreekt, begint meneer Wagemans, ofwel Pou-Pou een beetje Corona-irritatie te krijgen. Ik probeer de meeste dingen in mijn leven – en tot dusverre vrij succesvol – langs de lijn van IQ en EQ te begrijpen, maar dat lukt me niet meer. Immers de lijn van 1,5 meter en geen groepsvorming (ca. twee à vier pers.) begreep ik; ook de sterftetabellen boven 70 jaar waren evident; net zoals de getallen < 65 jaar. En dat ik met Reinouw daar tussenin zat en een beetje opletten logisch is, begreep ik ook zonder verdere uitleg! Maar de ca. 150 uitzonderingen, dan wel aanvullingen op deze regel, die ook per week weer variëren en onaangekondigd weer wijzigen, en dat ook nog eens in een Euregio, begrijpen mijn hersenen niet meer.
Vandaar dat ik gisteravond dacht: “weer eens een keer gewoon fietsen met TCE” zou wel eens heel leuk kunnen zijn. En gelukkig; dat hadden er meer gedacht, nl. Martin, Henk en ik, incl. Harold en Jan. Makkelijke formatie, te weten 2-2-1 en die hebben we ook gehanteerd. Duitsland was toegankelijk; ergo daarheen. Ik kan de route niet reproduceren, maar met een ouwerwetse juridische wijsheid (“wat je kan nazoeken, hoef je niet te onthouden”), is die zo op de kaart na te lopen. Ik was daar vorig jaar al een paar keer geweest met mijn Garmin Surprise. Rechte, overall goede veldwegen en landbouwgebied, met op sommige plekken veel windmolens, waaronder een paar stilstaande, terwijl het toch stevig waaide. Kriskras door Parkstad ernaartoe, kort verdwaald op een oud mijnterrein en voor de wind. Gelukkig wisten we allen, dat met iedere meter verder naar het noorden, ook een extra meter tegen de wind terug naar het zuiden erbij kwam.
Duitsland was uitgestorven, zo ook Heinsberg. De enkeling die we daar zagen, liep al dan niet met een blauw masker voor de snoet en er was zowaar een plek open voor de klassiek Duitse koffie (die overigens meeviel) en bij gebrek aan de Käsetorte van de kaart: wafels. Die had je in allerlei variaties maar wat we ook bestelden, we kregen allemaal de (duurste?) uitvoering met kersen, ijs en slagroom. De kout was gezellig met een mooi college van Jan over ‘stroomuitval’.
Toen de tocht terug aangezet; ik wist dat ik tot ca. Valkenburg wind in allerlei variaties min of meer op kop had; dus rustig aangedaan. Daar had ik veel plezier van op het plateau van Groot Haasdal naar Meerssen, bleek later. Een mooie – voor mij redelijk nieuwe – klim bij het stort van Nagelbeek gepakt. Als gewoontedier pak ik meestal een van de twee anderen en via Schinnen naar de watertoren om daar afscheid te nemen van Martin en Henk. Harold was al in de buurt van Sittard afgeslagen. Jan en ik nog even door naar Meerssen en daar splitsten ook wij op. Heerlijk gefietst en de Synapse weer eens gebruikt; dat is een superfiets; ook op het vlakke. Ondertussen toch meer dan 800 hm gepakt.

Een bijdrage van Henk:

Zondag 17 mei:
Nog maar een keer alleen er op uit. Min of meer toevallig kwam ik op deze route uit. Aanvankelijk wilde ik de route volgen die ik lang geleden als solotrainingsrit gebruikte. Met een zeer eenvoudige teller reed ik toen een vaste route van 90 km met als doel die in drie uur te doen. Dat lukte alleen bij windstil weer een paar keer. Je moest bovendien een vlakke route hebben met weinig verkeer om constant door te kunnen rijden. Dat lukte vooral in de Selfkant goed. Na een tijdje rijden bedacht ik dat het vanwege de sluiting van België niet zou werken, omdat de terugweg over Maaseik liep. Overigens verreed ik me ook nog eens bij Saeffelen, zo lang was het al geleden. De route komt aan de noordkant vlak langs Ophoven waar Martin een paar weken geleden samen met Harold geweest was. Ik besloot daar een stukje de tegengestelde route te nemen en zo met de klok mee in plaats van tegen de klok in mijn rondje af te maken. Zo belandde ik in Wassenberg en Heinsberg. Heel grappig dat we de volgende week ook weer min of meer toevallig als groep een groot gedeelte dezelfde weg terug vanuit Heinsberg reden. Met dien verstande dat we er beter in slaagden dan ik in mijn eentje, om de doorgaande weg met slecht fietspad te vermijden. Uiteindelijk werd ‘t rondje maar 70 km, maar ik had de pijp voldoende leeg.



Zondag 17 mei: De (corona)dood of de gladiolen

Aangezien ‘het’ weer mocht, de aankondiging op de website van 9h00 bij de watertoren. Een uitnodiging waaraan, helaas, weinigen gehoor gegeven hebben. Wel waren daar Harold, Karel en De Beer van de Bernina.
Karel die al stevige doordeweekse trainingstochtjes maakt.
Met de horeca nog gesloten geen doel in deze; Harold noemde iets als Mheer, dus die kant uit. Groot Haasdal af waar de mooie Kuytenbergweg als afdaling genoemd werd; met nieuw asfalt inderdaad mooi. Het gekende racepad zuidwaarts om bij St. Jozef omhoog te krabbelen naar Cadier. Bij d’r Mathieu rechts de Örenberg af en gestaag klimmend naar Eckelrade, waar, ongewoon, linksaf om zo over het fraaie binnendoorweggetje naar St.-Geertruid te geraken. Bij de bekende pauzeplek van de Classic – die overigens dit jaar geen doorgang vindt – rechtdoor naar Libeek. Rechtsaf naar Mesch onmogelijk, dus links de zich lang trekkende klim de Rondelenstraat naar, inderdaad, Mheer. Daar over de smalle Leemstraat naar Tebannet en over de mooi geasfalteerde weg naar Reijmerstok om in de afdaling naar Euverem eens fors aan het gas te trekken.
Standaard naar een verlaten Slenaken en zo de Loor op. Daar het asfalt op de Rode Kruisweg net vernieuwd was deze natuurlijk niet links laten liggen en hoewel het wegdek iets uitmaakt, blijft het een knoepert.
Over het plateau naar de Gulperberg en afgedaald naar Partij om bij het Shell-tankstation de Kaffee mit Kuchen te genieten; wij waren daar verre van de enige fietsers.
Bij het wegrijden bij de kruising bij Wittem kwamen wij daar de illustere heer Wagemans en zijn eega op de rug. Samen met hen de Van Plettenbergweg naar Eys opgereden en onderin Eys het natuurlijke afscheid. Wij verder de Goedenraadbergweg omhoog en langs de grote weg afgedaald naar Simpelveld om, op Karels verzoek, de Oude Huls te schaken. Over de Vrouwenheide van U’berg afgedaald naar Benzenrade en daar ongebruikelijk de Buldersberg omhoog. Door de stad afgedaald en na ‘de’ DSM verder langs Terworm en kasteel Rivieren en om af te ronden door sfeervolle plaatsen als Swier, Vink, de Blauwe Steen, Terstraeten en Grijzegrubben.
Over een van de kleine weggetjes afgedaald naar Hegge en ter afronding de Zandberg.
Het was goed fietsen: mooi weer, nauwelijks wind; veel andere fietsers en wandelaars onderweg, maar niet hinderlijk. Karel, wiens trainingslabeur zich liet uitbetalen en Harold die niet te veel zich diende in te houden.

Ger heeft ook gefietst en wel:

Deze fietsweek passief begonnen met een boek en een docu die goed de essentie van wielrennen weergeven. Het boek is er eentje van een tijdje geleden, maar die ik nog niet had gelezen. Peter Winnen vind ik een sportcolumnist met altijd een aparte invalshoek en vooral ook liefde voor de fiets, de sport en alles wat bij die sport zelf hoort. Dat wordt in van Santander naar Santander ook perfect beschreven. Het harde labeur, de – toen nog – “gewone preparatie”, de wil om te winnen, de tactiek en het slim of dom koersen etc., komt er fantastisch in naar voren, maar ook en vooral hoe hard dat hoofd moet zijn om te willen winnen. Ik herinner me een quote van Dumolin, die zei dat daar waar de betere amateur/liefhebber stopt vanwege de pijn in benen en lijf, de echte prof pas begint! Nu dat blijkt ook goed uit dat boek. Hetzelfde laken een pak met een docu over Dekker. Dat vond ik niet altijd de “meest beminnelijke renner”, maar ook die geeft heel treffend en pakkend aan hoe je tot overwinningen komt. Hoe slim je moet koersen, maar ook geloven in jezelf. Ook heel mooi is hoe zij beiden het einde van hun carrière beschrijven; in essentie ‘op een gegeven moment’ (bij Winnen in een Vuelta die van geen kant loopt en bij Dekker een zoveelste val) geen zin meer hebben om steeds maar weer helemaal “kapot” te gaan en weer ergens van te herstellen. Aanraders derhalve.

Deze week zelf een beetje de vraag; wat en waar ga ik fietsen. Maar begonnen met mijn rondje achtertuin nog eens een keer of twee te doen. Dat is mooi om te rijden op een continue op en neer gaand parcours. Uiteindelijk genoeg hm gemaakt; maar een echte heuvel over meerdere km’s mis ik nog. Camerig pas een keer gedaan en dat was wel weer leuk. Daarbij heb ik echter geen zin om met de hele meutes onze bergjes hier te doen. Eergister dacht ik een rustig rondje van een km of 75 te gaan doen. Starten over de Schilberg was de gedachte en dat was wel leuk om te doen. Gaat zeer wisselvallig omhoog na het eerste stuk tot haaks naar rechts. Resultaat is dan wel dat je niet echt verder kan met de Belgische grens, dus maar terug naar Banholt en St. Gieter. Naar Geulle om zo langs Urmond tegen de wind in naar de Graetheide te gaan. Dat tegen de wind fietsen werd alras koersen. Mooi asfalt daar op die Graetheide en vals plat omlaag. Voor het dorp de afslag richting Guttecoven gepakt om zo via Einighausen naar de Middenweg te koersen. De ouwe Windraak voor de tigste keer dit jaar omhoog en via de goedlopende klim langs de vuilstort door naar de manege Blauwe Steen en via Wijnandsrade naar Klimmen en de Koulen. Hoewel zeer bekend terrein; lekker gereden. Vandaag met Reinouw samen fietsen had ik gister afgesproken; vinden we beiden leuk! Omdat zij nog niet zo vaak in Parkstad is geweest dat als hoofddoel genomen. In een combinatie van oude mijnwijken en groen. Nog nauwelijks uit het vertrek kwamen we Martin, Karel en Harold tegen, die net de koffie op hadden. Even samen gefietst, want ook zij gingen naar Simpelveld. In Eys afgehaakt om op Reinouw te wachten. In Simpelveld langs de grote weg omhoog om door te steken naar Kerkrade. De beide Ehrensteins liggen er mooi en de wegen door het groen daar lopen lekker. Wat aan de zijden van de Buitenring gebleven om stukken van Eygelshoven en Schaesberg te doen om uiteindelijk via het Hendrikterrein in Schinveld te belanden. Reinouw vond ca. 75 km genoeg voor vandaag, dus in Schinveld doorgestoken via de provinciale weg naar de kop van de Windraak om via Martins achtertuin en Schinnen naar Beek te gaan. Adsteeg en via Hulsberg de Karstraat als twee klimtoetjes voor Reinouw. Over Ubachsberg de ruilverkavelingsweg vals naar beneden om in Wijlre nog effe gas te geven naar huis. Ik via Partij en het slotklimmetje als zijweg van de Gulpener en Reinouw over de rijksweg. Heerlijk gefietst samen en na een keer op tien op de Duell (met zijn nieuwe Orbea-Orca voorvork) weer over stappen op de Synapse. Denk dat ik me toch maar eens aan de Doode man etc. ga begeven.

Karel vult, laat nog aan, met wel heel veel niet-fietsgerelateerde zaken; het zij hem vergeven:

Ger heeft een uitgebreid boekenverslag en wat fietsperikelen beschreven.
Martin de eerste "Apres CoVid19 Versoepeling" rit. Deze, toch wel bijzondere rit, was behoorlijk aanpoten voor een 70+-er. De jeugd heeft wel zeer verdienstelijk op een aantal plaatsten op me gewacht.
Voor mij heeft het begin van afgelopen week in het teken van de geboorte van kleinkind nr. vier gestaan. Op 11 mei is Casper ter wereld gekomen. Het jammere van mijn kleinkinderen is dat ze allemaal Amsterdammer zijn, ze zijn nl. allen ter wereld gekomen in het OLV-gasthuis, gelukkig wel nog OLV West.
Dit heeft geresulteerd dat ik pas op donderdag weer een fietstocht kon maken. Gezien de zeer sterke wind gekozen voor noordelijke richting. Via Koningsbosch naar Posterholt en door naar Mont St. Odille. Vandaar via een nieuw fietspad door de bossen naar Linne en naar Maasbracht. Langs het kanaal naar Aasterberg en Roosteren en vandaar over de Maasdijk naar Grevenbicht en naar Graetheide. Achter Berg aan de Maas stond op de weg naar Einighausen een waarschuwingsbord voor een broedende buizerd. In de krant van vrijdag werd ook duidelijk waarom: aangezien er in Hulsberg mensen aangevallen waren door een buizerd die zijn nest trachtte te beschermen. Vrijdag me fysiek ingespannen in de tuin waar ik nog wat bestrating moet maken. De grond bij het ‘kippenhok was zo hard dat ik bijna met een breekhamer moest beginnen. Het blijkt dat er toch nog spieren zijn die ik minder gebruik.
Zaterdag een wandeling van ca’. 16 km met kennissen in het Leudal in Midden-Limburg. Hoewel dit ongeveer mijn geboorteomgeving is, wist ik niet dat dit zo'n afwisselende en bijzondere omgeving was. Lekker genoten.
Op zondag, na enigszins bekomen te zijn van de snelle en zware ochtendrit nog een stukje "Pieterpad" gaan doen en wel vanuit Terstraten naar Aalbeek en vandaar via Schimmert door de glooiende velden terug naar Terstraten waar de auto geparkeerd was. Van Terstraten naar Aalbeek is een bijzonder mooie wandeling langs de Platsbeek. Afwisselend weiden, velden, hier en daar een boerderijtje geplant. Limburg is toch bijzonder mooi.



Zondag 10 mei

Ger
:

Ook deze week er weer een driedaagse van gemaakt. Dat gaat of het allemaal niks is. Allereerst weer eens door Parkstad gedwaald. Dan zie je toch meer van de mijnhistorie dan gedacht. Uiteraard de woonwijken, maar ook andere kenmerkende zaken als een mijnsteenberg (de Hendrik) en wat verlopen (industrie)terreinen. Het groen is er in allerlei vormen en je kan er ook nog wat hm’s opdoen. Vervolgens in Schinveld doorgetrokken naar de internationale weg om die gedurende een tiental km’s kaarsrecht te vervolgen. In Koningsbos linksaf om weer x km’s kaarsrecht naar Echt te pakken. Rest gekend; langs de Maas en het kanaal -althans min of meer- naar Grevenbicht en vandaar dit keer over de Adsteeg naar huis. De dag er na met Reinouw in de buurt van Gulpen gebleven; een soort acht rond Klimmen gedaan, maar aan het eind toch ca. 75 km samen gereden. Mooie trajecten, zoals o.a. de afdaling bij Winthagen vanuit Colmont, maar ook mooie velden en luchten op de diverse plateaus. Door de week is het daarbij toch aangenamer en minder druk dan in het weekend. Op Garmin Connect zag ik, dat Karel in het heuvelland de bergjes op was geweest; ergo vrijdag dat ook voor het eerst gedaan; Loorberg, Camerig, Nijswiller en Oude Huls om ook nu weer met de Adsteeg af te sluiten. Gisteren een rustdagje ingepland en fietsen gepoetst en vooral de kettingen gesmeerd. Vanmorgen druppels en daar wilde ik de fiets niet aan blootstellen; dus keuze sauna!

Martin:

Een week met een extra vrijde dag en wel Bevrijdingsdag, 5 mei. En er is natuurlijk geen betere dag dan Bevrijdingsdag om naar Duitsland te rijden.
Zoon Wouter was deze week thuis en begint langzaam met het racevirus geïnfecteerd te raken dus mee, samen met Miriam. Langs de golfbaan naar de Karstraat en wat ongewoner bij Colmont de Kleine Vrakel af en dan recht overstekend omhoog naar Eyserheide en de Dikkebuikweg af. Als challenge de Dodemanweg omhoog en weer omlaag naar Gulpen voor de Koning van Spanje en via Epen de Camerig buitenom. Langs Vaalsbroek en de standaardklim naar de Vaalserberg aangevangen. Wouter uitgedaagd om de Sasso Völs Direttissima te doen: het voetpaadje dat na de flat omhoog loopt en tot 23% bij de Wilhelminatoren uitkomt.
Bij het 3-landenpunt aangekomen stelde Miriam voor de Duitse kant af te dalen, wat natuurlijk alleen kan door een vijftigtal meters door België te rijden – wat we dan ook gedaan hebben. Dit zonder gearresteerd te worden.
Op de markt bij de Starbucks de koffie, waar Miriam een van haar Ärmlingen als mondmasker kon gebruiken en in het zonnetje genoten. Wouter de Lousberg laten zien en min of meer bekend weer terug via Laurensberg, Vetschau en Horbach Heerlen in.
Miriam wilde per se op meer dan 100 km uitkomen, dus op de terugweg een overigens landschappelijk zeer fraai lusje over Swier, Vink, de Blauwe Steen en Helle, Grijzegrubben en Hegge meegenomen.

Op vrijdag een kort post-werkrondje waar ik Wouter wederom kon verleiden. Rustigjes begonnen, maar meer en meer begonnen we elkaar een beetje op te jutten. Door Duitsland naar Koningsbosch en met grote halen door Echt om daar de klim van de kanaalbrug met geweld te nemen en met de wind in de rug via Aasterberg naar Roosteren en fraai door naar Berg aan de Maas en huiswaarts. Als we niet door wat steden gemoeten hadden, dan hadden we ons gemiddelde van 28,2 km/h wat hoger kunnen leggen.

Op zaterdag, met de weersverwachting van zondag in het achterhoofd, weer en groupe, dit maal met Miriam en Karel en wel het Heuvelland in.
Een bijzonder mooie route, al zeg ik het zelf: Over het plateau naar Kasen en ons in Bunde even verreden; toen het gekende racepad zuidwaarts, waar we wisten dat we voor Mesch eraf moesten wegens de blokkade in België. Dus op naar St.-Geertruid, maar onverwacht de klim naar Moerslag en prachtig door naar Libeek waar helaas direct naast hoeve Libeek een lelijke reusachtige loods gebouwd is. Van Mheer over het binnendoorweggetje naar Banholt en golvend over de Molenweg naar Bergenhuizen en over een van de mooiste weggetjes van Zuid-Limburg naar Terlinden.
Afgedaald over de Kütersteenweg om de vervelende klim naar Hoogcruts te nemen. Traditioneel de Schilberg af, de Loor op en een ijsje en koffie onder aan de Camerig. Een BOA kwam kijken of we wel genoeg afstand hielden. Niet de Camerig op – te druk – maar over Bommerig naar Mechelen en ongebruikelijk de Elzeterweg op – wat een uitzichten! Door Rott en bij de Eerste Nederlandse Cement Fabriek even stilgestaan om illegaal de klim van Boombergweg te nemen, want tegen de richting in. Bovenin 24% volgens Miriam. Verder door Vijlen en zeer ongewoon, ik denk voor mij de eerste keer, omlaag door Harles naar Lemiers en de inmiddels zeer bekende klim naar Orsbach.
Over de Baneheide naar Eys en onvermijdelijk de Bois de Fer. Van Colmont lekker afgedaald naar Voerendaal en richting Weustenrade. Bij kasteel Puth moesten we even op Karel wachten, daartoe gesommeerd door zijn bellende echtgenote, en groot was onze verbazing Beppi tegen te komen; hij was alleen. Op gepaste afstand de toestand in de wereld besproken en gedrieën weer huiswaarts.

Karel:
Deze week stond in het teken van bijzondere dodenherdenking en bevrijding. Alles in alle rust en stilte. Bevrijdingsdag was eigenlijk gepland om Lilian als mantelzorger naar Amsterdam te brengen, maar aangezien de bevrijding van Sanne een dag uitgesteld is (en later weer naar voren gehaald) werd onze reis op het laatste moment verplaatst naar woensdag. Ook mijn plannen gewijzigd en besloten de "Unvollendete" van 30 april, nl. de Keutenberg en Cauberg te gaan doen. Natuurlijk weer wat later dan bedoeld vertrokken. In Weustenrade kwam ik bijna de hele familie Borsje tegen die naar het Drielandenpunt en Aken waren geweest. Martin als gangmaker en wegwijzer en Miriam achteraan om de alles bij elkaar te houden. Door Retersbeek naar Klimmen en via Craubeek naar De Koulen. Schin op Geul en omhoog naar Keutenberg. Hier heb ik wederom het genoegen mogen smaken om twee, nu jeugdige fietsers voorbij te mogen gaan. Dit ontlokte een paar wandelaars dan ook de opmerking "Zo zo!" Later bleek op Strava dat ik mijn eigen records overtroffen had. Via het plateau naar Sibbe, afgedaald via de Daalhemer en de Cauberg omhoog. Ook dit ging wonderwel goed. Berg en Terblijt en de Bemeler af. Naar Meerssen door Ulestraten naar Genhout en Spaubeek. Sweikhuizen omhoog en met een voldaan gevoel 60 km gepeddeld.

Donderdag was het zulk goed weer dat ik, alleen thuis, een ritje niet kon laten schieten. Dinsdag was mijn doel de Keutenberg en de Cauberg. Aangezien ik dit jaar de Loorberg en de Camerig alleen nog maar ben afgedaald me als doel gesteld deze vandaag te slechten. Via de gekende route naar het verzamelpunt in Schimmert, waar natuurlijk niemand was, afgedaald via de Stoepert naar Valkenburg. Daalhemer omhoog en over het plateau, Ingbergracht af naar Gulpen. Door Euverem naar Slenaken en de Loorberg omhoog. Door Heijenrath en Epen naar de Camerig. Deze volledig, inclusief de toeristenweg gedaan. Afgedaald naar kasteel Vaalsbroek en via Holset naar Lemiers. Omhoog naar Orsbach en doorgestoken naar Bocholtz. Afgedaald naar Simpelveld en omhoog via de Grachtstraat (Oude Huls). Boven naar links en door het veld naar Vrouwenheide, Mingersborg en Ubachsberg. Door Colmont naar Winthagen en Voerendaal. Over de grote weg via Rivieren naar Weustenrade en Nuth. Slapjes over de Slakweg terug naar Puth. Ik heb nu wel de meeste bekende hellingen in Zuid-Limburg onder de wielen gehad. Nu een beetje meer Westelijk Zuid-Limburg op gaan zoeken.

Voor zondag waren de weersvooruitzichten wat minder. Dus op vrijdag Martin een appje gestuurd met de vraag of hij al plannen had voor zaterdag of dat we samen iets af konden spreken. Hij antwoordde dat hij nog even moest overleggen en of Miriam mee kon. Reply van mij: Mag ik met jullie mee? Ik had mijn vinger nog niet van "versturen" toen het antwoord ‘10.30’ binnenkwam. Tijdig bij Martin, waar zij beiden al klaar stonden om te gaan. Miriam wilde graag de 100 km barrière slechten. Vertrokken in zuidelijke richting Maastricht. Door Ulestraten naar Kasen en Bunde. Hier meenden we een nieuw weggetje ontdekt te hebben, bleek dood te lopen tegen een (nieuwe?) golfbaan en een sportpark dat weer aan het ontwaken was. Meerssen, Oliemolen, Amby en door naar Mesch. Via kleine weggetjes naar Bergenhuizen en naar Noorbeek. Op de klim naar Hoogcruts weren we ingehaald door een aantal jeugdige goden en een godinnetje. Boven waren zij echter uitgepierd, terwijl wij gewoon doorstoomden. Schilbeek naar beneden en, voor de tweede keer deze week, de Loorberg omhoog. In Epen bij de Wingbergerhoeve een wafel met koffie. Was hier best druk. Nog goedendag gewenst door een vriendelijke handhaver die vond dat de onderlinge afstand, hoewel best ruim, toch nog maar krap aan de 1,5 m voldeed. Martin deelde hem mede dat "we" samen het bed deelden, wijzend op hem en Miriam. De "handhaver" begreep echter dat we met z'n drieën een bed deelden. Na de verpozing door naar Elzet en Vijlen, waar Martin Miriam de ENCF wilde tonen. Altijd leuk. Tegen het verkeer omhoog naar Vijlen, waar we op de Mechelerbaan uitkwamen. In deze klim zit het venijn echt in de staart. Door Vijlen richting Vaalsbroek, maar eerde linksaf richting Harles. Verrassend weggetje (alles moet eens de eerste keer zijn). Door Lemiers omhoog naar Orsbach. In het eerste deel werden we met veel bravoure ingehaald door een aantal Duitsers. Ook zij werden na de klim (weer) tweeds. Door Orsbach, Bocholtz en Baneheide naar Eys waar we ter afsluiting de Eyserbosweg nog maar even meepakten. (zie Strava, alleen maar PR voor mij). Naar Mingersborg en Ubachsberg, Colmont, Winthagen en Voerendaal. Net achter Voerendaal belde Lilian mij en ben ik even gestopt. Iets verder stonden M&M met een bekende te praten. Jos blijkt ook nog te leven. Via Retersbeek, Weustenrade naar Brommelen en door Laar naar Hoensbroek. Langs de Geleenbeek weer richting Puth. Gekend de Slakweg omhoog. Het was weer een fijne rit; net geen 100 km maar wel ca. 1000 hm.



Henk

Heeft ook gefietst, en wel alleen en stuurt zijn gewaardeerde verslagen:

19 April
Al voor achten op weg in m’n eentje. Eerst een stukje naar het zuiden om nog wat hoogtemetertjes te pakken en daarna tussen Maas en kanaal naar het noorden tot Maasbracht. Gaandeweg kwam ik steeds meer mensen tegen. Vrijwel altijd alleen of maximaal met twee. Daarna overgestoken richting Posterholt. Hier kwam ik ook enkele groepjes tegen maar nooit meer dan vijf bij elkaar. Op een paar plekken nog even teruggereden omdat de experimenten die ik deed niet uitpakten zoals ik wilde. Uiteindelijk via de provinciale weg van Posterholt naar Koningsbosch en zelfs Höngen. Dat was nog behoorlijk frisjes met een beetje tegenwind. Ruim voor de middag voldaan weer thuis na 85 km. Het viel op dat de provinciale wegen gewoon open waren, maar op de autoweg gepost werd om mensen terug te sturen.

3 Mei
Opnieuw gekozen voor Noord, maar nu eerste tussen snelweg en kanaal en steeds wat oostelijker dan twee weken geleden. In Roermond vastgereden bij het outlet-center. Je kon aan de noordkant alleen maar de autoweg op vanwege de werkzaamheden die ze daar doen. Uiteindelijk toch bij Swalmen uitgekomen zoals ik wilde en daarna voor mij gekend terug langs Boukoul, Asenray en Spik. Ook aan die kant van Roermond werd er van alles omgegooid, waardoor ik een mooie nieuwe doorsteek naar Melick opgedrongen kreeg. Vandaar een stukje oostwaarts langs de Roer om in Paarlo uit te komen en vervolgens richting Maria Hoop en Koningsbosch. De groenteboerderij bij Havert was open, maar ik kon niets scoren omdat mondkapjes verplicht waren. Lekker gefietst en nu zelfs 95 km zonder pauze.

Zondag 3 mei:

Ger
begint:

Had deze week met vooral de wind en af en toe regen geen echte puf om fietsend naar buiten te gaan. Wel twee keer op de hometrainer en dat was onverwacht leuk. Fraai uitzicht op de Ingbergracht en zijn hellingen met mooie bomen en bosschages. Daarbij Hollandse luchten met zon en regen. Geamuseerd. De echte heuvels, zeker die in België of naar Eupen, beginnen wel steeds meer te lokken; zeker nu ik uit de Z-Limburgse weg blijf vanwege de drukte. Dit keer niet naar het noorden, maar het zuiden en wel richting Slenaken en vandaar omhoog naar Hoogcruts; door naar Noorbeek om daar de klim naar Bergenhuizen te doen. Die doe ik (buiten dit jaar dan) nooit en dat is zonde, want het is een echte, zowel qua hoogte, percentage, maar ook de mooie slingers erin. Via een omweg naar Banholt, Libeek en Mesch. Dat hele stuk was een parade van tientallen, zo niet een paar honderd fietsers. Gros met z’n tweeën of alleen, maar de grotere groepen beginnen ook te komen. Een drietal zelfs met een man of tien. Raar maar waar: vanaf Mesch naar M’tricht en langs de Maas naar Grevenbicht was het een stuk rustiger. Allen naar het Heuvelland nu de noodverordening weg is?
Ondertussen beginnen de km’s van dit jaar zich te lonen, want zonder enige moeite trok ik het gemiddelde boven de 25 km/h; en dat is het gebleven tot thuis. In Grevenbicht richting Born en Limbricht; beetje vals omhoog. Langs de glooiende middenweg de Windraak op en boven afgedraaid naar Martins achtertuin. Langs het ouwe stort omhoog en via Wijnandsrade naar Klimmen en de Koulen. Mooie rit en tevreden. Komende week zon en dan toch maar eens mijn eigen heuvels op, denk ik….

Gevolgd door de Beer van de Bernina:

Inmiddels ’s avonds vooraf het vertrouwde appje van Charles met het bekende verzoek. Miriam wilde wel alleen rijden, dus gezamenlijk op pad. Daar het Heuvelland weer opengesteld was het Drielandenpunt als doel gesteld en daar met een fors aantal hellingen heen. Langs het stort van Nagelbeek naar Grijzegrubben en door naar de Blauwe Steen en zo de Kersboomkensweg naar Hulsberg. Dit alles bij nagenoeg windstil weer. Verder naar Klimmen en afgedaald naar Craubeek, wat we herinnerden als een zware klim in het einde van KBK.

Niet de Karstraat maar na een oponthoud achter een drietal tractoren bij het 150 kV-schakelstation linksaf om zo boven de Fromberg te geraken en zo door over de verboden Oude Elkenraderweg naar Elkenrade en daar rechtdoor om boven de Eyserbosweg uit te komen en door naar Mingersborg en afgedaald naar Bosschenhuizen en Simpelveld. Ongewoon door naar Bocholtz en langs stilstaande molenwieken en over de Siegfriedlinie naar Orsbach. Soepeltjes afgedaald naar Oud-Lemiers en Lemiers; langs de kerk omhoog en zo door richting het Drielandenpunt met deze keer een bijzondere variant: Sasso Völs Direttissima: direct na de flat linksaf om over een bijzonder steil maar geasfalteerd weggetje bij de Wilhelminatoren uit te komen en verder naar de geblokkeerde weg bij de Boudewijntoren. Even met wat renners uit Ammerzoden gekout, die ook weer eens de heuvels in wilden en weer terug om via Wolfhaag en Raren wederom een direttissima te nemen en wel achter Lodge 7 om.
Met de handjes op het stuur over de Epenerbaan gepeddeld en de Camerig, waar het bijzonder druk was, af. Bij de Smidse – gesloten – langs en zo naar Mechelen. Doorgestoken naar de Kruisberg met een goed richtpunt voor me en afgedaald over de Kelderweg en de Côte de Trintelen omhoog, met weer twee jonge goden als richtpunt. De Daelsweg af en via Welten en Heerlen min of meer door het Geleenbeekdal huiswaarts.

Karel vult aan:

Zo mooi als het weer eerdere weken is geweest zo mistroostig was het afgelopen week. Hierdoor en doordat we dinsdag naar Sanne in Amsterdam zijn geweest eigenlijk niet aan fietsen toegekomen. Maandag slecht weer. Dinsdag Amsterdam, woensdag 1,5 m bezoek. Donderdag dan tussen twee afspraken in nog kunnen gaan fietsen. Had eigenlijk de Keutenberg en de Cauberg willen doen, maar doordat ik thuis te laat vertrokken ben en weer tijdig thuis moest zijn de rit ingekort tot ca. 40 km. Geen kudo verdiend, maar aangezien ik mijn persoonlijke record op de Stammenderbos had verbeterd er toch een van Martin gekregen. Jan P vond het maar niets aangezien rond Breda geen Stammenderbos is, wel het Mastbos. Vrijdag en zaterdag was het weer k**weer, dus niets fiets. De weersvooruitzichten voor zondag waren beter (fris maar droog), dus Martin maar een appje gestuurd met de vraag of hij zondag wilde fietsen of andere plannen had. Gretig antwoord dat hij wel wilde gaan, maar niet te vroeg.
Zondagochtend naar Martin, waar ik ruim voor de afgesproken tijd was. In de tuinstoel de koolmezen zitten te observeren die in het nestkastje hun bedje voor aan het bereiden waren. Wat een kunstige vliegers.
Voordat we vertrokken heeft Martin mijn voorderailleur nog afgesteld. Schakelt nu een stuk beter.

Voor het relaas van de route en de routekaart zie boven bij Martin. Ik zou op geen enkele manier meer grote delen van de route kunnen reconstrueren aangezien er toch weer de nodige delen inzaten waar ik nog nooit of heel lang geleden ben geweest. En dan ook nog in omgekeerde richting.
Verrassend was de afkorting op de Vaalserberg. Loei steil en smal. Door een kleine slinger even langs het asfalt geraakt. Moeilijk om dan weer op de fiets te komen. Is toch mogen lukken. Op het Drielandenpunt was het vele malen drukker dan twee weken geleden toen ik daar alleen was geweest. Even, wederom op gepaste afstand, staan keuvelen met een aantal fietsers uit Ammerzoden die blij waren dat ze het vlakke land eens konden ontvluchten. Hadden alleen een probleem met de verkrijgbaarheid van koffie en wat erbij. Bij de terugtocht nog de afkorting op de Epenerbaan langs Lodge 7. Hier een verwonderde (jeugdigere) fietser die ons in het eerste stuk van de klim voorbij was gegaan en ons toen weer voorbij moest.
Na Mechelen richting Kruisberg waar ik Martin heb gevraagd toch maar niet meer de Eyserbosweg te doen. Zijn toen de Côte de Trintelen omhooggegaan, waar ik heb genoegen heb mogen smaken om ook een paar mensen voorbij te gaan. Rustig keuvelend verder naar huis. Het was een stevige, doch genoeglijke tocht.





Koningsdag 27 april

Martin kan terugkijken op een driedaags fietsweekend. Alle klussen in de tuin gedaan en het thuiswerken moe met frisse moed de laatste(?) mooie dagen genietend.
En er moesten maar eens wat kilometers gemaakt worden. België en het Heuvelland gesloten.

Op zaterdag met Karel naar Roermond getoogd. Een beetje als de rit een week eerder met Miriam. Eigenlijk is het Duitse achterland in Selfkant en midden Limburg best wel mooi: veel kleine binnenweggetjes, verstilde dorpjes en wegen en onverwachte wendingen. Af en toe een stukje onverhard in een fietsroute, maar dat mag de pret niet drukken. Duitsland in, Duitsland uit, Duitsland in etc. Uiteindelijk bij Haaren Nederland weer in waar we ons bij Vlodrop verwonderden over bijzondere constructies die in slechts een ader van een 150 kV-leiding hingen. Onderzoek loopt nog.
Over Mont Sainte-Odile naar het station van Roermond, inmiddels een bekende pauzeplek.
Over de Maas en nu tussen Maas en Lateraalkanaal naar de stuw van Linne.
Daar ons verwonderend over het grote aantal geparkeerde Duitse auto’s waarvan de eigenaren ‘essentieel’ aan het vissen waren.
Inmiddels bekend over Maasbracht, maar nu aan de oostzijde van het Julianakanaal via Berkelaar naar Roosteren en daar belend tussen Maas en kanaal naar Urmond en zo weer thuis. Net geen 100.


Harold had inmiddels geappt voor een rit voor morgen, dus waarom niet?
Fris in de ochtend verzameld in Hillensberg en via Heinsberg, een best wel aardig stadje, en Ophoven (voor Henk) langs de Effelder Waldsee om daar ongemerkt Nederland weer in te komen.
De bekende pauzeplek in Roermond en gelijk, maar wat sneller, naar Linne en via Maasbracht, Roosteren, Grevenbicht en Urmond huiswaarts. Nu wel de 100 gepasseerd.


Op koningsdag had Karel wel weer zin in ‘uitrijden’. Met België en het Heuvellland nog gesloten: wat nu?
Het werd een beken- en gravelroute. Via, via naar Eckelrade door verstilde kleine weggetjes langs de Roodebach naar Geilenkirchen. Vandaar de Wurm opgepikt en consequent de fietsroute naar Aachen volgend. Waarvan vele delen erg mooi, maar…onverhard. Maar de weg was droog, op enkele plaatsen waar bronnetjes hun water over hat pad loosden, na, dus geen echte problemen.
Op de markt van Aachen was de Starbucks geopend dus daar de Kaffee mit Kuchen.
Via Vaalserquartier terug waar ze, in tegenstelling wat we verwachtten niet richting Heuvelland stonden te controleren, maar de Polizei richting Duitsland. We begrepen er niets meer van.
Langs de Senserbach door naar Nijswiller en over de Oude Baan naar Partij.
Bij Fromberg ongewoon omhoog naar Ransdaal en via de golfbaan en Weustenrade naar de Geleenbeek en huiswaarts.
De erg stoffige Lenzen een goede poetsbeurt gegeven.

Karel vult aan:

Weer een coronaweek achter de rug. Dat wil zeggen geen samenscholing op zondag (geen TCE dus) en ook de weekendafsluiting in het Heuvelland.
De week doorgekomen met de vaste rituelen, alleen minder gewandeld.
Dinsdag stond er nog een stevige NNO-wind, dus maar besloten richting noorden te fietsen. Wordt al een beetje bekend rondje via het kanaal. Nu door naar Maasbracht en naar Linne. Via Montfort naar Maria Hoop en de internationale weg naar huis.

Voor de weekendafsluiting wilde ik wel nog enkele heuvels beklimmen. Dus donderdag richting oosten en zuiden. Vlak begonnen door het Geleenbeekdal richting Heerlen en door Welten naar de Daelsweg omhoog naar Ubachsberg. Onderlangs naar de molen van Vrouwenheide. Afgedaald naar Simpelveld en de lange klim via Bosschenhuizen naar Trintelen. Côte de Trintelen af en de Eyserbosweg omhoog. Viel me niet tegen. Omlaag naar Wijlre en de Geul over naar Stokhem. Hier gevraagd of de weg rechtdoor omhoogging. Kreeg als antwoord: "Ja, en ook heel erg veel". Aangezien dit de Dodeman was, was dit wel al bekend. Het is me zelfs mogen lukken om op de Dodeman nog voor het bankje iemand voorbij te gaan. In Ingber ongewoon de Ingbergracht af naar Gulpen en de Koning van Spanje (under construction) omhoog. Boven linksaf om de Gulperberg Oost ook eens af te gaan. Door Partij en Mechelen naar Schweiberg en deze ook nog meegepakt. Wederom ongekend de Loorberg af en in Slenaken de Schilberg op. Ik was van plan om via Ulvend naar Noorbeek te gaan. Maar België was op slot gedaan, dus maar terug naar de Planck. Over de grote weg naar Terlinden en via Banholt naar Margraten. Door Groot Welsden naar Berg en Terblijt waar ik via de Brakkeberg naar Houthem ben gegaan. In Houthem de kleine binnendoorklim onder de A76 naar het Haasdal. Hier werd gewaarschuwd voor de aanwezigheid van wilde zwijnen, die ik overigens niet gezien heb. Na het Haasdal via de gewone weg naar Schimmert en Spaubeek. Ter afsluiting nog maar de klim door het Stammenderbos gedaan.
Mooie tocht van 85 km met ca. 1100 hm.

Op zaterdag met Martin naar Roermond via allerhande weggetjes in Duitsland. Voor het preciezere relaas zie eerder verhaal van Martin. Ik heb net de grens van 100 km geslecht omdat ik naar Martin was gefietst.
Opmerkelijk voor mij was dat ik nooit heb geweten dat er een weg ten oosten van het Lateraalkanaal is. Waarschijnlijk omdat ik vroeger toen ik nog in Roermond naar de UTS ging door "de Weerd" ging en dan net voor de brug in Roermond op de grote weg kwam. Het Lateraalkanaal is pas einde jaren '60 aangelegd en ik heb de omleidingen daarvan dan ook niet meegemaakt. Als ik later richting Roermond ging moest ik of door Horn of de Westelijke weg via de Maascentrale (nu gesloopt) en kruiste het Lateraalkanaal.
In deze tocht zijn voor zowel Martin alsook voor mij een aantal leuke nieuwe wegen ontdekt.

Op maandag 27 april een zeer mooie ontdekkingstocht met Martin door Duitsland. Gekend tot Geilenkirchen en Rimburg. Daarna een prachtige ‘graveltocht’ door een volledig onbekend stuk Duitsland. In Aken werd de wereld voor mij weer herkenbaar.
Zoals Martin al heeft aangegeven geen sluitingen, controles etc.
Ook dit was weer een ongekend avontuur.



Zondag 26 april

Ger
:

Begin deze week ouwerwets hard gewerkt. Dus ik was vrijdag wel toe aan een “kop-leegmaken-rondje”. Dat werken betrof een drietal clubs waar ik in de RvT zit met alle drie dezelfde agenda: Jaarrekening 2019 en financiën Q1 met de vraag “zit ergens rek”, de actualiteit van vandaag waar zo goed als alles stop ligt, of totaal anders loopt en dan “de toekomst KT en LT”. Zoals Rutte wijs zei: met 50% informatie (en dat is volgens mij al veel) 100% beslissen. Daarnaast is Teams weliswaar mijn vergaderkeuze, maar ik hou meer van het persoonlijk contact. Vandaag heb ik me vervolgens op de fiets beziggehouden met de verschillen tussen calamiteitenbestrijding en crisismanagement en dat zijn er nogal wat en die lopen - redelijk gek - bij corona door elkaar heen. Calamiteitenbestrijding is iets van specialisten en is redelijk korte termijn. Je ziet de brand, het ongeluk etc. gewoon voor je en die brand blus je; en hoe is bekend en “redelijk simpel”. Dat is bij corona nogal anders; de calamiteit zie je niet als het je niet direct raakt (ontoegankelijke verpleeghuizen en IC’s en maar bang wachten), en hoe stop je het virus is klaarblijkelijk nog niet zo helder. Crisismanagement daarentegen is “de outrage” coveren; raar maar waar; de calamiteit as such is daarbij niet eens zo relevant. De zwarte doos zoeken bij een vliegtuigramp is pure outrage managen. “Hoe kon dat vliegtuig neerstorten, waren alle vergunningen er, was er slecht onderhoud etc.” heeft niets met blussen of zo te maken. Calamiteitenbestrijders schalen derhalve op (kijk naar de heidebranden van deze week; de chinooks komen pas als normale inzet niet meer helpt; crisismanagers schalen af (de mantra “better safe than sorry”). Rollenscheiding is wezenlijk, maar die arme Rutte is zowel chef brandweer als chef crisismanagement: “halen we de Chinooks erbij, of laten we de economie/samenleving prevaleren”. Ga er maar aan staan, als je geen Trump bent! Daarom snap ik het massale naar buiten gaan vandaag wel. Je ziet geen brand en als hij er is, is het onzichtbaar ergens anders. En “out rage” heb je niet; tenzij het feit betreft dat je niks mag, behoeft dus ook geen management. De politie reed dus ook weer massaal door het Heuvelland om de outrage te managen, niet de normale taak van calamiteitenbestrijders, resp. wegenafzetters. En de buitengebieden bij Parkstad/Schinveld en de Grensmaas waren top druk met allerlei soorten fietsers, wandelaars etc., “want je moet toch wat”.
Genoeg gefilosofeer (zonder conclusie overigens). Drie dagen achter mekaar heerlijk gefietst en de kledingcode kort-kort zorgt al voor behoorlijk wat zonnestrepen. Vrijdag eerst eens een beetje vlak naar Midden-Limburg en in de buurt van Echt aangekomen, dacht ik met enige gêne; ik ga eens vragen hoe het met onze nieuwe caravan staat. Zou niet weten wat ik er nu mee zou moeten, maar je wilt toch wat, nietwaar. Nu de fabriek zou volgende week weer opstartte en de aflevering staat voor half juli in de planning. Als dat lukt, is de vraag; kunnen we er nog wat mee?
Het landschappelijk verschil tussen de grensregio naar Duitsland en de Grensmaas is toch wel groot; mooi en de afsluiting van de rit via het Heuvelland apart. Genoten.

Gister weer met Reinouw getoerd. Gestart met het eerste deel van mijn rondje “achtertuin” en bij Libeek door richting Geulle om de Slingerberg te doen. Heuvel uit letterlijk mijn jeugd, dus altijd een genoegen en het betreft Reinouws eerste heuvel ooit, dus ook bij haar altijd een lekker gevoel. Langs het vliegveld, de watertoren en Hulsberg, de Koulen naar huis.

Tot slot vandaag weer naar Echt. Op uitnodiging van Martin om een mooiere route te pakken dan de internationale weg, gereageerd door eerst apart door de kernen van Parkstad naar Kerkrade te gaan en via het buitengebied achter (Nieuw) Erenstein richting Schinveld en de Schinveldse bossen te gaan. Heel stuk door die buitengebieden om op de kruising van de internationale weg en de weg naar Sittard weer rechte wegen te pakken; zo ook naar Echt om daar de Grensmaas weer op te zoeken om via Urmond richting Stein te gaan. Daar stond het plein redelijk vol met allerlei volk (?); door - me een weg zoekend zoals al een tijdje - langs allerlei soorten e-bikers richting Beek en via de Adsteeg terug. Dat tuincentrum daar was helemaal vol; geen parkeerplek op de parking en straat te vinden! Hoezo 3 à 6 klanten en 1,5 meter. Ik snapte mijn eigen gefilosofeer van eerder meteen weer.
Drie heerlijke dagen gefietst en de jaarkilometrage schiet met sprongen omhoog.




Zondag 19 april

Ger
:

Weer een aardig fietsweekje achter de rug. Eerste dagen niks gedaan en vervolgens Reinouw mijn rondje door de achtertuin laten zien. Hoewel het zeer bekende wegen zijn (voor mij een deel van de wegen als we naar België gaan of daarvandaan terugkomen) is het heel anders rijden als je die trajecten samenvoegt. Ergens tussen de 35 en 40 km en continu op-af en op de diverse plateaus. Feitelijk via de Ingber naar de beide Welsden (Klein-Groot) en via ’t Rooth, C&K, Honthem naar Eckelrade en via St. Gieter en Libeek retour. Reinouw vond het ook schitterend en die heeft vervolgens terug in Gulpen nog een lusje Kruisberg en Simpelveld gedaan. Ik voor de tweede keer nog eens dat rondje. Bracht het op zeven in korte tijd.

Vrijdag twee ritjes met de Orbea; eerst naar het Vijvercentrum in Schimmert voor wat spullen, o.a. vissen. In een met water gevulde plastic zak achterop was het voor hen (neem ik aan) een feestje. Ik was echter de balans in de fiets geheel kwijt. Daarna nog even koffie en spullen om het apparaat te reinigen in Heer gaan halen. Via Gronsveld heen en over de Dellen terug. Alles bij elkaar zo’n 80 km en dan voel je pas dat de Orbea een tractor is vergeleken met mijn racefietsen. Dus zaterdag in de recovery van de spierpijn en het zadel heb ik ook gevoeld.

Vandaag zondag en hoewel niet zo vroeg weg, toch maar weer eens een > 100 km ritje. Dat is met 101 km helemaal gelukt. Eerste deel met Reinouw over de Ingber en Groot en Klein Welsden naar de verbindingsweg V’burg-Bemelen. Ik had al gehoord en ook vrijdag gezien dat er toch veel (wieler)toeristen waren en toen Reinouw en ik met eenzelfde Chemelotjack pal achter een ander tweetal zaten, omdat we niet konden inhalen vanwege twee tegemoetkomende motoragenten, voelde ik het al aankomen en ja; weer staande gehouden en een vriendelijk uitlegpraatje. Wederzijds alle begrip. Met de opmerking, dat we uit Gulpen kwamen en niet met die ander twee aan het peddelen waren was het oké. Door naar de Grensmaas en dat was i.t.t. wat ik had verwacht druk en bijna allemaal tweetallen, maar ook drie of vier onderweg. Voelde niet zo prettig moet ik zeggen. Reinouw sloeg af in Elsloo om de Adsteeg en Sibber tot slot te doen en ik kachelde door voor de route die ik begin april al had gedaan. Via Grevenbicht en Illikhoven naar Roosteren en vandaar naar Dieteren/Roosteren en zo terug over Windraak etc.
Qua fietsen heerlijke week, maar de wereld wordt wel heel klein! En de betweters en “moeten we niet, dit en dat, want- types” beginnen weer op te komen. Ik overweeg een nieuws/berichten-lock down.

Martin:

Weer een week voorbij. Qua fietsen vermeldenswaard: Ik had de gehele week niet op de fiets gezeten wegens werk en andere zaken en wilde eigenlijk vrijdag om half vier, toen mijn bespreking afgelopen zou zijn, op de fiets. Die half vier werd uiteindelijk half vijf en aangezien de fiets tussen het werk en het bier in zat werd het een snel rondje. 65 km met een gemiddelde van 26.4 km/h. Bijzonder was dat toen ik langs de Koulen reed ik Jos en Marjan aantrof in de avondzon met een vin blanc. Uiteraard de gepaste afstand. Wat gekeuveld en iets los-vast afgesproken en toen snel weer naar huis.

Vrijdag belde Karel op of we iets samen konden doen en dus zaterdag samen een stukje op de fiets: ik wilde hem de nieuw fietspaadjes bij Meers laten zien: gelukt. Lekker tussen Maas en kanaal naar Borgharen, waar het even regende. Van daar alsmaar oostwaarts, zodat we als vanzelf op de Kuytenbergweg kwamen en zo in Berg en Terblijt, in Sperrgebiet dus en dat zonder enige checkpoints.
Pas in de klim naar Groot Haadal bij de snelweg kwamen we de controle tegen.

Miriam had aangegeven de kaap van de 100 weer eens te willen ronden dus met haar op zondag via deels bekende en onbekende weggetjes naar Vlodrop om zo uit het oosten Roermond te bereiken. Bij de AH-to-go op het station een koffie en gevulde koek en terug over de brug en langs het kanaal naar Ohé en Laak rond allerlei plassen en over de stuw van Linne die weer geopend was.
Van Maasbracht gekend tussen Maas en kanaal naar Roosteren en zo weer naar Berg aan de Maas en terug. Met 103 km aan de eis voldaan. De beloofde 20°C is het echter verre van geweest.

Karel:

Aangezien de TCE-verzameltochten nog even niet mogen en kunnen, kunnen er ook geen gezamenlijke verhalen gemaakt worden. Iedereen is op zijn manier de conditie op peil aan het houden: vissen halen in Schimmert, lunch halen in Schinnen en dan tussendoor nog op de racefiets. Hier wordt de tijd verdaan met de hond uitlaten, wat fietsen, samen wandelen en "klooien op het goed". Dus eigenlijk niet anders dan anders. Gelukkig zijn we allebei weer redelijk opgeknapt en is de conditie weer wat terug aan het keren.

Het wandelen is eigenlijk best verrassend. Afgelopen donderdag de "Coronaroute" gewandeld. Deze begint bij de manege in Daniken en is dan geheel in een richting uitgepijld. Ze gaat dan door het Danikerbos naar Puth en kan aan de Kempkensweg door ons opgepakt worden. Loopt dan via Terborg achterlangs Puth naar de Heemtuin en weer retour naar Puth. Bij Putherberg hebben wij de route weer verlaten en zijn via de Koolweg weer huiswaarts. Wandeling ca. 11 km.
Aangezien ik maandag eigenlijk een klein stukje Heuvelland wilde pakken maar teruggestuurd werd, dit maar op woensdag alsnog gedaan. Heen via Meerssen en Maastricht en daarna via Cadier en Keer, Reijmerstok en Gulpen-Ingber naar Valkenburg. Via de korte klim naar Ravensbosch en uitzonderlijk via de grote weg van Schinnen naar Puth. Aangezien ik dit nog niet genoeg Heuvelland vond, wilde ik op vrijdag nog wat meer. Martin gebeld of hij het erg druk had of dat hij tijd vrij kon maken om met mij een stukje te gaan fietsen. Jammer genoeg kon dit niet.
Me voorgenomen om naar het Drielandenpunt te gaan. Dit ook zo uitgevoerd. Opvallend was dat er op het hoogste punt niemand was. Er stonden wel wat auto's (vooral Duitse). Maar de rest was volkomen leeg. De afdaling naar Gemmenich was volledig afgesloten, er was zelfs een bewakingscamera opgehangen en er patrouilleerde marechaussee. Even zitten twijfelen of ik via de Kleeberg en Orsbach terug zou gaan, maar besloten om toch maar via Vijlen te gaan en dan de Gulperberg Oost mee te pikken. Was best leuk. Aansluitend gekend via de Ingber en Valkenburg, het Haasdal en afsluitend de Stammenderveldweg.
Zaterdagochtend een appje van Martin met de vraag of ik mee wilde gaan fietsen; dit is natuurlijk onmogelijk af te slaan. Martin had een zeer mooie tocht over nieuwe fietspaden door het Grensmaasgebied. Daarna nog even via een sluipweg het "Sperbezirk" in en via de "kuitenbijtersweg" naar Berg. Via het
Haasdal naar Schimmert en afsluitend de Zandberg in Schinnen. Wederom een mooie tocht. De zondag gereserveerd voor Lilian. Weer een onbekende wandeling. Moest geld pinnen in Schinnen. Hiernaartoe via de Koolweg en de Grote Weg. Terug via de Stationsstraat en het wandelpad
langs de Geleenbeek dat via Terborg gaat. Door het veld omhoog en retour huis. Wederom 8 km.
Hoewel de kracht nog niet helemaal terug is gaat het toch de goede kant op
Kijken wat volgende week gaat bieden



Zondag 12 april

De Beer van de Bernina
: Het abnormale begint langzaam, helaas, normaal te worden. Alleen op de fiets. Na de week ervoor toch wat ritjes gedaan te hebben en gisteren met Miriam naar Aachen nu weer alleen. Geen echt plan, maar wel de zekerheid om Sperrgebiet Heuvelland te betreden. Volstrekt onbegrijpelijk waarom ik als solerende local niet in mijn achtertuin zou mogen rijden. De eerste controle onder Groot Haasdal: ik werd tegengehouden maar nadat ik vertelde dat ik naar Gulpen ging mocht ik door. Een paar honderd meter verderop en met dezelfde zin hetzelfde resultaat. Door een verlaten V’burg met toch af en toe een fietser omhoog de Sibber op. Door richting ’t Rooth en langs gelijkgenaamde groeve omlaag om over St. Antoniusbank in C&K uit te komen. Hier weer een controle waar ik zonder iets te zeggen doorreed en niet teruggeroepen noch neergeschoten werd. De Bronkweg af waar onderin ons bekende snelfietspad afgesloten was.
Zuidwaarts richting Gronsveld en daar weer een controle. Ik vertelde dat ik naar Eijsden ging waarop ik na de uitspraak ‘sorry’ door mocht. Door Eijsden en langs het kasteel door de Eijsder Beemden waar bij Navagne de weg echt afgesloten was. Merkwaardig om vijftig meter verderop diverse Belgische fietsgroepjes (ja: groepjes!) langs te zien fietsen.
Terug dus en na wat omzwervingen alleraardigst over een nieuw weggetje in Hoog Caestert uit te komen en bij de Zink weer op bekend terrein. Noordwaarts naar Maastricht en door een verlaten binnenstad.

Ik merk dat ik in deze tijden van corona wat milder aan het worden ben: zo ben ik tijdens mijn thuiswerkweken tijdens mijn bijna dagelijkse lunchgang naar de Co-Op in Schinnen, lopend, begonnen om zwerfvuil op te ruimen. De ergernis daaraan een beetje ombuigend naar tevredenheid daar wat aan te doen; tevreden als ik veel weet op te rapen en tevreden als het niet veel is. Wat wil je nog meer. Overigens een merkwaardige observatie dat juist consumenten van energy drinks te lam en te zwak zijn om hun blikje in een afvalbak te doen of mee naar huis te nemen. Wat aan mijn mildheid nog meer uiting gaf was het gegeven dat in bij de keersluis van Limmel beneden aan de dijk een wat oudere man naast zijn fiets zag lopen. Ik vroeg hem van boven of hij hulp nodig had. Na zijn uitnodiging bleek zijn ketting gebroken te zijn en hij moest dus zo’n acht kilometer lopen naar Bunde. Met de kettingpons die ik bij me had kon ik zijn ketting weer fixen en onder de belofte dat hij een nieuwe ketting zou kopen kon hij fietsend verder. Laten we zeggen dat ik dergelijke en-route reparatieservices normaalgesproken slechts aan fietsgroepgenoten dan wel soortgenoten van de andere kunne in een gunstiger leeftijdscategorie verleen.
In Meers een paar stukjes prachtig nieuw fietspad langs de Maas gevonden en uiteindelijk een doodlopende-weg-bord genegeerd wat mij een paar kilometers onverhard opleverde.
Daar ik mijn bidon vergeten was en alle horeca gesloten, met een dreuge bek tevreden thuisgekomen.


Ger:

Corona is nog immer een hot topic. Met daarbij “de scorebord-journalistiek” over aantallen bedden, IC-capaciteit, ‘oversterfte’, hoe om te gaan met ouderen, resp. oudere zieken, ziekenhuizen versus verpleeghuizen, etc. Met het huidige paasweekend, is de toeristische hype van afgelopen weekend op de rivierdijken en in het Heuvelland naar de bollen verplaatst. Daar was het gister en is het vandaag idioot druk. Het is immers al weken stralend zonnig weer. Hier in het Heuvelland geldt sedert afgelopen donderdag een noodverordening, die in ieder geval tot gevolg heeft, dat er geen congesties zijn. Reinouw en ik zijn daarbij op de eerste dag fietsend aan de kant gezet toen we de telefoon van Reinouw aan het resetten waren. Volgens de overigens zeer aardige agenten, mochten we alleen naar de bakker of zo. Toch maar eens op de site van de veiligheidsregio gekeken en daar stond - voor ons - gelukkig dat lokalo’s met 1,5 meter afstand en solo onderweg mochten. Een geluk dat dat blijft mogen; moet er niet aan denken (zoals overigens zovelen) ‘opgehokt’ te moeten zijn.
Uit begrip voor al die regels, maar ook uit respect voor de situatie me deze week uitermate braaf gedragen. Maar liefst vier keer en route; alle keren vanuit Gulpen NW of W; ik blijf uit de heuvelzone weg. Betekent veel op de plateau’s bij Margraten, C&K en rond Honthem, Libeek. Met Reinouw samen een tochtje gedaan, waarbij we ook nog in V’burg kwamen. Zelf een tweetal keren bij Jos aangebeld, maar geen reactie; waarschijnlijk met de hond onderweg. Gister en vandaag een leuk rondje van ca. 35 km gedaan; alles bij elkaar die twee dagen vijf keer! Eerst de Ingbergracht op en vandaar door het veld naar de Fremme in Margraten. Door het dorp (geen kip te bekennen) naar en door Klein Welsden met vandaag een toefje over Groot Welsden, Achter de groeve ’t Rooth linksom naar C&K om uit de buurt van Bemelen en V’burg te blijven. Voor C&K eerst lekker omlaag en dan omhoog om vandaar richting Honthem en Eckelrade te gaan. Stukje provinciale weg naar St.-Gieter en omlaag richting Eijsden; maar ruim daarvoor afslaan naar Libeek. Vals klimmend naar Mheer en vanuit Reijmerstok dalend naar huis. En dan weer opnieuw! De nodige hm’s om die diverse plateaus te bereiken, maar ook leuk weer af te dalen. Mooie uitzichten met een enkele boer in actie. Gister twee keer gedaan en vandaag drie. Me vandaag beloofd boven de 100 km en 1.000 hm te komen en mijn gemiddelde van gister te verbeteren. Alles gelukt en - zoals dat ook een sport was bij mijn rondjes WD - de laatste ronde vol gas en versnellen t.o.v. daarvoor. Als ik naar de Garmin Connect kijk, maken we allemaal veel km’s (ikzelf deze week zelfs meer dan 300) en ook Karel is uit zijn hoogtetent thuis verschenen. Corona, stevige griep; hij koerst weer als de beste. Enfin, zoals Martin vorige week schreef, toch maar een bijdrage om dit bijzonder jaar later een plek te geven. Tot slot; wat ik al eerder tegen Reinouw zei: “Zomervakantie en in bv. Oostenrijk, Italië of Frankrijk en daar lekker wandelen, fietsen en klimkm’s maken, kunnen we schudden”, is ook vandaag door Ursula von der Leijen gezegd. Ben oprecht benieuwd hoe lang we dit alles vol gaan houden; economisch, maatschappelijk, sociaal en eenieder in z’n eigen familie en vriendenkring. Daarbij hebben Reinouw en ik het uiteraard niet zwaar; geen echt thuiswerk; geen kinderen lesgeven of om je heen die “alles stom vinden, of met andere jeugd het dorp onveilig maakt”, ruim gehuisvest. Ik heb met velen te doen. Wordt vervolgd.

Ik voeg nog toe: nu de witte zakdoekjes in het voetbal nutteloos zijn, vind je er talloze in de berm. Burgers en rotzooi bij zich houden....
En ik heb zo veel kunnen fietsen dit weekend dankzij Reinouw. Als Pietje precies heeft zij zich gister en vandaag op de kapotte voegen van het terras gestort. Succesvol, net als mijn fietsen.

Karel:

Hoewel eigenlijk pas bij de nieuwe week hoort tweede paasdag m.i. toch nog bij de afgelopen week en zondag (eerste paasdag). Na de uitgebreide verhalen en toelichtingen, corona-perikelen en wat dies meer zij van Martin en Ger kan en wil ik in die richting eigenlijk niets meer toevoegen. Even een relaas van mijn door Ger genoemde "hoogtetent":
Ger heeft in zijn relaas al aangehaald dat ik hier weer uit ben verrezen ben en ik weer een beetje aan het fietsen ben. De laatste gezamenlijke rit met TCE voor mij was op zondag 15 maart, de dag dat België op slot ging. Tijdens die rit heb ik me ook al ruim aan de >1,5 m gehouden, vooral langs het Albertkanaal. Op dinsdag rond het middaguur sloeg het noodlot toe en kreeg ik razendsnel koorts. Een week lang kuchen, hoesten en rond de 39°C. Corona or not, who knows. Lilian is mij overigens met alles net een stap voor geweest. Aansluitend nog enige tijd in huiselijke quarantaine. Martin en Miriam hebben onze aanvoer van voedingsmiddelen etc. geregeld. Nadat alles weer een beetje normaal was mezelf eerst in de tuin en later met de hond weer wat gaan trainen. Afgelopen week meende ik weer zover te zijn dat ik weer wat kon gaan fietsen. Het carbon ros maar van de zolder gehaald.
Maandag rondje naar het zuiden, woensdag naar het noorden en vrijdag hetzelfde rondje als woensdag maar dan in omgekeerde richting. Zaterdag en zondag de paashaas uitgehangen, geen parken, woonboulevard enz. Maandag (vandaag dus) vond ik het toch wel weer noodzakelijk om aan de conditie te werken. Ik wilde eigenlijk langs de rand van het "Sperrgebiet" A76 via Kimmen richting Maastricht gaan, maar net voor Klimmen werd ik teruggewezen, mijn opmerking dat ik alleen via Klimmen naar Hulsberg wilde vond geen genade. Heb er toen maar een rondje bezichtiging (lege) woonboulevard en grensroute Duitsland van gemaakt. De stevige NO-wind (4 BF) maakte het erg koud. Toch nog 50 km gefietst. Viel me op dat er weinig mensen op de racefiets waren. Waarschijnlijk allemaal eieren aan het uitbuiken. Wil van de week, als het weer het toelaat, toch wel weer eens het Heuvelland in.

Henk:

Ik heb donderdagmiddag (vrije dag in CH) een lekkere fietstocht in m’n eentje gemaakt. 60 km met als hoogtepunt Karstraat en Fromberg. Ik wilde de Koulenberg oprijden om te kijken of ik een praatje kon maken met Jos door de heg. Het tunneltje onder ‘t spoor was effectief geblokkeerd met een grondverzetmachine, dus moest ik terug en langs de bovenkant naar de Koulen. Z’n limousine stond er wel, maar ik wilde geen coronarisico’s creëren dus ben ik maar verder gereden. De tegenwind in deel twee naar ‘t noorden viel me tegen, en mede daardoor net geen 25 km gemiddeld gehaald. Op ‘t eind 24.9 en ondanks verwoede pogingen net die 25 niet gehaald. Wel berekenend bij Puth de Slakweg omhoog en daarna via de weg net aan ‘t einde van de bebouwde kom naar Munstergeleen, omdat je daar niet voor rotzooi op de weg hoeft te waken zoals langs de heemtuin, maar daar moest ik in de remmen voor hondjesuitlaters. Evengoed een lekker ritje en ik had wel een bidon bij me, maar die te weinig gebruikt en dus ’s avonds en de volgende ochtend veel dorst. Vrijdag en zaterdag met Marijke een stukje gefietst. Zij elektrisch en ik op de “rollatororbea”. Fijne fiets voor zoiets. Hoef geen fietsbroek aan en ik zit wat rechterop. Vrijdag naar het zuiden tot Schimmert en zaterdag naar ‘t noorden tot het Haagse bos bij Susteren. Samen op een acculading. Marijke had daar wat problemen mee. Accu steeds snel en plotseling weer leeg. Blijkt nu waarschijnlijk aan niet volledig doorduwen en daardoor slecht contact te liggen. Ik kreeg daar vermoedens over toen op ‘t moment dat de regelaar terwijl ik achter haar van Daniken naar Sweikhuizen klom zei dat er geen accuspanning meer was ook het achterlicht ging branden. Na een flinke dreun tegen de accu daarna geen problemen meer. Actieradius nog steeds niet super, maar als je drie uur kunt fietsen en ook nog gedeeltelijk in de heuvels is ‘t toch behoorlijk OK.



Zondag 5 april – Fietsen in tijden van corona

Martin
:
Hoewel de eerste dag van het zomertijdregime, geen assemblée aan de toren wegens…c.
Er wordt gelukkig wel gefietst en gelukkig houden een aantal onder ons zich via media als Garmin connect en Strava van elkaar op de hoogte en worden zelfs links en rechts sneren en aanmoedigingen geuit, zoals die zich ook in de groep laten horen.
Toch moet er ook wat voor de site geschreven worden, al is het alleen maar om te voorkomen dat het jaarboek 2020 op een paar velletjes wc-papier geschreven kan worden.
Alleenfietsen is dus het devies. Zowel het ontbrekende woon-werkverkeer dient gecompenseerd te worden als ook de ‘gewone’ zondagen.
Over het meten van de lichaamstemperatuur als veiligheidsmaatregel een kleine anekdote: vrijdag ‘moest’ ik naar kantoor om iets op te halen: een oude headset van mij die Miriam nu van pas kon komen, immers ook thuiswerkend. Bij binnenkomst wordt je temperatuur gecheckt middels een voorhoofdscanner. Door de geringe buitentemperatuur, de rijwind en het lichtbezweet zijn mat deze 20.5°C en mocht ik ‘gezond’ doorlopen.

De rit van vandaag wil ik toch noemen, al is het alleen maar omdat ik ook alleen competitief kan rijden. Immers: Ger heeft pas gefietst als het meer dan 100 km is en Jan P. had mij aangemoedigd om heen met de wind mee te fietsen en tegen de wind in terug te keren.
Daarom, en om het aantal twijfelmomenten te minimaliseren, het plan opgevat naar Venlo (en terug) te gaan.
Tot de brug bij Maasbracht gekend langs de Maas naar Roosteren en zo de brug bij Maasbracht over. Toen min of meer de Maas langs de linkeroever gevolgd door mooie dorpjes als Buggenum, Hanssum (waarna de linkeroever van de Maas hoog boven de rivier uittorent, een mooi uitzicht gevend) en Karels geboorteplaats Kessel. Bij Baarlo, met een mooi kasteel, even fout gereden om bij de veerstoep te komen, maar geen twijfel, dus terug en verder naar Blerick om over de spoorbrug de Maas te kruisen en in de verlaten binnenstad van Venlo te komen.
Wat rondgepeddeld, slecht voor mijn gemiddelde natuurlijk, om zo de rit tegen de wind in aan te vangen. Uiteraard even Duitsland in en dan langs het spoor in Kaldenkirchen te komen. Vandaar min of meer ZZW over halfverharde bospaden (ik wist niet zeker meer of ik goed reed, maar in ieder geval zo wel tegen de meeste wind beschut) langs de grens oprijdend om zo weer in Swalmen, net als een week ervoor, uit te komen. Ik wilde niet de Rijksweg naar het zuiden nemen en wat gekloot door Melick en St. Odiliënberg (genaamd naar de berg in de Vosges; weet u nog!?) om in Montfort uit te komen. Daar in de Coop wat drinkyoghurt en water gescoord – je moet wat bij gesloten horeca.
Door naar Maria Hoop en zo een mooie vrijwel rechte fietsroute gevonden naar Koningsbosch, Duitsland weer in en via Havert en Tüddern, weer in Sittard om langs de Heemtuin thuis te geraken.
Ik had de gehele weg mijn Garmin zonder km-aanduiding en was tevreden 145 km op de teller af te lezen en een gemiddelde dat gezien de combinatie wind en solo ook niet ontevredenstellend was.


Ger:

Weer wat afgefietst deze coronaweek en op 5 april al drie ritten in april gehad. Eerst met Reinouw eerder in de week een van mijn oude wachtdienstrondjes gedaan. Grootste deel daarvan in het uitgestrekte Margraten en dat bevalt prima. Via wat groeves naar C&K en Valkenburg richting Hulsberg en Karstraat. Zitten leuke stukken tussen. Ook gister en route, maar alleen. Schilberg weer eens opgefietst en dat is puur genieten met de Synapse. Door naar Bergenhuizen en ook dat is een wondermooie klim (vandaag met Reinouw weer gedaan). Vandaar door naar Terlinden en kruip door sluip door via Banholt en Mesch naar uiteindelijk Weert om vandaar naar de Grensmaas te gaan. Deze helemaal afgekard tot Roosteren; fraai! Via wegen uit mijn Grevenbichtse tijd langs de IAZI en door Oud Urmond, Grevenbicht zelf, Roosteren, Dieteren naar Sittard en de Oude Windraak als laatste klim. Achter Nuth nog wat wegen verkend en uiteindelijk via Wijnandsrade eens gaan kijken of Jos thuis was. De auto alweer eerder gesignaleerd, maar Jos was en route. Lekker bijna 120 km verzet en ik wilde ook boven die 100 uitkomen. Fietsers was een genot, ofwel solo, ofwel met z’n tweeën. Overigens bleek dat e-bikers grosso modo doof zijn, want een bel horen ze niet en ze denken in coronatijd alleen op de weg te zijn. Geen motoren, geen auto’s, heerlijk; alleen die stomme scooters.
Nu vandaag was het een ander ding om met het eind van de tocht te beginnen. Van de Fromberg tot aan Wittem meer verkeer dan hoogzomer. Motoren in colonne, scooters om niet te tellen, cabrio’s om weet ik wat onderweg te doen en een heel contingent van het soort “kijk mij eens een dure auto rijden”. Bij Paul’s in Wijlre, die met de hele buurt ruzie heeft (wat ik nu begin te begrijpen) was alles open en stond de parkeerplaats mudje vol. 15 cm afstand tot elkaar was al een prestatie. En als fietsers moest je daar tussendoor krioelen. Onzin en volstrekt amoreel, vind ik. Dat ook weer gezegd.
Voor vanmorgen op de fiets te kruipen, kwam ik al lopend in Gulpen Harold nog tegen. Even gekletst en toen ging hij door om via de Camerig naar huis te gaan en ik door de fiets pakken. Met Reinouw onderweg door het Gulpdal en in Slenaken omhoog naar Hoogcruts, een fraai lopende helling met >10% onderweg. Over de grote weg om via Terlinden (heen en weer) ook weer de klim van Bergenhuizen (ook duidelijk >10%) samen te doen. Het plateau en de vergezichten lagen er wondermooi bij. In Mheer naar Libeek en vandaar naar de grote weg richting St. Gieter. Wij hebben daar het racepad gepakt en via enkele fraaie M’trichtse landgoederen zijn we in Bunde het Kasenerbos ingegaan. Boven langs het vliegveld waar net zo’n grote kist met veel lawaai opsteeg omhoog naar Waterval en vandaar Reinouw bij Arensgenhout naar de Sibber en ik via Hulsberg etc. naar de Karstraat. Tot Arensgenhout rustig, maar als gezegd, dat was de stilte voor de storm.



Zondag 29 maart

Ger:


Een heel aparte week met het coronavirus. De wereld staat stil, resp. is teruggebracht tot iets heel simpels; “jezelf en anderen in leven te houden”. Beelden van lege straten en pleinen, die we kennen als een grote drukte; het besef, dat de mooie skigebieden in Italië en Oostenrijk niet alleen dicht zijn, maar ook de bron van veel ellende. Maar ook onze geliefde Elzas en Vogezen. Hoeveelheid doden en zieken worden als cijfers gepresenteerd, en geanalyseerd als een voorjaarsklassieker. En dat alles terwijl het voorjaar start met mooie zon, fraaie luchten, groen aan de bomen en struiken en de eerste bloeiende bloemen. Opvallend is, dat je meer en langer contact hebt met mensen. Daarnaast (net als bij ski/langlauf) een monotone dagindeling; ontbijten, krant, de fiets op, of je wilt of niet corananieuws volgen en pitten. Onderwijl bedenkend, dat alle plannen voor de rest van het jaar de prullenbak in kunnen. Dat fietsen krijgt dan wel weer een boost; zowel bij Reinouw als mezelf. Genoeg keren gedaan deze week en de maandkilometrage is > 600 km, bijna zomerse waarden. De wind was deze maand de voornaamste vriend, maar ook vijand. Tot slot, is onze zeilboot na meer dan 40 jaar verkocht; met Reinouw samen en met onze kinderen heel veel plezier op gehad in het mooie Friesland. En het mooie is dat een stel hem heeft gekocht, die zelf ook drie jonge kinderen hebben. De historie herhaalt zich.
Vandaag weer eens op de MTB gezeten; bedacht dat de tracks er droog bij zouden liggen en dat was ook zo. Margratenroute als basis om zo grotendeels uit de bossen te blijven. Bovendien vind ik die route wel lekker lopen met o.a. een fraaie klim bij ’t Rooth. De camping achter de Bemeler wordt helemaal omgebouwd tot een ‘resort’; die hadden de track behoorlijk omgeploegd. Op het plateau bij de molen achter Gasthuis was er een fraaie wind, die het stof van het pad deed wegwaaien. Voor mezelf is de klim vanuit Bemelen naar de top van de Rasberg in B&T altijd een feestje; nu dus ook en beloond met wind op kop als je “over de kam komt”. Vandaar door een soort wei weer terug en onderweg met twee andere MTB’ers achter me een heel aantal km’s afgelegd; gebeurt me niet zo vaak. In IJzeren door naar het Gerendal en daar nog wat klimmen en ander fraais gepakt. Het weer was Hollands: zon, een heel stevige wind en af en toe een beetje ijsregen. Ondanks alles genoten van het fietsen deze week en TCE ingeruild voor Reinouw!!

De Beer van de Bernina kan toevoegen op zaterdag gefietst te hebben. Totaal niet geïnspireerd maar toch de ‘noodzaak’ te fietsen. Ik moest de 100-km-kaap halen en uiteraard tegen de wind in gestart. Uiteraard niet door België, maar Duitsland was nog open. Noordwaarts dus om via allerlei alleraardigste boerenweggetjes – die in Pruischen altijd geasfalteerd zijn – in Roermond uit te komen en zo nog wat verder noordwaarts. De kerk van Asselt op een terp aan de Maas was bijzonder fraai te zien, net als een aantal ontmoetingen met de Swalm. Niet zo groot als de Roer maar mooier meanderend. In Beesel geprobeerd iets te scoren bij de bakker, maar daar die alleen pin-transacties accepteerde onverrichterzake door om uiteindelijk in Swalmen, inmiddels op de terugweg, wel met cash te kunnen betalen. De terugweg grotendeels inspiratieloos en de grote heirbanen gevolgd. Met de wind in de rug ging dat gezwind. Zonder kunstmatige constructies bleek ik bij thuiskomst boven de 100 km uitgekomen te zijn. Mission accomplished. Op zondag lekker wezen wandelen: het Savelsbos integraal van zuid naar noord, inclusief de vuursteenmijn, de Henkeput, de Romeinse grindgroeve, de Schone Grub, het fusillademonument bij St. Jozef (in de II WO een opleidingsinstituut voor de Hitlerjugend); kortom: instructief!



Zondag 22 maart – Ger solo

Curieuze dag en curieuze week. Als er in je omgeving niemand ziek wordt van het virus, zou je zeggen een fraaie start van het voorjaar met ontluikend groen en ontluikende vogels, vissen en kikkers en helaas een beetje veel wind. Verder is het virus ongrijpbaar en word je gek en een beetje agressief (tenminste ik) van al die berichten en het gedrag van - in mijn ogen - sommige aso’s. Me dus voorgenomen overdag het nieuws niet meer te volgen wat gebeurt en dat lucht op! Als je daarnaast deze week al eens op de fiets bent gekropen, zie je veel solo-fietsers en weinig verkeer op de weg en geen enkel terras open. Gisteravond was het TCE-appverkeer dan ook snel klaar; Karel ziek, maar gelukkig aan de beterende hand en de rest wat ‘huiverig’ om samen op pad te gaan. Dus veel solowerk, na een week waar bijna eenieder van de Garmingemeenschap toch op de pedalen was geweest.
Zelf om ca 10.00 uur op pad na Reinouw - die ook solo ging - verteld te hebben, dat ze goed moest kijken waar de wind vandaan kwam (immers tegen in het begin en mee later). Zelf redelijk ‘sterk’ van al die windritten tot dusverre, trok ik me daar niks van aan. Vertrokken naar Reijmerstok; lekker vals omhoog over goed asfalt om de provinciale weg over te steken naar Banholt en via Mheer en Libeek in Mesch te belanden. Heerlijk in de zon en windje in de rug. Onderweg nog iemand met z’n schitterende Trek gecomplimenteerd, maar die was ofwel doof ofwel daarin niet geïnteresseerd.
België wilde ik per se vermijden; dus in Mesch richting Eijsden om daar aan het eind van het dorp langs het autostradawielerpad richting Gouvernement te rijden. De Maas was evenals donderdag jl. al behoorlijk gezakt. In M’tricht naar de stuw bij Limmel om langs het fraaie nieuwe fietspad naar uiteindelijk Kleine Meers en Urmond te rijden. Op dat fietspad direct achter de stuw wilde een hond met me spelen (de baas had niks te melden vond die hond) en dat eindigde pas toen hij voor mijn voorwiel sprong. Beiden bleven we gelukkig overeind, maar hij/zij had toen geen zin meer; overigens ook niet om mij te bijten, hoewel mijn voorwiel toch stevig contact maakte. Door naar Berg a/d Maas en vandaar was ik die wind pal op kop spuugzat. Teruggedraaid na de brug naar Stein om via Beek, de Adsteeg en Oensel met “aan de windse koers” langs de toren te gaan. Af te dalen naar de Hanos en via de provinciale weg gekend naar huis te gaan.
Het was uiterst rustig op de weg; geen motoren i.t.t. tot vorige week en geen oploop met auto’s van toerrijders. Benieuwd hoe dit verder gaat en of we enige discipline kunnen opbrengen, resp. houden. Op de fiets voelt wel lekker, maar ook een beetje apart; het mag wel, maar…. Op tijd thuis, waar na een paar minuten ook Reinouw arriveerde; tevreden van haar tweede ritje dit jaar.



Zondag 15 maart – Tegenwind

Aan de toren, dicht bij elkaar, Karel, Henk, Martin, Ger en Vicente.
Dat we, vooral sinds het feit dat Hans ons niet meer corrigeert, lak hebben aan stijlregels (u leze The Rules er maar eens op na) blijkt meer en meer: Vicente gekleed in een fluo-wegwerkersoutfit (dat hij gelukkig snel verstopte) en Ger met een ATB-helm op. Misschien moet de Vosgesjury hier maar eens aandacht aan besteden.
Overigens: onderweg naar de toren maakte Henk al dankbaar gebruik van de (tweede) Dixi die we passeerden (kleinoodSW) en bleek dat Karel zijn dag niet had.
Dat we tegen de wind in naar het zuiden zouden vertrekken was duidelijk. Bijzonder of afwijkend was de klim van de Visweg, om gelijk de Raar weer af te dalen, waarna naar Weert om via redelijk onbekende weggetjes bij de stuw van Borgharen uit te komen alwaar toch nog een indrukkende hoeveelheid Maaswater onderweg naar de Noordzee kolkte.
Het aantal fietsers en wandelaars op de weg viel overigens op; wat anders te doen als er veel dicht is wegens Corona en samenscholen afgeraden wordt? Standaard langs André naar de Slavante en zo aanvankelijk beschut naar de Stop van Ternaaien.
Aan de overkant van het kanaal gekomen had de wind meer vat op ons. Werkten Ger, Henk en Martin eendrachtig samen; Vicente en Karel volledig eraf gewaaid. Moeten toch nog eens beter uitgelegd krijgen dat je écht in het wiel moet blijven óf aangeven dat het een km/h minder mag.
Door een verlaten Visé de klim naar Mons en zo doorgestoken naar Bombaye; een kleine schrobbering van een Franstalige local (die buiten durfde te komen), dat het eenrichtingsverkeer (wegens een Baustelle) “pour tous” gold.
Nu met de wind in de poeperd door naar Warsage en ’s-Gravenvoeren; langs de school om uit te komen in Nederland waar we de koffie en vlaai genoten in de prima Laethof.
Na de pauze de enige meters waar Karel op kop reed: slechts om te forceren de klim naar de Mescherhei niet te nemen. Alzo langs de gekende fietsroute, met veel wandelaars en fietsers, noordwaarts waar bij de waterleiding Vicente afsloeg. Ger opperde de Kruisberg dus daar omhoog en langs de Nieuwe Vliekerweg doorgekacheld tot Kelmond. Hier sloeg Ger rechtsaf en gedrieën door naar Beek, Neerbeek en Geleen.
Een fijne rit toch wel. Deel 1 en deel 2

Ger:
Alles staat vandaag de dag in het teken van Corona; ergo een ritje met zijn vijf is wel lekker om even te ontsnappen aan alle meningen, opvattingen, ergernissen etc. De wind was weer als vanouds stevig, maar de opkomst groot. En hoewel België geen koffie etc. in huis had toch weer de weg naar Visé opgezocht. Langs André, die op de terugweg is uit de US en via de ENCI-gebouwen naar de sluis en door naar Visé. Het buffelen tegen de wind was een coöperatie tussen Henk, Martin en mezelf en Karel en Vicente deden het solo om maximaal van die wind te genieten. In Visé richting Mesch om daar van de rijstevlaai te genieten en daarnaast een heerlijk windje in de rug. Allemaal door via de Kruisberg naar Kelmond om daar te splitsen. Dit nadat Vicente al eerder was afgeslagen. Met, dankzij of ondanks de wind heerlijk gefietst en toch wat zorgelijk gepraat over alle Corona-serieuze zaken, maar ook de gekte, incl. het asociale hamsteren. De wielerkoersen missen we allen en het thuis werken is ook niet alles. Wordt ongetwijfeld vervolgd.



Zondag 8 maart

Ger:
Ik noem dit weekend maar de opening van het TCE-seizoen. Een week na het Volk en zonder Corana-belemmering zijn Martin, Henk, Karel, Vicente en ik gister, zaterdag, (overigens allen afzonderlijk!) de benen gaan testen. Martin had vandaag op zondag - helaas voor ons - logees, zodat hij vandaag forfait moest geven. Daarbij was/is Jos nog altijd en route en ook wordt Hans nog immer gemist. De overigen stonden gesterkt door de nodige km’s gister en hongerig naar eindelijk weer samen rijden gewoon aan de start. Echter… de wind was er ook weer eens, of nog altijd en erger voor heuvelrijders ook nog eens hevig en hinderlijk. Vicente moest zijn gasten ook op tijd zien; ergo de keus was snel gemaakt. Naar de brug in Stein en dan naar het zuiden om in het open veld de wind op te zoeken. Dat hebben we gedaan en geweten. Die wind stond pal op kop en dat bleef die tot in Kanne. De “bospassage” daarnaartoe langs de Maas naar Smeermaas gaf enige beschutting en via kruip door sluip door in Maastricht kwamen we ook bij Vroenhoven aan de goede kant van het water, welke kant tenminste enig comfort gaf. Desalniettemin waren we “Hollandse tegen de wind-rijders”, i.p.v. frêle klimmers omhoog. (NB, wellicht dat het me daarom ook vandaag zo goed afging) In Kanne pauze gehouden, waar we Klaas Bos met wat fietsvrienden tegenkwamen en ik nog twee van onze Belgische vrienden. Het was genoeglijk, temeer omdat we wisten dat we voor of met halve wind achter naar huis konden peddelen. Dat hebben we dan ook gedaan via de Dellen en de Korte Raar, waarbij we bij de toren opsplitsten. Vicente was uiteraard al in M’tricht afgedraaid. Ons wachtte nog een ritje naar huis met wat druppels en ik nog even stevig tegen de wind in. Het was dus met recht een fraaie TCE-seizoenstart dit weekend! Voor mij persoonlijk een prima fietsweek, waarbij zich met name de week langlauf uitbetaalde. Drie ritten van resp. ca. 77, net over de 100 en vandaag > 90 km. Dat met een goed tempo. En lang geleden; vandaag veel op kop en tegen de wind de hele tijd vooraan gebuffeld.

Karel vult nog kort aan:

Aan het relaas van Ger niets toe te voegen.
Blijkt wel dat hij (stiekem?) heel veel aan het trainen is. Ook goed merkbaar. Hij wilde per se steeds op kop om iedereen uit de wind te houden. Ik wilde dat niet en bleef daarom maar wat achter. Dit kan echter ook een gevolg zijn van een evenwichtssituatie die fout doorslaat na de winter: Conditie naar beneden gewicht omhoog (of omgekeerd).
Al met al toch een fijn fietsweekend voor iedereen geweest.



Zondag 1 maart

Karel beschrijft:

Om 7.30 naar buiten gekeken, buienradar geopend en besloten dat het bed aantrekkelijker was.
Bij het keuvelen en ‘kranten na het ontbijt kriebelde het toch wel en deelde ik Lilian mee dat ik toch ging fietsen. Nog niet uitgesproken komt er een mailtje van Henk of er toch nog mensen naar de toren waren geweest.
Henk maar gebeld en afgesproken dat we samen nog een klein rondje zouden gaan doen.
Even later kwam er nog een afmelding van Martin, misschien Corona, misschien ook niet.
Omgekleed en bij het aantrekken van de overschoenen nog een ritssluiting vernield. Gerepareerd met een schoenveter.
Op naar Henk. Besloten dat we wind tegen en vlak zouden beginnen. Binnendoor van Sittard naar Geleen over de Veeweg. Hier was ik dus de laatste keer 44 jaar geleden geweest.
Door Geleen naar Stein en langs het kanaal naar Elsloo, Geulle en Bunde. Bij de visvijver in Geulle was ik nog nooit geweest, althans niet dat ik me kon herinneren. In Bunde de Kloosterlaan op. 11% is toch wel steil.
Achterlangs het vliegveld naar Meerssen en via Waterval naar Schimmert. Bij de Toren stond om 13.05 niemand meer.
Via Aalbeek richting Nuth en langs de Makro weer naar Puth. Hier niet voor de Zandberg, maar gezapig de Slakweg omhoog.
In Puth scheidden, na ca. 47 km, onze wegen weer.
Hoewel er een straffe wind stond (de helft van de rit tegen) toch een goed besluit geweest om te gaan fietsen



Zondag 9 februari – Echte mannen maak je!

Henk had zaterdag al aangegeven in principe te gaan, maar wegens de weersverwachting besloot Martin er zondagmorgen toch maar een voorzichtig vraagtekentje per whatsapp aan te wagen waarop Henk inderdaad bevestigend antwoordde; van Karel ontvingen we ‘Wuschi’.

Op pad dus naar de toren zonder de verwachting daar iemand aan te treffen en op het plateau naar Schimmert liet de wind zich al goed voelen.
Aan de toren inderdaad niemand en ik concludeerde al dat Henk er met zijn verjaardagsvlaai met een Gerretje vanaf zou komen.
Hij had stiekem op buienradar gekeken en daaruit bleek een koers naar het zuidoosten het beste dus stelde Martin Aachen voor. Routineus door het Geuldal waar wij te Etenaken plotseling een oerkreet van de andere zijde van de weg hoorden: Ger bleek, alleen, op de racer. Hij zal nog wel toelichten hoe of hij daartoe kwam, maar in ieder geval, natuurlijk, besloot hij zich aan te sluiten bij ons.

Via Partij en de trambaan naar Nijswiller en even langs de provinciale weg verder naar Mamelis waar we de fraaie klim naar Orsbach namen. Overleg of we laag, uit de wind, langs de Senserbeek zouden oprijden of boven over het plateau. Bovenover dus.
Daar moesten we stevig tegen de wind aanleunen, die daar van rechts uit het dal tegen de heuvelrug van de Schneeberg omhoog gedwongen werd. Afgedaald langs de golfbaan en verder lang het Klinikum naar Van den Daele voor, inderdaad, de verjaardagskoffie en -vlaai van Henk.
Terug, obligaat, via de Lousberg, waar de wind door het geboomte knarste, floot en bulderde en veel dood hout op de weg. Even van het uitzicht genoten en de bekende heuvel omhoog naar Laurensberg. Bovenaan besloot Henk linksaf te slaan, opnieuw richting Orsbach, waar we gedrieën de Nationalwettkampf Gegenwindradfahren vormden. Sneaky sloeg Martin zo snel mogelijk rechtsaf de Vetschauerberg af en zo over het bekende sluipdoorweggetje over de Siegfrielinie naar Bocholtz en van Baneheide afgedaald naar Simpelveld om de fraaie klim naar Vrouwenheide te bedwingen; iets wat met de wind in de poeperd redelijk eenvoudig ging.
Op het plateau weer laverend tegen de zijwind om in Ubachsberg te geraken waar onze wegen zich scheidden. Henk en ik verder met kunst- en vliegwerk de Karstraat afgedaald en door het Ransdalerveld naar de Barrier en langs de golfbaan afgerond via Weustenrade en langs de Geleenbeek.

Een goede rit voor echte mannen!

Ger voegt toe:

Een bijzondere dag na een bijzondere week. Het leek deze week wel voorjaar en tot mijn ‘irritatie’ had ik geen tijd om op de fiets te klimmen. Wel zag ik iedere dag vanuit mijn auto de hele week druk fietsverkeer. Ook gister lukte niet vanwege een opening van een MTB-stuk in V’burg. Dus met de weersverwachting; de vraag wat te doen vandaag. Besloten “hoe dan ook te gaan fietsen”; ergo op tijd uit bed. Vervolgens, zoals ik onderweg tegen Henk en Martin zei, kwam de pensionadokwaal, d.w.z. te veel tijd om na te denken. Bij mij was dat MTB, race of trekking. Al snel besloten niet het bos of veld in te gaan; je hoeft bij zware wind die bomen ook niet op te zoeken. Trekking is wel leuk over wegen zonder vallende zaken, maar ook een relatief zwaar ding. Dus het werd de race. Ofwel “Ieder subjectief besluit, kent zijn objectieve onderbouwing” (Henk een variatie op die van onderweg voor de Schwere Wörter). Ondertussen zag ik tijdens dit denkproces de appjes voorbijkomen, maar ik zou te laat aan de toren zijn, dus maar alleen onderweg. Vanwege die bomen het Drielandenpunt gekozen (?), maar onderweg bedacht dat dit - evenals de open stukken in België - niet al te slim was. Afgeslagen naar Wahlwiller om terug de provinciale weg naar V’burg te pakken en daar kwam in Wijlre alles bij elkaar. Henk met in z’n wiel Martin op weg naar Aken en meteen om zeer tevreden samen te kunnen fietsen aangesloten. Weer terug naar Wittem en vandaar via de tramweg en allerlei andere mooie - deels bekende - weggetjes naar Aken. Daar was ik snel de weg helemaal kwijt, maar Henk en Martin gelukkig niet.
Hoogtepunt in Aken vond ik een architectonisch zeer fraaie moskee, maar ook de verjaarstaart van Henk in die fraaie pâtisserie. Tot onze opluchting stonden onze niet afgesloten fietsen er nog gewoon toen we daar weer weg wilden. Verder alle klimmen gedaan die je in Aken moet doen met o.a. de Lousberg met ruisende wind door de bomen en takken op de weg. Uiteindelijk met wind half voor en schuin hangend naar Orsbach terug. Van daar naar Bocholtz, Simpelveld en Vrouwenheide en ik de afslag in Ubachsberg naar de Ruilverkavelingsweg richting Wijlre. Normaal om het gemiddelde op te krikken, maar nu was ik in het tweede deel met wind pal op kop, blij 20 km in het vals plat omlaag te halen. Op de Wittemmer allee was tegenover de molen in de tuin van betreffend huis nog een boom gesneuveld; laf deels op de weg. Met inspanningswaardes die ik normaal aan ritten boven 100 km verbind, was ik nu na 65 km en 750 hm “klaar als een communiejasje”. De sauna juist was heerlijk voor het herstel.



Zondag 26 januari

Door velerlei oorzaken wordt de spoeling aan de toren helaas dunner en dunner. Wat doen we daaraan?
Gelukkig had Harold gepolst om in het weekend te gaan ATB’en, waarop Martin suggereerde om te gaan wegrijden omdat Henk ook aangegeven had dat te willen. Helaas kon Vicente niet daar hij wederom in Brasil was, ditmaal wegens het overlijden van zijn vader op de indrukwekkende leeftijd van 98.
Aan de toren nog gewacht, misschien zou Jos komen, maar die was in geen velden of wegen te bekennen.
Afgesproken was iets als Het Rode Bos, waar we niet gekomen zijn. Al snel kwam de zon door en er was nauwelijks wind. Over de Raar en de Visweg af om over nieuw asfalt bij Schietecoven omhoog te gaan waarna door Kasen over een natte weg afgedaald. Door Bunde naar Ankersmit en zo over de keersluis Limmel naar de Groene Loper om de weg naar Bemelen te nemen.
Onderaan de helling haalde een groepje ons bij en er werden wat speldenprikken links en rechts uitgedeeld om zich te ontplooien tot een ware strijd op de klim, die glorieus door Harold gewonnen werd. Binnendoor naar Groot Welsden en Margraten waar Harold aangaf niet te laat thuis te willen zijn en daarom de verjaardagskoffie en -vlaai in de Zwarte Ruiter te Gulpen, waar het goed toeven was. Ongebruikelijk nu over Wittem naar Eys en door Henk gekozen de Rue du Bois de Fer op. Door naar Ubachsberg en over Colmont omlaag naar Winthagen en weer terug omhoog en zo via de Karstraat en Ransdaal naar Klimmen en afgerond over Weustenrade en Schinnen waar onze wegen zich, zoals zich dat laat uitdrukken, scheidden. Dit alles onder een fijn zonnetje in het gezelschap van vele andere wegfietsers.

Helaas liet Harold weten niet mee te kunnen naar de Vosges (wegens een slechte vakantieplanning) en tevens dat Hendrik waarschijnlijk wegens een HNP ook niet mee kon. Werk dus voor de overblijvende RC- en juryleden!

Ger heeft gepoepfietst, getuige:

Leuk dagje vandaag. Direct met twee bevriende stellen een (korte) wandeling in en rond Gulpen in de mooie zon en daarna lekker eten. Maar eerst vanmorgen met veel zin weer op de MTB. De twee lekke biba’s hadden een simpele verklaring. Voor was het schroefje van het ventiel een beetje scheef en verdween langzaam maar zeker de lucht en achter een ouderwetse meidoorn. Zo hard als een spijker. Alles deze week weer gerepareerd en vanmorgen strak op weg. Via het veld naar Scheulder om vandaar via Margraten de Maastrichtroute op te pakken. Een lekkere loper die overigens niks met M’tricht te maken heeft. Op het plateau richting Reijmerstok een schuiver “zonder erg” gemaakt. Alleen zelfvertrouwen om een spoorwissel te doen wat gekneusd. Mooi parallel op enige km van de Rijksweg Gulpen-M’tricht gereden om in de buurt van het Savelsbos een singletrack te pakken. Vlak heel mooi, maar in de klim afzien. Door via de Pastorij in C&K naar Vijverdal en daarna Bemelen. In Bemelen mijn favoriete klim van de Rasberg als extra lusje erin; heerlijk tussen al die fietsers en goedgehumeurde wandelaars. Vervolgens richting Amerikaanse begraafplaats en via Margraten naar de slot lus via het Gerendal. Toch nog aardig wat km en hm gemaakt.
Helaas krijg ik de route via All Trails niet verzonden; mijn mail in malheur.



Zondag 19 januari

Henk
:

Opnieuw geen positieve respons op m’n whatsappje. Toch naar het clubhuis want Vicente of Jos zouden nog kunnen verschijnen. Het was kouder dan ik verwacht had, maar dat had ik bij het opstaan al aan de daken gezien, dus ik was erop gekleed. De wegen waren gelukkig overal ijsvrij. Er was een kleine kans op regen dus besloot ik niet te ver af te dwalen en mijn routekennis in de Oostelijke Mijnstreek nog wat te versterken. Dat leverde als belangrijkste kennis dat de Brunssumerhei nu echt veel beter ontsloten is voor fietsers dan vroeger. Aanrader, maar niet voor zondagmiddagen in het zomerseizoen ben ik bang. Daarna het bochtige fietspad over de golfbaan, en het fietspad achterlangs naar de Tevenerheide dat Martin me lang geleden leerde kennen. De kwaliteit van het wegdek was er niet beter op geworden en aan het eind van het pad was de enige begaanbare weg terug richting Landgraaf. Vandaar naar de AWACS-basis, waar de aangeharkte straatjes van de militairen zijn verworden tot het getto van Teveren. Daarna gekend via Panneschop (met een spatje regen) en langs de Rodebach naar Sittard, waar de pittige erwtensoep van Unox me prima smaakt na 72 km die ook pittig waren in m’n eentje, maar een stuk minder warm.

Ger vertelt:

Gister in de auto terug van wintersport me zeer zitten te verheugen om vandaag alle opgedane energie op de latten nu ook op de trappers van de MTB om te zetten. Een van onze mooiere skivakanties overigens met alle dagen zon, goede (lange) afdalingen op prima sneeuw (we zaten op goede hoogtes), geen valpartijen en Reinouws rug hield het ook nog bovenmatig goed. Daarbij lekker eten en een goed hotel en uiteraard prima gezelschap. Eniger nadeel van al dat goeds was vanmorgen ca. 1,5 kg extra. Duidelijke target voor komende week.
De app van Henk laten passeren en toen ik om 9.45 de MTB wilde pakken, constateerde ik twee lekke banden. Waarschijnlijk meidoorns, maar ik had geen zin in bandenwissel, dus toch maar de race gepakt. In feite hetzelfde qua route en weer als einde vorig jaar; veel zout op de weg, zodat ik na een honderd meter dat al proefde; een stevig windje en van HC naar Val Dieu en Visé, zowel zon als miezerregen gehad. Dat laatste was niet echt lekker. In Visé maar langs het kanaal zo snel mogelijk naar huis, maar het bleef wonderwel droog op deels kletsnatte wegen. Geluk moet je hebben. Ondertussen veel (goed ingepakte) fietsers onderweg. Via Maastricht en het industrieterrein achter de Sligro en de gevangenis naar Weert en vandaar via Meerssen en Valkenburg retour naar huis. Mijn gem. was ondertussen ondanks de tegenwind naar 24 km/h opgelopen en dan krijg ik de gekke gewoonte dat vast te willen houden. Gelukt en met ca 87,5 km moe thuis.



Zondag 5 januari

Henk:


Omdat ik geen positieve respons op mijn vraag had gekregen of er iemand bij het clubhuis zou zijn verwachtte ik er niet te veel van. Ik ging toch op weg, maar vergiste me in de tijd zodat ik daar zes minuten te laat was. Ook achteraf heb ik niets van Jos of Vicente gehoord dus er zal verder wel niemand geweest zijn. Martin meldde vooraf dat het geen fietsweer zou zijn, maar dat viel reuze mee; het was droog en niet te koud. Ik koos als bestemming Voerendaal, om eens te kijken of ik een spoor van leven van Hans zou zien. Het was al een tijdje geleden, dus het kostte enige moeite, maar ik vond z’n huis toch. Alles was rustig. Daarna door naar de Bergseweg met het doel om buitenom Heerlen/Kerkrade te rijden en dan weer terug. Dat zou anders lopen. Op het fietspad lagen enkele gebroken flesjes. Ik probeerde het glas te vermijden, wat goed leek te lukken. Ik ken deze beklimming nog niet zo erg lang. Ooit introduceerde Martin me in een rondje na het werk, en volgens mij heb ik hem echt alleen maar met hem gereden. Misschien dat ik daarom allerlei nieuwe dingen zag. Voorheen zag ik alleen mijn voorwiel en Martins achterste langzaam verdwijnen. Onder andere zag ik voor het eerst op de overgang van het steile naar het vlakkere stuk een vrij nieuw landhuis links. Prachtige plek. Bovengekomen wilde ik linksaf richting de Leuf en dan richting Bochholz. Juist in de bocht liep m’n voorband leeg. Er was een prettig muurtje waar ik op kon zitten en ik ging ermee aan ‘t werk. Hij zat te strak voor de blote handen, en zelfs met de bandenlichter ging het moeilijk. De tweede bandenlichter was ook nodig en die brak. Daarna nog wat gewrikt met de anderhalve bandenlichter maar dat werd niks. Gelukkig kwamen er twee fietsers voorbij die me er een konden lenen. Toen was het in een wip gebeurd. De oorzaak bleek geen glas maar een scherp steentje. Terug erop ging met veel moeite zonder bandenlichter, maar ik kreeg er geen lucht in. Met de anderhalve bandenlichter de band er maar weer afgepeuterd, en de tweede reserveband erop. Dat ging beter. Ik vermoede dat ik het slangetje van de pomp bij de eerste niet goed aangedraaid had, maar ook deze band kreeg ik niet goed hard. Genoeg om op thuis te komen, maar niet voor een omweg vond ik. Dus uiteindelijk een kleine 60 km gefietst. Bij het poetsen bleek dat ook de achterband lek was. Ook een scherp steentje. Omdat ik door m’n reservebanden heen was heb ik alle lekke bandjes die ik had liggen geplakt, inclusief de eerste reserveband van vandaag, die inderdaad lek was.



2019:

Dinsdag 31 december

Ger
:

Vandaag letterlijk een eindejaarsrit gemaakt. Na afgelopen zondag al eigenlijk meer zin in de MTB te hebben gehad, vandaag gewoon die MTB gepakt en de windstilte ingefietst. Zondag j.l. met de race al ruim de 7.000 km. gepasseerd (en het nodige zout gesmaakt) dus vandaag was gewoon genieten. Dat doe ik ook wel meestal met fietsen; zat dus tevreden te peddelen. Op weg naar Pesaken vertrokken om daar de eerste klim naar Heijendaal te pakken; helling lag er goed bij en de eerste wandelaars van vandaag tegengekomen. Dat was vandaag sowieso een dingetje; veel wandelaars en route, maar eenieder vrolijk geluimd. De Loorberg af en in Slenaken langs de voetbalvelden de flank van de Schilberg gepakt. Een Belg constateerde dat dat bergop liep. De windstilte merkte ik wel, want het liep als een speer. Via “de buitenwijken van Banholt” naar Noorbeek en voor de zoveelste klim richting St. Gieter. Daar afgedaald naar de camping Bosrand om vandaar weer lekker omhoog te klimmen. Het was ondertussen genieten op de Cube en de schijfremmen bleven een genot. Op de terugweg gekozen om met een lange lus om de golf in Landsrade te gaan. Daarbij boven Gulpen op een voor mij bekend weggetje te komen, waar ik even vergeten was dat daar een soort mergelpoeder ligt. Banden liepen gewoon vol en het was glijden en glibberen. Fiets en ikzelf inmiddels onder die derrie en maar op weg naar huis, waar ik bij Wahlwiller als toetje ca. een km modder te rijden kreeg. Terug thuis fiets gepoetst en mezelf in bad. Nu heel tevreden over de dagbesteding en vanavond met Reinouw Claudia de Brey kijken en een kreeft soldaat maken.

Terugkijken op het jaar is niet zo moeilijk:
Kortom; gezond blijven eenieder; dan zal 2020 hopelijk ook weer een fraai jaar worden.
En speciale vermelding; dank aan Martin voor de mooie routes en idem de website.



Zaterdag 21 december: Gulpen – Banneux

Ger
trapt af:

Een bijzondere eindejaarstocht naar Banneux. Vicente in Brazilië, Jos aan de wijnranken, Hans hadden we graag erbij gezien en ook Martin moest forfait geven. Te elfder ure naar zijn zieke zus in Spanje. Reden genoeg dus om over de echte zaken in het leven stil te staan; bij de koffie aan het vertrek en onderweg. Henk reed rustig op kop en af en toe mocht ik daarbij of zelfs even op kop. Omdat de wind tegen zat, heb ik dat laatste maar kort gedaan. Karel besloot zijn training te gebruiken om wijs te fietsen; dat heeft hij de hele tocht gedaan. Die wind tegen zorgde voor een rustig tempo. Omdat we bij mij vertrokken en ik een gewoontedier bent, weinig spectaculairs; een van de eerste ODS-tochten naar Banneux. Door het Gulp-dal naar Slenaken en via Klein Zwitserland naar Teuven. Gekozen voor de klim vanuit Remersdael en via “de slachterij” naar Aubel. Richting zuid-west naar Herve, kom je dan uiteindelijk door het leuke Soiron en hebben we democratisch overleg gehad hoe de klim naar Banneux aan te vatten. Twee stemmen voor langs de forellenkwekerij, mede omdat die al een tijdje niet in ons routeboek stond. Mooie loper die klim en het laatste stuk kost wat moeite. In Banneux was geen … te beleven en onze gebruikelijke koffietent had kerstsluiting. Op de hoek daarvoor zat het vol fietsers, dus daar aangeland. Allerlei serieuze onderwerpen (leeftijd, gezondheid, pensioen en inkomen, milieu, eerste en tweede huis, waterstof en Loek, Trump en de kerk, ambtenaren en de aansluiting bij het echte leven etc. etc.) passeerden en hebben we “van duiding” voorzien. Sleutel was wel, dat gezondheid en een beetje €’s het leven toch wel essentieel inkleuren. Daarnaast dat een beetje relativering en begrip voor een ander ook wel helpt. Terug over weer een mooie loper in Pepinster en via Gieveld omhoog en naar Epen omlaag kwamen we uit in Mechelen en Partij. Met een kleine 100 km klokten we af en hebben bij ons nog een versnapering genuttigd.

Karel vult aan:

Na een lang en intensieve chat en forumverkeer is "de rit" toch nog georganiseerd kunnen worden. Het deelnemersveld werd overschaduwd doordat Martin op het laatste moment door familieomstandigheden zijn deelname af heeft moeten zeggen. Het is zeer jammer dat de grote initiatiefnemer, organisator, deelnemer enz. van vele TCE-evenementen zelf niet aan deze penitentietocht deel heeft kunnen nemen. Hij behoeft ook geen penitentie, alleen maar pluimen.
De deelnemers aan het penitentiegebeuren, Ger, Henk en Karel moesten dubbel werk verrichten aangezien Jos weer in Frankrijk was (gemeld), Vicente naar de zuiderzon in Brazilië (onafgemeld) en Hans zoek is.
Gezien de zware last van deze dubbele penitentie is het startpunt in Gulpen gekozen. De weersvooruitzichten waren goed; ca. 6 °C, windkracht 4 Z-ZW en geen nattigheid verwacht. Even over half negen was Henk bij mij en toen zijn we samen naar Gulpen gereden (per auto). Ger heeft ons vergast op koffie en na een lange kleedprocedure door mij (enge overschoenen) even over half tien op de fiets.
Gekend via Euverem, Slenaken en Teuven naar Remersdael, waar een boer zijn gier aan het verdunnen was met beekwater.
Via de verder gekende route door Aubel naar Thimister en door José naar Nessonvaux en Olne. Zeer democratisch de klim langs de forellenkwekerij gekozen. De kwekerij lijkt in ere hersteld te zijn door het plaatsen van vangrails langs de vijverrand. Niet om vissen te beletten uit het water te springen, maar om het water in de vijver te houden. De vaste stek in Banneux (Esplanada) was gesloten, dus maar een buuretablissement gekozen waar veel racefietsen buiten stonden. Onder het nuttigen van chocomel en appeltaart de wereldzaken zoals Trump, Snel, pensioenen (toch), boeren en bouwersprotesten, Mr T(aghi) en proberen een resumé van het jaar te maken.

Betreffende dit laatste:

Opkomst bij de watertoren lijkt wat moeizamer te gaan sinds er meer mensen met pensioen zijn en daardoor wat vaker op zondag niet kunnen. Aanwas van jonge goden om ons te versterken mag ook niet goed lukken. Vicente is een wat oudere jonge god, maar mensen zoals Harold zouden we goed kunnen gebruiken Niet alleen voor versterking in de Vogezen.

Al met al is het toch een goed jaar geworden met als hoogtepunten de Vogezen, enkele gastoptredens met bijv. Klaas Bos, en natuurlijk de onvolprezen Buissonnière.

Na de (lange) pauze via de lange afdaling naar en via de "watjeskant" naar Rechain. Gekend over de industrieterreinen naar Henri Chapelle en de zeer snelle afdaling naar Hombourg. In Teuven nog een extra knobbeltje ingebouwd door de Gieveld als laatste te overwinnen. Na 100 km bij Ger de rit afgesloten onder het genot van een glas bier (al of niet alcoholhoudend). Ger zal nog een routekaartje toevoegen. Dit kan ik nog niet.
Het was een mooie tocht en een mooi jaar.



Zondag 24 november

Ger
is het eerste klaar met zijn weg(!)verslag:

Gisteren was Reinouw jarig en dat met de kids en hun partners gevierd. We lijken dan wel een Italiaanse familie; lang tafelen met gepassioneerde gesprekken. Dit keer met ook een lang natafelen. Ergo pas om 3.30 uur naar bed. Vanmorgen bij een gezamenlijk ontbijt weer verder gegaan waar we vannacht waren gebleven. Super! Een van de schoonzonen had z’n fiets meegenomen, dus tegen de middag onderweg voor een rustig rondje. Het Heuvelland lag er fraai bij met al die bladerpracht. In Mesch was een of ander festijn met veel geparkeerde auto’s. Door naar Visé en daar de route op het fietspad langs Maas en kanalen opgepakt. Door Kanne en M’tricht waar het loeidruk was en niemand van de voetgangers überhaupt zich druk maakte om ander verkeer. Richting Bunde en zo gekend via V’burg naar huis. Een lekkere rit en niet koud.

Karel geeft zijn relaas:

Op zaterdagavond een app uitgezet voor met de vraag: Zondag 24 Nov? Wie! Antwoord van Vicente en Martin: Ik niet. Henk: ikke wel.

Afgesproken 8.55 VDA. Zowel Henk als ik waren hier tijdig. Ik met winteroutfit maar met zomerhandschoenen, dus bij het VDA al koude vingers. Samen terug naar Puth om dikke handschoenen te halen. Hier kwamen we tot de conclusie dat er met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niemand anders meer aan de minaret zou verschijnen en we dus een route vanuit Puth aan konden vangen. Unaniem besloten oostwaarts te gaan

Vanuit de PLS naar de Heemtuin en door richting de Heimat. Na wat zoekwerk via, voor Henk bekende en voor mij merendeels onbekende wegen en plaatsen naar de Worm die we gevolgd hebben tot Palemberg en doorgestoten naar Rimburg.

Ik was blij dat Henk erbij was want ik zou deze route nooit hebben kunnen vinden.
In Rimburg hebben we ons laten verwennen met een heerlijk stuk cappuccinovlaai en twee koffie. De versnaperingen waren voor een zeer aangename prijs.

Onder het genieten van de versnaperingen wat wereldpolitiek, voor- en nadelen van nieuwe (of tamelijk nieuwe tweedehands) [red.: fietsen, auto’s, vrouwen,…?] besproken enz.

Na de welverdiende rust over het spoor weer richting Worm. Gelukkig kwam er geen trein en konden dus direct doorfietsen. Het aansluitend stuk door de Parkstad Oostelijke Mijnstreek tot Brunssum was voor mij een aaneenschakeling van onbekende stukken en wederom was ik zeer blij dat Henk hier zo goed bekend is met de omgeving.
Ook nog een stuk cross-country via de Delleweg (grindweg) omhoog naar de Brunssummerheide. Tenminste ik denk dat het dit was.
Ik zou op geen enkele manier dit route meer kunnen recapituleren, gelukkig hebben we de Garmin, waar Martin de route weer uit heeft kunnen halen.
In Brunssum heeft Henk ook wederom een citytour weten te organiseren. Nooit geweten dat Brunssum zo groot is. Bij de nieuwe Randweg ter hoogte van Merkelbeek-Zuid kreeg ik weer enige kennis van de omgeving.
Via Oirsbeek en Schinnen naar Puth waar we bij nog een kop koffie hebben genuttigd, onderwijl met Sanne en Menno wederom wat algemene wereldpolitiek, studies etc. besproken.
Al met al een nuttig bestede ochtend met voor mij bijna 70 km en voor Henk nog wat meer. Kijken hoe het weer verder nog blijft om dit jaar mogelijk nog wat km ’s te maken.



Zondag 17 november.

Had Ger al gezegd niet (meer) mee te gaan om de edele kunst van het poepfietsen te bedrijven; desondanks was de opkomst voor de tijd van het jaar reusachtig.
Karel was er, niet echter zonder allerlei excuses en condities als niet te ver, niet te hard etc. Want het was winter, de dag ervoor al gefietst en wat dies meer. Maar TCE kent geen verzachtende omstandigheden; dan word je maar lid van een wandelvereniging!
Maar gretig was hij ruim op tijd in de BLS om Martin op te pikken om bij het VDA Henk ruim op tijd aan te treffen.
Voor de verandering via Hobbelrade en Genhout naar Schimmert. Dit alles bij een temperatuur rond het vriespunt en windstil; later zou de zon ons, zij het flets, vergezellen. Aan de toren nipt op tijd Vicente.

We stelden iets voor rond Vaals als Lodge 7, De Bokkenrijder of ’t Hijgend Hert, dus in ieder geval die richting uit. Zij het, wederom, via ongebruikelijke weggetjes, door sommigen nooit eerder gereden, zoals de Hellebeukerweg. Om niet te veel tijd te verliezen door het Geuldal opgestoomd met Karel aan een lang elastiek. In Mechelen links omhoog naar Hilleshagen, wat gemopper bij Karel veroorzakend, daar hij stiekem aan De Smidse dacht. Maar de belofte bij de ENCI langs te gaan maakte veel goed.
In Vijlen wederom onbekend steil omlaag naar Melleschet en de ENCI even aanschouwd.

Omhoog de veel te weinig beklommen Pa(n)nisberg om hoog in het Vijlenerbos uit te komen en over de Epenerbaan en Rugweg ’t Hijgend Hert te bereiken.
Het was daar gezellig druk, te gezellig, want de bediening niet al te snel. Veel ATB’ers ook, waar mij opviel dat die vaker bebaard zijn dan echte fietsers. Als suggestie: een winterbaard voor Poupou (wiens naamgever overigens zojuist overleden is. Poupou is dood, leve Poupou!). Prins Pils heeft het ook niet veel kwaad gedaan (weet overigens niet of die mountainbiket).

Na een lange zit kort naar huis. Desondanks stelde Henk voor Nijswiller de Kruisberg voor; waarom niet? Krakend omhoog, de victorie aan Vicente, die winnen gelaten werd.

Afgerond over Eys, Trintelen, U’berg en Colmont, waarna afgedaald door Winthagen, overlopen met wandelaars. Afgerond door Voerendaal waar Vicente in Retersbeek afscheid nam. Gedrieën door het Geleenbeekdal huiswaarts.
Het kon zat slechter!

Ger heeft inderdaad ge-ATB’ed:

De start van het MTB-seizoen een paar keer uitgesteld. Zonnetje en de race beviel nog goed en ook het weekje Haasbergen (met twee zondagen daarin) doorkruiste het plan. Maar vandaag moest en zou ik de Cube op; fris koud, zonnetje, niet al te veel modder; kortom zin! Aanvankelijk viel het met die modder goed mee en ik dacht - te simpel bleek - met een schone fiets thuis te komen. De opening is bij mij altijd de Margratenroute en dus ook vandaag. Redelijk veel wandelaars onderweg, ook op de MTB-route, maar het ouderwetse bellen, remmen en groeten leverde veel goodwill en “fijne zondag” terug. Het intervalkarakter van het MTB’en bleek ook al weer snel en ik kon me verheugen op mooie tracks, maar vooral ook de klim bij ’t Rooth (waar ik bij gebrek aan stuurroutine bij een boom toch een voetje aan de grond moest zetten) en later bij de klim van de Rasberg vanuit beneden Bemelen. Die liep als een tierelier. Het viel me weer op, dat op en rond de Bemeler het altijd nat en drassig is; ook nu weer.
Op de terugweg bij IJzeren de route verlaten om via de zijkant van het Gerendal naar het kantoor van SBB te fietsen en vandaar omhoog naar het plateau boven de Keutenberg/Dode man. Afgedaald naar de Geul en via wat “op en af” weer naar huis. Volgens mij weinig deelnemers bij de Specializedtocht tot slot in het dorp.



Zondag 9 november – As(ch)

Vicente
meldde ’s avonds ervoor reeds er te willen zijn, Henk had vrijdag ook al zoiets laten weten, terwijl Ger twijfelde om te gaan ATB’en. Maar hij had zich door Martin laten overhalen, dus nadat deze met Henk via een ongebruikelijke route, te weten de Adsteeg, naar de toren waren gegaan, was hij toch al snel daar; in een flitsende John-Travoltabroek waarvan Reinouw al een aantal malen gesuggereerd had hem weg te doen. Op het nippertje kwam Vicente er ook aan. Dit alles bij een temperatuur rond het vriespunt en een schitterend zonnetje en vrijwel windstil.
We wilden westwaarts vertrekken om de nog laagstaande zon niet vol in de smoel te hebben dus alzo geschiedde. Over de Kling naar Catsop en Elsloo, met fris opgepompte bandjes over de kasseien en de grote brug over de Maas. Over de dijk en het kanaal naar Mechelen aan de Maas en zo door richting de Mechelse Hei. Dit niet nadat Henk en Martin een kleine detour in elkaar gesmeed hadden om over rustige bosweggetjes weer op de hoofdweg uit te komen voor de eerste klim, de Mons Campina, waar Ger ons langzaam maar zeker steeds kleiner naar de horizon zag verdwijnen. Een plaspauze van Vicente redde hem; waarbij wij ons afvroegen of Vicente in verband met de stikstofdepositieproblematiek hiervoor geen vergunning nodig had. Over de mooie, nog deels bevroren, brug over de Europalaan/N75 om gelijk bij onze pauzeplaats het voormalige station van As(ch) aan het kolenspoor te arriveren, alwaar we ons de koffie en in mindere mate de nog deels bevroren Apfelstrudl lieten smaken. De religie bij Trump en het geheugen van Rutte waren onder andere de gespreksonderwerpen, alhoewel ik me van de details geen actieve herinnering meer kan vormen.

Toen we Ger vertelden dat Maaseik ons doel was schrok hij even, maar geen bezwaar en zo over het voormalig spoorlijntje in een tunnel van herfstbomen opgestoomd; hierbij constaterend dat Ger het wiel houden nog een beetje beter moet leren beheersen, want zo hard ging het niet, maar toch moest hij regelmatig lossen.

Door de beemden naar Maaseik en over de brug terug in Nederland om fraai in het zonnetje langs Maas, Maasdorpjes en grindwerken te rijden. Doorgereden tot Geulle aan de Maas, waar onze wegen zich scheidden. Henk en ik over de Snijdersberg en wederom Catsop huiswaarts, benieuwd of we de kaap van de honderd zouden slechten, wat het geval was!

Benieuwd hoe Ger en Vicente afgerond hebben.

En Ger schrijft:

Ik kan dit jaar maar moeilijk afscheid nemen van de zomerse dagen. Twee weken geleden waren Reinouw en ik nog een weekje met de caravan in de buurt van Haaksbergen en ook daar vier dagen heerlijk in het zonnetje gefietst; voor de caravan buiten gezeten en ons “in het zweet gelopen” door het Buurser Zand. Kortom MTB’en in de modder staat nog niet op mijn netvlies en ook de warmere kleren liggen nog gewoon achterin de kast. Geen zin om daarin te gaan fietsen. Overigens vandaag na aanmerkingen van Martin afscheid genomen van een retro lange broek van Decathlon. Ik schat zo’n 15 à 20 jaar oud!

Afgelopen vrijdag dus de racer nog eens van de haak gehaald om mijn luiheid eruit te fietsen. Ik dacht kort, zo’n 50 km, maar het werd iets meer en het voelde redelijk zwaar. Martin reageerde op de Garmin account, dat vandaag ook nog een optie zou kunnen zijn en toen ik de aanmeldingen zag, de MTB weer een week uitgesteld. De warme kleren niet en toch had ik het bij de start met -2°C koud en niet eens warm gedoucht.

Bij de toren een medisch-maatschappelijk startgesprek over alcoholgebruik - iedereen was namelijk topfit - en de effecten daarvan; dit gesprek vrij snel gestopt, omdat de wijze quotes van onze dames passeerden en wij als eigenwijze heren daar niet tegenop kunnen.
Simpele route begreep ik: naar het station van As, vandaar naar Maaseik en dan terug langs de Maas. Hoezo korte afstand? Na afloop afgeklokt met 119,5 km. De rit liep voorspoedig, omdat via deze route we niet tegen laagstaande zon hoefden in te kijken en aldus paaltjes missend, resp. erger, auto’s achter op ons gezelschap rakend!
Nadeel van deze route waren de lange, wel zeer mooie, rechte stukken over voormalig spoor. Dan is een tempo van > 30 km/h logisch, maar dat weigeren mijn heupen te draaien. Bovendien was een gaatje wel handig voor beter zicht op wegdek en bladeren. Ondanks gebrek aan wind, bleef ik rond de 29 km/h hangen. Ik kon dus wel wat meer van de mooie Mechelse hei, de bomen en de zon in de Maas genieten. Bij Oud Geulle draaiden Martin en Henk huiswaarts. Datzelfde deed ik bij de volgende brug om zo via Weert en de Dellen naar V’burg en zo naar huis te fietsen. Op de Dellen kwam ik ca. 100 wandelaars tegen met allen (zeker de helft) een klein type hond. Alles was met mekaar sociaal aan het doen; ergo voor mij een stevig stuk geen doorkomen aan.
Mooie dag, mooi gefietst, belachelijke getallen voor november!



Zondag 3 november

Naarmate de bladeren vallen zakken ook de aspiraties wat in en het was wat rustig.
Toen ik, De Beer van de Bernina bij Karel aankwam was hij de hond nog aan het uitlaten en twijfelde openlijk of hij wel zou gaan. ‘Natuurlijk!’ was mijn reactie. Ik ging vast vooruit om mogelijk Henk onderaan de helling te treffen, maar helaas: hij was er niet. Dit ondanks het feit het vrijdag nog besproken te hebben.
Alleen naar de toren dus waar snel Karel aankwam. Ik overigens met een nieuw achterwiel; de snakebite bij Tilff was toch te veel. 75 € voor een complete wielset mocht de pret niet drukken. We besloten naar De Smidse te gaan, een veilig doel in donkere dagen.
Door Haas- en Geuldal naar de Sibber en over het plateau naar Ingber en De Hut om heerlijk af te dalen door Reijmerstok om zo langs het door Sylvia Witteman beschreven inmiddels gesloopte vakantiepark bij Euverem te komen en door naar Slenaken waar we de voor Karel gans onbekende Rodekruisweg bedwongen. Steil.

Afgedaald naar Epen en inderdaad bij De Smidse de koffie met vla. Te veel om over te praten en voldoende andere fietsers.

Terug over Bommerig en over de Akerstraat naar Melleschet waar ik Karel de resten van de Eerste Nederlandse Cementfabriek liet zien en over een geitenpaadje, de Vijlenstraat omhoog.

Om in het Geuldal niet weer de platgetreden sporen van Valkenburg en Stoepert te nemen, onverwacht rechtsaf naar Elkenrade – eigenlijk best wel een mooie klim. Nog even gestopt om een ‘beest’ in de verte te observeren, wat het meest op een grote grijze poes leek, dus of een wilde kat, of een lynx. We zullen het nooit weten.

Verder over Eyserheide naar Ubachsberg waar we heel ongewoon de Bergstraat afdaalden en zo door Voerendaal, Weustenrade en langs de Geleenbeek huiswaarts.

Een paar spettertjes onderweg, maar dat was alles. Fijn gefietst.

Karel vult nog aan:

Al vroeg op omdat ik Lilian naar het station moest brengen. App van Martin: 9.30 WT. Enig heen en weer, afgesproken 8.50 bij mij. Gezien de betrouwbaarheid van de NS [edit: Arriva} Lilian niet naar Geleen Oost, maar naar Sittard moeten brengen. Max moest ook nog een rondje. Resultaat: ik ontmoette Martin bij ons op de hoek, hij op de fiets ik met de hond.

Afgesproken dat hij naar het VDA zou gaan en ik rechtstreeks naar Schimmert.
Net voor half tien was ik in Schimmert, Martin had al uitgebreid beslag gelegd op de bank in het honk.
Niemand is meer op komen dagen, resultaat, gewoon met z'n tweeën, unaniem: rustig keuvelend naar De Smidse
Haasdal af en door Valkenburg naar de Ingber. Via het plateau naar De Hut en Margraten, afdalen naar Euverem en door Slenaken naar Heijenrath. Niet de grote weg, maar het steile sluipweggetje. Door Epen naar De Smidse. In de laatste bocht remde ik iets te sterk bij met mijn achterrem, waardoor ik mijn achterwiel in het blikveld kreeg. Het vroegere snelle bromfietsrijden (40+) kwam hier nog iets van pas, ik stuurde tegen en wist het geheel in bedwang te houden.

Genoten van de rijstevlaai met schuimpjes. Alle wereldproblemen zoals CO2, N2 (eigenlijk de N-verbindingen), PFAS, enzymen, 100 km/h zones etc. de revue laten passeren. Pensioenuitkeringen waren volledig taboe.

Uitgerust richting Mechelen, maar via de Akerweg naar Vijlen. Hier heeft Martin, als archeoloog, geoloog etc. mij attent gemaakt op enkele ruïnes die normaliter uit het zicht liggen. De oudste cementfabriek in Nederland. Restanten van de tweede bouw uit 1875, gesloten in 1929. Interessant.
Omhoog naar Vijlen en afgedaald naar Mechelen, Partij en naar Wijlre. In Wijlre omhoog naar Elkenrade. In de klim werd de aandacht getrokken door een dier of stronk, dat was in eerste instantie onduidelijk. Het bewoog, dus geen stronk. Te groot voor een huiskat, dus of een wilde kat of een lynx. Aangezien dit laatste het meest interessant is het hier maar op gehouden.
Vanuit Elkenrade naar Ubachsberg en ongebruikelijk afgedaald naar Voerendaal. Weustenrade en over het Laardervoetpad richting Thull en Schinnen. Ook hier weer ongebruikelijk via de grote weg naar Puth.
Al met al een mooie route, gelukkig is het de hele ochtend droog gebleven.



Zaterdag 5 oktober – La Buissonnière

Het was Karel die op grond van de weersverwachting voorstelde de op zondag geplande tocht op zaterdag te houden en zo geschiedde.
Intussen zo routineus en ervaren dat we niet meer bij Knuvelkes afspreken maar gewoon in Tilff, waar, door de bouw van de nieuwe brug over de Ourthe zelfs geeneens een vaste parkeerplaats voor ons was. Wij waren verder Martin, Henk, Ger, Vicente en Harold die het voorstel mee te gaan graag aanvaardde.
Over de route niets nieuws; we weten wel dat de eerste helft zwaar is en het daarna beter werd. Martin en Vicente de enigen in korte broek en over nat wegdek in wat nevelig weer op pad. Goed doserend en op de toppen elkaar opwachtend, wat niet lang duurde.
De Trou als verwacht, uiteraard Harold als eerste boven. Op het stuk tussen Sy en de splitsing naar Hamoir trokken Harold en Martin, beiden op het grote blad er stevig aan. De gekende stop in Hamoir, deze maal binnen bij een wat chagrijnige gastvrouw; onverklaarbaar, daar wij best vriendelijk waren. Verontrustend dat het leeuwendeel van de discussie over pensioenen, indexering en korting ging in plaats van over mooie vrouwen, Stravasegmenten, het laatste type carbon, binnenbandloze banden en zo meer.
We waren nog maar net op weg door het mooie dal van de Néblon toen Ger door een hoop glas ging en de band liep in enen leeg. Met vereende krachten waar helaas de hulp van een bandenlichter nodig was en Martin capituleerde, snel weer op weg en in een redelijk georganiseerd treintje omhoog naar het mooie Ocquier (spreek uit ‘Okir’, uit het Latijnse Occarius) om langzaamaan de laatste helling te zoeken. Langs het altijd weer prachtige kastelencomplex van Vervoz en dan de langverdiende terugweg. De wind deze keer niet mee, maar dat mocht de snelheid niet deren. Als een harmonica huiswaarts; de wat vervelende klim door Anthisnes en de verlossende afdaling van Villers-aux-Tours naar de Ourthe.
Langs de Ourthe naar Esneux en zo de laatste klim omhoog waar bovengekomen Vicente klaagde dat we niet op elkaar gewacht hadden onderaan de klim. Amateur! Het laatste stukje langs het fietspad, wat niet alleen wat kolderieke taferelen bood, afdalen over 35%, maar tevens een snakebite en een gedeukte velg bij Martin in het zicht van de haven.
Nagetafeld in het bekende etablissement en allen tevreden huiswaarts.

Henk vult nog aan dat Xhoris als (H)oris uitgesproken dient te worden, met de 'h' als in heure, dus eigenlijk Oriss. En als u nog de naamsverklaring van de Vagabondroute wilt.

Gers blik op het geheel:

De Buissonnière is - zoals ik onderweg al zei - voor mij een Nostalgiefahrt. Voor het eerst begin 80’er jaren vorige eeuw gereden met BETS en sindsdien “zo vaak!”; ook alleen. Met daarbij een fraaie (?) herinnering aan een rit, waarbij ik dankzij een hongerklop nauwelijks in Tilff aankwam; iets van 20 km of zo. Wisselende weersomstandigheden, wisselende vorm bij mezelf en anderen. Maar altijd het genieten op die mooie hellingen, waarbij “de Trou” het hoogtepunt vormt en afdalingen gewoon worden meegenomen. Met ook enige weemoed (overdreven) is het inmiddels de sluiting van het TCE-seizoen. Bijzonder dit keer, dat Hans en Jos er niet bij waren vanwege diverse redenen; de harde kern met Karel, Martin, Henk en Vicente en ikzelf uiteraard wel. Dit keer aangevuld met Harold: altijd een genoegen om erbij te hebben. As usual eenieder stipt op tijd met dankzij Karel de goede keuze op zaterdag te rijden. Het was frisjes maar droog en dat bleef het. In het vertrek waren de klimmers direct buiten Tilff ook al kwartier aan het maken. Ikzelf had een update op mijn Garmin waardoor ik (dankzij het feit dat ik de route had gedownload) de hellingen voorgetoverd kreeg met daarbij behorende hellingpercentages, hoogtemeters en afstand en onderin de balk zag hoe het iedere km omhoog of omlaag ging. Ik werd dus niet afgeleid door een scherm met allerlei waardes en wel afgeleid tijdens de 10 klimmen. Zoveel telde de Garmin er namelijk. Voor de rest de nodige km’s omhoog die niet meetellen voor die 10. Bijzonderenswaardig is denk ik, dat we alle zes redelijk kort bij mekaar bleven en ik af en toe de overstap naar de frontlinie kon maken. Verder waren de wegen redelijk droog en zonder veel modder en bladeren. Eergister hier in het zuiden de nodige boeren met mais en fruit bezig gezien. (En dus genoeg modder op de weg). Op zaterdag drukker dan zondag maar dat maakte ons alleen alerter. Mijn zo gehate stuk vals plat achter Hamoir hebben we “met respect” gereden en ik werd fantastisch geassisteerd met een lekke direct na vertrek uit Hamoir. Ik meende witte bloemetjes op de weg te zien, maar het was glas. Dat was meteen klaar. Bijzonderheden: Martin kreeg de buba er zelfs niet af met bandenlichters, maar er wel op. Mister CO2/lachgas is toch ook een aanwinst! Hebben we later nog profijt van gehad met een snakebite en deuk in de velg bij Martin vlak voor Tilff. Op het terras aan het eind een lekker Belgisch biertje voor de meesten en teruggekeken op een goed seizoen. In Hamoir overigens de “generatiekloof” besproken en het “single issue gedram” ook bij pensioen. Trump was geen thema vandaag.
Een fantastisch mooie rit dus weer. Jammer dat daarmee ook het einde seizoen is aangebroken en we wat lost vast met elkaar gaan fietsen. Wellicht ook inboeken als een trainingsrit voor de Vosges?



Zondag 22 september

De Beer van de Bernina:


Ik wist dat ik alleen zou zijn; velen afwezig; maar ik moest. Na een week me van de ene naar de ander airconditioned ruimte te verplaatsen – wat feitelijk de enige spiergedreven verplaatsing betrof – móest ik eruit. Daar Miriam alleen van København naar Berlin gefietst was natuurlijk voor mij geen enkel excuus. Een voordeel van alleen fietsen is dat de tocht al bij je thuis begint, je niet naar de toren ‘moet’ en dus alle vrijheid.

Via de ooit internationale weg richting Koningsbosch om in de achterlanden van de Selfkant te geraken. Daar een aantal doodlopende weggetjes ingereden en vele stukken bij het IJzeren Bos onverhard, wat me uiteindelijk een snakebite opleverde. Niet veel later – het onverhard was nog niet afgelopen – wederom lek, dus een Lezyne noodplakkertje, wat me eerder al onbevredigende resultaten had geleverd. Het nadeel van alleen rijden is dat je niet op een bandje van een meerijder kunt rekenen en bovendien op zondag de fietsenwinkels gesloten.

Over eieren en met samengeknepen billen dus weer huiswaarts langs het mooie Maasdal, waar je goed moest kijken om de Maas te kunnen waarnemen.

Alles bij elkaar genomen toch lekker gefietst!



Zondag 15 september 2019

Henk
schrijft:

Het was van tevoren al bekend dat de helft van ons team in het buitenland zou verkeren. Via de Whatsapp groep was het al snel duidelijk dat ik alleen maar op Vicente hoefde te rekenen. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt een andere aanrijroute te nemen. Dat kostte iets meer tijd, maar ik was er keurig om een minuut voor negen en Vicente stond al te wachten. Gelijk maar verder dus. Ik stelde voor het Preusswald te verkennen. Vicente had geen idee, dus hij volgde mij trouw als een hondje. Om flexibiliteit te houden via een gemakkelijke route naar de Waldschänke. Waar ik nog even de (land)kaart wilde checken omdat ‘t al weer veel te lang geleden was dat ik daar was. Daar aangekomen bleek dat ‘t nog te vroeg was. Daarom eerst maar door ‘t Preusswald dacht ik, maar dat lukte zonder voorafgaande kaartverkenning toch niet. Het werd daardoor een klein rondje over Hauset, Hergenrath en Bildchen terug naar de Waldschaenke, waar we ons de koffie en taart goed lieten smaken.

Om Vicente te faciliteren direct terug naar Kelmis om de grens volgend richting Maastricht te gaan. In Gemmenich was er een wegopbreking die me verwarde en miste ik de afslag naar Sippenaeken. Het werd dus Plombières, Hombourg en vervolgens gekend richting Maastricht, waarbij Vicente ook zijn portie kopwerk deed omdat hij wist waar hij heen wilde. Behalve dan dat ik bij Libeek te vroeg rechts ging en we in St. Geertruid uitkwamen waar we allebei Moerslag in de kop hadden. Het zal niet veel uitgemaakt hebben want zo kwamen we ook in Gronsveld terecht. Daar wilde Vicente de tunnel onder de A2 pakken, en die vond ie met hulp van de Garmin. Vervolgens bleek dat ie naar de sportterreinen in Wijck zuid reed omdat daar zijn dochter speelde en hij dat wilde zien. Dat had hij eerder wel gezegd, maar had ik niet 100% meegekregen. We namen dus iets eerder afscheid dan ik verwacht had en ik zette mijn tocht alleen voort. Zo kwam ik nog op een mooie 130 km uit. Thuis de kaart van ‘t Preusswald nog eens bekeken. Daarbij bleek dat ik me dubbel vergist had. Ten eerste bleek dat het stuk dat ik wilde fietsen Aachener Wald heet, en ten tweede bleek het er in het veld toch wat anders uit te zien dan ik me herinnerde. De weg die ik gewoonlijk van de noordkant nam kon ik helemaal niet meer vinden. Waar ik hem dacht was wel een weg, maar daar mocht je van de Deutsche Bahn niet in. Bleek ik toch op de verkeerde plek gezocht te hebben. Aan de zuidkant vond ik de plek net voor de Belgische grens wel, maar daar was het verboden voor alle verkeer en geen fietsroutes aangegeven. Kennelijk echt veranderd want ook sigma cycle gaf geen fietsroute aan. Wel vanuit Hauset, maar die heb ik gemist. Volgende keer beter.



Zondag 8 september – Pieken

Met velen in het buitenland en een wisselvallige weersverwachting waren de verwachtingen van de Beer van de Bernina wisselend. Henk had vrijdag wel de verwachting uitgesproken er te zijn, maar daar hij zijn telefoon verloren was, geen antwoord op mijn “?-appje”.
Dus naar de voorafspraakplaats en daar was op de seconde Henk. Uiteraard.
Op naar de toren waar het tot ons beperkt bleef.
Ons doel gesteld op richting Smidse en daar bleef het deze keer bij.
Bij het wegrijden miezerde het even maar snel al werd het droog. Op weg door Hulsberg en zo naar Klimmen en de Koulen om Jos inderdaad niet meer thuis te treffen. Afgedaald naar SoG en de eerste piek: de Dode Man. Over het plateau naar Ingber en die ook af. Om de Koning van Spanje te vermijden piek nummer 2: de Gulperberg-Oost. Verder over het plateau naar Heijenrath en, ongewoon, de Schwei af: een lekker lopende afdaling. Langs het fietspad en de Schoutenhof naar de Smidse, waar de vlaai en koffie zich goed lieten smaken.

Obligaat de Camerig op en buitenom over de Toeristenweg naar Vaalsbroek en Holset.
Via Oud-Lemiers de klim van Orsbach over het immer slechter wordende wegdek naar Bocholtzerheide en Baneheide om via Goedenraad af te dalen naar Eys en zo piek nummer drie: de Bois de Fer. Bij Eyserheide bleek Henk een leegloper te hebben: een klein steentje door de aba. Het lukte me niet om de abuba bandenlichterloos van het wiel af te krijgen en zelfs niet deze bandenlichterloos te monteren. Een kleine afgang. Wel had ik Henk nog even op een schoonheidsfoutje gewezen, gepleegd bij het wisselen van Jos’ band onlangs boven de Kinkenweg: bij het achterwiel (voor het voorwiel is dit advies waardeloos) dien je de band aan de niet-tandwielkant van het wiel te halen; dit om de kans op vuil worden te verkleinen.
Overigens waren mijn handen en onderkant bovenbenen behoorlijk vuil geworden door het verwisselen van de natte en vuile achterband; toch maar weer een voordeel van een zwart stuurlint!
Van Ubachsberg afgedaald om min of meer het dal van de Geleenbeek te volgen waar donkere wolken zich aan de horizon samenpakten, wat ons een klein maar fel buitje opleverde bij Brommelen. Over het mijnspoor naar Kathagen en Schinnen en om het pieken af te ronden piek nummer vier: de Zandweg. Overigens dit alles zonder kraken van Henks fiets meer: het vastzetten van de snelspanner had het verholpen.

Ger durft nog aan te vullen:

Opmerkelijke start vanmorgen voor mij. Geen zin in vroeg opstaan (ergens tussen 7.00 en 7.30 me nog eens omgedraaid). Gister op een bruiloftsfeestje, maar daar nauwelijks gedronken; wel laat in bed als denk ik de reden; daarvoor de app nog gecheckt, maar te lui om zelf wat te sturen. Daarnaast ook nog eens geen zin in klimmen/helling op, hoewel me dat momenteel prima afgaat. Routes ook wel bekend; kortom ‘zondagmorgendreuzel’ en een welgemeend excuus aan de TCE voor mijn absentie.
Ondertussen weet ik dat Reinouw altijd wel zin in fietsen heeft en ook voor haar een welhaast zekere bui geen showstopper is; dus aan mij om na een rustig ontbijtje en krantje na te denken over een route. Ik had het groen van Parkstad in gedachten en “dat hebben we helemaal gezien”. Heel mooi! Aangereden via Eys en Simpelveld en vandaar richting Kerkrade en de nieuwe buitenring. Bij kasteel Ehrenstein wederom het groen ingedoken en vroeg of laat raak je dan de weg kwijt. Ergens in Landgraaf (Eygelshoven meen ik) via de Brunssumerheide toch weer richting Heerlen (omdat ik richting Geilenkirchen niet helemaal vertrouwde met het oog op de beoogde 75 km) en vandaar naar Brunssum en via een stuk van de internationale weg bij de nieuwe fietsersbrug richting Jabeek en Sittard. De plensbui kwam en hield tot ordegrootte de kop van de Windraak aan, maar daar heb je jackjes voor. Doorgereden voor het Esso-tankstation via de mooie veldweg naar Puth en daar de achtertuin van Miriam en Martin gepasseerd. Via Spaubeek aan de kant van de autoweg naar (Spaans) Neerbeek en door naar Beek. Adsteeg op en gekend naar huis. Heerlijk gefietst.
Overigens vrijdag ook nog met Reinouw onderweg geweest in de richting van Mesch en zo de diverse voorbereidingen aan de diverse festiviteiten gezien van 75 jaar bevrijding. Ook in de afdaling de festiviteitenwei van de hopfeesten gepasseerd. Mooi onze provincie en ommelanden!



Zondag 1 september - Classic weekend

Ger
:

Ik was niet van plan te gaan rijden; voel me er al een paar jaar niet echt meer zo thuis. Echter vrijdag kroop het bloed waar het klaarblijkelijk toch niet gaan kan. Wilde die dag een mooi stukkie gaan fietsen; Reinouw kon niet mee en toch wel nieuwsgierig had ik donderdagavond even naar de routes gekeken. Nu die zagen er zeer aantrekkelijk uit; veel kleinere wegen, veel over mijn geboortegrond en fietsroutes toen we in Grevenbicht woonden. Ik zag in Parkstad het nodige en niet al te veel Heuvelland. Kortom ik was verkocht en vertrok voor alle drie de lussen. Nu het viel zeker niet tegen en ik kwam langs hoogtepunten als het fietspad langs de Geleenbeek, de “Alfasport Arena” in Oirsbeek, een mooie keitjesweg vlak voor kasteel Hoensbroek en zo meer. Genoten dus, totdat ik van de weg werd getoeterd door pijlenuitzetters! Wat gekletst met Martin en Henk en de laatste meters afgelegd via het racepad en de Rasberg; dit omdat ik daar bij gebrek aan enig vocht in de bidons een tankstation wist.

Zaterdag met Reinouw de 75 km-lus gereden. Al laat vertrokken wist ik voor de Daalhemer niet meer zeker of ik thuis wel had afgesloten; ergo retour, wat Rein de gelegenheid gaf nog even van Dumoulin en Ten Dam (meende ze tenminste) te genieten, die ook en route waren. Om 10.30 was het terrein helemaal leeg en dus fietsten we redelijk alleen. Dat bleef zo totdat de eerste lus bij de hoofdlus kwam. Wat me opviel was dat er weinig grotere groepen waren en dat het merendeel ‘jonkies’ waren. Ook werd er overall rustig en verantwoord gereden. Dat was vroeger wel eens anders. Des te treuriger is het dodelijk ongeval later van een fietser met een tractor. Dan treft het toch eenieder weer en realiseer je je, dat je als fietser kansloos bent. Na Wahlwiller de Schweiberg weer op, waar we ondertussen in Simpelveld en ook op deze berg Martin, Karel en Henk tegenkwamen. Bij Heijenrath is Reinouw doorgegaan naar Gulpen en ik nog de extra lus eraan geplakt. Op de laatste Ravi met Karel, Martin en Henk nog het nodige vocht en suikers aangevuld en zo retour.

Vandaag, zondag had Reinouw met Miriam min of meer besproken bij voldoende goesting toch “te gaan peddelen”. Gister met Martin geappt of het geen idee was dat samen te doen. En dat hebben we dan ook gedaan. Polfermolen als vertrek en vandaar langs Maas en kanaal naar de brug bij Stein. Ondertussen keuvelend over de “extreme km’s” die we allen maken na de zomer. Via de Belgische kant van de Maas richting M’tricht en de Bemeler op. Halverwege bij Bergrust de lekkerste kruisbessenvlaai in tijden en vandaar door naar Sibbe. Of het zo moest zijn waren we daar nog getuige van een fietser die door een auto werd geschept; nog wat meters mee gesleurd en er met een paar schaafwonden afkwam. Mirakel, maar genoeg accidenten. Toch allen de Daalhemer af en zo eenieder naar huis om allen net onder de 80 km af te klokken.

Karel vult aan:

Na het voortreffelijke uitpijlen op vrijdag was dan zaterdag de grote dag weer aangebroken. Om 7.45 met Miriam en Martin richting VDA voor het treffen met Henk.
Samen door naar de Polfermolen in Valkenburg om de andere ca. 1250 medefietsers te begroeten. Na het nodige gekeuvel, jaarlijkse ontmoetingen enz. om ca 9.15 aan de tocht der tochten begonnen met een gemêleerd groepje, Miriam, Marijke, Jean, Henk, Martin, ik en nog een paar onbekenden.
De eerste negertjes scheidden zich bij de splitsing in Schimmert al af. Verder met het bovengenoemde groepje aangevuld met twee Jannen en een Rob (Everink) Via een aantal gekende wegen naar het nieuwe fietspad langs de Grensmaas. Dit was een voortreffelijke keuze. Over de bekende Slingerberg naar Catsop, door Beek en via de Adsteeg naar Genhout richting verenigingspunt van de routes. De Vloedgraaf af en langs nieuwe fietspaden en pas geasfalteerde landwegen naar de eerste Ravi in Oirsbeek. Hier heeft Martin een kleine reparatie aan mijn balhoofd uitgevoerd (iets strakker gezet). Fiets was daarna minder luidruchtig. Na de pauze met het gekende gezelschap, echter jammer genoeg zonder Miriam maar door naar de grote stop in Simpelveld. Aan het passeren van een aantal mededeelnemers werd al duidelijk dat niet iedereen evengoed getraind was als onze groep.
Na de broodjeslunch in Simpelveld verder naar het splitsingspunt in Heijenrath. Net na de kruising had een fataal ongeval met een medefietser plaatsgevonden. De organisatie had hier echter snel een omleiding voor ingezet zodat eigenlijk niemand hier iets van gemerkt heeft. Hoewel het eigenlijk een "gewoon" verkeersongeluk betreft geeft dit wel een domper op het geheel. Ten aanzien van de route werd nu wel een bijzonder mooi stuk afgesneden. Op de klim van de Schweiberg werden al de nodige wandelaars met de fiets aan de hand gespot. Heel verrassend stond Ger bovenaan de klim ons op te wachten, eigenlijk stond hij op Reinouw te wachten, maar die heb ik in de klim gemist.
Na enig gekeuvel weer door naar de splitsing in Heijenrath, op weg naar de (bijna) laatste klim in Teuven. Na deze klim de zoete smaak van een lang vals plat naar beneden met ook nog de wind in de rug. Hier heb ik een keer het genoegen mogen smaken dat ik geen enkele volger, zelfs Henk niet, meer had. Na de moeilijke bocht bij de school in België door naar de klim bij Mesch, die voortreffelijk liep, ook gezien de lichte rugwind (denk ik). Verzamelen en weer gezamenlijk door naar de laatste Ravi in St. Gieter, waar wonder boven wonder Ger zich weer bij ons voegde. Daarna door naar Bruisterbosch en Banholt richting de laatste krachtmeting met Bart en zoon in de afdaling van Reijmerstok. Euverem en Gulpen en op naar de laatste lange klim van de Ingbergracht. Hier heeft Ger weer afscheid van ons genomen. Hij ging richting Maretak.
De rest van de tocht verliep vloeiend, op een claxonnerende BMW rijder in Valkenburg na. De aansluitende Kwaremont en pasta smaakten prima. Nog wat napraten en met een voldaan gevoel weer naar Puth gefietst. Mooie tocht van in totaal 170 km. Op naar de 28e editie in 2020



Zondag 25 augustus

Ger
:

Beetje rare rit vandaag. Dat lag niet zozeer aan de aan- (Karel, Vicente, Jos en ik), of afwezigen (Martin & Henk). Ik arriveerde dankzij de Bronk in Scheulder en verplichte omweg pas om 8.55 uur, maar de rijders stonden allen al gereed. De voorpraat over o.a. Picanha nam wat tijd in beslag en ook de routekeuze. Uiteindelijk waren we pas tegen 9.05 (geheel in strijd met het reglement en de gewoontes) onderweg. Het motto was Visé en geen Pam-Pam en we zien wel. Democratisch overleg leidde tot de beklimming van de Cauberg en de trend van afgelopen weken zette zich voort; eenieder ‘kort’ bij elkaar. Wel regelmatig routeoverleg en dat leidde uiteindelijk tot vele weliswaar bekende wegen, maar meestal niet in de volgorde van vandaag. Bij de top van de Cauberg door naar ’t Rooth en naar Banholt, waar de beslissing viel: ‘Welkenraedt’. Karel aan het commando loodste ons met rechts-links door Banholt en zo binnendoor naar de Planck. Afgedaald naar Teuven om via Hombourg naar HC te rijden. Ook nu weer eenieder relatief kort bij mekaar en in een stevig tempo. “Oude vos” Jos maakte aan het eind van de klim gehakt van Vicente. Bekende route naar Welkenraedt met de inmiddels van Martin bekende afkorting bij de kliniek.

In Welkenraedt was kermis, met de fanfare aan het entertainen. Met ons vieren een kleine abrikozen- en rijstevlaai soldaat gemaakt. De speeltuin in Assen en de G7 maakten ons niet echt vrolijk. Ook hier moesten we ons met enige moeite weer en route zien te krijgen. Het seizoen kent z’n prijs! Jos wilde kort naar huis; ergo de grote weg gevolgd. Die liep lekker, maar binnendoor naar Montzen was leuker geweest. Het tempo lag onverminderd hoog en zo ging het ook van Hombourg naar Sippenaeken (met ook kermis) naar Mechelen. Jos en ik voor de lange aflossing. Door Wittem naar V’burg en daar sloeg Jos af en met z’n drieën door, waarbij Karel in V’burg de weg huiswaarts aanvaardde. Tussen Vicente en mij een misverstand, want ik ben via Geulhem en de Dellen naar het racepad gekacheld en Vicente de Geulhemmer op. We kwamen elkaar bij Vijverdal weer tegen!

Racepad doorgezet naar Gronsveld waar Vicente in M’tricht bij de middelbare school afsloeg en ik me voornam helemaal door te rijden om via camping de Bosrand en Libeek naar St. Gieter te gaan. Dat ook zo afgerond met bijna 130 km en > 1250 hm.



Zaterdag 17 augustus – BETS?

Ger:


Deze zaterdag was de Limburg-rit van BETS bij mij. En dat zorgde voor onrust bij BETS, mijn TCE-fietsmaten en bij mezelf. Die onrust bij BETS heeft er alles mee te maken, dat deze inmiddels bijna 40-jarige club inmiddels vele soorten (niet)fietsers kent. Echter een ding gemeen: “De Limburgrit bij mij mag niet op de kalender ontbreken”. Echter het voor de doorsnee vlakke fietser wel een opgave is/blijft en dus tussen zeggen en doen nogal een kloof ligt. Daarnaast - wat Martin - inmiddels discipline noemt: “wanneer de ontvangst start; voor wie en wanneer er wordt gereden door wie, is ergens tussen 11.30 en (zelf mee gemaakt) 13.00” een verrassing. Kortom “geen touw aan vast te knopen”. Daarbij had ik gedacht dat TCE een welkome aanvulling van het fietsgezelschap zou zijn. Maar welke rit en wanneer hen moeilijk aan te geven was.
De rest besparend: “TCE heeft vandaag de lange BETS-rit gereden”, maar zonder BETS. Zoals met TCE afgesproken warentussen 10.00 en 10.15 Martin, Karel, Vicente en Miriam met Reinouw en mij aan de proemevlaai en koffie en ruim voor 11.00 waren Miriam en Reinouw onderweg voor de korte BETS-rit en de mannen waren ca. 10 minuten later en route voor de lange rit. Klein euvel was dat de rit niet geladen bleek op mijn Garmin; maar wel te volgen van vorige week. Hoewel de eerste 35 km gelijk op liep, hebben we de dames echter niet meer gezien, want die waren in Aubel van de route afgeweken en naar de meer dan prima pâtisserie gereden. Wij hebben - overigens de hele rit - mooi gegroepeerd gereden en dus ook zo naar HC en daarbij onderweg de eerste miezer. Te weinig voor het regenjackje. Door naar de kasseienklim in Dalhem, waarbij Martin al eerder aangaf de rit niet in de Garmin te hebben zitten en ook niet te hebben bekeken. Groter vertrouwen in mijn uitzetcapaciteiten kan je niet krijgen!
Door gepeddeld naar Visé en zonder koffie naar de Oude Hallembaye en verder naar het meest bijzondere uit deze rit; “het HB2-segment”. Dit segment zou door Henk Bosch bedacht kunnen zijn en door hem geloofd en geprezen, Hans Bijvoet zou ter plekke echter in een Haagse tirade zijn losgebarsten en mijn fiets doormidden hebben gebroken. T.o.v. laatste zaterdag nog voorzien van een extra handicap doordat een boer de veldweg gewoon mee geploegd had, waardoor we op een soort wasbord terecht kwamen. Vicente was gelijk gezien, maar gaf aan, dat op zijn en mijn Garmin dit als geasfalteerd te boek stond [red.: er staat een pad op de Garmin; geen weg, laat staan geasfalteerd). We hadden geluk, dat alles kurkdroog erbij lag. Uiteindelijk kwamen via de serpentines in Kanne op ons bekende terras terecht, waar Vicente wederom zijn verjaardag met ons vierde. De tweede koffie vanwege nieuwe miezer laten zitten. Vanaf daar werd het de vier kleine negertjes; eerst Vicente eraf toen we Maastricht inreden. Martin bij de Hanos naar huis en Karel en ik naar Gulpen. Ik naar huis en Karel naar z’n auto voor de deur.
Constatering is, dat “op verdacht” niet fietsen, meer zegt over de fietser dan het weer! Gewoon afspreken en dan en route gaan, een mooie tocht heeft opgeleverd met z’n vieren en dat Miriam en Reinouw van hun tocht evenzeer hebben genoten.

En nog effe als nabrander: dat de Concorde vandaag fantastisch fietste. Inmiddels bijna 25 jaar oud en dit voorjaar “gerenoveerd”, blonk het chroom in de zon; was de “look” met de gebogen voorvork, het chroom etc. op vork en andere delen echt retro en dankzij het staal en de bijbehorende meetwaardes de demping op de veldweg nagenoeg gelijk aan de speciaal ook daarvoor gedesignde Synapse. Met de compleet nieuwe bladen, ketting en tandjes liep die als een speer. En had ik niet moeten denken met de DUELL over die veldweg te stuiteren!



Zondag 11 augustus

Karel
:

Op zaterdagavond was er al de bekende appwisseling, deze keer met een deelnemer uit Mallorca, over het wie-wat-wanneer en waar, resulterend in een treffen van Henk en Karel aan het VDA, een gelijktijdig treffen met Ger aan de gebedsruimte, waar even later ook Vicente verscheen. Hier is het bij gebleven.

Toen natuurlijk de discussie waar naar toe. Geopperd werden Tongeren, achterkant Halembaye en nog enkele bekende stekken richting Voerstreek.

Unaniem echter: Niet te snel, niet te ver en een rustige tocht.

De afspraken waren goed, het resultaat is volledig gehandhaafd alleen de snelheid kwam er erg goed in. Besluit: Rustig naar Thorn via de nieuwe fietspaden langs het Julianakanaal en grindwinningen van de het Grensmaasproject. Zo gezegd zo gedaan.

Via Catsop en Elsloo naar het nieuwe jaagpad langs het verbrede Julianakanaal. Het is inderdaad een mooi breed pad met mooie uitzichten en een uitnodigende rugwind. In Meers terug naar de bekende weg langs de IAZI waar Vicente nog een bekende herkende. Door Oud-Urmond naar Berg en via Obbicht enz. naar de bezichtiging van het Grensmaasproject bij Vissersweert. Imposant!
Vandaaruit via de brug bij Roosteren richting België. In het waterrijke gebied was soms het gemis aan de topografische kennis van Martin merkbaar. Ook de Belgen hebben echter wat boter op het hoofd doordat ze wegen afsluiten of plotselinge afsluitingen creëren. Het is echter toch mogen lukken om in Thorn te geraken waar we ons de verjaardag vlaai (“krousjele mit sjoem”) van Vicente goed hebben laten smaken.

Na de rust via Wessem en Maasbracht weer richting Roosteren om het Grensmaasproject van de andere kant te gaan bewonderen. Nu echter met de wind op kop, welke echter op de hele ploeg geen enkele indruk maakte en het gemiddelde gewoon hoog bleef.
Via Grevenbicht naar Obbicht en door naar de Graetheide, waar Henk een voor hem onbekend doorsteekje kreeg aangeboden.
Vandaar via Berg naar Urmond, waar Vicente afscheid nam en weer via het Julianakanaal naar Maastricht terugkeerde. Met z’n drieën door naar Stein, waar Karel afscheid nam en via Geleen en Sweikhuizen naar huis terug keerde.

Het verdere relaas van Ger en Henk is mij niet bekend.

Al met al een mooie tocht, voor mij net geen 100 km en een gemiddelde van 25.6 km/h. Wel niet veel hoogtemeters. Ger voert nog een routekaartje toe. Zo ver reikt mijn Garmin kunnen nog niet.

Ger vult aan:

In aanvulling op Karel, kan ik nog melden, dat Henk en ik (in Stein) unaniem voor de Adsteeg hebben gekozen, waarbij Henk en ik steeds wisselden en later (overigens net als Karel) de afslag naar huis wilde pakken. Die > 26 gem. vasthouden vanuit Thorn begon ons beiden toch wat op te breken. Het tempo bleef er goed in, maar 25,9 en op de Adsteeg 25,8 en 25,7 verscheen toch op het schermpje bij mij. Het tempo omhoog op de Adsteeg was overigens meer dan prima en ook “het doortrekken” daarna.
Henk is uiteindelijk bij de toren richting huis getrokken en ik omlaag naar V’burg en vandaar de grote weg over Schoonbron etc. naar Wijlre en Wittem. Tevreden afgeklokt met 121 km en 625 hm.
Het verschil met de getallen van Karel zit gewoon in de aan- en afloop. Die leveren de nodige km en hm op.

Zaterdag a.s. BETS; voor de liefhebber welkom vanaf 10.30 op de Maretak voor koffie en vlaai. Vertrek is gepland om 11.00 uur, maar zoals op het Forum gemeld, dat kan bij Bets makkelijk ook 12.00 uur worden.



Zondag 4 augustus

Dat de vakanties langzaam ten einde komen was duidelijk: de opkomst aan de toren was talrijk en gretig: Henk, Karel, Ger, Jos, Miriam en Martin waren daar.
Miriam zou wel kijken hoe of het zou gaan tegen het mannengeweld. Terugblikkend op alle vakanties gingen we op stap. Tegen onze verwachting in noemde Ger Welkenraedt, dus daarheen.
Na de Vosgesperikelen met de webmasters fiets een nieuw tandwiel voor, de derailleur afgesteld, nieuwe kabels met een betere loop en een nieuw stuurlint ging het schakelen weer als het bekende warme mes door de boter. De Daelhemer op de macht als eerste boven.
Door over het plateau met Henk en Martin beurtelings de richting aangeven tot Miriam in Banholt meedeelde dat het haar iets te snel ging en besloot alleen haar pad te vinden.
Via de Planck langs het US kerkhof en bij Henri-Chapelle wederom het mooie tussendoorweggetje bij het gekkenhuis. De koffie met ruim vla en een onnavolgbaar betalingsschema en op de terugweg waren Henk en Martin het snel eens over de Kinkenweg: een lange, weifelende aanloop en een slecht wegdek aan het begin, maar het was weer ouderwets krakend omhoog.
Bovenop ervoer Jos een lekke aba, die met vereende krachten gerepareerd werd: Henk het werk, Karel de CO2, Martin hield het ventieldopje vast en Ger gaf advies.
Langs de Gulp snel af en tussen Hombourg en Teuven er eens geen wedstrijd van gemaakt.
De Gieveld op, waar Jos Henk even op zijn plaats zette en over het plateau van Landsrade ging het gas vol open. Ter afronding de Ingber op en na de Sibber (die erg druk was) namen Ger en Jos afscheid.
We besloten over de Dellen te gaan waar in Valkenburg bij het stoppen voor een overstekend gezin Karel te laat zijn voet uit zijn pedaal haalde en besloot het asfalt van dichtbij te inspecteren. Geen schade verder.
Na de Dellen bij de Nachtegaal, waar het heel erg druk was, rechts en de Korte Raarberg op en de Visweg af. Geroutineerd door naar Ulestraten, Beek en Neerbeek.
Het was goed elkaar weer te treffen!

Ger vult aan:

Het vakantieseizoen zit er voor een aantal van ons inmiddels op en dat seizoen is goed gebruikt voor fietsen. Afstanden, hoogtemeters en snelheden zijn goed ingesleten en dat moest worden getoond; vonden althans Martin, Henk, Karel en ik. Jos (als immer sociaal en snel) had dat machtsvertoon niet nodig. Aan de toren dus grote opkomst en Miriam mee aan het vertrek. Zoals dat hoort (!?) houdt niemand met elkaar rekening en dat gold ook t.a.v. Miriam. Die zei dus in Banholt; “ik zoek mijn eigen route verder”. Nu kunnen Karel en ik ons dat gevoel goed voorstellen!
Het was dus “jonge-hondengedrag” en zo werd naar Welkenraedt geracet. Alles liep bij eenieder wonderwel en het vals plat langs het Amerikaans kerkhof werd genomen alsof het omlaag liep. Een mooie weg na HC om zo weltevreden op het terras van de madonna terecht te komen. Twee (weliswaar) kleine rijstevlaaien soldaat gemaakt. Gekeuveld en na enige tijd weer retour, omdat Jos niet al te ver en al te laat wilde. In Teuven nog eens omhoog, omdat Martin onder de 25 km gem. wilde terecht komen. Nu dat lukte op die klim wel, maar boven werd het weer ouderwets “ploegentijdrit”. Datzelfde nog eens herhaald op de Ingbergracht, maar daar lukte het al niet meer onder de 25 te komen en dat met inmiddels tegen de 1.000 hm.
Kortom; vandaag een snelle rit, met alleen maar tevreden mannen. En, N.B.: Reinouw was dat ook met een tegen de 50 km-rit rond Simpelveld en Klimmen. Te ver van Miriam in Banholt om nog samen te gaan.



5 – 24 Juli Martin Alpi 2019

Een klein relaas van het fietstechnische gedeelte van onze vakantie (op de niet-fietsdagen was (uitdagend) hiken in de bergen de activiteit en twee rustdagen in Salzburg resp. Merano).

Besloten eens een week naar het Salzkammergut te gaan om de omgeving daar wat te verkennen. We zaten in de buurt van de Halstattersee, een zeer pittoreske omgeving, maar het stadje Hallstatt zelf is een Chinezenmagneet geworden. Op de dag van aankomst al naar Hallstatt gefietst om daarna een klein maar fijn colletje te vinden: de Koppenpaß. Niet hoog, maar wel gelijk 23% voor de kiezen, deels over kasseien.
Het landschap leent zich mooi om langs de diverse meren daar te fietsen over deels rustige wegen – een aanrader. De wat langere klim over de Postalm, een uitgebreide wandelhoogvlakte, kan ik aanbevelen. Door Henk gesuggereerd uiteraard naar Radstadt gefietst, daarbij ook nog even St. Martin aangedaan, noblesse oblige.
Een verkassing naar Kolfosch, in de Dolomieten, vlakbij Corvara voor wat klassiekers.
Vermeldenswaard de Giau vanuit Selva di Cadore en het gewone Sellarondje als rustdag (waarbij mij nu pas opviel dat de Gardena vanuit de Sella maar tweehonderd hoogtemeters betekent).
De tweede verkassing naar Mals in Vinschau (alwaar ik in 2018 een weekje met Jos heb gefietst). Miriam wilde per se de Kaunertaler Gletscherstraße, dus die gedaan: droog vertrokken, in de miezer en regen omhoog, geen andere fietsers tegengekomen, maar met een zonnetje en droog wegdek weer naar beneden!
Op Miriams bucketlist stond ook nog de Stelvio tweemaal, dus daaraan begonnen. De Umbrail omhoog (voor haar de eerste keer) en de chaos op de Stelvio aanschouwd. De afdaling naar Prad memorabel: talloze fietsers van allerlei pluimage in diverse mate van vorm en uitgewoondheid omhoog komend (het begon inmiddels aardig warm te worden) en diverse motoren die niet alle even goed konden sturen: een motor toucheerde een auto toen hij voor Miriam moest remmen (tijdens zijn inhalen), een andere motor viel in de krappe bocht om. Geen fijne afdaling dus.
In Prad de pastalunch en met gemengde gevoelens om kwart voor twee omhoog. Het was warm maar rustig rijdend ging het. Iets voorbij Gomagoi belde Miriam dat ze capituleerde. De hitte was haar te veel. En inderdaad: met de zon links, de bergwand rechts was het inmiddels 39°C geworden en eigenlijk gekkigheid om door te gaan. Terug dus om op ons gemak naar Mals te fietsen, niet nadat we in Glurns op het bekende terras van een heerlijk ijsje genoten hadden.
Als afsluiter een ontspannen tochtje: de Vinschauer Höhenweg; over de zonbeschenen flanken van het Val Venosta tot in Goldrain en langs de fietsroute naar de Reschen terug.



Zondag 14 juli 2019

Ik, Henk, had er al rekening mee gehouden. Niemand bij het clubhuis. Dan heb je alle tijd om na te denken waar je over schrijven zal, maar geen inspirerende praat, en de route hoef je tegenwoordig ook niet meer te beschrijven. Het weer was twijfelachtig. Een paar drupjes gevoeld maar niets serieus. Vanwege de dreiging wel de noordelijke richting gekozen vanaf het clubhuis, zodat ik dicht bij huis bleef en eventueel met de noordelijke wind mee terug naar huis kon fietsen als het echt ging regenen. Niet gebeurd dus en een flink stuk nieuwe en mooie fietspaden gevonden, met name aan de randen van de Maasverbredende grindafgravingen tussen Elsloo en Echt. Goedlopend asfalt en przewalskipaarden die prachtig paarden gezien. Kom d’r maar n’s op. Die jonge hengst lukte ‘t prima. Afstand gematigd en geen pauze genomen zodat ik weer lekker op tijd thuis was om een wat te lummelen en op te ruimen en nog een flink stuk Wimbledonfinale te kijken. Jammer genoeg ging mijn plaatsgenoot onderuit.



Zondag 30 juni

Aan de toren slechts twee mensen: Ger en Martin. De rest al dan niet met kennisgeving afwezig. Ger moest voor enen thuis zijn dus stelde Welkenraedt voor en, waarom niet? Dus daarheen.
Aanvankelijk routinematig via Groot Genhout en de Sibber om daarna de Scheuldersteeg te nemen. Heerlijk afgedaald door Reijmerstok. In Euverem was men druk bezig met de voorbereidingen van een processie – zonder rupsen – waarop een aantal onnozele fietsers door het net sierlijk gelegde vogelzand reden, dit tot grote verontwaardiging van de gopdopgedragen strooiers.
Zonder ons te moeien door naar Teuven en daar, weer eens wat anders, naar Remersdaal, waar overigens nog steeds een gevel gesierd is met de tekst Commune Wallone en linksaf omhoog door het schitterende Mabroek.
Verder langs het kerkhof met wederom schitterend uitzicht over de kom van Aubel om in Henri-Chapelle linksaf te slaan naar het gekkenhuis van Ruyff en daar een schitterend van mooi asfalt voorzien binnendoorweggetje gevonden en genomen om zo in Welkenraedt aan te komen waar op het plein nu eens geen rommelmarkt was, maar een kermis – die gelukkig nog niet geopend was.
Aan de verjaardagskoffie van Ger, een GerretjeSW dus, maar evenzogoed gewaardeerd. Terug over het Hazenpad om verder te golven naar Montzen om kruip-door-sluip-door onder de koele spoorviaducten te rijden en vervolgens in Plombières, in navolging van de gisteren verreden Eroïca een stukje Strada Bianchi te nemen om wondermooi, dat wel, in Gemmenich te komen en daar de direttissima naar de Wolfhaag te pakken.
Een laatste wapenfeit nog na de afdaling door bij Lodge 7 omhoog te gaan en via de Rugweg af te dalen en geroutineerd Vijlen, Hilleshagen, Mechelen en Wijlre, waar Ger afscheid nam. Door nog langs De Dellen en via Ulestraten omhoog; toch wel een beetje uitgedroogd, maar de kaap van 100 gehaald.



Zondag 23 juni

Ger
:

De rit direct na de Vosges - en voor mij aansluitend in dit geval een aantal dagen in Alle bij Bouillon met Frank c.s. - is meestal niet de meest gereden rit, maar vandaag waren in ieder geval Martin (dienstreis) en Karel (Frankrijk) geëxcuseerd. Nadat ik gister al bij de Maas en Albertkanaal was geweest, was nu mijn idee vanaf de brug bij Stein de Belgische kant te kiezen en zo naar Visé te geraken. Vicente was het daarmee eens en dus zo met z’n tweeën gedaan. Ons tempo richting Beek en daarna Stein en Maas was redelijk hoog, maar voor de wind lukte dat ook goed. Al keuvelend over ditjes en datjes ontstond het idee om Pam-Pam weer eens te bezoeken. Dus via de Kesselkade in M’tricht waar nog geen hond te bekennen was de Maas weer vervolgd en bij de sluizen verder langs het kanaal. De gezonken boot lag nog immer onder water.
Bij Pam-Pam gestopt en gevraagd of ze vlaai hadden; antwoord was ja en er zaten weer diverse fietsers op het terras. Terras was helemaal nieuw en prima, van binnen strak verbouwd, incl. een hedendaagse moderne toiletgroep, maar de mooie oude vloer gelukkig gebleven. De koffie was ook prima, maar de vlaai een dingetje. Vicente trakteerde al op zijn verjaardag en koos rijst en ik abrikoos. Het duurde en duurde en toen kwam de aap uit de mouw; geen rijst (kan je immers niet invriezen) en twee stukken halfbevroren, half warme abrikozen uit de vriezer! Desalniettemin smakelijk. De ouwerwetse vitrine omgebouwd tot een ijs afhaal-vriezer. Het gesprek ging over BBQ’en; de kwaliteit van Zuid-Amerikaans vlees (kan Vicente zeer aanbevelen); wijken en diversheid van bewoners etc. Het terras dus weer heropend, maar met heimwee naar vroeger.
De weg vervolgd richting Loën en Hallembaye en die laatste lag windstil en broeierig op ons te wachten. Met Vogezenbenen geen probleem; zelfs niet met mijn “vlakke wielen”. Op het fietspad langs Eben-Emael naar Kanne en zo tegen de wind langs Neercanne naar M’tricht, waar Vicente na ca. 75 km afsloeg naar huis. Ik moest nog door en begon de warmte, tegenwind en wrijving van broek en zadel te voelen. Beetje slim over de route nagedacht en via Borgharen en Itteren naar de voet van de Slingerberg. Boven richting vliegveld aan de noordelijke kant en zo via de toren naar de Hanos in V’burg en over de grote weg terug.
Goede getallen gehaald en ontzettend veel fietsers tegen gekomen. Van Beek naar V’burg op de terugweg een lange sliert ouwerwetse brommertjes (vooral Kreidler, ZündappSW, Puch etc.) tegengekomen. Snelheid nul van die dingen en daarbij klein. Komisch gezicht met al die berijders.



Donderdag 14 juni – Vosges 2019

Karel
trapt af met een verslag:

Een korte samenvatting:

Dan de dagen:

Na veel discussie, uitwisselingen, afspraken enz. via de nieuwe vorm van communicatie "de app" is het mogen lukken om op donderdagmiddag punctueel op de afgesproken tijd in Le Valtin te zijn

Martin, Ger, Frank, Jan P, Jan S, Vicente, Hendrik, Harold, Jos, Henk en Karel waren allen present om onder het genot van rabarbervlaai of een terrine te genieten van het onderlinge weerzien.

Opvallend deze dagen was de aanwezigheid van de hoeveelheid Garmins.

De donderdagrit:

Na enig oponthoud door een technisch malheur aan het ros van Martin werd om 15.00 uur gestart voor de korte rit met aansluitende tijdrit.

Mooie route met fijne klimmen en iedereen bleef goed bij elkaar. De tijdrit, welke van te voren al een discussie opriep vanwege mogelijk slecht wegdek was gewoon steil! Gelukkig na 1 km het einde vanwege inderdaad een overgang naar onverhard bospad.

De avond afgesloten met de normale sterke verhalen en uitwisselingen en dat alles onder het genot van een lekker glas wijn of het lokale "Bête des Vosges".

De vrijdagrit,

oorspronkelijk 180 km en 4000 hm was al ingekort naar 127 km en 3500 hm, echter de regen werd een grote spelbreker waardoor er in drie groepen drie verschillende afstanden werden gereden.

Iedereen werd echter nat! Het groepje B-rijders (Ger, Frank, Jan en Karel) hebben een gedaan via route des Crêtes en La Bresse en vandaar via de Col de La Schlucht en de Colette weer naar Valtin.

In de klim naar de Schlucht werd het water in de schoenen wel al weer warm, maar dit werd in de supersnelle afdaling naar Le Valtin weer volledig teniet gedaan.

Genoten van een lunch van "Truite aux amandes".

In de loop van de middag kwamen de andere groepen ook weer binnen met voldoende gespreksstof voor de avond, wederom met "Le Bête" en wijn.

De zaterdagrit

De zaterdag begon koud en nat en ook nog met de venijnige klim naar de Colette en de Schlucht. In deze klim kwam al een splitsing in twee groepen. Op de "Route des Crêtes" was het verdomde koud. Temperatuur ca. 8 ºC. Jan Panis kreeg hier last van zijn achillespees en heeft zich omgedraaid. Op de Route kwam er weer een kleine hergroepering van Henk, Vicente, Ger en Karel. Gezamenlijk door naar de Markstein waar de "snelle groep” ons heeft onthaald op tarte aux myrtilles en chocomel.

Nadat we opgewarmd waren de afdaling van de Markstein en hergroepering voor de klim van de Bramont. Op de Col de Bramont weer een (voorlopig) laatste hergroepering en daarna afdalen. De "snelle" groep via Gerardmer en Xonrupt, de rest (Jos, Henk, Frank, Ger en Karel) via La Bresse en de Schlucht naar de Colet. Op de Colet de laatste splitsing van groepen. Jos, Henk en Frank onderweg naar de Dauphiné in Le Valtin en Ger en Karel door naar de Col de la Schlucht en vandaar over de Route des Crêtes naar de Col du Bonhomme en naar Plainfang. Daar een koffie en cola genuttigd en de mooie goed lopende klim naar het hotel in Le Valtin.

De avond afgesloten met het diner en prijsuitreiking.

De webmaster wil nog een paar dingen toevoegen: Groot natuurlijk het ongenoegen over het mechanisch malheur; Jan P. die mij onderweg naar Gerardmer psychische ondersteuning gaf – wellicht als compensatie van het door mij verwisselen van zijn achterband maakte veel goed.
De routecommissie had een prachtig, weloverwogen en uitgebalanceerd fundament van routes gefabriceerd; velen bouwden daar ongevraagd hun eigen huisjes op. Dit overigens naar volle tevredenheid. Dat enkelen van deze gelegenheid gebruik maakte door te Le Valtin van een uitgebreide natte lunch te genieten zij zo.
De vrijdagrit naar de Petit Ballon was spectaculair: in Luttenbach een prachtig binnendoorweggetje gevonden, genaamd Mur Leymel met stijgingspercentages boven de 23%. Net na de top de lunch genoten in een boerderij-restaurant waar de geiten gezellig in het herentoilet stonden.
Onder aan de Platzerwasel de grote twijfel: wie gaan er in dit weer door; uiteindelijk bleven alleen Harold, Hendrik en ik over, maar toen ik geheel niet meer bleek te kunnen schakelen besloot ik alsnog naar Munster af te dalen, waarop Harold en Hendrik ook een ander plan trokken. Onder in Munster de voorderailleur van de fiets gehaald om toch nog te kunnen schakelen.

Slechts vier mannen de zaterdagroute compleet gereden; het opknappende weer en het mooie vervolg van de route maakten de kille Route des Crêtes meer dan goed!

De meest speciale tijdrit ooit:

  200420052006200720082009201020112012201320142015201720182019
1Jos34'19"33'48"33'41"23'31"--35'47"38'26"33'55"--41'03"49'58"--d.n.q. 19’40”24'57"5'09
2Vicente--------------------------27'03"5'45
3Martin41'36"47'48"40'19"32'02"49'02"46'05"d.n.f.40'50"44'58"50'57"1h03'20"1h02'50"d.n.q. 22’45”27'49"5'58
4Hendrik----------39'12"45'45"37'24"39'47"45'00"1h00'40"--d.n.q. 25’40”27'30"6'18
5Henk38'07"38'45"41'34"29'16"41'22"40'20"d.n.f.43'05"41'30"45'27"1h07'30"--115'03"30'28"6'28
6Karel48'16"--60'30"39'25"55'00"--d.n.f.53'38"49'10"57'00"1h10'21"1h19'11"d.n.f.d.n.s.7'23
7Frank------------d.n.f.d.n.s.49'10"57'26"--1h17'd.n.f.d.n.s.7'41
--Ger48'29"d.n.s.55'10"33'51"46'20"46'09"55'16"44'30"46'34"d.n.s.d.n.f.1h23'26’30”d.n.s.d.n.q.
--Harold--------33'12"32'25"34'03"32'57"33'24"38'03" --51'45"18’40”23'12"d.n.q.
--Jan S.--------36'55"39'13"38'22"37'14"36'47"41'01"56'11"--d.n.q. 22'15"25'20"d.n.q.
--Jan P.------------d.n.f.--47'50"1h10'00"--1h13'--d.n.s.d.n.q.


En voor de annalen: de RC/kwartiermakers 2020: Frank & Harold
De jury 2020: Henk & Hendrik
En de wisselbeker te vergeven door: Frank

Ger voegt wat later toe:

Hoewel inmiddels grote routine en vol van vanzelfsprekendheden, is er ieder jaar toch weer wat aparts. Min of meer routine is dat Frank en ik al een dagje eerder aanrijden en het moet gezegd, dat is genoeglijk. Geen gestress in de vroege ochtend, onderweg wat “bijkeutelend” over van alles en nog wat. En in dit geval aan het eind een hotel in het dorp Le Bonhomme van een Romein en dus ook een pizza/hamburger in een lokale lokaliteit waar het dorp ook kwam eten. Mooi. De omgeving daar is gekend mooi en de andere ochtend zaten Frank en ik heerlijk aan de ochtendkoffie met een stuk warme rabarbervlaai. Op tijd klaar en: dat was niet eenieder… Verder zijn die drie dagen zeer voorspelbaar: fietsen, tutten, genieten van de omgeving, beetje naar elkaar luisteren en waar nodig/gewenst of opgedrongen “een steuntje in de rug” voor deze of gene.
Tegen een uur of drie, half vier uiteindelijk vertrokken voor de startrit. De route forestière de Rudlin stond nog op mijn netvlies van vorige keer, maar met de Synapse was dat een eitje. Mooie klim met de nodige scherpte etc. Zin in wedstrijdjes etc. had ik niet echt meer en dus startte ik voor de meute in de tijdrit. Scherp om 17.00 uur, maar bij de finish vergat ik op de klok te kijken. Ergo, weer geen score. Het lawaai aan tafel was in mijn ogen (of moet ik zeggen oren) harder dan andere jaren en wellicht kunnen we als we toch bij Eyewish of zo langs gaan en allen een hoorapparaat scoren. Dag twee was na het malheur van dag een - waarover ik discreet zwijg - niet helemaal wat het moest zijn. Wel bleef ieder bij elkaar of meldde dat ie afsloeg of zo (zodat verdwalen niet aan de orde was) maar het in de regen rijden, was niet eenieders voorkeur, zodat we met een kleiner cluppie uiteindelijk via het skigebied van La Bresse (meen ik) de Collet naar de Schlucht opgingen om vervolgens ca. 6 km te dalen naar Le Valtin. Uiteindelijk zelf toch nog ca. 55 km gefietst, maar op tijd terug om na een douche een heerlijke forel te verorberen bij ons onderkomen.
Dag drie startte niet echt best; mist en vocht op de Schlucht met zicht van drie keer niks; gelukkig had ik mijn achterlichtje gemonteerd en daar dacht ik na ca. 10 km aan! De afdaling van de Markstein liep heerlijk met mijn Synapse en schijfremmen - waar ik dag twee ook al veel voordeel van had. Zo kwamen we in de zon te fietsen, heerlijk, maar op de Bramont was er desondanks een scheiding der geesten. De hardliners/jonkies gingen voor de full monty; een paar weer terug naar Le Valtin, omdat ze van dag twee en die mist en het vocht te veel geleden hadden. Karel en ik wilden echter de kaap van 100 km toch passeren. Ergo ook wij tweeën weer de Collet op met de rest, maar bovenaan gekomen door naar de Crêtes richting Lac Blanc en Bonhomme. Ik merkte al snel, dat dit stuk onregelmatig loopt, maar het zonnetje en het feit, dat we lekker aan het peddelen waren, vergoedde veel. Op verzoek van Karel de route van dag drie en twee bijgevoegd. [red.: Karel heeft toch zelf ook een Carmen?]
Ergo dit jaar niet al te veel km’s, maar des te meer plezier. Met de mensen die ik meestal op zondag zie, maar zeker ook met de mensen die ik alleen bij deze dagen zie. Annechien is deze reis vervangen door social media etc. Voor de rest alleen discretie. Jos en ik waren (althans in onze ogen) een soepele jury; zelfde opvattingen en we zagen tot ons genoegen dat zelfs de niet prijswinnaars content waren!
Zondag rust en maandagmorgen had ik in Alle (gemeente Vresse-en-Semois) en in de buurt van Bouillon waar het weer verder ging bij de start rond 9.30 uur “het Martin-gevoel”. Mijn Synapse had bedacht dat drie dagen Di2-gebruik achter mekaar wel voldoende was. En dus stond ik geschakeld op het grote blad voor en ergens 17 achter en dat bleef zo. Een mysterie bijna groter dan de knie van Tom. Niet echt geschikt voor die mooie omgeving. Reinouw bood aan mijn Duell te gaan halen en dat leek me een goed idee. Met huren zou ik op maandag ook lang bezig zijn (if any) dus ben ik even 400 km naar huis gereden en terug gereden; Duell en contemplatie gepakt en om 15.00 uur reed ik twee bergjes op voor alsnog ca. 42 km en 650 hm. Wat er aan de hand is met het ding weet ik nog niet, maar daar wederom met een ander gezelschap me goed geamuseerd met fietsen, kletsen en borrelen. Dit zijn de momenten om te koesteren. Zo veel verschillende types mensen, maar allen geïnteresseerd in fietsen, het gezeur er om heen en een zeker begrip voor elkaars hebbelijkheden.

Het was dus weer heel mooi!

Frank vult, per WhatsApp ook nog aan: Met veel plezier de verslagen gelezen, en terugkijkend op (qua weer klote) weer een mooi en gezellig verblijf in de Vogezen met jullie allen. Een bijzonder en ook divers groepje! Natuurlijk helemaal vereerd met De Prijs die ik heb mogen ontvangen. En dan ook nog aangesteld als RC voor 2020. Terwijl jullie op de hoogte zijn van mijn ontdekkende geest, zal het zeker een verrassing worden. Of Harold moet mij overrulen, ben laatste tijd (��) wel soepeler geworden .
Over het parcours van de tijdrit zal ik zwijgen, maar als ik die K...steile kilometer oprijd, op mijn tempo, over de denkbeeldige finishlijn ga, zelfs nog twee meter doorrij, wil ik ook een tijd genoteerd hebben. Het is te checken op Garmin of Strava : 7 minuten en 41 secondjes graag.
Trouwens gaat de knie met wat vlakfietsen goed.
Het gaat jullie goed en wellicht mag ik nog dit jaar eens inhaken.



Zondag 9 juni – Pré Vosges

Aan de start Henk (met een aanhoudende verkoudheid), Karel, Vicente, Beppi (net terug uit Zuid-Frankrijk) en De Beer van de Bernina.

Om verschillende redenen wilden enkelen tijdig thuis zijn, dus de afspraak was iets als “De Smidse” en dan linea recta terug.
Het werd een ontdekkingsreis met toch voldoende kilometers: via Arensgenhout over het nieuwe asfalt de Stoeperd af en om Karels lijstje vol te maken de Cauberg op. Achterlangs naar Terblijt en via ’t Rooth over Welsden ongewoon naar Groot Welsen terug en sluipend omhoog naar Margraten. Richting Termaar dacht Henk rechtdoor te kunnen, ondanks aangeroepen waarschuwingen en het werd inderdaad een Strada Bianchi. Maar het was droog dus het ging best aardig en het asfalt doemde al snel op. Zo weer naar Termaar en over de provinciale weg naar Reijmerstok en het fietspad naar Terlinden en zo door naar een gesloten Roode Bosch, Café Modern, Moeder de Gans. Op Karels voorstel dus door naar Sippenaeken en via het inmiddels bekende (behalve Jos) fietspad bij Hombourg naar de weg naar S’ken. Prachtige uitzichten vergezelden ons.

Een prettig terras met dubbele vlaai voor enkelen, waar het luxeprobleem met welke auto’s nu naar de Vosges gereden moesten worden (opgelost) en over inmiddels steeds (fiets)drukker wordende wegen naar Epen waar Henk en Jos de kortste weg kozen.
Gedrieën door naar Mechelen en de Gulpener Oost op, gevolgd door de Ingber, waar de uitsprint voor Vicente iets te lang bleek.
Via de Bemeler naar Maastricht om over onbekende fietspaden bij de Geusselt uit te komen. Over de Noorderbrug waar Vicente afscheid nam. Hij had als doel 100 km en dat zou hij halen.
Getweeën langs de linkeroever van de Maas om bij Uikhoven het pontje te nemen en via Elsloo en Geleen afrondend.
Een fijn tochtje.



Zaterdag 1 juni
Ger
:

Banneux, dit keer anders. Andere groep, andere dag, andere wegen. Van TCE waren er Karel, Martin en ik; van Bets idem ik en Frank; daarmee was gelijk de Vosgesgroep geduid. De rest had het motto van Jan P (geen zware ritten en zeker niet > 145 km) in zijn oren geknoopt. We waren in totaal met 16, waarvan Miriam het vrouwelijke gedeelte vulde. De overigen waren DSM, SABIC, Sitech of fietsverband gerelateerd, waarbij ik tot mijn verrassing huisvriend Hen Wetzels ook aan het vertrek trof. Klaas gaf in het vertrek als wegkapitein duidelijke consignes en het moet gezegd daar hield eenieder zich aan. Het splitste zich ook redelijk snel en op natuurlijke punten werd goed gewacht.
Voor mij was dit een van mijn mindere dagen; pollen, snot en - daardoor? - zelfs een beetje draaierig (zeg maar Kiki Bertens look a like). Ook nog gister zo’n 4 à 5 uur op een feestje gestaan, weliswaar als BOB 0%, maar dat staan is niet goed merkte ik vanmorgen. Op een Pou-Pou-stuk achter Margraten na, gewoon rustig aan gedaan, omdat ik wel de kaap van >165 km (135 route en 30 “aan-en afvoer”) wilde slechten. Dat is gelukt en op de terugweg continu achter Karel. Die is met Frank in vorm, kan ik zeggen!
De route kan ik as usual niet reproduceren - wellicht wil Martin een poging doen -, maar er zaten mooie stukken in en zeker de uitzichten op diverse punten was fenomenaal. Het lusje onderin de route hebben Martin en Miriam laten lopen en Karel, Klaas en ik zijn bij de Jupiler in Luik afgehaakt en niet meer omhoog gegaan. Gewoon langs de Maas en Visé retour, waarbij we iedere helling begonnen te voelen. Duidelijk nog niet gewend aan de warmte en het vele drinken dat zou moeten. Uiteindelijk via het racepad richting M’tricht. Bij de voet van de Rasberg (achter Mondriaan) zijn Karel en Frank afgedraaid naar de Geusselt en ik dacht de Rasberg te nemen, maar ben toch via de Dellen gegaan. Genoeg km’s en hm’s vandaag gescoord en thuis meteen aan het fris water en een grote bak yoghurt.

Ondanks mijn “wiebelige staat” genoten en het rustig rijden zie ik terug in de cijfers.

De webmaster kan toevoegen:



Zondag 26 mei

Ger
:

Een aparte rit vandaag over een traject dat als eens eerder is verreden. Maar met z’n tweeën bij de toren waar Martin en ik nog even terugkeken op de grote aantallen km’s en hm’s van hem en Miriam op Mallorca. Daarbij nog even wat mooie plaatjes op de telefoon gekeken.
Met Henk en Jos afgemeld en Vicente en Hans zoek, vertrokken richting Biesenhof om daar Karel op te pikken. Veldwegen tussen Munstergeleen en de Windraak - wel geasfalteerd - waren aan ons goed besteed en verder zijn ook alle “rades” daar aangedaan. Daardoor kwamen we vanzelf in Duitsland terecht en uiteindelijk het fraaie fietspad langs de Roode Beek. Dat over de nodige afstand in rap tempo gevolgd.

Een vlieg in mijn helm en het feit, dat een tempo rijden van > 30 km niet echt mijn ding is, brachten me buiten zichtafstand achter Martin en Karel.
De markt (?) in Geilenkirchen was na ca. 50 km de plek waar we terecht kwamen en die was voorzien van een prima bakker met lekkere taarten. Gekozen voor de Käse en wat getutteld over van alles en nog wat. Onder andere de alternatieve routes voor zaterdag in de Vosges en Jan Starmans zijn verblijf in de Giro met mooie foto’s passeerden de revue. Karel nog wat “Garminologie” gegeven; benieuwd naar de eerste ritten?

Vervolgens besloten de Wurm op te pakken. Een aantal jaren geleden zijn we daar in stromende regen gereden. Kruip-door-sluip-door, zelfs op een langer pad voor de gravelbike kwamen we bij de trage spoorovergang en Rimburg. Via Rolduc en het bijzonder mooie park bij Ehrenstein richting Welten en daar omhoog naar Ubachsberg. Boven over de kam naar de top van de Fromberg en daar apart naar de grote weg Wijlre-Valkenburg.
Besloten de Keutenberg een andere keer te doen en door te kachelen naar de Dellen om boven op de Oliemolenweg afscheid te nemen. Wat ik de hele rit al wist, was daar het spel met de tegenwind begon. Besloten Bemelen op te zoeken en na de wind strak tegen op het racepad was die half op de weg van de bandencentrale naar Bemelen. De helling naar de golf gepakt en dat was boven weer pal op kop om zo via de rijksweg snel af te slaan richting Banholt. Kon het tempo aardig vast houden, waarbij wel mijn hartslag knap omhoog ging. In Banholt lekker voor de wind naar Reijmerstok om daar omlaag te gaan naar Euverem.

Al bij al een mooie rit. En zaterdag naar Banneux met Klaas Bos en z’n groep.



Woensdag 22 mei

Ger:

Is het niet zo dat als twee TCE’ers samen fietsen, daar een verslag van mag komen? Weet niet welk artikel van ons oude reglement daar over gaat, maar ik vind - samen met Karel - het feit dat wij twee naar de Baraque Michel zijn geweest toch het vermelden waard. Met inmiddels ook Karel aan de Garmin waren we rijkelijk van apparatuur voorzien; echter de enige die de route echt kent (Martin dus) was er niet bij. We kwamen redelijk soepel en makkelijk bij de start van de route forestière; dit ondanks het feit, dat we tot daar naast elkaar een rustig tempo trappend het over van alles en nog wat hebben gehad. De route door het bos was wondermooi en als je niet hoeft te forceren een fraaie klim. (ik heb by the way vandaag slechts een minuut op mijn max gereden volgend mijn Garmin).
Boven blijft de grote weg een rot stuk door de vrachtauto’s en andere coureurs, maar in het zonnetje lekker doorgetrapt. De appel- en rabarbervlaai smaakten wonderwel. Terug naar Jalhay met topsnelheid en onderaan een flauwe bocht vol grind overleefd. Vervolgens naar Limbourg en daar hebben we ons verreden. Dit “zonder erg”, want het gaf de gelegenheid om apart terug te komen. Het RaVel in Hombourg is inmiddels een blijvertje en vervolgens onder in Sippenaeken vals plat naar de Pas van Wolfhaag. Over het split door Wolfhaag en voor mij gekend naar Gulpen. Toch nog over de 100 km en boven de 1400 hm. Een mooi doordeweeks ritje.

Karel vult aan:

Vandaag woensdag 22 mei is er met alle in Nederland aanwezigen van de TCE-groepering een extra trainingsrit gedaan.

Deze rit werd afgelopen zondag spontaan geopperd gezien de onmenselijke voorstellen van de RC voor de Vogezen-ritten

Aangezien bijna alle leden behalve Ger en Karel verhinderd of uitlandig waren is het bij deze twee personen gebleven.

Doelstelling was de Baraque Michel. Aangezien onze zeer gewaardeerde wegkapitein, fietsende landkaart en terreinkenner bij uitstek Martin niet aanwezig kon zijn is ook Banneux als optie genoemd.

Nadere bestudering van kaarten en terrein geheugen van de twee achterhoedevechters leek het toch wel een optie om, zonder Martin, de tocht naar de BM aan te durven.

En zo geschiedde.

Ca 10.00 vanuit Gulpen richting Slenaken en Teuven. De lange helling naar Henri Chapelle en de afzink via Welkenraedt naar Baelen. In Heggen (gem. Baelen) waren grote wegwerkzaamheden, maar dat mocht onze fietspret niet drukken en door naar Membach waar we, wonder o wonder, alleen maar over hoefden te steken om de weg door het bos naar de grote weg te kunnen volgen. De klim was ongekend: zonnetje, lichte rugwind en weinig verkeer. Hier wel ooit anders meegemaakt.

Na de koffie en uitstekende vlaai via Jalhay en de Gileppe door naar Goé. In de klim van Dolhain toch een fout gemaakt met een afslag want na enige km kwamen we weer bij de wegafzetting in Heggen. Besloten om toch maar weer via Henri Chapelle te gaan. In Henri Chapelle de afdaling lang de Gulp naar Hombourg te nemen en vandaar via het fietspad achter het station naar Sippenaeken. In Sippenaeken naar rechts richting Gemmenich, waar we de zondag door Henk gemiste afkorting’ naar de pas van Wolfhaag hebben genomen.

Door naar kasteel Vaalsbroek en via Vijlen en Mechelen naar Gulpen.

Al met al een goede training voor de mindere goden als voorbereiding voor de Vogezen (103 km, 1460 hm en een avg van 21,56 km/h)
Hoewel ik sinds gisteren ook in het gelukkige bezit ben van een Garmin (820 Edge) moet ik nog uitzoeken hoe dat ding werkt. (ik kan hem al aan en uit zetten); Ger zal derhalve nog een track toevoegen.



Zondag 19 mei

Karel
geeft relaas:

Om 8.25 met Henk vanaf het VDA naar de Minaret, waar we ruimschoots op tijd waren. Even later kwam Ger aanfietsen. Vicente had zich afgemeld vanwege goede of slechte weersvooruitzichten, dit was niet duidelijk. Jos in Frankrijk en Martin en Miriam op bezoek en vakantie op Mallorca. Hans blijft een vraagteken.

Op de vraag : Waar gaan we naar toe werd eerst Tongeren geopperd, maar daarna heel spontaan Welkenraedt. Onder het opstappen kwam plotsklaps Harold nog aanrijden, hij wilde voor de Vogezen toch nog eens mee gaan fietsen.

Via Arensgenhout naar de snelle afdaling over het nieuwe asfalt van de Stoepert en via de Daelhemer naar Margraten. Over Terlinden naar De Plank en via Hagelstein naar Henri-Chapelle. Aangezien Harold niet te laat thuis wilde zijn, heeft hij hier afscheid van ons genomen en is hij via Teuven retour Sittard gegaan. Wij gedrieën gezwind door naar Welkenraedt, waar de markt zeer dun bezet was. Koffie met vanille-, resp. kokosflan bij de lunchroom.

Hier zijn alle wereldwonderen zoals het songfestival, debat Rutte-Baudet, Brexit etc. weer diepgaand besproken.

Na het aangename verpozen via de Groen loper richting Montzen en daarna door Moresnet naar Plombières en Gemmenich. In Gemmenich wilde Henk nog een nieuw weggetje proberen. Dit liep echter dood. Ook voor de grote groep volgers die zich ondertussen bij ons had aangesloten. Het valt gewoon op hoe slecht het wegdek op veel plaatsen in België nog steeds is.

De grens over en via Holset naar Vijlen en via de Kruisberg (eigenlijk Nijswillerweg) naar Baneheide. Achter Baneheide een lekke band bij mij. Band omgelegd, maar weer direct leeg. Wederom een nieuw bandje. Nu ging alles goed. Waarschijnlijk (of mogelijk) was het bandje niet correct gerepareerd, iedereen maakt wel eens een fout.

Via de Oude Huls naar Mariaheide. Afgedaald naar de ruilverkavelingsweg en de Vrakelberg omhoog. Ransdaal, Crapoel en Klimmen. Afgedaald naar Retersbeek, en Brommelen. In Swier heeft Ger de weg richting Hulsberg genomen en Henk en ik naar Nuth. Via het Laardervoetpad en de Geleenbeek naar Schinnen waar we ter afsluiting de Zandberg nog genomen hebben. Ger zal het routekaartje nog wel doorsturen.

Conclusie: Fijne rit met aangename afstand en zeer acceptabel gemiddelde. Geen regen wel een beetje vochtig. Op de heenreis naar Welkenraedt nog gezellig blijven kletsen. Op de retourrit gebeurde het fietsen gebeurde in een strikte volgorde, met nagenoeg gelijkblijvende afstanden: Gangmaker Henk, dan op ca. 50 m Ger en als hekkensluiter op elastiekafstand van 20-200 m Karel.

Cijfers (voor mij)



Zondag 12 mei – Tongeren

Ger
schrijft:

Vooraleerst een drietal observaties; gisteren ge-bobt en ik kan bevestigen wat al overal is bewezen, “zonder alcohol in je lijf fiets je beter”. Echter een kop die al maanden “vol snot zit” doet dat positieve effect ernstig schade. Wat nog eens negatief wordt versterkt als je vertrekt op twee sneetjes brood en de koffie/vlaai-pauze mist. Ergo; de laatste 20 km op karakter gedaan.
Rare rit van mijn kant. Donderdag met Reinouw in de oogkliniek geweest, omdat de gelei achter haar netvlies in discussie was gegaan met d’r bloedvaatjes daar. Resultaat zwarte stippen en vlekken. Zou nagenoeg zeker weer verdwijnen (in een paar dagen, weken of maanden), maar zaken als bv. golf en fietsen - zeker voorlopig - niet aan de orde en garantie tot de voordeur, plus kans op terugkeren aanwezig. So far so good, dus ik was gister de bob na een BBQ. Vanmorgen met veel zin vertrokken naar de toren, onderwijl nadenkend over de wetenschap in het fietsen (die TD gister niks bracht) en de ouderwetse schoonheid van Pellenaars of Post ( “Rijen, gvd Rijjen!” en dit is de nette versie). Bij de toren een illuster gezelschap en bij absentie van Hans opperde ik Tongeren. De reacties waren niet echt juichend; met name vanwege de kwaliteit van de vlaai daar.
Toch die kant uit en in wisselende samenstelling naar Waterval en zo naar M’tricht. In M’tricht heb ik v/d Poel’se kwaliteiten getoond door een varkensrug (meer een biggetjes-rug overigens) soldaat te maken zonder te vallen. Echter telefoon ging en dat bleek Reinouw te zijn. Die moest weer naar de oogkliniek met meerdere zwarte punten en een spinnenrag(?) voor het oog. Rein is daar heel rustig in, dus ze had de buurman al gecharterd om te rijden, maar het leek mij toch beter Tongeren Tongeren te laten. Dus de Noordelijke lus van de Gulper Acht afgerond. Thuis de auto gepakt om Rein te halen. Bleek een vaatje wat te zijn gaan bloed lekken. Weer naar huis met dezelfde boodschap van donderdag en Rein riep zonder zorgen; “maak je tochtje maar af als je wilt”.
Ergo nu een zuidelijke lus door over Slenaken naar Epen te fietsen waar een bondsschuttersfeest bijna ging starten. Via Epen het valse plat naar de weg Sippenaeken-Teuven en de wondermooie klim van Beusdael gepakt. Daar waren gehandicapte handbikers aan het trainen voor een tocht in Oostenrijk over een paar weken, begreep ik. Hen aangemoedigd en via de afdaling door het bos de weg naar HC omhoog gepakt. Lekker geklommen en bovenop naar Aubel over die ook fraaie kam. Via Val Dieu naar Mortroux en daar omhoog om via wat omwegen op mijn geliefde racepad te komen. Dat lukte en vervolgens begon het gevecht met de noordenwind en kwam ik de observaties 2 en 3 tegen [red.:?]. Bij de molen voor M’tricht rechts omhoog om via secundaire wegen langs de rijksweg en het Amerikaans kerkhof thuis te komen.
Toch lekker gefietst met prima waardes en cijfers; content dus (en nu maar afwachten hoe het met het meissie verder gaat)

De webmaster kan daar aan toevoegen dat we natuurlijk Ger onderweg naar zijn geliefde Tongeren misten, maar desondanks met Karel, Miriam en Vicente op weg.
Na ons oponthoud door M’tricht en via de Mergelweg naar Kanne, waar we ons even verreden en zo door naar Eben-Emael om daar de gekende Via Jecore op te pikken. Geroutineerd en ons telkens weer verbazend over de ouwe meuk daar, door. Inmiddels wordt – eindelijk – aan de Jeker een rioolwaterzuiveringsinstallatie geplaatst, maar dit ondanks het feit dat we een paar kilometer verder een plaats zagen waar de boeren routinematig de mest in de Jeker schuiven.
In Tongeren aangekomen de koffie met abrikozenvlaai buiten genuttigd; binnen was het vol en door de afwezigheid van enige wind ging het best.
Terug over bekende en onbekende wegen. Daar ik het SD-kaartje met landkaarten na een update vergeten was in de Edge te steken kaartloos huiswaarts en op een gegeven moment kwamen we op de heirbaan Tongeren – Maastricht uit waar Vicente en ik fors aan de gashendel trokken en Karel en Miriam netjes volgden. In Maastricht nam Vicente afscheid en gedrieën door om ‘klassiek’ over de Groene Loper, de racebaan en Ulestraten huiswaarts. Net geen honderd.
Bij thuiskomst gras gemaaid, border onkruidvrij gemaakt, twee fietsen gepoetst, twee kettingen en een buba verwisseld, in bad en nu met een Bernardus Tripel dit verslag.
Wat overigens niet onvermeld mag blijven is dat onze Henk gisteren solo 210 km naar Rockanje gefietst is!



Zondag 5 mei – op ontdekkingsreis

Zo’n dag die beter eindigt dan je hem voorstelde.
Was de weersverwachting maar matig, dus voorbereid op niet of guur fietsen, stuurde Vicente de avond ervoor een berichtje dat hij wel ging fietsen en een vriend zou meenemen. Ger antwoordde dat hij zou gaan als het droog was. Natuurlijk ontmoette Martin Henk aan het dierenasiel en droog met 4ºC en nauwelijks wind naar de toren, waar Vicente met een vriend, Noël, een Braziliaanse connectie, al gereed zat. Met dokterservaring en hij stelde direct voor een dikke – met de nadruk op dikke – naald in het gezwel op Henks dijbeen, dat al aardig aan het slinken, was te zetten.

De wens was het nieuwe fietspad in Hombourg te verkennen, dus daarheen, maar niet zonder hindernissen. Via Haasdal omlaag en geroutineerd door Broekhem naar V’burg en de Sibber op. Bovenin Martin en Vicente links, maar bij het omkijken niemand meer daar…?

Na moeizaam gebel bleken Henk en Noël weer onderaan de Sibber te staan en was Ger weg. Door maar en na weer wat bellen in M’ten bleek Ger in Te Bannet te staan. Hoe hij ons nu mis kon rijden zal altijd een raadsel blijven.
Door nu naar Terlinden, Hoogcruts en de Schilberg af naar Nurop en Teuven om over de grote weg naar Hombourg te gaan en daar het nieuwe fietspad te vinden. Het verband tussen Dikke Bertha en het fietspad uitgelegd en door richting Plombières, maar niet zoals Ger en ik twee weken terug edoch geheel onbekend direct rechtsaf langs het station van Monzen om over de meest kleine weggetjes op en af, links en rechts te manoeuvreren om uiteindelijk in Plombières uit te komen en de redelijk onbekende klim van Rue du Casino, met een toegelicht verband met Neutraal Moresnet, te beklimmen.
Zeer fraai, steil rustig en feeëriek. In bekend terrein weer komend en de achterkant van het Drielandenpunt om de koffie buiten in de luwte en een schaars zonnetje te nuttigen.
Bij het vertrek druppelde het een beetje en de afdaling was ronduit koud. Maar het werd droog en de zon kwam af en toe door. Me weer verbaasd over de schier onmogelijke afslag bij Eschberg. Door Holset naar Lemiers en bijna geroutineerd de klim van Orsbach.
Ger wilde weer niet de IJzerbos op wegens “het onjuiste verzet”, dus stelde ik de Oude Huls voor…
Afgedaald achter het bungalowpark en vergast op gesloten overwegbomen bij het station van Simpelveld, waar inderdaad even later een stoomtrein puffend en kwalmend voorbij tufte. Enthousiaste toeristen zwaaiend naar ons.
Ger bracht ons naar de voet en het bleek dat de Oude Huls toch best wel een zwaar onderschatte helling is. Zeer mooie uitzichten op de Vrouwenheide en pijlsnel afgedaald van Elkenrade waar we de integrale Fromberg namen, Noël op kop.
Ger gaf toe dat de Eetclub de avond ervoor met weinig nachtrust er toch wel in begon te hakken, maar hij bleef aan een lang elastiek hangen. Door het Geuldal nu verder en Vicente en Noël in een zetel naar de voet van de Oliemolenberg gebracht waar we ons splitsten; Ger nog wat penitaire kilometers via Bemelen en Henk en ik geroutineerd huiswaarts. Met 110 kilometers, waarvan vele ‘nieuw’, geheel tevreden!

Ger vult aan:

Weer met vijf aan de toren. Eerst terugblikken op Banneux afgelopen zondag. Om meerdere reden bijzonder; het meer dan prima meerijden van Miriam; de schuiver van Henk; de regen ten zuiden van de toren en zon ten noorden, etc. etc. De status van het moment besproken met Henk ondanks een verdikking gewoon aan het vertrek, Karel in Frankrijk, Jos op weg naar Frankrijk, Hans? Maar ook Martin en Vicente plus een gastrijder, die niet alleen stevig doortrok op zijn fraaie Bianchi, maar ook gewoon een aardig mens was; of tie al tijden meefietste!

De rit was apart deze keer. Martin wilde naar het RaVel in Hombourg; om dat ons te tonen maar ook (naar later bleek) een totaal geschiedkundig verhaal te vertellen omtrent dikke Bertha’s en later het casino van Moresnet: het leek Karel wel qua praten. Echter op de Sibber was ik eenieder al kwijt en naar later bleek was eenieder eenieder kwijt. Zelf na wat checks links en rechts, maar doorgereden richting Margraten en vandaar Banholt. Onderweg wat gravellers voorrang gegeven en in Banholt hoorde ik mijn telefoon overgaan. Bij de kerk afgesproken en weer het samen op fietsen hervat. Dat was richting Slenaken en zo inderdaad naar het RaVel. Vandaar kwam het mooiste stuk van de route; draaien en keren op smalle weggetjes om zo uiteindelijk via het station van Monzen en wat kruip door sluip door op de weg naar het Drielandenpunt te komen. Prima naar boven met een aantal fietsgroepen en een tig aantal Belgische cabrio’s; alle ruim voorzien van cc’s en sportuitlaten.

Voor Martin en mij gekend van twee weken eerder afgedaald naar Holset en vandaar omhoog naar Orsbach; voor de verandering de Oude Huls op (die bij mij met mijn “vlakke verzet” goed liep) en via Vrouwenheide naar de Fromberg. Doorgestoken naar V’burg en de Dellen met bij de Oliemolen afscheid van Henk en Martin. Met Vicente en onze gastrijder achter Vijverdal door en bij de Bemeler afscheid twee. Ik omhoog en via C&K en wat secundaire wegen terug naar Gulpen. Afgeklokt met 120 km. en ca. 1450 hm. Rustig gepeddeld na de kookclub gister met prima eten en nog lekkerder wijn; laat in bed, dus herstel was gewenst.



Zondag 28 april: Banneux

Traditioneel het laatste weekend naar Banneux, als reminiscenties aan de oude Klimmen-Banneux-Klimmen op die datum.
Aan de toren Ger, Henk, Martin, Miriam en Jos.
Overige kandidaten al dan niet met kennisgeving afwezig. Het was droog, maar de verwachting wisselvallig; we zouden wel zien.
Het begin van de route gemakkelijk: via Waterval en het snelfietspad naar Withuis, waar we op de gekende route uitkwamen. In een beheerste groep, Miriam, die haar bionische knie wilde uittesten keurig aansluitend. De afdaling van Bombaye naar Dalhem waar Henk fors de kasseienklim omhoog reed en ruim als eerste finishte; iets waar hij later nog veel profijt van zou krijgen. Terwijl wij golvend naar Blegny reden begon het een beetje te miezeren en in Blegny zelf kletterde de regen even naar beneden zodat we even scholen.
Richting Bolland opperde Beppi even om de afslag terug naar de start te nemen, wat De Dode de stelling ontlokte dat echte mannen weliswaar in bed verwekt worden maar niet gemaakt.
Door dus! Geen genade.
Bekend door en in de afdaling naar Nessonvaux begon de regen op te houden, zodat we de (standaard)klim droog omhoog reden!

Aangekomen bij L’Esplanade waar de koffie en vlaai goed smaakten, ons uitzicht gunnend op de buitenthermometer die 8°C aanwees, bewegingloos.
Angstig voor de koude afdaling naar Pepinster die eigenlijk wel meeviel – gewoon door blijven trappen. Natuurlijk moest de Cornesse er aan geloven. Geen Banneux zonder Cornesse, wat volgens Jos iets was om na twee biertjes zonder gedane zaken een bordeel uit te stappen.

In Soiron bestond het Henk om in een bocht die er niet glad uitzag en die hij niet met hoge snelheid nam onderuit te gaan. Naast wat schrammen op de librifter geen verdere fysieke schade. (tijdens het schrijven van dit epistel stuurt Henk een foto van een imposant beurse dij – een heldendaad!)

Na Xhendelesse rechtsaf naar La Bruyere om over de industriegebieden snel en efficiënt in Henri-Chapelle te geraken. De Gulp als een pijl afgedaald en de Dode samen met Henk jakkerend naar Teuven, de rest het nakijken gevend en in Nurop ging Jos naar Slenaken en de rest omhoog naar de Plank. Bij de Schilberg even verwarring geschapen door rechts-links te gaan, maar mooier en over de provinciale weg naar M’ten.
Via IJzeren en Sibbe de Daelhemer af.

De Stoepert op was voor Henk en Miriam een kwelling maar – zoals altijd – bovengekomen!

Na een tevredenstellende rit thuis twee fietsen schoongemaakt, gepoetst en gesmeerd en in bad kwam ik er achter dat Fuglsang gewonnen had.

Ger vult in telegraafstijl nog aan:

Een bijzondere rit om vele redenen. Miriam fietste met ons mee en dat liep als een tierelier. Verder miezerde/regende het de hele tijd tot Banneux met een temperatuur rond de 3 graden (of daar net boven); hebben we er ca. 70 km over gedaan om daar te komen; hebben we als een stelletje koukleumen onze koffie en vlaai genoten; heeft Henk nog een schuiver in een bocht gemaakt op de terugweg; hebben we daar ook een grote lus extra gedaan. Maar…mede dankzij de Cornesse en een bleek zonnetje waren we heel tevreden en hebben rond de 140 km afgeklokt.



Zondag 21 april

Ger
:

Fantastische dag. En startend met het einde: ene M. v.d. Poel zat op ca. 75 km bij de eerste 15; dat bleef ie tot de finish; ging op de Gulper met nog ca. 45 km er vandoor; werd teruggepakt vlak voor de Kruisberg; moest toen effe passen en met alle losse groepen etc. en ca. 45” achterstand in de laatste 3 km rijdt hij op kop van een groepje alle gaten dicht en wint glorieus de sprint: maar een woord voor: Fenomenaal en ieder werd -terecht- gek!
Daarvoor had ik net de eerste passage op de Gulper gezien in ons dorp en met Martin de dameskoers in de buurt van de Kruisberg.
Dat fietsen was wel apart voor mij; voor het eerst weer aan de toren, waar helaas alleen Martin acte de préséance gaf. De AGR maar gelaten voor wat ie was en op weg naar een mooie RaVel bij Hombourg. Koffie op het Drielandenpunt en voor de rest komt de route van Martin. We hebben met z’n tweeën heerlijk gereden; Martin ingehouden en ik op redelijk strak in zijn buurt. Uiteindelijk perfecte (trainings)cijfers met meer dan 110 km, meer dan 1200 hm en een gem. van 23.5. Meer dan tevreden.

Goed, de rit dan door de webmaster:
Inderdaad maar met ons tweeën aan de toren, maar dat mocht de pret niet drukken; schitterend weer. Ik had recent vernomen dat er in Hombourg een nieuw fietspad was, dus daarheen. Ondertussen overeenstemmend dat enkelen exploratief van karakter zijn; o.a. Frank en ik, terwijl anderen meer routineus zijn.
De Sibber op en over het plateau naar Banholt en zo naar Ter Linden en het Rode Bos waarna afgedaald naar Teuven.
Over het slechte wegdek naar Hombourg waar ik een nieuw fietspad vermoedde en, inderdaad: bij het station de oude spoorlijn – die uiteindelijk opgebroken was – volgend om op de weg Sippenaeken Hombourg uit te komen. Een heel fraai paadje met mooie uitzichten.
Door naar Plombières en na de Geul omhoog naar Völkerich, de geboorteplaats van César Franck. Over de bekende weg naar de Trois Bornes waar wij in de klim ruim ingehaald werden door een soloïst die zijn Strava PR probeerde te verbeteren.
Bij de Bokkerijders, heerlijk uitkijkend over Aachen de koffie waar vooral de kritische en corrigerende acties van onze eega’s aan de orde kwamen.

Lekker afgedaald en als vanzelfsprekend bij Lemiers overgestoken voor de klim naar Orsbach. Bekend naar Baneheide waar we bovenop de Kruisberg inderdaad op de AGR Fémenin moesten wachten – geen straf in het zonnetje.
We daalden af naar Eys toen de laatsten van het peloton nog omhoog zwoegden. Ger koos voor Trintelen omdat hij geen bergverzet op zijn Duell had. Nog wat gemopperd dat Ultegra Triple niet meer verkrijgbaar was. Over Colmont en de Kar af en Ger nog mee naar de Barrier, omhoog naar Klimmen en Hulsberg. Langs de toren en in Kruis namen wij afscheid.

Ik had ’s middags een verjaarspartij waar ik even de AGR op mijn smartphone volgde en 45 seconden voor de finish deze uitzette met de gedachte dat het wel gedaan was zo….

Zit nu tijdens het schrijven van waarnaar u kijkt naar de herhaling te kijken.

Heren: maak u gereed voor Banneux volgende week!



Zondag 7 april

Met een schitterende weersverwachting verwachtingsvol naar de toren. Deze maal de eerste keer volgens het zomertijdregime. Enkelen met kennisgeving afwezig.
Karel, Martin als eersten aan de toren, al snel gevolgd door Jos. Na het uitwisselen van vooral hoe lang we elkaar niet gezien hadden en het verzoek er niet meer dan 100 km van te maken op weg: Haasdal af en ongewoon door door het Geuldal om zo bij Vroenhof naar de Dellen te gaan en naar de gekende fietssnelweg.
Om niet al te vlak te blijven bij St. Jozef omhoog om in de afdaling van de Bronckweg in de toerversie van de Volta-Limburgtour te geraken; wat een fietsers!
Eens kijken of er al wat van Pam-Pam was en dus door naar Berneau en voor het eerst daar afgedaald naar Visé. Pam-Pam2 had de eerste openingsdag maar geen vlaai en verloor daarmee onze klandizie. Niet nadat wij hen gewaarschuwd hadden hier toch echt iets aan te doen.
Bij het bekende alternatief de verjaardagstraktatie van Jos, waar ouderdom, gebreken en veerkracht de onderwerpen van gesprek waren. Door naar het zuiden om de Maas te kruisen en ongewoon over het Albertkanaal en zo door de verstorven binnenlanden naar Heure-le-Romain om uiteindelijk bekend uit te komen. Afgedaald naar het Jekerdal en dat gevolgd naar Kanne en zo door naar Maastricht en Meerssen. De Korte Raarberg was afgesloten, dus de lange en over de hoogvlakte vals plat omhoog tegen de wind in naar Schimmert; Karel eindelijk verstandig in mijn wiel. Bekend afgerond en een fijne tocht.
Heren: denkt u aan Banneux?

Ger, die niet met ons durfde:

Een bijdrage, hoewel ik niet weet of de censor dit laat passeren. Dat komt omdat ik vandaag met TCE zou meerijden; dat vervolgens niet deed en desalniettemin op de fiets kroop.
Sedert ik bij de VDP ben aangesloten (Vereniging van DSM-gepensioneerden; een apart verhaal voor op de fiets), ben ik “zwak, ziek en misselijk”; koorts, hoesten, pijnlijke keel. Kortom alles waarbij een gemiddelde man/pensionado begint te klagen en ruim aandacht verdient. Gisteren niet gefietst en ook geen aandacht (Reinouw op de kunstacademie) en vanmorgen tegen 7.00 uur dacht ik “dat gaat hem niet worden”. Die ruime aandacht van Reinouw vandaag beperkte zich tot het kijken of er nog iets van hoestdrank of keespastilles in huis was (nee dus) en de vraag “zou ik het meenemen?” Je kunt dan beter ja zeggen, want daarna stopt alle aandacht. Nog even App’en met een afmelding en vervolgens gebeurt er niks, want Ziggo kampte met een storing. Tegen 9.00 uur voelde ik me weer een beetje mens en de blik naar buiten met zon en het simpele feit, dat er anders weer niet zou worden gefietst, deed me al aarzelen. En Karels “slappe hap” was voldoende om me op de fiets te krijgen.
Nu heb ik momenteel fietstechnisch een luxeprobleem; Synapse ‘zomerklaar’ op de haak, en zowel de Concorde als de DUELL zijn gereviseerd/gerenoveerd. Nieuwe aandrijflijnen; kabels, blokjes en - curieus heel belangrijk - nieuw en top stuurlint. De Concorde had ik vorige week al ingereden; dus nu de DUELL. Me de wijze raad van een bedrijfsarts herinnerend (te weten met koorts etc. zeker niet volle bak fietsen) gekozen voor een bejaardenritje. D.w.z. lage hartslag en geen inspanning. En dat is ook gelukt aan de cijfers aan het eind van de rit te zien. Gekozen voor het drielandenpunt vanaf Nederlandse zijde betekende richting Vaalsbroek. In Partij kwam ik wat Volta-mensen tegen, maar dat was het laatste. De DUELL liep als een speer met die nieuwe as, tandjes etc. En de afdaling naar België was buitenlands door die gekapte bomen. Door naar Hombourg en vandaar Kinkenweg. Goed aangekleed en het zonnetje was puur genieten. Het valse plat via het Amerikaans kerkhof naar Aubel is voor mij altijd prachtig. De blik naar links helaas wat heiig. Het Berwinne-dal langs en in Mortroux afgeslagen om op het racepad te komen. De wind begon parten te spelen en de laatste km door de Dellen en de rijksweg V’burg-Wittem was geen echt pleziertje. Dat waren wel de cijfers met bijna 66 km en ca. 925 hm bij toch nog 22,5 gem. Inderdaad bejaardentempo, maar dat moest. Op tijd voor de Ronde en wat kan die v.d. Poel toch fietsen, maar ook (bijna) vallen.
Censor; mag het zo?




Zondag 31 maart – Zomertijd

Al zenuwachtig ge-app de avond ervoor; Vicente die al om negen uur aan de toren wilde; niet wetende dat de eerste zomertijdzondag gewoon nog om half tien gestart wordt.
Karel die meldde pas 200 km gefietst te hebben en of het dus niet zo ver en wat langzamer kon. Gek toch dat de menselijke geest zo gemakkelijk geneigd is – of moet ik hier genegen zeggen – om een waarheid als een excuus te accepteren.
Henk die gewoon zei er te zijn en natuurlijk de Dode die daags ervoor al een beetje gefietst had om de jetlag eruit te krijgen.
Geen duidelijk doel dus maar, fris nog, op weg. Niet nadat Vicente bij ons clubhuis toch maar beenstukken en winterhandschoenen verwijderd had.
Over Hulsberg en op Henks verzoek de Boschweg af en mij over de Hekerbeek leidend om zo de Sibbergrub op te gaan met voorspelbare aankomsten, hoewel Karel erg trots was iemand ingehaald te hebben.
Over het plateau naar Margraten, grote fietsgroepen tegenkomend en door ingehaald wordend. Over de Plankweg zuidwaarts en via Terlinden onwezenlijk mooi neer Bergenhuizen en door Noorbeek Vroelen omhoog. Door naar Ulvend en over Kattenrot omlaag; iets wat door de droogte doenbaar was.
Onderaan direct de koffie in het voormalige douanekantoor waar Karel trakteerde omdat hij wederom opa geworden was. Geen keuze in de vla, maar wat er was was een lekkere.
Terug de klim van Altenbroek omhoog – heel mooi met het nieuwe wegdek – en door naar Mheer en de Mescherheide.
We wilden nog wel even door maar Karel verzocht om nu huiswaarts te gaan dus over het fietssnelwegpad noordwaarts. Vicente zwaaide af en Karel strikt ons wiel blijvend tegen de wind in. Door Meerssen en zeer moeizaam de Côte de la Rue d'Hibou omhoog. Afgerond langs de gekende sauna, door Genhout en Hobbelrade omlaag.
Om af te harden alsnog de Stammenderberg omhoog en met een benedengemiddelde snelheid en afstand thuis.
Lekker gefietst toch. Heren denkt u eraan de Vosges te bevestigen indien nog niet gedaan?




Zondag 24 maart

Ger
schrijft – als enige:

Toch maar weer eens een teken van leven van me laten horen. Immers normaal leverde ik op zondag een MTB-verslag, maar ook dat heb ik niet gedaan. De reden is simpel; weinig gefietst tot dusverre. De lange latten hebben me zowel in januari, februari als maart beziggehouden. Twee keer op de ski’s in Malga Ciapella, resp. Zell am See en het hoogtepunt dit jaar een dikke week zelf gelanglauft en genoten van het WK in Seefeld. Dat was zondermeer een ervaring. Ondertussen nog een weekje of drie in “de revalidatie” van een zweepslag en er was dus weinig ruimte voor de fiets.
Afgelopen week begon ik me schuldig te voelen, resp. wel weer ontzettend naar dat ding te verlangen. Dus gister maar gelijk het gekende rondje naar HC vanuit Gulpen en vanuit HC via Aubel en Val Dieu naar Visé. Het viel zelfs vals plat omlaag niet echt mee, moet ik helaas bekennen. Het goede nieuws is dat de restyling van Pam-Pam hard opschiet; daar wordt geld uitgegeven. Benieuwd of het ook straks te merken is, of dat net het hart weg is. Langs het water naar de sluizen met wat wind tegen. Door M’tricht en via de Dellen en Valkenburg-Wijlre terug. Moet bekennen, dat ik redelijk dood was. Direct door naar onze eetclub en daar hebben we (in strijd met normaal) nog even teruggekeken op alle ingewikkelde woorden van deze week. Het motto van “normaal Nederlands/Limburgs of whatsoever” is voor ons voldoende overheerste en – gelukkig - geen stemmers op hen onder ons!
Vanmorgen niet eens overwogen naar de toren te gaan; wel om te gaan fietsen. Eerste 5 km was afzien en laatste 30 km idem. De overige heerlijk los- en uitgepeddeld en gelukkig het tempo vast kunnen houden. Voelde wel ieder spier in mijn lijf en merkte ook, dat ik het zadel had gemist om goed in te zitten. Via de Ruilverkavelingsweg en Ubachsberg naar Terworm en via de golf en Klimmen naar Wijnandsrade, Nuth, Spaubeek, Beek en over Meerssen en de Dellen weer gekend naar de provinciale weg V’burg - Wittem. Gelukkig weer wat km’s achter de kiezen. Zondag a.s. ben ik er helaas niet bij: verjaardagsbrunch met een van Reinouws schildervriendinnen.




Zondag 24 februari

Met een schitterende weersverwachting troffen aan de toren Henk, Martin en Vicente elkaar.
De start was fris, zo fris dat Vicente zich als een Michelinmanntje had ingepakt en in het clubhuis aan een heuse striptease begon.
Besloten werd om te kijken of Pam-Pam weer open was, dus op naar Visé.
Om niet te kortste weg te pakken onverwacht in Meerssen onder de Oliemolenberg linksaf de Dellen gevolgd om als eerste klim de Geulhemmer te nemen.
Kruipdoor-sluipdeur langs het voormalig Afrikamuseum de Rasberg af en door Maastricht over de Wyckerbrug en langs André en de ENCI, waar de oven nu definitief zijn laatste rook heeft uitgeblazen.
Een kleine detour over het fietspad direct langs het water, dat wij via de berm dienden te verlaten en zo de sluis over en langs het kanaal verder. Het nieuwe fietspad naar Ternaaien gevonden en langs de Maas over het fietspad verder. Pam-Pam was nog dicht maar zichtbaar was dat een nieuwe vlonder aangelegd werd; er is dus beweging in positieve zin.
De verjaardagskoffie en -taart van Henk bij het etablissement aan de rotonde.
Aangezien beide heren de Oude Hallembaye nog niet kenden, daarheen.

Over de bruggen naar Haccourt en zo rustig met fraaie uitzichten omhoog gevolgd door een mooi pad door het rustige achterland.
Te Hautain-St.-Siméon over de fietsroute afgedaald naar het Jekerdal en grotendeels over bekende routes oostwaarts om de wederom mooie klim het dal uit te nemen naar Zichen.
De Tiendenberg af – definitief geen daalasfalt en door Kanne naar de Mergelweg waar Vicente afscheid nam. Martin had het idee het nieuwe fietspad bij Haertelstein eens te verkennen dus maximaal de over van het kanaal gevolgd. Inderdaad een fraai fietspad en door Geulle aan de Maas over onbekende paden naar Kleine Meers, ook over een nieuw fietspad.
Bij de haven van Stein het jaagpad gepakt dat aan het einde richting Urmond wel heel wat wegdek begon te verliezen, maar onverstoord doorgaand.
In Urmond naar de Urmonderbaan en zo door, waar bij de Horbach onze wegen zich scheidden.
Ruim boven de 100 km; taakstellend voor februari!



Zondag 3 februari

’s vooravonds kwam er een berichtje van Vicente binnen dat hij al sinds november niet meer op de fiets had gezeten en het weer eens tijd werd. Henk antwoordde na alle klussen dat hij er ook wel voor voelde en de Dode, die trouw de winter doorfietst en zelfs woon-werkverkeer op de ATB door de sneeuw afwerkt, had weliswaar die dag nog 23 kilometer door de besneeuwde Hoge Venen gewandeld (voor de kenners: Soor op, Helle af) en dacht: we zien wel.
De volgende morgen op tijd wakker, het was zonnig en een ‘1’ van Henk op de gsm, dus…. We troffen elkaar aan de spoorwegovergang in Geleen en zo door, waar we ruim op tijd aan de toren zaten. Nipt op tijd (of is dat ‘sipt’ volgens Rutte en consorten?) kwam Vicente eraan.
Henk noemde de Smidse dus daarheen.
De routine moest weer een beetje komen dus wat rommelig in het begin en vlak bij Terworm zelfs nog een akelig glad stukje weg gevonden. Maar overeind gebleven en naar de eerste klim: de Dalsweg naar Ubachsberg en over Vrouwenheide waar we even van het prachtige winterlandschap genoten (en Henk piste) en niet bang voor gladheid meer afgedaald naar Eys om via Wittem en Partij in Mechelen te komen en over het nieuwe fietspad naar de Smidse.
Daar lieten de koffie en de verjaardagsvlaai (de Dode is weer een jaartje dichter bij de realisering van zijn bijnaam gekomen) zich goed smaken.

Om het niet te gemakkelijk te maken toch een uitdagende route terug: zeer fraai langs Beusdael en Bovenste Bos en bij Nurop de volledig sneeuwvrije klim naar De Plank en over de grote weg naar Terlinden en Banholt. Via Mheer en de altijd weer mooie afdaling naar Libeek, de klim naar St. Geertruid en afgedaald naar de snelweg via Eckelrade, waar Vicente helling op liet zien een echte winterslaap genoten te hebben, want het bijblijven liep steeds minder goed.

In Maastricht sloeg hij dankbaar linksaf en samen geijkt verder langs Meerssen, Ulestraten, Beek en Geleen.
Met 93 km alles bij elkaar genomen een mooi tochtje!

2018:

Zondag 6 januari

Ger
trapt af:

Lekker weer eens uitgeslapen en dus temeer reden een stevig ritje te pakken. Gedacht aan de Valkenburgroute. Die is ondanks wat asfalt een heel leuke vind ik; immers diverse uitdagende klimmen, o.a. parallel aan de Keutenberg, maar ook in het Gerendal en naar de kluis bij V’kenburg. Het is eigenlijk een grote “op en neer”. Nadeel is, dat met dit weer het plaatselijk gewoon modderig en glad is. Maar ja, dat is dan maar zo.
Bij een nieuwe lus boven op het Gerendal kwam ik verkeerd met een spoorwissel en ik lag in de modder toen het voorwiel omsloeg. Manhaftig gewoon door en ook het tweede nieuwe stuk achter de middelbare school in V’kenburg was wel leuk, maar ook spekglad. Nu ja, ook hier maar gewoon doorgegaan en uiteindelijk via een lange omweg over Schoonbron en Nijswiller/Mechelen naar huis. Als je naar de track kijkt, is dat een spaghetti! Fiets was bij thuiskomst een modderbende; berijder idem. Dus de Kärcher kwam goed van pas. Meer dan 60 km gefietst en bijna 1100 hm. Een meer dan goede start van het MTB-kalenderjaar. 2018:

Ger:

Hoewel het de tijd is van nabeschouwing en vooruit kijken, daarnaast de diverse overzichten met allerlei kencijfers je om de oren vliegen; is het op de TCE-site rustgevend stil. Op Martin en ondergetekende na, die zo nu en dan een teken van leven geven. Ik begrijp dat. In deze tijd van informatie-erosie, waarbij eenieder toch primair op z’n eigen belangstelling en mogelijk ook fietsen focust en het daarbij niet echt tijd is om bij te praten op het terras, heeft het weinig zin met (lange) verhalen te komen. Misschien zelfs een beetje reflectie op andere prioriteiten?

Binnen BETS is zelfs een heuse strategie-discussie opgestart hoe nu verder de komende vijf jaar: scenario’s, alternatieven, randvoorwaarden, zelfs stoppen passeren de revue. Onderwijl gaat het maar om een echt ding; “als je fietsen met elkaar leuk vindt, moet je dat doen”. Zo niet: “dan niet, even goede vrienden; toch?”.

Ik veroorloof me toch een beetje terug te kijken en voor mezelf te spreken over een machtig fietsjaar. Primair verstandig(er) fietsen, maar ook een nieuw ros, samen met Reinouw op pad - zelfs in de Dolomieten op vakantie -, met BETS een paar ritten, maar ook met Frank z’n vrienden in Duitsland en uiteraard met TCE in de Vogezen en op zondag. Als kers op de taart met Jos en Martin een Alpenrit die er niet om loog. Die ritten met TCE vind ik immer top en sta ik graag op tijd voor op. Mooie routes met dank aan meestal Martin, over van alles en nog wat bijpraten - helaas niet meer in Pam-Pam - en onderwijl onze km’s draaiend: Dank daarvoor. Geen Banneux einde jaar (d.w.z. Martin solo), maar wel door het jaar en Buissonnière als slot.

Inmiddels heb ik einde jaar al een aantal ritten met de MTB er op zitten, ging heerlijk. Maar deze laatste dagen heb ik ouderwets km’s op de DUELL gemaakt. Geen zin en tijd om de MTB te poetsen, maar wel tussen alle besognes en wandelen, op drie van de vier dagen gefietst: een, twee en drie. Ouderwetse training met zo’n 230 km. De Maas met regelmaat gezien. Is toch een wondermooie rivier, slechts de IJssel is mooier. Gisteren met oude vrienden uit Grevenbicht weer eens naar de Maaswerken daar wezen kijken en daarna lekker gegeten samen. Maar eerst zondag jl. vanuit Visé het fietspad genomen langs het water, gister voor dat wandelen de Nederlandse kant bij Meers en Geulle. Omdat gister de kaap van 7.500 km in zicht kwam vandaag er nog een kleine 75 km aan vast geknoopt om die kaap daadwerkelijk te ronden. Dat is ook gelukt. Redelijk vlak gefietst die dagen, maar toch de nodige hm’s.

Voor jullie allen veel plezier en gezondheid in 2019; ik hoop van ganser harte dat er bij jullie ook weer fietsen bij zit komend jaar en dat we elkaar vaak mogen treffen.



Woensdag 26 december – Tweede Kerstdag

Hoewel formeel geen TCE-rit wil ik hem toch even vermelden: na een eerste kerstdag waar ik mij gematigd heb – het voordeel van terug te moeten rijden uit Holland en om een uur thuis komend geen echt moment meer om nog een afzakkertje te pakken een tweede kerstdag zonder verplichtingen. Mijn jongste zoon wilde wel een stukske fitsen dus gezamenlijk op pad in zonnig en windstil weer met veel volk op straat. Hij wilde zijn oude vader wel eens testen, maar dat kwam hem duur te staan: op twee derde van de rit ging het lichtje bij hem uit…
Voor mij de rit – afgezien van de gezelligheid en het mooie weer – noemenswaardig daar ik vandaag de kaap van de 9000 km geslecht heb.

Ik wens u allen het beste!



Banneux

Puth, Zuid-Limburg, 24 december 2018 – Rustig winterweer. Ik zet mijn helm op, trek de rits van mijn jack nog wat dichter en klik mijn schoenen in de pedalen van mijn Orbea. Als ik de oprit afrij zie ik de buurman met een shawltje om de auto instappen, voor de vierde keer kerstboodschappen doen. Een niet-wielrenner.
Ik daal het Stammenderbos af en klimmend uit Spaubeek zie ik aan de horizon de Chateau d’Eau van Schimmert reeds staan. Ongenaakbaar. Ik stort mij als Salvodelli door de Gorges du Cascade en kruis in Meerssen de Torrent de la Gueulle, die door de nachtelijke regens gezwollen is en veel sediment van de hogergelegen plateaus meevoert.

De Côte du Moulin à l’huile op en de snelweg naar Mesch waar ik België betreed.

Het tempo beheerst; immers: niemand heeft mij nog ingehaald. Het simpele feit dat ik alleen rijd is natuurlijk geen enkel excuus om me er met een Jantje-van-Leiden vanaf te maken, dus op naar Dalhem om daar de kasseienklim door het centrum te nemen en zo door naar de Terril de Trembleur en de standaardroute verder nemend naar Bolland, Melen en Micheroux om in het schilderachtige Olne te geraken en van daar de mooie afdaling naar Nessonvaux, waar ik kop weet te houden en zo als eerste aan de klim begin.
De standaardklim, de Côte de Trasenster en de koffie en vlaai in de gekende L’Esplanada, waar twee fietsers aanschuiven.

Bij het verlaten zag ik zeker vijftien fietsen van een ander peloton tegen L’Europa staan. Afgedaald naar Pepinster en – uiteraard – de Côte de Cornesse op het middenblad.

Op de terugweg iets na Bolland het standaardparcours onbedoeld verlaten maar toch redelijk natuurlijk door naar Mortroux en Warsage om af te ronden met ’s-Gravenvoeren en de snelweg. Inmiddels was de zon gaan schijnen en de weg werd droog.
Met 136 km op de teller tevreden gepurgeerd.



Zondag 23 december

Ger:

Ik behoor niet tot de echt getrouwe Banneuxgangers. Dit jaar zat het wel “in mijn systeem”, maar uiteindelijk (weer) niet gegaan. En dan niet, omdat ik geen penitentie behoefde - zoals een enkele snoodaard meende te moeten opmerken - maar omdat we gister wat jeugd in huis kregen, die nog wel eens wilde fietsen. En als echte Blue-Band-vader, zeg je dat natuurlijk meteen toe. De redenen om de fiets toch niet mee te nemen, zal ik jullie besparen, maar schoonzoon Marcel had gistermiddag zijn fiets al klaargezet.
Na ontbijt etc., wat Reinouw en ik eigenlijk nooit samen aan tafel doen, maar nu wel en uitgebreid bijkletsen, vertrokken we rond 10.30 uur. En het motto “niet met regen vertrekken, maar als dat na 100 meter start, toch doorfietsen”, hebben we volledig van toepassing gezien. Na 100 meter lichte miezer en vervolgens alle vormen van miezer gehad. Afgewisseld met lichte regen. Kan eenieder verzekeren, dat je dan langzaam maar zeker nat en daarna koud wordt.

België toch gehad, via de klim naar Henri Chapelle en vandaar de bekende kam naar Aubel langs het kerkhof. Links een regenfront, maar ondertussen toch de nodige fietsers. Bij Aubel echte regen en derhalve het stadje links laten liggen; dit ook al omdat ik zo aan schijfremmen met dit weer ben gewend, dat dat halfzachte remmen met velgremmen niks is. Echter snel afgedaald naar Veurs en zo door de Voer om gekend in Withuis te eindigen en daar het racepad naar M’tricht en Meerssen te pakken. Door de Dellen, Valkenburg en provinciale weg retour. De kou en nattigheid begon ons te vervelen, dus we waren blij na 72,5 km te kunnen afklokken. Fietsen afgespoten en lekker warm onder de douche.

Tevreden met deze tocht weer en het zal de laatste dit jaar niet zijn. Aan jullie allen; dank voor het fietsplezier samen; ‘s zondags, in de Vogezen en met Martin en Jos in Italië. Het was immer een genoegen (ook al omdat ik dit jaar voor het eerst verstandig heb gefietst) Mooie feestdagen, ook van Reinouw en die heeft er weer een fraaie kaart (vind ik althans) uit getoverd.



Vrijdag 30 november

Ger:


Weliswaar geen TCE en ook geen MTB, maar ik meende een tijdje geleden, dat onze webmaster wat vrijheden heeft gegeven (of genomen?) om toch over fietsen te rapporteren. Dus bij deze, mede ter stimulans van degene die denkt, dat het in deze tijd alleen over witte of donkere chocola, resp. Pieten kan gaan.

Omdat Reinouw een wildcursus doet bij de Echoput en het daar zelf bereide ook mag/moet opeten, ben ik morgen in Hoog Soeren om daar samen eens lekker te gaan eten. Gedacht dat te combineren met een mooie boswandeling, maar dat wordt waarschijnlijk de wellness. Met een weersverwachting van het weekend daarbij, dacht ik gister er nog maar eens op uit te trekken met de DUELL. De Synapse hangt al weer zomerklaar aan de haak. Geen echt idee en dan is Visé al snel in de gedachte. Via het vals plat naar Reijmerstok en zo over Banholt en Libeek naar Mesch en door naar Visé. Daar in de buurt kwam ik twee kwebbelende Lotto Jumbo’s met hun celeste Bianchi’s tegen; dat kwebbelen echter in een tempo dat stevig was. Hoe zo uitbollen einde seizoen? Even geaarzeld over de Hallembaye, maar ik had geen zin om na de afzink over de bladeren te fietsen met de smalle bandjes. Dus via het kanaal naar M’tricht. Een demonstratie bij het gemeentehuis had meer weg van een ludieke actie. Voor echt demonstreren moet je bij Fransen of Walen zijn, zie ik op TV. Borgharen, Itteren en via de keitjes van de Maasberg bij Elsloo naar Beek en langs het vliegveld en uiteindelijk de Karstraat omhoog retour.

Geïnspireerd door die twee Jumbo’s de fiets niet opgeruimd maar klaar gezet om vandaag er nog een op uit te gaan. Weer net als gister zon-wind-bladeren en over de helft (i.p.v. zon) dreigende regen. Na thuiskomst meteen fiets gepoetst en dat was een goede timing, want na een kwartier begon het echt te regenen. Vandaag over Eijs naar Simpelveld en vandaar retour over Bosschenhuizen, langs Arcus naar Terworm en zo langs de golf en wat ‘kruip door sluip door” via Spaubeek, Neerbeek, de Adsteeg naar Ulestraten/Meerssen. Ondertussen al een tijdje stevige wind op kop. Ergo bedenkend hoe ik dat verder kon trotseren door beschutting te zoeken. Dat bleek via Vijverdal en de Bemeler goed te gaan. Als laatste nog effe wind gepakt (op kop) op het plateau bij Ingber en ook vandaag weer content thuis.

Volgens mij is de opbouw van het nieuwe seizoen al begonnen met een zomerklare Synapse en de nodige km’s gister en vandaag. By the way; ik zie Frank dat ook doen en Martin dat ook doen!



Zondag 25 november

Ger
:

Inmiddels ben ik weer aardig in mijn MTB-ritme en een goede rit was vandaag wel wenselijk. Vrijdag werd Reinouw 65; normaal vieren we eigenlijk nooit een verjaardag, maar de kids vonden dat dat niet ongemerkt voorbij moest gaan. Ergo pas om 3.00 uur zaterdagmorgen begonnen de eersten het bed op te zoeken en zaterdag ben ik ‘stiekem’ naar de oud-glasbak geweest. Gisteravond eetclub; dus er moest het nodige vandaag uit mijn lijf verdwijnen.

Op tijd weer wakker, maar eerst rustig ontbeten. Naar buiten kijkend was het heiig en dat is de rest van de dag zo gebleven. Keuze was de Margraten-route met wat extra km’s en hm’s er in. Het begon met nog altijd mooie harde tracks, maar hoe korter bij de Bemeler hoe zompiger en modderiger het werd. De klim naar ’t Rooth vanaf de kalkovens liep mooi op de bladeren; zo ook van uit de Bemelen de klim naar de Rasberg en later nog eens meer richting Vilt. Ondertussen zag ik genoeg meidoornhagen, maar het lot trof mij vandaag gelukkig niet. Een groepje van drie MTB’ers heb ik echter wel drie keer zien wisselen. Terug in Scheulder richting afdaling naar het Gerendal gekoerst en vandaar nog naar de flanken van de Keutenberg. Gefinisht door bij Osebos eens omlaag te gaan; ook mooi.

Mooie rit met weer echt poetsen; goede getallen en opmerkelijk “alleen maar vriendelijk volk” op pad. Bij dit weer blijven de somberen onder ons blijkbaar binnen. Ik geloof alles bij elkaar zeker 20 MTB’ers, maar ook voldoende racers en wandelaars.



Zaterdag 18 november

Ger
aan het poepfietsen:

Wat was het weer een fraaie dag om buiten te zijn. Weliswaar fris (zo’n 1 à 4 graden in het Heuvelland), maar een stralende zon. Hoewel ik pas om ca. 10.00 uur vertrok, toch nog redelijk last gehad van de laagstaande zon. Maar omdat ieder nadeel ook z’n voordeel heeft, was ik minder “angstig” voor spoorwissel. Dat gaat dit seizoen bovenmatig goed; ik stuur in en uit of ik het altijd gewend ben. Onbewust bekwaam, heet dat, geloof ik.
Voor Vicente begint het verkeerde seizoen, hij appte gister dat hij de kou vreesde. Karel is dit week end cultuur aan het bijspijkeren in Leeuwarden en Martin zou ook de MTB pakken. Benieuwd of er ook nog torenvolk is geweest.

Ik geniet, dat het MTB-seizoen weer is begonnen. Vandaag ook weer perfecte tracks; het baggeren zal zeker nog komen. De bladeren op de grond was een kleurenpracht en - zoals gezegd - bij mij geen stress over kuilen, takken of stenen eronder. De fiets gewoon z’n gang laten gaan. Vandaag gekozen voor meer dan genoeg hm’s. Dat betekent een combinatie vaan de Mechelenroute met enkele lekkere lopers. Daarnaast heb ik dan de klim bij ons in het dorp achter de school en de Dolsberg al achter de rug voordat ik in Wijlre afsla voor de lange klim naar de mast van Eyserbos. Op die klim zowaar een collega-fietser ingehaald en een tijdje samen mee gereden. In de buurt van Hurpesch de bossen in gereden; ofwel aan de rand met fraai doorzicht, ofwel er middenin. Klimmen die met modder mijn Waterloo zijn, kwam ik nu (redelijk) soepeltjes op.

Uiteindelijk begon ik mijn benen wel te voelen van dat continue op-en-af rijden en derhalve richting Schaapskooi bij Heijenrath als bijna laatste kuitenbijter gepakt. Door naar Crapoel en als toetje de klim bij Osebos. De kaap van 50 km en 1000 hm gladjes gepasseerd. Een emmer water was genoeg om stof en een beetje modder er af te halen.

Wat opviel was dat vandaag de mensen een beter humeur hadden; er genoeg MTB’ers en route waren en idem ook racers. Die keken echter redelijk koud uit hun ogen! Mooie dag en Reinouw is na de sportschool inmiddels de laatste bladeren uit de tuin aan het halen.



Zondag 11 november

Ger verhaalt:

Geïnspireerd door de foto van Jos, dacht ik dat een klein verslagje wel kon. Nu zegt de foto van Jos o.a. dat het weer hier afgelopen maand waarschijnlijk beter was dan daar. De foto is echter toch indrukwekkend met de klimatologische omstandigheden daar. Echter ook Miriam en Reinouw hebben zich een dag of veertien geleden niet laten weerhouden naar buiten te gaan voor een ritje terwijl ze kleddernat zijn geworden. Ikzelf heb echter genoten van goed weer op de fiets en - naast een zondagrit met Frank - aardige soloritten. De km’s blijven zich dus aaneenrijgen; ook na de Buissonnière. Deze week was weer fenomenaal qua weer met een prachtig kleurenspectrum in de bomentooi. Daar nog wat zon op en volop genieten.

Het fietsen afgelopen periode was op de race uitbollen; ik heb inmiddels alle wegen dit jaar wel gehad. Van HC naar Visé langs de Berwinne blijft echter altijd mooi en tevens een beloning voor de klim naar HC. Ook de oever van de Maas in België behoort tot mijn nooit vervelende favorieten. Dus nog maar weer eens gedaan. De opmerking over de bomen en dan ook vaker laag staande zon daarop, is denk ik zo wel te begrijpen.

Mijn conditie is ondanks een stevige verkoudheid nog altijd wel goed, merk ik op de MTB. Nu afgelopen vier weken twee ritten achter de rug. Eerst de M’tricht-route twee weken geleden. Die loopt van Margraten naar Gronsveld en op de terugweg vanuit Bemelen de Rasberg omhoog en een deel van het Gerendal (omhoog en omlaag) nog gepakt.
Vandaag de St. Gieterroute. Gekend en berucht om zijn meidoorns en dat heb ook ik geweten. De klim vanuit Noorbeek, leverde me gelijk twee gaten in de voorband op met een dikke ‘spijker en een geniepig ‘puntje’. Gewisseld en merkwaardigerwijs in het bos bij de golf in Wittem (waar geen meidoorn stond!) nog een; of iets in de buba was blijven zitten? Het was een mooie dag buiten, ondanks het kleine buitje aan het eind. De tracks superdroog en fantastisch lopend, op plekken een tapijt van bladeren; gelukkig zonder kuilen eronder en de Cube zocht zich vanzelf een weg. Lekker tempo kunnen draaien en dat is genieten als je je die moddertrajecten van afgelopen winter herinnert. Onderweg de nodige racers en MTB’ers gezien. Stevige wind bijna niet gevoeld en - raar maar waar - het meest toen ik hem in de rug had. Paarden in het veld en uiteraard de wandelaars completeerden het beeld, waarbij ik me blijf verbazen over mensen die na een goed gehumeurd “goedendag en dank U wel” er toch voor kiezen gewoon niets te zeggen en een verveelde blik te blijven koesteren.

Lekker was, dat de fiets de eerste keer helemaal schoon was; alleen wat stof en ook vandaag was ik zo klaar met poetsen. De winterroutine weer oppakken nu met de sauna.
En speciaal voor Jos als hij dit leest; de wildavond vrijdag bij het Atelier was super!



Maandag 5 november

Jos



Zaterdag 6 oktober – La Buissonnière

Ger
geeft zijn relaas:

Bijzondere dag; de afronding van het seizoen en “de zoveelste” Buissonnière voor mij. Die route was een van de toppers bij BETS toen we startten en deden we vaak, o.a. in ons Ardennenweekend, maar ook alleen doe ik hem wel eens. Verder heb ik op deze route van alles meegemaakt qua rijden (gelukkig zelf nooit een val of zo en die van Loek is de enige andere): regen, bladeren, kou, rotbochten, rare tegenliggers, totaal geen “sju” meer in de benen en ga zo maar door.
Vandaag was het bijzonder door het mooie weer en de staat van het wegdek. We konden overal lekker doorrijden en alleen in het begin was de laagstaande zon een echt obstakel. De klimmen hebben we gezwind gedaan, overall mooi asfalt, waarbij Martin en Vicente voor mij in zicht bleven; echter op het vals plat na een klim namen zij de benen, met name omdat ik niet wilde forceren om in hun wiel te komen of te blijven. Dat betaalde zich uiteindelijk uit, want ik heb heerlijk gefietst. Dat was niet vanzelfsprekend, want ik heb gister de hele dag in de tuin gewerkt en ca 20.000 stappen achter de kiezen.
De route gekend, met de Trou als hoogtepunt. Zo kwamen we met 65 km en meer dan 1.300 hm in Hamoir aan. De afdaling daarna heerlijk, maar af en toe abominabel asfalt. Zo lag het stuk waar Hans ooit twee biba’s scoorde er nog slechter bij dan afgelopen jaren. Toch een variatie; want Martin had aan het eind een fiets/wandelpad langs de Ourthe geprogrammeerd. Dat was mooi met al die flanerende Walen, maar drukte wel ons gem. aanzienlijk. Dit overigens niet dan nadat de slotklim weer de echte waarheid liet zien. Vicente versnelde; Martin wachtte rustig af en toen ik in de bocht groter schakelde en ging staan, kon ik (net als Dumoulin) afgelopen zondag meteen gaan zitten en rustig naar boven peddelen om de gekende 1, 2 en 3 van vandaag te constateren.
Degene die er waren hebben een heerlijke dag gehad; degene die er niet waren hopelijk ook, maar…..hebben wel wat gemist.

De webmaster kan daar, behalve de route, niet veel aan toevoegen. Het fietspad langs de Ourthe het laatste stukje voor Tilff was niet ingeprogrammeerd, maar op de heenweg had ik al een veelvoud van (nieuwe?) fietspaden gezien dus op de terugweg dacht ik…
Misschien ook wel vermeldenswaard dat de bekende parkeerplaats in Tilff geheel afgesloten was, we dus op verschillende geparkeerd waren, maar elkaar geroutineerd vonden. De werkzaamheden zijn overigens voor de aanleg - eindelijk - van een nieuwe brug.

Het weer was inderdaad schitterend; niet alleen de heldere zon en hoge temperatuur, maar zeker het feit dat we op de terugweg de wind aardig in de poeperd hadden. En natuurlijk dat we, als we willen, goed kunnen samenwerken: de lange klim van Hamoir naar Ocquier als een zeer beheerst treintje omhoog; ieder zijn deel gedaan.



Zondag 30 september

De dag die ooit moest komen, dat De Beul van de Bernina alleen aan de toren stond. Dit bij windstil weer en een stralende zon. Enkelen met goede reden afwezig, enkelen met een mindere en enkele zonder…
En dat terwijl – godbeterthet – twee echtgenotes van TCE’ers wél beiden aan het fietsen waren!

Geen overleg nodig en ik dacht eens, taakstellend, naar de bisschopsstad Liège te gaan; een doel ver genoeg om kilometers te maken.
Langs bekende routes naar Maastricht en zo richting ENCI, waar de oven nog draaide en Miriam mij belde. Ze had een tikkend geluid gehoord bij de achterrem en advies gevraagd van twee fietsers die haar verontrustten; ik zei dat ze wel door kon fietsen en berichtte haar later dat ze altijd nog advies van Ger – want ze was onderweg naar Reinouw – kon vragen of anders een wiel van hem lenen.
Door langs het kanaal en zeer fraai de RaVel gevolgd langs uitgestorven industrie om zo vanzelf aan de Place Lambert in Liège te komen.
Kruipdoor-sluipdoor naar boven en zo langs een fraaie helling afgedaald naar de Maas om uiteindelijk, na enkele bruggen genomen te hebben de Weser stroomopwaarts te volgen naar Chaudfontaine. Iets verder de prachtige klim vanuit Trooz, verontreinigd door historische metaalwinning, te nemen om uit te komen in Fléron waar ik het prachtige fietspad nam, eens de spoorlijn Liège – Hombourg. Nu zelfs geasfalteerd tot Battice, waar asfalteringswerkzaamheden voor het vervolg bezig waren.
Dus nu afgeslagen langs de glasvezelfabriek en de bekende helling van Charneux afgedaald.
Bij Val-Dieu rechtdoor waar ik twee kwetterende grijze duiven tegemoetkwam, die mij niet eens opmerkten.
Ik vroeg hen, Reinouw en Miriam dus, of ze in V-D koffie gingen drinken. Hun antwoord bevestigend, dus ik besloot, met 99 km op de teller een kopje mee te drinken.
Lekker in het zonnetje gezeten en alleen weer door om langs bekende wegen met een tevredenstellende 137 km op de teller thuis te komen. Heren: de Buissonnière is Zaterdag 6 oktober! Dit wegens een dienstreis van mij op zondag; laat weten of je meegaat!



Zondag 16 september

Ger
beschrijft:

Raar weekje; begin een beetje “end of season-dip” te krijgen, maar ik heb toch veel en lekker gefietst. Vandaag was daar een mooi vervolg op. Martin was er al voor 8.45, want dat was mijn tijd aan de toren en ruim voor 9.00 waren Vicente en Hans ook aangesloten. Tongeren viel af, immers Hans mee aan het vertrek, maar Welkenraedt en onze madonna daar, sprak eenieder aan. Hans aan het commando en zo kriskras door het Heuvelland richting de grote weg De Hut-Aubel. Dit echter niet dan nadat we de binnenstad van V’burg hadden verkend. Onderweg een paar verdwaalde MH2D-fietsers en -fietssters tegengekomen en achterop gereden en het viel op dat de MTB’ers wel erg kort bij mekaar fietsten. Stofwolken als was het Toscane. Hans en Martin hielden de pas er goed in, maar op die grote weg dacht ik bij Noorbeek om niet in het wiel te blijven. Niet forceren heeft me dit seizoen veel gebracht en opgeleverd en dus maar verstandig zijn. Op de grote weg naar HC echter goed meegefietst en zo kwamen we samen aan in HC. Even gas gegeven met z’n allen en we waren vroeg in Welkenraedt. De pruimenvlaai smaakte als traktatie van Vicente lekker. De discussie was wat vermoeid; daarbij ons redelijke dedain voor politici ruim van onderbouwing en feiten voorzien.
Nog even ook de mooie en minder mooie facetten van Italië de revue laten passeren en Martin het rateltje uit mijn achterderailleur gehaald (Mijn dank!).

Gelaafd en voorzien van nieuwe energie werd het al redelijk snel een “kop over kop”-rit. Terug naar HC en omlaag richting Slenaken, maar gekozen voor de Hombourg-Sippenaeken-variant. Alle meters omhoog werden op het grote mes en staande soldaat gemaakt en als apotheose langs het klooster in Wittem door naar Wijlre, Schoonbron (waar Hans afsloeg) en via V’burg achter Martin en met twee andere fietsers naar de Dellen. Daar splitsten we op en ieder z’n eigen weg naar huis. Ik ben de afgelopen periode wel vaker over de groene loper gefietst en dat was nu ook mijn optie. Immers dan kon ik via de klim bij C&K parallel aan de rijksweg door het fraaie landschap daar nog fietsen. Daar kwam ik redelijk wat toertocht-fietsers tegen en helaas deed de tegenwind mijn mooie gem. van 26,5 km. terugvallen naar 26,3 km. Een mooie tocht gemaakt en volgens mij ben ik de laatste vier weken prima in vorm: de Italië-benen zijn er nog en ook het feit dat ik de 87-88 kg. Inmiddels op de weegschaal weet te toveren helpt daarbij zeer op weg naar 85 lijkt me een mooi streven. Echter terug in Gulpen nog even een ijsje wezen halen en genieten van alle volk en fietsers in het centrum.

Een kleine toevoeging van de webmaster: ik mat 27.2 bij thuiskomst en: vergeet de Buissonnière niet!



TCE Alpi 2018 (2)

Een van de voorrechten van de webmaster is dat hij zelf bepaalt of zijn fietservaringen gepubliceerd worden. (Wat overigens geenszins zegt dat andermans bijlagen niet ruimhartig geplaatst worden).

Dit jaar het genoegen gesmaakt om naar het Comomeer te gaan, met een van een knieoperatie revaliderende Miriam.

Naar het Comomeer gaan betekent enerzijds bekende klimmen en rondjes doen, anderzijds daar toch weer op variëren.

Ik zal u niet vermoeien met gedetailleerde rittenverslagen maar toch een paar sfeerimpressies en ervaringen:

Allereerst blijft het natuurlijk een mooi gebied met grote bekende klimmen als Malojapas en de Splügenpas, maar tegelijkertijd ook vele klimmen in het onbekende binnenland. Uiterst rustige weggetjes door talloze kleine gehuchtjes; het wegdek soms wat twijfelachtig, maar toch.

Wat me opvalt: het stukje Comomeer aan de Leccokant en dan de oostoever iets boven Lecco: daar moet je als fietser zo’n twee kilometer over een Superstrada waar het verkeer met 90 km/h langs raast; geen fietspad, geen fietsstrook en geen voetgangerspad. De status ‘snelweg’ is dan ook daadwerkelijk voor twee kilometer opgeheven. Het meeste verkeer houdt prima rekening met je, inclusief vrachtverkeer, maar een unheimisch gevoel blijft aan je kleven. Aan deze gevaarlijke situatie wordt al tientallen jaren gepoogd iets te doen, maar tevergeefs; vele startpogingen die in niets verzanden, aannemers die failliet gaan en meer. Een duidelijke inmenging van de maffia, ook volgens de officiële media.

Dan de tunnels: vele tunnels langs de meren, een meer dan twee kilometer lang; soms spaarzaam verlicht maar met een (automatisch) achterlichtje voel je toch wel veilig. Dat soms testosteronbommetjes op snelle en luidruchtige motorfietsen je inhalen om hun snelheids- en herrierecords te verbeteren is wel een beetje storend.

Op een rustdag de fietsroute naar Chiavenna genomen en we fietsten daar langs een lange muur met allerlei gevaarstekens; uit nader onderzoek bleek dit een verlaten fabriekssite te zijn van een metaalbedrijf, waar de bodem ernstig vervuild was met zware metalen waaronder Cr-6. In het nabijgelegen meer, Lago di Mezzola, is formeel een zwemverbod, waar niemand zich aan houdt. Wie het, wanneer, gaat opruimen is een retorische vraag in Italië.

Verder tot tweemaal toe een pas afgesloten gezien middels een gesloten-bord waarop steenslag vermeld en toch doorgereden; je bleek er met de fiets gewoon langs te kunnen: slechts een kwart van het wegdek was door steenslag versperd. De eerste keer reeds vanaf december 2017 en op eigen initiatief gedaan, de tweede keer op aanraden van de gastheer van het restaurant op Alpe di Giumello (die op de Everest gestaan had), die zei dat zulke dingen in Italië gewoon waren.

Natuurlijk Madonna di Ghisello gedaan, van beide kanten. Hierbij de moeilijke kant gecombineerd met de Culmine di Sormano. Ik wist dat die een variant had; de Muro di Sormano, die echter zodanig beschreven was dat ik dacht dat dat niet voor mij was. Bij de splitsing aangekomen zei ik Miriam de gewone weg te volgen en ik zou de Muur een stukje ‘proberen’. U leest zelf maar op internet wat daarover staat.
Onderin was ik nog niet geheel voorbereid en toen ik mijn voorwiel letterlijk van het wegdek omhoogtrok, moest ik een voetje aan de grond en dus zo’n 50 meter terug afgedaald om weer in de pedalen te komen. Dus uiteindelijk de gehele klim gefietst!

Groot was het genoegen om anderen, geparkeerd, in te halen, fietsend.
Uiteindelijk, met Maloja en Splügen zo’n 760 km en 13086 hm.



Zondag 2 september

Ger:

Beperkte opkomst vandaag. Nu is dat richting einde seizoen wel vaker en met afmeldingen van Martin en Karel vielen gelijk twee frequente ‘opkomers’ af. Verder geen berichten en met een stevige rit gisteren naar Banneux in de benen, ging ik met gemengde gevoelens naar de toren. Alvast plan B bedacht, maar gelukkig was Hans er weer. De zwart/rode DiStefano en een blij gemoed bij zich. Opdracht was, dat hij uiterlijk 12.00 thuis wilde zijn; ergo het commando was simpel: we pakken het heuvelland. Met wind in de rug naar Meerssen en daar was het markt, dus richting Dellen en de Geulhemmer op. Ik voelde mijn benen nog van gisteren en besloot maar een rustig(er dan Hans) tempo te pakken. Die amuseerde zich met allerlei fietsers om die in te halen, op sleeptouw te nemen en dan bij een kruising weer op mij te wachten. Zo voor mij bekende, maar ook nog onbekende wegen gepakt. Uiteindelijk werd de koers verlegd om de voortgang met de huisjes en het klooster bij Hoogcruts eens te gaan bekijken. Dat zag er meer dan fraai uit; zeker nu wat groen was weggehaald. Ondertussen had ik ca. 45 km op de teller, was het rond 10.30 uur en even overleg gevoerd. Hans besloot nog een stukkie mee België in te gaan, omdat ik die kant op wilde om niet na ca. 60 km al klaar te zijn rond Gulpen. Daarnaast Hans een wat hogere snelheid gunnend!

Tot Teuven samen opgefietst; nou ja samen opgefietst: ik achter Hans. Daar draaide Hans af en ik gekend omhoog in Remersdael, door naar Aubel en daar wat kruip-sluip door, omdat ze met de weg bezig waren. Langs Val Dieu het Berwinnedal in om in de buurt van Mortroux honderden geparkeerde auto’s te zien. Een markt daar waar je over de koppen kon lopen. Gister was in Herve ook al een grote landbouwmanifestatie met machines, markt en evenveel geparkeerd blik. En onderweg genoeg aankondigingen van markten etc. in september. Door naar Visé, waar Pam-Pam er troosteloos bij lag. Hetzelfde fietspad gepakt als vorige week, was nl. erg leuk. Helaas nu de wind op kop en die voelde ik wel. Door M’tricht en weer naar de Dellen en zo op naar huis. Meer dan tevreden!




Zondag 26 augustus.

Karel schrijft:
Stijve spieren moeten los gefietst.
Met Martin zaterdag al los-vast afgesproken dat we mogelijk zouden kunnen gaan fietsen.
Om 7.30 kwam dan ook het verlossende appje "ik ga". Geantwoord "OK met wat voorwaarden", bv. niet te ver, niet te hard en niet te hoog. Ger kwam nog met een aanvulling hierop, nl. niet teveel kletsen.

Om 9.00 was dit drietal compleet bij het verzamelpunt. Hierbij is het gebleven. Alleen kwam er later nog een app van Vicente dat hij na de Classic niet meer durfde.

Aan alle afspraken is voldaan.
Het is een nagenoeg vlakke rit gebleven naar Visé. Het tempo was (op de heenweg) laag, waarschijnlijk door de tegenwind. De afstand is onder de 100 km gebleven. En gezien de groepssamenstelling is er in diverse verbanden voldoende maar niet overmatig gekwebbeld.
De terugweg van Visé was (voor mij) zeer verrassend over een fietspad langs de diverse Belgische en Nederlandse kanalen.
Voor de route zie relaas van Martin of Ger.
Ook dit was weer een welbestede ochtend met een afstand van 90 km en een gemiddelde boven de 25 km/h (afgeronde getallen).

Ger vult nog aan:

Gisteren hadden Martin en Karel de Classic al achter hun kiezen gereden. Ik was überhaupt de Classic vergeten, dus mijn Forumoproep voor vanmorgen wellicht wat ‘dwingend’. We waren met z’n drieën op tijd en constateerden dat het daarbij zou blijven. Karel had afgelopen week al meer gefietst en ook ik had een mooie rit op woensdag jl. achter de rug. Terughoudend werd er dus niet gefietst.
Weer eens wat anders gedaan, hoewel Visé wel de stop was. Mijn verjaardagstaart gegeten; heerlijke Tarte Tartin, waarbij we het terras openden. Plan was even nog door tegen de wind om dan via de Hallembaye terug te gaan. Dat werd het niet, want we hebben mooi langs de Maas en het Albertkanaal gereden. Wat keien en een nieuw fietspad onderweg en via Sappi Lanaken een mooi stuk langs het Albertkanaal. Bomen al deels in herfsttint en we kwamen tot de conclusie dat deze rit langs het water - evenals Tongeren - tot de jaarklassiekers moet gaan behoren. Uiteindelijk bij Uikhoven het pontje gepakt en zo richting Puth. Nog wat geklommen in Sweikhuizen en bij Puth mocht ik alleen verder. Dat heb ik manmoedig gedaan en zo heb ik bijna 130 km op de teller gekregen. Mooie rit, onderweg lekker samen opgetrokken en tevreden!




Zaterdag 25 augustus - ODS Classic.

Karel schrijft:

Op vrijdag samen met Miriam, Martin, Jos, Ivo en William de route uitgepijld. Hoewel er drie ‘nieuwelingen’ bij waren is dit zeer voorspoedig gegaan. Hebben zaterdag dan ook geen klachten gehad. Martin en Jan wel (minstens een) compliment voor de route.
Zaterdagmorgen gedrieën (M&M en ik) op de fiets naar Valkenburg. Gezien de wat mindere voorspellingen maar regenjacks meegenomen.

Bij de Polfermolen het normale zenuwachtige gedoe, herkenning van de jaarlijkse ontmoetingen enz.

Even na negenen met het HKT-team (wie dat allemaal is weet ik niet) vertrokken. Miriam is separaat, met Nicole, de eega van Harold, vertrokken. Door het Haasdal naar Schimmert. Tempo werd direct al wat opgeschroefd. In Schimmert de splitsing voor de eerste lus.
Groepen werden al wat uitgedund. Voor de route zie de site of de input van Martin.
Bij Grijzegrubben kwamen beide lussen weer samen om door te gaan naar de ravi in Oirsbeek. De eerste wandelaars zijn gepasseerd op de Zandberg in Schinnen. Hier ook een valpartijtje.

In Oirsbeek is onze definitieve teamsamenstelling gekomen: Martin, Jan met zoon Camiel, Henk Jacobs en ik.
Samen op naar de grote stop in Simpelveld. Deze werd echter pas bereikt na een lekke voba bij Jan (Voerendaal) en een lekke aba bij mij (net voor het spoor in Simpelveld).

Na een wat ruimere stop door naar Heijenrath voor de tweede splitsing. In Mechelen is het mij mogen lukken om met mijn voorwiel de snelspanner van Henks achterwiel los te maken. Eigenlijk immens veel geluk gehad dat de schade beperkt is gebleven tot een kapotte spaak en wat brandwonden op mijn been (van Henks achterband). Het had een afgrijselijke valpartij kunnen worden.
Het aantal deelnemers aan de langere lus leek wat minder, maar dit kan ook aan het tijdstip hebben gelegen.
In de laatste lus enkele regenbuien gehad die noopten tot gebruik van de jacks.

Op het plateau tussen Ingber en Wolfhuis een zeer straffe wind tegen. Martin in zijn element en niet of nauwelijks bij te houden. Ik heb hier het genoegen mogen smaken om ook eens wat langer te mogen wachten op anderen.

Bij de aankomst in Valkenburg werd, vanwege de weersomstandigheden, jammer genoeg alles binnen geserveerd.
Na een hapje en een drankje genoeglijk keuvelend weer met z'n drieën naar Puth gefietst.
Het was een genoeglijke, welbestede dag met 165 km op de teller.

Overigens hulde voor Miriam die zo kort na haar knie-operatie de Classic gefietst heeft. Zij heeft de zuidelijke lus gedaan en lang op ons moeten wachten. Dit laatste was voor haar een beetje 'irritant'.




Zondag 12 augustus

Vandaag een post-Alpitocht met slechts twee deelnemers: Ger en Martin. De rest verhinderd door vakantie, tuinwerkzaamheden, vermoeidheid, dienstreis of onbekende redenen.
Dus het motto was een beetje uitrijden.
Ger wilde langs de Belgische kant van de Maas en daar met wat omweggetjes heen.
Langs de bekende (dijk)fietspaden zuidwaarts, ons een prachtige blik op de laagstaande Maas gunnend.
Bij Smeermaas het kompas gevolgd en zo in buitenwijken van Maastricht geraakt die ons volkomen onbekend voorkwamen; uiteindelijk langs een maisveld weer op bekende wegen gekomen en zo inmiddels bekend de Muizenberg naar Kanne afgedaald. Daar was het bekende etablissement nog gesloten dus door naar de uitspanning bij fort Sint Pieter alwaar het goed toeven was. Gesproken over de Alpen uiteraard, de prestaties van eega’s, het ouder worden (“maar langzaam aan, dan breekt het lijntje niet!”).
Martin wilde op tijd thuis zijn, dus via niet al te lange wegen daarheen. Op de Dellen was het gezellig druk met wandelaars, ruiters en wat dies meer zij en in Broekhem scheidden onze wegen zich.
Een tevredenstellende herstelrit. Thuis toch maar nieuwe remblokjes achter gemonteerd, een slagje uit het achterwiel verwijderd en het balhoofd wat nagesteld.

Overigens nog een kleine nabrander: ik had mogelijk de Alpi 2018 niet meegemaakt, daar ik de vrijdag voorafgaand in V’burg door een onoplettende Vlaamse automobiliste (ik weet, tegenwoordig dient men personen genderneutraal aan te duiden, maar de vrouwelijke vorm is in dit geval functioneel – net als ‘Vlaamse’ overigens) van de weg gedrukt werd, wat mij gelukkig niet meer dan een beschadigd stuurlint, een geschaafde elleboog en heup opleverde.



Ger:
Aan het verslag van Martin van gister is eigenlijk niets toe te voegen. Toch doe ik het om twee redenen. De belangrijkste is, dat we om een aantal redenen maar met z’n tweeën waren (is al gememoreerd). Daardoor fiets je samen naast elkaar op en ben je qua gespreksstof op mekaar aangewezen. Die gesprekstof betrof de voorbije week in de Alpen, waar Martin, Jos en ik fantastisch hebben gefietst en ons gelukkig prezen dat we dat konden. Daarnaast ook om een aantal redenen wat meer persoonlijke zaken; memorabele dag dus.
Reden twee zijn die Alpen: qua TCE maar een dag samen met een fantastische rit van maar liefst 135 km, waarbij een afdaling langs de Inn van meer dan 400 hm omlaag toch zwaar kon zijn; de natuur daar fantastisch is en hoe mooi het is dan met drie van ons zondagscluppie daar dan op min of meer bekend terrein te fietsen.
Reinouw en ik zijn er maar liefst drie weken geweest en hebben met z’n tweeën daar heerlijk gefietst. Ikzelf Stelvio, die liep als een speer(tje), maar in ieder geval veel beter dan vorig jaar, dus content. Maar ook met Reinouw geklommen naar de Seiseralm, Solda, Mendola, Ofen en nog allerlei “op- en af-trajecten”. Die was als een diesel goed in vorm. Stevige klimmen met wat mij betreft ca. 13 km als hm en in totaliteit toch zo’n 850 km. Wat is het toch mooi in zo’n fraaie omgeving te mogen fietsen. En wat ziet het toch anders uit in de winter; zelfs op plekken die we hebben geskied moet je moeite doen om je eigen verblijf te herkennen!

Opvallend dit jaar waren de grote hoeveelheid e-MTB’s, het aantal dames dat omhoog gaat, de ontelbare hoeveelheid motors (zeker op zondag) en uiteraard de temperatuur. Mendola gefietst met gemiddeld > 35 graden!



5 – 10 augustus TCE Alpi 2018

Alhoewel een klein gezelschap (2,4 personen, waarover later meer) toch een echte TCE Alpi!

Martin samen met Jos vertrokken naar Mals in het Vinschau, Alto Adige, vlak na de Reschenpas.
Op zondag de Jos-na-de-lange-autorit-rit: vanuit Mals de fietsroute naar de Reschenpas, die vreselijk steile stukken (en ongelukken) kent en waar we beiden weigerden de granny in te zetten. Dan redelijk vlak langs de Heidersee om vervolgens de oostoever van de Reschensee te volgen waar we in Graun, bekend van het kerktorentje in het meer, de afslag namen van het exact 10 km lange Langtaufertal, waar het verkeer rustig, het wegdek goed, het uitzicht fantastisch en de stijgingspercentages af en toe de dubbele cijfers haalden. Verkwikt door wat watersproeiers zo nu en dan, waar wij later overigens de finesses van het in- en uitschakelen vernamen. Het weer was warm en zonnig. De afdaling over de grote weg met lange halen snel thuis.
Op maandag maar gelijk de tocht der tochten: gezapig afgedaald naar Prad voor de Stelvio. Die ging beheerst en er waren nog niet veel andere fietsers om in te halen of door ingehaald te worden. Dan het besluit om af te dalen naar Bormio. Bij elke meter afdaling ons realiserend dat dat weer omhoog moest... Op het plein in Bormio de lunch en terug omhoog. Fraaie uitzichten helaas af en toe verstoord door motoren en auto’s die in de tunneltjes even toeren moesten maken.
Bij de splitsing de Umbrail genomen en die afgedaald. Onderin nat wegdek wat het tempo er een beetje uithaalde. Heerlijk door Val Müstair afgedaald en vanuit Laatsch nog een paar meter omhoog. Twee minuten nadat we binnen waren barstte het onweer los.

Woensdag de afspraak met ons andere TCE-lid, te weten Ger om in Glurns, het plein van de dame met de tatoeage op de borst (wat tegenwoordig verre van een uitzondering is) en daar de koffie. Ons doel was de Dreiländergiro. De Ofenpass omhoog, met een drietal steile kilometers aan het eind, gevolgd door een afdaling met een klein knipje van Ova Spin. In het bekende hotel Spöl te Zernez de lunch, gevolgd door de afdaling langs de Inn, waarvan de lengte door enkelen verschillend werd geïnterpreteerd. Had ik gezegd dat het ongeveer 20 km waren, bleken het uiteindelijk toch zo’n 45 te zijn.
Maar de klim naar de Norbertshöhe, 426 hm, viel erg mee. Hij liep goed en regelmatig.
Naar de Reschenpass vals plat en de afdaling gekend.

Na een wandeling door de Uinaschlucht – een aanrader - de laatste dag de grote uitdaging: de Kaunergletscherstraße.
Met de auto naar de start in Prutz om daar de 38 km lange klim aan te vangen. Veel kilometers vals plat maar daartussendoor stevige stukken stijging met dubbele percentages. Zeer fraaie uitzichten op besneeuwde bergen en een stuwmeer.
Een spetterende finale en helaas een troosteloze blik boven: een sneeuwloze gletscher, deels afgedekt met folie tegen het afsmelten, waar het zomerskiën al sinds 2010 is afgeschaft.
Totaal zo’n 370 km en 8650 hm. Niet ontevreden.




Zondag 29 juli

Velen op vakantie dus blij met drie man aan de toren: Martin, Jos en Hans.

Het was gelukkig niet zo warm meer dus kon er fijn gefietst worden. Jos stelde voor om de klim bij Altenbroek, die we twee weken geleden onverwacht als afdaling gevonden hadden te doen, dus daarheen.
Niet nadat eerst de volledige Groene Loper gereden te hebben die ons flanerend door Maastricht bracht. Aan de zuidzijde door de eigen stad van AMC, UM en wat dies meer zij en zo naar de kasseien van Eijsden en door de Eijsderbeemden. Dit tegen een stevige zuidenwind.
Bij de stuw linksaf om van de wind af te zijn en door Moelingen naar ’s-Gravenvoeren, waar de weg een klein stukje opgebroken was.
Nu de afslag naar de nieuwe klim, de Snouwenberg genomen. Hans er eerst van moeten overtuigen dat die écht verhard was, wat hij maar moeilijk kon geloven.
Door het dal van de Noor en inderdaad een zeer fraaie beschutte klim met goed aangestampt wegdek, op de NL-B-grens overgaand in asfalt.
Door langs Bergenhuizen en vreselijk mooi naar Terlinden en Hoogcruts. Daar afgesproken de koffie bij de Smidse te nemen. Hans gaf aan op tijd thuis te willen zijn en wel mee zou rijden naar de Smidse maar dan gelijk door zou gaan.
Martin probeerde de Loorberg staand op de grote plaat te doen, maar werd bij het hotel toch door Jos ingehaald op een verstandig verzet.
In de afdaling enige stuurvaardigheid gewenst en gebruikt om zondagsautorijders te ontwijken.
Onderaan bleek Hans niet aan te komen, denkelijk had hij te Heijenrath de afslag naar Gulpen genomen om Mechelen – dat volgens hem opgebroken was – te vermijden. Nog even terug omhoog gereden, maar inderdaad niet meer gezien. Helaas.
Bij de Smidse lekker gezeten en de Victoriavlaai, waarvan Jos een veel groter stuk dan ik kreeg, genoten.

Terug over Bommerig golvend en de Akerstraat naar Roth en heel mooi over Melleschet en Hilleshagen.
Van Mechelen over naar het Geuldal en goed doorgereden, geïnspireerd door wat andere fietsers, die ondanks hoge velgen, elektrieke schakelingen en gelletjes in de zakken toch verschalkt werden.
Bij Schaloen de Strada Bianchi over de fraaie oprijlaan en in het drukke Valkenburg nog wat gekaut met bejaarde e-bikerijders en de Stoepert gezamenlijk op, waarna we in Arensgenhout afscheid namen.



Zondag 15 juli

Martin
met Henk naar de toren. Geen opmerkingen aangaande het weer: dat was 'gewoon’.
Al snel kwam daar, tot ons aller vreugde Le Docteur aan! Snel gevolgd door Jos. De anderen wegens (voorbereidingen tot) vakantie niet daar.
Hans meldde wegens huiselijke zorg op tijd thuis te willen zijn, maar wel wegens zijn verjaardag te willen trakteren. Dus een van de snelste koffiepauzes ooit. Henk koos resoluut de mooie technische afdaling van de Visweg, gevolgd door de klim van Schietekoven en langs de A2 omlaag.
De Bemeler omhoog gevolgd door smalle weggetjes van Groot Welsden kruipdoor, sluipdoor om in Margraten te geraken waar al snel de pauzeplaats Loods 81 opdook.

Heerlijk in de zon gezeten, goede koffie en stevige vlaai. Hans, zoals gezegd na de koffie ervandoor, gevolgd door enige onduidelijkheid over wie nu de tweede koffieronde betaald had. Op ons gemakje ervandoor en een wat vreemde route opgepikt: afgedaald door Reijmerstok en op weg naar Slenaken steil omhoog en prachtig over het plateau naar Bergenhuizen en doorgestoken om de verrassing van de maand mee te maken: de afdaling naar Altembroek, eens een nauwelijks te berijden weg was van een nieuw wegdek voorzien en daarmee een prachtige nieuwe doorsteek – ook een prachtige klim!
Langs de school door naar Mesch en wat ongewoon naar Eijsden en zo noordwaarts naar Maastricht, waar stevig aan het gas getrokken werd.
Over de Strada Bianchi van de groene lopen door naar Mariënwaard en Rothem om verder langs de Dellen te gaan waar een domme automobilist zich tot ons genoegen uiteindelijk vastreed tegen een paaltje.
In Broekhem nog even omhoog langs de A76 en onderin afscheid van Jos genomen.
Haasdal omhoog, waar we toch nog even een paar fietsers moesten inhalen en zo door Schimmert waar we ook nog bij een groepje aansloten en dit uiteindelijk in de afdaling inhaalden.
In Spaubeek het afscheid. Een wederom mooie rit.



Zondag 8 juli: Kempen

Karel vangt aan met zijn verslag:

Na Parijs en Amsterdam was ik weer in de gelegenheid me op het verzamelpunt te melden.
Met Martin via de privéchat al afgesproken elkaar te ontmoeten. Ook kwam van Vicente een chat met de melding "Ik ga". Repliek van Martin "naar België!".
Ruim op tijd aan de toren.

Even later kwamen in volgorde van aankomst: Vicente, Jos en Ger. Henk had zich bij Martin afgemeld.


Van elkeen kwam eigenlijk de opmerking/vraag voor de rit: Rustig, vlak, niet te ver en afwisselend.
Aan alles is voldaan:

Ik kan de prachtige route op geen enkele manier reproduceren, maar het was een grandioos geheel.
Martin zal de route wel op de site zetten


Ger vult aan:

Voor de derde keer op rij een ongewone route, waarbij het venijn, ofwel de schoonheid in de staart zat. Met z’n vijven bij de toren, Vicente die zijn moraal wilde versterken door naar België te gaan, Karel, Jos, Martin en ikzelf. Verschillende bestedingen van de week doorgenomen, het WK, Paul Simon, de Maasduinen en dat in een krappe vijf minuten.
Het credo was dus België, waarbij de Mechelse hei en aanverwante schone plekken de gedachte vormden. De koersdirecteur besloot anders, althans in die zin, dat we iedere N-weg in de stedelijke omgeving voor Genk hebben gehad; we na veel omzwervingen toch in het doel Bokrijk terecht kwamen om “de weg door het water” te doorklieven en eerst na 75 km. aan de koffie kwamen. Een Belgisch café met een bakker een paar huizen verder gaf ons soelaas. Vicente kreeg nog een kleine additie bij de koffie en vandaar kwam zo langzamerhand de route op gang. Wederom de mijnzetels; zeer fraai of vervallen. De directe omgeving met fraaie “Ir-huizen” en ook mooie mijnwerkershuizen. Daarnaast vervallen MKB-nijverheid.
Nochtans kwamen we zo langzamerhand in het groen en ultiem ook nog langs het water. Kanaal en Maas en oversteek bij Uikhoven. Er werd goed doorgereden om in de finale nog de Moorveld te pakken. Dit nadat Vicente in Oud Rekem afscheid nam. Bovenaan Martin en Karel naar links en Jos en ik richting Ulestraten, Waterval en zo naar huis. Tevreden met een aantal km. vandaag van 147,5 en een gem. snelheid van 25,2. Het is wel eens minder geweest!




Zondag 1 juli

Je hebt fietsdagen en fietsdagen. 1 Juli 2018 kan de annalen ingaan als fietsdag.
Kraakhelder weer, heldere luchten en bijkomende uitzichten en een mooie route – en weer de koffie in Visé.
Aan de toren Martin, Vicente, Jos en Ger. Jos wilde de steile afdaling van de oude Hallembaye, die we vorige week gedaan hadden als klim, doen, en aangezien niemand bezwaar had, daarheen getogen. Met een behoorlijke oostenwind ging dat gemakkelijk: door het altijd weer fraaie Waterval de Oliemolenberg op, waar Ger de kop nam. In Amby rechtsaf en zo Maastrichts rechteroever integraal van oost naar west doorkruist middels de nieuwe viaducten onder de A2 en het spoor.
Over de Wilhelminabrug en langs André en de Slavante en de ENCI, waar inmiddels de laatste mergel gewonnen is.
Na het imposante sluizencomplex de ‘buitenlandse’ klim van de St. Pierre en over het fietspad, dat op enige plekken nog overspoeld was met zand en mergel van de laatste buien, zuidwaarts om daar de fietsroute van de Via Jecore op te pakken. De start van Jos’ klim snel gevonden, mede dankzij Gers geheugen.
Het is inderdaad een fraaie klim met twee mooie haarspelden en een steile top. Over het plateau verder naar Hautain-Saint-Siméon en een mooi fietspad verder gevolgd en Heure-le-Romain omcirkeld. Dorpjes waar de tijd stilgestaan had en in dit weer en schel zonlicht Provençaals aandoen.
Voor Visé door het nieuw te ontwikkelen industriegebied Trilogiport en de nieuwe brug over Maas en E25 voor het eerst over.
In Visé, met Pam-Pam dicht toch een aardige tent gevonden waar de appeltaart goed, maar wel wat duur was.
Vergast op een optocht van plaatselijke drum-, blaaskapellen, bielemannen en schutterijen die hun geweren lieten klinken en zo door de klim naar Dalhem. Langs de Berwinne en omhoog naar Warsage waar we door de plaatselijke rommelmarkt wat oponthoud hadden.
Door naar ’s-Gravenvoeren en de wegopbrekingen omzeilend naar Mesch en de Mescherheide op. Moerslag en – ongewoon – de klim naar St.-Geertruid en zo door naar Eckelrade waar Vicente naar M’tricht afsloeg en we gedrieën via de Orenberg en Keunestraat naar ‘t Rooth reden om over de Daelhemer af te dalen waarna onze wegen in Valkenburg, dat inmiddels overspoeld was met toeristen, zich scheidden.
Een prachtige fietsmorgen.

Ger vult aan:

Weer een bijzondere rit; met dank aan vooral Martin, die weer prachtige wegen en weggetjes wist tevoorschijn te toveren. Daarnaast het uiterst zonnige weer dat het landschap deed ‘glunderen’. En wat is Zuid Limburg en Belgisch Limburg dan mooi. Gister ook op de fiets en met de Salden-tocht, de Eroica en vele andere liefhebbers onderweg een goede start van het weekend.
Vandaag wilden we de afdaling van de oude Hallembaye die 14% aangaf, gelijk als klim oppakken. Met Karel die forfait gegeven had en Hans en Henk die gewoon zoek waren. Kruip- en sluipdoor naar M’tricht, waarbij ik bij ons in het dorp al veel inspanningen zag voor de processie. In M’tricht langs André naar Slavante, nog in de ochtendrust en langs het kanaal en de grote sluis om via de mooie klim uit het Maasdal weer te dalen naar de oude mergelwinning bij Eben-Emael om zo het pad naar Tongeren te op te pakken. De klim gevonden en die was inderdaad zeer leuk met als beloning boven een fantastisch uitzicht. Het deed daar gewoon aan het echte Frankrijk denken.
Uiteindelijk toch in Visé beland met een nieuw koffieadres; heerlijke koffie, vriendelijke bediening en tarte tartin die er wezen mocht. Ter afsluiting trok de harmonie met kinderen en notabelen langs. De jury besteedde nog wat aandacht aan het gebruik van de hardware en er was nog wat discussie of bij de vraag naar een datum ik mijn telefoon nu terecht of niet gebruikte. Ondertussen nog een telefoontje van Reinouw gekregen over haar Garmin en ‘vastloper’ op de MTB (bleek inbus van het kleine blad te zijn)
Fraai weekend; fietsen stofvrij gemaakt en nu een lekker biertje ( 16.30) en eens gaan kijken hoe het NK is afgelopen en reuze benieuwd hoe de Froome-soap afloopt.

Goed en grappig voor de annalen; “pa Adri” voorspelde deze week de tactiek om de koers hard te maken door aan te vallen en dat ie ook voor een sprint niet bang was. Een supertalent (en dat is die Limbo met z’n auto toch ook)



Zondag 24 juni

Ger:


Een rustige rit vandaag. Van de gebruikelijke after-Vosgesdip hadden Jos, Martin en ik duidelijk geen last; integendeel. We hebben op de fiets ruim teruggeblikt en Jos en ik zijn het juryjaar al ingegaan met een eerste beraad over het gebruik van elektronische hulpmiddelen als Strava en Garmin, apparaten aan tafel of bij gesprekken etc. Het heeft er schijn van dat komend jaar alleen hoorapparaten zijn toegestaan!

Een bijzondere rit in een tweetal opzichten; er werd uitgefietst en dat wil zeggen een aardig tempo, maar wel gericht op 'bijkomen'. Verder een speciale route. Jos was nog niet bekend met de desastreuze toestand van Pam-Pam; dus dat was het eerste doel. Via het Heuvelland en met wat resten van de waterschade van een aantal weken her nog in het zicht, kwamen we in Visé met een duidelijk nog altijd te huur zijnd Pam-Pam. (Later kwam het idee op of dat niet een mooi clubhuis voor ons zou kunnen zijn; de diverse rollen zijn al besproken). Mijn opmerking over de Hallembaye werd door Martin omgezet in ‘de oude Hallembaye”. Door hem een aantal weken geleden met Karel verkend, bleek dat een topklim te zijn met ook nog fantastisch uitzicht en aan het eind mooi vals plat. Die leidde ons via een fantastische afdaling à 15% (als klim nog mooier) naar de route naar Tongeren. Die laten lopen, maar wel omgezet in diverse “routes de fruits” door het mooie Vlaamse land; verstilde dorpen met ruimhartig Belgische vlaggen. Zo kwamen wij na ca. 65 à 70 km in Kanne; de vlaai en koffie smaakten goed. Op de fiets en terras de toestand van het M’trichtse onderwijs besproken. Een curieuze dame uit Den Bosch met een oude, verroeste Colnago en ondanks drie fietsbroeken met een spijkerbroek onderweg, die ons het hemd van de broek vroeg als verder intermezzo.

Ongewoon via kanaal, Ternaaien, Slavante en met de Groene Loper als toetje. Die lag er fraai bij, hoewel ik thuis al van het eerste schade las; diverse banken in de hens! Het bleef ongewoon want in B&T de afdaling van de Daelhemer opgezocht en onderaan V’burg ging Martin zijns weegs en Jos en ik later voor Schoonbron idem. Een route de moeite waard om vaker te doen; voor 50% nieuw!



14 – 16 juni – TCE Vosges 2018

Fanks foto's staan hier

Henk trapt af met zijn waarnemingen:

Daar gaat ie weer:

Routes subliem. Landschappelijk uit de kunst. Vaak rustige wegen. Nergens slecht wegdek, soms zelfs als een biljartlaken. Mooi en technisch moeilijk tijdritparcours. Fantastisch piece de resistance gevonden voor de zaterdag, alhoewel niet door iedereen op waarde geschat. Wat mij betreft mag er op de zaterdag wel een bergje en wat km bij na de pauze.

Goed hotel met begrip voor onze behoeftes en die van andere klanten. Meer dan twee personen per kamer lijkt veel, maar ik heb er geen enkele last van gehad. Jan en Martin zijn net zulke rustige slapers als ik, en als iedereen moe is slaapt iedereen ook maximaal toch? Eten was prima en wijn dito, dankjewel sommelier Jos. Ontbijt was helemaal op ons toegesneden.

De techniek maakt het mogelijk in grote mate onafhankelijk van elkaar te rijden, maar je kunt het overdrijven. Wat mij betreft volgend jaar toch wat meer en groupe. Hierin moeten de Jannen volgend jaar dan maar leiderschap tonen. Toch werd er ook veel sociaal gereden. Af en toe werd er omgekeken en iets ingehouden. Voor mij met name door Martin. Mijn woede-uitvallen moet je niet te serieus nemen, Harold. Het voordeel van niet al te lange ritten is ook dat de snellen niet in de stress hoeven te zitten over de nog af te leggen afstand, waardoor er rustig gekeuveld kan worden tot iedereen boven is.

Het materiaal wordt steeds beter, maar je moet natuurlijk wel die check doen die de materiaalcommissaris voorschrijft. Excuses voor het oponthoud op zaterdag en bedankt voor jullie geduld. Ik heb wel gemerkt dat ik door de compact bij hellingen >8% niet meer ‘t goede verzet heb. Ik ga mezelf toch verwennen met een derailleur met grotere slag en een andere pion achter.

Het sociale gebeuren kwam maximaal tot zijn recht. Vorig jaar had ik persoonlijk gezorgd voor ruime socializingtijd voor de start op donderdag. Dit jaar was dat door de noordelijke ligging van de startplaats niet eens nodig. Door de iets kortere ritten en geen verplaatsing op vrijdag ook anderszins ruim de tijd. Zelfs op zaterdag. Alhoewel we zoals boven gezegd best op zaterdag een berg extra in kunnen plannen en 30-50 km extra als we ook wat vroeger beginnen. Zeker als we de mogelijkheden tot afkorten ook blijven benutten.

….hmmmm. Maar ‘t ging over socializen toch? Inderdaad, bijna vergeten. Elke keer weer leuk om in steeds verschillende samenstelling oude en nieuwe fietsvrienden weer te treffen. Ik kan zo wel door tot ik tachtig ben. Echt super die mengeling van nationaliteiten (Fries, Braziliaans, Nederlands), geslachten (man, beetje man, superman), sportvoorkeuren (fietsen, wielrennen, toeren, klimmen, tijdrijden, dalen, pou-pou-‘n, wieltjeszuigen, jumpen, demarreren, volgen, afwachten, afsprinten), leeftijd, professie, seksuele voorkeur, politieke voorkeur, culinaire voorkeur, on-line activiteit, etc. etc. Opvallend te zien hoe gedurende het diner op zaterdag het gesprek verloopt van gedempt, gedisciplineerd, geanimeerd naar chaotisch, geïrriteerd, geagiteerd, chaotisch en weer terug naar relativerend, kalmerend, berustend, slapend.

Bedankt voor jullie inzichten:

Dat zijn 10 leerstellingen waar ik filosofietsend een tijdje mee vooruit kan.

Martin vult, vooral vanuit routeperspectief aan:

Bijzonder dat we geen autoverplaatsingen nodig hadden en OHL vanuit de drie richtingen verlaten hebben. Een zeer gebalanceerde domirit waar vooral de mooie dorpjes en wijnbergen opvielen en natuurlijk de prachtige eerste helling en de magnifieke tijdrit

  20042005200620072008200920102011201220132014201520172018
1Harold--------33'12"32'25"34'03"32'57"33'24"38'03" --51'45"18’40”23'12"
2Jos34'19"33'48"33'41"23'31"--35'47"38'26"33'55"--41'03"49'58"--d.n.q. 19’40”24'57"
3Jan S.--------36'55"39'13"38'22"37'14"36'47"41'01"56'11"--d.n.q. 22'15"25'20"
4Vicente--------------------------27'03"
5Hendrik----------39'12"45'45"37'24"39'47"45'00"1h00'40"--d.n.q. 25’40”27'30"
6Martin41'36"47'48"40'19"32'02"49'02"46'05"d.n.f.40'50"44'58"50'57"1h03'20"1h02'50"d.n.q. 22’45”27'49"
7Henk38'07"38'45"41'34"29'16"41'22"40'20"d.n.f.43'05"41'30"45'27"1h07'30"--115'03"30'28"
--Ger48'29"d.n.s.55'10"33'51"46'20"46'09"55'16"44'30"46'34"d.n.s.d.n.f.1h23'26’30”d.n.s.
-Frank------------d.n.f.d.n.s.49'10"57'26"--1h17'd.n.f.d.n.s.
-Karel48'16"--60'30"39'25"55'00"--d.n.f.53'38"49'10"57'00"1h10'21"1h19'11"d.n.f.d.n.s.
--Jan P.------------d.n.f.--47'50"1h10'00"--1h13'--d.n.s.
--Hans--35'47"38'25"25'36"34'50"33'30"36'57"--34'37"37'47"48'30"53'45"----


Vrijdag: zeg maar de dag van de Routes Forestières; maar wat een mooie: stil en perfect wegdek. Gevolgd door de prachtig Col du Donon langs de prille Saar, waar we de echte Donon links lieten liggen – helaas.
De klim naar OHL magistraal gewonnen door mij in een verrassingsaanval.

De zaterdagrit, waar vooral het mooie eerste dal mij opviel alsmede de uitdagende klim naar de Champ du Feu. Volledig verprutst door Harold, Jan en Hendrik die denken dat het simpelweg volgen van de wegwijzers de uitdaging is. Beter voorbereiden heren!

De Mont Sainte Odille natuurlijk prachtig, al is het maar om het uitzicht. Helaas dien ik, ondanks het vullen van twee bidons uit La Source Miraculeuse, nog steeds mijn bril te dragen.
Een juryoordeel zonder prijzen: magistraal of luiheid? Een verdiende wisselbeker

De opmerkingen van Henk: daar sluit ik mij volledig bij aan! Misschien als aanvulling en uitdaging voor de RC’19 (Jan en Jan): explicieter uitbreidingen en afkortingen te noemen.
En natuurlijk de jury 2019: Ger en Jos.

Karels blik op het een en ander:

Wat is er nog aan te vullen aan het mooie en beschouwende relaas van Henk (echt Henk) en Martin.

Mannen het was genieten!!

Inderdaad de gemêleerdheid van het gezelschap, het weerzien na een jaar en dan gewoon verder keuvelen alsof het pas een paar dagen geleden is. De onderlinge sterkteverschillen die geaccepteerd worden, de strijd die dan toch nog gestreden kan worden. Het onderlinge respect met wachten op de laatste (meestal ik), die (zie Henk) er ook lol aan heeft. Voordeel voor de anderen: ze kunnen langer recupereren.

Nogmaals chapeau voor de routecommissie die heel mooie "routes forestières" heeft uitgezocht en zelfs op diverse plaatsen nieuw asfalt heeft laten leggen om ons het dalen te vergemakkelijken

De aanreis die dit jaar voor iedereen solo is geregeld met alleen een ETA was hierdoor ook wat minder gestrest dan andere jaren. Kamerkeuzes lossen zich ook prima op, snurken of niet snurken, meuren of niet meuren; alles past zich aan (al is het na enig overleg).
De verblijfplaats St. Florent. Perfecte oplossing hunnerzijds om ons een eigen feestzaal met eigen ober enz. te geven.
Wordt volgend jaar weer een etablissement uitgekozen waar alle kelderdochters (wel goeie) verorberd worden?
Het juryoordeel was heel doordacht zonder fysieke prijzen. Puur morele ondersteuning; dus magistraal !
Ik heb volgend jaar al weer in mijn agenda gereserveerd en kijk er naar uit!

Gers visie, na een paar dagen Vulkaneifel:

Volgens mij is alles al gezegd; ons Vogezentripje volstrekt zich in een herkenbaar ritueel. De split in sterktes, de tijden, de aankomsten: alles slechts gradueel verschillend t.o.v. andere jaren. Ook onverminderd de hoge opkomst en het elkaar op een plezierige wijze de maat nemen. Toch slaagt met name Henk er dit keer in – aanvullend - de nodige scherpe observaties te plaatsen. Hij verwoordt het meer dan prima. Wie de schoen past…….
Opvallend is verder dat, ondanks het mindere social media gebruik van onze doelgroep, Strava en Garmin bijna al voor de aankomst uitgelezen ‘dienden’ te worden. Ook in de discussies en gesprekken was het “ik vind dat nu eenmaal” en “ook dat is maar een mening”-gehalte groter dan andere jaren. Conclusie ook wij passen ons aan aan de tijdgeest. Nieuw was dit keer ook het niet gebruiken van Knuvelkes als verzamelplaats, maar het werken met een ETA. Paste goed bij het uit diverse windrichtingen aankomende fietsers. Je merkte dat Henks > 2 uur rust bij het op de trein wachten, zich loonde in een mooie terugblik.

En dan uiteraard de ritten: fantastisch en met veel gevoel uitgezet door de RC! Mooie natuur, mooie en (on)bekende klimmen en eenieder kon zijn ei kwijt. Jammer dat er vier personen niet meer mee mochten doen met de tijdrit. Gewoon wachten op elkaar op diverse punten, kan worden verbeterd, zoals al door anderen geïndiceerd.

Ik vond het supermooi er weer bij te zijn; was heel blij met mijn fiets en kon gelukkig op zondag een rustdag pakken. De aansluitende drie dagen fietsen in de Vulkaneifel (Meerfeld) op zo’n 150 km van Gulpen, gaf een extra dimensie. Een heel mooi gebied met stevige klimmen! Het komt immers niet zo vaak voor een week op de fiets te zitten en ca. 9,5 km aan hm en alles bij elkaar toch > 500 km te fietsen. De laatste dag in Meerfeld hebben Reinouw en ik laten lopen; miezer en stevige wind. Frank en Tessie hebben er daarentegen nog een kleine 40 km aangeplakt.

Nu al weer zin in volgend jaar.



Zondag 10 juni – Hauset

De laatste toets voor de Vosges. Karel en Martin kwamen in Schimmert Ger al snel tegen en net zo snel kwamen Vicente en Jos daar, uiteindelijk gevolgd door Hans.

Op mijn beoogde doel, de Geulbron kwam geen bezwaar, dus daar heen. De heenweg voornamelijk over snelle wegen door het Geuldal en bij Lemiers de start van binnendoorweggetjes: het altijd weer fraaie klimmetje van Holset en de weinig gedane klim naast Vaalsbroek en door naar de pas van Wolfhaag. Bekend nu van vorige week door Gemmenich naar Kelmis waar we afweken en fraai heuvelend door Hergenrath en zo in Hauset genoeg in de buurt van de Geul aankwamen. Daar een bijna volmaakte Konditorei (want zo heet dat in het Duitssprekend deel van België) waar we ons de koffie en de vlaai goed lieten smaken. Terug via de kleinste weggetjes en onder de TGV-brug door langs het spoor en door het bos de prille Geul volgend om zo weer in Hergenrath aan te komen.
In Kelmis buitengewoon het paadje naar de brug van Moresnet genomen en zo door naar Plombières, Sippenaeken, Terziet en Epen.
Over het nieuwe fietspad naar Mechelen en wederom door het Geuldal waar Jos de Fromberg voorstelde (langs de achterkant); daar inspecteerde hij de wijngaard nog en kwam tot de conclusie dat de ranken verloren waren. Door naar Craubeek en de Barrier en zo omhoog naar Klimmen waar Karel en Martin afsloegen. Hans was al veel eerder afgeslagen en Vicente op de Fromberg.

Een mooie tocht.

Ger vult aan:

Heerlijk gereden vandaag; goede opkomst met Jos gelukkig weer eens onder ons. Zijn conditie was in Frankrijk niet minder geworden, ondanks ook daar niet zo fraai weer. Eenieder al een beetje in Vosges-stemming. Pam-Pam geen optie, Welkenraedt evenmin. Martin opperde de bron van de Geul ergens achter Vaals. Ik weer terug richting Valkenburg en Wittem en vandaar naar Lemiers en Holset langs de grote weg. (Gisteren met de Garmin iets soortgelijks gedaan, door een ‘verrassingsroute’ te nemen. Die bracht me mooi over fietspaden als preferentie, maar een fietspad naast een grote weg, ziet die ook alleen als fietspad. Desalniettemin mooi door de Kempense bossen achter Rekem etc. gefietst.

Er werd ondertussen stevig doorgefietst en via de pas van Wolfhaag en wat kruip door sluip door, kwamen we bij een prima bakker. Twee kleinere rijste- resp. abrikozenvlaaien werden elk in zes stukken gesneden en we hadden een goede pauze. Nog wat pool- en vertrektijden en routes besproken en weer terug en ook bleek dat Hans helaas niet mee kan gaan. Jammer, en een gemis.

Ondertussen weer op de fiets en retour naar Sippenaeken en vandaar uiteindelijk naar Mechelen. Het afslaan van deze en gene ondertussen en zo eindigede Jos, Marin, Karel en ik in Klimmen. Retour via Valkenburg en wederom een prima rit van > 110 km afgelegd. De vorm is er en blijft hopelijk nog effe en mijn Concorde die een grote beurt heeft gehad rijdt weer als in zijn beste dagen. Net zo retro als zijn berijder was het een feest.



Zondag 3 juni

Ger
:

De gebruikelijke zondagrit van TCE was wat minder gebruikelijk dan normaal. Allereerst “massale opkomst” (op Jos na was eenieder er); daarnaast was eenieder ruim op tijd; ik zelf sloot de rij tegen 8.55 uur en tot slot is de oude traditie van de Waldschenke en Lousberg in ere hersteld. De opkomst, het weer en de komende Vosges deden de behoefte aan wat klimtraining opkomen. Nu dat hebben we geweten. Mooie heuvels als Brakkeberg, de schitterende klim naar Beusdael met dito fraaie uitzichten op België, de lange vals lopende loper naar Gemmenich en ga zo maar door. In Duitsland was zo nu en dan goed het resultaat van het noodweer van afgelopen week nog te zien. Hoe we bij de Waldschenke zijn gekomen kan ik niet meer reproduceren, hoe we daarna zijn gereden nog minder. Wel dat we via Bocholtz en Simpelveld via kleine achterafweggetjes super zijn gereden en uiteindelijk de gekende Karstraat omlaag hebben gepakt. Achter Barrier scheidden de wegen: Martin, Henk en Karel naar rechts en Vicente en ik nog samen naar V’burg en daar ook “onze scheiding”. Hans was al eerder afgeslagen.

Onderweg en bij de Waldschenke was genoeg gespreksstof over diverse gezondheden, tuinen, pensioen, Garmins, de wereldpolitiek, Nederland van het gas en ga zo maar door. We hebben een genoeglijke rit gehad. En ik voel me net weer een klein kind met superspeelgoed! Zelf > 120 km en 1428 hm. Tevreden, maar wel tegen de kramp aan het eind en dat gaf ook mijn Garmin aan met z’n 'trainingscijfers'.

Karel vult nog aan:

Eerder was alleen bericht geplaatst over witte/grijze of zwarte deelname aan de Grenslandklassieker. Respons nihil. Dus gewoon naar het verzamelpunt. Het verhaal van Ger is al uitvoerig. Wil hier alleen aan toevoegen dat ik blij was dat Martin erbij was, anders hadden we die prachtige wegen en weggetjes nooit gevonden. Niks is zonder Garmin te reproduceren. Henk nog bedankt voor de verjaardagsvlaai en de koffie. Jammer van mijn lekke band. Prachtige dag!



Zondag 27 mei – Koekjesrit

Ger
schrijft:

Zaken zijn relatief en perceptie is realiteit”. Deze twee motto’s waren vandaag op mijn fietsen van toepassing. Ik heb al een tijdje het gevoel dit jaar tot dusverre aardig aan het fietsen te zijn en af en toe naar wat cijfers in het verleden kijkend bevestigen dat idee. Ergo; deze perceptie is een knalharde realiteit. Echter - zoals vandaag - blijkt dat alles toch relatief te zijn. Mijn hogere gemiddelde snelheid werd compleet teniet gedaan door het fietsen van (uiteraard) Hans, Martin, Henk en Vicente. Ik hing meer dan eens “aan de rekker” , zoals de Belgen dat zo plastisch zeggen, maar kon af en toe toch wat toevoegen en….. i.t.t. andere jaren ging ik in de tweede helft niet dood.

Genoeg over mezelf; de rit en de anderen. Voorspeld was rond de middag onweer, dus Martin zocht zowat het verste punt uit: Eupen! Dat had wel eenieders instemming en zo hebben we een meer dan fantastische rit gehad. Anders dan anders met ook wat gebruikelijke mooie uitzichten in dat Belgische land. Hans was gelukkig weer eens aan de start en praatte ons bij over z’n afwezigheid. Vicente terug uit Brazilië en Martin en Henk als gewoonlijk stoïcijns. Bij de toren nog wat gepraat over raar stuurlint, fietsende dames, ontbrekende Synapse en accu’s van Di2, Garmin en zijn nieuwe (top?)product en ik heb me opgeworpen als proefpersoon voor die 1030.

De rit naar Eupen kan ik niet meer reproduceren, maar staat op de kaart en was, als gezegd wondermooi, ondanks af en toe abominabel asfalt, zeker aan de kant. We kwamen na ca. 50 à 60 km het centrum binnen en toen was er toch helaas een kleine misser bij de terraskeuze. Alleen koffie en dan nog traag, een ongezellige ober en we hadden ook nog eens uitzicht op de bakker en beter bedienend, resp. uitziend personeel. Geen tijd dus voor bespreking van de situatie in de wereld, de Giro en die rare, maar toch sterk rijdende winnaar en “onze Tom”. Gelukkig redde de opkomende donkere lucht en wat eerste druppels en een enkele donderslag ons. Henk de koffie als aanbetaling van zijn verjaarscadeau afgerekend en gezwind “voor de wind” terug over de grote weg. En een grote weg is in België een grote weg! Die had weliswaar een voetpad en fietspad daarnaast, maar op dat fietspad hadden ze wat waarschuwingsborden geplaatst. In HC gekozen voor de mooie weg langs het kerkhof en het Roode Bos en dat liep als een speer. Geen memorial op het kerkhof van HC (wel vandaag in Margraten) Schuin achter de donderlucht. In Margraten aangekomen zagen we dat het daar stevig had geregend; wij blij dat we dat hadden gemist.

Inmiddels was Hans al afgeslagen naar zijn Helma en Vicente naar Margraten. Dus wij drie als sluitstuk naar de afdaling van de Daelhemer. In V’burg afscheid genomen en bij het afdraaien naar rechts zag ik een zeer donkere lucht. Voor Wijlre vlogen mij de blaadjes om de oren en was de wind tegen stevig. Na Wijlre begon het via een paar druppels te kletteren en te donderen. In het klooster hebben we met wat mensen geschuild en ons verbaasd over dat natuurgebeuren. Door de regen zag je nauwelijks wat en er ontstonden spontane riviertjes op de weg. Toen ik uiteindelijk (in de ‘naregen’) wegreed zag ik de stoeprand niet eens, die lag onder water. Chauffeurs in auto’s waren net kinderen; auto van onder poetsen en regenschermen produceren.

Een van de fraaiere ritten in het jaar en de 1000 hm gepasseerd! Dank aan de (zo nu en dan twijfelende of zo) routecommissaris.

De Dode: zo twijfelde de RC eigenlijk niet: feitelijk telde de heenweg minder kilometers dan de terugweg, die wij als korter gepland en gepercipieerd hadden.
Een terugweg die voor ons overigens verder zonder regen verlopen was en bij aankomst snel het gras gemaaid, waar de eerste druppels vielen toen ik vrijwel gereed was.
Het terras: dat was natuurlijk wel een dingetje – gewoon niet kritisch genoeg geweest en met de eerste de beste van de vele tevreden – alsof je een damestudentenhuis betreedt – zeg maar.
Maar we blijven leren voor als we de volgende keer in Eupen de koffie nemen.
Het was met enig leedvermaak dat Henk in Schimmert zei dat ìk nog een klim moest doen, maar ook die lukte nog wel.




Maandag 21 mei – Tweede pinksterdag

Henk
had verzocht tweede pinksterdag te rijden dus een kleine opoffering van de Dode.
Een uurtje later dan normaal. Henk wilde westwaarts dus via het pontje van Berg die kant uit.
Min of meer ons innerlijk kompas gevolgd en over dreven en fietspaden door boerenland en langs kanalen. Meestentijds mooi wegdek en rustige dorpen, maar ook een fraaie kasseienstrook die Paris-Roubaix niet zou misstaan door het bos.
Terug tegen een aanzwellende wind in en aan de Maas een koffie genoten alsmede de vlaai van de dag, wat een chocolade-crêmetaart bleek te zijn, die desondanks smaakte.
Terug weer met de pont en op tijd thuis voor Henk.
Zo dit weekend met > 180 km afrondend.



Zondag 20 mei - Op ontdekkingsreis

Het was rustig aan de toren: slechts Karel en Martin gaven acte de préseance.
Maar goed: niet geklaagd, het weer was goed, dus op weg. Al snel met het voorstel om eens te kijken of Pam-Pam – al dan niet onder een andere naam – heropend was.
Onderin Valkenburg gaf Karel aan de Cauberg eens te willen doen – dit jaar nog niet gedaan. Rustigjes, net als de rest van de tour, omhoog en ongewoon de rijksweg N590 westwaarts blijven volgen om niet alvorens Terblijt gepasseerd was, af te slaan naar Gasthuis en langs de groeve, waar we ons afvroegen wanneer de mergelwinning daar beëindigd zal worden, omlaag naar Cadier & Keer, toch nog even twee mannen en een snelle dame in het klimmetje geschaakt.
Door Honthem naar Bruisterbosch en daar het smalle binnendoortje, de Bronkweg naar Eckelrade gevolgd. Zo naar Libeek en over de Mescherheide naar Mesch en Withuis.
Een nieuw binnendoorweggetje naar Moelingen gevonden en zo door naar de A2. Even geverifieerd of het weggetje langs de waterzuivering inderdaad doodlopend is: check!
De fietsroute naar Visé gevolgd, waar bleek dat de nieuwe naam van Pam-Pam À Louer blijkt te zijn, dus door.
Nu een majeure nieuwe beklimming gevonden, de Tier de Bruyères: een heel mooi en rustig betonpad door een oude steengroeve naar Froidmont en zo door naar Hautain-Saint-Siméon en heerlijk afgedaald naar Bassenge waar een hardloopwedstrijd het verkeer ontregelde en ons aanzette tot de koffiepauze. Helaas geen vlaai, maar wel lekker in het zonnetje.
Een klein maar fraai klimmetje links omhoog gevonden, tussen de mergelwanden door, dat echter helaas doodlopend bleek te zijn. Terug nu en de volgende weg omhoog die even fraai was en niet doodlopend!
Door Zichen en Zussen en zo de Alpe d’Huez van Kanne af , waar bij het afdalen pas de slechte kwaliteit van het beton opviel; door Kanne, Tom was niet thuis, op vakantie in Italië zeker, door naar M’tricht.
Over de nieuwe stuwbrug en langs het kanaal naar Bunde en de Dennenberg omhoog en zo naar Moorveld en huiswaarts. Een heel mooie rit.

Karels verslag komt ook binnen: vrijwel identiek aan het mijne dus ik plaats alleen zijn laatste aanvulling: "Komende zondag ben ik er niet. KZM in de Bovenste Puth. Deelname is mij verplicht door L."



Zondag 6 mei – Superwetter!

Met een weersverwachting die tot fietsen verplichtte, troffen Vicente, Henk, Karel en de Dode elkaar aan de toren. Martin stelde het Drielandenpunt voor en dat werd het.

Met een omweggetje om de noord, waarbij vooral Terstraten opviel, naar Swier en Weustenrade en zo door de Retersbeek omhoog naar Klimmen en de Koulen (waar Jos natuurlijk niet thuis bleek).
Afgedaald naar SoG en het Geuldal gevolgd tot Partij en verder naar Mechelen.
De lange en onregelmatige klim door Hilleshagen naar Vijlen en daar, obligaat, de schitterende Rugweg.
Heerlijk afgedaald, maar niet gestopt, langs Lodge Seven, en door het verstilde Raren en Wolfhaag omhoog naar de Wolfhaagpas (bijna) en zo – zeer ongewoon – langs de Galgenberg om aan de voet van de reguliere klim naar het Drielandenpunt te geraken.

Bovenop een sfeer die sterk aan de openingszin van Tim Krabbés boek deed denken, maar de koffie, vlaai en zon maakten de trage bediening zoet.
Met supermooie uitzichten afgedaald aan de Gemmenicher zijde en zo net zo mooi vervolgend westelijk met de Hoge Venen aan de horizon.
Voor Sippenaeken, ongewoon, links om door een verstild landschap naar Hombourg te rijden, waar de blaaskapel bijna de Marche Funèbre voor Karel speelde, die trouw volgde, maar bij de meeste klimmen toch als nummer vier bovenkwam.
Maar: weer afgedaald naar Teuven, waar we in groepje van WTC Gulpen geraakten en zo fors meereden om te Nurop te splitsen voor de klim naar De Plank, die Henk voor hem nam en Vicente niet liet bijkomen.
Over de N598 richting Margraten en buitengewoon ongewoon linksaf naar Banholt alwaar door naar Mheer om een alleraardigst binnendoorweggetje te vinden naar de start van de Stallenstraat die zich weer mooi liet afdalen. Over Libeek naar Moerslag, waarna Vicente in een sneaky moment de tussensprint bergop won.
Nu het bekende fietspad naar het noorden. De wind – uit dezelfde richting – begon zich goed te laten gelden en het werd buffelen, waar de kop afwisselend door Henk en Martin genomen werd.
Vicente sloeg af te Maastricht en gezamenlijk door in een tempo dat aan de wind en de aan het eind van zijn Latijn zijnde Karel aangepast werd.
In Neerbeek boog Henk af en samen door naar Sweikhuizen, wiens klim we met een variant afsloten. Een buitengewoon mooie tocht!




Vrijdag 27 april – Jour du Roi.

Ger
:

Wat mij betreft dit keer compact, want ik ben onderweg vooral met mijn nieuwe fiets bezig geweest (sorry). Het idee afgelopen zondag van Martin om Koningsdag in België te vieren en daar Hollands eer op te houden, vond navolging. Vooral van degene die km’s wilde of moest maken. Nu dat hebben we gedaan en in een aangenaam doch standvastig tempo o.l.v. onze webmaster. Deze bleef continue “onder bereik” tot aan het eind bij Banholt.
De route is inmiddels zeer bekend, maar voor Vicente toch nieuw. Diverse plekken van eerdere tochten gedaan en de klim door het bos naar BM blijft toch heel fraai. Gele banden van het stuifmeel en wondermooie zonneval door de pas nieuwe lichtgroene blaadjes. Ondertussen schakelde mijn Synapse dat het een lieve lust was en vooral het comfort viel op. Waar ik met de DUELL van gat naar steen stuiter, nam de Synapse dat soort zaken voor kennisgeving aan. Dat scheelt toch aan het eind in vermoeidheid en spierpijn (althans dat geloof ik nu). De grote weg naar BM blijft een rotding. Zo nu en dan stevige %’s, niet al te best asfalt en die razende auto’s en motoren maakte het niet altijd prettig. Wel begon ik inmiddels door te krijgen, dat ik wat meer km’s achter de kiezen had dan Vicente en dat gaf moraal.
Lekkere vlaai en koffie in het eerste restaurant en Martin en Vicente gingen zich te buiten aan “dubbele vlaai”. Terug dalend naar Jalhay, de Gileppedam en het smerige klimmetje (waar ik de naam altijd van vergeet). Ik zag onderweg wel 18% op mijn Garmin opdoemend. Vanaf Henri-Chapelle is de weg terug bekend van de route vanaf Banneux. In Teuven naar boven naar de grote weg en vervolgens door het Heuvelland, terwijl Vicente afsloeg naar M’tricht. In Banholt zijn Karel en ik eerst Martin kwijtgeraakt en ik daarna ook nog Karel. Ergo alleen naar huis, d.w.z. eerst naar Margraten, daarna naar Scheulder, de Daelhemer weer af naar het centrum van V’burg en langs de grote weg naar Schoonbron, Wijlre, Wittem etc. Het licht ging langzaam uit, mede door de tegenwind. Me er doorheen geploeterd en afgeklokt met ca. 145 km; 1700 hm en een gem. van 22,3 km/h. Daarbij 6,5 uur op het nieuwe zadel doorgebracht. Het was alles bij elkaar wondermooi. Jammer dat Henk, Hans en Jos moesten afzeggen.


De webmaster is wat laat: eerst de Lenzen, op ‘bevel’ van Ger gepoetst, toen de e-bike van Miriam onderhanden genomen en daarna haar racefiets die na haar ritje nieuwe remblokjes en een afstelbeurt behoefde.

Ik had al zo’n vermoeden dat Ger al zijn verslag klaar had want trots als een aap met zeven lullen was hij op de ervaring met zijn Synapse dus daar moest hij zeker kond van doen!

Het was een ontspannend ritje waar vooral het weer erg meeviel en ook dat we weer eens ‘diep’ in België geraakten fijn.

De klim na Dolhain waaraan Ger refereert heet de Polenterie, door ons colloquiaal ook wel Côte de Carrière genoemd daar hij langs een steengroeve loopt. Genoeg slecht wegdek daar gevonden om Gers fiets te testen.
Wat me in de herberg op de Baraque opviel was het oninspirerende gezelschap aldaar, maar de vlaai maakte veel goed.
Ik raakte Ger en Karel in Banholt kwijt toen ik linksaf sloeg, omkijkend G&K zag, die vervolgens rechts sloegen. Pas in Mheer kwam ik erachter dat ik ze kwijt was, daar ik twee andere fietsers achter mij aanvankelijk voor hen aanzag.
Teruggekeerd trof ik Charles weer en in de wetenschap dat Ger de weg alleen wel zou vinden getweeën verder.
Het tempo van Karel stond uitgebreide gedachtewisselingen toe en de zon maakte dat niet vervelend.
Karel merkte terecht op dat het beter ging dan twee weken hiervoor; hou die progressie vast!
Het was in velerlei opzichten een fijne rit.

Karel vult nog aan:

Op de site en het forum was al vermeld dat er vrijdag 27 april, Koningsdag, gefietst zou gaan worden. Ik had dit in Italië wel al gezien, maar Ger herinnerde er nog eens extra aan via de chat.
Een en ander resulteerde erin dat om 9.00 Ger, Vicente Martin en Karel aan de Toren stonden te popelen om te vertrekken. Martin en Karel hadden als vertrekpunt de PLS8, een beetje abracadabra voor Vicente. Allereerst werd natuurlijk de nieuwe Cannondale van Ger met schijfremmen, DI systeem en reservebatterijen (in de schuine buis) bewonderd. Mooie MPV (Man Powered Vehicle) in een gedistingeerde kleur.
Doel was de Baraque Michel. Voor Vicente was nagenoeg de gehele route nieuw.

De routedetails zullen Martin of Ger wel verder toelichten. Het werd een rustig, beheerste rit, waarbij de heenreis zoals bekend goeddeels bergop gaat, maar er ook nog een straffe wind tegen stond [webmaster: dat viel toch wel mee? Of was het de rijwind?] Duidelijk was dat Martin de meest getrainde deelnemer was; Bij de anderen schortten er nog wat km's en misschien een overmaat aan gewicht (bij mij bv).

Na een week Zuid-Italië zijn zelfs de Belgische wegen een verademing van hoogstaande kwaliteit, althans op de meeste plaatsen. Een stuk achter Dolhain was toch een beetje een beproeving. Ger ondervond hier het grote voordeel van een comfortframe.
Bij de Plank zocht Vicente zijn eigen weg terug naar Maastricht en gingen we gedrieën verder tot Banholt, waar de afspraken even onduidelijk waren en het peloton in drieën viel. Ger heb ik niet meer terug gezien. Met Martin samen verder via St.-Geertruid, Gronsveld en Meerssen. Hierbij werden voor mij de km's toch echt zeer voelbaar en hebben we het tempo (nog verder) teruggeschroefd.

Concluderend: Het was een fijn rit, totaal 142 km. Goeie voorbereiding voor de Vogezen.



Zondag 22 april

Met prachtig weer toog de Dode naar de toren; geen Henk, geen Vicente maar wel snel Pou-Pou. Een paar minuten voor negen kwam Hans aangehijgd; hij was wat laat vertrokken… Martin noemde iets als Rode Bos, dus daar – een beetje – heen.
Door Ulestraten langs het vliegveld en door Kasen draaiend naar omlaag; bij Meerssen en wat onduidelijke wegopbrekingssituatie dus over de hoofdweg verder.
Daar merkte Ger – die iets eerder iets meende te mogen opmerken over de staat van reinheid van Martins Lenzen – op dat het schakelen niet meer ging. Snelle inspectie leerde dat het einde van zijn versnellingsbuitenkabel het aspect van een kraaiennest had gekregen. Een stuitend blijken van gebrek aan deskundige inspectie en onderhoud!
Snel besloten door het Geuldal naar Gulpen te rijden wat even snel ging door diverse andere fietsers, dit ondanks de wat scheve kettinglijn van Ger.
Aan de Maretak aangekomen bleek Reinouw aan het werk in de tuin – zo hoort het! Voor Ger dé gelegenheid het elektronische wonder, de Cannondale te tonen: geïntegreerde voorlamp, tunnel-achterlamp, elektrisch schakelen met in het frame geïntegreerde aansluitingen en schijfremmen. Bergaf ging het goed, maar bij de Rijksweg bleek de accu leeg en schakelen onmogelijk!
Tijd voor een hartig woord met de fietsenmaker!
Ger alleen terug voor fiets # 3 en zo de Koning van Spanje op. Bij Heijenrath besloten voor de koffie bij de Smockelaer, waar Hans besloot huiswaarts te keren: hij wilde ook wegens het weer tijdig terug zijn. De koffie op en onder een dreigende lucht afgedaald naar Teuven en de wondermooie klim van Nurop naar de Plank. Verder naar Ulvend, de Schey af en de Kütersteenweg naar Terlinden om bekend naar Banholt te gaan.
Ger besloot onverwacht naar Honthem af te slaan en zo door Cadier en de Bronckweg af en over het gekende fietspad noordwaarts.
Omhoog naar Ulestraten en de Waterval omhoog, waar Martin de mannen van TWC Grensland niet kon laten gaan. Bij de Kruis Martin naar links en Ger naar rechts.

Heren: aanstaande vrijdag, koningsdag, een HC-rit, denkelijk de Baraque.

Ger vult na LBL aan:

Er rest slechts een commentaar…gewoon pech!

En inderdaad is mijn fiets altijd in orde! Waarom dan checken; nu dat waarom weet ik weer sinds vandaag. Deel 1 na ca. 50 km afgerond met een scheve kettinglijn, achter de 11 en voor de 30 of zo en vervolgens gas geven. Dat ging goed.
De Synapse moest ik nog opladen had ik van de fietsenmaker begrepen. Maar mijn enthousiasme overwon mijn verstand. Dus de afdaling naar het dorp en daar schakelen, betekende dat ik na nog geen 2 km weer thuis was (hij staat nu aan het snoer en ik hoop dat ik niet dezelfde problemen ga krijgen als Henk. Van de fietsenmaker begreep ik dat Shimano nog met refurbished batterijen werkt: het is belachelijk). Ergo op de 20 jaar oude Concorde deel 3 afgelegd. Ik was redelijk uitgewoond thuis, maar wel content met in totaal ca. 107 km en een toch mooi gemiddelde en andere waardes. Een saaie LBL gezien met wel een mooie winnaar en TD goed in beeld

Morgen maar eens de Synapse gaan testen en er mee gooien kan ik me niet permitteren.



Zondag 15 april

Met afmeldingen van Ger en Henk, maar een aanmelding van Karel naar het dierenasiel over nat wegdek maar onder een onbewolkte hemel.
Daar troffen wij Harold aan, vergezeld van een fietsmaat Bob.
Karel had natuurlijk zijn repertoire van excuses als verkoudheid en dergelijke al rijkelijk gevuld, maar geen – of vrijwel geen – mededogen.
Op naar de toren, Harold op zijn bijna nieuwe Bianchi, maar ze moeten nog wel een beetje aan elkaar wennen. In Schimmert had hij een lekke voba – een mooie gladde band, type featherlight, maar niet bestand tegen een klein steentje, het oppompen ging ook wat moeizaam door aanvankelijk weglekkende lucht en vervolgens een loszittend binnenventiel.
Maar er was, wat dit betreft, gelukkig niemand aan de toren.
Dus op weg met als oogmerk een niet te zware route. De Sibber op en over het plateau naar Ingber, waar bleek dat Karel het dalen nog niet verleerd was, maar klimmen en tegen de wind in rijden wat aanscherpingen verdienen.
Langs Euverem naar Slenaken en Nurop en besloten in Teuven bij café Modern de koffie en vlaai te genieten. Enthousiast gebracht door een jonge dame wier shirtje op knappen stond, als de knoppen van de hortensia’s in de lentezon; het zal de tijd van het jaar wel zijn.
Discussies over fietsmateriaal en de (on)zin van schijfremmen, tubeless, 12-speed en wat als dies meer. Had ik min of meer de gedachte om de terugweg wat gezapig te doen, rekening houdend met Karels verkoudheid, de route was dat zeker niet.
Eerst het Bovenste Bos op om bovenop twee rijpe dames het hoofd op hol gebracht te hebben met onze geografische kennis daarna in Sippenaeken linksaf naar Kuttingen, waar het een chaos was van fietsers, wandelaars en autoverkeer, wat bijna tot een schuiver van een fietser voor ons leidde, wiens achterwiel, ondanks schijfremmen, wegslipte.
Nu ongewoon maar schilderachtig langs Bommerig en over de Akerstraat richting Rott en door Elzet afgedaald naar Mechelen. Daar opperde Harold de combinatie Kruisberg en Eyserbos dus alzo. Op de Bois de Fer stond het publiek al klaar voor de AGR, die, zo dachten wij, toch zeker pas zo’n drie uur later zou passeren. Maar konden ze in ieder geval voor ons applaudisseren. Door Elkenrade en Ubachsberg en zo afgedaald naar Heerlen om het Geleenbeekdal huiswaarts te volgen. Een gezellig ritje.

Karel vult, laat op de avond en uitgerust aan:

Aan het uitgebreide verhaal van Martin eigenlijk niets meer toe te voegen. Duidelijk schoot mijn conditie in combinatie met de fikse verkoudheid tekort om ook maar enigszins mee te kunnen met de jonge honden Harold en Bob, en de iets minder jonge hond Martin.
Dat het jonge honden zijn is ook zichtbaar aan de bloemrijke omschrijving van de serveerster in Teuven. Aan deze omschrijving is echter niets gelogen, ook niet de tijd van het jaar.

Al met al een mooie tocht over op diverse plaatsen nieuw asfalt zoals op de weg naar het Bovenste Bos. Dit was echt daalasfalt zowel vanaf Teuven als richting Sippenaeken.
De keuze Kruisberg en Eyserbosweg is manmoedig gedragen. De Eyserbosweg heb ik ooit wel beter gedaan. Zoveel publiek en applaus als vandaag heb ik hier echter nog nooit mogen ervaren. Na de afsluiting via de Zandweg in Schinnen was ik redelijk uitgewoond.

Na het douchen nog even van de dames Amstel Race gekeken, wat geklust en daarna naar de mannenrace. Die gingen enigszins sneller de Eyserbosweg op dan ons groepje.

Bob is mee uitgenodigd voor de Vogezen. Leek hem wel een leuk uitje.




Zondag 8 april

Verwachtingsvol reed De Dode naar het voormalig dierenasiel in de hoop Henk weer eens te treffen, maar: helaas. Alleen naar de Toren waar ik Hans al spotte. Verder niemand. Nog even en we hebben Polen nodig om het contingent aan te vullen…
Toch een mooie tocht gedaan; ons doel was een lekker stukje vlaai in Aubel en dat hebben we gehaald.
Door een rustig Valkenburg de Daelhemer op en zo snel door naar Margraten waar Hans helling op de leiding nam. Even de Provinciale weg op en altijd weer lekker afgedaald door Reijmerstok. Hier vielen, net als op veel meer plekken, het aantal nieuwe vakantieappartementen op.
In Euverem rustig bergop langs het appartementencomplex dat wel een kleine opknapbeurt kan hebben en zo verder langs de appelen en de hopstaken van Gulpener Bier.
Op de kruising met de N598 bij Terlinden de weg overgestoken om over de altijd weer wondermooie en van uitstekend asfalt voorziene weg naar Bergenhuizen te fietsen.
Steil de berg af en door Noorbeek omhoog naar Ulvend. Door naar de Plank en ongewoon maar heel fraai afgedaald naar Nurop met prachtige uitzichten.
Door Teuven en “langs de schoorsteen” omhoog en naar Hagelstein en zo afgedaald naar de pâtisserie in Aubel.
Het was druk in Aubel en op het terras, zodat we wat langer moesten wachten, maar dat was niet onaangenaam. Inderdaad lekkere vlaai en na een kopje koffie verder. Behoorlijk ongewoon afgedaald naar Val Dieu en vandaar ging het gas erop: door een aaneenschakeling van aansluiting bij verschillende groepjes liep het lekker; bij de grote weg N627 rechtsaf naar Berneau met de wind mee en lichtjes bergaf en zo door een klein stukje Vlaanderen naar Withuis en het bekende fietspad waar we ook aansluiting vonden bij een Kwaremont-groepje tot Meerssen.
Hier Hans rechtsaf naar Valkenburg en ik door Ulestraten en Geverik waar ik onder de berg in Sweikhuizen een gemiddelde snelheid van 26,9 km/h mat.
Met bijna 100 op de teller thuis. Samen met de 95 km solo de dag ervoor niet geheel ontevreden.




Maandag 2 april (tweede paasdag)

Benieuwd wie er aan de toren zouden staan toog De Beer van de Bernina onder een fris wolkendek naar de toren. Al snel kwam Ger aangereden en daar bleef het bij; de rest ver weg, andere verplichtingen of koudwatervrees. Dit opende natuurlijk wel snel de mogelijkheid tot Tongeren en daar waren we het snel over eens.
De Waterval af naar Meerssen en door Maastricht over de Wijckerbrug en langs het Albertkanaal naar Kanne en zo datzelfde kanaal over. Al snel de fietsroute gevonden waar door de nog bladerloze bomen de altijd weer merkwaardige toren van Eben-Emael goed zichtbaar was.

Tot Tongeren niet van de route afgeweken en in gestaag tempo aldaar. Deze keer gezocht naar een echte pâtisserie, maar bijna alles was dicht en het was rustig in de stad. Daarom toch maar naar de Markt en onder het toeziend oog van Ambiorix goede koffie en kersenvlaai.
Terug eerst binnendoor om uiteindelijk op de heirbaan Via Belgica uit te komen waar we zo’n 10 kilometer kaarsrecht gereden hadden.
Uitzonderlijk over de Kennedybrug die door de vele oversteken daarna inderdaad levensgevaarlijk is, maar daarna wel fraai over het gereconstrueerde knooppunt door de Sibematunnel. Door Amby naar de Dellen en in Houthem scheidden onze wegen zich om met iets meer dan 100 km thuis te geraken na een fijne droge fietstocht.

Heren: met Hemelvaart en Pinksteren in aantocht: denkt u eens aan HC-doelen (en deelname!).

Gers gewaardeerde aanvulling:

Als je met z’n tweeën koerst, hoeft er geen tweede verslag. Zeker niet na de meer dan goede weergave van Martin. Echter het feit, dat Jos en Karel op een (dak)terras naar de Ventoux zitten te kijken met deze paasdagen, i.p.v. naar boven te rijden, mag wel worden vermeld. Evenzeer, dat ik vanmorgen vertrok met ca. 3 graden en zag dat de autoruit nog onder de rijp zat. Dus het weer kan geen excuus zijn. Tongeren blijft mooi om naar toe te fietsen en ook terug. Daarbij iedere keer een andere route. “De streep” op de kaart van een deel van de terugweg geeft ca. 10 km kaarsrechte weg goed weer. Op het terras in Tongeren werden we bijna verleid naast een oudere dame te gaan zitten. Goede bel witte wijn (dat was prima), een peuk (dat was minder) en als nadrukkelijk lokmiddel een functionerende terrasbrander. We hebben voor hardheid gekozen en geen “me too” en het dus koud gehad. De Belgische fietsers waren overigens aan de speciaalbieren!

Wat zeker ook vermeld mag worden, dat ik een echt koersgevoel had. De DUELL liep meer dan goed (Synapse moet nog op het goede weer wachten). Duidelijk met Martin de beslissende ontsnapping en met z’n tweeën een heldere kopgroep. Stevig doorgefietst, waarbij ik vrij vaak aan mijn max zat, maar na Terpstra gister, is dat bijna vanzelfsprekend. Af en toe een klein gaatje en Martin hield een half km’tje van zijn snelheid in en vertelde ondertussen zo nu en dan een mooi verhaal over omgeving etc. Ondertussen ook nog wat medische dossiers behandeld.

Het was dus weer goed en de afwezigen hebben wat gemist.



Zondag 25 maart

Met een redelijke weersverwachting en velen in Frankrijk, was ik, de Beer van de Bernina benieuwd wie er aan de toren zouden zijn. Op tijd – ondanks de zomertijd – op weg bij een stralende zon, maar fris en aan de toren heerlijk ik het zonnetje gezeten, het harmonie- en fietsverkeer voorbij zien komend.
Al snel was Le Docteur daar, gevolgd door Pou-Pou weliswaar nog op zijn Duell. Als laatste, aangekondigd, Vicente met de winterhandschoenen nog aan.

Ger wilde om de noord de Maas over en zo afzakken naar Maastricht; dat is deels gelukt. Het eerste gedeelte van het traject als gepland, ons in den Belsj toch weer verbazend over het bouwbeleid en de bouwstijl, of is het ‘t ontbreken daarvan?
Bij de Ankersmit de Zuid-Willemsvaart over om zo de binnenlanden in te trekken, door fraaie dennenbossen om plotseling op bekend terrein te komen en wel langs de begraafplaats van het krankzinnigengesticht. Door Lanaken, waar Ger voorzichtig om koffie begon te vragen, maar nee – door!
Langs en over het Albertkanaal en mooi landelijk naar Kesselt waarna weer bij het Albertkanaal te geraken. Langs de Belgische kant naar het zuiden om de bunkerbrug van Vroenhoven te passeren en de Muizenberg af naar de koffie en vlaai te Kanne.
Niet te lang gezeten en terug over de Mergelweg en Wijckerbrug om tenminste de Bemeler nog te bedwingen. Hier aan paar jongere heren hun plaats gewezen, waarna Vicente terugkeerde – hij was denkelijk door zijn vriendin gebeld. Door naar de Daelhemer, waar Hans al op zijn hem bekende wijze afscheid genomen had.
Onder in Valkenburg besloot ik nog een stukje met Ger mee te rijden daar ik met de momentane kilometerstand niet thuis durfde te komen – en bovendien de zon heerlijk scheen.
In Wittem omhoog naar Eys en daar naar Trintelen; niet de Eyserbosweg, daar ik meer om het wel zeer fraaie uitzicht ging, wat de Bois de Fer ontbeert.
De Daelsweg af en zo langs de Geleenbeek huiswaarts om tenminste de kaap van de 100 te slechten. Het was een mooie start.

Ger:

De eerste gezamenlijke TCE-rit; als je tenminste de Frankrijkgangers Karel en Jos forfait mag geven. Daarnaast was Henk naar zijn vader, die met stieren had zitten worstelen. Dat gaf Hans en mij nog even gelegenheid onze boerenafkomst met elkaar te delen en vooral “wat echt niet kon/mocht” en daar hoorden stieren bij! Bij aankomst aan de toren gedroeg trouwens eenieder zich als het jonge vee, dat eindelijk de wei in mocht. Mijn suggestie om de Belgische kant van de Maas te doen werd overgenomen en zo gingen wij kruip door sluip door naar de brug bij Elsloo. Omdat Martin en Hans bos in herinnering hadden, afgeslagen en de wondere Belgische bouwkunst maar ook wegaanleg mogen aanschouwen. Het zijn echt “Heirwegen, Oude Baan” en soortgelijke namen met als hoofdkenmerk dat er inmiddels rustiger op wordt gereden, maar in de 70’er jaren van de vorige eeuw verloren er ca. tien per weekend het leven op.
Zelf in de achterste slagorde had ik aanvankelijk eenieder op zichtafstand, maar dat werd allengs wat minder. Toch reden we allen goed door, want met een gem. van 24,3 km thuis komen is waarlijk niet slecht. Het vele “vals lopende slechte asfalt” was echter niet immer een genoegen. In de home base van Tom vla en koffie gehad; de toestand in de wereld en Nederland hebben we maar zo gelaten. Wat gekeuveld en vervolgens richting Bemelen. Overigens voelden mijn benen bij ca. 70 km alsof ik er al honderd op had zitten!
Nadat ik gisteren mijn eigen nieuwe Synapse al had ingeremd, vandaag met Reinouw hetzelfde gedaan met haar Quick. Beiden zeer tevreden over ons nieuwe vervoermiddel; dus weer zin om ook samen weer te gaan peddelen. Thuis bad en mijn 5555 stappen gezet, zodat ik nu tegen bijna 16.45 een mooie dag buiten achter de rug heb. Alle regen, wind en kou zijn weer vergeten!



Zondag 18 maart

Ger


Ik weet geen TCE, maar toch maar een kort verslagje van een kort ritje om de moed er in te houden.
Zeker nu ik gister voor het ecchie in MSR (zo schrijf je dat blijkbaar tegenwoordig) ook echte kerels zag in regen en wind. Met Nibali een terechte en zeker niet gestolen overwinnaar.

Wilde eigenlijk vandaag niet weg met die stevige wind en de kou, maar ja, dan gebeurt er helemaal niks nu Reinouw er vandaag niet is. En daarnaast stimuleert de Garmin Connect koppeling die ik o.a. met Frank Rutgers heb, toch wel. Want die had gisteren deze week al ca. 185 km achter de rug met allerlei ritjes. En zo is die al het hele jaar bezig!

Dus de gisteren schoongemaakte DUELL gepakt, ketting gesmeerd en toch maar de kou in. Begonnen met wind in de rug naar Reijmerstok en vandaar door naar Banholt en Mheer. Er kwam al snel geen vocht meer uit de bidon: dichtgevroren. Ik kwam verder de nodige, goed ingepakte, solisten op een racefiets tegen. En een Belgisch groepje reed me achterop met de uitnodiging mee te fietsen, mits ik een rondje gaf. Als die Belgen al Hollandse gewoontes gaan overpakken……… Ondertussen meer halve wind dan wind van achter en zo nu en dan bij draaien en keren ook op kop. Dat voorspelde niet veel goeds voor de terugweg.

Bij de brug over de A2 naar Visé, toch maar afgeslagen naar Eijsden, omdat ik weinig zin aan wind pal op kop langs het kanaal had. Maar ook het open veld naar Eijsden was voor buffels; daar begon het beuken tegen de wind pas echt; zo snel als mogelijk via de buitenwijken van Eijsden de weg naar St. Gieter opgezocht en daar het racepad naar Meerssen gepakt om de luwte van de Dellen aldaar op te zoeken. Het viel alleszins mee; dat stoempen. Vandaar naar Valkenburg en gekend naar huis. Maar een kleine 60 km, maar genoeg hm’s en met 23,1 een aardig gemiddelde.




Zondag 11 maart

Hoewel ik, De Beer van de Bernina gisteren al een stukje op de racefiets gereden had om het wegfietsjaar te openen, had ik vanmorgen niet heel veel zin te gaan. De weersverwachting was echter niet slecht en de weg niet echt nat.
Na wat negatieve reacties op de app, waar mede gerefereerd werd aan andere, niet in TCE verband gedane fietstochtjes, wat mij moet denken aan de filosofische vraag of een boom die in het bos omvalt zonder dat er iemand aanwezig is om dat te horen überhaupt wel geluid maakt, maakte ik me niet veel fiducie iemand aan de toren te treffen.

Ruim op tijd vertrokken, de omgeving rondom ons clubhuis wat schoongemaakt om snel onze Ludo aan te treffen. Tot tranen geroerd was is dat ik niet um sonst naar de Toren was gereden en Hans gezelschap kon bieden.
We waren het al snel eens over ons doel: Pam-Pam. Maar niet altijd loopt alles als gepland.

Over de Raar en door een Ambyer nieuwbouwwijk even op ons fietspad om zo in de Eijsderbeemden te komen; op de kasseien van Eijsden raakten wij gemengd in een lokale fietsgroep die fris vertrokken was en bronstig tegen de wind in trok, ons meesleurend.
Dat was stevig aanpoten, waar Hans ten langen leste vakkundig uit de waaier op het kantje geduwd werd.
Langs de Maas, waar de spoorbrug vernieuwd wordt en een buitengewoon grote kraan bezig was een deel uit te hijsen, naar ons pauzedoel.
Groot was onze ontzetting te zien dat het voorbij is. Pam-Pam dicht en verkocht; iets waar Ger de week ervoor al op hintte. Nooit meer de romige smaak van een Brasilienne mogen ervaren, geserveerd door een jonge Iraanse. Ik denk dat het verval gekomen is toen ze stopten met Abba te draaien.
Nog heel even doelloos in Visé gekeken, maar dat leverde – natuurlijk – niets op.
Terugwaarts dus over de grote weg naar Berneau en in ’s-Gravenvoeren na een kleine omleiding naar Mesch om daar de koffie en taart in een alleraardigst café te savoureren.
Over de hei naar Libeek en door Sint Gieter en B’bosch met de wind mee naar Margraten en de Sibber af. Onderaan scheidden onze wegen zich; beiden zeer blij buiten geweest te zijn!




Zondag 4 maart

Ger
die schrijft:

Als ik zo eens naar onze TCE-website kijk, kan een kort bericht (ook al is het niet in TCE-verband) geen kwaad. We hadden vrienden over dit weekend, maar die wilden na het ontbijt weer richting noorden. Ergo, bij het uitzwaaien viel meteen de mooie temperatuur op, evenals de min of meer afwezige wind en de weer stralende zon.

Ergo, na de vele goede (alpineski in de Dolomieten en langlauf in Seefeld) redenen en de minder goede en veelal weergerelateerde redenen, om niet te fietsen, was het vanmorgen: NAAR BUITEN.
De Concorde gepakt en richting Reijmerstok. Met dat nieuwe asfalt van een jaar of twee geleden, is dat nu een heerlijk stukje vals plat. Boven doorgestoken naar Banholt en Mheer en de eerste ladingen fietsers op de race al tegemoet, maar ook mij inhalend! Me voorgenomen rustig aan te doen na die dikke zes weken van fiets-inactiviteit. Zo lang heb ik in mijn herinnering nog nooit dat ding laten staan. In Mheer afgebogen naar Libeek en Mesch en vandaar doorgestoken naar Visé. Bij Pam-Pam was het buitenterras weg; ik kon niet zo snel zien of dat met het weer te maken had of dat de zaak dicht was. Iets voor de volgende keer. Op het jaagpad langs het kanaal op een drietal plekken nog ijs/sneeuw-gladheid. Die goed doorstaan.

In M’tricht gekozen voor Bunde en Geulle om zo de Slingerberg weer eens omhoog te gaan; oude nostalgie toen ik in Grevenbicht woonde. Ik begon de km’s toch in mijn benen te voelen. Om daarvan zeker te zijn de Adsteeg nog omhoog gepakt en twee e-bikers in het vizier gehouden. Vervolgens gekend naar huis via onze pseudo toren, Valkenburg en Wijlre/Wittem.

Na al dat mooie skiën en mijn dagelijkse stap/wandel-km’s eindelijk de fietsroutine weer te pakken.



Zondag 14 januari

Ger

Zon, zon, zon en nog eens zon! Na onze eetclub gister - heerlijk gegeten as usual- toch weer laat in bed. Maar wel met het prettige vooruitzicht dat er zon was voorspeld. Met de latten in aantocht, bedacht de MTB maar te laten; te grote risico’s op malheur door vallen en dus ben ik vandaag voor de eerste keer dit jaar met de race al onderuitgegaan. Resultaat; op de contactpunten links (knie en elleboog) de velletjes eraf kunnen knippen thuis en het bloed tot stilstand brengen. Heup blauw; kortom ik voel me weer een echte fietser.

Vanmorgen eerst de motivatie-appjes gelezen, met de wijze compassiewoorden van Martin daarbij. Gelukkig ook onze Mark, die in de halve van Egmond aan de start stond. Gekozen voor de Ruilverkavelingsweg van Wijlre naar Ubachsberg met een start langs de Wittemer Allee. Nu de eerste fietsgroepen waren los en dat bleef eigenlijk zo. Boven in Ubachsberg terug naar Colmont. Boven was het fantastisch in het zonnetje en de uitzichten. Afgedaald door die mooie veldweg naar Voerendaal en daar weer vals omhoog naar Klimmen om via Retersbeek en Nuth naar de Rijksweg in Geleen te koersen . Over Neerbeek en de Makado weer naar Stein en de Maasbrug. Dat was me deze week goed bevallen en nu met de zon op dat water…puur genieten. Ondertussen kwam mijn gemiddelde boven de 25 en ondanks de smerige fiets en het zout op de bidon en rest, liep de ketting als een zonnetje na de smeerbeurt bij de start. Bij de Noorderbrug was het nogal onoverzichtelijk, lage zon, auto’s en een te laat gezien stoeprandje en daar lag ik. Mezelf weer verzameld, stuur rechtgezet en weer op weg naar de weg langs het gouvernement. Daar pas mijn achterzakken gecontroleerd op telefoon, beurs, band en pomp en die laatste miste ik. Toch maar omgedraaid want het was een fijne drukpomp van Lezyne. Helaas niet meer gevonden en gewoon via de Dellen etc. terug.

Goede start in januari en gisteren mijn wielen voor de nieuwe fiets besteld. Ben heel benieuwd hoe dat alles gaat lopen; in ieder geval genoeg compensatie voor leeftijd en kg’s.



Zondag 7 januari

Het eerste en denkelijk kortste verslag van 2018 door Henk:

Als enige met goede voornemens stond ik vanochtend bij ons clubhuis. Het was droog, fris en winderig. Omdat ik vanmiddag nog wat in de tuin wilde doen en een pauze in je eentje maar beperkte waarde heeft, een korte route gepakt, op de terugweg door Heerlen zwalkend, maar achteraf toch nog aardig koers weten te houden.

Gevolgd door de bijdrage van Ger:

Het jaar is weer gestart; dat had ik eigenlijk al op 1 januari jl. willen doen, maar de eindejaarsrit had toch iets te veel erin gehakt! Vanwege de nagenoeg droge wegen - en de modderpaden in het veld - de Concorde gepakt. Gister was achteraf slimmer geweest, want er stond vandaag een smerige wind.

Pas tegen 10.30 uur vertrokken naar het Drielandenpunt en dan gaat het vanuit Gulpen flauw omhoog naar Vaalsbroek. Daar was een of ander event; druk, verkeersregelaars, maar ik kom smooth door naar de klim. Granny en peddelen was vandaag het motto en dat liep wel. Het was wel een sombere dag, dus de afdaling naar de Belgique was niet al te vrolijk. Doorgetrokken over die mooie route naar Hombourg. Normaal mooie vergezichten, maar nu niet. In Hombourg over de grote weg naar Aubel en daar mijn lievelingsstuk naar Val Dieu en Mortroux opgepakt; vals plat omlaag en een heel mooie omgeving bij die Berwinne. In Val Dieu was het zeer rustig en dat was het sowieso. Met het wandelen de afgelopen weken en ook vandaag viel me het redelijk grote aantal fietsers op; niet de grote groepen, die hebben pauze, maar vooral vriendencluppies en “man-vrouw”-stellen. Overigens niks van blinkende racers, maar allemaal vies en smerig. Toch jammer van dat topmateriaal.
In Mortroux naar rechts afgedraaid naar het Voerdal om daar over Withuis de retourroute over het racepad te pakken. Als gezegd; er was de nodige wind en dat viel niet mee. Gekend ook dit keer in Meerssen de Dellen gepakt en over Valkenburg de grote weg naar huis. Mooie rit met tegen de 85 km en over de 850 hm, maar ik voel het in mijn benen en rug.

Na een snel bad naar de schouwburg in M’tricht voor een Zuid-Afrikaanse muziekmiddag. Was schitterend.

2017:
Zondag 31 december - Ger:

Laatste dag van weer een jaar.

En een heerlijke dag geweest tot dusverre. Ondanks mijn nog altijd enigszins beurs lijf (snot, verkoudheid, overal spierpijn), maar dankzij mijn goede humeur, tegen 11.00 uur toch op de fiets gegaan. Geen MTB; geen zin in al die derrie en een beetje bang voor takken en zo; ook geen zin om weer met de boodschappentassen de weg te vervolgen, dus gewoon mijn oude trouwe Concorde gepakt. De wind in de achtertuin voorspelde vanuit de serre kijkend niet veel goeds, dus van uitbollen met de handjes op het stuur was maar beperkt sprake. Leek me handig om ‘tegen’ in het begin te hebben en met vals voorop naar Reijmerstok. Sinds daar dat nieuwe asfalt ligt is dat een heerlijk omhoog lopend stuk vals plat. Boven gekend naar Banholt, Mheer en Libeek.
Stevige wind op kop, dus niks rustig bollen. In Mesch richting Visé, maar voor Visé naar Lixhe afgeslagen om de weg met onderweg het grote ‘stade’ nog eens te passeren en aan het eind de heel mooi opnieuw gelegde keien te pakken. Tegen de wind naar het kanaal en zo gekend naar M’tricht. Heerlijk de wind in de rug. Besloten door te gaan tot de Slingerberg, maar bij iedere keer dat ik de ideale Z-N-lijn moest verlaten, kreeg ik weer een optater van die wind.

M’tricht was relatief rustig en André was aan het verbouwen. Langs en over de stuw naar Geulle om daar de Slinger te pakken. Ook daar is het nieuwe asfalt (van een paar jaar geleden al) weer lekker. Onderaan startend met wind in de rug en vervolgens tegen en het laatste stuk “van rechts en links”. Je zag de blaadjes van rechts naar links geblazen worden en door de op de wand “kapotslaande wind’ vervolgens weer terug; grappig.
Boven langs het vliegveld en industrieterrein naar onze toren en vandaar gekend terug via Valkenburg en de provinciale weg naar Wittem. Heerlijk gefietst en bijna 75 km. Thuis was ik wel klaar! Maar na een lekker bad ook mijn stappen nog gepakt van vandaag.

Terugkijkend op 2017 constateer ik overall een heel mooi jaar voor TCE; echter wel met een beetje afnemende ‘discipline’ op zondag. We zijn echte genieters geworden en dan komt “een afspraak wel eens te vroeg”, zoals de Belgen zo mooi zeggen. Toch jammer, want het met vijf à zes mensen fietsen en onderweg bijkletsen en de state of the union wekelijks doornemen, vind ik zelf wel erg leuk.

Voor mezelf een goed voorjaar; op tijd op de race en dat betaalde zich uit. Toch altijd twee mooie hoogtepunten in juni, te weten met TCE+ naar de Vosges en aansluitend met een groep van Frank naar het Schwarzwald. Alle dagen daar lekker gefietst met een heel mooi lopende DUELL. (Waarom eigenlijk een nieuwe?). Helaas dit jaar nauwelijks met Reinouw kunnen fietsen. In het najaar aan de Normandische kust mocht ze het weer oppakken en dat beloofde veel goeds voor 2018.

In de zomer Italië en daar ook minder km’s gemaakt dan normaal, maar wel heerlijk de Stelvio (geleden en nooit meer stoppen) en lekker fietsend naar Sulden, incl. de >10%- stukken. Zo’n rustig wintersportdorp ziet er zomers niet uit en als je dan alleen een drankje doet in de kroeg waar ik in de winter de après ski deed in volle herrie… Belevenis en apart om op de terugweg al fietsend Martin en Miriam te ontmoeten. Reinouw en ik begrijpen Tom, dus we gaan volgend jaar - heel saai - weer naar de Dolomieten, na er overigens eerst in januari as al te gaan skiën.

Na de zomer gewoon doorgefietst en op weg naar een schitterend jaarkilometrage tot er begin november de klad in kwam. Wat zondagse afspraken; de race wel weer een beetje gehad en ik had me in de zomer voorgenomen - zonder hond - per dag minstens 5555 stappen te zetten. Dat lukt wonderwel, want ik sta over 12 maanden op bijna 9000 per dag; dus voor het bewegen hoeft fietsen niet zo nodig.
Daarbij had en heb ik momenteel geen zin in modderfietsen. Een paar stukken modder oké; ik moet toch poetsen, maar hele routes ploegen, is geen fietsen. Dus in nov. en dec. heb ik heel matig gefietst.
Wel de HT gebruikt en de laatste weken zo nu en dan de Orbea-trekking.
Positief resultaat van dat matige fietsen is wel, dat de goesting weer helemaal terug is! En ik by the way: met ca. 7100 km toch de 7000-kaap heb weten te slechten. Voor mij mooie cijfers en ik kijk met bewondering naar de kilometrage van Martin.

Enfin; ik hoop voor ons allen veel plezier en gezondheid in 2018; dat we er tijd voor vrij kunnen en willen maken en wederom einde jaar goed kunnen terugkijken.



Zaterdag 23 december: Banneux & Winter Blues

Ger
trapt af met zijn verslag:

Winterblues; gister de kortste dag, mistig, miezer en regen. Ik werd er bijna depri van. Wel een mooie opening van onze nieuwe MTB-route op d’n Observant; met maar liefst > 2000 werkuren tegen € 0,- door vrijwilligers aangelegd. Mooi evenement en prima reacties. Echter de ondergrond moet zich door het weer “nog zetten” en ook hier hebben we last van modder op sommige stukken. Dus Martin, nog even wachten.

Al die nattigheid en modder vind ik eigenlijk niks voor het MTB’en (het moet toch een beetje lopen), maar ook voor smalle bandjes, dus ernstige twijfels over Banneux, want met de Orbea krijg ik er niet echt tempo in. Dus toen Martin de bestemming nog in dubio hield, gister al half besloten niet mee te gaan. De weersverwachting gister en de staat van de weg bij het opstaan vanmorgen deden me al snel de app sturen, dat ik “het wel geloofde”.

Afgehaakt dus; wat ik toch wel jammer vond, maar ik wilde wel naar buiten. Dat doe ik de laatste tijd standaard minstens een uur en ik heb dan ook nog niet de last/lust van een hond daarvoor! Ergo keus tussen wandelen en hometrainer, of toch de Orbea. Nu dat was tegen 10.00 uur wel beslist. De miezer stelde niet veel voor; het tempo interesseert me op de Orbea niet echt en dus vertrokken richting Scheulder/Vilt om via de Dellen en Meersen richting kanaal en Geulle te koersen. Het was lekker buiten, maar voor putdeksels en zebra’s bleef het opletten. Ondertussen smerige racefietsen en fietsers tegengekomen en ook een enkel MTB’er op asfalt. Iedereen klaarblijkelijk met kerstdingen bezig want voor de rest was er bijna niemand op de weg.
In Geulle tegen de wind in zuidwaarts, deels langs kanaal en deels langs de hoog staande Maas. Mooi gezicht als die de bredere winterbedding opzoekt. Maastricht en Eijsden doorkruist om achter de grens terug te fietsen via deels Berwinne en Voerstreek. Bij Veurs de laatste helling omhoog naar de grote weg en via Remersdael en Slenaken naar huis. Op het gem. na toch mooie cijfers en in ieder geval > 70 km gereden.

Nog even te voet naar het dorp geweest, zodat ik ook die meters weer had. Ondertussen voor dit typen Martin en Jos lekker aan de vlaai zien zitten.

Mooie feestdagen en tot 2018


Martin en Jos hadden inderdaad andere plannen, namelijk de vaste penitentierit van het jaar, te weten Banneux v.v.

Langs diverse kanalen hadden velen zich al afgemeld: via whatsapp, het forum en face-to-face. Jos had zich – inmiddels bijna ouderwets – aangemeld via e-mail.
Nog enige twijfel uitgewisseld met Jos die morgen maar hij zei te gaan fietsen dus eruit. Bij de brievenbus nog even gekeken of wellicht iemand zich per in papieren couvert verpakt medium aan- of afgemeld had en gelijk het touwtje naar binnen getrokken. Op mijn bericht aan ons Camieltje of hij nog behoefte had aan een penitentierit had hij geantwoord dat hij reeds de Ingbergracht opgereden was en dat dat ruim voldoende was voor een eenvoudige mishandeling wederzijds handgemeen.

Met het achterlichtje nog aan op weg naar de toren; onderweg reeds drie MTB’ers tegengekomen en ruim op tijd om op het bankje in ons clubhuis gezeten wat komen zou af te wachten. Het weerzien met Jos buitengewoon hartelijk en al vele dingen uitgewisseld, ook tijdens de rit: Trump, Pechthold, Pete Hoekstra, Moorlag, en dat alles in willekeurige volgorde.

Op weg, maar niet via de 'standaardroute', want – immers – niet het doel is belangrijk, maar de weg erheen. Dus heerlijk en route. Het wegdek was nat en het miezerde met een redelijk windje uit het zuidwesten.

Via Hagelstein naar Val Dieu, waar in de klim de Holiguette nieuw asfalt lag, dus nu weer veilig voor Hans.
Verder door naar het zuiden waar we na Julemont nog een klein stukje onverhard troffen door een donker druilerig bos, als ware het de Morvan om uiteindelijk de mooie afdaling van Soiron naar Nessonveaux te volgen om zo bij de ‘klassieke’ klim naar Banneux te geraken. Unisono omhoog en een lekker stukje vlaai. Het was, zoals Ger opmerkte, overigens opvallend rustig. Wat kil afgedaald naar Pepinster en – natuurlijk – de Cornesse omhoog. Daarvandaan weer alternatief en min of meer de juiste richting gevolgd onder andere over de bekende industriegebieden. Van Hendrik-Kapellen heerlijk afgedaald langs de Gulp naar Slenaken en Gulpen en door het Geuldal afgerond, waar Jos in Schin op Geul dankbaar afsloeg.
Nog even in Valkenburg het Tim-Krabbégevoel versterkt en traditioneel naar huis. Bij hoge uitzondering de tuinslang op de Orbea.
Na de kerst naar Engeland en daar wellicht de laatste kilometers van het jaar.

Ik wens u het beste en de juiste fietsvoornemens voor 2018!



Zondag 17 december – Ger seul dans le monde

Zondag, maar geen TCE voor mij en ook (weer) geen MTB. Toch een poging om iets te melden en wellicht zo toch in de verslagen terecht te komen. Naast een “writers block” is er wellicht ook een “bikers block”. Ik zie tenminste niks meer verschijnen qua fietsactiviteiten op onze site. En van de Garmin weet ik, dat Martin toch wel km’s maakt, evenals Frank. Boodschappen naar Aken (gister) maar ook MTB’en. Ik zelf ben met name actief met mijn dagelijkse stappen; en zo zie ik rond ons dorp genoeg goed ingepakte, maar koud kijkende racers en MTB’ers die vanwege de modder op de weg blijven. Nu racen met de smalle bandjes, vind ik niks en dit jaar is de diepe modder voor mij ook geen uitdaging. Maar zo komt er niks van en ik kan me niet heugen, zolang geen fiets te hebben gebruikt. Op een kort ritje naar Geleen eind november al zes weken “sans”. Dus met de weersvooruitzichten me gister voorgenomen en route gaan. De Orbea, een trekking met fietstassen voor een enkele boodschap, is in de zomer zeer nuttig op vakantie. Met z’n brede noppenbanden (tussen race en MTB in) ook goed voor dit weer, maar wel zwaar. Op weg via Slenaken naar Teuven en daar omhoog naar HC. Het was mistig en dus zaak goed rechts te blijven. Het liep best wel, maar met een snelheid van niks. Boven was het nog dichter, dus ik was blij redelijk snel naar Aubel te kunnen dalen. De bekende weg langs de Berwinne en bij Mortroux omhoog naar het Voer-dal. Dit is meestal een van de eerste ritjes in het prille voorjaar; grappig hem nu ook aan het eind te doen. De trekkingwielen zijn een genot bij het slechte asfalt. Wegen waren droog, via vochtig tot nat. Het zout zat dus snel op mijn lippen. Bij de Voer door naar Withuis en via het racepad naar de Dellen en zo over de grote weg naar huis. Als een echte fanaat fiets aan de kant en gelijk de wandelschoenen aan om > 5555 stappen te komen!! Dat lukt sedert de zomer goed en op een enkele hand en westers uitje bij de kids, lukt dat goed. Net afgesloten met een stoombad en nu een lekkere Westvleteren. Een gedachte die onderweg bij me op kwam; ik wist van pas twee aanmeldingen voor Banneux zaterdag? Weliswaar traditie, maar is het bij dit aantal en het waarschijnlijk minder fietsen van deze en gene geen goede gedachte zaterdag te benutten voor “een bij kletsrit” naar Pam-Pam. Ik weet, ik weet, maar beter een half ei dan een lege dop. Banneux is in ieder geval nu niks voor mij (helaas).

Zondag 29 oktober – Wintertijd

Ger
alleen:

Ofschoon geen TCE toch maar een kort verslagje om te laten horen/lezen, dat de fiets nog steeds onderdeel van mijn leven uitmaakt. Een week of twee geleden (toen het zo prachtig mooi weer was) zijn Reinouw en ik weer met de caravan op stap gegaan. In een artikel gelezen over de fraaie natuur van de Somme-baai en daar was geen woord van overdreven. Redelijk wat riviertjes vonden hun weg naar die baai, die een kruising was van fraaie natuur en kleine plaatsjes met als kenmerken lage huizen en kerken die meer op forten leken. Alles tegen wind en storm. We zaten in Le Crotoy dat zeer levendig was. Op zondag rijen van een meter of tien bij alle restaurants om te kunnen eten! Maar ook door de week helemaal verlaten plekken als Quend Plage en Cayeux sur Mer. Reinouw voor het eerst sinds zes maanden weer op haar Koga gezeten en dat ging (tot haar en mijn grote genoegen) weer meer dan prima. Een viertal leuke ritten gemaakt over verstilde wegen.

Gister bedacht om eindelijk weer de MTB te pakken, zeker toen ik op de Garmin zag dat ook Martin dat had gedaan. Echter de storm en regen vannacht nodigden niet echt uit om door de modder te kruien. De race vond ik met zijn smalle bandjes te gevaarlijk. Met het voordeel van de ruime fiets- en bandenkeuze, weer gekozen voor de Orbea. Is wel komisch met een trekking in fietskleren en zijtassen (weliswaar klein) achter opzij en route te gaan. De wind was meer dan stevig en dat merkte ik goed op de plekken waar er geen beschutting was. Wegen zijn gekend en terug te zien op GPSies.

Voor de liefhebber; vals omhoog naar Reijmerstok en daar door naar Banholt, Mheer en via Libeek naar Mesch. Daar doorgestoken om voor Visé rechts naar Eijsden te gaan. Er waren ondanks het weer de nodige fietsers en ook MTB’ers en route. Zonnetje erbij en bomen in mooie kleuren; de wegen van bladeren en takjes voorzien, zodat ik blij was met mijn fietskeuze. Na Eijsden voor de provinciale weg (althans het fietspad) langs het gouvernement gekozen. Dat heb ik dit jaar de nodige keren gehad, meestal de andere richting. Via het museum en langs de Maas onderweg naar Borgharen gegaan. Geulle, Slingerberg, naar Beek en terug langs het vliegveld naar onze geliefde toren. Daar de omweg gepakt naar Wijnandsrade en via Klimmen en Jos (de luiken waren nog dicht) naar huis. Inmiddels voelde ik de spieren in mijn bovenbenen goed; het blijft een trekking nietwaar.

Tevreden thuis en nu eens kijken wat de komende weken gaat gebeuren; nogal wat meehelpen met de verhuizing van onze middelste; weer eens op normaal bezoek bij hen om weer eens bij te kletsen en een brunch met de familie van Reinouw; de meeste km’s van dit jaar zitten er weer op. Tot dusverre een prima seizoen.



Zondag 15 oktober – Duet in de zon

Veel afmeldingen en afwezigen en voor Ger het ATB-seizoen aangebroken. Toch verwachtingsvol toog de Beer van de Bernina ruim op tijd naar de toren; in de schaduw nog fris, maar met de korte broek.
Aan de toren Le Docteur afgetraind in full black.
Beiderzijds kwam “Een taartje in Limbourg” eruit, dus daar heen. Toen de zon kracht kreeg, kreeg de wind dat ook en strak tegen de wind in naar Hagelstein; daar opperde Hans niet langs het kerkhof te rijden maar door Aubel en dus zo de grote weg gevolgd naar Battice: een lange klim, vooral tegen de wind in. Bij het fort opperde Hans, die deze week al drie maal eerder tegen de wind in gefietst had om Limbourg Limbourg te laten en naar het Rode Bosch te gaan. Geen bezwaar en met fraaie uitzichten door de kom van Aubel langs la Clouse en het slachthuis omhoog om frequent coalescerend met andere groepjes bij het Rode Bos te geraken. Goede vlaai in het zonnetje; zoveel onderwerpen te bespreken dat we er stil van werden. Afgedaald naar Teuven en door een van wandelaars, ATB’ers, fietsers, oldtimers en scooters druk Heuvelland bekend naar Nurop en Gulpen.
Na Wijlre in een vlammende sprint met anderen afscheid genomen en zo door een nog drukker Valkenburg huiswaarts; net geen honderd met een aanvaardbare gemiddelde snelheid.



Zondag 8 oktober: Bevers, beren en buitenbanden

Er zijn omstandigheden waar groepsdruk gewenst en weldadig is. Vandaag was er zo een. Alléén zou ik, de Beer van de Bernina nooit met deze weersverwachting en dit buienradarbeeld zijn gaan fietsen; temeer ik daags ervoor reeds door de modder gepoepfietst had.
Maar ja; de kans vernederd te worden als Warmduscher door niet aan de Minaret te verschijnen als anderen daar wel acte de préséance geven wilde ik natuurlijk niet lopen.
Met een licht miezertje alzo op pad; een miezer die al snel overging in een klaterende zichtontnemende bui en toen ik beneden aan het dierenasiel kwam was ik doorweekt.
Tot mijn grote genoegen kwam snel Henk daar aangereden en samen op pad naar de toren.
We hadden de hoop op Ger opgegeven toen hij plots om 9h01 aangereden kwam. Hij had wat tijd verspild bij het aantrekken van zijn jasje.
Gedrieën op pad met, gezien de weersomstandigheden, Pam-Pam als doel.
Door Ulestraten, daar wat rondgedoold en al snel langs het vliegveld naar Kasen de Dennenberg af. Ger had gezegd boven te plassen, maar onderaan de rijksweg waren we hem kwijt. Wat gebel instrueerde dat we bij de spoorwegovergang zouden wachten, maar “de spoorwegovergang” blijkt geen eenduidige geospatiale referentie te zijn. Na wederom gebeld te hebben elkaar toch nog gevonden en op weg naar Weert en de nieuwe sluisbrug en over de Wilhelminabrug door een verlaten Maastricht waar we onder Sint Pieter langsrijdend onze beroemde Stehgeiger nog ontmoetten; hij keek wat mistroostig.
Snel door naar de volgende sluis en eendrachtig als Ludo Dierckxens langs het kanaal tegen miezer en wind in.
Te Pam-Pam de koffie en vlaai genoten met als resultaat een kletsnatte grond.
Het weer was opgeknapt: het was droog dus zuidwaarts naar de bekende klim van Richelle en door Dalhem naar de Berwinne die we tot voorbij Val Dieu gevolgd hebben. Dit niet nadat we vlak voor Val Dieu een vers doodgereden bever (Castor fiber) midden op de weg aantroffen. Daarna links omhoog gereden naar Aubel, waar ook niet zo veel, voor een zondag dan, te doen was.
Via Hagelstein de mooie Plankweg door het Rode Bos – wat een fantastisch wegdek daar toch! – en verder naar Hoogcruts. Hier ervoer Henk wederom een platte voba, een afloper volgens hem; alleen oppompen ’s morgens was niet voldoende gebleken.
Als noemenswaardig feit dat de band er deze keer zonder bandenlichter vanaf kwam. Snel weer door en op Gers suggestie Terlinden, Banholt en zo naar Margraten.
Vlak voor Bruisterbosch de tweede platte voba van Henk. Het loopvlak van de band bleek behoorlijk gecraqueleerd te zijn, als het gezicht van Keith Richards, en dus niet zo lekbestendig, waarna Henk min of meer trots opmerkte dat het bandje er dan ook al zo’n tienduizend kilometer om lag.
Dit alles leidde tot een moeilijk vrijwillig te beheersen kleinood bij Martin en dus voor een opluchtende ontbering het maisveld ingedoken hierbij bijdragend aan de korte stikstofcyclus nadat we eerder de kennis gedeeld hadden dat zo’n 90% van alle stikstof die in je eigen lichaamseiwitten vastgebonden is, ooit door een ammoniakfabriek geproduceerd is. Maar daar bijna alle fosforverbindingen in je lichaam ooit vogelpoep geweest is, valt dit ook wel mee,
Routineus door Sibbe en onderaan de Grub afscheid van elkaar genomen; Henk en ik over de Stoepert naar Arensgenhout waar Henk opmerkte dat de lucht toch wel erg donker werd en inderdaad: in Schimmert begon het te regenen en naar Spaubeek te kletteren, dus alsnog wederom zeiknat geregend thuisgekomen, maar met 105 km op de teller, een warm bad, een kop soep toch alle Warmduschers te kennen gegeven.




Zondag 1 oktober - La Buissonnière

Ger:

De Buissonnière is altijd wel een bijzondere rit. Zo kwam ik er onderweg achter, dat hij voor mij op zijn minst ergens rond de vijftigste keer (± 10%) op de rol moest zijn. Begonnen toen ik begin 30 was met BETS of alleen en dan een keer of 1,5 à 2 per jaar. Tel uit je winst. Het was weer een wondermooie rit, met het bijpassend eindejaarssentiment. Wat fris aan de start met Martin, Karel, Vicente en ik, met afmeldingen van Jos vanwege de wijnoogst, Hans vanwege zijn familiedag in den Bosch en - last minute - helaas ook Henk, die eerder iedereen nog welgemeend opgepord had.

Al met al hebben we prima samen gereden; Martin natuurlijk in zijn rol van aanvoerder (in alle facetten), maar toch ook zorgend dat de anderen niet verloren raakten. Vicente in deel een tot Hamoir in zijn buurt en ik in deel twee na Hamoir. Karel op korte afstand; alleen bij Esneux in de laatste km’s op de terugweg gaf hij forfait.

De rit gekend met het mooie eerste stuk tot en met de Trou. Een en andermaal omhoog; deels door bos met als voordeel geen wind en als nadeel bladeren en af en toe nauwelijks te ontdekken gaten in het wegdek. Aan de pluskant qua wegdek stond de klim naar Xhoris; helemaal gloedjenieuw met - zoals Karel het noemde - “afdaalasfalt”. Daar stond tegenover de klim uit het centrum van Comblain-au-Pont die na een mooie begin met goed asfalt, eindigde met MTB-ondergrond. Wel op de top een schitterend uitzicht op het dal in een fantastisch zonnetje. Klimdeel afgerond met de Trou, die sedert vorig jaar ook fraai asfalt kent.

Vervolgens begon het eerste deel van speed maken; hinderlijk onderbroken door wederom slecht asfalt, maar erger: stevige ‘maismodder’. Martin en ik bleven op de plek waar Hans ooit twee lekke biba’s scoorde net overeind aan de linker- en rechterkant, maar wel onder de modder. Later zelfs even haperende voorderailleurs. Vicente en Karel waren slimmer over het midden en waren minder vuil.

Hamoir met goede koffie en vlaai; onderwerpen waren o.a. defensie; het feit, dat we toch wel een handgeschreven kaart van Jos uit Frankrijk misten en later en route ook nog veiligheid. Bij het afsnijden van de blinde binnenbocht hoor je nl. een elektrisch aangedreven auto niet meer, tenzij de banden lawaai maken. Verder heb ik in Italië afgelopen dagen veel fietsers ook in het zonnetje met een rood knipperend achterlicht gezien en dat helpt.

Deel twee van Hamoir uit levert om te beginnen ca. 100 hm naar de afslag naar het kasteel; we hebben en groupe dat met zijn vier “kop over kop gedaan”. Dat was genieten; ook al omdat de Condroz toch wel mooi is. Verder kregen we bij het mooie kasteel en hoeve (in het open deel) op de betonplaten de wind in de rug. Gewoon hard gekacheld met zijn vieren en het liep meer dan prima. Tot slot gaf op de slothelling in Esneux Martin de ruimte. Ik startte als eerste bij het stoplicht en dat bleef ik lange tijd. Vicente kwam ernaast en dat wist ik nog te neutraliseren. In de afdaling naar Tilff door Martin en Vicente nog gas gegeven.
Op het terras een biertje om noch na te genieten en met een gigantische betaal- en wisseltruc hield Vicente van een biljet van € 50,- twee biljetten van € 20,- en een van € 10,- over zonder dat Martin, Karel en ik te veel hadden betaald.

Naar huis, met Martin weer en route naar Zwitserland en iedereen heeft een fiets te poetsen. GENOTEN!


Karel vertelt zijn versie:

Al lang stond de datum vast. Ik probeer altijd om dan niet in Frankrijk te zijn. Ook dit jaar is dit weer mogen lukken.
Iedereen, uitgezonderd Jos, zou er zijn.
Na uitgebreide appwisselingen op zaterdagavond over hoe en waar af te spreken was het resultaat dat Martin en ik om ca 7.55 bij Knuvelkes waren, waar Ger al zijn fiets stond te poetsen. Even later kwam Vicente en waren we compleet. In optocht naar Tilff, waar aan de Ourthe nog veel parkeerruimte over was.
Om 8.35 was alles klaar en werden de benenmotoren gestart om de koude Ardennen in te gaan.
Onder aanvoering van Ger langs de Ourthe richting Esneux en als opwarmer de eerste klim richting Trooz. De aankomstvolgorde bij de diverse klimmen is die dag niet meer gewijzigd. Gewoon leeftijdsvolgorde: Martin-Vicente-Ger-Karel.
Langs de gekende route met prachtige uitzichten richting de koningsklim vanuit Le Trou naar Ferrières. Het was mooi, maar koud. Waarschijnlijk is dit nog wennen na Zuid-Frankrijk.
De weg vanuit Ferrières naar Hamoir was zoals gewoonlijk in slechte staat, met als apocalyps een modderbaan waar de mooi gepoetste fiets van Ger meer op een VTT begon te lijken.

In Hamoir aan de koffie met appelvlaai enige wereldproblemem en de hulpmiddelen om beter te horen en te zien besproken. Langs ons zat een Belgisch stel met ademhalingshulpmiddelen nog paardehaar of iets dergelijks te roken. Gelden van de mutualiteit worden zo gewoon weggegooid.
Na de koffie kop-over-kop het vals plat naar het wondermooie, en voor Belgische begrippen zeer goed onderhouden landgoed bij Vervoz en over de betonplaten richting Ouffet. Hier kregen we de wind in de rug en werd het tempo hoger. Hoewel dit meestal een minder mooi stuk is had het nu toch wel een bijzondere charme met de hoge en/of geoogste maisvelden, nog (of weer) in bloei staande koolzaadakkers en op de achtergrond wat herfstkleuren.
In de afdaling naar Esneux was nog een controlepost (of vertrek) van een VTT tocht, waarvan we 's-morgens een heleboel potentiele deelnemers hadden gezien.
Na de afdaling was bij mij het batterijtje toch wel behoorlijk leeg. Echter, Tilff heb ik toch gehaald.
Onder het genot van een Belgisch biertje nog wat sterke verhalen en daarna ieder weer huiswaarts.
Het was een geslaagde dag.





Zondag 24 september – Waarheen, waarvoor

Afmeldingen van enkelen dus verwachtingsvol. De afdaling van Puth door de Beer van de Bernina in de mist bij 7°C koud. Geen Henk aan het dierenasiel. Aan de toren was Vicente reeds aanwezig en niet lang daarna kwam Hans aangereden. Vlak voor t=0 kwam toch Henk nog; hij was iets te laat vertrokken.
Welkenraedt werd als doel genoemd en voor de verandering hebben we ons daar deze keer eens aan gehouden. De mist was al redelijk opgetrokken en maakte plaats voor een strakblauwe en bijna windloze hemel. Het traject redelijk recht-toe-rechtaan behalve dat Henk deze keer voor het Caubergje koos. Over de Provinciale weg naar Hagelstein waar goed afgewisseld werd en in een strak tempo gereden werd. Wondermooi langs het US oorlogskerkhof naar Henri-Chapelle en meestentijds afdalend naar Welkenraedt waar we in het zonnetje, af en toe tafel en stoelen verschuivend, buiten konden zitten.
Oostwaarts vertrokken naar de grote weg waar we iets te vroeg linksaf sloegen en zo op een doodlopend weggetje kwamen. Snel hersteld en op een binnendoorweggetje langs het spoor naar Lontzen. Omdat het mooi weer was door naar de kapel van Catharina van Sienna en door Kelmis omhoog gezigzagd om het smalle maar uitzichtsvolle binnendoorweggetje naar en onder het toch altijd weer imposante spoorviaduct te nemen. Binnendoor naar Gemmenich waar Hans resoluut voor de Wolfhaag koos; ik zelf vind dit een pokkehelling. Afgedaald naar Vaalsbroek en sinds lang geleden langs Einrade en Harles door Vijlen naar Mechelen. Daar door naar Partij. De keuze voor de Gulperberg liet ik open tot Hans met allerlei ‘logische’ redenen voor de Gulperberg koos; mijn instructie om maximaal te genieten door ná Vicente boven te komen liet hij links liggen (of rechts).
In Gulpen wat omzwervingen door wegwerkzaamheden en zo steil omhoog naar Wijlre.
In het Geuldal vroeg ik Henk of we over de Dellen zouden rijden opdat Vicente maximaal mee kon rijden, waarop hij antwoordde dat Vicente in Gulpen al afgeslagen was naar M’tricht, want hij had hem niet meer gezien. Hans in Etenaken eraf en wachtend voor het stoplicht in Valkenburg kwam Vicente ons toch nog achteropgereden. Hij was opgehouden door andere fietsers op het fietspad.
Dus door over de Dellen waar vlak voor de Oliemolenberg Henk een platte voba kreeg door een klein steentje. Vicente dus na even uit de gulp in de Geul geplast te hebben door en de rest via Waterval en Genhout naar huis. Ruim boven de 100 tevreden thuis.

Heren: vergeet u niet de Buissonnière over een week: nodig vrienden en vriendinnen uit!



Zaterdag 23 september – Ger

Of het gehonoreerd wordt weet ik niet, maar voor mijn gevoel heb ik in TCE-verband gefietst. Dus toch maar een poging. En deze week naast dat fietsen, ook weer eens twee dagen > 8 uur per dag gewerkt. Ben ook dat nog niet verleerd!

Vandaag was de link met TCE het ‘voorfietsen’, omdat ik morgen verhinderd ben. Langs onze geliefde toren op de terugweg als tweede reden, na een divers ritje door Zuid-Limburgs heuvelland; om via Bemelen en Mheer in Mesch de doorsteek naar Visé te pakken. Daar de gekende route via het kanaal en Kanne om in M’tricht de weg aan de Belgische zijde van de Maas te rijden. Die heb ik dit jaar vaak gedaan maar nu eens zuid-noord. Het was wondermooi in de zon met de eerste vallende en verkleurende bladeren.

Gisteren ook een TCE-connect, omdat ik onderweg bij ’t Rooth - na pas 11 km - Frank Rutgers tegenkwam. Die was met een Brabants vriendje (Bart Bakx), die ik van onze “na-Vosges-ritten” ken eens andere wegen bij ons aan het rijden dan voor hen normaal. Ik ben met hen verder gefietst en inderdaad waren er wegen bij die ook wij niet zo vaak nemen. Hoogtepunt in beide betekenissen was de klim in de Voer bij Drink waar je stevig omhoog moet en de 14% toch langer wordt aangetikt. De Voer blijft ook fraai en in deze tijd waren daar de fruitplukkers en de mais-boeren zeer actief. Met hen doorgefietst tot de Nachtegaal waar hun auto stond en gekozen om via de Lange Raar terug te gaan. Gekend omlaag naar de Hanos en grote weg terug.

Kenmerk van beide dagen; veel fietsgroepen onderweg; vandaag alleen al de weg van Gulpen naar Reijmerstok langs Osebos vijf grote groepen. Ook de e-bike is niet meer weg te denken, maar wel overwegend serieus en rustig gebruik. Ik ben langzaamaan uitgefietst op de race en begin weer naar de MTB te verlangen. Dus de afsluiting met de Buissonnière op 1 oktober staat bij mij genoteerd.




Zondag 17 september

Ger
beschrijft:

Martin op de klassieke manier afgemeld en Vicente middels de app. Ergo met Hans, Henk en mezelf de maximale opkomst. Het was vanmorgen fris aan het vertrek, maar met de voorspelde zon, zou het snel beteren. Keuze voor Pam-Pam en gekozen voor de meest directe weg via Meersen en M’tricht. Daar gekozen voor de weg langs het Gouvernement en via Eijsden zaten we al rap aan de koffie. Hans overigens t/m Meerssen aan het derde wiel, maar vanaf M’tricht met wind tegen ferm op kop.

Terug door het wondermooie Belgische land; allerwege fraaie uitzichten en onze hoogtemeters stegen rap. Uiteindelijk in Val Dieu terecht gekomen en daar richting St.-Jean Sart. Nog even een afslagje door de Voer en vanaf de helling bij de Planck kon Hans zijn ros de sporen geven. Henk en ik via de grote weg naar Margraten en daar afgedaald naar Valkenburg. Henk omhoog naar huis en ik via de grote weg. Tevreden na ook een rit gisteren. In Gulpen was/is het overigens druk met de vele rijders van de MH2D. Gister hele stukken met hen samen gereden.

Nog twee nabranders:
En N.B.: Volgende week ben ik er niet.

Henk vult verder aan, deels wegens het niet tijdig plaatsen door de afwezige webmaster:

Gebruikmakend van een Schönwetterloch kon er toch gefietst worden. Het was fris, maar er was veel zon die in combinatie met de wolken voor een prachtige belichting van het Belgische land zorgde. Bij mijn aankomst aan de toren zat Ger er al en bijna onmiddellijk was Hans er ook. Daar bleef het bij. Ger merkte op dat Hans in het begin zijn PR in het laatste wiel rijden verbeterde. Pas in Meerssen nam hij het over. Het vizier was op Pam-Pam ingesteld. We reden er via bekende wegen heen in maar 40 km, waarbij Hans ons nog op wat industrieel erfgoed in Maastricht attendeerde. De Brasilienne smaakte als vanouds. Economie en politiek werden gefileerd, maar ook het fietsgebied Twente werd belicht. Oude vrienden Peter Elverding en Loek Radix kregen ook de nodige aandacht. De terugweg bracht ons langs prachtige dorpjes en vergezichten. Hans deed het rustig aan. Op het vlakke bleven we meest goed bij elkaar. Ik probeerde bergop af en toe bij Hans te blijven, maar bij Ger blijven was makkelijker. Daarbij konden we ook wat bijkletsen tijdens het klimmen naar de Plank en ook daarna, omdat Hans na de Plank de benen nog even los wilde maken. In Valkenburg zwaaide Ger af. Daarna klom ik rustig naar Groot Haasdal, om het laatste stukje met wind in de rug en bergaf nog even door te knallen. Al met al een heerlijk ontspannende rit met 98 km en 900 hm, met toch nog een gemiddelde van 25 km/h.



Zondag 10 september

Na een natte zaterdag toch een hoopvolle zondag. Vicente appte zich present, net als Martin, waarna Ger zich afmeldde – wat hij de week ervoor al gedaan had, net als Karel.
Aan het dierenasiel stond zonder elektronische berichtgeving vooraf ‘gewoon’ Henk en aan de toren net zo gewoon Hans.
Henk meldde op tijd thuis te willen zijn daar hij ’s middags naar het docudrama Jesse zou gaan. Een soort preëmptieve Überschwalbe zeg maar. Op pad, waarbij opviel dat we vele kleine onbekende weggetjes namen en niet in België terechtgekomen zijn!
Om en om het voortouw nemend en wat opviel was het mooie weer, alles frisgroen en heldere lucht en daarom vele andere fietsers op de weg.
Na de Daelhemer richting C&K en Honthem en binnendoor naar St. Geertruid en het altijd weer prachtige Libeek, gevolgd door de klim naar Mheer. De weg naar Noorbeek afgesloten wegens een wielerevenement en dus de Stallenstraat omhoog en bovenlangs Bergenhuizen richting Terlinden en Hoogcruts. Via het bakhuis de Schilberg af en ongebruikelijk de Loorberg-direttissima de Rodekruisweg omhoog. Voor Vicente nieuw. Afgedaald naar Epen waar Henk, om Jesse, linksaf sloeg. Binnendoor over het donkere wandelpad direct naar de Smidse waar we buiten, in het gezelschap van vele andere (poep)fietsers de Remigiusvla en koffie genoten. Obligaat de Camerig op en bij Buitenlust linksaf om zo langs de kwekerij bij de Rugweg te komen. Een feitelijk schitterende weg, zeker in deze tijd van het jaar. Aan het einde rechtsaf en zo, wederom zeer ongebruikelijk, door Harles af te dalen en golvend in Oud-Lemiers uit te komen. Hier de Orsbacher Berg omhoog en in Bocholtzerheide rechtsaf om zo naar Simpelveld te rijden.
Hans toonde ons daar nog even het rijke Rooms-katholieke erfgoed en door naar de voet van de Oude Huls; vroeger een scherprechter in Limburgs Mooiste, nu een peulenschilletje.
Over de Vrouwenheide naar Colmont en de Karstraat af waar Vicente onderin links ging en Hans en Martin door en zo langs de golfbaan, waarna ons afscheid. Heerlijk gefietst; om 12h30 thuis (ruim op tijd voor Jesse). Vanavond maar eens naar Mark the Movie kijken.



Zondag 3 september

Karel
verhaalt:
Om ca 7.30 een app rondgestuurd met de vraag "wie, waar hoe laat", Had natuurlijk niet op het forum gekeken. Eerste antwoord van Martin: "8.20 PLS". Duidelijke taal. Ger volgde nog met een antwoord "procedure as usual" Hij kent onze geheimtaal niet. Samen met Martin richting Schimmert, waar Hans ons al stond op te wachten, Even later kwam Ger nog en na een goedemorgen gelijk de opmerking :"Kijk jij niet op het forum?" De rest van de dag was hij toch aardig.
Na het rustige ritje van vorige week werd vandaag geopperd om naar Pam-Pam te gaan. Maar hoe, na enig gebakkelei: via Belgisch Limburg. Het slot van het verhaal is een onmogelijk te reconstrueren (zie verhaal Martin of Ger) snelle rit door de binnenlanden van de Belgisch Landbouwstreek tussen Tongeren en Maastricht, waarna we koffie zijn gaan drinken op de Pietersberg (Bergrust Schauinsland of zoiets).
Daarna via Meerssen, en Geulle (Slingerberg) naar de Adsteeg. Hans heb ik het laatst gezien in Geulle, Ger heeft in Genhout gedag gezegd en Martin en ik via het vernieuwde, nog afgesloten, Hobbelrade retour richting Puth. Laatste klim via de "Weg langs Stammen".
Het was een mooie rit.

De webmaster kan weinig meer dan de route toevoegen, waarbij ik opmerk dat het er lang niet zo chaotisch uitziet als we het wellicht ervaren hebben. Het weer was een geschenk: klaarhelder, windstil en de herfst langzaam zichtbaar naderend.

Ger vult nog aan:

Curieuze route vandaag; en dat met hetzelfde team als vorige week. Curieus omdat we geloof ik max. 500 meter vooruit hebben gekeken om de route te bepalen en bij het opslaan van de route bleek het een vrij logisch “hoefijzer” te zijn. Het begon met zelfverzekerd Pam-Pam, maar we zijn niet eens in de buurt geweest. Naar ik vrees deels mijn schuld, want en route naar Waterval suggereerde ik Martin om over de Maasbrug in Elsloo de Belgische kant van de Maas op te zoeken. Het was weer wondermooi langs de Maas; lage waterstand, vallende bladeren en mooie beelden van land en velden die er rustig bij lagen. In Smeermaas aan het eind van de route de eerste keer een van die grote N-wegen overgestoken. Vroeger waren dat racebanen met de nodige dodelijke slachtoffers, zeker in het weekend, maar nu was het relatief rustig. Deze N-wegen met een historie veelal in de Romeinse tijd hebben we vandaag vaak gekruist en af en toe over het fietspad benut.

Smeermaas was het begin van een (achteraf op het routebeeld logisch) traject langs Belgisch Limburgse dorpen en gehuchten. Verstild in het land, waar de wegen goed te doen waren, zelfs de veldwegen. Nu die hebben we driftig opgezocht en genoten van de fraaie einders. Aan het einde kwamen we in Kanne uit om via wat kruip door sluip door in M’tricht de Pietersberg half op te gaan en in Chalet Bergrust van Karels verjaarsvlaai met wederom koffie te genieten. Het uitzicht op M’tricht was een beetje rommelig. Op het terras van de golf in C&K is het fraaier. Zoals vaker de laatste tijd waren we snel klaar met onze thema’s; er viel af en toe zelfs een kleine stilte!

De weg retour werd, met aanvankelijk de Kruisberg in de planning, door wegwerkzaamheden een slinger door de Maasvallei aan de Nederlands Limburgse kant. Afgesloten met een zonnige klim van de Slingerberg, waar we bovenop Hans kwijtraakten. Retour via de Adsteeg en Genhout waar Martin en Karel noordelijk gingen en ik richting onze toren. Nog even lekker doorgetrokken en ik kwam thuis met 25,5 km/h gemiddeld, bij een kleine 710 hm en bijna 115 km. Daar deden we vroeger een moord voor en nu is het normaal!



Zondag 27 augustus: losfietsen

Ger
:

Gisteravond ontstond het idee vandaag toch te fietsen en “een rustig herstelritje af te werken”. Henk en Vicente waren verhinderd, resp. ‘verzuurd’. Ergo: Hans, Martin, Karel en ik aan het vertrek en het moet gezegd, we hebben ons aan rustig gehouden tot ongeveer na M’tricht. Daarna gold bij eenieder impliciet “dat stomme rustig fietsen, gas geven” en expliciet werd het tempo steeds meer opgevoerd, zonder dat iemand echt bezwaar had. Hans had wat moois in gedachten in de buurt van Thimister/Clermont en daar zijn we op aangekoerst.

Mooie ochtend met heiigheid aan de einder, een klein zonnetje en vooral rust op de weg. Wat teruggeblikt op de Classic, ondertussen genoten van het landschap (en wat minder van het slechte asfalt) en ons verbazend over de stilte, of zelfs leegte van die Belgische dorpjes. Nauwelijks een winkel, nauwelijks mensen op straat of in de tuin (de meeste huizen hebben nog niet eens een tuin).

Al doorfietsend steeg het gemiddelde, ondanks klimmetjes van voor in de 24 naar 25 km/h. Met de echte klimmen zakte het overigens bij mij ook weer naar achter in de 23. Een soort mini-classic op wegen die we zo een keer per jaar fietsen, maar wel bekend uit de tochten naar Banneux. In het mooie Clermont aan de koffie met koekjes, want er was geen vla en verder ook geen wafel of zo. Karel zijn traktatie vanwege zijn verjaardag bleef dus bij koffie; wel zeer gewaardeerd.

Omdat Karel op tijd thuis wilde zijn, werd het vervolgens raggen; na een mooie klim vanuit La Clouse naar de provinciale weg en de bekende kruising boven Aubel om daar rechtsaf door te snellen naar en voorbij het Rode Bos. Hans vond af en toe wat maatjes om vooruit te koersen, maar onder aanvoering van Martin dichtten we het gat wel weer. Bij de Hut naar Margraten en Sibbe als slot en toen was het weer ieder voor zich naar huis. Mijn gem. van 25 nog naar 25,2 weten op te krikken.

Niemand had klaarblijkelijk echt geleden gisteren! En dat stuk België is toch wel erg mooi, ondanks die leegte.

Karel:

Zoals Ger al opmerkte was er zaterdagavond een heftige appwisseling met motivaties, zanglessen, zegeningen etc. Dus is er besloten zondag even een beetje los te gaan fietsen.
Aan de toren Hans instructie gegeven dat de afstand niet te groot mocht worden, geen klimmen en een rustig tempo. Deze afspraken werden door iedereen onderschreven; jammer genoeg maar voor vijf minuten (max). Eerst rustig warmdraaien en daarna wat sneller, waardoor het los fietsen langzaam tenslotte ging ontaarden in "total loss" fietsen. Op vele klimmetjes aankomsten in de bekende volgorde: Hans-Martin-Ger-Karel. Ieder moet zijn plaats weten.

Vele wegen welke deze eeuw nog niet door ons bereden zijn maar die een prachtige aaneenschakeling van België, maar vooral van het land van Herve geven. Jammer genoeg was er in het bijzonder mooie Clermont geen vlaai bij de koffie, de bediening was echter bijzonder vriendelijk. De verjaardagsvlaai van mij hebben jullie nog tegoed (dan wel zonder koffie) [red.: krent!]

Hoewel het tempo moordend werd heb me toch redelijk goed staande weten te houden. Bij de evaluatie in Sibbe ontlokte dit Martin de opmerking dat ik bij vertrek sceptisch was over afstanden, snelheden etc. en dat ik ervan uitging dat ik een grote afstand en beklimmingen na zaterdag niet meer zou kunnen, echter: "Yes you can" en "I did it".
Al met al een zeer geslaagd weekend met leuke fietsmaten en prachtig fietsweer.



Zaterdag 26 augustus – ODS Classic

Geen rein TCE-gebeuren, alhoewel we ons als HQC hadden ingeschreven, maar toch waren Karel, Henk en Martin aan de start voor de 130 km; niet nadat zij ’s vooravonds de pijltjes te bestember plekken gehangen hadden, samen met der Jáán. Jan zou voor de 100 km gaan met zijn zoon Kamiel.
De 25e Classic dit jaar, waarvan Karel er volgens alternative facts zo’n 24 gereden had.

Uiteraard – moet ik dit woord nog gebruiken? – op de fiets naar Valkenburg waar wij in de gebruikelijke chaos vertrokken voor een parcours vrijwel in Zuid-Limburg gelegen daar ons demi-point Baneheide was en niet meer Blegny.
Het weer was goed: vrijwel geen wind en een waterig zonnetje.
Met een pittig tempo vertrokken ons zo nu en dan aansluiten bij anderen en wederkerig.
Langs mooie wegen en klimmetjes als Moorveld en de Maasberg met als uitschieter de Stammenderberg, waar lokaal bekenden natuurlijk optimaal van hun terreinkennis gebruik konden maken.
Via Puth (je bent RC of niet) naar de eerste pauze bij VV Wijnandia waar de vla zich goed liet smaken. Daar door en we kwamen al snel bij de ‘hoofdpauze’ bij Baneheide. Hier al snel de splitsing voor de 130 km die ons over Orsbach en Schneeberg naar Vaalserquartier bracht voor een zeer mooie variant op het Drielandenpunt. Verder heuvelend, waar de temperatuur, de vochtigheid en de kilometers begonnen te tellen over de Toeristenweg alwaar Henk lek reed; Karel was al door (sec!) maar na een paar belletjes kwam hij terug.
Verder nu via Epen naar Sippenaeken en de altijd weer zeer landschappelijk mooie klim langs Beusdael naar het Bovenste Bos. In de afdaling naar Teuven wilde Karel een motard instrueren voor een betere positionering, maar raakte daarbij zelf door het niet tijdig losklikken in een koprol de berm in. We moesten op hem wachten daar dit zich helaas buiten onze observatie afspeelde. De scherprechter van de dag was de Schilberg waar velen hun tong op het stuur hadden hangen.
Naar de laatste stop in Noorbeek, met voortreffelijke rijstevlaai alwaar wij ook Jan troffen en nog twee heuveltjes te slechten voor de finish: Bergenhuizen en ’t Rooth van C&K.
Tevreden gefinisht en aan de Kwaremont waar Jan, Karel en ik ook nog vereerd werden met een ODS-outfit. Jan en ik voor het veelvuldig route-uitzetten, Karel omdat hij als Classic-jubilaris nog niet overleden was.

Karel vult nog aan:

Voor mij was het de 25e deelname aan de Classic, 24 keer op de fiets en een keer de reddende engel hoewel ik erg ziek was (2004). Opvallend is wel dat ik steeds minder bekende gezichten zie en diegenen die ik herken zijn allemaal stukken ouder geworden. Voor de deelname, verdeling van de afstand etc. is de parcoursopzet met lussen die aan elkaar geregen kunnen worden een perfecte formule. Je kunt naar kracht, zin en groepssamenstelling (vader/zoontje, collega's) etc. uitzoeken.
Voor onze groep was er geen discussie, gewoon alle lussen en een homeride, 170 km dus (ik heb nog enkele km extra gereden t.o.v. Martin)

Een geslaagde versie dus weer: met Puth – V’burg v.v. 165 km.


Ger heeft vandaag een soort van pseudo-Classic gedaan:

Ik zou de Classic niet fietsen; iets van allemaal vragen/gesprekken over ‘verleden’, hoe het nu met je gaat, wat je ergens van vindt, etc. Maar vanmorgen ging Reinouw met een reünie aan de slag en ik dacht; “ik ga eens onderweg kijken”. Rond 9.45 uur weg en tot mijn verrassing was er bijna geen kip (meer?) te bekennen bij de start. Bordjes gevolgd, maar aan de voet van de Raarberg blijkbaar het eerste bordje gemist. Jammer, maar lekker fietsweer en mijn Concorde liep weer lekker. Door naar de toren en bij het keukencentrum in Schinnen de route weer opgepakt. Wat me meteen opviel was het groot aantal “normale fietsen” en het racen was eruit. Dat laatste bleef zo de hele route. Wat er echter ook uit was, waren de herkenbare shirts. Het was een allegaartje en vaak privéshirts met een rugnummer. Ook dat bleef helaas zo.

Zo nu en dan een praatje aangegaan en lekker doorgefietst. Wijnandsrade t/m Karstraat was toch doortrekken en Italië heeft me vermogen opgeleverd. Boven aan de Kar door en op de Ruilverkavelingsweg idem en daarna fietste ik weer alleen. Dat is zo de hele route eigenlijk gebleven qua groepen. Wel regelmatig met “een eenling” verder gefietst. Drielanden en Camerig was heel fraai en ook het stuk bij Beusdael. Een Roermondenaar van Sabic was daar nog nooit geweest, dus genieten.

In Slenaken het bordje naar Gulpen gemist/of weg? Door naar bekend terrein en de klim bij de voormalige forellenvijver had ik al lang niet meer gedaan. Boven gaan experimenteren en deels de route en deels andere wegen gezocht naar de finish. Die bereikt over de afdaling van de Geulhemmer en daar zag ik nog een paar bekenden. Echter geen papieren of documenten om daar legitiem te verblijven. TCE was er nog niet begreep ik van enkelen, dus maar naar huis, want ik zou koken vandaag.

Na een heerlijk ijsje en cola bij Wittem rond een uur of 15.30 thuis. Ga morgen spieren los fietsen!



Zondag 20 augustus

Ger
:

Heerlijk gefietst vandaag; hoewel maar met z’n drieën: Hans, Vicente en ik. Maar dit niet eerder dan nadat Hans en Vicente nog eens hadden teruggekeken op de M’trichtse triatlon van twee weken geleden. Hans had daarin applaus gekregen op hellingen van toeschouwers, maar ook een dispuut met een Belgische deelnemer, die niet door hem uit de wind wilde gehouden worden. Duidelijk dat hij dus op het wedstrijdparcours aan het strijden was.

Redelijk wat afwezigen dus; Jos aan de wijnarbeid, Karel in A’dam en uitzonderingsgewijs van Martin en Henk geen berichten. Hans zijn suggestie gevolgd om zijn route van vorige week nog eens op te pakken over o.a. het destijdse WK-tijdrit parcours. De wind was minder dan gister, maar nog volop aanwezig. Al in de aanloop had ik op de Ingber de lokale club ingehaald en dat verplichtte boven door te trekken, vandaar dat ik die wind al had mogen proeven.

Vertrokken richting Daelhemer en die in elkaars zicht beklommen. Boven konden we op het plateau “door de wind” fietsen oefenen, waarbij we de eerste Cauberg-tocht fietsers inhaalden. Voor de groeve langs naar beneden en weer omhoog naar C&K, waarbij eenieder van ons z’n gevecht had met een aantal andere klimmers uit de Cauberg-fietsers. Het tijdritparkoers op en doorgetrokken naar Termaar, waarbij Hans ons boven naar de weg van de Hut naar België leidde, wel wetend dat het onderlangs naar Terlinden makkelijker was vanwege de wind. Op de grote weg allen het gevecht met de wind aangegaan, waarbij ik het voordeel van in de beugel fietsen weer eens mocht ervaren. Nu heb ik op de Concorde ook het mooiste en beste stuur van al mijn fietsen, met een soort knik in de bocht. Lekker met z’n drieën doorgetrokken en niet voor het eerst op een kleine afstand van elkaar. Zo kon ik “in de middenpositie” nog genieten van Hans zijn performance van liederen van Brecht. Vicente had (voor mij helaas) inmiddels door hoe je als ranke Zuid Amerikaanse klimmer toch de wind kon trotseren, zodat wij twee samen aankwamen op de grote provinciale weg boven Aubel.

Afgedraaid naar Hombourg, Plombières en Völkerich met die hele mooie klim aldaar om zo naar de voet van de Belgische kant van de Trois Bornes te koersen. Bij de Bokkerijder was zowel koffie als vla beter dan vorige week. Zoals inmiddels bijna het hele jaar, konden wij de dynamiek in de wereld niet helemaal doorspreken. Een aantal zaken rond financiële markten; regeringsleiders etc. kort doorgelopen, maar we kregen er geen goed gevoel bij.

Vertrokken voor nagenoeg dezelfde ronde als vorige zondag met de Camerig van de andere kant. Een groep hardrijders reed samen met ons op en ook hier had ieder van ons drie weer zijn eigen concullega’s. Deze keer alleen gekozen voor de klim in het centrum van Epen omhoog en voor de rest idem zondag j.l. Heijenrath, Gulpen, Ingber omhoog en Sibber omlaag. Daar scheidden onze wegen, waarbij ik nog met Hans tot Schoonbron ben gekomen. Afgesloten met mooie cijfers. Gem. 24,6 km en hm 1267, met ca. 106 km. Doorgefietst met z’n drieën derhalve.

Tevreden en vervolgens met een van onze kinders en haar partner de zomer en wederzijdse vakanties de revue laten passeren



Zondag 13 augustus

Ger
chroniqueert:

Zo’n eerste rit na diverse vakanties is altijd wat rommelig. Zo ook dit verslag. Allereerst met een goed fietsgevoel op vakantie gegaan met (buiten de fiets) 88 kg aan de haak. Het mooie was, dat aan het eind van de rit ik zo mogelijk een nog beter fietsgevoel had en dat die 88 kg nog altijd stond. Eerste winst dus al te pakken.

De vakantieterugblik kan kort zijn; fietsen kwam er wat karig vanaf met “maar vier keer”. Dat waren wel mooie ritten: Madonna de Campiglio over een deel van de Passo Carlo Campo Magni (broeierig warm en liep dit keer niet); de Passo twee dagen later integraal in de revanche en nu liep die als een tierelier. De Stelvio was het doel van deze vakantie en die dag was het ook broeierig heet. Dit schaap kwam te laat op het idee van eten en drinken (afzien dus), maar wel fantastische uitzichten en bochten. Als beloning de wondermooie afdaling van de Umbrail, die geheel over asfalt loopt inmiddels. En tot slot de Solda met een stukkie naar Trafoi waar ik op de terugweg Martin en later ook Miriam tegenkwam. Nooit echt kapotgegaan en dat betaalde zich vandaag uit.

Afspraak anders dan normaal; te weten Polfermolen en 10.00 uur om de Classic deels te fietsen. Wat afzeggingen en wat extra mensen aan boord, nl. Jan Starmans en Miriam. Wat later en route, maar ruimte voor een omweg, dus ik ben over Reijmerstok, Margraten, B&T en Vilt om precies 9.58 aangeschoven. De route komt nog wel van Martin, maar de deels andere wegen waren heel fraai. Voor Karel en mij was een stuk cross op het Drielandenpunt een waardige bekroning met als beloning een fiets die er als bagger uitzag. Verder was het ontzettend druk met alle variaties van bewegen en gelukkig beperkt aso-gedrag. Een motard op de Karstraat vond dat de as van de weg helemaal van/voor hem was en bij de smalle weg van Epen naar Sippenaeken kwamen we tussen een BMW-rijder en een Audi-cabrio terecht die ons ook nog eens begon te “du-zen”.
Bij dat alles was Miriam al in Trintelen omgedraaid, omdat de granny voor niet meer kon worden opgewaardeerd tot midden- of groot blad. De rest viel op, dat de zelfverzekerdheid waarmee Martin dit soort zaken normaal opknapt, nu wat ontbrak.

Kortom lekker gereden met z’n allen!

De webmaster kan de route toevoegen en natuurlijk het feit dat Jos ook aanwezig was. Niet te vergeten dat we de AOW-taart van Ger gekregen hadden (dank!) en Karel weer opa wordt en dat gegeven in zeer gepaste omvang uitgewisseld is.
Het was inderdaad een ware afvalrace; de aantijging dat ik, als Delftse werktuigbouwer gediplomeerd fietsenmaker me er met een Jantje van Leiden vanaf gemaakt had door niet ter plekke te repareren, pareer ik: eenzelfde euvel is mij onlangs overkomen en toen leerde de ervaring dat dat niet ter plekke verholpen kon worden. Vandaar.
Jos nam overigens afscheid omdat hij zijn bidon met daarin zijn Alzheimermedicijnen bij de Bokkenrijder vergeten was.
Volgende week zien we wel weer wie nog in de Nederland is.



Webmaster- Alpi 2017

De Beer van de Bernina is uiteraard in de Alpen geweest en heeft daar ook wat gefietst. Natuurlijk wil ik u deze ervaringen, ter inspiratie wellicht, niet onthouden:

Met vier fietsers: Miriam en twee wat minder ervaren fietsers (maar wel lopers): Fenneke en Coen.

De eerste week naar Bormio:

Eerste dag een inrijrit en wel naar de Passo Torre di Fraele. Over een 'afkortingsheuveltje' naar de alternatieve steile inklim om vervolgens over een mooie serie van haarspeldbochten bij twee oude torens boven te geraken. Een klein stukje onverhard door voor de koffie. Een prachtig lijnenspel (43 km/1110 hm).

De volgende uitdaging een echte: afdalen naar Tirano (bekend van de Alpenexpeditie 2016), deels over het fietspad, deels over de oude weg door mooie dorpjes naar de start van de Bernina (2330): Tirano (450). Deze keer met veel mooier weer dan in de Alpi 2016-expeditie.
De eerste stukken steil en dan zeer fraai langs het meer en redelijk vlak tot Poschiavo, alwaar op de rest gewacht, prettig op een bankje in het zonnetje.
De weg werd steiler, maar met weinig haarspeldbochten en het afstandsverschil groter. Bij de splitsing naar Livigno lang gewacht, waar ik het bericht kreeg dat het niet zo ging (de nadelen van de moderne communicatie, net zo iets als oortjes). Zes km terug afgedaald om de achtervolgers te stimuleren. Besloten de top van de Bernina te laten voor wat die is en naar de Forcola di Livigno (2315) te gaan, al met al toch nog zo’n 1900 m hoogteverschil. Bovengekomen geluncht en heerlijk afgedaald. Er restten nog twee kleine pasjes: de Passo d’Eira en Passo di Foscagno. Op de Eira heerlijk in het zonnetje zitten wachten tot Miriam belde met het bericht dat C en F geblokkeerd en uitgeput waren.

Dus ik alleen door naar de Foscagno en full speed afgedaald naar Bormio om hun met de auto op te halen.

Dan de apotheose: met Miriam om half acht uit Bormio vertrokken om heerlijk rustig richting Umbrail te fietsen. Ik had besloten door te rijden naar de Stelvio (zo'n 300 hm vanaf de Umbrail) en dan terug af te dalen. Miriam zou op de Umbrail blijven en F&C zouden met de auto naar de Umbrail komen.

Uiteindelijk was ik als eerste op de Umbrail en nadat F&C er waren bleek Miriam de afslag gemist te hebben en ging vrolijk door naar de Stelvio. Een sprintje bergop was nodig om haar in te halen.

Heerlijk afgedaald naar Santa Maria in Müstair en door naar Glurns en Prad. Daar de espresso en gezamenlijk omhoog de Stelvio. Ik had besloten in een keer door te rijden (what else?), de overigen zouden bij de Franzenhöhe lunchen.

Onderweg Ger nog tegengekomen in de afdaling van Trafoi, na zijn klim naar Sulda. Een hartelijk weerzien.
Mede daardoor ruim op tijd boven en in de zon gewacht.
Een fantastische afdaling, door nieuw Giroasfalt, en voor de auto terug in Bormio.

De tweede week de transfer naar het ons bekende Corvara in Alta Badia, Dolomieten.

De weersverwachting gaf onweer aan na de middag, dus op tijd weg, zo dachten wij, voor de Sellaronde, en wel met de klok mee. De eenvoudige Campolongo gevolgd door de langere Pordoi, alwaar de koffie. De Sella neem je feitelijk pas vanaf de splitsing met de Pordoi en niet vanaf de formele start vanuit Canazei, dus dat viel wel mee. Zo ook de afslag naar de Gardena, waar het echter begon te druppelen en bij het Chalet Gerard, bekend van de Dolomietenmaratonravitaillering, te gieten met een stevig onweer. Na een uur schuilen met koffie en een taartje leek het wat te minderen dus door.

Op het relatief vlakke stuk rakelings onder de rotsen van de noordkant van het Sellamassief brak de hel los: het werd aardedonker, het onweerde hevig en de normaal droogstaande beken braken uit hun oevers en overspoelden de weg, daarbij modder, gruis en kinderkopgrote keien meenemend, maar onversaagd, wat konden we anders, gingen we door. Achteraf bleek een half uur na onze doorkomt de pasweg afgesloten te zijn geworden.
De afdaling van de Gardena, waar de stroom bleek uitgevallen, was meer onder dan boven water. Alle remkracht was weg en een volledige set remblokken versleten. Het donderde en bliksemde hevig - op de Marmolade bleek die dag een bliksemdode gevallen te zijn.
Rillerig maar heel in Corvara waar de warme douche als Gods woord over de menigte neerdaalde.

De volgende rit een deelherhaling en een uitdaging voor Miriam. Geroutineerd over de Campolongo en in Arraba links door het zeer fraaie Buchensteindal afgedaald en nu de afkorting naar Roca Piètore wél gevonden (eerder in een expeditie gemist), een prachtige klim andersom overigens. Dan kwam de klim die steil begon en waar we de variant door de kloof van Sottoguda nu wel konden nemen, tegen betaling van €2,00 p.p. overigens. Mooi dalletje en steil. De klim naar de Fedaia bekend bij enkelen en vooral de lange rechte weg met een niet ophoudend tweetallig hellingspercentage killing. Maar aan alles komt een eind.
Afgedaald naar Canazei en omhoog naar de Sella, nu overigens een respectabel aantal hoogtemeters en droog over de Gardena Corvarawaarts.

Een verdere rit moest wat korter worden, want onweer dreigde voor de middag. Dus tijdig vertrokken naar La Villa en de lange klim, die vriendelijk begint maar aan het einde best wel steil wordt naar de Valparola, die na een km afdalen vanzelf overgaat in de Passo Falzarego. 1100 m afgedaald naar Caprile om zo de afdaling die wij eerder namen voor de Fedaia nu omhoog te kunnen doen. Erg mooi. Boven begon het te onweren dus even bij een woning geschuild, maar het droogde snel op en afgerond met de vals plat lopende klim naar Arraba en afgerond met de Campolongo.
Een fijn rondje.



Zondag 29 juli. “Ich war Hoch…”

Karel:

Zondagmorgen een app rondgestuurd met de tekst “Ik ben om 9.00 in Schimmert. Wie nog meer?”. Hier geen antwoorden op ontvangen. Hans en Jos antwoorden nooit op apps dus de kans dat een van beiden of beiden om 9.00 aanwezig zouden zijn was groot. Bekend was dat Martin en Ger op vakantie zijn. Even voor 9.00 in Schimmert en even later kwam Hans aangereden in een prachtig blauwe outfit, perfect passend bij zijn fiets. Hierbij is het dan ook gebleven.

Hans de mededeling gedaan dat ik uiterlijk 12.30 thuis wilde zijn, wat hem ook goed uitkwam.

Met een zeer stevige wind (5 BF) richting Meerssen vertrokken, Korte Raar af. Deze heeft volgens Hans een zeer slecht wegdek. Ik was nog Franse wegen gewend, dus goed wegdek. Vandaar via Amby naar Gronsveld en Rijckholt. Achter het Withuis door naar Mesch en door het weilandfietspad naar Voeren. Voerstreek gevolgd naar Remersdael. In dit de gekende volgorde, Hans voorop en ik in gekende, toenemende afstand erachter. Hans nam echter geregeld de (gewaardeerde moeite) om op om we te wachten. Van Remersdael via de nieuwe racebaan voor de wind naar het Rode Bos. Hierbij weren duizingwekkende snelheden behaald. Afgedaald naar Teuven en doorsteek naar Slenaken. En voor de Piemert richting Gulpen. Vlak voor Euverem werden we ingehaald door een jeugdig stel, een uitdaging voor Hans, die dan ook gelijk meetrok achter de gangma(a)k(st)er. Hoewel we wind in de rug hadden kreeg Hans de wind van voren van de 2e in de partij. Zeer boos Duits geschreeuw “Ich war Hoch”. Hans bleef stoïcijns doortrappen, wat onze Duitse vriend steeds bozer maakte. Hoewel ik iets op achterstand was gekomen vond ik het toch zo interessant dat ik een sprint trok om weer bijkwam en me er ook maar ging bemoeien. Dat heet geloof ik olie op het vuur. Ondertussen aangeland bij de afslag naar Reijmerstok, waar Hans nog eens ging stoken met “Jetzt sehr schnell Hoch” of iets dergelijks. Jammer genoeg was ik toen niet “Hoch” (links van het groepje) want toen sloegen onze Duitse vrienden zonder richting aan te geven plotseling linksaf. Rustig omhoog getrapt, waar Hans bedaard op me stond te wachten.

De vrienden hebben wel geluk gehad dat Hans niet op z’n plat Haags met Duitse ondertiteling op dezelfde toon terug is gaan praten

Afgedaald naar Gulpen en via de Ingbergracht naar Sibbe. Sibbergrubbe af (wat een mooi wegdek). Overigens gezien de afdaling mocht ik hier het genoegen smaken om op Hans te wachten. Schin op Geul, om via Walem naar Klimmen te gaan. Gezien de jaarmarkt via de Koulen gegaan. Vandaar via Klimmen naar Retersbeek, waar onze wegen zich scheiden, Hans naar Voerendaal en ik via Nuth naar Puth (beiden toekomstige gemeente Beekdaelen”).

Ruimschoots op tijd thuis (na 85 km zonder pauze) om de middag nog zeer wel te besteden met kunstmarkt en museumbezoek.



Zondag 23 juli

In de wetenschap dat velen op vakantie, in Frankrijk, met keukens bezig en dergelijk waren toog De Beer van de Bernina verwachtingsvol naar de toren. De dag ervoor nog naar Aachen v.v. gereden en met veel wind en regenkansen niet zo heel veel zin. Maar ja: commitment; dus toch op weg.
Het bleef inderdaad rustig aan de toren dus langzaam kwamen de twee alternatieven: Harken met Hans of alleen tegen de wind. Het werd het eerste.

We besloten poolshoogte te nemen bij de brand van de Kannerberg dus tegen een inderdaad forse wind maar droog wegdek via Waterval naar Meerssen alwaar door naar Maastricht en de Wilhelminabrug over.
Hans wees bij het politiebureau nog twee voormalige WOII nazikantoren aan – zo doe je als altijd wat cultuurhistorische kennis op. Langs de ENCI, waar de groeve inmiddels weer afgesloten is, naar de stop en met de wind mee het kanaal volgend naar Kanne. Er kwam inderdaad nog wat rook uit de grotten bij de afgezette Muizenberg, dus de Tiendenberg omhoog en vol tegen de wind naar het door Hans zo beminde Zussen.
Langs de groeven afgedaald en de Hallembaye omhoog; tegen de wind afgedaald: veel herrie, weinig snelheid. Voor de verandering de grote weg wat langer gevolgd: best wel mooi.
Uiteraard naar Pam-Pam waar we rustig zaten. Nog even over Kees van de Staaij gehad, maar die hebben we vervolgens afgespoten.
Via Bombaye naar Warsage, met de wind nu vol mee en verder makkelijk en vlak langs het snelfietspad noordwaarts. Door het Geuldal naar Houthem alwaar het emotionele afscheid.
Lekker gereden.



Zondag 17 juli

Vandaag een wat klein aantal aan de toren onder een bewolkte lucht en een wind van 12 km/h uit ZZW: I.v.v.a. Martin, Vicente en om 8h59 Hans. Geen echt doel uitgesproken dus wat lukraak op weg: na de Daalhemer door Sibbe waar een rommelmarkt aan de gang was die ons tot afstappen dwong. Via IJzeren naar Margraten en ongewoon langs de brandweer en de provinciale weg overgestoken naar Termaar. Na Reijmerstok het dorp in om over het mooie fietspad naar Terlinden te geraken.
Over een prachtig weggetje naar Bergenhuizen en met wat Limburgse Harleyrijders met een heuse roadcaptain naar beneden door Noorbeek en Schey omhoog; hierbij langzaam het idee vattend om naar de pâtisserie in Aubel te gaan en dus door naar Ulvend en de Plank om zo in de mooie klim van Veurs te geraken waarna het afdalen naar Aubel een peulenschil.
Onze kleine groepsgrootte stond inderdaad een pauze in de door Jos zo geliefde zaak toe en genoten van de kwalitatief en kwantitatief juiste rijstevla. Hans gaf aan naar huis te willen dus redelijk kort maar wel via Berg La Clouse, een helling die bij Vicente de halve koe van zijn Braziliaanse BBQ van gisteren bijna pootjes gaf.
Voor de verandering door het rustige Mabroek en genoten van het mooie asfalt na Remersdael en geroutineerd Teuven, S’ken en in SoG onverwacht de Fromberg op waar we een aantal fietsers parkeerden. Links verder en bij het trafostation Hans naar V’daal en de rest via de Koulen door naar Walem waar onze wegen zich scheidden. Geen 100 km, maar wel lekker.



Zondag 9 juli – G5

Vandaag weer eens “wat anders”. Aan de toren Martin, Ger, Vicente, Jos en Hans. Een aardige groep dus weer. Vicente trots op zijn nieuwe Garmin, net uit de doos, dus alleen maar aangezet. Een route die ons deze keer weer eens in geheel andere streken bracht en wel beginnend noordwaarts. Bijna weer terug naar de start in Puth en naar Doenrade. Daar de weg afgesloten door een brandweerwagen die zich met een bermbrandje bezighield. Dus alternatief in Hillensberg de Feldbiß af en zo door die Heimat oostwaarts waar we uiteindelijk op het gekende fietspad langs de Rode Beek kwamen. Door Gillrath naar Geilenkirchen en daar de Wurm stroomopwaarts gevolgd tot Rimburg. Bij de spoorwegovergang even moeten wachten en de fraaie bosklim genomen. Via Merkstein naar de NK-klim langs Rolduc en voor het eerst de koffie in Kirchrôa, waar een gezellige WMC-sfeer heerste. Een verhitte strijd om de twee stukjes abrikozenvlaai, deze maal geschonken door de morgen jarige Hans.
Via Bleijerheide weer afgedaald Duitsland in en naar Richterich en De Locht.
Over de Wienweg naar de Vroedvrouwenschool, afgedaald en omhoog naar U’berg en naar Colmont. In het geweld met een andere fietsgroep sloegen Ger en Hans af. De rest door naar Ransdaal en omhoog naar Klimmen; bij Jos Vicente en ik de Goudsberg af en langs de Dellen door naar Meerssen alwaar ons afscheid. Deze maal wel boven de 100 km met een lekker gevoel.

Ger voegt toe:

Twee mooie dingen vandaag: Hans was er gelukkig weer bij en Martin had een geheel andere route in zijn hoofd, nl. ‘Duitsland’! De Voer en België kennen we inmiddels van alle zondagse ritten.
Na de woensdagrit van mij zonder zuurstof vandaag weer eens een lekkere frisse start. Mijn klimwielen in de DUELL (dat scheelt echt) en op naar de toren. Het liep vanaf het begin lekker en dat bleef ook zo. Als je inmiddels na 8.45 uur tegenwoordig bij de toren aankomt, ben je aan de late kant. We gaan kijken of we daar de eerste koffie kunnen scoren.

Maximale opkomst met - als gezegd - Hans, Jos, Martin en Vicente. Henk was wat met keukens aan het doen en Karel in het land van de tour.
Hans wilde tegen 13.00 uur thuis zijn, vanwege iets met hondenmandjes op fietsen in anticipatie van zijn verjaardag en vakantie komende week en vertrokken werd richting Puth, Doenrade en vandaar weet ik het niet meer! De brandweer van Onderbanken nog in actie gezien vanwege een boombrand (?) en ondertussen lange mooie veldwegen of langs een watertje en een hoog gemiddelde. Vandaag ook weer eens voorin meegedaan en zo kwam ik tot de conclusie, dat ik inmiddels van een echte “rasklimmer op de macht” ben omgevormd tot een “de grote molen op een vlakke weg draaiende mini-Cancellara”. Je moet je toch een doel of vergelijk voor ogen houden, niet waar. Maar het was lekker niet steeds dat gat te moeten laten en weer eens gewoon mee te draaien. Zo rond de 31/32 is voor mij ideaal.

Ondertussen hebben we Vicente de werking van de Garmin kunnen uitleggen en verder werd er gewoon “gerejen” om Peter Post te citeren. Via allerlei Duitse wegen kwamen we op de markt in Kerkrade die aan het wakker worden was van de WMC-avond ervoor en het komende optreden van een harmonie, wat we gemist hebben. Hans trakteerde, Jos deed kond van zijn komende wijnwerkzaamheden. De brommer, scooter en andere perikelen op de smalle wegen in het Heuvelland zijn weer doorgenomen, de G 20 hebben we de G 20 gelaten met wel de opmerking dat actievoerder, resp. relschopper inmiddels ook een professioneel beroep is.

Kerkrade waren we nog niet zomaar uit, weer een stuk Dld en uiteindelijk kwamen we in Heerlen om daar vanaf het vroegere Welterhof nog eens de klim naar Ubachsberg te pakken. In Colmont ben ik met Hans afgedaald naar Voerendaal, terwijl de andere verscholen in een andere groep richting Karstraat doorreden. Hans in Voerendaal eraf en ik naar Klimmen, Wijnandsrade en gekend via Valkenburg retour. Inmiddels pak ik dan standaard bij de paters in Wittem een lekker ijsje en toen de laatste meters. Een mooie dag; een mooi tempo (26,7 km/h), toch nog genoeg hm’s (909) en een afstand die er zijn mag (120 km.)

Het was weer genieten!




Zondag 2 juli – Á la recherche du temps perdu

Ger
:

Eigenlijk ben ik een beetje ‘fietsmoe’. Als ieder jaar naar de Vosges (en sedert een paar jaar de verlenging in Duitsland) toegewerkt en dit jaar beter dan andere jaren, maar ja: na afloop is de vraag welke nieuwe routes weer in onze buurt gereden kunnen worden. Martin had daar vandaag een oplossing voor, waarover straks meer. Omdat ik deze week niet echt sober had geleefd, vond ik dat vandaag de extra kg’s en cal’s eruit gefietst moesten worden. Aan de toren Vicente en Martin en de rest op vakantie, verhinderd, angst voor de regen of…..

Mijn voorstel Welkenraedt werd niet meteen overgenomen; Pam-Pam meteen gedeclasseerd en toen zijn we maar gewoon vertrokken. Via de Sibber en Hombourg ‘anders’ België doorkruist. Smalle wegen, pittoreske woningen of boerderijen en gewoon echt buitenland. Het weer viel mee. Met wat omwegen in Moresnet beland en vandaar de Belgische kant van de Trois Bornes opgezocht. Daar tussen allerlei fietsers en ander volk lekker koffie met goede rijstevlaai, beloond met een prima uitzicht. Om er echt drie landen van te maken retour via de klimmen van Orsbach en Trintelen gekend naar de Karstraat (af) en daar ging Martin rechts naar huis en Vicente en ik linksaf.

Nadat Martin tot dan >95% de kop had gehad en zo op een sublieme wijze Jos en Hans verving, zorgde de beleefdheid van Vicente ervoor, dat ik ook nog eens wat kopwerk kon/mocht doen. Dat viel niet tegen, want al vaker gezegd; tegenwoordig is mijn laatste km beter dan mijn eerste. De Cauberg samen op en Vicente liet mij de eer. Boven hij door via Vilt naar M’tricht en ik links over het plateau bij ’t Rooth nog tegen de wind gebuffeld. Langs de groeve vals omhoog naar en over Margraten terug. Droog thuis waar nu rond 15.00 uur de regen losbarst.
Het liep al bij al lekker en met 117 km en bijna 1400 hm mag ik tevreden zijn.


Martin kan daar weinig aan toevoegen, dan: mijn idee was inderdaad eens de vergeten weggetjes op te zoeken en ik denk daarin geslaagd te zijn. Niet vergeten te vermelden zijn de fantastische afdaling door Reijmerstok en het feit dat we onder Hombourg Ger even kwijt waren omdat hij rechtdoor was gereden. Gelukkig elkaar snel weer gevonden om door te rijden naar Montzen. Daar een prachtig tussendoorweggetje genaamd Cosenbergerheydt gevonden en met een fantastisch uitzicht op het viaduct van Moresnet (met, voor intimi, de spanningssluis) en binnendoor naar Kelmis om zo in het Duitssprekend deel van België te geraken.
De klim naar het Drielandenpunt bevolkt door vele andere fietsers, waar ik een voorsprong nam die door Vicente niet meer goedgemaakt kon worden.
In de klim naar Mingersborg keek Vicente achterom en dacht veilig te zijn door in mij een andere fietser te zien. Helaas.
Wat minder obligatoir dan Ger was ik met minder dan 100 km op de teller thuis. Miriam niet thuisgetroffen; die is nu ergens in de regen op de fiets, maar – zo weet ik – dat deert haar niets.




Zondag 25 juni

Geheel ander weer dan we de afgelopen week gewend waren: zo’n tien graden koeler, bewolkt en zelfs een natte straat! Aan de start Karel, Henk, Martin, Ger en Vicente. Laatstgenoemde deelde mede om halftwaalf weer thuis te moeten zijn, dus daar een beetje rekening mee gehouden en Pam-Pam als doel.
De kop en richting afwisselend bepaald en zo op weg naar Raar, de Korte Raar af en over Dellen naar de Geulhemmer. Bovenlangs de rotonde en door Terblijt naar ’t Rooth en Klein Welsden.
Naar Honthem en Eckelrade, alwaar de eerste processie Van St. Gieter naar Moerslag en Mesch, de tweede processie. Via Withuis binnendoor naar Moelingen en tegen aan aanzwellende wind richting de stuw en langs de Maas naar Pam-Pam.
Vicente trakteerde preëmptief op vlaai. Helaas was de rijstevlaai niet je-van-het. De Vosges en de jury nog even geëvalueerd.
Kort terug naar Maastricht, dus over de Hallembaye, waar Vicente net Henk aftroefde en gevolgd door de St. Pierre. Over de brug naar de sluis en zo, lastiggevallen door wandelaars en automobilisten de Slavante en Sint-Pieter op. Onderaan Vicente ruim op tijd afgeslagen en gedrieën door de Rasberg op (zelden!) en de Brakkenberg af. Groot-Haasdal omhoog, Ger nog mee, en met de wind mee naar Schimmert en via Sweikhuizen terug.
Een ontspannen tochtje.
Heren: volgende week kruist de TdF ons parcours; doen we daar wat mee?

Ger vult aan:

De rit van vandaag nog in het teken van de voorbije dagen in de Vogezen, resp. het Schwarzwald. Zag er wel wat tegenop op voorhand, want ik “had toch een jasje uitgedaan” in die zes dagen met vooral in het Schwarzwald de hoge temperaturen. In die zin had ik geluk, want ik mocht in de regen starten in Gulpen. Lekker fris en de Ingber liep gelijk al lekker, wat de burger moed gaf. Aan de toren geen Jos en Hans. Vicente wilde rond 11.30 uur weer in M’tricht zijn, dus het was al snel Pam=Pam. Koers naar Meerssen en vandaar de Geulhemmer weer eens gedaan.
Kriskras door het Heuvelland en alternatief naar PP. De koffie was aangelengd water, de rijstevlaai van vorige eeuw en alleen de abrikozenvlaai van Karel en mezelf smaakte. Vicente trakteerde als eerste van de juli-jarigen. De nabeschouwingen stonden vooral nog in het teken van de tijdrit en het jury-optreden van Frank! Verder de fraaie heuvels en de stevige %’s in het Schwarzwald.

De keuze voor de Hallembaye in het vertrek was vrij logisch en we wisten de brocante van Loën te omzeilen. Ook de diverse processies hebben we niet weten te verstoren. De St. Pierre er nog bij en uiteraard Slavante, waar Vicente kon afslaan. Voor de variatie nog de Rasberg op (voor de wind) en via de Brakkenberg naar beneden en het klimmetje bij de Hanos terug naar de toren. Vandaar ben ik nog even doorgegaan naar Hulsberg en de Karstraat op (ook weer voor de wind). In Gulpen was het enorm druk vanwege ‘het Tihange-lint’. De wind deerde ons vandaag niet echt en buiten de startregen voor mij, is eenieder droog thuisgekomen.

Karel volgende week op vakantie; de rest is er voorlopig nog wel.

15 – 17 juni: TCE Vosges 2017: still going strong!

Henk heeft een reactie:

Sorry dat ik zo laat was, en dank voor jullie geduld. Select en subliem gezelschap. Jammer dat Vicente, Hans en Jan er niet waren. Prachtige routes, uitdagende hellingen. Fantastisch wegdek. Heerlijk eten (ook de lunch van vrijdag). Mooie mix van must do (Petit Ballon, Col de la Schlucht, Route de Crêtes) en unknown beauties (Col du Sapois, Col de Morbieux, La Colline, Col du Louschbach). Allemaal altijd dicht bij elkaar gebleven met dank aan geduldige, organiserende en knokkende maatjes. Hotel voor herhaling vatbaar. Heerlijk eten en vooral erg proper! Dank aan de sommelier! De jury was zonder meer innovatief; andere adjectieven zijn niet van toepassing.

Martin kan daaraan toevoegen:

Gezellig met Jos en Karel vertrokken; helaas in Luxembourg in de file geraakt waardoor 20 minuten later dan gepland aangekomen (12:50). Henks nonchalante late komst gelukkig door de jury goed gepareerd. We moesten wel wachten, daar ook mijn gerepareerde fiets (de scope wat uitgebreid) in zijn auto.
Gelukkig genoeg tijd voor de domitocht, waar de klim omhoog uit het dal van Le Valtin een van mijn bucketlist was. Over bekend parcours door naar de Calvaire en afgedaald. Hendrik helaas geplaagd door een serie lekke aba’s, veroorzaakt door een knurftig velglintje, merk Durex. Maar met hand en spandiensten gerepareerd en wonder boven wonder had Jos een reveli (reservevelglint) in zijn tas, daarmee Hendrik oneindig blij gemaakt.
Langs Lac Blanc en Lac Noir (wondermooi) en verder door frisgroene weiden met prachtige uitzichten.
Op weg naar de voet van de klimtijdrit die op de route naar La Schlucht lag: Le Tanet.
Niet te lang en niet te steil. Henk miste de startprocedure door de voet voorbij te rijden en vervolgens zonder te stoppen of een tijd te registreren aan de klim te beginnen. Een chaotische tijdrit (u leze later meer) daar Frank en Karel de eindstreep op een andere plaats dachten en Frank als jury andere opvattingen had.
Terug naar de voet, het etablissement aan de top was helaas gesloten, en door naar de Schlucht. Langer dan gedacht.
Pijlsnel met naderend onweer naar beneden, dat inderdaad vijf minuten na onze aankomst losbarstte.

Goed lokaal bier en eten. De bespreking van de tocht van morgen leidde ertoe dat we allen voor de korte maar mooie versie over de Petit Ballon kozen. Relaxt weg en na op de Crêtes aangekomen te zijn als intermezzo de Hohneck, het hoogste stukje asfalt in de Vosges. Prachtig uitzicht en met zeer fraai weer over de RdC flanerend naar de Breitfirst en zo de Platzerwasel af. Henk weer een record en Hendrik zo snel dat hij de kleine afslag naar de Petit Ballon miste – na enige tijd alleen gereden te hebben keerde hij terug. Na de Petit Ballon de lunch: een boerenmaaltijd…voldoende. Bloedsteil afgedaald naar en door Wasserbourg en door de wijngaarden naar Turckheim waarna de Provençaals aandoende klim naar Les Trois Epis: zeer mooi door de dennenbossen slingerend omhoog. Hendriks bidon was kapot gevallen (een opzet van Jos) dus hij had vochttekort (mede veroorzaakt door zijn episch zweten), maar kreeg desgevraagd helaas geen water aangeboden van een lokale dame.
Door nu naar de voet van de Col du Bonhomme: een brede weg, wat vrachtverkeer, maar toch met voldoende respect behandeld en nog nooit eerder gedaan!
Boven links naar de Calvaire en de van de eerste dag bekende afdaling over de route Forestière du Rudlin gedaan; niet nadat Hendrik en ik bovenaan bij een stalletje met lokale producten appelsap gekocht hadden dat bij nader inzien cider bleek te zijn.
De jury aan de gang, onnavolgbaar; de verslaglegging, voor een juryrapport moet Frank zelf maar zorg voor dragen.
De rode lantaarn van Henk mag hier niet onvermeld blijven.

Goed gegeten en klaar voor de laatste dag: “korter en minder hoogtemeters”. En dat was zo.
Door Gerardmer waar we door een bejaarde bijna van de straat gereden werden en een kleine omweg moesten nemen om een festival te vermijden. Zoals Henk al noemde: onbekende colletjes als de Sapois, Morbieux en Lousbach.
Helaas moest Frank afscheid nemen wegens oprispende ingewanden en weigerende spieren.
De lunch in het luidruchtige Le Thillot, ons geestelijk preparerend voor de grootste wedkamp van het weekend: de Menil. Ger reed sneaky alleen vooruit; kansloos natuurlijk. Hendrik haalde ons allen in, toen wij een fietsstrook bereden, niet snel daarna met overmacht achternagezeten door Jan en Harold. Jan moest al gauw opgeven, zodat Harold als eerste finishte, gevolgd door mij en Hendrik.
Vanuit Travexin een bloedsteile klim zonder naam (Route des Rosiers) door het bos die eindigde op de weg naar de ons zo geliefde Vièrge. Het wachten in de zon geen straf, ons vermakend om een echtpaar dat gruwelijk aan het stuntelen was met auto en landkaart.
Over de hobbelige weg naar de Col du Bramont afgedaald en naar de voet van de laatste klim: via Lac de Blanchemer naar de RdC. Ger weigerde aanvankelijk, maar liet zich, toen hij het gladde asfalt zag, toch overtuigen en ging mee.
En prestatie van Karel en Ger om uiteindelijk boven te komen!
Ze hadden echter nog voldoende energie over om over de Crête te jagen en genoeglijk afgedaald.
De maaltijd genoten onder de bezielende woorden van de jury. Maar onnavolgbaar. Ik raad Frank aan een bril te kopen: zowel zijn observaties van waar de finishlijn van de tijdrit lag alsmede die over het al dan niet helmdragen van mij (waardoor ik mijn plaats in het klassement miste) zijn twijfelachtig.
Voor de goede orde: bij acclamatie als RC’18 wederom Jan en ik (Martin); dank voor het vertrouwen! De jury Karel en Vicente en de wisselbeker is dit jaar bij Vicente gebleven.

De resultaten van de tijdrit:

  2004200520062007200820092010201120122013201420152017
1Harold--------33'12"32'25"34'03"32'57"33'24"38'03" --51'45"18’40”
2Ger48'29"d.n.s.55'10"33'51"46'20"46'09"55'16"44'30"46'34"d.n.s.d.n.f.1h23'26’30”
3Henk38'07"38'45"41'34"29'16"41'22"40'20"d.n.f.43'05"41'30"45'27"1h07'30"--115'03"
--Jos34'19"33'48"33'41"23'31"--35'47"38'26"33'55"--41'03"49'58"--d.n.q. 19’40”
--Jan--------36'55"39'13"38'22"37'14"36'47"41'01"56'11"--d.n.q. 22'15"
-Martin41'36"47'48"40'19"32'02"49'02"46'05"d.n.f.40'50"44'58"50'57"1h03'20"1h02'50"d.n.q. 22’45”
-Frank------------d.n.f.d.n.s.49'10"57'26"--1h17'd.n.f.
-Karel48'16"--60'30"39'25"55'00"--d.n.f.53'38"49'10"57'00"1h10'21"1h19'11"d.n.f.
--Hendrik----------39'12"45'45"37'24"39'47"45'00"1h00'40"--d.n.q. 25’40”
--Hans--35'47"38'25"25'36"34'50"33'30"36'57"--34'37"37'47"48'30"53'45"--
--Jan P.------------d.n.f.--47'50"1h10'00"--1h13'--

De start van een albumpje

En hier de foto's van Frank.

En deze link kan ik u ook aanbevelen.

Ger vult aan:

Dit jaar heerlijk gefietst in de Vogezen en daarna nog verstandiger geweest in het Schwarzwald.

De Vogezen waren voor mij een feest van herkenning van een drietal vakanties eind tachtiger en begin negentiger jaren aldaar. Uitvalsbases toen Massevaux en tweemaal Corcieux. De Calvaire, Schlucht, Wettstein en Crêtes als bekende en goede herinneringen. De voorbereiding was dit jaar goed met veel km’s en nog een ritje op dinsdag vooraf met Karel. Ook het standaard al op woensdag aanrijden met Frank is een genoegen. Rustig en route en al een dagje eerder bijkletsen en lekker eten. Dat was dit jaar helemaal top, omdat we weliswaar nog niet in ons hotel konden verblijven, maar een kleine 300 meter verder een meer dan prima onderkomen hadden. Goed eten en fraai uitzicht.

Helaas moesten Hans, Vicente en Jan Panis last minute cancelen; redenen zeer begrijpelijk, maar ze werden toch zeer gemist. Hopelijk volgend jaar weer erbij. Bijzonder was ook de trouw van Henk aan zijn werkgever door in de morgen nog ruim te vergaderen.
De routes zal Martin wel beter verslaan dan ik, maar er waren wel bijzondere hoogtepunten. Zo was de eerste klim van dag een al een perfecte start. Een smal weggetje ging km na km stevig omhoog, waarbij “de traditionele” Schlucht op 5 km voor de top werd onderbroken voor een tijdrit. De jury hanteerde bijzondere principes door allereerst zelf de finishplaats verkeerd te interpreteren (diskwalificatie) en daarnaast de regel “helm op, ook in de klim” streng toe te passen. In ieder geval was ik met mijn tijd zeer tevreden. Ook op dag twee konden we meteen - en nu al na een meter - in de klimstand voor “le Collet”; het bezoekje aan de Honeck was memorabel; zo ook de wat makkelijker kant van de Petit Ballon met de start onder aan de voet van de Platzerwasel. Helaas was de Bonhomme nog altijd de autoroute die die vroeger ook al was. De discipline van de Franse automobilisten bleek - evenals die in Duitsland de dagen erna - een voorbeeld hoe het ook kan. De twee slotklimmen van dag drie waren stevig, maar te doen. Achteraf blij, dat ik die heb gedaan, want de grote weg was niet echt makkelijker geweest. Op de Route des Crêtes blij ‘eindelijk een stuk gas te kunnen geven’. Ook opmerkelijk was overigens dat we de routes allen met z’n negenen samen hebben afgelegd. Alleen Frank meende op dag drie bij Cornimont al terug te moeten gaan om zich te sparen voor het Schwarzwald (waarover straks meer). Dank voor het wachten van de snelle mannen.

De sfeer in ons groepje was uitstekend; zoals Martin dat prima verwoordde: “we weten wat we aan elkaar hebben en gunnen elkaar wat”. De prijsuitreikingen door onze juryvoorzitter waren weer een feest. De kleurenlinten die iedere dag konden/moesten wisselen een prima idee en de verhalen daarbij nog mooier. Mijn spaarpot, heeft al een ereplaats naast de prijs van Wateringen - Den Helder - Wateringen.
Tot slot was het hotel prima gekozen. Goed eten, aardige eigenaren en weliswaar gedateerde kamers maar wel schoon en ruim. Het verblijf van Martin, Jan en mezelf op een driepersoonskamer uitstekend. Op zondag met Henk en Frank nog heerlijk op het terras nagekletst en onderwijl voorzien van een koffietje; pure gastvrijheid.

Zo zaten Frank en ik tegen 12.30 uur in het Schwarzwald aan een schnitzel en een flesje rosé. Als je dan toch moet wachten op de rest, dan maar goed. Ook daar een prima hotel, dat Frank en zijn vriend Hans altijd uitzoeken op uitzicht, terras en slothelling. Dat was hier ca. drie km met elk een km van ca. 6-7%, dan 8% en afgerond met 10%. Het was maar goed, dat ik van tevoren geen info heb gecheckt. Ik heb daarmee zinnen als: “Schwarzwald…berüchtigt für seine extremen Steigungen” gemist. Ook de informatie over de “Oppenauer Steige” (zie internet en U-tube) zag ik pas vanmorgen’; vroeger, aan de voet van de "Oppenauer Steige" werden de paarden van de koetsen etc. vanuit Straatsburg gewisseld voor de klim. Die klim was destijds nl. de enige verbinding over de kam. Op de terugweg kwamen de originele paarden weer voor het span. Overigens is die Steige een fantastische klim van ca. 7 km met ca. 700 hm, met als max een stuk van 18%. Vlak onder de top is de vertrekplaats van de parapentes. Daar hebben we genoten van een tweetal starters en onze zeiknatte kleren laten opdrogen. Op dag twee hadden we ook een drietal klimmen met forse stukken à 10%, waarvan een met ca. 500 meter à 15%. Dat werd gecompenseerd met een mooie glooiende klim naar de Mummelsee.
Vermeldenswaardig is, dat de klimanalyse van Jos over Frank klopt! Frank is bij ca 65/70 km. echt renderend; soepel het verzet draaiend en weg is ie. Hij was dus in tegenstelling tot de Vogezen meestal voor me, tenzij ik op tijd een klimmetje van ca. 10% had en hij in zicht was. Mijn rugzak met reservebuba heeft daarbij zijn nut weer bewezen; helaas bij mezelf. Toen ik boven een mooie en goed lopende bosklim de eerste dag een steentje van mijn voorband wilde afhalen, bleek dat de biba te zijn die door de wang van de nieuwe (zonde geld) voorband kwam. Wisselen dus! Thuis zag ik dat het een scherp sneetje was; klaarblijkelijk een steen of glas.
De routes laat ik maar voor wat ze zijn; als iemand interesse heeft, hebben Frank en ik ze. De temperaturen wil ik jullie echter niet onthouden. Dag een gem. 27,9 max 37; dag twee gem. 29,7 max 41 en dag drie gem. 29,6 en max 36. En die max. waren niet het resultaat van de fiets in de zon zetten en wij op het terras in de schaduw. Het was dus na de Vogezen hard labeur en ook afzien. Verstandig hebben we ons beperkt tot dagroutes van ca. 65-70 km, maar toch wel iedere dag ca. 1600 hm, behalve de laatste toen hebben we ‘maar 1300 gedaan.



Zaterdag 10 juni – La petite Buissonnière

Ger:

Met enige aarzeling toch maar even melding doen van het feit, dat er in het weekend door TCE toch duchtig is gefietst.

Toch kort kan daarover worden gezegd, dat het met 13 en groupe fietsen toch wel weer bijzonder is. Het wachten op elkaar viel mee. Alleen de koffie en vlaai in Hamoir was zeer langdurig; we moesten concurreren met een motorgezelschap en die waren toch echt met veel meer en de vlaai moest uit de keuken komen. Verder is vermeldenswaard:



Maandag 5 juni – Schimmert – Spa – Schimmert

Zo, het moet gezegd worden: een uit de top 10!
Al een tijd stond er in de agenda ‘HC’ genoteerd. Dat moest natuurlijk ingevuld worden. Ik, de Beer van de Bernina, had niet zo’n zin in een gecompliceerde en tijdrovende autoverplaatsing vooraf (en achteraf), dus dacht ik aan Schimmert – Spa – Schimmert. Spa omdat we daar al een tijdje niet geweest zijn en er aardige heuveltjes liggen.
Van tevoren de route uitgezet; dit biedt meer kans om onbekende weggetjes op te nemen en voorkomt de kans op foutrijden aanzienlijk. Ook Ger had hem op de Garmin.
Verder aan de toren Vicente en Le Docteur. Anderen konden niet en hadden zich, netjes, afgemeld. Onder werkelijk ideale fietsomstandigheden op weg: nauwelijks wind en een stralende zon, droog wegdek en een aangename temperatuur. De eerste stukken bekend. Als verrassing kwamen we voor Bruisterbosch (feitelijk haalden we ze in) een groep van TC Elsloo tegen (valselijk gebruik van de afkorting TCE) waarin Henk Jacobs, de meesten bekend. Samen wat opgekeuveld (ik weet niet of dit woord bestaat, maar het beschrijft precies wat er plaatsvond) en in Banholt afscheid genomen. Ongewoon door naar Noorbeek en daar naar Ulvend en afgedaald naar Martens- en Pietersvoeren, gevolgd door de fantastische klim, met nieuw asfalt naar Hagelstein. Ongewoon afgedaald door St.-Jean-Sart, met prachtige uitzichten, waarvan latere veel meer en na Val Dieu het ooit door Hans verkende ‘klimmetje’ Grises Pierres omhoog. Een typerend voorbeeld van smalle, steile en rustige weggetjes zoals we later veelvuldig zouden tegenkomen. Sinds heel lang weer eens de klim van Charneux naar Herve-Battice en geleid door de Garmin door Herve afgedaald en zo door richting Xhendelesse en Soiron en bekend van een Classic ooit afgedaald naar Pepinster.
Daar de gewone weg naar Spa maar al snel een kleine verrassing: de Rue de la Paix: smal, rustig en vooral steil. Een pareltje. Bovengekomen een kleine afdaling gevolgd door wederom, een iets minder venijnige, rustige klim.
Prachtig afgedaald naar de grote weg Theux – Spa en deze drukke weg even gevolgd, een gevoel als in de Alpen te rijden. Naar Spa de Avenue Reine Astrid en in het drukke Spa de koffie en de wafels (helaas geen vlaai).
Na een genoeglijke pauze door langs het Lac de Warfaaz en een binnendoorklimmetje waar twee blondjes zich, geleid door de navi, vastgereden hadden. Naar Tiège en de Bansions, gevolgd door een schitterende slingerafdaling door de weiden.
Van Polleur naar Fays geklommen alwaar een van de mooie landgoederen uit La Belle Epoque.
Lang afgedaald naar Verviers, waar de meeste baardmannen denkelijk door de ramadan binnen zaten.

Daarvan werkelijk een fantastische klim vergelijkbaar als Dalhem, maar dan maal drie qua lengte en wegdek. Grote kasseien, een smal straatje vormend en heerlijk steil. Overschaduwd door oude bomen. Zacht golvend door naar Andrimont en op bekend terrein komend naar Henri-Chapelle. Als een steen afgedaald naar Hombourg, waar bleek dat Ger slim gereden had, want reserves over! Raggen naar Teuven, Nurop, Slenaken en Gulpen. Op karakter door het Geuldal waar Hans en vervolgens Vicente afscheid namen en zodoende Ger en ik de Stoepert op. Bovenop Ger naar rechts en ik naar links. Met bijna 150 km en 2000 hm zeer tevreden!

Ger vult aan:

Allereerst een observatie uit de sociale media; waar je voorheen de aandacht kreeg met een mooi ritje van ca. 75 km door Zuid Limburg, vliegen je nu de ritten naar Zeeland, Gelderland, en/of Sicilië of Sardinië om de oren. En dan veelal ook nog geen kinderachtige afstanden (althans in Nederland) van 150 à 175 km. Deze inwoner uit Gulpen is derhalve vrijdag en zaterdag jl. ook maar op de Velo geklommen, anders raak ik volledig uit beeld. Succes van die ritten was wisselend; broeierig warm en een “schurende kont”. Met gister Jazz in Duketown en laat in bed met de nodige jazz-drankjes, zag ik de bui vanmorgen dus hangen. Tegen de 140 km uitgepijld door Martin en ruim op tijd kwam de Gesel er aan.

Nu om met de deur in huis te vallen een fantastische rit. Aangenaam gezelschap (Hans, Martin en Vicente) die steeds langzaam uit beeld vertrokken en keurig op mij wachtten. Ik had me heilig voorgenomen eigen tempo “op het kleine blad” te klimmen en dat heb ik ook gedaan. Martin had een wondermooie route uitgepijld; naar hij zei in ca. 20 minuten. Mooie kleine weggetjes en ook nog omhoog bij Theux en later een echte kasseienklim, waarbij Dalhem voor de kinderfietsjes is.

Schitterende natuur met in de afdalingen ruim en mooi zicht op de heuvelkam waar we weer tegenop moesten. Die klimmen waren bijna allemaal regelmatig en in een strak(?) tempo te doen. Na de grote weg te hebben gedaan op het terras in Spa aan de wafel. Aan de wereldpraat ons laven, doen we niet meer. Die hoeveelheid dommigheid is niet door ons van zinnig commentaar te voorzien. Op de terugweg kwamen we achter Verviers op voor mij bekend terrein terecht, nl. de terugroute van Banneux naar Gulpen. Toen heb ik de rem er maar vanaf gegooid en af en toe op de macht een hellinkie gepakt en met Martin van HC naar Hombourg de grote plaat gedraaid. Vanaf Hombourg naar Teuven idem en dat liep ook. In Gulpen de route uitgekacheld en gewoon nog een rondje gedaan. Eerst Hans uitgezwaaid, vervolgens in Valkenburg Vicente en als laatste na de Stoepert Martin. Ik ben toen voor de moraal nog via Arensgenhout doorgestoken naar de Karstraat en na die klim doorgetrokken naar de Huls en Simpelveld. Vandaar de weg over Eys naar Wittem en bij de paters een lekker yoghurt-bosbessenijsje verorberd. Zonder water de laatste km’s afgelegd en ik was tegen 16.30 thuis.

Ook cijfers voor de social media deugen, nl. 169 km en net geen 2300 hm met een gem. van 23 km/h. Geen zere benen en Reinouw dacht dat ik ca. 10 km had gefietst en de rest op het terras had gezeten. (Ik ben nl. ook wel eens met witte vlekken van de vermoeidheid afgestapt).

Zaterdag a.s. de Buissonnière met Klaas Bos van Chemelot (zie onze website) en zondag geen rit voor mij. Ik moet naar de openingsborrel van het advocatenkantoor dat Mark van ons in Nijmegen met twee maten/vrienden is opgestart. Hij apetrots en ik ook eerlijk gezegd; ondernemersbloed kruipt bij hem de goede kant op.



Zondag 28 mei – Grenslandklassieker

Ger
trapt af:

Een goede fietsweek gehad en die heel plezierig vandaag afgerond met de Grenslandklassieker. De opkomst was klein, maar kwalitatief zeer aan de maat. Weinig gekletst in het begin, maar wel meteen de bui gehad; vervolgens natte en deels modderige wegen, dus er valt wel wat te poetsen.
De opkomst voor de mooie tocht was niet groot, maar zo nu en dan konden we inpikken bij een groepje. Wegen die wel bekend zijn, maar die we vaak niet doen.
Denk aan de Fromberg (ook nog omlaag) om vervolgens de klim vanaf de Ruilverkavelingsweg te doen. Maar ook de Camerig vanaf Vaalsbroek is geen standaard; gevolgd door de rest van de Camerig bij Buitenlust omhoog.
Al met al lekker gepeddeld en bij de tweede tussenstop Klaas Bos opgepikt. Het gekwetter van Martin en Klaas deed iedere poging van Karel en mezelf om een gesprek te voeren te niet. Via allerlei omwegen terecht gekomen in Meerssen en na de klim van de Korte Raarberg ben ik rechtdoor gegaan. Karel, Martin en Klaas de Visweg omlaag. Al bij al tevreden met 151 km en bijna 1800 hm.

Nu naar onze eetclub en op de radio de Giro volgen. Ben benieuwd.

De Beer van de Bernina kan, na het bekijken van de Giro, waarin Tommie ze toch allemaal een poepie heeft laten ruiken, niet veel meer toevoegen. Inderdaad een gans anders parcours, dit wegens lastiger vergunningsperikelen, maar geen meter asfalt onbekend. Wel de aaneenschakeling van. Jammer dat er zo weinig deelnemers waren: het idee met een toertocht mee te rijden was er niet. Toevallig dat grote delen van het traject door Karel en mij de week ervoor, afzonderlijk en gezamenlijk al gereden waren. Heren: houd u de agenda in de gaten?



Zondag 21 mei

Ger
vangt aan:

Gisteren BETS in Breda; matige opkomst (maar ons Vosges-stel was er uiteraard). Het is daar weliswaar vlak, maar de regen en natte zanderige ondergrond maakte het wel tot hard en voorzichtig rijden. Afstand net geen 70 km en snelheid net geen 28 km per uur. Dat ontlokte Frank de opmerking, dat hij wel eens 100 km en klimmen wilde doen.

Dus vanmorgen stond Frank stevig op tijd aan ons verzamelpunt. De eerste, bezorgde bespreking “van de toestand in de wereld” ter plekke en gedurende de eerste meters gedaan. Daarna bepaalde de snelheidsmeter dat er geen echte conversatie meer aan de orde was; althans bij mij. De Gileppedam als doel was een schot in de roos. Plaatselijk slechte wegen tot geen wegen! Het was genieten in het fantastisch zonnetje, een flauwe wind tegen of opzij en er werd gewoon hard gekoerst. Ik zie cijfers op mijn teller die me aan LBL begin tachtiger jaren doen denken. Daarom werden wij er waarschijnlijk door de motorbrigade uitgepakt om ons nog eens op de gedragsregels te wijzen (wat we al deden overigens). De groene ventieldopjes waren voor ons als stimulans. Op de terugweg zagen Frank en ik overigens dat een groep van zo’n dertig man aan de kant was gezet.

Dat fietsen van mij is overigens gewoon voor mezelf genieten. In de Garmin Connect sta ik in de leeftijdsklasse 60-64 steevast in het beste kwartiel; op z’n slechts de beste 1/3. Dat betekent overigens op zondag niets anders dan tevreden zijn met dit soort gegevens en de rest voor laten gaan. Inmiddels ben ik wel zo wijs geworden, dat ik aan het begin van de tocht mijn tempo bepaal; heeft het voordeel, dat ik aan het eind datzelfde tempo ook nog haal. Aan of over de max per se het wiel willen houden, is aan mij niet meer besteed. Zo nu en dan “op het grote mes” een te overziene heuvel is het wel.

In de pauze hebben we de wereldleiders (en de Nederlandse) even besproken; ons beeld werd niet vrolijker. De koffie met wafel was perfect; de ruime dotatie van Frank bij de afrekening gewaardeerd. De trainingsstages zijn overigens goed aan Frank besteed; duidelijk te zien en op de terugweg een fijn wiel voor mij om mijn gem. nog op te schroeven. Ondertussen had Tessie in de Limburgse heuvels op haar uppie ook nog een kleine 60 km weggewerkt en hebben we ons ter voorbereiding op de Vosges de Tarte Myrtilles van Reinouw laten smaken.

De webmaster voegt nog toe ook tevreden met de route te zijn geweest. Het stellen van een doel leidt m.i. toch tot meer en beter rijden dan “zo maar wat”.

Ook weer tot de constatering gekomen dat als we netjes in een treintje rijden, zoals naar Hagelstein, we mooi snel gaan. Zouden we beter moeten oefenen! Voor de volledigheid nog Henk, Vicente en Hans noemen.
Het wegdek was inderdaad niet overal je-van-het, maar deels veroorzaakt door wegwerkzaamheden en daar- en elders aan gekoppelde omleidingen, zoals een damesjoggingevenement in Dolhain. De klim naar de dam toch wel grappig: een slagboom, een hek, een weg bezaaid met sparrenspul (of zoiets) en dan plots op de dam. Met mooi uitzicht. De afdaling weer lekker lopend. In HC nam Hans voorsprong en afscheid – kon hij nog wat aan zijn gemiddelde werken. Heerlijk afgedaald langs de Gulp, waar Henk meestentijds de kop nam en tussen Hombourg en Teuven weer ’s ouderwets kop gesleurd.
Teuven-Slenaken-Gulpen geroutineerd en ter afsluiting de Ingber op waar Vicente resoluut kop nam en hield.
Boven de Sibber Vicente eraf en onderaan het hartelijke afscheid van Ger en Frank. De Stoepert op en vanaf Schimmert naar Oensel wurmden we ons in een groepje wedstrijdrijders wat goed was voor ons gemiddelde, net als de wieltjeszuiger die ons tot in Neerbeek volgde. Met een gemiddelde van 26.5 niet ontevreden!



Zondag 14 mei

Ger
verhaalt van zaterdag wegens zondags ontstentenis:

Zondag (morgen/vandaag) family-brunch in Amersfoort. Ergo vandaag voorgefietst. Drie redenen om toch kort wat te laten weten. Reden een is, dat ik vandaag een aantal klassiekers uit ons/mijn (?) repertoire heb gedaan en die waren weer fantastisch. Eerst de Trois Bornes van de Nederlandse kant; die is eigenlijk minder mooi dan van de Belgische kant, maar dat uitzicht in de afdaling…..super. Verder ben ik de Kinkenweg weer op geweest; dat moet altijd een paar keer. Lag er droog bij en je kon het grind ontwijken. De klim naar de kerk in Dalhem was helaas “under construction”; of onze mooi keien blijven liggen?? Verder kan ik melden, dat de St. Pierre er weer schoon bij lag; het afval was opgeruimd. En als toetje heb ik de Slingerberg gedaan; in onze tijd in Grevenbicht was die met de Snijders- en de Maasberg bijna permanent in mijn rondje. Dat was reden een.

Reden twee was, dat er zo mogelijk nog meer fietsers in allerlei samenstellingen op de weg was. In de afdaling van de Trois Bornes kwam ik zelfs een groep tegen waar het eerste deel boven aan kwam toen ik begon met dalen en de slotgroep beneden op de kruising naar Wolfhaag al keuvelend aan de route begon.

En reden drie is speciaal voor Hans; de Dijk deze week met het programma “Groef”. Was schitterend met oude nummers uit de jeugd van Hans, Karel, Jos en mij! Maar ook nieuwer werk; ergo Hans wat gemist.

Geniet ervan; ik ga eens de cijfertjes van vorig jaar erbij halen, want volgens mij ben ik beter aan het fietsen dan toen. Jullie horen de uitkomst wel.

Voor TCE zondag een merkwaardige rit. Zouden eerst Henk en Martin er niet zijn: dit was niet het geval. Martin had Miriam dus de moederdag-Baraque-Michel-Aspergetocht beloofd.

Dus negen uur aan de toren waar inderdaad ook Henk en Vicente die echter zei op tijd thuis te willen zijn wegens moederdag.
Bij het Rode Bos Fenneke en Coen opgehaald (voor hen de eerste keer op de fiets dit jaar dus BM v.v. een beetje te ambitieus).
Tegen een doorstaande wind prachtig langs het kerkhof naar Henri-Chapelle waar Henk en Vicente rechtsaf sloegen (een verslag met route volgt wellicht) en de zelfde omleiding naar Welkenraedt als enige weken ervoor. Van daar traditioneel naar Baelen en Membach en de prachtige weg door het bos omhoog. Bij de Chêne du Rendez Vous een paar kleine veranderingen: de ‘oude’ weg van Goé naar de Baraque, de Hestreux is nu afgesloten, maar van de Chêne verder ligt nu babybillenglad asfalt! Dus lekker rollend verder.
De grote weg mede door het mooie weer wat druk met af en toe hardscheurende vehikels.
Op de Mont Rigi traditioneel asperges voor enkelen en lang gezeten. Wel binnen, want het was wat frisjes daar boven en er viel zelfs een spat.
Toen ontsproot het idee om met een kleine omweg thuis te keren en wel bezuiden langs. Dus richting Malmedy en over de waarlijk prachtige weg naar Hockai. Van Hockai een klein stukje de RaVel, de oude spoorlijn gevolgd: een mooi weggetje, maar helaas niet geheel glad asfalt. Toch leuk. Toen weer de traditionele weg naar Solvaster. Lang de dode papagaai (voor intimi) en op en af richting Jalhay. Bij Coen ging het klimlampje langzaam uit; fietsspieren bergop zijn toch wat anders dan loopspieren!
Door de bekende Laura-Verhoevenbocht en in Jalhay de prachtige afdaling langs de Gileppe genomen en in Dolhain de Côte de Dentiste omhoog.
Op het gemakkie verder naar HC en om hoogtemeters te vermijden wederom langs het kerkhof en door het Rode Bos.
F&C afgezet bij de gelijknamige brasserie. Wij gelijk door want de lucht was dreigend. In Margraten inderdaad een paar spetters, maar niet meer dan dat.
Routineus door en met 150+ km op de teller tevredenstellend. Miriam buitengewoon tevreden over haar gemiddelde. Heren: houd de Hoge-Venentour in gedachten.


Henk vult aan zijn deel:

Na het tedere afscheid van de rest in Henri Chapelle vielen Vicente en ik via het sprookjesachtige Berwinnedal tot vlak voor Motroux/Neufchâtel. Vandaar de uitdagende klim Les Waides, en opnieuw vallend naar Warsage. Het vallen gaat Vicente nog niet zo goed af. Nog even het klimmetje van de Mescherheide, waar Vicente hard vooropreed en ik alle zeilen bij moest zetten om bij te blijven. Op de racebaan klampten we aan bij een echtpaar dat er stevig de sokken inzette, waarbij Vicente op ‘t kantje kwam te zitten en er afwoei. Bij Scharn/Heer nam Vicente afscheid. Ik trapte, grotendeels voor de wind, nog lekker door naar 105 km zonder pauze en met een tevredenstellend gemiddelde van 26.1 bij 870 hm.



Zondag 7 mei

Velen zouden er niet zijn, maar wat over was, was er wel: aan de toren Henk, Martin, Vicente, Ger en Hans. De eerste vier hadden Tongeren gecomplotteerd dus daar kon Hans zich alleen bij neerleggen.
De kortste weg naar Maastricht en voor de ENCI langs naar Klein Ternaaien over de sluis.
De fraaie Montagne St. Pierre over waar iemand al rijdend de rommel uit zijn achtertuin had achtergelaten. Jammer.
Achter Marnebel langs en snel de route door het Jekerdal gevonden die toch België in al zijn feëriekheid beschrijft. Om Hans tegemoet te komen aan aantal van de korte omweggetjes vermeden en tenslotte snel door Sluizen over het oude spoor.
In Tongeren weer naar de bekende plaats, iets wat we een volgende keer toch eens moeten heroverwegen, want geen vlaai en duur.

De terugweg een beetje in het centrum lopen klungelen maar feitelijk vrij snel onze routes weer gevonden. Bekende stukken, maar ook nieuwe stukken. De wind een beetje vals maar schuin tegen. Door plaatsen met mooie namen als ’s-Herenelderen, Membruggen, Vlijtingen, Lafelt en Kesselt.
Tegen het Albertkanaal aanbotsend en dit noordwaarts gevolgd tot de brug van Veldwezelt. Deze over en gelijk langs het kanaal weer terug. Een fraaie en voor allen onbekende weg. Met de wind mee ging dat wel lekker en bij de brug van Vroenhoven rechtdoor om zo de Muizenberg af te dalen en Kanne in. Langs het kasteel noordwaarts, nog net getuige van een processie bij de St.-Servatiusbron en Vicente sloeg gelukkig linksaf, thuis. Door Maastricht waar Martin de Bemeler opperde en Ger resoluut zei de Dellen te volgen. Terwijl Bemelen toch echt korter is naar Gulpen. Sneaky toch richting Bemelen, Ger meelokkend, maar dat lukte niet: op de kruising voor Bemelen sloeg hij links.
De berg die eigenlijk bestaat uit een lange vals-platte aanloop, een kort bergje niet meer de 6.5% en een lange vals-platte uitloop liep lekker en de Daelhemer af. In Valkenburg Hans naar Klimmen en de rest naar Spaubeek waar Henk rechtdoor en Martin rechtsaf.

Overigens: het monumentje dat we passeerden is inderdaad ter ere van de belangrijke Slag bij Lafelt!

Ger vult aan resp. geeft zijn perspectief:

Gisteren op en rond het oude mijnverleden ge-MTB’d. Door de buitenring moesten een aantal routes van Discovery worden verlegd en we hebben met een stichting waar ik in zit, deels meegefinancierd. We mochten verkennen. En hoewel de getallen niet echt iets voorstellen, was het toch inspannend. Een groot deel single tracks vereist continue concentratie. Ook een keer op een klim “achterover gekukeld”; voorwiel van de grond, gewicht te veel naar achter en daar lag ik. Fraai was dat het mijngruis was.

Vanmorgen met spierpijn toch veel zin in een tocht met TCE. DUELL bij Roger voor het vereiste werk t.b.v. de Vosges conform instructie van Martin; dus op de good old Concorde. Onderweg naar de toren dacht ik aan Tongeren; ik vermoedde nieuw voor Vicente. Maar ja, Hans……Onderweg hadden Martin en Henk dezelfde gedachte, dus kort vooroverleg en de “non blokkade” van Hans bracht ons op weg naar die mooie stad. Ikzelf in de gedachte, dat ik me niet daas zou gaan rijden in het laatste wiel. Dus was ik de groep in Meerssen al kwijt. Gelukkig werd er op strategische plekken gewacht en ik kon weer (tijdelijk) aansluiten.

Verstilde dorpen en dorpjes onderweg met een uitstraling uit de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw als je de auto’s vergeet. Grote gebouwen voor allerlei katholieke zaken; op meerdere plaatsen keutels on the road. Kortom nostalgie. Ondertussen veel draaien en keren en het tempo dat bij mij ergens rond de 22,5/23 was bij aankomst bij de toren steeg naar boven de 25.
Het plein in Tongeren was vol gezet met kramen voor een nog te starten Italiaans feest. Koffie en taart smaakten en rekende we af tegen het dubbele tarief als andere zondagen. Kort door de stad en over de grote weg en retour via allerlei landbouwstreken. Deels nieuw, deels bekend en zo kwamen via wat op en neer rijden (zie de route maar) in Maastricht, waar Vicente afsloeg. De oude A2 in volstrekte stilte gepasseerd via de Scharnerweg en aan de rand van de stad togen Hans, Henk en Martin door de Bemeler op en ik ben linksaf gegaan naar de Dellen en Houthem om zo via de grote weg te proberen mijn gem. dat in M’tricht op 25,8 stond zo te houden.

Het was genieten, hoewel ik schrik begin te krijgen tussen de wielen als er hard wordt gefietst. Ik heb dus deels door eigen keuze (maar meestal door het straffe tempo van de rest) veel op mijn uppie gefietst; een goede training en goed voor het karakter. Volgens mij hebben we mooi cijfers behaald op deze tocht. Mijn 25,8 heb ik behouden en met 810 hm en 120,5 km heb ik me afloop beloond met een ijsje in het dorp. Was wel enigszins stijf in de spieren in het ernaartoe lopen.

14 mei zit ik in Amersfoort voor een family-brunch; dus niet aan de toren. Henk en Martin, succes met jullie tocht.



Zondag 30 april – Wind!

Ger heeft zijn verslag klaar:

Ik hoop dat Martin of Henk een verslag maakt, want mijn focus was vandaag meer gelegen op het in de gaten houden van het voor mij koersende achterwiel, resp. het wegdeel voor me. Het rittenverslag van mij is dus dit keer kort; uitgepierd heb ik net toch zeker een kwartier in bad gelegen om weer enigszins mens te worden. Voor het eerst sedert lang was mijn hoofd sterker dan mijn lijf; d.w.z. dat ik op de terugweg van de toren (die ik als penitentie en training voor de moraal als extra lus had ingebouwd) van de afslag bij de Hanos tot bij het klooster in Wittem weer tegen die vuige wind kon beuken. En dit keer eens niet laten lopen, ergo goed voor de moraal en mijn hartslag, maar mijn lijf protesteerde aan alle kanten.

Heel mooi vanmorgen bij het “na-verzamelpunt” de Pannenkoekenmolen in Gulpen opgepikt. Voor mij is het ca. 35 minuten naar de toren, dus ik meende dat onze all stars (Hans, Martin, Henk en Vicente) dat zeker in 30 minuten konden realiseren. Dat was dus ook zo met een knap gem. onderweg. Monschau stond in de planning, maar na een uurtje beuken tegen de wind werd dat de stuw bij Eupen. Mooie delen ven België afgewisseld met industrieterreinen; maar de steenslag en slecht wegdek was overal. We bleven redelijk bij elkaar en Henk zeker in mijn buurt en die van Vicente. Hans en Martin op zichtafstand. Tot Welkenraedt gekend terrein, maar daarna slechts flarden van herkenning. Met ca. 40 km bij mij op de teller en nog geen 22 km/h als gemiddelde zaten we bij de stuw met mooi uitzicht en lekker in het zonnetje aan het appelgebak. De diverse definities van integriteit, de belastingmoraal van die dienst zelf, het verzakkende DSM-kantoor(???) en nog wat van dat alles passeerden de revue. In het kader van “de ophaalservice” heb ik het gebak en koffie gedaan. Is dat integer?

Terug was het anders. Als je de route bekijkt op het scherm is dat min of meer parallel. Dat gevoel had ik onderweg niet overigens. Het was derhalve degelijk buffelen op de grote plaat en nu met veelal mooi asfalt. Snelheden boven de 40 km/h deden ons gemiddelde heel goed en zo kwamen we uiteindelijk weer in HC. Er was bij niemand behoefte om snel rechtsaf naar huis af te slaan, dus lekker doorgekacheld over de kam langs het Amerikaans kerkhof naar de splitsing boven Aubel. Daar de weg naar de Hut gepakt voor nog een tandje extra. Hans ondertussen alvast door. Eerder afgeslagen van de grote weg om langs Bruisterbosch en Banholt naar IJzeren te koersen. Ondertussen zag ik dat mijn plan om boven de 100 km te komen dik ging lukken via de detour over de toren. Valkenburg door en via de Stoepert met mooi zicht op het klooster. Bij de toren een groet en retour.

Mooie rit vandaag met z’n vijven en zoals gezegd hard gefietst. Vicente was uitgepierd; ik idem maar toch boven de 25 km/h als gemiddelde afgeklokt. Tevreden.

De webmaster kan er nog aan toevoegen dat Vicente niet wist dat we Ger in Gulpen gingen oppikken en daar een half uur voor hadden. Hans kwam aan de toren met een gemiddelde van 30 aan en wilde dat zeker zo houden en zonder iets te zeggen sleurden we naar Gulpen. Daar kreeg Vicente in de gaten waarom het zo hard ging.
Het stuk Hombourg-HC was killing: is dit normaal gesproken al een vervelende helling waar je moe aan het laatste steile stuk begint; met de wind vol op de kop ronduit zwaar.
In Welkenraedt bleken Henk en Vicente ons even kwijtgeraakt te zijn, maar intuïtief reed Henk richting Eupen en vond ons snel. Het wegdek onder de dam leende zich niet echt voor snel rijden, maar om de bolletjestrui werd fors gestreden. Dank aan de dam voor de integere actie van Ger en startend met een klein stukje Schötterstrecke terug. Hans en ik vergisten ons bij de t-splitsing en gingen links in plaats van rechts en kwamen zo weer in Eupen uit. Een snelle afdaling en zo kwamen we langs de Weser uit, waar de zweep erover ging en we razend tot Dolhain reden. Daar gekend omhoog en eindelijk, na jaren, waren we er getuige van hoe de TGV over het viaduct reed. Alleen daarom deze dag al geslaagd!
Vicente kwam er daar overigens achter dat het dragen van een onderbroek onder de koersbroek, als remedie tegen de verwachte kou waar zijn Penis Brasiliensis Tropicana blijkbaar niet tegen kan, dit in tegenstelling tot een Hollandse lul, niet zo goed is voor het comfort van het zitvlak en besloot aldaar tot een verkleedsessie.
Richting Henri-Chapelle was de wind onze vriend en compenseerde de helling, binnendoor door Lekker en vol langs het kerkhof zoals Ger al beschreef. Bij Hagelstein sloeg Hans alleen rechts, denkelijk om nog wat aan zijn gemiddelde te werken.
Terlinden-Banholt-Bruisterbosch is feitelijk veel mooier dan de Provinciale weg en nauwelijks langer, dus…
Ger zou Ger niet zijn als hij, nadat hij eerst gedreigd had alleen door te gaan toch nog mee naar de toren te gaan. Chapeau! Nu nog leren dat als het zwaar gaat het beter is in iemands wiel te blijven dan af te zakken en na het inhalen weer de kop te nemen als ware hij Pou-Pou.
Van Geleen nog even naar Puth tegen de wind in de berg op en gelijk maar het gras gemaaid, daar ik daar waarschijnlijk na het bad niet meer toe in staat zou zijn.



Zondag 23 april

Karel
is zo blij er weer bij te zijn, dat hij het eerst een verslag gereed heeft (zij het met dertig typfouten)….:

Na zaterdag een aantal naar het schijnt voor enkele mensen verwarrende chats rondgestuurd te hebben bleek zondagochtend toch nog alles goed te komen. Naar het (voormalig) dierenasiel, waar Martin en Henk al stonden te wachten en samen door naar het clubhonk in Schimmert. Even later kwam Jos, gevolgd door Hans en het wachten (niet lang) op Vicente.
Aangezien er een smerig koude wind was, besloten een beetje westelijk te gaan. Hoe de volledige route is geworden zal Martin wel aangeven. Eindresultaat was echter dat we in Thorn aan de koffie met vlaai (en slagroom) zaten. Na de koffie hard door via de sluis en stuw in Linne. Het werd een beetje kruip door sluip door met als resultaat dat Vicente en ik bij de Hommelheide in Susteren het andere viertal kwijt zijn geraakt.
Met z'n tweeën door Duitsland naar Nieuwstadt en achterlangs Sittard naar Geleen. Bij de Hornbach Vicente gedag gezegd en retour naar Puth. Al met al een dikke 100 km. Hoewel ik de rest toch kwijt ben geraakt vind ik persoonlijk dat mijn stage in Frankrijk niet onverdienstelijk is geweest.

De webmaster voegt nog toe dat:
Het met de wind eigenlijk best wel mee viel, het was de rijwind die we voelden! Ook vermeldenswaard natuurlijk alle omwegen wegens de grindwinningen en het mooie fietspad over de dijk bij Kessenich.
Het tempo was inderdaad strak; dat voelde goed. Het eerste wiel meest aan Hans, maar Henk en ik deden ook onze portie. We raakten Karel & Vicente kwijt nadat wij linksaf geslagen waren en zij ondanks ons geroep niet op of om keken en kwebbelend rechtdoor reden. Maar de wetenschap dat Karel de weg wel kende gaf voldoende geruststelling om onze eigen weg te volgen. Door het IJzeren Bos bij Susteren waar Henk er – natuurlijk – weer in slaagde een stuk onverhard te vinden wat bij Hans obligatoir geknoter veroorzaakte. Benoorden Sittard langs, daarmee elk vermoeden van via de kortste weg naar huis te willen couperend, de fraaie klim van Hillensberg de Feldbiß op en door Doenrade langs de Nomads en door Wolfhagen naar Schinnen.
Na Thull, bij de activiteiten van de Buitenring, namen wij afscheid; Jos met de opmerking “tot de Vogezen!”.

Vicente berichtte ook, na 125 km weer thuis te zijn.

Ger vult aan:

Strakke planning; goede uitvoering (en geen controle/commentaar daarop!) en ik kon twee dagen achtereen tegen 10.00 uur de deur uit om te fietsen.

Gister met BETS in Rosmalen. Met zeven een beperkte opkomst vanwege een aantal zeer goede redenen (serieuze kwetsuren, trainingskampen e.d.), maar ook watjesgedrag, gezien de te verwachten wind. Dat was jammer; maar gaf ons zevenen wel de ultieme reden om lekker samen te fietsen. Peter had als gastheer ook nog wat strada bianchi’s in de route zitten en die lagen er droog bij. Waren wel smal dus goed uitkijken naar paaltjes en boomtakken was op z’n plaats. Omdat twee er na 45 km met wisselende zij- en tegenwind wel een beetje genoeg van hadden en ik weer een beetje op tijd thuis wilde zijn, zijn we na de koffie voor en met halve wind retour gegaan. Lekker gefietst, maar met ca. 65 km wel wat weinig.

Jammer dat ik vanmorgen niet mee kon, zeker nu ik via de app grote aanmeldingen zag voorbij komen. Toch maar zelf gefietst, want de benen waren nog goed. Dus tegen 10.00 weer de deur uit. Eens een totaal ander rondje gereden; hoewel het begin naar Vaalsbroek wel vaker in mijn schema zit. Lekkere zon, maar toch weer wat wind. Langs het vakantiepark naar de Rijksweg en Lemiers en daar de mooie klim naar Orsbach gepakt. Boven is het asfalt langzaamaan een echte puttenbak. Via Bocholtz getwijfeld over Oude Huls of Eyserbos. Gekozen voor de laatste en via de kop van de Kruisberg eens anders gedaald naar Eys. De Eyserbos liep best aardig en eenmaal boven via allerlei draaien en keren in Klimmen uitgekomen. Ondertussen begonnen allerlei seingevers op mijn route te komen, maar ook veel wandelaars. Dat startte overigens al vanmorgen met de tweedaagse bloesemtocht uit Vilt die via Gulpen liep. Ook veel MTB’ers op het asfalt als opmerkelijk feit.

In Klimmen naar Wijnandsrade en daar doorgestoken naar het plateau tussen Beek en Schimmert. Door naar Geulle en via de Maas naar het racepad. Als toetje de klim uit het Voerdal naar Roth gepakt. Deze ligt achter de klim bij Veurs. Boven nog even gas gegeven en zo kwam ik thuis op dik 115 km, daarbij hm 1163 en gem 23,6.
. Reinouw had me niet gemist en alle puzzels uit alle kranten inmiddels opgelost en we konden beiden voor de buis naar LBL kijken. Mooi dat Dumolin in beeld kwam en we gekend terrein in goed weer zagen. En hoe ook hier de mannen lang meegaan, maar aan het eind de versnelling ook niet kunnen doorzetten.

Met Scarponi de risico’s van fietsen weer eens gezien. Bizar als je dan die foto met z’n beide kids van de avond te voor ziet.



Maandag 17 april

Ger
schrijft:

Een raar AGR-weekend voor mij.

Eerst vrijdag op de fiets mijn bescheiden in Valkenburg gaan halen en vervolgens zaterdag helaas slechts “en petit comité” gefietst. Kinderen en aanhang ‘druk, druk, druk’; Reinouw voor een technische operatie in Zuyderland en mijn zwager in het hospitaal in Aruba. (beach-tennis afgelopen met een scheurtje in zijn dunne darm). Medisch is alles bij beiden weer oke. Reinouw mag wel voorlopig nog geen keteltje theewater dragen en mijn zwager wacht op zijn terugvlucht.

Zaterdag was het goede nieuws, dat het niet echt plensde. Dus met Jojan (onze dochter) en Marcel (haar partner) om 8.30 welgemoed op stap. In Valkenburg zowaar mijn regenjack kunnen uittrekken en me beperkt tot een gewoon jack. Tel je zegeningen, maar halverwege bij een lekke ter hoogte van kasteel Elsloo verlangde ik wel naar warme bouillon en een warm bad. Het was onaangenaam met miezer, af en toe een buitje en een rotwind. Echter het in een zo grote groep fietsen heeft wel wat. En bovendien het allermooiste; op hellingen rij je al die met het traject onbekenden er zo uit! Jullie zullen geloven met mijn continue (voor)laatste wiel bij TCE, dat dat ook wel eens leuk is. Op de video en foto ziet het er ook wel dynamisch uit; al zeg ik het zelf.

In Schinnen halverwege kreeg ik bericht, dat ik Reinouw kon komen halen; dus heb ik er de pees opgelegd, hoewel ze zei, dat ik “rustig mijn tocht kon afmaken”. Mijn coureursgevoel steeg en je houdt het ook wel redelijk vol als je Hans zijn aanwijzingen (steady tempo) in gedachten houdt.

Zoals Martin al aangaf zijn de dames onderweg inmiddels ook talloos en die kunnen wel een aardig tempo rijden tegenwoordig. Voor de rest kan ik het simpel houden: Zondag voor de buis gekozen in de hoop, dat als bij alle klassiekers het vroeg zou beginnen. En een derde mooie klassieker gezien. Helaas maandag geen tijd gehad.

Zondag 9 april – Tour de Limbourg

Vandaag een rondje Zuid-Limburg en de landsgrens maar nauwelijks overschreden.

Een koude start met 3°C, maar dat werd snel beter. Onder aan de berg ontmoetten Henk en Martin elkaar en gezamenlijk naar de toren waar al snel Hans en Jos een statement tonend hand in hand kwamen aanrijden, snel gevolgd door Vicente.
Henk moest om een uur thuis zijn, dus niet te lang en zo werd Van den Daele in Aachen genoemd met als doel onderweg eens wat heuveltjes te doen waarvoor de Hollander onze regio komt opzoeken.
Zo kwamen we snel weer bij Jos in de buurt door Hulsberg en Ransdaal om door het Ransdalerveld prachtig omhoog, over glad wegdek op de Fromberg te komen en via de Oude Elkenraderweg, die door Hans om onduidelijke redenen gemeden werd, door de prachtige omgeving in…Elkenrade aankwamen. Door nu naar de Vrouwenheide waar we al snel een grote groep fietsers van Pergamijn tegemoet kwamen die, zo wist Jos, voor de Mont Ventoux aan het trainen waren.

Langs het oude station van Simpelveld omhoog en over Baneheide gekend naar Bocholtzerheide en Orsbach en heerlijk afgedaald naar Lemiers. Langs de beek vals plat maar zonder te versagen omhoog en door langs het Klinikum om verrassend snel op de Markt uit te komen. Bij Van den Daele, waar helaas de stoelen nog niet buiten stonden de gekend lekkere taartjes genoten.
Problemen waren er talloos om te bespreken, zoveel dat we ze staccato in telegramstijl bespraken wat de snelheid waarmee en het aantal van de oplossingen zeer deed toenemen. Nu de wereldleiders alleen nog maar laten luisteren.
Uiteraard stond de Lousberg op het programma, met name voor Vicente een ware ontdekkingstocht.
Bekend terug langs Schloss Rahe en de Laurentiusberg omhoog over het plateau naar de Vetschauerberg en via Bocholtz weer terug naar Baneheide en Eys. Obligaat de Bois de Fer waar alles kraakte.
Geroutineerd terug waar we onder de Karstraat afscheid namen. Bij de golfbaan meldde Hans een platte voba; Henk reed door (een uur) en na het snel verwisselen van de biba bleek tevens een awispa gebroken te zijn. Een gevalletje Jean Habets dus.
Langs de werkzaamheden van de Buitenring naar huis en met een prettige afstand thuis.
Heren denkt u aan de HC-tour tweede paasdag (zie de agenda) en vormt u ook uw gedachten over een Alpentocht eind augustus?

Ger:

Sorry voor het ontbreken.
Maar toen ik om 6.45 uur opstond voelde mijn hoofd alsof het van binnen dichtgemetseld was. En hoewel ik afgelopen zondag lekker met de groep had gefietst, leek me het zo weer op max. rijden niet echt verstandig. Het bed nog eens opgezocht en omstreeks 8.00 uur toch maar opgestaan. TV ingesteld op de koers; Parijs-Roubaix, even Max gevolgd op de App van NU-sport en langzaam werd ik weer een beetje mens. Ergo tegen tien toch vertrokken op de Concorde voor een rustig en vlak ritje. Via de Rijksweg en het klooster naar Wijlre om daar af te buigen voor de klim naar uiteindelijk Trintelen. Rustig peddelen in het zonnetje kon en het gebrek aan wind was heerlijk. In Ubachsberg richting Colmont en Karstraat af om via Klimmen en kasteel Rivieren af te slaan naar Nuth.

Ondertussen bedacht, dat het in België langs de Maas fietsen toch wel leuk was een week of twee geleden en via Beek, Elsloo en Stein weer naar de brug over de Maas. De zon lokte eenieder naar buiten, zo ook de eerste cabrio’s en e-bikers. Langs de Maas kwam ik uiteindelijk bij de Noorderbrug in Maastricht in een heel indrukwekkend stuk bruggenbouw terecht. Door de stad over de Wilhelminabrug en gekend langs het gouvernement om daar in te pikken in het laatste wiel bij een groepje hardrijders. Voor Eijsden dat weer laten gaan, want het is toch veel waarschuwen en uitwijken voor anderen. Wel goed voor het gemiddelde. In Eijsden deels over de keitjes en door langs het kasteel naar de brug over de autoweg bij de Belgische grens.

De Voer in en effe twijfel over de klim bij Veurs of La Heydt. Het werd het laatste om boven weer af te dalen naar Neufchâteau. Ondertussen schitterend uitzicht op de heuvels aan de andere kant. Val Dieu als nieuwe bestemming en vandaar via Aubel, Remersdael, Teuven en Slenaken naar huis. Ondertussen liep het heerlijk over het asfalt zonder die wind. Wel pas tegen 14.15 uur thuis; bad in en nu bij het tikken toch weer rode wangen. Of dat van de verkoudheid/pollen komt of de koers weet ik niet. De koers vond ik overigens net als de Ronde vorige week wel genieten.

Had denk ik achteraf toch met jullie meegekund, vandaar sorry. Toch lekker gefietst; had ik vanmorgen niet verwacht. Daarbij mooie cijfers met bijna 110 km, > 800 hm en een gem. van 24,3 km/h. Volgende week is ongewis; Reinouw moet deze week onder het mes en als ze dan al terug is, ben ik “de huisman”. Overigens niet echt ernstig, maar een “technische ingreep”.



Zondag 2 april


Ger vangt aan:

Vandaag voor mij het moment van de waarheid: verzamelen aan de toren en dan kijken waar je staat. Dat verzamelen stelde wat voor: Hans, Jos, Henk, Vicente en ik. Daarbij Karel op training in Frankrijk (waar blijven de verslagen?) en Martin op dienstreis.

Iedereen blij verrast dat we met vijf man waren en dat het een mooie dag beloofde te worden. Al snel kwam Welkenraedt naar voren en onderweg gegaan. Voor mij terug richting Valkenburg en voor het eerst dit jaar de Cauberg. Die liep eigenlijk best aardig, hoewel in het vijfde wiel boven. Bij Vilt niet afgeslagen, maar doorgetrokken naar B&T om daar naar links af te slaan en via Gasthuis en de groeve bij ’t Rooth naar Margraten te koersen. De vier waren duidelijk beter, maar Hans was vandaag in een ‘trainingsmode en bij ’t Rooth kwamen de eerste aanwijzingen. Ondertussen waren we in de Volta terecht gekomen en dat was voor eenieder leuk, want we waren beter!

In Margraten met de Volta de Rijksweg over en door richting St. Gieter en Mheer om op tijd naar links af te slaan naar Te Bannet om vandaar op de grote weg van de Hut naar Aubel terecht te komen. Langs het Rode Bos en boven op de grote weg linksaf richting HC. Vanaf Noorbeek kreeg ik van Hans de echte directieven en dat betekende dat ik tot HC met een hartslag van 150 à 155 heb gekoerst. Ik weet niet wat erger is: moeten lossen of dat tempo volhouden. Omdat ik het redelijk volhield is dat natuurlijk leuker en - met name - een goede training.
In Welkenraedt rijste- en abrikozenvlaai gedeeld en met twee koffie bijna niks afgerekend. Retour via de golf van HC op de Kinkenweg uitgekomen. Nieuw voor Vicente en boven lekker gedaald naar Hombourg en Teuven. Zelf nu eigen tempo gereden en omdat dat best aardig ging gekozen om mee te gaan over Gieveld, Ingbergracht en na de afdaling over de Sibber retour naar Gulpen. Mooie cijfers en een echte training, want ik had aan het einde nog over.

Bad en de Ronde waren zeer plezierig; echt koersen gezien; stevige valpartijen helaas ook.
Volgende week weer aan het vertrek en met dank voor het wachten en dat ik in de groep kon/mocht meerijden.

En oh ja: bij de koffie hebben we het gehad over ‘wereldleiders’ en hun gedachten (?). Daarnaast de drama's in Zuid-Amerika; dat waren er veel met de huidige permanente ellende in Venezuela en gister de modderstromen in Colombia en de protesten in Paraguay. Daar tegenover het redelijk verwende westerse gedoetje. Kortom weinig vrolijkheid tijdens de koffie.


Henk vult aan en overlapt (zoek de verschillen):

Martin en Karel waren afgemeld, maar toen ik goed getimed om 8.58 bij ons clubhuis aankwam stonden Jos, Hans, Vicente en Ger daar al, waardoor we zelfs met vijf man waren. Na kort overleg besloten we naar Welkenraedt te fietsen. Op mijn verzoek deden we de Cauberg, waarna Hans besloot om over Terblijt naar Gasthuis te rijden. Daarna reden we een tijdje op met de Volta Limburg toertocht. Ergens bij Banholt scheidden zich onze wegen, maar we kamen ze later nog een paar keer tegen. In het begin veel op en af, waarbij er flink tempo gereden werd. Vanaf Hoogcruts wat gedoseerder om wat beter bij elkaar te blijven. Hans hield Pou-Pou daarbij in bedwang. In Welkenraedt zorgde Hans voor het eerste rondje koffie en twee kleine vlaaitjes. Het was er druk dus we hadden lang de tijd om de toestand in de wereld te bespreken. De hond van Jos heeft een klotenprobleem: net als veel van de huidige wereldleiders een overschot aan testosteron. Vanuit de tegenwoordige optiek viel het met die inteelt van de monarchen nogal mee. Zulke clowns als wij nu hebben produceerden ze toch niet. Ger vertelde dat hij zich drie maanden had voorbereid op deze eerste rit met ons. Hij zei er niet bij of dat psychische of fysieke voorbereiding was. Gezien de kwaliteit van z’n praten was het vooral psychisch geweest, maar hij kwam ook weer niet al teveel achterop. Op de terugweg langs de golfbaan van Henri-Chapelle, en de Kinkenweg verder omhoog. Daarna op de grote plaat langs de Gulp naar Teuven. Dat deed even later op Gieveld pijn. Vicente kwam me hard voorbij. Aanpikken was niet mogelijk. Hij heeft zich de lage streken van Nederlandse fietstoeristen al aardig eigengemaakt. Boven en onderaan de Sibbergrub viel de groep uiteen. Vandaar moest ik het alleen doen. Op de dalende uitloop vanaf Schimmert nog even flink doorgetrokken om het gemiddelde weer boven de 26 te krijgen, en om op tijd thuis te zijn om met Marijke naar Abafazi te gaan. Tien Afrikaanse vrouwen die met percussie, zang en dans een wervelende show verzorgden. Steekwoorden: ritme, kleur, beweging. Voor de pauze tintelden mijn benen nog behoorlijk na en koste me moeite om een comfortabele houding te vinden in de schouwburgstoel. Toen we de 1500 m naar huis fietsten kostte het me moeite Marijke bij te houden. Ik heb me behoorlijk afgepeigerd, maar daar wordt je sterk van.

De webmaster wil nog even toevoegen dat het me niet gelukt was om vanuit de VS met mijn werkcomputer de webpagina te updaten, dus wat later dan gebruikelijk...
Overigens nog wel een uur hardgelopen over het strand van de Mexicaanse Golf bij ondergaande zon - ook niet verkeerd.



Zondag 26 maart – zomertijd

De avond ervoor al veel afzeggingen om verschillende redenen – waarover later meer.
Benieuwd toog alzo de Beer van de Bernina naar de toren; een frisse start, maar helder, droog en nog niet zo veel wind. Ruim op tijd aan de toren, ondanks de zomertijd en voor het eerst dit jaar op de Lenzen: super stijf, elke trap raak en de versnelling als een warm mes door de boter! (Wel nog het zadeltasje vergeten om te zetten en dus rekenend op compassie in geval van bandenmalheur). Daar kwam Beppi aangereden, snel gevolgd door Le Docteur. Daar bleef het bij; kwaliteit boven kwantiteit, zeg maar.
Het plan dook op om een stukje Jeker te volgen, zonder in Tongeren te eindigen, dus opgewekt op weg via Waterval en Meerssen om via de onderdoorgang bij station Maastricht Noord het spoor te kruisen en op deze wijze de nieuwe keersluis bij Limmel te bewonderen.
De Noorderbrug voor fietsers afgesloten dus over de Wilhelminabrug waarna Hans ons door het park leidde. Nog even bij Jan langs: die was niet aan het werken in de tuin maar aan het ATB’en.
Door het fantastische Jekerdal, langs de Servatiusbron, waar direct naast, godbeterthet, een woning gebouwd werd, en Château Neercanne. Over de brug en taalgrens terug naar de Jeker en het fraaie fietspad en fietsroute langs huizen in verschillende staten van restauratie en ontbinding gevolgd, genietend van meewind en bloesem.
Op een ingevinggegeven moment de route verlatend en links de berg op om vloeiend naar Pam-Pam af te dalen. Tot Hans’ ongenoegen geen Iraanse schonen meer in de bediening, maar als compensatie was de abrikozenvlaai warm. Helaas geen verjaardag meer als aanleiding tot traktatie.
Deze tijd van de eeuw altijd voldoende aanleiding tot gespreksonderwerpen, te veel om op te noemen.

Verkwikt met de wind mee nog langs de Maasoever, onder de nieuwe subsidiebrug door en zo de klim naar Richelle, waar wij de afsluitingsborden succesvol negeerden.
In Dalhem direct omhoog tegen de wind in naar Bombaye en van Warsage strak tegen de wind naar ’s-Gravenvoeren. Hans besloot resoluut rechtsaf te slaan, daarmee de tocht verlengend en verder tegen de wind in St.-Martensvoeren omhoog naar Ulvend en De Planck. Afgedaald over de Schilberg, waar wegens werkzaamheden de eenrichtingsregeling omgekeerd was, naar Slennich en gebruikelijk noordwaarts naar Gulpen. Op het knipje naar Wijlre nog twee Hollènjers geparkeerd en door. Hier viel het weer op hoeveel fietsers zomers gekleed waren, enkele zelfs ‘kort-kort’ hoewel wij het, mede wegens de aambeiverdorrende droge wind toch wel fris vonden.
Door het Geuldal razend, waar wij te Schin op Geul plotseling Pou-Pou eenzaam ploeterend tegen de wind in ontmoetten. Hij kon toch niet aanwezig zijn wegens schouwburgbezoek?
In SoG nam Hans afscheid en Jos mee tot Valkenburg. Alleen Groot Haasdal op en traditioneel afrondend naar huis, net de 100 niet gehaald.

Ger durft nog toe te voegen:

Weliswaar geen TCE-verslag en ook nog racefiets, maar wellicht toch genade bij onze webmaster. Immers de goede bedoeling/input was er, en de output was er ook maar - ik geef toe - wat individueel gericht. De reden van zowel het goede fietsen als mijn afwezigheid vandaag was de schouwburg en wel een middagvoorstelling van Mini & Maxi in Maastricht. Me gisteren keurig afgemeld op het forum, maar daar kijkt waarschijnlijk buiten de webmaster niemand meer naar. De evolutie van de postduif naar de app en wat nog moet komen,…..de vooruitgang! De voorstelling (ca. 1,5 uur zonder pauze) was meer dan prima; genoten dus.

Dus gisteren voorgefietst en omdat ik het vijverwater in Schimmert wilde testen die kant uit. Wind tegen, maar veelal nog beschut dus dat viel mee. Over Genhout naar Beek en vandaar naar Stein om de brug naar de Belgische kant van de Maas te pakken. Met een windje schuin achter was dat heerlijk langs zo’n mooie oever. De zon zorgde voor fantastische schitteringen op die brede Maas. In Maastricht doorgestoken naar het Gouvernement en zo via Eijsden om via wat omwegen het racepad te pakken. Nu dat was pal tegen de wind geen racepad en zelfs de afslag naar St. Gieter was met wind schuin voorop heavy. Met tegen de 80 km tevreden afgesloten.

Het zonnetje scheen vanmorgen uitbundig en ik was ondanks de zomertijd op tijd op. Ergo de DUELL, die nog klaar stond van gisteren tegen 10 uur nog eens gepakt. Als ik maar rond 13 uur thuis was, was het prima. Vals plat richting Reijmerstok en daar doorgestoken naar Banholt. Ondanks het feit dat de vlaggen niet echt strak stonden, voelde ik de wind wel. Gewoon het Heuvelland doorkruist om uiteindelijk bij Mesch kort België in te draaien en nu het racepad helemaal te pakken via wat omrijden in Eijsden en Maarland. Net als gisteren was het stevig aanpoten en in Meerssen ben ik via Vaeshartelt richting Geulle gegaan; dat was afgezet. Derhalve via Meerssen naar de helling door Kasen en zo naar Waterval. Gekend langs de toren en de grote weg over Valkenburg terug. Achter, resp. voor Wijlre een groet van een drietal fietsers, waarin ik de stem van Martin meende te herkennen! Thuis snel in bad en lekker met de cabrio naar M’tricht. File voor de Vrijthofgarage, maar we waren net op tijd.

De observaties van vandaag zijn:



Zondag 12 maart

Met een gunstige weersverwachting berichtte Karel om halfacht al dat hij er zou zijn.
Henk had geen berichtendienst nodig, Hans en Jos hebben die niet en Martin antwoordde Karel.
Dus met vijf man aan de toren, waarbij de ochtendfrisheid zich deed gelden.
Karels tempo richting de toren was maatgevend voor de verdere rit. Hem aangeraden duchtig te trainen: maar eens een paar keer naar of van Amsterdam!

Aan de toren werd Welkenraedt gesuggereerd, toen viel echter ook Pam Pam, dus een beetje binnendoor naar…?
Onderweg naar de Brakkenberg viel het reusachtige aantal fietsen al op: racefietsers, racefietsters, al dan niet met een droge ketting en dikke-bandenfietsers. In Berg weer even door de woonwijk gecruised en door Terblijt naar Gasthuis en Cadier. Van Honthem richting Eckelrade en door het veld golvend naar St. Geertruid. Toen opperde Jos dat hij naar Aubel wilde, hij zou trakteren dus mocht het bepalen.
Door dus naar Mesch en het fietspad naar ’s-Gravenvoeren en via St.Martensvoeren naar de forellenvijvers van St.-Pietersvoeren waarna de mooie lange klim naar de grote weg, die overigens, ook door het mooie weer, al weer geteisterd werd door motorrijders. Daar besloot Jos opportuun voor het Rode Bos en vol gas daarheen.

Het was daar druk met andere fietsers en wandelaars en lekker semi-buiten in het zonnetje de verjaardagsvlaai van Jos genoten. De discussie over Turken en dergelijke en de naderende verkiezingen.
Fris afgedaald naar Teuven en de Gieveld op om over Heijenrath en het plateau naar Gulpen af te dalen. De Ingber op en de Sibber af waar Jos en Hans afsplitsten en de rest via het Niemendalletje naar Schimmert en Genhout en Karel uiteindelijk toch voor het Stammenderbos koos; immers de kortste weg!

Ger voegt inmiddels toe:

“Handjes-los-op-het-stuur-ritje”.

Was gisteren vast van plan als min of meer afsluiting van een mooi MTB-seizoen de Gulpen Specialized tocht te rijden. Vervolgens vanaf volgende week weer bij jullie aan te sluiten. Echter tijdens de verwikkelingen in Rotterdam gisteravond begon ik hoest-proest te ademen (de correlatie ontgaat me, maar toch) en vanmorgen kwam ik met wat spierpijn en lichte koorts uit bed. De hele winter alles doorstaan; ergo ik had iets van “ik wil per se op de fiets, maar geen inspanning”: gewoon peddelen dus met de handjes op het stuur. De optie om met jullie mee te gaan, viel dus af en dat was maar goed ook, want het eerste half uur heb ik als een bejaarde gefietst. Bij Wittem ingehaald door een MTB-er nota bene. Kwam met het gemiddelde met een 200 hm in de eerste 20 km krap boven de 20 km/h. Ik kon zo wel ruim iedereen groeten.
Met behulp van een gunstige bries ben ik via Ubachsberg, de Karstraat af en door Ransdaal naar Nuth gegaan en vandaar verder naar Spaubeek en Meerssen. Doorgestoken naar Beek en via Stein met nu de bries half en tegen de Maas en het Kanaal opgezocht. De Grensmaas bewees met deze hoge stand zijn nut en het zag er mooi uit bij Kleine Meers en Oud Geulle. Later bij Geul en Gulp idem. Via de papierfabriek in Meerssen weer naar het bekende racepad en dat heb ik afgemaakt tot Mesch om vandaar via de Voer terug te gaan naar huis. Laatste klim in De Planck zelfs met de granny gedaan! Begin en einde was niks, maar daar tussenin aardig gepeddeld en met 23,1 km/h afgeklokt. Een vlakke rit lukt (mij) nooit en dus ook nog 691 hm.

Ik heb genoten van de grote hoeveelheid fietsers en de veelkleurigheid van kleding. Van absoluut winters (waaronder ik) tot complete zomeroutfits. Veel groepen en groepjes, maar ook duo’s (vaak man en vrouw en ook dezelfde kleding!) en uiteraard solisten. Ruimte was er voor de cabrio’s, de eerste tattoos die onder kleding uit piepte (veelal geen verfraaiing), de terrassen die al vol zaten en wandelaars. Thuis las ik dat 4 wandelaars met honden het met een loper met hond in het Savelsbos aan de stok hadden gekregen. Peppersray en een mes leidden tot een steekpartij. Ik ben dus weer hard toe aan “de koffieklatsj” en onze observaties van de wereld. Veel succes met stemmen en ik ga lekker met Reinouw de sauna in; het “er uit zweten”.

Karel vult ’s avonds nog aan:

Aan het verhaal van Martin niets meer toe te voegen. Vlakke weg en bergaf lukken nog steeds goed. Bergop durf ik nog altijd niet heel snel. Zal in de loop van het seizoen wel iets beter gaan. Ik wil niets goed praten, maar ik merkte toch ook wel de 85 km van afgelopen vrijdag.

Ik heb dit jaar tot deze ochtend alleen gefietst. Het leuke van dit samen fietsen is echt dat je soms samen bent, en soms weer alleen aan het fietsen. Het enorme voordeel is dat je weet dat bovenaan elke helling toch weer een leuk welkomstcomité staat, soms met lieve opmerkingen en soms wat meer schamper. Maar, het blijft leuk.

Probeer van de week toch weer wat te trainen, zodat ik zondag de afstand misschien minder groot kan laten worden.



Zondag 5 maart

Ger
vangt aan met zijn MTB-verslag:

Een curieus en ander weekje dan normaal. Afgelopen zondag begonnen weer lekker buiten te fietsen en wel door na een – geslaagd - weekje langlauf de racefiets van de haak te halen. Ik moest om ca. 15.00 uur in Sittard zijn en besloten dat per fiets te doen. Knappe wind op kop via Vaalsbroek en de hellingen naar Plombières/Hombourg/HC en zo vals dalend naar Visé. Vandaar wind of in de rug of half en zo de knokpartij van het begin tegen de wind mooi kunnen afronden met de eerste rit boven de 100 km en voor de rest tevredenstellende getallen. Eerste lekke aba ook achter de rug en gelijk thuis beide bb’s gewisseld. Onderwijl in Maastricht op de Servaasbrug in het carnaval verzeild geraakt; zo ook later in Stein en Sittard. Als inmiddels “niet vierder” is het uiteraard niet aan mij, maar de toeschouwers verschilden niet echt met de kijkers naar het bloemencorso in Lisse: stijve harken dus. En ik kreeg geen enkele opmerking over mijn outfit!

De rest van de week echter geen zak gedaan aan echte beweging; zin om eens wat leestijd te pakken en dat is dan ook mooi gelukt. Qua inspanning wordt je daar echter redelijk lui van.

Ergo gister me al op vandaag zitten verheugen. Wel nog even getwijfeld over me aan de toren melden, maar de Cube trekt nog altijd en ik fiets dit jaar ook meer km’s en beter met dat ding; dus de honger naar de race (en jullie) nog wat opgeschort. Op tijd op en vervolgens “de leestekencorrespondentie” op de app even bekeken. Ouwe wijven, resp. pubers kunnen er nog wat van leren! Een omstandig verhaal van Karel waarom hij de voorkeur geeft aan een regendreiging ergens ver in de middag en ik dacht….op de MTB lekker in mijn uppie, nog effe genieten.

Vertrokken in de mooie zon en gelijk weer die stomme wind. Omdat er wat buitjes waren geweest, gekozen voor een track die niet alleen glijdende modder en waterbassins heeft. Dat is de Margratenroute en die heb ik als hart van mijn ritje gepakt. Op asfalt de nodige racers gezien en ook op de MTB was er goede activiteit. Op de terugweg zelfs twee crossers tegengekomen; en wel voor het eerst. Ondertussen liep de route lekker; de klim bij ’t Rooth en de kalkovens gewoon boven gekomen en later bij Bemelen ook de Rasberg. Dit keer oog voor de goede track en als het effe fout ging rustig herstellen. Op de route terug gezorgd dat ik in Schoonbron uitkwam om vandaar de Keuten aan te pakken; dat was wind tegen in de klim, zeker toen ik boven begon te komen. Vandaar afgedaald naar het Gerendal om bij de Schaapskooi de klim naar IJzeren te doen. Die deed ik in het verleden vaak en die loopt heerlijk. Op het plateau bij Margraten nog eens tegen de wind zitten rammen en uiteindelijk via wat omzwervingen retour binnendoor via Scheulder. Een mooi tochtje van ca. 62 km. Ook de nodige hm en een prettig gemiddelde.

Deze week wat aan de kg’s gaan doen, want twee wintersportweken in Oostenrijk hebben wel mijn afdalingsmassa verbeterd, maar mijn klim-kg’s verzwakt!

Henk beschrijft het wegfietsen:

Dankzij een Schönwetterloch kon er vandaag toch gefietst worden. Martin, Vicente en Jos meldden zich aan de toren. Martin stelde voor te proberen het onderwaterfietspad bij Bokrijk te gaan zoeken. Jammer genoeg hebben we dat net niet gehaald. Vanuit Genk reden we in een fuik. Daarna was het geen realistisch doel meer, omdat we het ook niet te gek wilden maken vanwege de toch wel pittige wind en de dreiging dat het na de middag zou gaan regenen. Daarom spoorslags het eerste café in Genk gezocht. Een echt wielercafé. De fietsen mochten er zelfs naar binnen. Het was er gezellig druk met diverse fietsgroepen, waarbij de triple (La Trappe, alsof ze dat in België geen triple hebben) er lekker inliep. Verder een groepje kaarters, en een clubje oudere Italianen. Martin vermoedde gewezen mijnwerkers. Er was helaas geen vlaai bij de wel lekkere koffie. Toen we ons ongenoegen over de ontbrekende vlaai uitten kwam de serveerster met wafels ter compensatie. Niet ideaal, maar het voldeed en het leverde Vicente, die trakteerde vanwege zijn verjaardag in juli, een Gerretje op. Jos klaagde over de wind, dat is niet zijn dingetje, maar hij vertelde er ook bij dat ie gisteren alle steile beklimmingen in Zuid-Limburg had gedaan. Dan mag je niet verbaasd zijn als je op zondag aan moet klampen. De pauzekal ging natuurlijk over de verkiezingen en over de beste uitvoering van ons volkslied. ’s Avonds merkte ik dat ze die in Noorwegen in ieder geval niet spelen. De route terug voerde ons via Zutendaal en de mooie afdaling van de Duivelsberg langs de gewezen zandgroeve weer terug. We dachten op de terugweg de wind mee te hebben, maar dat was een vergissing. Het leek wel of we hem steeds tegen hadden, behalve op de momenten dat we echt in het bos zaten. Vicente draaide in Kotem zuidwaarts om via de Belgische Maaskant Maastricht te benaderen. Wij reden om Jos een plezier te doen nog de Adsteeg op, maar zelfs dat kon hem niet inspireren. Bij Genhout splitsten we ons verder op. Martin koos op het eind nog even voor het Stammenderbos. Op het laatste stukje had ik nog twee bijna-aanrijdingen. De eerste keer in de afdaling vanaf Puth toen een stel hardlopers op mijn belletje niet erg voorspelbaar reageerde en ik alsnog vol in de remmen moest. De tweede bij veel lagere snelheid. Een wandelende vrouw met hond en een mannelijk rolstoeler er iets achter kwamen me tegemoet. Zij rechts, hij links. Toen ze mij zagen komen wisselden ze dat om. Hij was nog niet zo aan zijn rolstoel gewend kennelijk want hij zei: “Ik liep naar jouw kant”. Gelukkig ging het allemaal goed. Mooi ritje met toch weer 100 km met 600 hm.



Zondag 26 februari

De avond ervoor appte Vicente dat hij wel zou gaan, mijn (Martin) antwoord was dat ik het weer even zou afwachten en Karel en Henk meldden zich af.
’s Morgens keek ik naar buiten en zag dat het droog was dus appte ik “Ik kom”.
Net dat ik wegreed belde Vicente over een slechte lijn dat hij wat verlaat was.
Omdat ik niet naar ons rendez-vous in Geleen behoefde was ik ruim op tijd aan de toren, waar ik een aanwezige frisse Dixie gebruikte voor mijn behoefte.
Uiteraard kwam Hans aangereden, nadat Helma hem meermalen gewaarschuwd had voor het slechte weer dat dreigde en vijftien minuten later Vicente. Het bleek dat hij halfacht nog geen berichtje had gezien en dus terug in bed was gekropen!

Enfin, Hans stelde het Drielandenpunt voor om daar de nieuwe weg te beoordelen, dus daarheen via een trainingsroute:
Door een nog slaperig Valkenburg de Sibber op en over het plateau naar Ingber. Het bleek al snel dat het woon-werkfietsen van Vicente iets anders is dan de TCE-koers en hij had moeite ons tempo bij te houden. Achter Neubourg langs naar Slenaken voor de Loor; de Eper af en de Camerig op, buitenom langs en heerlijk afdalend langs Vaalsbroek.
De nieuwe weg lag er…nieuw bij en beheerst omhoog en bij de Bokkenrijders de verjaardagsvlaai en –koffie van mij genoten.

Mijn voorstel over de Duitse kant af te dalen, wetend dat daar een stukje onverhard in zit, schiep geen weerstand bij Hans, dus alzo geschiedde. Over smalle weggetjes, met de door de storm afgewaaide takjes bezaaid, omlaag. Vicente verzocht om min of meer direct terug te fietsen, dus geen rare dingen meer: langs de Selzerbeek naar Lemiers en zo over de grote weg jakkerend, Vicente in het wiel houdend naar Schin op Geul waar Hans afsloeg. Gezamenlijk naar Valkenburg waar onze wegen zich scheidden.
In Schimmert reed ik nog even op met een smalle, jongere, daarmee mijn gemiddelde snelheid met 0.8 km/h verhogend. Toen ik de Stammenderberg opreed en door een schakelfoutje even aan het klootzakken was haalde hij mij weer in.
Thuis de fiets een uitgebreide poetsbeurt gegeven – het was nodig – en zelfs de spaken in de was gezet. Tevreden.



Zondag 19 februari

Aan de toren de eerste ‘echte’ groep dit jaar: Martin, Henk, Jos en Hans.
Had Vicente de avond ervoor nog ge-appt, als eerste; hij verzaakte, met zijn gedachten bij de schaars geklede dames van Ipanema. Karel had zich afgemeld, evenals Ger.
Hans stelde onverwacht, gezien de tijd van het jaar Pam Pam voor!?
Geen bezwaar, dus tegen een straffe zuidwester met als eerste uitdaging de Geulhemmer en de Rasberg weer af. Door het land en de nieuwbouwwijk van Bemelen naar St.-Antoniusbank en wederom over de Bronkweg het Maasdal in gedaald. Nu kronkelend door Gronsveld en Oost-Maarland naar de Eijsderbeemden en bij de stuw de grens over en zo naar Pam Pam.

Veel besproken, maar waarop we moeten stemmen weten we nog steeds niet. Van Henks verjaardagstraktatie genoten en met Brasiliènne, maar zonder plasseks verder. Een mooi steil binnendoorklimmetje langs het zwembad gevonden en verder over de grote weg naar Dalhem en langs de Berwinne opstomend, met Hans als stoker tot Val Dieu. Gezamenlijk(?) besloten Hans en Henk tot St.-Jean-Sart en in St.-Pietersvoeren besloot Hans resoluut tot de Plank; “de laatste klim”.
Een paar spatjes, waar je niet nat van werd, af en toe, en en soms ook de zon. Door Terlinden en Banholt naar Bruisterbosch en via IJzeren de Sibber af, waar onze wegen zich, allen tevreden, scheidden.



Zondag 12 februari

Ger
:

Heerlijk ge-MTB’d vandaag. Daar zag het niet naar uit, want afgelopen dagen spierpijn en een kop vol snot. Gister toch naar buiten gegaan en een goede wandeling gemaakt. Dat hielp en vanmorgen voelde ik me weer “het mannetje”. Als route voor de tocht van Slenaken naar St. Geertruid gekozen. Die kent een aantal mooie klimmen en ook mooi uitzicht. Dat laatste was er vanmorgen nog niet; wat heiig en fris met een temperatuur rond 0. Ik dacht geen wind, maar die bleek de eerste helft in mijn rug te blazen.

Via Euverem omhoog naar het oostelijk plateau; die helling loopt altijd perfect met rechts bos en links uitzicht op bos. In de zon in de ochtend een plaatje, maar nu moest ik het dus doen met wat sluiers. De route was nat en dat beloofde voor de rest ook genoeg plassen, zo’n mm-laagje modder en af en toe wegslippen. Over het asfalt van de Loorberg naar beneden om in Slenaken via de achterkant van de Schilberg het veld in te duiken naar via-via Noorbeek en later Banholt. Het trok al wat open en na het bos in St. Gieter omhoog (afslag bij de camping) kwam de zon er bij. Vandaar ook de wind, maar daar trapte deze 29 (en misschien ook ikzelf?!) vandaag wel doorheen. Uiteindelijk in Beutenaken terechtgekomen en vandaar het bos in naar uiteindelijk het Schweibergerbos. In Schweiberg bij het kappelletje nog eens doorgestoken om vlak voor Epen weer op de grote weg naar Mechelen te komen.

Er waren de nodige MTB-groepjes onderweg en ook een enkele racer. Ondertussen had ik het nodige meidoorn-snoeisel onder de banden gehad en in Mechelen meende ik dat de achterband druk verloor. Dat was ook zo en ik ben met een leegloper net thuis geraakt. Ga morgen plakken en de laatste snot wegwerken in de stoomdouche. Volgende week zondag sta ik nog eens op de langlauflatten; dus geen fiets-km’s dan.



Zondag 5 februari

Ger
:

Ik zag dat Martin in de ook door mij zo geliefde Dolomieten was om daar te skiën. Allemaal bekende plaatsen en trajecten schoten voorbij. “Sporttechnisch” is het grote verschil, dat je bij ski de grootste kick uit de afdaling haalt (en niet uit de lift omhoog!) en met fietsen dat - althans bij de meesten - de klim prevaleert. Fis Weltcup trajecten als Saslong en de zwarte 3 bij Wolkenstein, staan op mijn netvlies en benen gegrift. Wij waren in Mayrhofen dit keer; wij zelf een dag of tien en daarbinnen wisselend twee van onze kinderen met aanhang en zus en zwager. Genoten van alles en zeker nu de lucht al die dagen strak blauw was, ook altijd zon en prima pistes; genieten dus.

Vandaar dat ik in januari spaarzaam buiten ben geweest op de fiets. Vandaag weer de draad opgepakt met de MTB. Tracks lagen er goed bij, met wel op een aantal plekken modder en doorslippen. Gekozen voor hoogtemeters via een deel van de Mechelen en de Vijlen-route. Die laatste is door het verleggen van de route echt aantrekkelijker geworden, maar ook doordat er meer lange “zuigende” hellingen in zitten. Het ging goed ondanks een kilo’tje meer dankzij het goede leven in Austria. De laatste 10 km wel op het tandvlees gedaan. Tevreden met > 1000 hm en > 60 km.
Op de doorsteken op het asfalt genoeg racers gezien; het seizoen is duidelijk begonnen, of niet gestopt.

Henk heeft het volgende gereden; zijn verslag volgt:

Doordat ik er op het laatste moment achter kwam dat ik mijn banden nog op moest pompen was ik net te laat op de vaste rendez vous met Martin. Rustig doorpeddelen dus maar.
Vlak voor Schimmert controleerde ik de tijd nog even. 7 minuten voor 9. Dat betekende dat ik een half uur te vroeg was. Stom. Spoorslags terug naar Geleen om Martin alsnog te ontmoeten. Ik was er weer iets te laat, en opnieuw geen Martin. Terug omhoog dus maar. Ik was er ruim op tijd en even later kwam ook Jos aangereden. Daar bleef het bij op deze droge, redelijke zachte, soms zonnige, maar ook winderige dag. Met zijn tweeën er een lekker ritje van gemaakt. We wilden geen van beiden al te ver en besloten tot een pauze bij de Smidse. Voor de pauze reden we via de Boschberg en Gieveld. Jos had nog weinig km in de benen en zaterdag wel 10 km gerend, waardoor ik op de Boschberg (waar anders) als eerste mocht aantikken. Lekker gevoel was dat. De rest van de dag bleven we dicht bij elkaar. Alleen op de allersteilste stukjes moest ik even lossen.
Tijdens de pauze besloten we dat we nog een stukje Duitsland mee zouden pakken zodat we toch nog drie landen aandeden. Omdat we allebei net jarig geweest waren (dankjewel), besloten we het trakteren maar uit te stellen tot een volgende keer. De Remigiusvlaai smaakte overigens uitstekend. Na de pauze Camerig, het hele steile stukje Groeneweg in Vijlen, Orsbach, Eyserbosweg en Fromberg; helemaal geen kinderachtig parcours. Onder aan de Karstraat namen we afscheid. De wind was ongeveer 180 graden gedraaid in de loop van de dag, waardoor we hem veel tegen hadden. Desondanks 105 km met 1000 hm en net geen 25 per uur; helemaal niet slecht voor een februariritje.



Zondag 29 januari

Henk
:

Tegen de verwachting in regende het pijpenstelen toen ik opstond, maar gelukkig was het op tijd droog. Voor ik wegging nog even een whatsappje om anderen wakker te schudden, maar dat had niet het beoogde resultaat. Alleen op weg dus. Beetje route door Aken voor voorgenomen tocht mat Martin naar Zwitserland te testen. Was misschien net per se nodig, maar zo voelt het straks toch wat zekerder. 93 km zonder pauze. Ik ben tevreden.

Martin kan slechts toevoegen: Ik las de berichtjes pas toen ik beneden was (ik behoor wellicht tot de uitzonderingen die zijn mobiele telefoon niet op zijn nachtkastje heeft), maar de kletterende regen en de 5°C waren voldoende me nog eens om te draaien. Jammer, want anders had ik Henk wel vergezeld. Na de middag met een drogere weg en een flets zonnetje toch nog alleen op de fiets. Pam-Pam v.v. tegen de wind heen en met een afzwakkende wind terug. Overigens: vorige week wezen skiën in de Dolomieten en het blijft toch een vreemde maar prettige gewaarwording om op de ski’s Pordoi, Campolongo, Gardena, Sella, Falzarego en Fedaia te kruisen. Dankzij de liften een stuk gemakkelijker!

Karel:

Afgelopen week zijn we naar Boedapest geweest. Gedeeltelijk zonnig en gedeeltelijk ijzig koud vanwege de wind. Op de terugweg van Brussel Zuid (Charleroi dus) leek het lekker weer te zijn. Mededeling aan Lilian: Morgen denk ik dat ik ga fietsen.
Zaterdagavond moesten we nog naar een gouden bruiloft van mijn zus. Al met al toch nog wat later geworden. Met de vermoeidheid van de week vakantie is het mij toch niet mogen lukken om met vermannen tijdig aan de toren te kunnen staan.

Rond half een is het me toch mogen lukken om op de fiets te stappen. Veel geworstel met de overschoenen, kapotte ritsen enz. Met een beetje wind mee en een zonnetje was het toch wel lekker; Ik heb zelfs getranspireerd (waarschijnlijk lui zweet).
Aangezien het de eerste rit dit jaar was en de activiteiten van even voor kerstmis op een zeer laag pitje hebben gestaan, me maar wat ingehouden. Via Nuth en Klimmen naar Ransdaal en Colmont en vandaar via Wijlre, Valkenburg en het Haasdal weer naar huis. Slechts een goeie 50 km, maar de kop is er af en het is nu weer een kwestie van volhouden.

Mogelijk tot zondag



Zondag 1 januari - Gers jaarstart

De eerste meters van 2017 zitten er alweer op.
Van mij dit keer geen grote bespiegelingen op voorgaand jaar, of grote vooruitzichten voor 2017. Lekker kunnen blijven peddelen; met TCE, BETS, Reinouw of alleen; met mijn drie racefietsen, de MTB of de trekking: ik vind het -gek genoeg- allemaal leuk. Juist omdat alles net even anders is. Alleen het in de Vogezen er af gefietst te worden op de Dornon deed wel effe zeer. Juni is nooit mijn echte periode; de pollen; geen gerichte training; leeftijd of kg’s; gebrek aan ambitie? Ik denk de combi van dat alles. Maar afgelopen jaar toch genoeg km’s gemaakt; meer dan 6500 (dat was ca. 500 meer dan 2015) en daarbij qua hm 65000. Mooi in de getallen na een slecht begin en weinig MTB in de start.
Ik begin sowieso een beetje schijterig te worden, ergo in deze vorst en gladheidsperiode veel km’s op de hometrainer gemaakt. Top 2000 met zicht op een zonnige en witte Ingbergracht is toch wel mooi dan. Na afgelopen vrijdag nog een mooi ritje op redelijk droge wegen en in de zon te hebben gemaakt, me vanmorgen toch maar aangezet om de Cube te pakken en dan maar nog voorzichtiger op de tracks te zijn. Echter toen ik wilde vertrekken stond de voba plat. Dus maar weer de Concorde gepakt. De laagstaande zon deed me grotendeels de route van vrijdag pakken. Immers dan zou ik een groot deel tegen de zon in op het racepad van Meerssen naar Mesch kunnen doen, zodat ik niet bang hoefde te zijn, dat een auto me zou raken. Rijksweg naar Wittem en vandaar door naar Schoonbron. Bij Jos voorlangs en via Ransdaal en Rivieren naar Nuth. Het zout zat al binnen een paar km op mijn lippen en ik vergat gewoon te drinken. Van Nuth naar Spaubeek, Neerbeek en in Beek achter het vliegveld via Ulestraten naar het mooie racepad.


Het was lekker zonnig, maar wel koud. Toch tevreden want er waren veel fietsers op pad en voor de rest was eenieder aan het uitslapen, denk ik. Rustig dus met overal de resten van het vuurwerk. Sommigen waren aan het vegen en anderen? Bij ons in Gulpen hadden een paar mensen echt geïnvesteerd in mooi siervuurwerk; daarvan hebben we gister op straat met wat buren goed kunnen genieten.

Komende weken eerst een dag of tien gaan skiën langzaamaan zomerplannen maken. We zijn er hard over aan het denken om Frankrijk maar weer eens te gaan bezoeken. 2016

Zondag 18 december – Penitentie Banneux

Een oeroude traditie met een ongewone samenstelling. Voor vertrek hadden Henk, Beppi en Martin zich aangemeld en in de loop van de week kwam via het forum een bericht binnen dat Ger ook voor de racer zou kiezen, alhoewel dat zaterdag afgezwakt werd door een berichtje dat als het vandaag ook zo zou miezeren hij het ferme besluit zou nemen te ATB’en.
Vicente had zelfs zo’n angst dat hij naar Brazilië gevlucht was en Warmduscher Kareltje Zwitsal: ach…
Toen de onechte Minaret van Schimmert negen geheit had werd aldus Ger in dezelfde zin als Karel genoemd, edoch: om 9h00:30 kwam Ger toch aangereden in een inmiddels neo-klassiek winterjack!

Dus gevieren op pad. Aanvankelijk de heuvels wat gemeden, maar zeker niet het natte wegdek, waar boeren soms een modderlaagje achtergelaten hadden.
Van Withuis de grote weg gevolgd naar Bombaye om daar de bekende route op te pikken met als eerste echte de kasseienklim in Dalhem. Achter de mijn langs en gekend geheuveld waar het aantal fietsers, zowel race als dikke-banden opviel.
In de laatste klim voor de Banneuxklim nog twee fietsers ingehaald die ons, ongetwijfeld, bewonderend toespraken, echter in onvervalst Koeterwaals, dus niet te verstaan.
De traditionele klim naar Banneux, waar de laatste bocht toch altijd net wat verder ligt dan gedacht. In het café al achter de koffie toen Ger aankwam en we uitgebreid de tijd namen e.e.a. te bespreken: Bulgaren in Berlijnse metrostations, Rutte die de mening van het referendum, “de stem van het volk” interpreteert, geen TV kijken meer en zo meer.
De terugweg in de miezer afgedaald naar Pepinster met af en toe forse putten in de weg en – uiteraard – op Jos’ verzoek mede, de Cornesse waar het tweede deel weer opviel.
Iets afwijkend naar en door Herve en zo naar Bolland, waar Henk de Thier Fouarge koos en kort door naar Mortier en Mortroux en de fraaie Berwinne naar Val Dieu.
Op het grote mes omhoog en gezamenlijk naar Hagelstein. Voor het mooi afgedaald naar Remersdael en Teuven; Gieveld vermeden en via Slenaken naar Gulpen, waar Ger ter penitentie besloot mee naar Wijlre te rijden en daar ook nog zeker 200 meter de kop nam!
Door het Geuldal gejakkerd en onverwacht mee met Jos omhoog (om zeker te zijn dat de oude man veilig thuiskwam) en langs Grijzegrubben naar de Vloedgraaf en de Zandweg naar Puth.
Henk onderweg naar Sittard nog even een snelheidsrecord op een klein knipje, 30.4 km/h verbeterd en tevens zijn gemiddelde nog wat opgekrikt naar 24 km/h.
Heren fietsers en niet-fietsers: het was het waard.
Denkelijk geen fietsen op eerste kerstdag en nieuwjaarsdag, maar…

Ger voegt al heel snel, dus hersteld, toe:

Op zondag in december op de racefiets is “not done” voor mij als ook MTB’er. Volgens mij was vorig jaar de penitentierit naar Banneux de uitzondering, maar het was toen bijna voorjaar. Daarom deze week maar niet gereageerd op app’jes en het forum. Echter weer eens met de TCE-maten fietsen lokte….. En dus sloeg de twijfel toe; vrijdag ja, gister met die miezer nee. Gisteravond echter de Concorde startklaar gezet, want het was aanlokkelijk een paar van TCE te zien en te spreken. En voor het MTB’en nog genoeg tijd deze periode.

Dat zien is gelukt; spreken minder naar later bleek. En het was weer uitermate plezierig onderweg te zijn en te zien dat het overall met iedereen goed gaat. Vanmorgen laat en bijna te laat weg. Het regende niet, maar het was vochtig en mistig/heiig en gewoon redelijk donker om 8.15 uur. Nog een paar minuten gewacht met een aanrijtijd naar de toren van in mijn herinnering ca. 35 minuten; ik was er net op tijd. De hele dag, maar al vanmorgen vond ik dalen op harde en smalle racebanden geen pretje. Dan is de MTB met zijn brede banden en lage druk een genot.

De rit zal zeker van Martin komen; anders dan anders in ieder geval. Maar wel mooi met gekende stukken als de kasseien bij Dalhem en de Cornesse op de terugweg. Vanaf het begin in het vierde wiel met enige afstand tot de andere drie onder het motto “niet forceren”. Dat bleek wijs, want de mannen moesten met regelmaat wachten, maar wel kort. Het liep wel bij me dacht ik en dat de anderen sneller zijn, is nu eenmaal zo. Dat gevoel bleek terecht , want met de bijna 135 km., een hoogte van nagenoeg 1800 hm en een gem. van 22.0 km/h waren - behoudens de hm van de vakanties- alle getallen beter dan iedere soortgelijke rit van mij dit jaar. En dan bij gemiddeld 3,2 °C en geen echte daalsnelheden.

Ik heb dus genoten en ben voor de penitentie nog even over Wijlre meegepeddeld en dacht, toch thuis, laat ik nu maar even rustig op kop fietsen. Dat was mij gegund. Henk, Jos en Martin; dank voor dat ik mocht stayeren.

En als nabrander; de Cornesse heeft een regelmatig ritme: lang 14%, lang 12% en dan weer (wat korter) 14% en 12%

Voor alle TCE’ers, echtgenotes, kinderen en degene die dit verslag leest: een mooie kerst en een best 2017 , zoals ze dat in Friesland zeggen. Reinouw heeft dat nog wat poëtischer verwoord; zie de bijlage.



Zondag 11 december

Na lange afwezigheid aan de toren deze keer weer eens een TCE-rit. Vicente had zich aangemeld te komen, maar verward door Gers app over ATB’en niet geheel goed begrepen en bleek alleen in V’burg te fietsen, dus aan de toren Henk, Jos en Martin.
De weg was nog wat nat, maar het was droog en dat bleef het. In deze tijd van het jaar lijkt Pam-Pam haast onvermijdelijk dus daarheen.
Op naar Valkenburg waar de drommen mensen reeds stonden te wachten om de grotten in te mogen voor de kerstmarkt. Deze keer de Cauberg omhoog en over het plateau naar Margraten, Bruisterbosch en Banholt. Daar deze keer rechtsaf op Mheer af en een leuk binnendoorweggetje gevonden dat ons op de Stallenstraat bracht.
Full steam de Mescherhei op en ’s-Gravenvoeren schampend naar Moelingen en zo langs het kanaal naar Visé.
Genoeglijk de koffie en vlaai en over van alles en nog wat gekout.
Voor de terugweg opperde Henk de Halembaye, Jos wat tegensputterend, maar toch gegaan. Eben-Emaël deze keer over de grote weg gereden om de vette paadjes te voorkomen, wat toch nog enige hoogtemeters toevoegde. In Kanne de Mergelweg genomen en nog even de situatie bij onze Jan in ogenschouw genomen die op zijn knieën de heg aan het planten was.
Door Maastricht even over het Vrijthof, wederom het citaat van Tim Krabbé herinnerend en over de Markt racend de Wilhelminabrug en naar Bemelen. Op de Bemelerberg nog een eenzame racefietser geparkeerd on zo afgedaald de Daalhemer af waar de kerstdrukte bizarre vormen aangenomen had. De leegheid van die levens…
In Broekhem Jos rechts en gezamenlijk door via Grijzegrubben en tevreden afrondend met de Slakweg. Bij deze onze stelling bevestigend dat je je niet te snel door mogelijk slecht weer moet laten afschrikken.

Heren: denkt u aan de penitentierit volgende week!

Ger:

Beide weekeinddagen gefietst. Gister had ik tijd (over) en heb ik de tijdschriften en kranten maar gelaten voor wat het was. De behoefte aan frisse buitenlucht deed me naar de Concorde grijpen. Over Wittem naar Valkenburg en de Heek; door naar de watertoren en via Genhout naar Beek. Zoals vaker na de zomer richting Catsop en Geulle om langs kanaal en Maas in Maastricht uit te komen. Over de provinciale weg naar Eijsden en via Mesch en de Voer naar huis. Dit keer weer eens over Pietersvoeren. Het was goed en ca. 90 km afgelegd.

Gister en ook vanmorgen kwamen er allerlei appjes voorbij. (ik vind het forum overigens toch wat meer stijl hebben). Ze konden me niet echt verleiden, want ik had de Valkenburg-route in mijn hoofd gezet. Stevige klimmen en vaak ook “wat slipperig” in de modder. Begonnen de heuvel tegenover ons huis maar weer eens te doen en in de afdaling naar Wijlre de Dolsberg op. Koud meteen omhoog is niet alles, maar het liep. Door naar Stokhem om langs de Geul af te fietsen; hoog water, snelle stroming; mooi om te zien. Bij de campings weer omhoog over een mooie maar moeilijke track; ook nu weer was het grip zoeken. Boven in de laatste meters wordt het echt steil en net toen ik dacht boven te zijn, slipte mijn achterwiel over een tak en moest ik er alsnog vanaf.
Zo kom je uiteindelijk via het Gerendal in Scheulder uit en via een omweg naar Vilt om daar de mooie afdaling naar Valkenburg te pakken. Daar was het feest met auto’s, parkeerders, wandelaars en andere kerstvierders. Via de hockey een leuk lusje en een hele mooie klim om uiteindelijk op de Emmaberg naar de Heek af te slaan. Langs de weg stonden overigens een drietal grote en volle jerrycans met een blauwachtig spul; gelukkig wel netjes neergezet voor de politie. Boven heb je mooi uitzicht op Valkenburg (met een waardeloos uitzicht verpestend casino) en de hellingbossen. Over een modderig pad naar de fameuze helling naar de kruiswegstaties; die helling helemaal gehaald en daar ook nog voor de courage een vijftal ingehaald. Ondanks dat ik rustig aan het peddelen was, zat de snelheid er toch redelijk in. Dat moment van glorie was weer snel over toen op de veldweg naast de Keutenberg een paardenstaart gekoppeld aan een ca. 55-60 kg wegend meisje mij gewoon passeerde; wel netjes goedendag, dat weer wel.

Omdat het wel lekker liep, besloten niet meteen naar huis te gaan; ik had de hele dag aan mezelf. (Reinouw was tevreden op haar tentoonstelling in Genk; ze hadden goede kritieken en een mooi artikel in Het Belang van Limburg gescoord). Dus er nog een lusje aan te plakken. Naar het Gerendal gereden en daar bij de Schaapskooi de klim naar IJzeren; via Welsden naar het Amerikaans Kerkhof en links en rechts over veldwegen naar huis. Tevreden met een dikke 65 km en meer dan 1000 hm. Fiets gepoetst en mezelf en nu aan de kranten van de afgelopen drie dagen!



Zondag 27 November

De Dode
: Henk had ’s morgens al een appje gestuurd met dat hij niet ging. Ik keek naar buiten en sloot me aan bij zijn besluit.
Echter: een zondag zonder beweging is voor mij als een kerkgangloze zondag voor een Staphorster, dus, gevaccineerd en al, toog ik tegen de middag op de ATB. Normaal versla ik dit niet hier, maar deze keer een uitzondering: toen ik langs de Koulen fietste zag ik de voiture van Beppi staan, dus: in den lande! Maar, niet gestopt, want onderweg.
Op delen van de Ger gekende routes gekomen en wat schetst mijn verbazing: boven Hilleshagen stootte ik op twee wandelaars (en een hond) en wel Beppi en Marjan.
Jos was al drie weken in den lande, maar geen weer tot nu toe om op de fiets te stappen.
Even bijgepraat en afspraken gemaakt en weer door en zo met 65 km op de teller thuis.
Ondertussen bliept mijn PC voor het bericht van Ger:

Gisteren de eetclub bij ons thuis gehad. Reinouw had zich een paar dagen stevig op haar kookhobby uitgekuurd, ik op goede wijnen. Ergo het was niet vanzelfsprekend, dat ik vandaag een lekkere rit zou hebben. Op mijn gemakkie opgestaan en naar de natte terrassen gekeken; dus wat later dan normaal vertrokken. Ik vreesde nogal wat modder en daarom de Margratenroute gekozen; daar valt het meestal nog wel mee. Achter ons kerkhof de Gulperberg deels omhoog en in Ingber op naar Scheulder. De tracks vielen ontzettend mee en er was nauwelijks wind. Van het begin af aan heb ik genoten op de fiets. Het startte met nogal wat heiigheid, maar op den duur kwam een lekker zonnetje te voorschijn.
Links en rechts wat van de route afgeweken en de wind had in de bossen wel huisgehouden. Zo nu en dan van de fiets wegens en over boomstammen; echter ook in de klim vanaf de kalkovens bij ’t Rooth moest ik er twee keer vanaf. Onder de bladeren verstopt wat gaten en stenen en dat is niet mijn ding. Ook de klim naar de Rasberg heb ik niet in een keer gedaan gekregen. De fiets is overigens perfect, want ik kom dan op de helling wel weer weg. Daarna het Gerendal gekozen om nog wat in de buurt van Doode Man en Keutenberg wat van de Valkenburgroute te doen en langs de Geul retour naar Stokhem. Een mooie klim door het bos op en neer naar Wijlre en vandaar nog even naar de Eyserhalte. Meer dan 60 km, ca. 820 hm en een goed gemiddelde voor mijn doen, nl. 18,6. Daarbij onderweg nog twee collega’s op de MTB ingehaald wat me normaal nooit gebeurt (ingehaald worden valt als ik alleen fiets ook wel mee)
Heerlijke fietsdag gehad.




Zondag 13 november


Ger
op de ATB:

Dit jaar nog altijd niet fietsmoe! Vrijdag weer eens begonnen op de hometrainer; cd’s van Frans Halsema, CSNY (Deja Vue) en Anna Moura (fado) zorgden voor een lekker sfeertje. En ondertussen ook gewoon wat interval gedaan. Gisteren wilde ik eigenlijk naar de golf, maar tegen 10.30 met een bleek zonnetje, dacht ik om nog maar eens de Concorde te pakken. Zeker toen ik me bedacht dat ik de bladeren wel zou kunnen ontwijken. Ingbergracht op en direct na Ingber op het vlakke een klapband. Naar bleek een messcherpe snee in de buitenband. Stukje oude binnenband eronder en toch maar verder. Via een detour naar Margraten en zo via Eckelrade naar Mesch via wegen die ik normaal niet zo rij. Wel in Mesch het racepad naar Meerssen om daar via Vaeshartelt naar Oud Geulle te gaan. In Stein afgebogen naar de Adsteeg en via Hulsberg en Simpelveld retour. Me onderweg al zitten verheugen op de MTB vandaag.

Vanmorgen meende ik bij het wakker worden regen te horen; weliswaar geen echte bui, maar toch. Toen die om 9.00 over was, ben ik toch vertrokken. Combi Mechelen/Vijlen in mijn hoofd. Binnen 500 meter begon het echter weer te miezeren, maar omdat ik nog nooit ben omgekeerd gewoon door. Ging ook nog over in regen, maar dan wordt het wat heroïsch. Zeker als je andere MTB’ers en niet versagende wandelaars tegen komt: lotsverbondenheid en geen ‘Warmduschers’. De klim naar het Eyserbos - vlak startend bij Cartils - was erg modderig; zo’n laagje dat doorslipt. Dat deden de bladeren ook en daar waar daaronder stenen zaten was dat de derde reden voor een slippend achterwiel. Ik durfde echter niet echt lucht eruit te laten, bang voor een snakebite. Dus het daar maar mee gedaan.
Op het plateau boven Eys was het fraai zicht; al die regenbuien en spaarzame grijze luchten gaven een mooi beeld. Omlaag naar Nijswiller en langs het vliegveldje omhoog. Vroeger was dat een mooie klim, maar nu met asfalt is er eigenlijk niks meer aan. Doorgestoken naar Mechelen en via Hurpesch naar het Vijlenerbos. Dat heb ik op allerlei wijzen doorkruist; via de officiële route, maar ook via andere paden; af en toe single tracks waar het stuur net niet in de struiken kwam. Zo nu en dan een voetje aan de grond na een glijpartij, maar overeind gebleven.

Retour via Epen en boven Schweiberg het bos weer in. Langs de golf in Wittem (waar gespeeld werd) en over asfalt naar Wijlre en Gulpen. Mijn fiets en ik waren een modderbak; fiets alweer schoon en ik zelf ook. Genoten!



Zondag 6 November 2016

Henk
schrijft:

Alweer alleen Hans bij het clubhuis. Terwijl de voorspelling toch helemaal niet zo slecht was, de wegen droog waren en het droog bleef en de zon zelfs af en toe doorkwam. Gelukkig had Hans genoeg geduld om twee minuutjes te wachten. Door een combinatie van een frivole omweg, een afgelopen ketting aan het begin, een plasstop en tegenwind, was ik net te laat. Gezien ons beider plannen voor de dag en de toch nog wel aanwezige kans op regen besloten we in Limburg te blijven, en geen tussenstop te maken. Dit keer bepaalden we samen de route.
Vrij recht naar het zuiden tot net voor de Belgische grens bij Slenaken en daarna met de klok mee verder richting Heerlen, Hans rustig vooruit fietsend op de Brakkeberg, Loorberg, Kruisberg en Eyserbosweg zodat ik niet al te ver achterop raakte. Hij wilde net de voetjes aan de grond zetten toen ik op de Eyserbosweg bovenkwam. Ik riep iets van “ja” en reed door richting Elkenrade, om de twee knipjes in dat stuk op het grote blad te kunnen nemen. Daarna reed ik rustig door maar Hans diende zich niet aan en toen ik net voor Eyserheide omkeek zag ik hem niet. Lekke band? Ik reed terug maar vond hem niet. Toen heb ik het rondje maar in mijn eentje afgemaakt, met nog wat experimentjes bij Welten.
Bij Nuth beek het door Martin gewraakte hek om te liggen aan de kant van de weg. Even verder kon ik niet door vanwege werkzaamheden aan de buitenring. Dus nog even twee klimmetjes bij Vaesrade en de slotklim langs de Fatimagrot in Oirsbeek gepakt. Op die laatste steile klim in het bos lag veel nat blad, maar zelfs daar kwam ik met de kont strak in het zadel, zonder slippen boven. Tevredenstellende 90 km met zo’n 23 per uur. De wind was nadrukkelijk aanwezig.



Zondag 30 oktober 2016

Ger:

Een prima lang weekend tot dusverre. Vrijdag de vijver helemaal leeggehaald; folie schoongemaakt; pompen en filter vervangen; nieuw groen er in en het ziet er sedert gisteren weer mooi uit. Verder moest ik al om 9.00 uur in Reeuwijk zijn. In het donker vertrokken en zo een heel mooie zonsopgang gezien. Achter Brabant was er nevel, maar in lagen en de combinatie met zon en de fraaie kleuren van de bomen maakte de autorit tot genieten.

Hoewel ik medio week nog eens op de Rogianni ben geklommen en een kleine 95 km nog heb verstouwd, ben ik nu weer volledig op de MTB overgestapt. Derhalve vanmorgen bij de fraaie zon geen twijfel. Gekozen voor de Maastricht-route, die is relatief vlak, maar je kunt er wat lusjes bijplakken met de nodige hm’s. Zo dan ook begonnen, parallel aan de Gulperberg en halverwege afgeslagen naar Scheulder. Onderweg kwam ik de eerste MTB-groep tegen. Via de Hut naar Margraten en over het plateau naar Reijmerstok. Meestal heb ik daar (vals plat omhoog) een smerige wind op kop, maar nu was het alleen het vals plat. In Reijmerstok afgedraaid en dan rij je min of meer parallel aan de Rijksweg Gulpen-M’tricht. Mooie en snelle tracks en dan mag je in Gronsveld retour op een echte single track in de vorm van een steeds hollere weg. Aan de zijkant de nodige grondwerken door de das, maar je mag er fietsen! Uiteindelijk toch op zo’n 20 meter voor “de top gesneuveld”; de combi van hellings-% en de trappers tegen de zijkanten was te veel.

Bovenop was het weer schitterend en voorzien van de nodige wandelaars. In C&K omlaag en naar Bemelen. Langs de fraaie wanden naar de schaapskooi en daar omhoog naar de Rasberg. Die was erg uitgesleten, maar liep toch wel lekker. Retour naar Bemelen en het oorlogskerkhof en in Margraten nog eens richting Maastricht over niet officiële paden. Me nog even verreden richting Savelsbos (verboden voor o.a. fietsers) en voor C&K weer omgedraaid. Over veldwegen die ik relatief goed ken retour naar IJzeren en via het Gerendal naar huis. Heerlijk gefietst met 62,5 km en toch nog 650 hm. Me verbaasd over de grote hoeveelheid MTB’ers en route; een groep of vijf met meerderen; maar ook de nodige duo’s en solisten. Ik denk “een man/vrouw of 30 zeker”.
Tot slot de fiets en mezelf gepoetst.

Henk vult aan:

Prachtig weer op deze eerste dag in wintertijd. Dit keer extra goed gecontroleerd of het laadproces van mijn schakelaccu wel functioneerde en daardoor goed geluimd en op tijd van start kunnen gaan. Op whatsappje van de vorige avond was geen antwoord gekomen, dus vroeg ik me af of er nog iemand aan de toren zou staan. Ik had het al bijna opgegeven toen Hans er een paar minuten voor negen aan kwam rijden. We werden het snel eens over pauzeplaats Welkenraedt en Hans wist een mooie route, met een boog over Warsage en om Aubel.
In de pauze samen in kleine rijstevlaai, en twee koffie en bespreking van de gevolgen van 2-graden klimaatpolitiek. Hans opperde dat kolencentrales zullen gaan sluiten en gezamenlijk besloten we dat grote werkloosheid in mijnstreken in Polen en Tsjechië weleens het belangrijkste maatschappelijke gevolg zou kunnen zijn. We weten wat dat zelfs 50 jaar na dato nog kan betekenen. Er zou dus maakindustrie moeten komen zoals in de Westelijke Mijnstreek en geen ambtenarij zoals in Heerlen. We kozen voor zonnepanelenassemblage.
De terugweg ging gekend via Montzen, Sippenaeken en Wittem. Hans vermeed daarbij het Hazenpad en opteerde voor de kleine omweg over Busch. Je moet wat voor mooi asfalt overhebben. Overigens was dat nog een van de slechtste stukjes in de hele route. Overal lag het asfalt er strak en droog bij.
Het fietsen ging in rap tempo. Hans voorop, ik meestal vlak erachter en soms wat verder. Daardoor aan het eind 115 km met een gemiddelde van 28.1 en 1100 hm. Tevredenstemmend. Ik heb ook nog zo’n 1500 m kopwerk gedaan en zelfs als eerste een heuveltop bereikt. Wie vaker met mij fietst in de Belgisch Nederlandse grensstreek kan wel raden welke.

En Karel:

Mijn piepende en krakende adem van vorige week was al een stuk minder, maar de toestand was nog niet dusdanig dat ik iedereen daar mee van wilde laten genieten, ergo: niet naar het verzamelpunt. Pas zondagochtend zag ik dat Henk medegedeeld had dat hij op wintertijd 9.00 in Schimmert zou verschijnen. Me zondagochtend bezig gehouden met Max, hier ongeveer twee uur mee gewandeld; gezien mijn toestand me kapot gezweet.
Echter het weer was dusdanig dat ik het carbon ros niet kon weerstaan. Toch maar een stukje vlak gaan fietsen richting noorden. Via Schinveld en Konigsbosch, Putbroek naar Echt en vandaar via Dieteren en Roosteren weer naar huis. Al met al toch nog 65 km. Ik vond het, gezien de verkoudheid niet echt slecht gaan (alles is relatief).
Gezien het leeglopen van de neus is het besluit om te gaan fietsen wel goed geweest.



Zondag 23 oktober

Geen schrijvende fietsers aan de toren, blijkbaar, dus Ger:

Een heel mooi weekend voor mij/ons tot dusverre. Gisteren waren wij met de ouwe hap van juridische zaken DSM en onze vrouwen op stap. Ouwe hap inderdaad wel erg letterlijk: velen meer dan 40 jaar geleden voor het eerst ontmoet en “de jongsten” toch ook al 25 jaar. Ik was toen en nu “de jongste”. Nu is alles relatief zullen we maar zeggen, maar er is toch een verschil met die bijeenkomsten zeg 30 jaar geleden en nu. Toen heimwee naar studentikoos kletsen en drinken, nu serieus een 1,5 uur over watervraagstukken en aan tafel contemplatie (of iets wat daarvoor door moet gaan).

Relatief was ook ons weekje Zeeland; meer gewandeld dan gefietst door de stevige wind, maar wandelen over strand en duin is ook geen straf. Cadzand c.s. krijgt een fraaie upgrade aan het duin en qua woningen. Water zoals het tegenwoordig moet; “in de keten bekijken en op basis TCO”.

De relativiteit overdacht ik me vandaag ook op de MTB; ik ben meer dan tevreden over mijn 29 en Reinouw over haar krijgertje, mijn oude 26. De vooruitgang zit in mijn ogen niet zozeer in de wielmaat, maar de materialen. Mijn nieuwe is echt licht qua gewicht en heeft super onderdelen met Shimano XT. Zowel bij remmen als schakelen is momenteel hun groep de norm.
Echter op schelpenwegen en andere niet al te beste ondergrond is Reinouw super content met mijn oude Cube; die is immers ruim beter dan haar ouwe RIH stads/sportachtig model. Het is dat ze het geld er niet voor over heeft, anders zou het voor haar nog beter kunnen.

Vandaag met veel zin en plezier vertrokken; wel pas rond 9.30 uur; dat scheelde zeker een graad! De zon was er meteen bij en scheen in het begin redelijk strak in mijn ogen. Gekozen voor de St.-Geertruidroute als basis. Alle klimmen gingen super; ook al omdat de ondergrond nog altijd redelijk hard was. Ik begin te leren, dat deze fiets in de afdaling zelf zijn spoor zoekt en niet zo gauw ‘struikelt’. Na ca. 23 km bij camping de Bosrand onder St.-Geertruid weer retour en weer genieten evenals bij de Schilberg in de aanloop van de zeer fraaie vergezichten met wat nevel, zon en wondermooie kleuren van bomen en struiken.

Iedereen die buiten was had een prima humeur. De racers dik ingepakt, en de wandelaars wat luchtiger gekleed. Onderweg een paardrijdster tegengekomen die haar IPhone was aan het checken! Terug bij de verbindingsweg Slenaken-Gulpen weer omhoog het bos in en vervolgens een rondje om de golf heen gemaakt; dat zijn mooie tracks. Ook de golf was druk bezet, maar dat verbaasde me niet meer. Als toetje bij Osebos omhoog en zo afgesloten met > 1000 hm op ca. 55 km.

Heerlijk onderweg en een nauwelijks smerige fiets. Nu lekker de sauna in. Het leven is goed! En Martin; veel MTB en ander plezier bij onze Britten.



Zondag 16 oktober

Met een puike weersverwachting geen enkel argument om niet te gaan en ook Vicente had de avond ervoor al ge-appt dat hij er zou zijn. Henk bevestigde dat tevens, wat hij midden in de nacht overigens nogmaals deed. Harold, betuigde, gefundeerd door een paar Achelse Kluis middels Dutch Courage, dat hij ook mee zou gaan.
’s morgens appte Henk dat het acculaden niet goed gegaan was, maar hij nog een uur de tijd had en Harold meldde dat hij toch voorrang gaf aan het bomen snoeien.
Aan het dierenasiel geen Henk en ook aan de toren kwam hij niet opdagen; hij had alleen aan Vicente nog ‘Sorry’ gestuurd. Natuurlijk was Hans, zonder appen er wel.
Zo’n bijzondere dag vereist natuurlijk ook een bijzonder doel en ‘Eupen’ werd geopperd. Zo’n afwijkend doel betekent natuurlijk ook een afwijkende route en dat werd het.
Geroutineerd de Daelhemer op en minder geroutineerd de Koning van Spanje en over prachtig nieuw asfalt afgedaald naar Teuven en in Remersdaal zeer fraai omhoog naar Mabroek, waar Vicente de lange broek uit kon doen en met een schitterend herfstuitzicht langs het oorlogskerkhof naar Henri-Chapelle.
Met prachtig uitzicht over de Hoge Venen naar Welkenraedt en Baelen en in Membach zeer ongewoon een klein weggetje met een fel klimmetje gevonden dat direct naar de bovenstad van Eupen leidde. Op een pleintje direct onder de kerk door een correcte dame bediend.
Bij het afrekenen van de koffie en apfelstrudl bleek dat ze echter bij het uitdelen van de rekencapaciteiten niet vooraan gestaan had en moesten we haar helpen, maar ja: je kan niet alles hebben!

Terug op gevoel gestart en al snel kwamen we op bekende weggetjes van lang vervlogen tijden terecht zoals door Rabotrath en Lonzen waar we doorreden naar de kapel van Katherina van Sienna en door Hergenrath naar Kelmis en omhoog naar Moresnet-Chapelle onder het dubbele spoorviaduct door. Natuurlijk het Drielandenpunt nog even meegenomen en door een wegafsluiting in Vaals min of meer per ongeluk op een prachtig weggetje langs de brandweerkazerne naar Harles terechtgekomen.
Vijlen en Hilleshagen en zo door naar Partij. Van Wittem naar Schin op Geul waar we in het Geuldal er fors aan trokken om wat andere fietsers voor te blijven en zo met 42, 43 km/h reden. Hans nam afscheid en samen door een bijzonder druk Valkenburg en de Dellen, waar de weg waarschijnlijk voor de winter nat was.
In Meerssen scheidden onze wegen zich en zelf door Ulestraten en Kelmond.
Een wat mij betreft zeer bevredigende rit en tevens gemiddelde. Zij die thuisbleven hebben wat gemist. Laten we hopen dat Henk zijn elektronica uiteindelijk definitief onder controle heeft…



Zondag 9 oktober

Op mijn ‘?’ in de whatsapp-TCE-groep reageerde Vicente vrij snel. Verder niemand. Wist ik, Martin, in ieder geval dat ik niet alleen aan de toren zou zijn. En inderdaad, ondanks de lage temperatuur kwam al snel Vicente aanrijden en om iets voor negenen kwam ook Hans aangesneld. Hij had hard gereden want moest lang naar zijn winterkleding zoeken.
Volgens Hans waren we al lang niet meer bij Pam-Pam geweest, dus daar maar heen. Om te voorkomen dat we er te snel zouden aankomen noordwaarts en over de grote brug België in waar we de bossen opzochten. Langs diverse wegen en dorpen, op het gevoel de richting bepalend in een wijde bocht om Maastricht heen. Onderweg nog een eenzame fietser opgepikt die snel met ons opreed. Een kilometer van Zussen, jawel, kwamen we op bekend gebied en via de Halembaye (N) naar Visé, waar we met 67 km op de teller aankwamen.
De koffie weer goed, maar wat traag.
Met een niet al te lange omweg huiswaarts nu; weinig bijzonder verder. Het jaagpad langs Maastricht gepakt waar Vicente linksaf sloeg en in Houthem knalde Hans rechtdoor, wilde zijn gemiddelde niet in laten storten en ben ik over Groot Haasdal teruggereden. Een fraaie tocht met lekker weer.

Ger vult aan:

Vandaag toch nog op de Duell gezeten! Gisteravond onze eetclub, laat in bed en met het vooruitzicht van de MTB me rond 7.00 uur nog eens lekker omgedraaid. Echter, echter, ik werd wakker van het zonlicht op onze slaapkamer en gelijk zag ik ook wat appjes voorbij komen. Te laat voor de toren voor mij helaas, want ik heb de rare gedachtenkronkel, dat de race bij zon hoort en de MTB bij modder.

Vertrokken naar Reijmerstok; vals plat omhoog en er maar eens voor gekozen dat valse omhoog aan te houden. In R. de grote weg op, links en dat doorgetrokken over de Planck, Rodebos naar de splitsing naar Veurs. Vandaar lekker, maar fris omlaag met ca. 200 hm inmiddels. De Voer klassiek doorkruist en bij Mesch voor de eerste keer een MTB-tocht gezien. Zelf gekozen voor Eijsden en zo langs het gouvernement naar de Servaasbrug. Vandaar naar Smeermaas en de Belgische kant van de Maas gevolgd tot de grote brug; die over en langs de IAZI naar Urmond, Obbicht en Guttecoven. Provinciale weg opgezocht en via de oude Windraak naar Puth en achter de skiwinkel en de vuilstort richting de toren. Vandaar klassiek naar huis.

Heerlijk weer, veel mensen op pad, de Duell was tevreden met z’n nieuwe remblokken en z’n Limburg-wielen. Ergo z’n berijder had niks te klagen. Morgen hele dag werk en vervolgens paar daagjes Zeeland; Retranchement om precies te zijn. Reinouw neemt haar nieuwe (mijn oude) MTB mee en ik mijn Orbea-trekking. Er moet immers plaats zijn voor de gekochte vis.



Zondag 2 oktober – La Buissonnière

Ger
vangt aan:

De sluitkoersen stonden dit weekend op de rol. Dat na een jaar dat niet normaal was. Zowel qua fietsen als sociaal.
Gister BETS in Naarden (voor degene die eens leuk vlak wil rijden zie de rit). Veel water gezien; van slootjes via Buiten-IJ tot grote meren en dus ook weer ouderwets over de dijken geragd. Andere fietsers en wandelaars op tijd gewaarschuwd en dat gaf geen enkele wanklank. De schapen keken op noch om, dus dat liep ook. Heen naar Marken was over die dijken dus vrij simpel en ook nog vrij eenvoudig met wind in de rug, maar terug met wind tegen was het andere koek. Grappig dat bij tempo 26 km (afspraak met de A-selectie) de kop een hr had van ca. 142, de tweede rij ca. 123 en als die twee rijen wisselden de hr’s gelijk mee. In Marken raakten we elkaar helemaal kwijt na de sprint bij het bebouwde-kombordje, maar met wat heen en weer rijden, troffen we elkaar bij de haven. Marken is overigens niet om te wonen, want de straatjes zijn meer stegen en de toeristen all over the place.
Terug op het terras bij onze gastheer in het overduidelijk Gooise Naarden nog wat nabeschouwd op het roerige seizoen met links en rechts behoorlijk fysiek malheur en helaas het overlijden van Ursje de vrouw van Coen (die is als broer van Gijs wel eens mee geweest naar de Vosges).
Als fiets had ik de Rogianni mee, uitgerust met een inmiddels 25 jarige 8-vits Dura-Ace groep met voor de klassieke 53/43. Op zo’n wegen heerlijk om te gebruiken. De hoosbui op de weg naar huis was jammer, want het meenemen op het trekhaakrek levert me morgen poetsen op.

Vandaag Buissonnière en omdat ik gister niet echt niks had gedaan benieuwd. Omdat ik inmiddels weet, dat warmrijden voor mij nu een thema is, rustig vertrokken. Eerst koffie en bij-klets-praat want het regende stevig in Tilff tegen 9.00 uur. Om 10.00 minder en Henk haalde alle aarzeling weg door de afkortalternatieven te schilderen. Die hebben we niet gebruikt, want ondanks de regen en miezer was het toch goed te doen; eenieder voorzichtig in afdalingen en met remmen en we hebben de gekende heuvels toch allen goed overleefd. In Hamoir toch retour, want we waren later weg in het vertrek, Henk naar Zwitserland en het biertje als traditie in Tilff wilden we wel nuttigen. Alternatief gereden langs een nieuw (?) paadje direct langs de Ourthe. Helaas dus niet de klim in Esneux, maar daar kwam veel moois voor terug langs dat water. Tevreden afgerond en naar huis, bad en morgen twee baggerfietsen te doen.

Martin vult nog even aan dat ook hij, Vicente en Karel er bij waren, dat het wegdek op veel plaatsen weer slechter was of zelfs ontbrak (goed dat Hans er niet bij was), er zowel in Hamoir (door Henk) als in Tilff (door Karel, voor zijn verjaardag nog) getrakteerd werd.




Zondag 25 september

Martin
schrijft: veel ex- en impliciete afmeldingen en op mijn vraag in het forum of ik nog iemand aan de toren zou treffen geen antwoord. Gisteren was ik met Miriam, van het mooie weer genietend al naar Limbourg gereden; helaas geen taartjes. De gemiddelde snelheid was echter geen excuus om vandaag niet te fietsen, net als het weer. Dus op pad. Tot mijn grote vreugde kwam al snel Vicente aangereden, snel gevolgd door Hans. Blij elkaar weer te zien.
Val Dieu werd geopperd. Daar ik de nieuwe fietsbrug over de A2 bij Maastricht wilde zien daarheen en wel grotendeels Vicentes heenweg gevolgd. In Meerssen snel deze mooie route en brug gevonden, erg breed en comfortabel. Ons een duidelijke blik op de werkzaamheden rond de tunnel verlenend. Van de brug in rechte lijn oostelijk om de Kuytenbergweg omhoog naar Berg te nemen. Via Terblijt parallel aan de rijksweg naar Valkenburg en Margraten en zo zuidwaarts gezwind naar Terlinden en de Plank. Door het schitterende Rode Bos naar Hagelstein, met fantastische uitzichten afgedaald naar Aubel en daar afgedaald, de putten in het asfalt zoveel mogelijk ontwijkend. De eerste gelegenheid, aan de rechter zijde was nog gesloten evenals de tweede, dus de gebruikelijk plek met mooie setting maar slechte koffie en vlaai. De zon vergoedde echter alles.
De Berwinne volgende, onze gemiddelde snelheid toenemend, naar Dalhem, waar de weg al drie maanden opengebroken lag en zo met de wind mee omhoog en omlaag naar Visé.
Pam-Pam voorbijgereden en langs het kanaal razendsnel huiswaarts. Slavante krakend omhoog en nog even langs de hut van Jan gereden; weinig activiteit te zien. Vicente nam afscheid en kruipdoor sluipdoor Maastricht om via Amby en Meerssen weer in Waterval te geraken waarna in Schimmert ons afscheid.
Thuis met exact 100 km op de teller en 27,5 km/h. Kan zat slechter. Denkt u aan de Buisssonnière volgende week!




Zondag 18 september

Martin
:

Ook ik weet het: strikt genomen geen TCE-activiteit, maar gezien tevens de deelname van Henk, Harold en Jan, toch een klein verslagje. Ook als teaser voor een volgend Alpenevent.
Met zeven man (zes fietsers en een chauffeur) vertrokken voor ons tweejaarlijkse fietsevent en wel deze maal een tocht door de Alpen. Vertrokken in Bludenz (A, Voralberg) om de fantastische Silvretta-Hochalpenstraße te fietsen: een prachtige klim (en als eerste boven).
Op dag twee vanuit Landeck (A, Tirol) het integrale Ötztal gevolgd, eindigend in het Timmelsjoch, bij enkelen bekend van de andere kant. Een taai eindstuk, vooral met de wind tegen. Afgedaald naar Flaines, iets ten zuiden van Bolzano (I, Trentino-Alto Adige).
De derde dag was bij enkelen de fut er een beetje uit, zodat slechts drie, Harold, Henk en ik de geplande tocht gedaan hebben: over een schitterend fietspad het dal van de Eisack stroomopwaarts tot Ponte Gardena gefietst en zo omhoog naar het Sellajoch. Afgedaald naar Canazei en verder, om te eindigen met de Karerpas en, voor het eerst, door de regen afgedaald, maar in het dal was het weer droog. Het is niet ieder gegeven.
Omdat de camping in Flaines verder was dan gepland (de camping in Bolzano was vol), kwam bij enkelen de suggestie op om de Stelvio niet vanuit de camping te fietsen, maar vanuit Merano. Daar Harold en ik hun gaarne wat meer comfort in de camper gunden, zijn wij beiden met de fiets van Flaines naar het afspraakpunt, bij Töll, iets boven Merano, gegaan. Over de prachtige Vinschauer Radweg naar Prad gefietst om allen de Stelvio te veroveren. Voor enkelen niet de eerste keer, voor anderen wel. Afgedaald, voor de eerste keer, naar Bormio en iets verder.
Donderdag, naar later bleek de laatste dag, onder een bewolkte hemel afgedaald naar Tirano om daar de lange klim naar de Berninapas te doen. Het begon in Tirano al een beetje te miezeren en dat werd steeds erger tot de regen begon te stromen. Jammer van het uitzicht. Uiteindelijk alleen Harold, Henk Jacobs en ik op de fiets boven gekomen, waar we bij 8 °C besloten er een einde aan de maken. Hiermee de klim over de Albula en de volgende etappe, Oberalp-Susten voor een volgende keer te laten.
Niet geheel ontevreden, zei de Beer van de Bernina.

Op zondag weinig zin vroeg aan de toren te staan en alleen wat rondgefietst richting Genk.



Zondag 11 september:

Ger
:

Ik weet; het is geen TCE, maar wellicht toch enige genade, omdat ik wel heb gefietst. Eigenlijk geen tijd vandaag, maar ik had wel behoefte om mijn kop even leeg te maken. Dus de officiële opening van een expositie aan me/ons voorbij laten gaan en op de ouderwetse tijd de Duell gestart met de intentie om 13.00 uur terug te zijn. Dat is goed gelukt; mijn standaardrondje gepakt over Aubel, HC en die mooie weg langs het Amerikaans kerkhof. Wel uitgebreid met eerst de Loorberg en aan het eind Halembaye. Dat van die kop is gelukt, het weer was schitterend en zo ook het fietsen. Na een aarzelend begin gefinisht met 24,7 als gem. bij ca. 720 hm en ca. 95 km als afstand. Maar belangrijker: gewoon ouwerwets heerlijk gefietst en weer gewoon macht.

We waren tegen 16.00 bij die expositie en hebben dus “de bla bla van de opening” gelukkig gemist. Mooie dingen, veel variatie en ook kwaliteit. We hebben ons verwend met een al lang gekoesterde wens voor onze tuin. Nu lekker aan de mosselen nadat ik zojuist met drie dagen denken een herinnering aan de afgelopen week overleden echtgenote van Coen heb gemaakt. Ze is zaterdag in besloten kring gecremeerd, maar morgen is een herdenking en de “personal touch” als herinnering geven, is wel het minste….. En, by the way; Coen is de broer van Gijs Notenboom, BETS’er en al eens mee geweest naar de Vogezen.




Zondag 4 september

Ger
schrijft:

Gisteren niet gefietst, terwijl het de bedoeling was weer eens in de omgeving van Nijmegen met onze jongste (inmiddels ook al 32) wat km’s te maken. Het weer was niet helemaal je dat en in Lent aangekomen, kreeg de tentoonstelling over 100 jaar 4-daagse, in combinatie met sambabands in de volle binnenstad de voorkeur. Nijmegen blijft een mooie stad, waarbij de Waalaanpassing fantastisch mooi is gelukt. Ergo thuis de fiets weer gewoon uit de auto gehaald.

Omdat ik zaterdag zin had om de fiets te pakken, in dat mooie weer eens naar Banneux gegaan. Onderweg altijd wel wat te zien, naast het feit dat het een heel fraaie omgeving is en blijft. In Herve was op het industrieterrein een ontzettend groot paardenfestijn; veel bezoek en in Fraipont een nog stille kermis. Verder had ik beter de MTB kunnen pakken; het wegdek was op vele plaatsen bagger en vooral ook de afdaling van Soiron naar Olne was in het eerste deel een grote slalom. Op het terras in Banneux niet alleen genoten van een “kwart rijstevlaai!”, maar ook van een mooie dialoog van twee Vlamingen over hun bijzondere bieren en brouwerijen.
Zelf heel content met mijn fietsen; voor het eerst sedert tijden weer eens een heuvel opgereden met het gevoel, dat boven de finish lag en die vervolgens vol opgeknald. Dat schoot enorm op; ook al omdat ik de kleinere versnellingen maar eens oversloeg. En me verder niet afgevraagd hoe dat dan op de volgende helling moest. Ook de wind voelde ik niet echt, dus het was meer op z’n Pou-Pou’s fietsen dan op z’n Froome’s. de terugweg nog even bij Hombourg omhoog en bij Sippenaeken en ook daar liep het meer dan prima. Tevreden dus thuis aangekomen en nu benieuwd of dat beklijft.




Zondag 28 augustus

Ger
:

Gister en eergister mijn nieuwe MTB uitgeprobeerd. Dat was aan alle kanten een genoegen. Ik MTB in de zomer als uitzondering, maar nu eens op droge wegen was perfect. Het materiaal is in een dikke 10 jaar toch weer aanzienlijk beter. De fiets -toch een alu na wat dubben- rijdt super strak met een XT-groep die werkt als een tierelier en ook de andere zit op een 29” bevalt goed. Ergo alleen positieve verhalen.
Daarbij gelijk mijn eerste schuiver(tje) gemaakt binnen 20 km. Ik probeerde uit een wielspoor te komen en dat lukte nu niet met als resultaat een landing in de bramen! Verder bij 30 km een dubbel meidoornlek in de voba en gister een stootlek in de aba. De kuil in de schaduw niet gezien. Dat alles ook dus meteen maar gehad. En het wisselen met schijfremmen en steekassen verliep prima. Die schijven werken inderdaad prima. Gek overigens dat je die moet inremmen (warm/heet laten worden). De Ingbergracht naar beneden is daar prima voor.

Na de Classic (die ik niet meer fiets overigens) vanmorgen tegen 10.00 uur weer de Duell gepakt. De weg was in de schaduw van de bomen bij ons nog wat nat; dus droge wegen bedacht. Via Partij naar Mechelen en daar binnendoor naar de voet van de Camerig. Meteen stevige wind tegen, maar ook al genoeg fietsers, wandelaars en vakantiegangers actief. Heuvelland is toch een plaatje op zulke dagen. Doorgestoken binnendoor naar Sippenaeken waar processie en dus ook kermis was. Gekend naar Hombourg, de lange helling naar HC en boven met halve wind op het plateau naar Aubel. De windvlagen in de gaten houden was het motto. En net als gister wat heiig/smog-achtig; helaas. De markt in Aubel was gezellig druk met muziek op een podium en de terrassen vol. Door naar Val Dieu, waar een nog groter evenement was en vervolgens de Berwinne. Die weg verveelt nooit!
In Dalhem langs en door de wegwerkzaamheden naar Visé en langs het kanaal naar M’tricht, de bekende industrieterreinen, Bunde/Meerssen en vervolgens met een lekker windje retour over de provinciale weg. Het was overall rustig op de wegen; eenieder was geloof ik met wat anders bezig.
In Valkenburg toch even gestopt voor vlaai en cola; mijn benen begonnen vol te lopen.

Drie dagen lekker gefietst. De komende twee zondagen zal ik niet aan de toren verschijnen. Zondag met onze jongste gaan ik fietsen in de buurt van Nijmegen en de zondag daarna een expositie.

Martin:
Gisteren inderdaad de 24e ODS-Classic gereden; vanwege onder andere inschrijfperikelen ‘maar’ zo’n 950 deelnemers. Henk Jacobs, die ook mee uitgepijld had, had de avond vooraf nog ge-appt dat hij alleen zou rijden want hij wilde op tijd thuis zijn. Karel (uiteraard ook meegepijld) stonden na de afdaling een stootlek van Martin te verhelpen toen HenkJ voorbijreed. Hij zou ons nog wel zien. Aan de start ook mede-uitpijler Jos en samen met college Frank, door de week míjn baas, maar vandaag niet, met zijn vieren van start.

Het was warm, heel warm. De noordlus een aantrekkelijke opwarmer met Slingerberg en Moorveld als echte hellingen en daarna de heuvels in. Wegens wegwerkzaamheden in Dalhem de grote weg moeten nemen richting Julemont, een kaarsrechte scherprechter voor velen die in de berm in de spaarse schaduw iets aan het zoeken waren wat ze niet hadden.
Een korte lunch in Blegney en weer terug. Hier voegde Henk zich overigens bij ons: zijn groepje ging niet snel genoeg! Snel afgedaald naar Mortroux en de landschappelijk zeer mooie klim door Neufchâteu naar het fort. Steil afgedaald door Rullen ofwel het Zwaantje en omhoog naar Ulvend waar we zonder twijfelen de 135 km lus kozen.
Na Camerig en de eigenlijk veel te weinig bereden Schweiberg de laatste scherpechter, het felle klimmetje de Groendendalsebergweg die bij Henk in de club Pontius Pilatus genoemd wordt, denkelijk omdat iedereen daar op de knieën omhoog schravelt.

Bijna vlak door naar Valkenburg, snel wat gedronken en gegeten daar ik die avond nog door moest naar Delft voor een feestje; laat terug en ondanks het niet bovenmatig alcoholgebruik ’s morgens volledig uitgedroogd met in de schedel rammelende hersenen wakker geworden. Maar inmiddels twee fietsen gepoetst en het gras gemaaid…




Zondag 21 augustus: Klauterkoers La Roche

Er zijn tradities, en tradities. De beste tradities zijn gebeurtenissen die zich niet te vaak herhalen. De Klauterkoers La Roche is er zo een van.
Helaas waren velen er niet bij om dit mee te maken, maar een harde kern was toch, met een bijzonder twijfelachtige weersverwachting vertrokken naar Knuvelkes: Jan, Vicente, Ger en Martin.
Onderweg naar het startpunt Lorcé miezerde het al af en toe, maar toen bij de start enige twijfels uitgesproken werden was Jan zeer resoluut en stelde dat we niet voor Jan Lul hierheen gereden waren.
Dus op weg. Een nieuwe route bedacht, met daarin natuurlijk wel twee ijkpunten waarover later meer. Zeer schilderachtige wegen, maar al snel begon het te regenen en in het bos kreeg Jan een platte voba; een stukje glas was gevonden evenals een rebiba die lek bleek te zijn…
Nog even bemoedigend toegesproken door een local die in zijn oude jeep voorbijreed; dat deed goed. Onderweg wisselden felle buien, droge momenten en miezer elkaar af en in ieder geval de voeten werden niet meer droog.
Ons ook nog even doodgeschrokken door een aantal sportwagens die een wedstrijdje aan het doen waren en ons met bijzonder hoge snelheid inhaalden. Helaas later geen Ferrari rondom een boom gekruld gezien.
Jan begon al voorzichtig om koffie en raakte ongerust toen we bij een richtingaanwijzer naar La-Roche-en-Ardennes, rechtsaf, linksaf sloegen. Hij wist niet dat we voor La Roche nog een klapstuk zouden krijgen en wel de Pied Monti ook wel Le Mur de Vélomediane genoemd. Startend in het idyllische Maboge, waarbij we overigens door veel meer idyllische dorpjes gekomen zijn. Gelukkig stroef beton anders was het niet gelukt.
De afdaling maakte veel goed en in het drukke La Roche de magen gevuld, overigens gesubsidieerd door Ger die onlangs verjaarde. De bediening was dergelijk langzaam dat we goed uitgerust waren voor het tweede klapstuk: de zwaarste van België: La Haussire Sud-Ouest, voor de verandering beginnend met kasseien.
Het was goed fietsen en stukken 8% leken vals plat.
Inmiddels besloten om eenvoudiger naar de auto te rijden wegens het weer en de weersverwachting. Eerst nog zo’n 200 hm in een gedisciplineerd treintje naar de Baraque Fraiture, die zoals zoveel toppen in België alle regen aantrok om af te dalen naar Lierneux en vandaar het dal van de Lienne gevolgd, een stuk deels opgebroken maar voldoende asfalt aanwezig, naar Targnon voor een laatste eindsprint naar de start.
…de leegheid van die levens…

Ger vult gelijk aan:

Eerst nog even kort onze vakantie; die was super ; vier keer een week in Garmisch, Kurtatsch en in de Noord Marken (Perticara) en het Zuiden aan de zee (Montefiori). Veel cultuur en natuur gedaan, waarbij ons opviel dat Italië veel doet aan behoud van het historisch erfgoed; zeker ook met €’s voor restauratie.
Reinouw en ik hebben toch ook een tiental fietstochtjes gemaakt. Allemaal samen en rond de 50/60 km (de langste was 75) deels met de trekking en Reins stadsfiets; ook over schötterwegen en deels met de DUELL en Koga. Vermeldenswaard waren in de Marken de bekende %’s met dubbele cijfers tot 15 a 16% over een paar honderd meter. Toch te hebben omdat de klimmen meestal zo’n 5 à 6 km. waren.
In het echte werk hebben we samen de Passo dell Mendola gedaan. Heerlijke klim; dit jaar in de Giro en dan kom je boven in de grandeur van begin vorige eeuw. Mooie gebouwen en allemaal ook nog in gebruik. Ook onderweg een paar fantastische uitzichten op Bozen en de Karersee.

Maar dan kom je terug met geen echte ‘hardheid’ en het was al zo dubieus voor de vakantie. Daarbij de uitnodiging La Roche Klauterkoers, waar ik meerdere keren om had gevraagd die weer eens in te plannen. Afmelden was dus geen optie; ook met de weersverwachting niet. Martin zal het verslag wel doen, dus beperk ik me tot het feit dat de fiets er als bagger uitziet; het onderweg en zeker met de regen aardig koud was; een vijftal Ferrari’s met hun eigen, maar vooral ook andermans leven aan het spelen waren; dalen geen lol was met natte wegen en nauwelijks remkracht; de twee gekende steile klimmen wederom een genoegen waren en dat gold zeker ook voor de laatste 30 km in de afdaling naar de Lienne en Amblève.

Zelf eigenlijk heel tevreden; de klimmen liepen en de afstand met Martin en Vicente goed te hebben. Jan bleef sympathiek redelijk bij mij in de buurt. Mijn hartslagcijfers beginnen gelukkig weer de gebruikelijke waardes te vertonen en de 115 km goed afgemaakt. Immers ook als je dodo bent is het toch niet zo eenvoudig om stevig boven de 30 km te blijven fietsen. Dat in een hoog ritme doen, hielp enorm.
Wat ik eigenlijk een ramp vond was de grote weg na de Haussire. Dat lijkt vals plat, maar is toch rond de 4 a 5%. Dan is middenblad en niet eens allerkleinste achter nog zo gek niet, maar het waardeloze asfalt en het niet lekker lopen, hebben me daar wel gesloopt. Dus blij met de tocht naar en langs Lienne. Zat goed in mijn herinnering van een keer in het verleden waar daar ook gas werd gegeven.

Kortom genoten; nu aan een glaasje wit en dan blijven die %’s voorlopige weer eens uit mijn lijf. Na de vakantie en het goede leven weer even bewijzen dat dat kan. Waarbij de weegschaal na zes weken met 90,5 kg. geen verkeerd cijfer gaf!




Zondag 14 augustus

Aan de vakanties begint een einde te komen; wat te merken viel: toen Henk en Martin aan het clubhuis aankwamen zaten daar Vicente en ook Jan daar al; Jan omdat hij voor de AlpentochtSW wilde/moest trainen.
Spoedig kwam ook Jos, terug uit Frankrijk er aan. De rest was er (nog) niet.

Jan wilde zijn huis in verbouw laten zien, dus eerst daarheen via Geulhemer en Rasberg. Na een kort oponthoud aldaar over de Mergelweg zuidwaarts en in Eben-Emael het Jekerdal gevolgd waar Jan ons naar de prachtige haarspeldklim leidde. Door Hautain-Saint-Simeon en Heure-le-Romain afgedaald naar Visé waar we, volgens mij voor het eerst dit jaar, buiten konden zitten.
Jos trakteerde zijn verjaardagsvlaai (in januari jarig geweest!) en sprak uit eens graag de Dreiländergiro te willen doen (volgend jaar?).
Via de altijd weer mooie klim van Richelle terug naar Dalhem en omhoog naar Bombaye en ’s-Gravenvoeren waarbij de gemiddelde snelheid aardig opgetrokken werd.
Henk standvastig op kop rijdend en daarmee ook gekozen voor de Mescherhei. Via Libeek en Herkenrade naar Bruisterbosch en door naar Sibbe waar Jan en Vicente afscheid namen.
In Valkenburg Jos naar huis en de rest via Haasdal naar huis, daarbij het gemiddelde niet onder de 26 laten komend.

Denk u aan de Klauterkoers La Roche volgende week!?




Zondag 7 augustus

De dag ervoor waren Henk en ik (Martin) al naar Aachen gegaan voor een boodschapje, maar dat was natuurlijk geen reden om niet aan de toren te verschijnen.
Ook daar was Hans die meldde dat Vicente zou komen, maar dat bleek helaas niet concreet te worden.
Het weer stralend maar nog fris en een aanwakkerende wind. Geen duidelijk doel, dus geen duidelijke route. Vreemde wegen bereden. Min of meer zuidoostelijk een afwijkende weg door Hulsberg en zo naar de Karstraat en via Trintelen afgedaald naar Simpelveld. Via Vijlen naar het Vijlenerbos alwaar besloten om Het Hijgend Hert met een boodschap te vereren. Genoeglijk onder de sterappeltjes van Hans’ verjaardagsvlaai genoten en weer terug naar de Toeristenweg om via Raren en Wolfshaag de pas te slechten en Les Trois Bornes omhoog.
Afgedaald naar Lemiers en daar de prachtige Schneebergweg omhoog om in Seffent de kasseienklim, die uiterst steil eindigt, te nemen.
Langs de windmolens richting Bocholtz waar Henk het stuur naar Vetschau richtte en met veel terreinkennis naar Bleyerheide reed om bij de Neustrasse/Nieuwstraat Nederland weer in te komen.
Langs veel stedelijke wegen en dreven uiteindelijk naar Heerlen waar Hans afzwaaide en wij getweeën via Hoensbroek thuiskwamen.
Wat opviel deze rit was dat Hans graag alleen voorop rijdt en zowel de vorm van Henk als die van Martin over de tijd fors varieerde.




Zondag 17 juli

Hans schrijft:

Op goed geluk naar ons clubhuis, het bushokje, gefietst. Niemand daar; iedereen op vakantie. Ook Jos is weer vertrokken. Z’n hagen zijn weer keurig gesnoeid. Daarom alleen m’n neus achterna en alle remmen los. Verste punt vanaf ons clubhuis Clermont. Onderweg niet gestopt, iets minder dan 3 ½ uur gefietst. Totale afstand 95 km met ’n gemiddelde van 27,5 km/u. Hoogtemeters: 950. Dat viel me ’n beetje tegen. Volgende keer ’n stukje Ardennen meepakken.

Ik wens jullie nog ’n aangename fietsvakantie.

De webmaster is op vakantie geweest en heeft natuurlijk ook gefietst. Ter inspiratie wil ik jullie een beknopt verslag niet onthouden:

De eerste week in Prad, aan de voet van de Stelvio. Natuurlijk niet gelijk met deze aanvangend. De eerste dag, als opwarmtocht het vervullen van een queeste: namelijk de klim naar het wintersportoord Samnaun (CH)
Ik was daar eerder wezen skiën en had per ongeluk een lepel uit het appartement meegenomen, dus die moest terug; vandaar.
Over de zeer steile maar fraaie fietsroute omhoog langs Haider- en Reschenzee om over de Reschenpas in Nauders (A) te geraken. Daar overigens ook eens wezen skiën.
Over de Norbertshöhe en in elf haarspeldbochten (Hans, Henk en Jos kennen ze) afgedaald naar Martina (CH) om de Inn door een prachtige kloof stroomafwaarts te volgen.
In het gehucht Vidana de oude Zwitserse weg naar Samnaun gevonden. Door schitterende donkere tunneltjes zeer onregelmatig omhoog naar het belastingvrije dorp.
Bij Spissermühle weer op de grens A-CH aangekomen en stug de laatste kilometers naar Samnaun. De lepel voor het appartement gelegd, de eigenaar niet thuis.
Afgedaald naar Kajetansbrücke met als doel de hoofdweg te nemen, maar die was voor fietsers afgesloten, dus weer langs de Inn stroomopwaarts en zo bij Martina weer de Norbertshöhe omhoog, een groep fietsers uit Arnhem even hun plaats gewezen.
Over de grote weg weer terug naar Prad; een aardige tocht voor de eerste dag.
De tweede dag een rustdag. Besloten om via de andere route naar de Reschenpass te gaan en wel de Vinschauer Höhenweg.
Eerst naar Glurns via een mooie fietspiste. De directe weg naar Mals was afgesloten wegens werkzaamheden dus na wat zoeken over de grote weg naar Mals.
Daar de Vinschauer Höhenweg getroffen. Mooi langs de bosrand en door weiden maar met af en toe forse percentages.
Uiteindelijk weer aan het meer gekomen en zo naar Glurns waar we een andere bestemming van de bucketlist gedaan hebben: het Langtaufertal. Precies tien kilometer tot waar het asfalt ophoudt met af en toe steile stukken, maar in het algemeen mild.
Weer afgedaald en langs de beide meren afgedaald naar Burgeis om daar een stukje van een Jos, Hans en Henk bekende klim te nemen, maar nu tot het klooster Mariënberg.
Even een kijkje genomen en verder afgedaald naar Prad. Een relaxte dag.
Op Miriams lijstje stond nog het Timmelsjoch, dus...
Nu is van Prad met de fiets via Merano naar het joch wel erg lang, namelijk 100 km, dus met de auto naar de officiële start: Sankt Leonard.
Om 10 uur was het al snoeiheet en het zweet gutste eruit. Beheerst omhoog en 1h15 voor Miriam boven, tien ingehaald.
Op de terugweg zouden we in Merano zoon Wouter ophalen, die zou de dag er na de Stelvio meedoen, dus een goed argument voor mij om integraal met de fiets naar Prad te gaan. Inderdaad: 100 km van de top, 38 °C in Merano en nog zo'n 700 hm erbij.
Eerst een liter water voor het eerste bier!
De dag erna Wouters eerste fietservaring in het hooggebergte. Onze residentie ligt zo'n 500 meter van de officiële start. Negen uur op weg, nog lekker rustig en licht bewolkt, dus fris. Ik had besloten bij Wouter te blijven en hield goed in de gaten hoe of hij mijn wiel kon houden, bij een zo constant mogelijk vermogen.
Met terreinkennis kon ik hem natuurlijk precies vertellen waar het steil werd alsmede de herkenningspunten in de omgeving.
Eigenlijk maar door twee fietsers ingehaald (Italiaanse klasbakken type Nibali) en tientallen al ingehaald: op racefietsen, veel mountainbikes en zelfs en Belg op een transportfiets (maar wel met Rohloffnaaf!).
Wouter dacht de laatste kilometer nog wel even te sprinten, maar dat viel tegen op 2700 meter hoogte.
Tevreden op Miriam gewacht die haar PR met 40 minuten verbeterd had, maar het toch meer als een oefening mindfulness beschouwt.
De zon begon te schijnen en na ons over de chaos op de pas verbaasd te hebben afgedaald over de Umbrail en door het fraaie Val Müstair.
In Glurns een ijsje gegeten, de dame met een tattoo op haar borsten, bijna het slachtoffer van mijn zigeunertruc, was er helaas niet. De volgende morgen zoonlief om zes uur op de trein naar Merano gezet; hij gaat nog met de Fernbus naar Berlin. Ziet daar wat vrienden. Wij een rustdag.
Ook nog een bijzondere fietservaring gehad; nooit eerder gedaan: tijdens onze 'verkassing' een tocht gemaakt. Onderweg van Prad naar het Lago d'Orta (via Ofen-, Albula- en San Bernardinopas) gestopt in Andeer aan de Hinterrhein. Daarvandaan loopt de weg naar Juf, het hoogste permanent bewoonde dorp in Europa. Eenzaamheid was het kenwoord; totaal verlaten maar mooi. En regen, want niet lang nadat wij vertrokken waren begon het te regenen en de temperatuur zakte naar 6°C.
Het was rustig in Juf, maar de kachel brandde en de koffie was goed.
Tijdens ons vertrek regende het nog, maar gelukkig werd het lager snel droog.
Dit deed mij besluiten om het voorzichtig geplande uitstapje naar de Valle di Lei eraan te breien. Een geografisch bijzonder stukje: er staat een stuwdam, die door grondruil geheel op Zwitsers gebied staat en dat in een Italiaans dal. Verder is het stuwmeer het enige stukje Italië dat via de Rijn in de Noordzee afwatert en je kunt er alleen maar door een 1 km lange tunnel komen. Kortom: genoeg redenen voor een bezoek.
De afdaling verder droog; een gerechtvaardigde reisonderbreking.
Aan het Lago d'Orta wat kleinere ritten gedaan, waarvan ik een eventuele bezoeker de volgende ritten kan aanbevelen:
Campello Monti, naar het einde van de wereld en de laatste km 16%
De Mottarone, de Ventoux van Piëmonte, Ger kent hem, via een mooi rondje
Tenslotte nog het Val Formazza naar het Lago Marasco, illegaal, want afgesloten, over een mooi stuk hairpins omhoog en afgedaald door een meer dan 360° keertunnel en afgerond met de bekende klim naar Macugnaga.
Overigens: zowel de Mottarone, Macugnaga en Val Formazza waren Giro-bestemmingen.
Op de terugreis nog langs Dave, een collega van mij, in Wallis langsgegaan om uiteraard te fietsen: de middag van aankomst ‘even’ het Turtmantal gedaan en een dag later mijn uitdaging aan Dave (en Miriam): de Sanetschpass, natuurlijk vanuit Susten naar de voet van de klim en terug per fiets. De aankomstvolgorde op de pas tevredenstellend.

Totaal zo’n 970 km.



Zondag 10 juli

Ger verslaat als volgt:

Mooi weer en een druk fietsweekend. Gister de BETS-Familiedag in Tilburg. Grote opkomst en niet alleen van de BETS’ers, maar ook fietsende echtgenotes, kinderen en aanhang. Uitermate geslaagde tocht, geen valpartijen; een mooie BBQ en goede verhalen (althans de meesten). O.a. Jan Panis en Frank Rutgers met nazaten waren van de partij. Een foto om te laten zien hoe een groot peloton er uit ziet!

Na wat “geforum” met Martin of vandaag fietsen wel opportuun was, toch gewoon op tijd aan de toren. Grote en positieve verrassing was de komst van Jan en Vicente, die er zo langzaamaan gewoon bij hoort. Martin bijna direct van Bospop als eerste en Jos als laatste en zo konden we met vijf op weg. Rode Bos met een omweg werd Café Modern met een omweg. Ondertussen weer hard gefietst om Hans op zijn verjaardag te eren. Dat betekende voor mij dat ik toch redelijk wat alleen fietste en dus goed kon trainen. Gelukkig krijg ik mijn hartslag weer op oude waarden; echter de gaatjes en gaten bleven.

Op het terras wat bespiegeld over vakanties; met Jos uiteraard over de Ventoux en het idiote rijden van sommigen en ook nog over de routes en verblijf van volgend jaar.

De Sibber tot slot op mijn gemakkie naar boven en zo was het bad weer lekker. Fiets poetsen, ketting smeren, met Rein banden wisselen en de zondag komt wel weer om.


De webmaster kan nog toevoegen aan Gers verslag dat: het aantal fietsers op de weg schrikbarend groot was; de bekende fietssnelweg naar Mesch was ronduit gevaarlijk.
Gedeeld met velen denk ik deel ik het fijne gevoel dat ‘de toren’ een scharnierpunt wordt en meer mensen weet aan te trekken: vorige week Vicente en deze week ook Jan, zij het bij verstek van zijn ATB-maatje.
Deze keer ook eens een rit met Zuid-Limburg als zwaartepunt en niet een ver doel in België, wat veel draaien en keren betekende.
Naast het absolute aantal fietsen op de weg viel me ook op dat we vaak Pinarello’s op hoge carbon velgen ingehaald hebben, mannen wellicht de helft van onze leeftijd. Een goed gevoel!
De eerste fietstocht met echt goed weer, met een knalgroene achtergrond: fantastisch!

De tocht naar het Rode Bos logisch maar gevarieerd, waar wij toch een half uur te vroeg aankwamen. Niet vergeten: 11.00 gaat ie open!
In de afdaling naar café Modern praktiseerde Jan de Froome-afdalingsstijl: het gaat inderdaad veel sneller.
De stukken vlaai bij Modern van het juiste formaat.
Op mijn voorstel om door te rijden naar het Drielandenpunt geen commentaar. En landschappelijk zeer verantwoord daarheen; een fijne afwisseling van hellingen en mooie uitzichten. In de finale klim nam Jan een ruime voorsprong bij het treinviaduct die hij niet meer losliet en in de laatste bocht kwam Vicente me sneaky en ongehoord voorbij.
Als wijze mannen op een bankske gewacht op Ger en niet geheel vlak door. In Vaals succesvol een creatie van Jans architect gezien en zo over het EK2000-pad naar de Senserbachstraße, om zo ook Duitsland nog aan te doen en omhoog, natuurlijk, naar Orsbach. Het wegdek daar neemt ondertussen een on-Pruisische kwaliteit aan.
Via Baneheide een klein stukje onverhard, Hans was er immers niet bij, om zo zonder hoogteverlies bij het oorlogsmonument uit te komen.
Door het Geuldal nu afrondend, waar Jos er ongezien afsloeg en de rest de Sibber nam, met uitzondering van mijzelf.
Een heerlijke tocht; tot na de vakantie!




Zondag 2 juli

Ger heeft gefietst:

Vandaag gekozen voor een rit met Reinouw. Afgelopen week sedert eeuwen weer eens bij een arts geweest; resultaat was de conclusie van een bacteriële infectie (zonder besmettingsgevaar!) met als kenmerk een “dicht oor”, daardoor een hoofd als een klankkast en een koortsig gevoel. Penicilline moet het weer doen verdwijnen. Leest erger dan het is; maar ik dacht wel dat het wijs was wat rustiger te fietsen. Ik zag vanmorgen dat mijn bericht op het forum gisteravond laat helaas niet was geland.

Gekozen voor hm’s en daarom richting Vaalsbroek en via de Pas van Wolfhaag naar de Belgische kant van de Trois Bornes. Die liep leuk en zeker omdat we redelijk wat Eroïca-fietsers tegenkwamen.
Vervolgens richting de Nijswiller die we in de regen beklommen; door naar de Oude Huls die in de openbrekende lucht schitterende wolkenpartijen gaf. De moeite waard! Karstraat af en richting Ransdaal en Weustenrade waar we bui twee met dikke droppen kregen. Daarnaast nog eens koud; ergo boven in Hulsberg maar afgedraaid richting Valkenburg en via de Sibber in het zonnetje weer terug.

Karel vandaag naar Frankrijk, Martin en Miriam op de hoogtes van de Vosges; de zomerperiode is er qua agenda, nu nog het weer.

Martin durft het toch om een verslag te schrijven hoewel het, strikt genomen, geen TCE-activiteit betreft, maar daar toch wel tegenaan schurkt.

Miriam wilde graag met mij nog in het middengebergte trainen, als voorbereiding op onze Alpenvakantie. Aangezien ik een leuke locatie wist, waar bovendien mijn kettingolie nog stond, was Hostellerie Saint Florent snel geboekt.

Een vrijwel gelijk, doch iets relaxter tijdschema dan van het mannenweekend, dus donderdag iets later vertrokken. Werkzaamheden in Luik en in Luxemburg deden de Metz-route niet sneller zijn.
Peggy had de kettingolie al op de balie staan en we konden dus snel op weg. In dezelfde richting als wij destijds, maar met een variant die met 2 km à 11-12% aanving. De Champ de Feu overgeslagen maar wel een mooie route forestière gevonden naar Mont St. Odille.
Een aardige afdaalvariant: namelijk een eenrichtingsweg, gevonden. Daar nog even bij de Source Miraculeuse de Sainte Odille gestopt en de bidon met heilig bronwater gevuld maar zelfs dat mocht niet baten, de bril gewoon op moeten houden.
De vrijdag vertrokken van het hotel en een beetje onze zaterdagrit maar dan andersom en wat korter. In de afdaling van de eerste col was net steenslag gestrooid wat deze levensgevaarlijk en onaangenaam maakte; gelukkig deels een heel mooi alternatief gevonden: de Panoramaweg.
Uiteraard samen de Roche Dabo gedaan die eigenlijk best wel meeviel. Deels afwijkend nu naar de voet van de Col du Dornon, waarvan ik het laatste deel, dat drie km langer was dan mijn berekening, vreselijk voluit gegaan ben. Een heerlijk gevoel dat dat nog kon en tevreden in het zonnetje gewacht.
De zaterdag ‘met verplaatsing’; daar ik Miriam de hoge Vogezen wilde laten kennen met de auto naar Plainfaing gereden. Hiervandaan door het, inderdaad, zeer mooie dal naar Le Valtin en door over een lange steile weg naar de Schlucht. Toen de Route des Crêtes waar het begon te waaien en te misten. Natuurlijk de obligate Hohneck, een prachtige zig-zagklim naar het hoogste stukje asfalt in de Vogezen.
Na de koffie verder over de Crête, waar het intussen was begonnen te regenen. Hollands weer dus en lekker afzien; ook in de afdaling naar het meer van Wildenstein, waar het helaas niet droog werd. Jammer van het gemiddelde. In Wildenstein toch maar wat gegeten: tart aux Myrtilles met een hoeveelheid slagroom waarmee het meer gevuld zou kunnen worden.
In de miezer nu verder naar de toch wel schitterende Col du Bramont: heerlijk regelmatig met prachtige bochten. Boven besloten de kortste weg terug te nemen: afgedaald naar La Bresse en omhoog over gelukkig inmiddels vernieuwd en lekker glad asfalt naar Le Collet en via Le Valtin afgedaald, waar het inmiddels droog was geworden.
Onze rekening in het hotel was, per persoon, gelijkwaardig: we hebben ons geweerd.
Overigens: Jan zat dezelfde periode ook met twee vrienden in de Vogezen; ik ben benieuwd naar zijn ervaringen. Vicente whatsappte nog over zondag, ik ben benieuwd of er iemand was en naar een verslag...

Hans:

De afgelopen weken niet aan de Toren verschenen; teveel andere sociale verplichtingen. Maar vandaag mocht ik weer heerlijk uitvliegen. Vicente stond als enige bij het bushokje. Mijn voorstel: we fietsen naar Limbourg en drinken koffie in de oude stad en genieten daarbij van een heerlijk gebakje zoals je dat alleen daar krijgt. Via de zuidelijke route terug naar het hedendaagse Limbourg, om Vicente het Aquaduct te laten zien, maar dat miste hij. We moeten dus nog eens terug en wellicht dan door naar Baraque Michel of Spa. Het weer was ons goed gezind, maar het wegdek maakte ons duidelijk dat de buien zeer nabij waren. Via Henri Chapelle terug. Na het Rode bos afgedaald naar Teuven en via Slenaken en het dal van de Gulp naar de provinciale weg Aken/ Maastricht. In Margraten ging Vicente via Bemelen naar Maastricht en zal wel goed zijn thuisgekomen. Het was een uitdagende tocht.



Zondag 26 juni.

Karel:

Hans had zich afgemeld, Henk op vakantie, Vicente in Brazilië (dus ook vakantie).
Een chat naar Martin met de vraag of we elkaar zouden ontmoeten. Hierop geen antwoord ontvangen. Denkende dat ik Martin een beetje ken en dat ik hem wel tegen zou komen, richting Burg. Loefenstraat gefietst, echter huize Borsje in diep rust, alleen de bergingdeur stond wagenwijd open. Deze uit veiligheidsoverweging maar gesloten en alleen richting verzamelpunt.
Uit een later antwoord bleek dat bij Martin ook de jaren een beetje gaan tellen en dat bezigheden van zaterdag op zondag impact kunnen hebben.
Via de Vloedgraaf naar de Toren, waar ik ruimschoots op tijd aanwezig was. Even later kwam Ger. Ik was net ieders afwezigheid aan het verklaren met als laatste opmerking: "... en Jos in Frankrijk; herstel daar is Jos" toen Jos dus kwam aanfietsen. Hij bleek al bijna een week in Nederland te zijn en wilde toch graag weer eens met TCE gaan fietsen.

De tocht van vandaag kort samengevat:
- Binnen 40 km al aan de koffie bij Pam-Pam
- Hans hoeft niet per se aanwezig te zijn om een hoog tempo te ontwikkelen (zie ook verslag vorige week)
- De kopman is goed gepositioneerd en hoefde alleen maar even af te maken, de knechten konden rustig keuvelend verder
- Jos heeft in Frankrijk ontdekt dat er niet alleen een groot blad op zijn fiets is, maar ook kleinere. Dit in de workshop met Froome.
- In België verkeersopstoppingen en omleidingen, niet vanwege het voetbal maar vanwege grote groepen "Marcheurs" (Niet "Charmeurs")
- Niet alleen mensen met auto's in het Duitse premiumsegment denken dat de weg alleen van hen is, soms zijn er ook auto's (meer de berijders) met een geweldig Calimero-effect.

De route en toelichtingen.
Hopelijk kan de Garmin van Ger de route reconstrueren; onderweg was er een of ander technisch malheur waardoor enkele zaken op non actief gingen.

Gastrijder Jos stelde al heel snel voor om bij Pam-Pam de rustpauze in te lassen. De hele groep ging hier zonder morren mee akkoord. Dus via Meerssen en de Oliemolenweg naar het fietspad richting Withuis. Met een toch wel stevig briesje tegenop hogere snelheid richting zuiden. In Withuis rechtsaf en direct door naar het etablissement.
Koffie met resp. rijstevlaai (Jos) en Brasilien (de rest). Alle moeilijke wereldzaken zoals de Brexit, waarom de jeugd naar de Randstad, de volgorde in de wijnproductie. Dit laatste omdat Jos in de wijnbouw werkzaam is. Conclusie: een fles wijn heeft toch heel wat voeten in aarde voordat hij geproduceerd is; Jos vind zowel de productie leuk als de wijn lekker.
Na de pauze via Richelle richting Blegny en vandaar via Mortier naar Charneux. Richting Aubel waren alle wegen verstopt vanwege een of andere grote wandeltocht. Tot aan Val Dieu heeft dit ons redelijk parten gespeeld, dit heeft ons gemiddelde behoorlijk gedrukt.
Na Val Dieu met drie koffiemolentjes de weg omhoog naar Aubel en door naar Remersdael.
Op het nieuwe asfalt richting De Plank bleef de snelheid rond of boven de 40 km/h hangen, en dat zonder Hans!
Aangezien de toestand van het fietspad (tegelpad) op het Nederlandse deel niet geweldig is bleven we op de grote weg. Dit werd echter niet geapprecieerd door de een of andere Calimero in een bolide, formaat VW Up, Fiat Panda (of kleiner) die waarschijnlijk vaak naar "wegmisbruikers" kijkt. Met een enorm geclaxonneer (sterk fluitje), vlak langs ons rijdend en arm uit het raampje sterk gebiedend wijzen dat we het fietspad op moesten. Vlak voor Jos abrupt remmen en meer van dergelijke grappen. Ondertussen waren we de kruising bij Hoogcruts al over. Hier wordt het fietspad stukken beter dus wij netjes die richting gekozen; Calimero een tevreden gevoel gevend dat hij toch gewonnen heeft. Op dit punt misten we Hans toch wel met zijn Haagsch gevoel voor humor (of accent?)!

Via Termaar naar Margraten en afdalen naar Valkenburg. Samen met Ger Jos begeleid, meer gepositioneerd, onder aan de Walemerberg, waar hij het volledig overnam en als eerste bij Marianne (de Franse) was. Gedag gezegd en door naar huis, Ger via Ransdaal en de Karstraat, ik via Klimmen en Retersbeek.

Al met al toch weer 107 km, 1000 hm en een gemiddelde van bijna 24 km/h


De webmaster kan hier alleen aan toevoegen – geen excuus, waarom ik er niet was:
Gisteren in de achtertuin twee manshoge beukenhagen en een übermanshoge meidoorn gesnoeid; deels in de regen.
Daarna nog de Golf aan binnen en buitenzijde schoongemaakt (een maal per jaar doe ik dat ongeveer). Miriam was voor haar werk in Rosmalen en belde vanuit Eindhoven op dat de trein gestrand was wegens een ‘springer’ en het zeker anderhalf uur zou duren voor er bussen zouden rijden. Ik dus haar gaan halen, waarbij ze inmiddels ook twee-en-eenhalve lifters gecharterd had (de border collie telt voor ½). Al met al laat thuis, nog een biertje gepakt en laat in bed en geen wekker gezet. Daar bij mij ’s nachts de mobiel beneden blijft, Karels berichtje pas gezien toen ik ging koffiezetten.
’s Middags desondanks met Miriam een aangenaam stukje gaan fietsen met koffie op Ulvend, een hoosbui in Margraten, modderstromen tussen M’ten en Valkenburg en een platte aba in Schimmert.
Thuis twee fietsen compleet kunnen afspuiten, drogen en doorsmeren, van de Lenzen twee buba's vervangen en ondertussen ook nog even zoonliefs fiets een beurt gegeven (wieltje richten etc.).

Volgende zondag ben ik er overigens weer niet: heb in de Vosges mijn kettingolie laten staan; ga ik met Miriam ophalen.

Ger beschouwt nog na:

Nog een kleine aanvulling op het meer dan voortreffelijke en ook uitgebreide verslag van Karel, is dat we toch in iedere samenstelling de neiging hebben te gaan raggen, maar dat bij afwezigheid van Hans en Martin helaas zelf moeten doen. En die automobilist had Hans/Den Haag niet overleefd; we moesten ons best doen niet op allerlei manieren van de weg te worden gereden. (Hij woog overigens zelf in die bak zeker > 100 kg!). Kort is ook nog besproken Limburg af te scheiden van Nederland en naar analogie van Liechtenstein en San Marino een aparte en bijzondere regio te gaan vormen.
Verder, dat afgelopen week in Bollendorf/Echternach voor mij meerdere mooie ritten heeft opgeleverd; iedere dag ‘maar’ ca. 80 à 90 km, maar wel de nodige hm’s daarin. En op donderdag met ca. 36 graden liep het al snel tappelings. Zie Garmin Connect, maar ook De Limburger van afgelopen zaterdag. Een fraai gebied om nog eens te verkennen. Daarbij hebben Frank en Tessie woensdag alsnog aangesloten; Tessie na een voor haar goed verlopen ‘overdracht’ (en we kruisen onze vingers voor Bart uiteraard). Frank met een mooie Cervelo en een van zijn maten met een nog mooiere. Echter die laatste wel met een knallende (carbo)spaak op een klein hellinkje. Dit nadat hij ook de Tireno en de rit Stelvio-Cauberg had gedaan. Martin ik heb meteen jouw verhaal gekwetterd. Overigens heeft Reinouw op de slotklim van 1 km met de laatste 500 meter à 13-16% op het 16%-deel ook een spaak in het achterwiel gemold. Ik heb uiteraard haar kracht geloofd en geprezen, want i.t.t. tot mij ligt dat niet aan haar kg’s! En heb ik de piep in mijn wiel weten te detecteren als een temp-chock!
Over mijn nieuwe aanwinst, te weten een Cube Reaction HPA SL 29, meer nadat ik er echt in het veld mee heb gefietst. En de uitleg van Martin over niet-aanwezigheid vandaag is ontroerend, t.a.v. volgende week echter:?



Zondag 19 juni

Karel
verhaalt:

Gezien de weersomstandigheden van de afgelopen week, de mededeling van Henk dat hij nog niet wist of hij zondag aan de toren zou zijn en de afmelding van Ger maakten mij zeer aan het twijfelen. Klein berichtje op het forum gezet. Zondagmorgen naar de buienradar gekeken, geen melding van buien, maar buiten zag het behoorlijk triest. Chat naar Martin met de vraag of hij naar de toren ging. Kort antwoord terug: Ja’’. Maakte mijn besluitvorming wat makkelijker, dus, na de veestapel (Max) verzorgd te hebben, op naar de toren. Hier stonden Henk en Martin al. Bij deze groep is het dan ook gebleven. Voorstel Pam-Pam. Zo gezegd zo gedaan. Direct ging de vaart er al goed in. Martin joeg ons letterlijk over De Kling. Via Beek en weet ik wat allemaal naar Maastricht en vandaar via de Alpe d'Huez naar Zussen. Hier veranderde de wegwedstrijd in een fietscross. Maar goed dat Hans dit gemist heeft. Overigens zijn we op meerdere plaatsen omgeleid omdat er of grote modderpoelen of nog grotere waterplassen op de weg stonden.

Na 60 km ons bij Pam-Pam tegoed gedaan aan Brasilien resp. mokkataart. Na de pauze gezwind door via het Withuis en vandaar naar Mesch, Libeek en Gronsveld. Het tempo bleef er steeds goed inzitten; Het ging gewoon keihard. Zelfs zo hard dat ik geen tijd kreeg om te kletsen en als het zover was, was de adem onvoldoende.

Als laatste helling de Zandberg in Schinnen. Thuis had ik 104 km met een voor mij zeer hoog gemiddelde van 25,5 km/h. En overigens geen regen.

Voor de exacte route zie de plot van Martin.

Nu de fiets poetsen en weer op zoek naar de kraak (misschien toch de schoenplaatjes?)

Ger schrijft:
Hoewel solo-ritten geen TCE-vermelding kunnen hebben, is die van mij gister wellicht toch een mogelijke uitzondering. We hadden eetclub in Ittervoort en Reinouw open tuinen in Schalbruch. Ergo; ik had al ruim van te voren laten weten wel de fiets te pakken. Gisteren stonden in Gulpen vanaf het opstaan de hemelsluizen open en niet zo’n beetje. Maar tegen enen ben ik in zo’n bui gewoon opgestapt; ik was het dorp nog niet uit of het water stond al in mijn schoenen; verder maakte ik me nog wat zorgen over de waterbestendigheid van mijn Garmin. Dat laatste lijkt goed afgelopen. Raar maar waar; heerlijk gefietst in die regenstromen. Onderweg nog geschuild voor een kletterend onweer met twee studenten die op training waren voor Vlaanderen. Rond Maasbracht nog verdwaald en daardoor een hele mooi de-tour langs de Maasplassen als beloning gekregen. Op tijd in Ittervoort; lekkere douche en klaar. Nu alles inpakken voor Bollendorf. Ben benieuwd.



10-12 juni: TCE Vosges 2016

Het album

Martin trapt af met een resumé:

Allereerst de deelnemers: Ger, Karel, Harold, Hans, Jan Panis, Jan Starmans, Henk, Hendrik, Harold en als nieuweling Vicente. Helaas heeft Frank op het laatste moment moeten afmelden.

Ger wilde zeker niet te laat aankomen en de donderdagmorgen-vroeg-stress vermijden en was dus al daags ervoor op zijn gemak aangereisd.
Op donderdag waren als eersten op Knuvelkes normaal de laatsten en snel kwam Hans al. Harold en Hendrik waren verlaat vertrokken en waren pas om acht uur te Knuvelkes.
Maar gelukkig was de locatie dit jaar dichterbij, Hotel Saint-Florent te Oberhaslach en kwamen we allen op tijd aan.
De RC, Hendrik en Harold hadden een korte route van 77.4 km (1766 hm) uitgezet, dit jaar zonder te traditionele tijdrit. Maar toch mooi. Hoofddoel was de Champ du Feu (1099); een fraaie weide met een uitzichttoren. Henk was sneaky vooruitgegaan, zodat we er geen tijdrit van konden maken. Op mijn verzoek op de terugweg een bezoek gebracht aan Mont Sainte Odille en wel via de Col de Kreuzweg. Sainte Odille, de beschermheilige van de slechtzienden. Een fraaie detour. Helaas had ik de volgende morgen toch mijn bril nog nodig. De klim terug naar Oberhaslach bleek erg mee te vallen.
De volgende dag eerst met autoverplaatsing naar Raves, wat zuidelijker gelegen om daar een tour van 131/3140 km/hm te doen. Een fraai rondje. Gestart om eerst de Col de Mandray (694) te slechten. Een makkelijk lopend colletje om warm te lopen. In Fraizes aangekomen de Col du Bonhomme (949) genomen; de uitgezette route was misschien wel van erg twijfelachtige kwaliteit, dus de hoofdweg, die redelijk rustig was, maar genomen.
De aankomst boven was in de verwachte orde, waar niet onvermeld mag blijven dat Ger Karel voorbleef.
Van de Col de Route des Crêtes genomen, die zeker niet vlak was en tot de Col Louchpach (984) doorliep en uiteindelijk tot de Col du Calvaire (1134).
Heerlijk steil afgedaald naar Soulzeren om in Stosswihr de lunch te genieten; hierbij slechts 54 km van de 125 onder de wielen. Hier besloten Ger, Karel en Jan P. wat minder hoogtemeters te nemen en de Col de la Schlucht te doen.
Toen door naar de bekende klim van de Collet de Ligne (985), langs ons bekende hotel Roess.
Heerlijk afgedaald naar de Elsas via Trois-Epis, eindeloos.
Een prachtige tocht door de warme wijngaarden en daarna van Riquewihr een veeleisende klim door het bos: smal, steil en zeer stil.
Verder door nu langs mooie dorpjes om dalend op de Col du Haute Ribeauvillee aan te komen.
Afgedaald naar Sainte-Marie-aux-Mines om de laatste col van de dag de Col de Sainte Marie (772) te slechten – veel langer en steiler dan gedacht.
Op dag drie weer van het hotel vertrokken. Met een meer dan matige weersverwachting en 90% regenkans. De weg nog nat en onderweg naar de voet van de col de Donon in Schirmeck begon het ligt te regenen. Ger had zijn dag niet en besloot op de col terug te keren.
De rest door en een heerlijk lange afdaling naar Abreschviller, waarin Jan nog twee Sitech-collega’s onderweg naar Rome tegenkwam.
Met wat hobbeltjes onderweg naar de lunch, kort onderbroken door de enige echte lekke band en route van Martin.
De lunch gehouden voor een food truck in Lutzelbourg aan het Marne-Rheinkanaal.
Terug langs het fraaie kanaal met mooie oude schutsluisjes en een fraaie scheepslift.
Verder omhoog naar Dabo waarna een select gezelschap besloot de Rocher de Dabo te bezoeken. Een fraaie, steile, spiraalvormige klim met een mooi uitzicht als beloning.
De Col des Pandours als laatste col in het geheel in de stromende regen beklommen met een lange afdaling als beloning.
Een fraaie traditiedoorbrekende prijsuitreiking met als jury 2017 Jan P en Frank, de wisselbeker aan Vicente en een RC17 Jan S en Martin.

Ger vult aan:

De Vogezen waar we nu waren, was voor mij deels een groot “deja vu”. En dat zeer positief bedoeld. Een van onze eerste vakanties met caravan en kleine kinderen (zo rond de vijf jaar oud in wat variaties) was daar met o.a. de Cascade du Nideck en voor mij op de Koga de Bonhomme en Schlucht van alle kanten. Zoete herinneringen aan tarte myrtilles en zo kan ik wel even doorgaan. Verder is de Vosges ook de start van een tien jaar durende fietstraditie met twee vrienden in september. Die begon met als eerste parcours met de rit Schengen-Basel; o.a. over de Donon van Abreschviller naar Schirmeck. En wat dit weekend weer opviel; het is een schitterende omgeving met veel houtindustie en toch ook wel goede wegen.
Jammer was dat Frank op het laatste moment forfait moest geven; de aanleiding niet zo fraai, maar ook weer wel. Immers: als je als broer en zus wat voor mekaar kunt betekenen, is dit het wel! Toch besloten om op woensdagmiddag dan maar alleen aan te rijden; rustig onderweg en ik heb zelfs de radio/cd-speler ongemoeid gelaten. Tegen 18.30 in het goede hotel en om 19.30 aan tafel. Alleen is maar alleen en het was vermakelijk observeren met een totaal zwijgzaam stel naast me. Na afloop van het diner krantje op de IPad. De andere morgen kwam eenieder op tijd aan; Henk als eerste na nog te hebben gewerkt en Jan P. was ruim op tijd uit Italië.
De routes waren niet alleen op papier mooi; dat bleek al gelijk met een mooie klim naar Champ du Feu; een echte vuurtoren. Over de tijdrit is kort gepraat, maar niet verreden. Veel social talk en ook ander sociaal gedrag onderweg en ’s avonds. Dat is zo alle dagen gebleven en vind ik heel mooi met zo diverse poppetjes. Wel een passie en dat is fietsen. Dag twee dan de echte koninginnenrit met o.a. Bonhomme en voor Jan P, Karel en mij de Schlucht; gevolgd door een wondermooie afdaling naar Le Valtin (gekend van alle kanten en alle soorten weer) en nu door naar Plainfang via een heel mooi dalletje. Daar kon eenieder ook op de grote plaat zijn ding doen. Uiteindelijk waren ook wij boven de 2000 hm en nauwelijks 10 km minder en zeer tevreden. Kostte wel effe moeite om te bedenken waar de auto’s ook al weer stonden.
Ik begin een beetje een watjes-fietser te worden en me het licht uit de ogen fietsen is er (voorlopig?) niet meer bij. Dus besloot ik op dag drie al snel (en inderdaad te snel) om met wat last van mijn rug niet de hele etappe te doen. En: “als je er niet voor gaat, ga je er ook niet meer voor”. Dan ga je dus wat tutten met jasjes en rugzakken, steekt een tandje of twee lichter en gaat vanzelf ook langzamer de Donon op en al snel krijgt het ‘laat-maar-waaiengevoel ‘ de overhand. Dat terwijl ik de weg naar Abreschviller en Dabo kende! Daarom toch nog maar na Schirmeck een zijweggetje gepakt met een klim met de bekende >’s en toen ik met 900 hm weer in Oberhaslach aankwam nog maar even doorgetrokken naar de cascade om boven de 1000 hm te komen. Dat lukte en dus toch nog redelijk tevreden. Maar het is waar: de neiging om te pou-pou’en heb ik inmiddels bedwongen en ik probeer niets meer te forceren. Of dat nu zo wijs is…
Tot slot: iedereen weet inmiddels wel, dat ik met routes maken etc. niet zo veel heb. Ik weet uiteraard wel hoeveel werk het is om er iets moois van te maken. Daarom waardeer ik het des te meer dat anderen van ons groepje jaar in, jaar uit mooie trajecten weten te vinden met voor elk wat wils daar in en ook nog de nodige alternatieven. Harold en Hendrik zijn daar dit jaar op een superbe manier in geslaagd. Dank nogmaals en zeker van mijn kant. Daarbij een hotel dat bij onze groep past (met meer informele spelregels dan formele), onderling veel plezier en interesse in mekaar. Een top driedaagse. Ik zie uit naar volgend jaar en ga met mezelf eens in conclaaf wat voor fietser ik voor de toekomst wil worden; wordt vervolgd.
En N.B.: als niet zo zeer in ‘ondersteunende ICT’ geïnteresseerde ben ik inmiddels maar meteen begonnen en Garmin kaart van Frankrijk proberen te downloaden. Ben benieuwd, want mijn laptop is al een uurtje of wat bezig de openfietsmap voor Garmin te downloaden. Ook dat wordt vervolgd.

Karel vult als nabrander nog aan:

Aan de verhalen van Martin en Ger is niet veel meer toe te voegen.

Het was gewoon een grandioos lang weekend waarin lekker is gefietst, veel serieuze gesprekken en een heleboel “sjaele waezel” verkondigd.
Mooie omgeving, weer anders dan de zuidelijke en “Duitse” Vogezen van de voorbije twee jaren.
Verrassende omgeving met mooie dorpen en dode dorpen. Niet verwachte sluizen, een scheepshelling en kanalen.
De routecommissie heeft perfect werk verricht met de routes, maar ook met het hotel. Lilian gaf zelfs een compliment voor de dinertafel: De juiste entourage voor een stelletje heren op leeftijd op schoolreis. Overigens was ook de foodtruck een leuke vondst (of geluk?).
Hoeveel worsten ze naar St. Clara ze gebracht hebben is niet bekend, maar gezien de nagenoeg perfecte weerscondities moeten dat wel karrevrachten vol zijn geweest. Ons bedankje bij Odiliënberg (ook een geheel onverwachte locatie) viel daarbij in het niet
Wat het fietsen betreft: De routes waren zwaar en vooral de laatste dag begon toch wel zwaar te wegen, vooral de klim naar de Col des Pandours (Nideck) was killing. Zelfs de afzink naar Oberhaslach begon al zwaar te worden.

Volgend jaar (weer) voor herhaling vatbaar.



Zondag 5 juni – Grenslandklassieker

Ger
als eerste resumerend:

Na het echec (van mij) met Pinksteren en de toch wel goede, maar korte ritten van afgelopen weekend me voorgenomen nog een stevige rit voor de Vosges in het schema te plakken.

Toen ik afgelopen week bij Roger was om het achterwiel van de Concorde te laten bijspannen, me dus ingeschreven voor de 150 km-versie van de Grenslandklassieker. Die tocht hebben we al vaker gedaan en bevalt me altijd wel, mede omdat de bekende klimmen er niet in zitten. Karel, Martin en Vicente ook op tijd aan het appel en we vertrokken met een aangename temperatuur, maar wel behoorlijk vochtig. De pollen deden goed hun werk en me dus voorgenomen gewoon rustig “te peddelen”.
Nu dat is ook gelukt, want een gem. van 23,2 aan het eind met 23,1 bij de dam (ergo geen terugval) kon me wel bekoren bij het uitlezen. Daarnaast las ik in mijn Garmin dat ik met 168 km mijn vorige afstandsrecord met twee km heb overtroffen. De hm staat met ca. 3100 hm nog van de Stelvio met mekaar een paar jaar geleden in het najaar.
Voor ons zijn alle wegen inmiddels wel gekend, bleek ook vandaag. Maar grotendeels wel allemaal rustige wegen en met een toch redelijk aantal aan het vertrek, heeft het wel wat met al die fietsers. Toch dingen die - althans ik - dit jaar nog niet veel had gedaan als de Brakkenberg en op de terugweg de klim vanuit Epen naar Schweiberg. Voor de rest op weg naar Eupen veel nostalgie, want ik ben er geloof ik een jaar of twee niet naar toe geweest. Niet klimmend er naar toe, maar ‘bovenover door het bos. ‘ Het water in het stuwmeer stond redelijk hoog overigens en er was een vies stukje vals plat in. Onderweg met diverse gezelschappen gebabbeld en bij de pauzes rustig aan gedaan. Vicente moest in het bos bij Eupen zelf depanneren van een lekken voba, maar kon later in Epen op hulp rekenen bij een vastgeslagen ketting.

Op de terugweg in Mechelen besloten niet meer de voor de Kruisberg en de rest van de route te gaan en dus ook de ca. 25 km. van vooraf niet bij de terugweg er bij te pikken. Afgeslagen met een hartelijke groet naar Partij en bij ca. 144 km de Ingber weer opgegaan voor een extra rondje via Margraten en Valkenburg. Altijd goed voor de moraal. In Margraten kermis na nog altijd fraai versierde processiestraten; dus ik moest via Klein Welsden naar ’t Rooth om daar via Gasthuis de afdaling van de Daelhemer te pakken. Ik voelde inmiddels mijn lijf wel en met name mijn zitvlak begon Dumoulin-trekjes te vertonen. Tegen 16.15 uur thuis waar Reinouw de tuin regenbuiklaar aan het maken was. Mijn fietsbroek onder het zout. Fiets ga ik morgen poetsen; ergo lekker in bad.

Net een paar fikse onweersklappen en ook regen. Een mooie afsluiting van het weekend. (Gister nog op een heel mooie baan golf gespeeld met een van onze dochters, was een afscheidscadeautje van haar vorige werkgever en daarna verjaardag bij onze andere dochter en haar vriend. Altijd mooi om te horen en zien waar die generatie mee bezig is) Overigens in Valkenburg nog complimenten gekregen, omdat ik in het centrum voor een zebra stopte en in Schoonbron echt last minute een zwieper naar de rijweg kunnen maken om - op het rode fietspad - een openende autodeur te ontwijken. De automobilist z’n blik was verrassing en zo iets of ik het maar had moeten zien! Ik miste Hans voor de Haagse kout, maar was blij niet met ca. 28-30 plat tegen zo’n muur van een deur op te klappen.

Karel vult aan:

In een voorfase was er een wel-niet meedoen, tot het bericht van Ger kwam: Ik heb me (gratis, dat wel) ingeschreven voor de 150 km. Bij een bezoek door mij aan Wijnen bleek dat de inschrijving gesloten was en er ook geen ‘Hollenjer-kaarten’ meer beschikbaar waren. Ondertussen kwam van Martin het bericht dat hij mee zou gaan en ik moest nog van de hoofddirectie "Genehmigung" krijgen. Dit laatste heeft tot zaterdag op zich laten wachten.
Resumerend: zondag 9.00 uur bij SV Neerbeek waren aanwezig Ger, Martin, Vicente en Karel; drie man zwart en een gratis.

Gezwind onderweg via Spaubeek enz. Voor de precieze route zie de Garmin-uitdraai die Martin wel toe zal voegen.

Een aantal groepen voorbij gestoven en later aangehaakt bij een haan met vijf kippen uit Utrecht. Die trokken er wel aan, zodat we op een gegeven moment toch weer met z'n vieren verder kabbelden. Als een stuk elastiek. Bij elkaar, uit elkaar in een langgerekt lint en weer overnieuw. Het tempo zat er wel goed in. Via een aantal onlogische (althans voor ons) routewendingen naar de Wesertalsperre waar we Vicente misten. Ik had hem onderweg zien wateren en Ger had iemand in een blauwe outfit over een wiel gebogen zien staan. Niet realiserend dat dit Vicente was. Op enkele telefoontjes kwam ook geen reactie.

Na de pauze met welverdiende ‘Apfelkuchen’, zeer gezwind weer verder waar de eerder beschreven cyclus zich herhaalde. Op een gegeven moment waren Martin en Vicente verder vooruit en ik bleef Ger vergezellen. In Epen stond Vicente wederom over zijn fiets gebogen. Nu was het euvel aan de achterkant. De ketting was tussen het tandwiel en de spaken gekomen; de derailleur zat klem. Met enige kracht is een en ander toch weer goed gekomen en bij de stop in Schweiberg heeft Vincent (van Wijnen) de zaak weer netjes afgesteld. Door voor de laatste loden (waren geen loodjes) met de Kruisberg, côte de Trintelen en de Vrakelberg. Deze heeft Ger echter niet meer mee mogen maken aangezien hij in Mechelen een afsteek heeft gedaan.

Rustig uitbollend (wat heet rustig) en door naar Geleen waar we Vicente de weg naar Neerbeek hebben gewezen en Martin en ik via Daniken terug naar onze stekken in Puth.

Al met al: 160 km met een mooi gemiddelde en 2000 hm. Goede training voor de Vogezen.

Le Docteur voegt, onverwacht, toe:

Zaterdagavond nog even op onze website gezocht naar nieuws over onze Vogezentrip. Daar las ik ook de oproep van Ger over de grenslandklassieker. Daarom vanochtend bijtijds vertrokken naar Neerbeek. Dat kwam ik aan 4 minuten na negen uur. Dat mocht geen probleem zijn omdat minstens 15 minuten deelnemers van de klassieker mij tegemoet hadden gereden, zonder ook maar iemand van het TCE-team te zien. Nog even 5 minuten gewacht en maar vertrokken zonder een definitieve routekeus. Tot Noorbeek heb ik de meute gevolgd en daar besloten naar het Drielandenpunt te fietsen via de reguliere weg. Vervolgens huiswaarts gekeerd via Vijlen, de provinciale weg, omhoog naar Baneheide, omlaag naar Simpelveld en weer omhoog naar de Huls en via Ubachsberg naar huis. Toch nog 95 kilometer met een aardig gemiddelde. Tot donderdag.



Zondag 29 mei – Parcours Erratique

Hans en Karel hadden zich afgemeld, Ger iets ferms over buienradar, Jos: wie is Jos?

Wie hadden zich wel aangemeld: Vicente en verder natuurlijk Henk en Martin.
Vicente wist nog niet van ons nieuwe clubhuis en stond zijn achterbandje hard te pompen vlak bij de toren toen we hem daar troffen. Dus even het clubhuis laten zien en door naar het noorden, iets als ‘Geilenkirchen’ overeengekomen.
Het begin van een snelle, erratische route met vele tempowisselingen en bochtenwerk. Technisch al met al.
U zie zelf het parcours maar. Met felle klimmetjes in Schinnen en Oirsbeek en zo door naar de Rode Beek en die gevolgd tot Gillrath en naar de Wurm en deze gevolgd tot Rimburg, daar wij het Duitse Grubenwasser niet vertrouwen.

Na de koffie Duitsland weer in en over onbekende weggetjes en afdalingen terug de Wurm over, Nederland in.
In Chevremont twee nieuwe klimmetjes gevonden: de Berenbosweg en een niet benaamde.
Verder door Landgraaf en via Benzenrade de Geleenbeek opgezocht waarna we in Vaesrade afscheid namen van Vicente en zo net op tijd, droog aankwamen. Een snelle tocht, boven de 26 km/h. Navraag leerde dat Vicente zeiknat edoch tevreden thuiskwam.

Ger schrijft:

Om een of andere gekke reden ben ik me dit weekend nogal druk aan het maken omtrent regen. Weersverwachtingen voorspelden van alles, maar om het alvast te melden: ik ben zonder jackje gaan rijden (immers regen, nou en, en wat een gezeur) en op wat dikke druppen na vandaag ben ik helemaal droog gebleven.

Vrijdag ben ik al vast voor gaan fietsen “op verdacht”. Nog wat stijfjes en een pijnlijke schouder, maar daar kun je gewoon vierde mee worden in de Giro; ik blijf het eeuwig zonde vinden, want wat fietste hij goed. Op de Rogianni en een kleine 80 km; tegen de 500 hm en een gem. van 25 km/h. Dat gaf weer moed. Gister had ik BETS, maar geen zin om ca. 250 km te rijden en dan te constateren dat er niet zou worden gereden. Me dus afgemeld, maar tegen twaalf begon het toch te kriebelen en heb ik een rondje via Parkstad gedaan; inderdaad aan de randen veel groen en via Spaubeek en Meerssen weer naar Gulpen. Onderweg Ricardo nog ontmoet en we zijn een paar km’s gezamenlijk opgefietst. Ordegrootte dezelfde cijfers en de Rogianni met z’n Dura Ace 8 vit van ca. 25 jaar geleden, fietste als een speer, dus ik kreeg vanzelf moraal.

Rond acht werd ik vanmorgen pas wakker en met spijt, dat ik geen wekker had gezet; het zag er nl. prima uit. Te laat voor de toren; nog even gedacht te bellen, maar te laat is te laat. Ik bedacht me bij het ontbijt, dat het wel sjiek zou zijn er een “driedaagse” van te maken. Besloten mijn oude wachtdienstrondje te pakken met wat variaties daarop en gewoon weer eens ouderwets te knallen. Dat wil zeggen, ook weer gewoon de grote plaat en “op de mach” en niet alleen dat Armstrongverzetje, wat me de laatste tijd toch niks oplevert. Nu dat is meer dan prima gegaan; eerst naar Reijmerstok vals omhoog en vandaar over de provinciale weg naar de Hut. Daarvoor afgeslagen naar Margraten en via de Welsdens naar B&T. Geulhemmer af en naar Valkenburg om via de Hanos omhoog te gaan richting toren. Door naar Hulsberg en via de Karstraat naar Ubachsberg en over de Ruilverkavelingsweg terug naar Gulpen. Vandaar (na bijna 50 km) weer de Ingber op en met wat afwijkingen weer naar de toren. Gekend over de provinciale weg terug naar huis. Afgeklokt met 85 km en 25.3 gem bij ca 650 hm. En een fatsoenlijke hartslag bij dat alles.

Deze drie dagen weer eens ouderwets gefietst! Tegen de 250 km in totaal. Overigens was het evenals vorige week links en rechts genieten van processies.
Volgende week rij ik de Grenslandklassieker; heb me opgegeven bij Roger Wijnen; liefhebbers?



Zondag 22 mei - De zondag na de Ardennentocht van 2e Pinksterdag

Karel:

Ger had op het forum voor 2e Pinksterdag vermeld dat het zondag 22 mei hard zou gaan regenen en hij derhalve andere activiteiten ging ontplooien. Martin meldde dat hij in Easton PA (USA) DSM aan het steunen was en wat ging hardlopen. Jos is nog steeds geëmigreerd, Restten nog Hans, Henk en Karel. Na enig telefonisch overleg met Henk geconcludeerd dat het pas om 12 uur zou gaan regenen, dus fietsen. Aangezien ik alleen thuis ben en dus de veestapel moest verzorgen kwam Henk naar mij. Kort voor negenen aan het verzamelpunt, echter geen Hans te bekennen; niet voor en niet na negen uur.

Besloten dat we een alternatieve route naar het oosten zouden gaan. We zijn in Heerlen, Kerkrade, Herzogenrath, Haanrade, Kerkrade, Eygelshoven, Brunssum en Schinveld geweest. Vraag me niet hoe en waar, want dan kan ik op geen enkele manier reproduceren. Ik was blij dat Henk zo goed de weg wist anders was ik er nooit naartoe en ook nooit meer van terug kunnen komen. Hopelijk doet Henk de route uploaden. Al met al 80 km en net voor de regen weer thuis.

Ger schrijft:

Met de verwachting op regen, me al vroeg afgemeld voor vandaag. Echter de mooie wandeling met vrienden in de Voer gisteren (stappenrecord > 19.000), maar zeker de reactie van Karel op het Forum inspireerde om toch de wekker te zetten op 7.00 uur vanmorgen. Helaas, helaas het regende dikke druppen en me maar nog eens omgedraaid. Rond 8.00 vond ik het uitslapen meer dan welletjes en het was droog; zelfs het terras was al opgedroogd. Een zonnetje er bij en de keuze was snel gemaakt. Ik was te laat voor de toren, maar wat rondjes wachtdienst van vroeger konden altijd nog.

Kwartier na negen gestart richting drielandenpunt; daar kwam ik gisteren aan het eind van de dag wat diehards van Limburgs Mooiste tegen. De spierpijn waar ik t/m woensdag jl. last van had was weg, maar dat was alles. Hartslag niet echt hoog in combi met de pollen, zorgden voor een gevoel van ‘moe’. Het mooie weer, open uitzichten, wolken en het toch lekker peddelen, maakten het wel mooi. Drielanden op, daarbij denkend aan de laatste keer dat ik dat met de middelste van ons deed en ook wel een beetje trots op haar, want die heeft gister La Chouffe met 108 km en ook 2000 hm gedaan. Boven bedacht gewoon over de grote weg naar Aubel te gaan; dat ook gedaan maar in Hombourg terug naar Teuven gezien de donkere luchten. Het bleef dreigen, maar er viel niets, ergo toch de Voer in om via Withuis het gekende pad te pakken. Gekozen om langs Geulle te gaan om de Slinger te pakken. Het begon inmiddels te miezeren en boven op de Slinger was de weg redelijk nat.

Klassieke fout gemaakt; van last minute haakse bocht (naar het fietspad) met redelijke snelheid, natte verkeersstrepen en zebra en daar schoof mijn Concorde in de bocht weg. Landde “op rechts” en was gelijk dankbaar voor mijn helm toen ik die - met mijn hoofd daarin - tegen het asfalt voelde gaan. Even pas op de plaats en gestopte, bezorgde automobilisten, die er dus ook zijn. De schade vervolgens rustig geïnventariseerd. Schaafplekken aan fiets, heup en ellenboog; een beurse schouder en een kapotte helm. Inmiddels is dat nr. 4 die ik kan vervangen!

Weer rustig opgestapt en de laatste km’s naar huis langs vliegveld en watertoren. Onderwijl een echte plensbui en het bad met Badedas deed goed.

Ondanks dat malheur tevreden dat ik ben gegaan.



Maandag 16 mei – Ardennentocht

Op een van de koudste Pinksterdagen sinds tijden hadden toch Ger, Hans, Karel, Henk en Martin de moed om de ArdennentochtSW aan te vangen. Achteraf gezien een juiste beslissing, want hoewel frisjes geen enkele druppel en weinig wind.
De webmaster had à la Karel Appel wat strepen op de kaart gesmeten – wellicht zijn deze strepen duurzamer dan het werk van laatstgenoemde. Twee dingen waren zeker: 100 km en zo’n 2000 hm.
Verzamelen bij Knuvelkes, allen ruim op tijd en door naar Banneux. Vanuit daar rustigjes naar het zuiden rijdend met kilometers bijna vlak tot vals plat – lekker om in te rijden. Over de Hautregard om af te dalen naar Stoumont en La Gleize. Daar een klein weggetje naar links gemist (dat overigens wegens werkzaamheden afgesloten was), dus zo wat extra hoogtemeters en kilometers aan het traject toevoegend.
Door het prachtige Moulin de Ruy en verder klimmend over vooral rustige wegen. Afgedaald over de inmiddels voor vrachtwagens afgesloten Haute Levée naar Stavelot om over de kasseien naar de eerste echte klim van de dag de Stockeu te geraken.
Het blijft een echte kraker, waar het venijn in de staart zit om daarna nog vals plat door te gaan.
Even afgedaald om zo in de klim Wanneranval te komen waar het een goed gevoel was om een groot aantal jongeren van de Twentse Universiteitsschaatsclub ruim in te halen.
Afgedaald naar de bekende kerk van Grand Halleux en zo gemoedelijk langs rivier en spoor peddelend, totdat vrij snel de Garmin ons rechts gebood om een wederom pittige klim te gebieden. En wel naar Aisomont. Een heerlijke lange afdaling naar Troisponts alwaar geen etablissement dat aan al onze individuele kwaliteitscriteria voldeed, maar ja, ook al 60 km onder de wielen door, dus Banneux was nog maar een peulenschilletje.
De laatste echte klim, zo bleek later, de Côte de Brûme. Schitterend in het landschap gelegen met evenzo hellingspercentages.
Bovenaan gekomen bij het café van L’ancient Barrière, maar daar kreeg Henk het op zijn heupen en geen tijd meer voor de koffie dus door, niet nadat Karel zeer lang nodig had om zijn bidon te vullen.
Heerlijk afgedaald en scherp rechts, waar Ger vernam dat La Redoute nog in het schema zat; hetgeen enig gekreun opleverde.
Van Rahier in vele bochten afgedaald naar Targon waar we de Amblève overstaken om deze heerlijk in een treintje zo’n 15 km te volgen.
In de kop van het peloton was inmiddels het besluit genomen om de Redoute te laten voor wat die is en over de grote weg naar Banneux te finishen. Met de richtingborden in zicht ieder voor zich.
Hans en Martin strak vooruit en met terreinkennis de laatste twee kilometers net wat slimmer genomen; Henk als derde, Karel als vierde en Ger vermoeid maar gelukkig als vijfde.
Op tijd terug, helaas file in Maastricht.
Het was, voor ieder, een goede tocht!

Ger:
Voor ik met mijn praatjes begin; ik had een totale off-day! Deed me herinneren aan een enkele klim naar Rouge Gazon en twee jaar geleden in het Schwarzwald. Ter adstructie: Martin had ca 4.30 uur gefietst met gem. 23,1 en ik een kleine 5 uur met gem 19,6. Meest fraaie vandaag waren de mooie uitzichten (daar had ik af en toe tijd voor), het geduldig wachten door de anderen en vooral het ontbreken van commentaar. Maar ook de sweet memories aan Stockeu, (tweede deel) Wanne en de overige NN-klimmen uit mijn LBL/Waalse-pijl-periode en de vele Hemelvaartvakanties met een aantal BETS’ers met eega’s en kids, deden me goed.

En de praatjes zijn beperkt; niet goed fietsen, dan ook weinig praten. Maar in essentie:



Zondag 8 mei - de dag waarop Ger opa wilde zijn

Penitentie, resp. geen berouw na de zonde!
De rit vandaag, wist ik van te voren, zou zwaar worden. Niet zozeer door de wind, maar doordat ik na de AGR op onze kampeervakantie in Geijsteren alleen maar rustig had gepeddeld en, erger, me geen beperking had opgelegd bij ons 25-jarig bestaan van onze eetclub. Gevierd in Piëmont en Alto Adige gedurende zes dagen met elke dag lunch en diner, zoals dat bij een eetgezelschap hoort en nog een enkele proeverij als intermezzo. Gisteravond terug en besloten het verdict van de weegschaal tot na de rit uit te stellen. Tot mijn geruststelling kwam het niet tot een overschrijding van de 6x0,5 kg norm (Hans en Martin snappen hem). Het bleef binnen de perken, maar wel wat werk te doen.

Ergo vanmorgen in zonnig weer met veel zin de Duell op met te veel aan kg’s, te weinig aan km’s en de weer aanwezige pollen. Aan de toren Hans en Martin en na wat welkoms-gekwetter en route naar de bekende patissier in Welkenraedt. Het routeverslag komt wel van Martin, want ik ben meer bezig geweest met de verkenning van achterwielen, dan wel het in het oog houden van het langzaam maar zeker afstand nemende duo. Ik begrijp Karel, zullen we maar zeggen. Het verschil tussen Martin en Hans in deze is overigens significant. Hans rijdt zo’n 0,1 km te hard voor je en als je toch je in dat wiel vastbijt trekt hij de conclusie dat het meer dan goed gaat en dus wel wat harder kan; Martin fietst 0,1 km onder je max en wanneer je dan eens gezellig naast hem fietst en nog wat kan zeggen, trekt hij de pedagogisch juiste conclusie dat het wel lekker gaat zo! Een docent aan verloren gegaan.

De weg naar HC via het mooi landschap van de Hut naar boven Aubel en vandaar langs het Amerikaans kerkhof was zeer om te genieten; de gekende fraaie uitzichten, lekker in de zon, vals plat en wind op kop. Kortom daar doe je het voor. Vervolgens de mooie afdaling naar Welkenraedt met even fraaie uitzichten en daar (voor mij voor het eerst) koffie en rijstevlaai buiten op het terras. De toestand in de wereld doorgenomen, met onze favoriete kernspelers daarin.

Vervolgens anders Welkenraedt uit en geconstateerd dat de huizen en het ruime spooremplacement de welvaart uit vervlogen tijden weergaven. Martin ontdekte nog een Waalse Strada Bianchi en dus kon Hans geen opmerking maken, want zijn Di Stefano voelde zich daarop meer dan thuis. Voor mij het enige stuk dat ik voor Hans uit mocht fietsen. Het nieuwe fietspad tussen Epen en Mechelen lag er een stuk verder onderweg fraai bij en ik was met ca. 80 km weer terug in Gulpen. En dat met getallen waar ik alleen fietsend tevreden mee zou zijn geweest. Echter 80 is geen afstand dus mee met uiteindelijk alleen Martin naar Valkenburg en daar een alternatief omhoog naar het plateau van onze toren. Ikzelf boven weer afgedraaid en langs de camping weer Valkenburg in voor de provinciale weg terug. Wind nu stevig op kop, maar er wel in geslaagd ca. 24/25 te blijven fietsen. Thuis was na ca. 108 km wel de jus uit de benen. Het bad was een genoegen en tweede pinksterdag een mooi vooruitzicht. Geen alcohol tot onze Vogezen-uitstap en de voeding aanpassen moet me weer volledig ‘wedstrijdfit’ maken!!!

De webmaster heeft hier feitelijk weinig aan toe te voegen. Behalve misschien dat ook ik de 100 km wilde volmaken dus uiteindelijk ook met een klein omweggetje thuisgekomen ben.
Ter ondersteuning van Gers – noodzakelijke – plannen: je goede voornemens, of moet ik zeggen beloften, aan anderen communiceren helpt. Verder natuurlijk de reciproke wet van Hans: als met het klimmen der jaren de kilogrammen navenant afnemen blijft de conditie gelijk of wordt zelfs beter: m * t ≥ C.
Ook voor de levensduur van de wielen en de spaken, die ik angstig heb horen kraken beter.
Let u op de agenda voor volgende week!

Zondag 1 mei – “Waar is opa!?”

Vandaag met een groot aantal mensen aan de toren; was de weersverwachting nog wat twijfelachtig, de weg was nagenoeg droog dus was Martin ruim op tijd bij Karel. Samen naar het vm. dierenasiel waar Henk al aangereden kwam.
Met de wind mee ruim op tijd aan de toren waar we eigenlijk alleen nog met Hans rekening hielden; Ger in Italië en Jos in Frankrijk.
Maar om negen uur nog geen Hans, dus werd voorzichtig Welkenraedt genoemd, wetende dat Hans’ liefde voor Pam-Pam dan geen opgeld deed.
Maar: om exact negen uur kwam Hans toch aangereden; als excuus noemde hij iets van zijn tellertje.

Dus maar naar Pam-Pam, maar anders dan anders. Richting Meerssen en voor Karel onbekend weggetje naar Waterval en zo naar Schietecoven en Kasen.
Door Bunde en het kanaal over langs Ankersmit en over een nieuw pad om de werkzaamheden bij de sluis van Limmel te omzeilen en zo door Maastricht naar de Pietersberg Noord. Even stilgestaan bij het uitzichtpunt en langs Slavante over een andere nieuwe sluis de St. Pierre over en wat modderig naar de voet van de Halembaye gefietst. Deze echter niet genomen om zo het dal van de Jeker te volgen en een alternatieve klim gevonden.

Hans en Martin op kop afgedaald naar Visé waar een moment later Henk en Karel arriveerden.
Karel trakteerde wegens zijn opa-schap, waarvoor dank.
Terug de tegenwind een beetje proberen te vermijden, wat redelijk gelukt was. De zon was inmiddels begonnen te schijnen! Zoals gebruikelijk naar Berneau en ’s-Gravenvoeren. Bij de school links en zo naar Mesch en Withuis het snelfietspad gevonden; waar snel gefietst werd.

Bij Karel kwam de sleet er een beetje in; het opa-schap bezorgde hem wellicht slapeloze nachten, maar hij hield kwetterend vol.
Ter afronding de Bemeler op waar we nog wat fietsles gegeven hebben aan een jonge knul, die nederig zijn meerderen erkende. Bovenaan de Daelhemer nam Hans afscheid, twee jonge lieden naar de voet van de Keutenberg leidend en gedrieën naar Valkenburg en Groot Haasdal omhoog om via Grijzegrubben tevreden af te ronden.



Zondag 24 April

Henk
schrijft:

Vandaag een ritje zonder pauze met Karel. Het liet zich aanzien dat er verder niemand bij te toren zou zijn. Toch maar even er naartoe gereden om zeker te zijn. Inderdaad ook geen Hans daar. Vanwege de dreigende neerslag besloten we niet al te ver af te dwalen. In Meerssen miezerde het wat, maar verder bleef het lang droog. We (her-)ontdekten een aantal leuke weggetjes. Onder andere eentje van Berg naar Obbicht vlak langs het kanaal bij de bronnen van de Kingbeek. Karel praatte honderduit. Vooral over zijn grootvaderschap en zijn huis in Frankrijk. Waarschijnlijk doordat mijn lader niet erg goed functioneerde had ik niet genoeg lading in mijn accu, waardoor ik de Kollenberg op het einde met en wat te zwaar verzet op moest. Toen we boven waren begon het te hagelen. Dat hadden we dus redelijk goed uitgemeten. Bij het afscheid beloofde Karel een foto van zijn trots op te sturen. Stoppen in de hagel om op zijn smartphone te kijken was nou niet zo’n goed idee. Ik was in het korte stukje naar huis toch al behoorlijk nat en koud geworden. Karel misschien nog iets erger, want die moest nog verder. Op deze manier toch nog even 70 km gescoord op deze wisselvallige dag.



Zondag 17 April

Henk
vangt aan:

Je kon al enigszins zien aankomen dat ik alleen aan de toren zou staan. Alleen Hans had zich niet afgemeld, zei Karel (note van de webmaster: via het forum had Hans zie wél afgemeld!). Onderweg naar de ontmoetingsplaats met Martin besefte ik dat hij in China was, of misschien nog onderweg. Daarom maar eens een andere route naar de toren genomen. Ik bedacht me dat ik bij het vorige ritje, met Marijke, ontdekt had dat ik wat speling op het balhoofd had.
Bij ons clubhuis heb ik even de tijd genomen om dat te herstellen, een plas te doen en woordje te spelen in mijn Wordfued spel met Marijke. Daarna op de fiets en gezien de onzekere weersvoorspelling niet naar het zuiden, om in geval van regen de veilige haven snel te kunnen zoeken. Op de rotonde besloot ik dat het west zou worden. Stukje langs het kanaal tussen Elsloo en Meers, waar ze nog steeds aan het werk zijn. Weet iemand waarmee? (De webmaster: verbreding van het Julianakaanl).Ik pikte daarmee ook nog een stukje Amstel Gold voor liefhebbers mee. De Ruitersdijk van Grevenbicht naar Maaseik wordt nogal aangetast door de grindwinning. Jammer. Ik bedacht dat ik in de buurt van mijn beoogde route voor de 5x Ophoventocht kwam en besloot daar dan maar een stuk van mee te pikken. Zonder dat ik de route bij me had lukte het me aardig die te volgen en vond ik zelfs nog enkele verbeteringen. Ter geruststelling van Hans kan ik nu ook zeggen dat er geen onverhard in zit. Wel bleek dat de stop in Ophoven Duitsland niet zal gaan omdat het lokale etablissement dicht was. Vlak daarvoor was ik wel langs Boszicht bij Maria Hoop gekomen. Zit mooi in het midden. Eigenlijk wilde ik zonder stop rijden, maar daarvoor werd de afstand toch wat te groot. Ik begon moe te worden en honger te krijgen, ik raakte even de weg kwijt en belandde midden in Heinsberg. Daar was natuurlijk wel wat open en ik kon zelfs nog op het terras in de zon wat eten. Die zon was ook wel nodig, want het was best fris.
De stevige wind had daarvoor nog een beetje meegewerkt, maar vanaf Heinsberg werd het zwoegen. Koude wind hoort niet uit het zuidwesten te komen, maar hij deed het wel. Na het parcours van de Sittard-run nog een stukje in tegengestelde richting gevolgd te hebben kwam ik bij de enige klim na de toren (als je de brug in Echt niet meetelt): de fameuze Kollenberg. Na de afdaling door Zonnedael thuis onder de warme douche. Al met al geen slecht ritje. 110 km met gemiddelde net onder de 25. Dat laatste viel me, ondanks de wind, wel wat tegen. Er moet nog wel aan de conditie gewerkt worden.

Ger vult aan:

AGR-week end is in Limburg toch iets bijzonders. Vrijdag waren al allerlei ‘recreanten’ aan het ‘trainen’. Het heeft toch wel wat al dat wielervolk en route. Deels gewoon plezier en deel s ook uiterst serieus.

Gisteren met z’n zessen uit de familie een deel van de tocht gereden; maar met zes vanwege allerlei last minute andere zaken als verhuizen, gala’s, vorm etc., maar toch. Gekozen voor een late start, maar ook dan sta je dan bij de Polfermolen in een grote massa je langzaam naar voren te bewegen. Opvallend was de toch wel relaxte sfeer en dat bleef zo. Onze hellingen waren Lange Raar, Karstraat, Fromberg, Koulenberg, Sibbergrub en Cauberg tot slot. Heerlijk met Reinouw samen gefietst en op Kar, From en Sibber gas gegeven. Heerlijk als je daarvoor dan die energie hebt, omdat je tevoren daar spaarzaam mee bent omgegaan. Dat moet het – permanente - gevoel van Jos en Hans zijn! Prima was dat i.t.t. de verwachting het droog bleef tot na de Cauberg; zelfs zon, maar ook een vuile wind. Onderweg bij de stops de andere vier ontmoet en tevreden om 14.00 thuis. Wel een stevige bui na de Cauberg gehad, dus we waren nat en koud. Al zo vroeg omdat een tante van me 92 werd en met al de familie (incl. een neef uit St. Maxime) haar verjaardag vierde. We kwamen daar gelijk tot de ontdekking dat de generatie na ons inmiddels ook bij dit soort zaken aangenaam de overhand begint te krijgen; mooi hoe ze hun leven inrichten en daar over denken. Veel nostalgie, maar toch redelijk op tijd in bed en de wijn was goed!

Vandaag werd ik geacht om 14.00 in Opgrimbie bij ons Belgisch vriendencluppie te zijn en omdat ik ook nog wat van de Amstel wilde zien daar de route en vertrektijd op aangepast. Een mooi ritje gemaakt met relatief beperkte hm’s en dus ook een aardig gem. In België weer heerlijk gegeten en gepraat; nu thuis en morgen een tweetal vergaderingen; ondertussen sleurhut inpakken en dan op weg naar Wanssum. Ook Noord Limburg heeft z’n charme en als je zaterdag in het zuiden moet zijn, is de keus beperkt. Tot spreeks en ik heb in ieder geval tweede pinksterdag in de agenda staan met een Ardennenrit.

Martin tenslotte:

Inderdaad kon ik zondag niet aan de toren staan; ik schrijf nu dit verslag om vier uur 's morgens lokale Yangste-tijd, klaarwakker; bijzonder merkwaardig een Amerikaanse jetlag in China.

Op zaterdag met Miriam wat gaan toeren voor de beweging en om tussen de dienstreizen nog wat anders te doen. Onderin Nagelbeek, bij Schinnen kwamen we al in de horden van de AGR terecht die we onderweg meermalen zouden tegenkomen. Via Grijzegrubben naar Haasdal en de Brakkenberg op. Daar over Sibber de Ingber af en de Gulpenerberg West op. De AGR ging de oostzijde naar beneden - een merkwaardige en in mijn ogen gevaarlijke keuze.

Door Melleschet en door de regen omhoog het Vijlenerbosch in. Lodge 7 was vol met AGR'ers, dus door naar Vaals en over de grote weg en zo, ongebruikelijk, de Platte Bossen omhoog naar Baneheide en afgedaald naar Eys. Bij de Tantes de koffie met vlaai, waar een gezellig sfeertje heerste. Velen schuilden voor de regen.
Verkwikt met de AGR'ers de Bois de Fer op; een machtig gevoel om daar op het middenblad tientallen Pinarello-prutsers te doen parkeren!
Door naar Ubachsberg en de Geleenbeek volgend naar huis, waar ik alle tijd had wegens meer dan twee uur vertraging van mijn vlucht naar Shanghai.



Zondag 10 april

Ger
vangt aan:

Een al met al mooi fietsweekend. Gisteren met Reinouw onze laatste gezamenlijke AGR-training afgewerkt. Benieuwd hoe het volgende week met allen gaat. O.a. Drielanden vanuit Nederland, de klim bij Hombourg en de Kinkenweg. Als beloning van al dat klimmen vanuit HC vals plat naar beneden naar Aubel, Val Dieu en het Berwinnedal. Om bij de ons zo bekend Pam-Pam aan koffie/thee en gebak te gaan. Retour via kanaal en de Dellen. In de zon gister perfect en weer heel mooie vergezichten! Eerste keer Duell was voor mij ook een ‘kindergenoegen’.

Gisteravond met zus en zwager heerlijk in Maastricht gegeten (Rantree) en de forumreactie van Martin gelezen. Even gedacht of het voor Hans wel zo plezierig zou zijn alleen met mij te fietsen. Me dat verder maar niet afgevraagd en vanmorgen was de eerste blik het ‘yes’ van Martin.
Het betekende overigens voor mij, dat ik tactisch sterk heb gefietst; nl. op een enkele km na constant in het derde wiel met meestal zicht op de eerste twee. Bovendien geen zorgen om achterom te kijken, want het vierde wiel was er gewoon niet. De start was overigens met nat wegdek en fris om niet te zeggen koud. Ritje op de bonnefooi en andersom dan normaal voor mij en wel naar Gemmenich. De route komt wel van Martin.

Ik fietste wel lekker, maar toch wel een stuk minder dan beide heren. I.t.t. vroeger voor mij geen issue (meer). Ik voelde trouwens de bijna 100 km en 900 hm van gisteren ondanks het aangename tempo met Reinouw wel! Koffie en vlaai op het drielandenpunt en als vanouds de nodige toestanden in de wereld - weliswaar kort - beschouwd. We werden er wel wat triestig van. Vandaar naar Orsbach en doorgestoken naar Baneheide en Trintelen. Omdat ik per se vandaag boven de 100 km wilde komen bij het afdalen van de Karstraat van Hans en Martin afscheid genomen en door gegaan naar Ransdaal, Swier, Wijnandsrade, Hulsberg om zo in Valkenburg te landen. Vandaar via de provinciale weg naar Schoonbron en Wijlre/Wittem. Mijn gem. nog opgetrokken van 23,1 naar 23,5. Fijne dag en op tijd thuis om naar een tentoonstelling van Reins academie in Genk te gaan.
Volgende week zondag ga ik (na zaterdag) rustig wat AGR verkennen en de week daarop zit ik met de sleurhut in Noord Limburg.

Martin vult nog aan:

Feitelijk valt er aan het verslag van Ger niet veel toe te voegen of het moet zijn dat, achteraf, Henk zich verontschuldigd had: hij had weekend van het studentenhuis. Verder het formele besluit, met als voornaamste reden de erosie van het clubje, het gegeven dat de TCE-groep met onmiddellijke ingang openstaat voor dames van rond de dertig; we hopen natuurlijk dat we streng kunnen selecteren.

De route niet buitengewoon, maar eigenlijk toch wel de constatering dat we te weinig in de buurt van Gemmenich komen; onthouden dus.
Het aantal fietsgroepen >3 met uniform tenue viel op.




Zondag 3 April

Hans
schrijft:

Martin op weg naar de VS, Henk onderweg naar China en Ger in familieverband op trainingskamp voor de AGR. Even na halfnegen vertrokken naar Jos. Vanaf de Koulen samen vertrokken naar Banneux. Prachtig weer, mooie vergezichten; alleen de wind zat wat tegen. Onderweg veel deelnemers van de Volta tourtocht (voorheen de Hel van het Mergelland) gezien, vooral bij Blegny, waar kennelijk het keerpunt was terug naar Eijsden. Op het bekende terras koffie gedronken met daarbij een stuk vlaai. Daar staat nu nog de bidon van Jos. Op de terugweg, met wind mee, samen het water in mijn bidon gedeeld met Jos; thuisgekomen bleek die nog niet leeg. Wij zijn geen grote drinkers, ten minste als het om water gaat. Terug wat meer kilometers gemaakt dan heen. Hier en daar wat zigzaggend gereden. Vooral kerktorens bleken een effectief richtpunt om weer op de route te komen. Komende zondag vertrekt Jos weer juni terug te komen. We zullen hem missen.



Zondag 27 maart

Ger
:

Een mooi weekend tot dusverre; met vandaag een niet verwachte mooie fietsdag.
Gisteren de weersvoorspelling voor vandaag gezien en ook mijn (meestal zeer betrouwbare) weer-app voorspelde vandaag niet veel goeds. Dus in de planning gister een ritje met de racefiets voorzien. Ingber op en al snel bleek, dat ik de verkeerde windrichting had gekozen. Vervolgens ook maar voor het echie gegaan en via Swier en Spaubeek naar Geleen door om vandaar naar Stein en Kleine Meers langs kanaal en Maas de wind pal op kop te gaan pakken. Dat zo doorgezet langs het gouvernement. In Eijsden de kasseien en het laatste stukje richting Visé. Echter bij de grens richting Heuvelland; ik had de wind wel gehad. Op een kruising - nagenoeg in stilstand - nog eens ouderwets omgekiept toen ik moest wachten op een niet beslissende auto. Schaaf aan knie en remgreep en een gedeukt ego. Vervolgens met halve wind de Voer in en de klim naar De Plank gepakt. Me in Slenaken beloond met een lekker ijsje en nog wat gekeuveld met een andere fietser.

Gisteravond naar Stef Bos en dat was voor Reinouw en mij wel weer genieten. Hij heeft - vinden wij althans - altijd mooie teksten en had zinnige woorden over deze week.

In het naar bed gaan, was de app nog altijd in de regenmodus, maar bij het opstaan vanmorgen veranderd in ‘droog’ en bij het ontbijt kwam de zon er zelfs nog bij. De plannen om samen de fitness in te duiken gewijzigd en de Cube gepakt. Dat voelt dan bij vertrek als een tractor aan. De Geertruidroute vind ik altijd leuk. Eerst omhoog naar het plateau van Heijenrath; dan Loorberg af over asfalt en in Slenaken weer het veld in via de achterkant van de Schilberg richting Noorbeek, Banholt en St. Geertruid. Gevarieerd met vals plat en leuke hellingen. Bij camping de Bosrank onder Libeek weer omhoog en terug. Nu met de wind of achter of van opzij. Zonnetje bleef lekker schijnen en bij Heijenrath er voor gekozen langs Schweiberg terug te gaan. Dat leverde me weer een lekke op en (dat is wel komisch zoals thuis bleek) precies achter het ventiel! De buba liet daar een sneetje zien; scherpe steen zo te zien.

Alles bij elkaar genoten van die zonnige kilometers. Nu spullen pakken voor een paar dagen Eifel. Had bij het boeken niet gezien, dat we daar tweede paasdag aankomen. We gaan eigenlijk te kort voor wat daar te doen is, maar ja.. Veel plezier morgen naar de BM en helaas ook komende zondag ben ik er (nog) niet. Met de familie ‘trainingsrit’ voor de zaterdagse AGR.



Zondag 20 maart

Ger schrijft:

Ik heb een ontzettend rommelige start van mijn fietsseizoen. En dat ligt uiteraard helemaal aan mezelf. Eerst met wat geskied en langlauf, zondags op vakantie of in de auto. Daarna malheur met mijn MTB, of slecht weer en dan heb ik ook nog wat dingetjes op zondag geregeld. Afgelopen vrijdag daarbij nog een heel mooie dag op de Tefaf gehad. En gisteren met Reinouw bij een van de kids geklust. De beentjes waren dus niet in topshape!

Toch vandaag nog rond de 80 km op de fiets gezeten, terwijl ik om uiterlijk 12.00 uur thuis wilde zijn. We zouden nl. bij vrienden gaan lunchen. Vanwege de mij bekende heupproblemen bij onze vriend zat het geliefde samen wandelen er nl. vandaag niet in, vandaar. Dus geen tijd om de MTB te poetsen na de rit. Het malheur was overigens maandag meteen duidelijk. Het “ventiel-binnen-busje” (is dat woord voor Henk oké?) was verdwenen bij het eerder band wisselen. Ergo sloeg de braam aan de ventielrand meteen toe. Nieuw busje, nieuw velglint en het zou weer moeten lukken. Ik denk, dat ik maar ga MTB’en als het zomerse weer toeslaat.

Dus vandaag relatief toch op tijd op de Concorde en het was heerlijk. Weliswaar fris, maar geen wind en een route die ik op mijn duimpje ken. Via Reijmerstok en Banholt naar Mheer/Libeek. In Mesch kort door naar de Voer en via Visé en het kanaal naar M’tricht om via Borgharen en Itteren in Meerssen te gelanden. Lange Raar op en dan op de automatische piloot via Valkenburg en de Rijksweg naar huis. Keurig om 11.45 thuis.

Naar ik aanneem is eerste paasdag gewoon een fietsdag; of is het eieren verstoppen dan de hoofdtaak? Ik zou in ieder geval dan de kennismaking willen hernieuwen en meld me aan de toren.

De Dode heeft niet aan de toren gestaan: Hans had zich afgemeld, iets met een fietstocht van Jean Habets, Henk was verkouden geweest, Karel in Frankrijk en Jos…? Wel gisteren met Miriam naar Aachen geweest op de fiets via diverse kleine binnenweggetjes. Na een heerlijk taartje gegeten te hebben bij Van den Daelen in de Antoniusstraße verzeild geraakt – moest ik Miriam toch wat uitleggen! Misschien eens wat voor een reguliere zondag?

Vanmorgen was overigens de weg nat, maar nadat het opklaarde met de ATB op weg gegaan; voor het eerst sinds mensenheugenis over DROGE paden gefietst en kon ik mijn fiets bij thuiskomst zonder poetsrituelen wegzetten.

En nee: aanstaande zondag geen reguliere tocht, wat mij betreft, maar maandag tweede paasdag Baraque Michel



Zondag 13 maart

Toen De Dode ruim op tijd, dat wel, wakker werd was het nog koud. Maar ja, de wetenschap dat het TCE-seizoen tot nog toe nogal magertjes was en het “Tot volgende week!” van Hans nog in de schedel naresoneerde, stuurde ik toch ferm een ‘?’ naar Henk, die direct ‘Y’ antwoordde.
Dus tijdig op de frisgepoetste Orbea naar het dierenasiel en zo gezamenlijk door naar Schimmert waar we om kwart over negen al in de zon zaten.
Ruim gefilosofeerd over “de vrije wil” en zelfs over de definitie van het begrip de vrije wil, daarmee tot de conclusie komend dat interpretatieverschillen van de definitie automatisch tot meningsgeschillen aangaande het begrip zelf aanleiding geven.
Ondanks Hans oproep tot weerzien was hij niet daar.
Pam-Pam was geen optie, Henk stelde Welkenraedt voor, maar dat leek me wel wat ver gegrepen. Dus opperde Henk het station van Hombourg, met een omweg.
Haasdal af en uiteraard de Brakkenberg op en via Terblijt naar Gasthuis en mooi de Bemeler af die overigens in de afdaling meer bochten lijkt te hebben dan in de beklimming.
Over de snelweg nu naar Withuis en links naar Mesch en de Voer stroomopwaarts gevolgd tot Pietersvoeren waar zelfs een stukje slecht wegdek, maar zonder Hans, dus…
De lange zware klim richting Aubel en zo over de grote weg tegen de wind in naar Hombourg. De Staatsie was echter dicht en daarom voor café Modern gekozen waar het nog stil was. De verjaardagskoffie was goed, evenzo de vlaai. Met klamme kleding weer op pad en de tegenwind vermijdend dus over Nurop en Slenaken naar Gulpen en Wijlre. Ongewoon nu de Fromberg West op en zo door naar Ransdaal, moeizaam tegen de wind in omhoog en binnendoor naar de onderkant van de Barrier en langs de golfbaan naar Hoensbroek en het fraaie nieuwe fietspad huiswaarts. Een tevredenstellende afstand en samenwerking.

Ger heeft ook gefietst:

Gisteren lekker met de Concorde op pad geweest om in het mooie weer wat extra km te maken. Nu dat is gelukt met een mooie rit. O.a. over de Hallembaye. Vandaag in Gulpen de MTB-tocht, waar ik mijn zinnen op had gezet na gister met de eetclub een heerlijke avond te hebben gehad. Achterderailleur stond weer recht en niks leek een mooi tochie in de weg te staan. Echter…….. na een km op weg naar de start begaf mijn achterbiba het weer. Balen en morgen maar eens het wiel gaan checken, want dit is te gek. Lopend terug en maar weer de Concorde gepakt. Geen zin om over een route na te denken, dus maar klassiek door het Gulpdal naar Slenaken en vandaar naar HC. Het uitzicht gekend en eenmaal boven lekker tempo kunnen draaien. Bekende route via Berwinne naar Mortroux en daar omhoog om uiteindelijk op het racepad van Withuis terecht te komen. Wind aardig tegen en de benen begon ik te voelen. Toch in Meerssen richting Bunde om de klim in het bos te pakken en vandaar via Waterval en de grote weg terug. Genoeg km gemaakt deze week en nu benieuwd naar mijn MTB-malheur



Zondag 6 maart – Ger op de weg!

Vandaag is de dag van de contradictie van een zomerse dag en miezer, regen plus kou.
Die contradictie is er in gelegen, dat ik vandaag massa’s fietsers in allerlei samenstellingen en fietssoorten ben tegengekomen. Op een zomerse dag zijn het er zeker niet meer! Klaarblijkelijk was er naast “hondentrouw’ aan de heilige zondagse trainingsdag, de (bij ons overigens niet aanwezige) druk vanuit de groep, ook de behoefte om vandaag kost wat kost je niet door het weer te laten ringeloren. Dat laatste was in ieder geval bij mij zo.

Met de waarschuwingen gisteravond en vanmorgen van wellicht toch wat gladheid op een aantal plaatsen, gekozen voor de brede MTB-banden en niet de smalle bandjes van de race. De MTB van na vorige week van nieuwe biba’s voorzien en een berijder die veel zin in ploeteren en modder had.

Echter dit keer duurde de rit nog korter dan vorige week, nl. 250 meter. Waarschijnlijk heb ik toch vorige week de derailleur scheef gekregen, want de ketting sloeg over en hij schakelde niet goed. Zoals ik al zei was ik niet van plan me vandaag klein te laten krijgen; dus toch omgeschakeld naar de Concorde! Dat kostte wat moeite, want ik vertrok op mijn MTB-schoenen en die klikken niet in de Keo-pedalen. En toen dat gewisseld was, ontdekte ik na 2 km dat ik mijn helm vergeten was weer op te doen. Drie keer naar huis terug was te gek vond ik. Ergo gekozen voor vlak, rustige wegen en fietspaden. Apart om voor het eerst in zeker 20 jaar weer eens zonder helm te fietsen. De Concorde reed overigens na zijn beurt als een zonnetje.

De rit is niet zo bijzonder. Via Wittem en Wijlre over de grote weg naar Valkenburg en daar via de Heek licht omhoog naar Klimmen. Afgedraaid richting kasteel Rivieren en vandaar, via wat omleidingen, richting Wijnandsrade. Binnendoor vervolgens naar de grote weg Valkenburg-Nuth en in volle regen naar Spaubeek, Beek om via het vliegveld en Meerssen en wat de-tourtjes het gekende fietspad te pakken. Omdat het weer wat droog was en het beetje wind tegen uitnodigde voor wat rugwind op de terugweg helemaal door naar Mesch en daar besloten omhoog te draaien richting Libeek en Mheer. Die weg mijd ik meestal omdat dat vals omhoog en een paar puistjes me niet echt ligt. Omdat ik sowieso al rustig had gepeddeld, daar maar gewoon mee doorgegaan. Het liep dit keer wel lekker ondanks de miezer, regen en kou; kreeg mijn gem. zelfs na het klimmetje in Mesch gewoon weer omhoog van 24,1 naar 24,3. Klaarblijkelijk is het bijhouden van wat inspanning op de hometrainer, resp. het skiën en zeker het langlaufen ook al wat. Dat langlaufen ging overigens na wat lessen dit jaar weer als een speer. Een paar basisfouten waren er na een uur al weer uit. Een oude hobby weer terug en met de snowalerts van dit weekend eigenlijk jammer dat we er niet zijn! Oude katholieke, resp. protestantse opvoeding leert echter dat je ook gewoon tevreden moet zijn op enig moment.

Afgeklokt met rond de 82 km, 24,5 gem. en net geen 600 hm; fatsoenlijk ritje dus gezien het weer. Tevreden na het fietspoetsen en mezelf schoon schrobben na het ontdoen van de toch wel natte kleding en schoenen. Heel tevreden over mezelf dat ik toch meters heb gemaakt en dat is zeker het gevoel van al die fietsers die ik vandaag spotte.




Zondag 28 februari


Met een gunstige weerverwachting had Henk vrijdag Martin al aangemoedigd maar weer eens aan de toren te komen – we konden immers niet eeuwig blijven wachten tot het zomer werd. Dus ruim op tijd bij inderdaad fris weer aan het dierenasiel. Wachten op Karel daar had niet zo veel zin dachten wij, dus door naar de toren waar we inderdaad met wind mee om kwart over negen al in het zonnetje zaten. Ons afvragend wie of er zouden komen.
En wie kwam daar: Hans, natuurlijk.

De wind bracht ons bijna automatisch richting Pam-Pam: over Raar naar Meerssen en Rothem en zo het nieuwe viaduct in Maastricht gezien en de Noorderbrug over; daar liet Hans ons nog even zien waar zijn dochter woont en over de kasseien jakkerend naar de wijk waar onze Jan gaat wonen. Vervolgens een stukje historie: even stilgestaan bij de ingang van de Van Schaiktunnel: een tunnel onder de Sint Pietsersberg waar eens mergel door van west naar oost getransporteerd was en die in de tweede wereldoorlog gebruikt is om onder andere de Nachtwacht in te verbergen voor het fascistisch crapuul. Langs André en vervolgens heel ongewoon een nieuwe opgang de Sint Pietersberg ontdekt met een lekker steil laatste stukje.
Nog even bij het nieuwe uitzichtspunt op de holle kies stilgestaan met een mooie foto als gevolg en door via Slavante en de nieuwe sluis langs het kanaal naar Pam-Pam.
Henk trakteerde nog voor zijn verjaardag en over van alles wat gehad, bijvoorbeeld ons Camieleke die beter kan vrijworstelen dan fietsen.
Omhoog door de heuvels om zo veel mogelijk de wind te vermijden. Van Berneau naar ’s Gravenvoeren waar Martin zonder tegenstand de Kattenroth nam en Hans daar volop tot Ulvend doorgetrokken en zo door naar Schilberg en altijd weer fraai naar Slenaken afgedaald en kop-over-kop naar Gulpen waar we met de wind vol in de rug de Ingber namen en de Sibber af.
Daar nog even gezamenlijk links en Hans de Goudsberg omhoog. De rest traditioneel via Stoepert en Schimmert naar huis. Het was goed.




Vrijdag 19 Februari – Bij gebrek aan beter

Ger
schrijft:

Het is dit jaar qua fietsen een somber begin; niet alleen bij mij, maar gezien de rittenverslagen tot dusver bij eenieder. Daarom (hopend op coulance bij Martin) toch maar wat weergave van een hoopvolle week, althans bij mij.
Zoals ik op het Forum al meldde, is het bij mij een verkeerd uitpakkend anticyclisch cyclisme. Als het weer het toelaat, kan ik niet (werk of op de ski’s) en als ik goesting heb is het druilerig weer of erger. Stortregenend, glad, waterkoud en meestal gecombineerd met fikse wind. Echter thuis op de hometrainer toch al de nodige intervallen gedaan; maar ik ben dan altijd blij als na 1,5 uur en ca. 35/36 km van dat ding afkan. Ondanks het uitzicht op de Ingbergracht en de wetenschap dat het helpt.

Omdat ik komende week met Reinouw in Seefeld ben om te kijken of we het langlaufen weer op kunnen pakken (vijf dagen in de morgen les en dan ’s middags zelf üben, dan wel de hellingen af met de alpineski’s) had ik mezelf deze week de nodige tijd vrijgeroosterd. De Rogianni weer eens van de haak gehaald en met zijn “korte bouw” en ouderwets (> 20 jaar) Dura Ace dubbel, fietst dat toch apart. Dinsdag klassiek via Teuven naar Henri Chapelle en in het zonnetje boven over de grote weg langs het kerkhof. Het was wel koud, maar daar kan je je op kleden en het uitzicht op het nog besneeuwde land was fraai. Door naar Aubel en Val Dieu en via het wondermooi in het zonnetje liggend Berwinnedal, reed ik me in Visé vast op de markt. Kruip door sluip door langs het kanaal naar M’tricht en over Meerssen en Valkenburg naar huis. Thuis maar eens inspectie van buitenbanden gedaan en via Futurum voor zowel Duell als Concorde maar nieuw besteld.

Op de verpakking van de Conti’s las ik dat zij aanbevelen toch bij “gat-loze” velgen velglint te plakken. Dit om de warmte bij dalen beter te verwerken. Nu mijn nieuwe DT-Swiss van vorig jaar waren nog mooi blank, dus na het druilerige van vanmorgen om 12.00 richting Roger Wijnen voor velglint. Dat heb ik samen met een nieuw slot gescoord en via mijn zussie in Sittard weer terug naar Gulpen. Twee ritjes die lekker liepen. Goed voor het humeur en nu komende week de assist test t.a.v. langlaufen. Ben benieuwd.

Hoe loopt het met jullie fietsinspanningen?




Zondag 31 januari:

Ger:


Het weekend ingegaan met de verwachting niet te fietsen. Dus ook (helaas!) afgezegd voor de fraaie verjaarstocht van Henk. Gisteravond dankzij een cadeautje van een van onze kinders naar een Beatles-tributeconcert geweest in de RAI en pas vroeg vanmorgen thuis. Dat optreden was overigens best fraai met complete look-a-like taferelen als performance, maar ook kleding, pruiken en aankondigingen in de trant van “uit onze laatste LP”, of “onze laatste film” en dat afgewisseld met filmopnames uit die periode. De muziekkwaliteit was best aardig en meer dan 40 nummers passeerden zo de revue voor een zaal van veelal leeftijdsgenoten.
Bij het ontbijt vanmorgen rond 9.00/9.30 was het droog en volgens het oude principe van droog vertrekken, toch de MTB gepakt. Mechelen-Vijlen-combi was mijn doel en de paden lager er opmerkelijk goed bij. Uiteraard plassen, maar ik kon ook doorfietsen. (Ik maak me maar niet wijs, dat het aan een betere conditie ligt, hoewel ik daar met mijn Activity-tracker wel meer nadrukkelijk mee bezig ben). Bij Cartils omhoog naar de zendmast van het Eijserbos, waarbij ik vergezeld werd op een ander pad door galopperende paarden. Opmerkelijk hoeveel mensen toch actief waren buiten. Op het plateau boven Eijs, zag ik het regenscherm al boven het Vijlenerbos, maar me voorgenomen ondanks de ca. 3 graden me daar niks van aan te trekken. Dat werd beloond, want het begon wel te druppelen, maar niet echt te regenen en zo bleef het.
Door eens wat rustiger te fietsen en een kleinere versnelling liep alles prima tot ik ergens in het Vijlenerbos een wheely maakte in een steile klim en gewoon omduvelde. Naar rechts en dat vond mijn derailleur niet leuk. Wat haperend terug en in Epen het nieuwe fietspad gepakt. Dat ligt er heel fraai bij. Fiets inmiddels gepoetst; zelf ook gebadderd en verder met een mooi weekend.
NB: Net op de mail van Harold gezien dat ik in een nostalgiefahrt terecht kom in ons Vosgesweekend. De Donon herinner ik me van een paar keer en is erg mooi om te doen. Misschien niet zo zwaar daar, maar genoeg klim-km’s denk ik.




Zondag 3 januari

Ger heeft als eerste dit jaar een verslag klaar:

Het merkwaardige feit doet zich voor, dat ik prima dagen heb gehad, zowel in de familie, als qua activiteiten, maar ik ben blij, dat de gewone routine weer mag toeslaan. En dat is op zondag weer op de fiets; de MTB dit keer. Temperatuur aangenaam, modder was te verwachten all over the place. Dub, dub, waar dan naartoe, want afgelopen jaar niet zoveel op de MTB gedaan, dus parcours-kennis wat geërodeerd. Valkenburg is met dit weer glijden; de combi Mechelen-Vijlen op delen ook. Wilde wel nog wat klimmen…
Omdat we op oudjaar een stuk van de Margraten-route hadden gelopen en ik die al eens had gedaan met een goede ondergrond die maar als basis gepakt. Nu het was modder happen puur sang en af en toe ook een gladde helling te vergelijken met de groenige afdalingen in de skigebieden.
Om het maar gelijk dit jaar gehad te hebben kreeg ik bovenop Bemelen een lekke net na een passage dwars door de derrie. In alle rust maar aan het wisselen geslagen; liefst twee groepjes MTB’ers kwamen voorbij die allebei spontaan aanboden te helpen, maar ik heb het maar zelf gedaan. Niks in de buba gevonden en dus wat onzeker of de meidoorn zich daarin ergens had verstopt om in het volgend spoor weer toe te slaan, maar dat was gelukkig niet zo. Lekker de Rasberg op, maar daar dit keer gestrand op wat wortels. Technisch fietsen is nu eenmaal niet mijn ding. Kwam dit keer wel weer op weg. Retour naar de schaapskooi in het Gerendal en vandaar nog wat extra over Stokhem en de Dolsberg. Kop eraf; de eerste 53 km achter de rug.
Fiets goed gepoetst, mezelf ook en de sauna staat aan; heerlijke dag!

2015

Ger sluit het jaar af:

Terugblikken op 2015 geeft een gewoon beeld; met wel een paar duidelijke afwijkingen. Om met dat laatste te beginnen; was ik jaren een solist bij het fietsen (wat zich heden ten dage nog altijd laat zien wanneer ik in een groep fiets!), tegenwoordig heb ik menige km met Reinouw gefietst. En hoewel het haar niet om het zo hard mogelijk fietsen gaat, is het fanatisme genoeg aanwezig. De traditional naar Banneux met haar gedaan, de Kinkenweg en ons Heuvelland verkend, maar ook in de Elzas geklommen en in Zuid Frankrijk, o.a. de Gorges de la Nesque en Ventoux. Verder met de kids en aanhang de AGR. Kortom fietsen is bij ons een soort family-event geworden.

Verder is TCE naar mijn gevoel weer opgeleefd. De start begin dit jaar regelmatig zonder de vaste waarden Martin en Henk, maar dat kwam weer goed. Karel kwettert rustig door en op handicap (praten en fietsen tegelijk) zou hij nog beter scoren dan nu. Hans en Jos zetten de doelen als ieder jaar onverminderd scherp. Ergo: het is voor mij altijd weer een genoegen op zondag samen op te fietsen. Er wordt gepresteerd, eenieder de maat genomen, maar ook in een goede sfeer samen opgetrokken. Zou er niet zonder kunnen en na het MTB’en in de winter, zie ik altijd naar de eerste rit uit.
Samen Schwarzwald in was een feestje met mooie klimmen, leuke kout en goed eten. Het kroegfeest was heel apart en fijn dat een paar BETS’ers mee konden genieten en dat deden ze. Aansluitend met Frank en een paar van zijn vrienden nog door het Sauerland gedwaald. Winterberg zag er toen uit, zoals - naar ik vermoed - vandaag; voorjaarsachtig en geen sneeuw.

Dit jaar wel weinig op de MTB gezeten, maar des te meer op de race. Mijn eerste rit dit jaar was reeds op 4 januari op de Rogianni. Bij het poepfietsen heeft Martin duidelijk mijn rol overgenomen; ik kom maar tot een bescheiden 200 km. Met de Duell en de Concorde samen een kleine 5000 km. gefietst en met de Orbea trekking er nog bij kom ik op een kleine 6100 km; zo’n beetje hetzelfde als de laatste jaren. Dit omdat ik door de week nog altijd niet zo vaak fiets. In december de uitzondering, want ik heb in december alles bij elkaar zo’n 600 km weggetrapt. Ik merk nu wel, dat ik niet zo’n avonturier ben als Martin en Hans, want ik rij veel dezelfde wegen, dus ik zie weer naar de MTB uit.
Twee ritten springen er bij mij uit dit jaar en dat was kort naar elkaar de rit naar de Baraque Michel; goed weer in mijn herinnering en niet de sneeuw in het bos van het jaar ervoor en de race naar Thorn en terug. De snelheid lag zo hoog, dat ze daar net wakker werden toen we aankwamen voor de koffie.

Kortom; een jaar met veel (fiets)genoegens achter de rug. De Concorde en Koga van Reinouw staan vandaag weggebracht voor de beurt, stuurlint, etc. bij Roger. Zelf heb ik om mezelf wat onder druk te zetten en geïnspireerd door Miriam een activity-tracker aangeschaft. Ben benieuwd naar het effect. Ik ben de kerst (zonder die tracker) uitgekomen met twee kg minder dan ik er in ging. Rara?
En dus zie ik uit naar een nieuw wielerjaar, maar eerst in januari maar liefst twee keer op de latten. Eerst een paar dagen met Reinouw, mijn zussie en zwager naar Stuben en daar ligt nu al sneeuw en komt komende week er nog bij en dan met onze kids en aanhang naar Mayrhofen. Daar moet wel nog het nodige vallen. Met de laatste veertien dagen nauwelijks vergaderingen en wel lezen, golfen en fietsen, begint me het leven “zonder gedoe” steeds beter te bevallen. Ook hier ben ik benieuwd wat 2016 gaat brengen.

Als op de kerstkaart al gemeld: jullie allen veel genoegen bij de jaarwisseling en vooral gezondheid bij jullie zelf en jullie “naasten” en daarnaast van het uitkomen van de dromen die jullie hebben. Want geen domen, geen leven in mijn visie.

En nog een jaarafsluiting van de webmaster aka De Dode:
Laten we in ieder geval noemen dat 2015 een bijzonder fietsjaar was, al was het alleen maar om het feit dat halfweg mijn werkgever besloot mij niet meer nodig te hebben. Hoewel ik dacht dat dat verlies van focus op het fietsen zou veroorzaken, viel dat gelukkig mee. Anyway: half november besloot dezelfde werkgever diens keutel terug te trekken wat in ieder geval fietstechnisch wat rust geeft.

Qua fietsen was 2015 toch wel weer een bijzonder jaar. Hoogtepunten zijn onder andere: het gegeven dat ik een regulier ATB-maatje had voor de zaterdagse ATB-ritten, vooral in winterse tijden, helaas vielen daardoor met name in het voorseizoen een paar TCE-ritten voor mij in het water.

Dit ATB’en heeft er ook toe geleid dat ik tot tweemaal toe mijn Idworx/Rohloff mee naar Engeland heb genomen alwaar het zeker fraai poepfietsen is.

De Hemelvaartrit naar de Baraque was er inderdaad een om niet te vergeten, net als Hans’ lievelingsrit naar Limbourg waar we een onnozele Maastrichtenaar op sleeptouw genomen hadden.

Ons Vogezen-Oost-Event was hoewel routinematig toch weer een toppertje; hoewel gedecimeerd toch een goed gezelschap, mooie ritten en driemaal de Kandel – o, en voor we het vergeten: de derde prijs op de klimtijdrit!
Inmiddels is mij ter ore gekomen dat de RC2016 toch voor de Vosges zal kiezen; een wijs besluit, dat de jury zal waarderen!

Dan mijn zomervakantie, die naast hiken en wandelen ook veel fietsen betekent. Fietsen in twee opzichten aantrekkelijk: onbekende klimmen in prachtige gebieden en geen stress om de neer te zetten tijd, daar eerder dan Miriam aankomen (nog steeds) geen probleem is. De Grosse Scheidegg, dit maal met prachtig weer als panoramisch landmark een hoogtepunt, maar ook het rondje Maloja-Julier-Splügen niet te vergeten: 1000 km en 20 hkm een fraai totaal.

Zo ongeveer halverwege het jaar de gelukkige gewoonte opgepikt om met een collega uit Sittard, die helaas naar Zwitserland geëmigreerd is, vaker naar en van (met een omweg) het werk in Heerlen te fietsen, wat in ieder geval een behoorlijk aantal kilometers opleverde. Ook na zijn emigratie de gewoonte om vaker naar het werk te fietsen volgehouden.

Gelukkig weer eens een paar HC-ritten uitgevoerd waarvan de Tour Eifel een zeer geslaagd exemplaar was.
De penitentierit naar Banneux was gezien het weer en het tempo geen penitentie, maar toch met zeven deelnemers een succes.
Het totaal aantal kilometers dit jaar van Jos-achtige vorm: zo’n 12.000 (een precieze registratie door een Garmin-reset ontbreekt).



In huize Wagemans is er een prima kerst geweest. Gestart op 24 dec. ‘s morgens met een aantal maten op de golf in het zonnetje. Echter op tijd weer naar huis, want ’s avonds hadden we onze traditional: de kaasfondue, gedichten en een klein cadeautje (max dit jaar € 9.01) Gestart met Reinouw, mijn zus, zwager en ik, zaten we nu met maar liefst 14 aan de dis. Uitermate geslaagd, ik had voor het eerst in tijden Reinouw als loteling, dus ik kon mijn verhaal wel kwijt! Iedereen met weer mooi verhalen en als de jeugd rond de dertig is zijn het inmiddels andere verhalen die je hoort. Heel leuk die wereld mee te krijgen en rond 4.00 naar bed.
De volgende morgen zouden we gaan fietsen met het gros. Eerste training voor de AGR; ergo ontbijt om 9.30 en dat was het enige moment dat het droog was. Rustig verder gekletst en tegen 14.00 waren we nog maar met onze oudste en haar vriend. De rest naar allemaal andere afspraken her en der in het land. Ik ben maar even op de hometrainer gaan zitten en vervolgens hebben we heerlijk met z’n vieren gegeten (en iets te veel gedronken!).
Gister na het ontbijt een ritje alleen gaan maken om weer mens te worden. In het zonnetje en eenieder was op de fiets. Rond vieren weer terug en ’s avonds bij ons in Gulpen bij het Atelier genoten van de topkeuken daar.


En vandaag op zondag met Reinouw gaan peddelen; rustig aan naar Wolfhaag en over Sippenaeken tegen de wind naar Hombourg. Remersdael omhoog en Veurs omlaag. Op een aantal plekken was het in het open veld of je tegen een muur reed. Van gister wist ik nog dat het racepad van Withuis naar Meerssen met wind vol van achter geen straf was. Dus daar weer op uitgekomen en nu bij de Dellen afgedraaid. Bij de Geulhemmermolen zat het hele terras vol. Er stonden net mensen op, dus lekker in de zon van warme choco genoten. Over de Provinciale weg naar Wittem terug en een mooi afronding van de kerst met de restjes uit de koelkast.




Zondag 20 december – Banneux: hoe een penitentierit een dagje uit werd

Aanvankelijk was het aantal aanmeldingen gering: Martin, Jos en Henk. Naarmate de weersvoorspelling verbeterde groeide het aantal aanmelding tot uiteindelijk zeven! Hans, Karel, Ger en uiteindelijk ook Miriam gingen mee.

De avond ervoor had ik de lampjes nog van mijn fiets verwijderd met de gedachte dat ik die zeker niet nodig zou hebben – hetgeen met enige marge nét het geval was.
Het komt niet vaak voor dat we fietsend de zon zien opgaan en ondergaan tijdens dezelfde rit, alhoewel de datum, 20 december, daar natuurlijk wel een uitgelezen mogelijkheid toe bood – althans op het noordelijk halfrond.
Karel was zeker niet te laat want hij meldde zich al aan de Loefenstraat; gedrieën op weg en Henk stond ook al klaar. Nu zuidwaarts en dat tot Banneux tegen een staande wind in.

Aan de toren al een intense discussie – we waren allemaal blij elkaar weer te zien.
Zonder al te veel grote omwegen, maar zeker niet de makkelijkste, route gekozen. Daalhemer, Moerslag en Mescherheide en zo naar Berneau. Miriam kwam er snel achter dat tegen de wind op de racefiets gans anders is dan met de e-bike op de turbostand en had moeite ons te volgen. Ze dankt overigens allen voor de getoonde compassie.
Vlak voor de afdaling naar Olne bleek Beppie een leegloper voor te hebben; naar bleek door een loszittend ventiel. Dermate loszittend dat na het pompen het ganse binnenwerk van het ventiel voor altijd verdwenen was en alsnog een nieuwe biba, met dank aan Karels CO2-patroon, omgelegd was. Miriam was intussen doorgereden.
De klim naar Banneux was weer een fraaie: Hans op kop en in de uitklim stug doorfietsend om ons geen kans te geven alsnog in te halen – Jos daarachter en Martin en Henk in een titanenstrijd verwikkeld. Ger daarachter en uiteindelijk Karel. Niemand had Miriam echter in de klim gepasseerd en wat ik al vermoedde bleek bewaarheid: onderin Nessonvaux blondweg het bordje Banneux gevolgd en daarmee vier kilometer extra aan de rit gevoegd. Gelukkig vond zij zelfstandig het etablissement.
De koffie was goed alsook de vla en de discussies op luide toon en naar tevredenheid gevoerd.

De terugweg, nu voornamelijk met de wind mee. Uiteraard, op Jos' uitdrukkelijke wens de Cornesse.
Na de Cornesse wat alternatief naar huis waar de achterhoede steeds vaker op Miriam moest wachten. Uiteindelijk Jos, Hans en Henk ergens in een industriegebied van Ger en Karel weggereden en Miriam en ik achteraan, ons schikkend in ons lot gezamenlijk huiswaarts te rijden.
Overigens wederom het werkelijk schitterende weggetje na Elsaute gevonden, hierbij ook nog even, voor het eerst daar, de TGV gehoord en gezien, en over de gemakkelijkste weg naar Henri-Chapelle.
Groot onze verbazing daar Ger en Karel aan te treffen. Toen Miriam opperde een hersteldrankje in Teuven te willen besloten we toch gescheiden verder te gaan, maar niet dan na gezamenlijk de afzink langs de Gulp, waar Ger met zijn kilo’s in het voordeel was.
Toen Martin in Hombourg even op Miriam wachtte kwam daar Hans plotseling alleen nog langsgereden!
In Teuven als gezegd nog een kleine pauze, waar net een bluesband met een dame met tatoeages optrad – een gezellig sfeertje.
Toch weer verder en via Slenaken naar Wijlre en Valkenburg. Aldaar was de kerstmarkt nog in volle gang en de mensen langs de weg ziend sprong spontaan het bekende citaat van Tim Krabbé in mijn brein.
De Stoepert op en geroutineerd naar huis, net het achterlichtje niet nodig gehad. De afstand, zeker voor Miriam tevredenstellend.
Nogmaals haar dank voor jullie mededogen. Ik ben benieuwd hoe het de anderen vergaan is.

Ger voegt snel toe:

Einde jaar penitentierit naar Banneux; dat is normaal niet mijn ding. Banneux hoort voor mij bij zomer, lekkere temp., goed in het klimmen, etc. Najaar en winter is voor mij de associatie met koud, warm trappen op de interval van de MTB-routes in het Heuvelland, thuis fiets poetsen en dan warm bad en daarna sauna. Derhalve ontbreek ik zo goed als altijd bij de TCE-eindejaarsrit; al dan niet met een sprekende smoes.

Zo had ik me dit jaar ook al afgemeld, toen ik deze week op het forum de ene na de andere aanmelding zag verschijnen. Van de vaste crew zou ik de enige ontbrekende zijn en dan vond ik niet goed, immers het was geen winter en uit de aanmelding van Hans concludeerde ik, dat hij geen scherpe tijd voor ogen had. Derhalve alle zes aan de start en ook Miriam, die al vaker ons heeft vergezeld. Bij de toren had ik al ca. 13 km op de teller en een tweetal km’s in Hans zijn wiel. Als je nog fris bent, is dat toch wel lekker zo op tempo rijden. Voor de toren hem laten lopen om nog een sanitaire stop te maken en vervolgens en route terug naar orde grootte Gulpen. Allereerst nog genoten van de gesoigneerde outfit van Henk; volledig in Alpecin-Giant-Dyneema outfit, maar de keuze om die kleding te testen d.m.v. een valpartij is toch geen echte optie.

Het kerstmarkttoerisme in Valkenburg begon langzaam op gang te komen en de Daalhemer omhoog bracht mijn hm’s al op een aardig aantal voor zo’n start om de hoek. De wind stond stevig op kop en, hoewel dreigend richting Pam-Pam toch op tijd het baken verzet om op de provinciale weg vanuit Withuis weer stevig tegen de wind en met enkele %’s omhoog de route naar Dalhem te pakken. Miriam had niet echt haar dag, maar haar aanbod om alleen verder te rijden (door Martin halfhartig omarmd) stuitte op een ‘no’. Immers einde jaar, dan stoppen we maar wat vaker en praten we ook daar wat bij. Dat hebben we de hele rit gedaan en daar waar we allemaal professioneel bezig zijn om oplossingen voor problemen te vinden, kwamen we nu niet verder dan te signaleren, dat degene die voor de oplossingen aan de lat staan, dat ook niet doen, of zelfs niet kunnen! De betogen, resp. tirades hierover zal ik het verslag besparen. Duurzaamheid konden we gelukkig wel tot een goed eind brengen.

Na wat geschutter met het oppompen van een band, kwam de TCE-crew op tijd in Banneux, waar het rustig was in afwachting van alle kerstwandelingen daar naartoe. Miriam had haar eigen route en die kwam bij koffie twee aan.

De terugweg was voor de wind of halve wind. Wel eerst de mooie afdaling naar Pepinster om daar te kiezen voor de enige echte klim in onze route. In het begin 17 a 18%, later afvlakkend naar 13 à 14 en daarna 10 en 11%. Normaal vind ik dat laatste wel meevallen, maar nu was het andersom. Route terug was wat chaotisch omdat we op het tweede industrieterrein voor twee routes kozen. Links en rechtdoor. Ik zat met Karel in het midden van de groep en het volgen van Henk en Jos bleek fout te zijn. Grote wegen en hen ook nog uit het zicht verloren. In HC gewacht en dat was succesvol voor Martin en Miriam. Met de drie heren nog even vol de afdaling gedaan en in Hombourg afscheid genomen. Even later fietste ons Hans achterop. De rit uiteindelijk in Gulpen beëindigd en niet verder gepeddeld. Na 126 km en hm 1766 tevredenstellend afgeklokt en de stoomdouche ingedoken. Dat was wel lekker, maar hoewel mijn lijf niet al te veel had geleden gezien hartslagzones e.d. ben je toch meer vermoeid dan je denkt. Na 40 min was ik weer schoon en in staat tot dit verslag.

Tot slot alle TCE’ers en hun familie een mooie kerst toegewenst en een in alle opzichten goed 2016. Dat de fiets ons mag blijven verbinden en als visuele wens in de bijlage een kaart van Reinouw als grafisch werk. Een terugblik op 2015 zal er nog wel komen tegen oliebollentijd. En o ja; op eerste kerstdag staat in huize Wagemans de eerste trainingsrit voor de AGR op de agenda. Naar het nu lijkt gaan we dan toch met zeker 5 à 7 een aantal km’s maken.

En deze kerstkaart wil ik met jullie delen



Zondag 6 december


Ger
heeft als eerste zijn bijdrage klaar:

Nu ik langzaamaan het houvast van “de strakke planning” ben kwijtgeraakt, komt zo nu en dan zelfs het fietsen in het gedrang. Daar staat tegenover dat dit weekend het maar liefst twee keer het geval was. Na afgelopen zondag de regen vermeden te hebben in de sportschool met in ieder geval op beeld het fietsen van de Iseran en daarbij het gevoel, dat het dat ook was, nu weer voor het ecchie.

Gisteren was Reinouw weer op haar kunstacademie en zelf geen echte dingen; ergo met de zon de Concorde van de haak gehaald. Zonnetje was bleek of er zelfs niet, maar de wind was op Sinterklaaskracht; stevig dus. Mijn plan was naar het plateau boven Henri Chapelle te gaan, maar dat heb ik bijgesteld met die wind. In Vijlen afgedraaid naar Nijswiller en vandaar naar Simpelveld en Trintelen. Ruilverkavelingsweg gepakt om in de beschutting naar Valkenburg te geraken. Bij de Oude Vrakel twee bekende mensen met hond, die de Provence aan het missen waren. Even lekker bijgekletst en ieder weer verder. Valkenburg, de Heek, Hulsberg, Walem, Meerssen en racepad “andersom”. Via St. Geertruid en Mheer weer naar huis.

Vandaag om 10.00 stipt op de Cube. Ik had wel geen zin om weer tegen die wind te beuken, maar om binnen te sporten, is ook al zo wat. Nu de wind was het enige wat tegen zat, want de veldwegen lagen er goed bij na al dat natte weer. De gemeentes hadden onderhoud gepleegd en de tractorsporen waren goed opgevuld. Gekozen voor St. Geertruid, want die heeft mooie klimmen en niet zo veel modder als ik al zei. Eerst de klim naar Heijenrath en boven pal in de wind. Omlaag naar Slenaken en daar de klim door het veld naar de Schilberg. Door naar Noorbeek en Schey en Bergenhuizen met een paar felle hellingen. In Banholt Sinterklaas en twee pieten gesproken, die me verzekerden dat ze de boot niet hadden gemist. Overigens veel mensen met pakjes onderweg; het leeft nog ook bij de wat ouderen. In St. Geertruid omlaag naar camping de Bosrand om daar na 23 km retour te gaan door de mooie klim in het Eijsderbos te pakken. Boven een stukje wind in de rug en dat was wel weer lekker. Weer terug naar Herkenrade en Banholt en daar een paar stukken open veld met de wind pal op kop. Hondenbezitters zeiden vandaag maar mondjesmaat goedendag; dat was later bij de golf in Wittem beter verzorgd. Bij Terlinden de grote weg over voor het laatste stukje. Eerst naar Waterop en daar het Groote Bosch in om naar het plateau bij Heijenrath te klimmen. De spieren voelde ik zo langzamerhand in wat in feite een grote interval is. Boven doorgestoken naar Landsrade om via het Kruisbosch en het Schweibergerbosch op huis aan te gaan.
Inmiddels fiets gepoetst, zelf gepoetst en we gaan weer eens lekker genieten van onze aanwinst van na de zomer, de stoomdouche.


Uiteraard hebben de wegfietsers ook van zich laten horen: Hadden Henk en Martin, tijdens een gezamenlijk diner de avond ervoor, waar we de vis goed in de IPA en Westmalle hebben laten zwemmen hun twijfel uitgesproken, daarom waren we nog niet geheel zeker over het fietsen vandaag. Maar op tijd wakker en het was droog, dus snel tekstcontact besloot ons te gaan.
En maar goed ook, want aan de toren, het episch centrum van het wegfietskalifaat, troffen wij tot onze niet geringe verbazing Jos aan!

Hij kon nog Nederlands praten en na vele verhalen over bijklussen bij wijnboeren, cocaïne in zijn longpunten en wat dies meer, iets over half tien op pad met als bestemming, zo zei Henk De Smidse.
Natuurlijk niet over de kortste weg: het doel van de webmaster was om weer eens wat onbekende weggetjes te scoren en alzo geschiedde: over een stormachtig plateau naar Hunnecum en De Blauwe Steen om via Wijnandsrade in Swier, Brommelen en Weustenrade te geraken; hier een nieuw fietspaadje gevonden met als bijzonderheid een dubbel viaduct onder de snelweg door. Langs Cortenbach bijna huize Bijvoet geschampt en in de luwte van suikerbietenhopen omhoog door Winthagen en via Kruishoeve de Fromberg af, waar Henk Dode Man opperde.
Afgedaald naar Gulpen, waar Henk de Koning van Spanje voorstelde, implicerend het stuk over het plateau vals plat tegen de stormwind in. Onregelmatig kop-over-kop en de Eperheide afgestort waar we na wederom een ‘onbekendje’ bij de Smidse aankwamen, als eerste gasten.
De dubbele espresso smaakte feitelijk nog niet veel sterker dan behoorlijke koffie, maar de vlaai was goed.
Doorgepraat over verschillende thema’s en verkwikt weer op pad met als start, obligaat natuurlijk de Camerig. Bij Buitenlust links en ongebruikelijk door Melleschet en zo door naar Hilleshagen.
Ongeveer in Wijlre, terwijl de snelheid er toch redelijk in zat, werden we ingehaald door een peloton van RC Maaslandster, die we tot Valkenburg niet meer loslieten. Hiermee zeker een km/h aan ons gemiddelde toegevoegd.
Onderaan de Goudsberg sloeg Jos af en Henk en Martin via Stoepert naar Schimmert en daar, ongewoon, door naar Oensel en met de wind stevig mee naar Beek.

In Geleen nam Henk afscheid en rechtsafslaand merkte ik op een kwart van de Putherberg een lekke aba en gezeten op een muurtje bij de stoeterij genoeglijk getoucheerd en de tuba interna verwisseld.

Heren, denkt u aan de penitentierit? Jos heeft zich aangemeld!




Zondag 15 november

Ger
is wezen poepfietsen, getuige:

Gisteren eetclub, dus laat in bed en dat met de wetenschap dat het vandaag stevig zou waaien. Bij het wakker worden, gingen dus twee verhalen door mijn hoofd: lekker omdraaien, rustig ontbijten en krantje, tijdschrift (want ik ben er een paar achter), resp. gewoon de wind en modder in. De eerste optie sprak aanvankelijk het meest aan, maar ik heb het stadium dat ik me een watje zou voelen en me op dit tijdstip zelfs zou verwijten niet naar buiten te zijn gegaan, niet eens bereikt.
Rond 9.30 dus op een weer van de haak gehaalde CUBE. Dat voelt dan gelijk of je met een tanker op pad gegaat. Besloten me niks van de wind aan te trekken en als je over het plateau achter ons huis naar Ingber gaat, voelde je de wind niet echt. Beschut door een semi-holle weg, waar wel het gebulder goed was te horen. Boven de wind midscheeps en blij dat ik mijn kg’s had (!) om het pad te houden. Scheulder, Margraten en de mooie klim bij ’t Rooth om daar door te steken naar Bemelen. De paden waren in betere, lees drogere conditie dan ik had gedacht, dat viel dus goed mee. Echter toen ik thuis kwam, was het toch all over derrie.
Rond Bemelen is altijd mooi. De grotten, de hellingen en de paden. De Rasberg toch twee keer voetje aan de grond. De eerste keer door afdalers die (terecht) het bredere deel pakten, waardoor ik stilviel en daarna nog een keer in een onder de bladeren verstopt gat. Ondertussen bedacht ik me hoe gezegend we zijn in het heuvelland met ook mooie MTB-routes. De veldweg die meestal bij Bemelen een klein riviertje vormt, lag er ook nu droog bij. Men was bij de werkzaamheden aldaar een soort beekbedding aan het maken. In Bemelen weer terug nu met halve wind achter en af en toe ook pal op kop. Lekker beuken was dat. Bij de schaapskooi onder Scheulder weer omhoog en vandaar naar Stokhem. Onderweg een loslopende koe en route. Langs de Geul naar huis. Tevreden over mijn eerste MTB-rit en ik voel mijn spieren. Overigens de hoeveelheid fietsers en wandelaars was vandaag zeer beperkt.

Karel en de Dode vonden het te slecht weer, maar Henk is wel wezen fietsen:

Behalve dan dat het een beetje zou waaien waren de weersvoorspellingen goed. De zon zou mogelijk zelfs nog even gaan schijnen. Vol goede moed naar de toren dus. Door een rekenfoutje miste ik de subassemblee met Martin, dus rap door naar ons nieuwe clubhuis. Daar was helaas niemand en er kwam ook niemand. Gezien de straffe zuidenwind besloot ik een westelijk te rijden en dus oostelijk terug, zodat ik niet lange tijd achter elkaar tegen de wind in zou hoeven rijden. Gedeeltelijk op eigen kracht en met wat hulp van routebordjes en Garmin vond ik een aantrekkelijke route. Omdat ik alleen was geen pauze en een iets kortere rit, zodat ik in de middag wat extra tijd zou hebben om nog iets te ondernemen met Marijke. Via een nu voor auto’s afgesloten weg van Zutendaal naar As, over een ecoduct, kwam bij de stationsrestauratie van Niel bij As, waar weer een nieuwe beheerder op zit. Elke dag vanaf 10 uur open stond er op een bord buiten, en er stonden ook enkele auto’s op de parkeerplaats. Op de oude spoorlijn naar Maaseik kreeg ik een lekke voba. Gebeurt vaker als ik alleen in België rijd en anders bijna nooit. Misschien komt het doordat ik slechts alleen in België rijd als de straten nat zijn. Bandje wisselen ging redelijk, maar ik kon geen oorzaak vinden. Het gaatje was te klein om te voelen of te horen met die harde wind, en ook het toucheren van de buitenband leverde niets op. (Kan in de Schwere Wörter: toucheren: het op de met de vingers speuren in de binnenkant van de buitenband naar de oorzaak van ontsluiting van een binnenband.) Verder maar weer dus. Na het oversteken van de Zuid-Willemsvaart heb ik niet verder de spoorlijn, die daar naar het noorden afbuigt gevolgd, maar ben ik rechts afgebogen richting Kotem en Stokkem, om de afstand die ik tegen de wind moest te beperken. Via het pontje van Berg de Maas over en de laatste 10 km met de wind in de poeperd nog wat aan het gemiddelde gedaan. Toch lekker 80 km gefietst. In de laatste km merkte ik dat m’n voba weer leegliep. Ik zal dus nog wat beter naar de oorzaak moeten zoeken. Ik ben wel blij dat ik niet helemaal over Maaseik ben gereden, want dan had ik nog een keer moeten wisselen. Toen Marijke hoorde over Niel bij As stelde ze voor daar te gaan lunchen, dus na mijn fiets gepoetst en mijn band nog niet geplakt te hebben, ging ik met Marijke en de auto op weg. Het bord bij de stationsrestauratie stond er nog, maar de auto’s waren weg en op de er zat een A4-tje op de deur dat meldde dat ze van 2 tot 20 november gesloten waren. We besloten dan maar de markt in Maaseik te proberen waar we heerlijke tapas gegeten hebben. Na het tanken, toch 25 ct. goedkoper dan in NL, wilden we nog een beetje toeren en kwamen we toevallig in Ophoven bij Kinrooi terecht, wat me op het idee bracht de Ophoven tour te completeren. Via het gehucht Ophoven bij Echt en het dorpje Ophoven bij Heinsberg zijn we teruggereden naar huis (in de buurt Ophoven). Leuke tocht. Die wil ik ook eens een keer als TCE hors-categorietocht doen. Nu wil het toeval dat mijn verjaardag (31 januari) volgend jaar op zondag valt. IJs(!) en weder dienende, nodig ik jullie dan uit om ’s ochtends bij mij thuis te verzamelen, dan gezamenlijk de +/-100 km (5x Ophoven) te doen en af te sluiten met koffie en vlaai en….. Meer info volgt.



Zondag 8 november

Ger
schrijft:

Drie zondagen niet gefietst; weliswaar afgelopen zondag op maandag ingehaald, maar toch. Zaterdag na een mooie avond met zus en zwager pas om 2.30 naar bed en het vooruitzicht rond 14.00 weer naar Den Bosch te moeten beloofde niet veel goeds. Tegen 8.00 opgestaan en om ca. 9.15 op de fiets. De Concorde om me het poetsen na afloop te besparen (toch nog modder verwijderen heb ik net op maandag gedaan!). Het was een bijzonder mooie dag met zon, fraaie luchten en uitzichten en een stemming en route of het een van de eerste voorjaarsdagen was.

Weer eens de Ingber op om te beginnen en vervolgens via wat Gulper omlaag vals plat naar Reijmerstok. De zon was immers om over na te denken; laag en “in je snoet” en dan wil je geen inhalende auto je laten missen. Op de grote weg Noorbeek-De Hut toch weer snel van het fietspad af om o.a. via Noorbeek Oost-West te gaan fietsen en zo kwam ik toch weer in de Voer terecht. In Teuven naar Remersdael en Veurs om daar dat wonderschone Voerdal in te fietsen. Grote weg over bij Withuis om toch in Visé uit te komen. De Grensmaas langs naar Slavante, waar bij het staan de wielen doorsloegen op het natte en met bladeren bedekte wegdek. Boven was Maastricht zichzelf en hun honden aan het uitlaten. Onderweg in het Heuvelland trouwens op meerdere landbouwwegen waar de zon niet (meer) kwam over nattigheid en modder gelaveerd. Langs de Maas naar Borgharen, Itteren en weer eens voor de Snijderberg gekozen. Toch een mooie en steile klim. Langs het vliegveld en de toren en dan gekend via de grote weg over Schoonbron en Wijlre en Wittem naar huis.

Het was een fraaie fietsdag en met mooie cijfers op mijn Garmin-klokkie. Tevreden snel in bad en naar Den Bosch geweest.


Overigens: de webmaster was wezen ATB’en in West-Sussex, waar het weer zijn Engelse reputatie eer aandeed. Over verlaten spoorlijnen (Downs Link), bospaden, bridleways en langs verlaten en opnieuw te restaureren kanalen (Wey-Arun Canal) door dikke derrie en op de kalkrotsen van de South Downs forse zijwind en mist.
De bidon bedekt met een mengsel van modder, koeienstront en varkensstront daar een deel van de tocht ons door een wei bracht waar zeker 1000 varkens aan het scharrelen waren.
Uiteraard de modder uit de keel gespoeld met voldoende pints bier van wisselende kwaliteit: van waterachtige kinderpis tot fors gehopte moutbieren.



Zondag 1 november

Met een bomvaste weersverwachting en het feit dat we een half uurtje later mochten geen enkele reden niet aan de toren te komen. Karel nog in Frankrijk, net als Jos, Ger doet aan fietsonthouding, dus aan de toren Henk, Hans, Miriam en Martin.
Hans bleek er de week eerder ook geweest te zijn, toen Henk en Martin wegens slecht weer er niet waren.
Martin opperde Pam-Pam, en geen bezwaren dus daar heen. Een niet ongebruikelijke aanroute via Waterval, Meerssen en Maastricht waar we wel ongebruikelijk het Jekerdal pakten met bijzonder fraaie uitzichten op de omliggende hellingen. Henk raadde de route over de binnenplaats van Chateau Neercanne af, om Hans, waarop deze Chateau Neercanne voorstelde. Langs de eens streng geheime bunkeringang over de binnenplaats en vanuit Kanne de bijzondere helling van de Zusseldel bedwongen.
Bovenop het plateau gevoelens van Tongeren, maar ja: Hans. Dus door Zussen en langs de groeven naar de voet van de Halembaye; zo’n prachtige helling die je heerlijk staand op de grote plaat kunt nemen.
Door winterkleding en een zuidenwindje geen records in de afdaling en de gebruikelijke weg naar Visé.
In Pam-Pam niet veel bijzonders, de vla was goed.
Martin stelde voor zuidwaarts te gaan tot voorbij de snelweg om daar een mooie klim linksomhoog te vinden, maar die uiteindelijk niet gevonden omdat bleek dat we ons op de weg van de Côte de Sarolay bevonden, maar ja: een best alternatief.
De weg noodgedwongen zuidwaarts gevolgd waar we een mooie afdaling en evenzo klim naar Housse volgden.
De weg min of meer dalend naar Dalhem gevolgd en omhoog naar het prachtige Bombaye, waar bij Miriam inmiddels de kilometers begonnen te tellen, vooral bergop.
Via Warsage naar ’s-Gravenvoeren waar Hans gelijk rechtsaf sloeg om de Kattenroth te vermijden. De prachtige klim naar Ulvend en afgedaald over de Schilberg naar Slenaken en zo via Pesaken, waar de recreatiedruk op de weg inmiddels zorgelijk werd, naar Gulpen.
Hier nam Hans afscheid en gedrieën naar Wijlre, Schaloen en Valkenburg.
Door Arensgenhout en om Miriam ter wille te zijn, de Stammenderberg vermeden en zo na 107 km tevreden thuis.



Zondag 18 oktober

Na een week met een kouderecord voor de tijd van het jaar was het even afwachten wat het weer zou doen; de verwachting was dat het in ieder geval tot de middag droog zou blijven.
Henk had al aangegeven te komen en daar het koud was kwam hij de Putherberg al opgefietst toen ik, Martin, 30 seconden voor de afgesproken tijd aan kwam rijden.
Met niet zulke hooggespannen verwachtingen naar de toren. Karel en Jos in Frankrijk, Ger aan het poepfietsen en Hans…
Dus bleef het bij ons tweeën. Henk opperde Val Dieu en hoewel bekend om de slappe koffie en de karige stukjes vlaai vanwege de mooie ligging toch maar daarheen.
Opvallend veel groepen fietsers op de weg, die bijgedragen hebben aan onze gemiddelde snelheid van 28.1 km/hr.
De Daalhemer op kwam de eerste groep ons ingehaald, maar uiteindelijk na de eerste twee van hen bovengekomen. Bij Wolfshuis stond aangegeven dat de weg naar Bemelen afgesloten was; waarom stond er niet bij dus uit nieuwsgierigheid gaan kijken. Rioolwerkzaamheden bleken de oorzaak, maar over de stoep konden we er grotendeels langs.
Over Sint Antoniusbank naar Cadier en ongebruikelijk de grote weg gevolgd tot Margraten en daar rechtsaf wederom de grote weg naar de Plank.
Vanaf het Rode Bos met een eenzame fietser die zijn groepje daar verlaten had kop-over-kop samengewerkt tot aan Hagelstein.
Prettig afgedaald naar Val Dieu en daar de inderdaad waterige koffie.
Na de pauze besloten het dal van de Berwinne stroomopwaarts te volgen zodat we uiteindelijk in Clermont aankwamen, een van de mooiste dorpjes van Wallonië, zo stond daar.Over de kasseien gestuiterd en doorgeklommen tot de grote weg en deze met schitterende uitzichten rondom gevolgd tot Henri Chapelle.
Daar afgedaald langs de Gulp en iets voorbij Hombourg werden we opgenomen in de snelle groep van TWC Klimmen die niet voor niets de snelle groep heet.Hun gevolgd (en niet alleen achteraan gereden!) via Teuven, Slenaken, Gulpen en Wijlre tot aan Schin op Geul waar zij rechtsaf sloegen naar Klimmen.Door naar Valkenburg en langs Heek de Boschweg op en via Hulsberg en Grijzegrubben in een aangenaam zonnetje huiswaarts.
Een uiterst prettige rit aldus: mooie afstand, mooie uitzichten, mooie route en een mooi gemiddelde.



Zondag 11 oktober

Henk
schrijft:
Gisteravond het bestuursuitje van Synergo-vhp gehad in Kasteel Doenrade. Vanochtend toch om 6.45 opgestaan voor de voorbereiding van een TCE-tocht, want Martin had Vicente verteld dat ik in ieder geval aan de toren zou staan. Gezien de voorspelde temperatuur de lange broek en een windjackje aan. Omdat zowel Karel als Martin zich afgemeld hadden, had het geen zin langs de verzamelplaats bij het dierenasiel te gaan. Daarom via alternatieve, maar natuurlijk wel bekende route naar Schimmert. De weg was droog en het zonnetje scheen al. Het was inderdaad fris. Koude handen. Ik was mooi op tijd in Schimmert, maar er was niemand in ons clublokaal met geldautomaat. Ook Vicente niet. Zou het hem toch te koud zijn geweest? Het was natuurlijk ook geen echt sambaweer. Omdat er nog een aantal Synergomensen in kasteel Doenrade zou overnachten en ontbijten ben ik daar maar heen gereden om nog even aan te schuiven voor de koffie, en daarna doorgegaan naar huis om nog wat te ondernemen met Marijke. We zijn van plan om een beetje te toeren en ergens te gaan lunchen.

Ger vult aan, het poepfietsen aangevangen:

Het forum na de Buissonnière is altijd duidelijk; einde seizoen en tijd voor andere zaken.
Martin aan de wandel en het bier; Hans familielunch; Karel ass. to “de Kunstroute”. Ergo ik dacht vanmorgen, ik blijf een uurtje langer liggen en ga dan met Reinouw fietsen. Dit nadat het gister door allerlei zaakjes te doen thuis in de soep was gelopen.

Het was/is vandaag fantastisch buiten; lekker zonnetje, wel wat fris en iedereen op pad. Met de fietsen in de meest diverse outfits (van absoluut zomers tot hartje winter), Vespa’s, motoren, cabrio’s, Belgische 4X4 modder-suv’s en natuurlijk de nodige wandeltochten.

Reinouw wilde de Eyserbos wel eens op, dus daar zijn we begonnen via de Van Plettenbergweg. Dan heb je bij de Eyserhalte al het eerste fantastische uitzicht. Zo zijn we op de plateaus gebleven. De Visweg als nieuwe klim voor haar en op de terugweg de Geulhemmer na eerst aan de voet koffie en vlaai te hebben genoten.

Nadat we deze week weer aan de golflessen zijn begonnen (met meteen een zeer goed resultaat) na thuiskomst enthousiast gaan trainen op de Driving Range. Nu tegen 16.30 thuis, fiets gepoetst en tijd voor douche en drankje. Een heel mooie zondag buiten geweest. (En sorry Karel daar is jouw uitnodiging voor de kunstroute helaas bij ingeschoten).
Komende week met de kids en aanhang een lang weekend naar Toscane; dit in het volle besef dat we het goed hebben. Geen fietsen mee, maar wel veel zin.

De webmaster kan alleen maar mededelen zaterdag 35 km vanuit Durbuy gelopen te hebben en zondag nog 15 om af te ronden. Schitterend weer en uitzichten. Het aantal bier kleiner dan de kilometers.




Zondag 4 oktober – La Buissonnière

Gelukkig te mogen concluderen dat La Buissonnière echt de spil in het HC-TCE-gebeuren is.
Zijn andere HC-tochten mager bezet, dan wel wegens onvoldoende belangstelling afgelast, ‘La B.’ mocht er dit jaar weer zijn: maar liefst acht personen stipt op tijd aan de start, met zelfs Jos in de Provence: Karel, Ger, Hans, Martin, Henk, Jan en als outsiders Miriam en Vicente.

De route bekend, dus daar niet al te zeer over uitgeweid, en het weer was goed; niet de negen die voorspeld was en zelfs enige spatten onderweg naar Tilff, maar gewoon droog, vrijwel geen wind en een prettige temperatuur met af en toe een flauw zonnetje. En ook een wegdek dat nergens nat was en bovendien van redelijke tot goede kwaliteit.

Ook was toch vermeldenswaardig dat deze gemelangeerde groep behoorlijk bij elkaar bleef: er werd bijzonder sociaal gereden en men wachtte op elkaar na elke klim; een wachten dat overigens nergens lang duurde daar de mannen aan elkaar gewaagd zijn en Miriam haar uiterste best deed haar mannetje te staan.

Miriam en Vicente goed gewaarschuwd voor de zware eerste helft en de Trou, wat hun goed deed doseren.
Helaas een paar kleine incidentjes: in de aanloop naar de Trou had Ger een paaltje geraakt door een stuurfout hetgeen hem tegen de vlakte bracht en in de afdaling naar Vieuxville, vlak voor de Virage – Charles gleed Jan uit hetgeen hem een kapotte broek en een prachtige schaafwond opleverde, maar monter weer door en Hans’ suggestie om maar langs de Ourthe terug te rijden gelukkig niet nodig.
Met groot genoegen een nieuwe pauzeplaats gevonden in Hamoir en wel direct aan de Ourthe – hadden we toch al een paar jaar eerder kunnen vinden!
Vicente vulde Martins suggestie te trakteren wegens zijn nieuwe baan en bonus iets te snel in, maar gelukkig eensgezind rechtgezet.

Op nu naar de tweede helft waar helaas Ger een tweede stuurfout maakte, van de weg raakte en in een vertwijfelde poging weer daarop terug te komen neder ging, bijna Miriam in zijn val meenemend. Een fraai gat in zijn beenwarmers maar gelukkig zijn Assos onbeschadigd en een klein krasje op zijn linker brifter. Zijn ego was niet beschadigd want ‘dat had ie niet’, maar toch eventjes alleen vooruit gereden om e.e.a. te verwerken.

Allen geroutineerd naar het keerpunt en de gekende betonbaan met een fraaie snelheid afgereden, meerderen vooruit of achter voor plas- en andere pauzes. Bij het heuveltje voor de begraafplaats, dat wij vroeger toch een echte klim vonden, had Hans afscheid genomen door er simpelweg niet meer te zijn. Hij wou nog even afsprinten.

De kleine plagerige knipjes in de diverse dorpjes wel doorstaan en zo naar de deze keer zeer fraaie afdaling naar de Ourthe: perfect en droog wegdek en geen ander verkeer van betekenis!

De laatste knip na Esneux op kwaliteit door Martin gewonnen; bij Jan kraakte alles in zijn fiets, Vicente had kramp, Henk de uitnodiging gemist of zoiets en de rest zonder mededinging. Hans durfde natuurlijk de confrontatie niet aan.

Aan de finish stond hij geduldig op ons te wachten en gezamenlijk bijzonder gemütlich wat gedronken en de rit en het jaar geanalyseerd, Vicente op de hoogte gebracht van het Vosgesevenement.

Een mooie officiële afsluiting!

Ger vult, zoals bekend en gewaardeerd, aan:

Op het terras in Tilff vroeg Martin hoe vaak ik met BETS de Buissonnière had gefietst. Ik zit bij BETS vanaf mijn 27e en ben nu 63. Tel dus maar uit; ik schat zeker zo’n keer of 25 à 30 en daarnaast ergens tegen de 10 keer solo met Koninginnedag. Voor mij was die dag vaak de opening van het echte klimwerk en te kijken hoe ik er bij stond. Het is dus pure nostalgie voor mij; dat terugkijken. Op ieder deel van het parcours heb ik wel historie liggen van successen, maar ook ‘ineenstorten’. Dat laatste was het ergst bij een keer solo toen ik van Hamoir rechtstreeks terug niet hoger kwam dan 20 km. Mijn rug deed toen pijn, uiteraard mijn benen, helemaal uitgewoond en ik vroeg me toen veel af! Het grootste succes is geweest na een “omgekeerde jetlag”, resp. hoogtestage in het vliegtuig terug uit New York en rechtstreeks afgezet in Tilff, waar Reinouw met fiets en kleding klaarstond bij gelegenheid van een BETS najaarsweekend in de Ardennen. (Het zou ook met een tijdelijk weduwnaarschap te maken kunnen hebben gehad!). Ik vloog nl. die zaterdag en betaalde dat de zondag dubbel terug, want ik kwam in het tweede deel van die rit geen meter meer vooruit.

De rit vandaag was memorabel en prima. Grote opkomst met een Dame en een Gastrijder en fijn ook Jan en Henk weer bij ons op de fiets te hebben. Het weertje was uitstekend en de valpartijen van Jan en mij zijn goed afgelopen. Stevig en lekker op korte afstand van mekaar geklommen en op het vlakke goed doorgedraaid. Hans kon tot ca. km 95 wachten om zijn ongeduld te bedwingen. Toen was hij ‘vertrokken’, maar op het terras er weer bij.Volgens mij een goed gemiddelde gedraaid en met enige nostalgie (ik zei het al eerder) weer een fietsseizoen achter de rug. De ontmoeting met de 79–jarige van twee weken geleden geeft mij weer goede moraal voor de komende decennia en ook het feit dat Reinouw het fietsen heeft ontdekt, geeft het voor ons beiden weer wat extra’s (Afgelopen maandag met Frank Rutgers, een vriend van hem (en inmiddels ook een fietsmaatje van mij) op het laatste moment besloten i.p.v. te gaan golfen te gaan fietsen. Tessie “van Frank” heeft gelijk met Reinouw de nodige km’s weggetrapt)

Binnenkort ga ik weer op de MTB, dus ik weet nog niet wat ik zondag a.s. doe. Dank voor vandaag en benieuwd naar een of andere verslagen.

Tot slot een paar foto's: een, twee en drie.



Zondag 27 september

Ger
schrijft:

Gisteren met Reinouw lekker wezen eten in het Atelier hier in Gulpen; ergo laat in bed. Toch voor de wekker wakker; naar buiten gekeken en het zag er heel mooi uit. Temperatuur was op dat moment ca. 3 graden. Op het Belgische journaal nog even de sprint van de vrouwen gister gezien en toen op de fiets. Fietskeuze: Duell; Wielkeuze: CXP.

Het zonnetje kwam al snel door en in Scheulder had ik een lange schaduw vooruit. De nevel was schitterend over het land en dat zou vandaag permanent zo blijven. Als eerste aan de toren; Jos en Karel in Frankrijk op de fiets neem ik aan. Henk en Martin voorzien van een? En dus moesten Hans en ik het maar zelf uitzoeken. Vertrokken richten Raar en door Meerssen over de provinciale weg naar Maastricht. Daar de wijk St. Pieter goed verkend; mooie woningen en andere panden, maar op plekken ook donker en somber door de vele bomen. Hans had eerder een mooi weggetje gespot en dat werd ook nu gevonden (Observantweg of zoiets). We kwamen uit bij de kerk van André en zijn toen maar richting nieuwe sluis gegaan. St. Pierre op, bekende weggetje na de afzink door een mooi door de zon aangeschenen beekdalletje en de Hallembaye op. Hans bleef dit keer achter me en na Loën zijn we anders gereden. Namelijk rechtsaf over een stevig vals omhoog lopende provinciale weg. Wallonië verkend, maar toch geland bij Pam-Pam. Het gespreksonderwerp was (gebrek aan) Integer Leiderschap; voor minder wilden we onze kelen niet gebruiken! In Loën was overigens een wedstrijdje met kids op de fiets; van een peloton geen sprake, wel van fanatiek alleen of met 2 à 3 rijdende kids.

Dit keer anders naar huis; de lange klim vanuit Warsage over de grote weg gepakt, waarbij Hans in de buurt van Hagelstein de eer van ons zondagcluppie stevig inhoud gaf door een ons eerder passerende cyclist gewoon op zijn plek te zetten: en dat is achter Hans. Bij het Roode Bos naar beneden en van daar gekend naar Gulpen. Daar ben ik nog even met Hans meegegaan en voor de moraal nog door naar de Sibber en via Margraten naar huis. Tevreden in bad in de wetenschap dat morgen Frank met wat Brabantse vriendjes afzakt en ik nog een kans krijg.

De webmaster was overigens niet aan de toren wegens gisteren teruggekomen te zijn na een week VS. Slaagebrek en jetlag besloten mij slechts aan de toren te staan als ik zonder hulpmiddelen tijdig wakker zou worden, hetgeen dus niet het geval was. ’s Middags maar een stukje op de ATB door de modder gereden. Volgende week de Buissonnière; ook wat voor Frank c.s.?



Zondag 20 september

Ger trapt af:

Afgelopen week na de diverse ‘reprimandes’ in het Eifelverslag wat “desolee” op de bank gezeten. Dus ging ik vanmorgen met de nodige vertwijfeling in mijn benen (en vooral hoofd) naar de toren. En dat nog in het besef dat Hans zijn oude stad weer op zijn kaart was aan het zetten.

Echter eerst nog een verhaal die onze moraal voor de komende periode stevig zal voeden. Althans de minder zelfverzekerden onder ons.

Vorige week vrijdag was ik op de weg terug via Valkenburg; de bekende provinciale weg. Voor me reed een fietser met een rugzak; een fractie langzamer dan ik. Bij Oud Valkenburg haalde ik hem in. Vriendelijk goedendag over en weer en door. Omdat ik meer met mezelf bezig was dan aan het genieten niet opgelet waar die fietser bleef. ‘Door’ betekent voor mij dan meestal provinciale weg af richting Schoonbron, Wijlre en vandaar naar Wittem en dan bij het klooster rechtsaf naar huis. Midden in Gulpen moest ik wachten voor rood en bleek die fietser de hele tijd in mijn wiel gezeten te hebben. Complimenten over mijn fietsen en leeftijd (!) uiteraard dankbaar in ontvangst genomen hebbend (ik reed ca. 27 km/h) en die complimenten weer terug gegeven, meldde hij kordaat dat hij 79 jaar was! Fietste net als ik al zijn hele leven en was op zijn 69e nog stevig gevallen, maar weer opgelapt en weer helemaal ‘fietswaardig’ geraakt. Hij fietste nog altijd met veel plezier, meldde met wat spijt, dat zijn sprint was afgebot (!), maar doordieselen was zijn motto.
Na mijn ruime complimenten en hoop op hetzelfde vooruitzicht de komende 16 jaar (79-63) heb ik tevreden afscheid genomen. Ik voelde me gelijk weer een beetje meer mens en dacht dat zeuren iets is voor…..(in ieder geval anderen).

Dan naar vanmorgen; laat in bed door een fadoconcert in M’tricht en die beginnen gewoon pas na 22.00 uur. Fris en fruitig op en de nevel hing boven de Ingbergracht. Feeëriek in alle facetten, dus goede vooruitzichten. Vanwege de modder en regen die ik links en rechts op de weg verwachtte weer eens de Concorde van stal gehaald. Geen tijd om goed naar de ketting te luisteren (of ik dat overigens hoor), maar Jos en Martin konden de afstand tussen hen beiden en mij vaststellen aan het geluid van mijn ketting. Haasdal onder de teer en de grove split, dus weer eens ouderwets langs de putdeksels van de Sibbergrub afgedaald. Het weer was inderdaad een plaatje en de zon begon in Valkenburg in mijn rug te schijnen. Weer eens de Stoeperd omhoog en net op tijd bij de toren.

Route was gauw beslist; geen Pam-Pam en geen Tongeren werd Tongeren. Eenieder onderweg tevreden over de mooie route en sfeer. Tekenen van herfst in de kleuren van het groen, fraaie einders met wat nevel er tussen in en uiteraard na Kanne het mooie Haspengouw. De heren kachelden stevig door; hooguit een fractie minder dan Hans, dus in het derde wiel was mijn afstand tussen de 10 en 100 meter. Gewoon op zijn Karel’s dus, maar ik vind de afstand van Dumoulin in de afzink van col 3 wat heroïscher; ook hij kreeg het gat niet dicht. Bij mij was het meer van “als ik het dicht rij, peren ze er nog een km bovenop”. Langzaamaan werd ik wat meer fietser (mens bleef ik door dat hangen) en ca. 10 km voor Tongeren zat ik meestal gewoon in het wiel; door slim bochten te nemen zelfs alles bij elkaar rond 1 km op kop. In Tongeren afgeklokt na 59 km met 24,4 gem.

Direct achter de poort in Tongeren op een gezellig terras koffie en vlaai en met een € 25,- was ik klaar met mijn verjaarstraktatie; twee maanden na dato. Uiteraard de vluchtelingen onderwerp van gesprek en nog wat koetjes en kalfjes. Jos gelukkig zijn bacterie helemaal kwijt, dus die vertrekt weer naar zijn geliefde Provence.
Terug een redelijk deel op de grote weg, dat loopt toch heerlijk met mooie vergezichten en toch relatief weinig verkeer. Ruim voor Eindhoven weer rechtsaf naar Riemst. Gemiddelde snelheid ging goed omhoog, totdat Jos weer een beroep op Martin moest doen voor biba en pomp. Het leverde Martin veel krediet en een te repareren biba op, want Jos doet daar niet meer aan! Via Lanaken en Smeermaas naar de Noorderbrug waar we wat fietsers in verwarring brachten door onze aparte benadering van fietsstrook en stoplicht. De weg naar Bemelen gezocht, maar uitgekomen bij “het Klein Theatertje” en daar een (tussen de Rasberg bij B&T en de Dellen gelegen) leuk klimmetje (Kuilenbergweg, red.) omhoog gepakt naar B&T. Over de Geulhemmer af terug naar de provinciale weg richting Valkenburg. Bij de Hanos ging Martin het asfalt van Haasdal proberen en Jos en ik zijn gezwind door gegaan naar Schoonbron waar onze wegen zich ook scheidden. Heerlijk gefietst, maar wederom deel twee na de pauze veel beter dan daarvoor deel een.
Lekker in bad de spieren rust gegeven en nu “de zondag in”.



Zondag 13 september – Le tour Eifel

Er zijn van die dagen dat het meer mee zit dan andere dagen. Dit was er zo een. Sinds lang weer een HC-rit vastgepind, op verzoek van nota bene Ger, over wie later meer, deze datum.
Pünktlich verschenen aan de start, de Wesertalsperre, Hans, Jos, Martin en Vicente, een collega van laatstgenoemde die we al van de Classics enthousiast kennen en daar Jos’ vaste sparringpartner is

De eerste helft van de route was bekend van eerdere edities. De start langs de Getzbach omhoog liet al zien dat Hans er zin in had en het afgelopen dag fors geregend had in het gebied, daar de straten nat waren, de beken gevuld en op veel plaatsen zand en modder over de weg gespoeld was.
We memoreerden boven aangekomen bij de Entenpfuhl nog even kort hoe eens de Adelaar van Oderen hier de voering uit zijn longen aan het hoesten was…
Gekend door: de afdaling van de Hammer van perfect nieuw asfalt voorzien, op een plek zelfs zo nieuw dat ze daar nog aan het asfalteren waren en we even door het gras moesten.
Door prachtige dalen en over fraaie hellingen naar Rurberg waar we deze maal niet aan voorbij reden maar langs het meer en door het pittoreske dorpje hetgeen resulteerde in een steile klim het dorp uit.
De langste klim vandaag, naar Steckenborn, trok lang zoals het hoort. Door Schmidt en weer heerlijk afgedaald voor de laatste klim pre-pauze: Vossenack.
Het viel ons toch weer regelmatig op hoe mooi het wegdek in Pruisen is vergeleken met onze zuiderburen. In de afdaling naar Simonskall bestond het Jos een lekke voba te krijgen, een blauw glasscherfje was de boosdoener. Helaas bleek zijn (nieuwe?) reservebiba ook lek en bij het uiteindelijk oppompen van de tweede band trok hij zijn pomp met veel geweld in twee stukken. Vicente ondertussen zittend in de berm alles rustig gadeslaand onder de uitspraak dat het nog wel wat mocht duren.
De Kaffee mit Kuchen was goed en de ontvangst hartelijk, Jos en Vicente uitnodigend om een tweede stuk Kuchen te nemen. De totaalrekening was dermate laag dat het een GerretjeSW waard was en we gooiden allen maar wat op tafel, ons niet bekommerend over het juiste wisselgeld.
De terugweg was deze maal afwijkend van eerdere edities: gingen we eerst aan het eind van het Kalltal links omhoog, deze maal rechts en minstens zo steil. Na een mildere uitklim volgde een van de langste afdalingen ooit in dit gebied en wel tot in Zweifall.
Toen we in Mulartshütte linksaf sloegen kwam een lange weg, golvend en vooral klimmend; Vicente liet hier zijn herrijzenis zien, het tweede stuk koek deed het, maar had later toch zijn Dumoulinmomentje. Vervolgens een klein weggetje ingeslagen en zo op een prachtige afdaling langs Dreilagerbachtalsperre genoten, onderlangs ons nog een prachtige blik op de stuwdam gegund. Golvend nu naar de finale: Roetgen en in de afdaling naar Raeren een prachtig stuk Vennbahn gepakt en op het station van Raeren het spoor overgestoken en via Raeren omhoog het Eupener Wald in en ontspannen langs het meer afgedaald waar in de klim naar de parkeerplaats Vicente nog even de eindsprint aanzette. 110 km à 25 km/h zonder regen over een buitengewoon mooie route was ieders mening. Op naar de Buissonnière.

Nog twee foto's gemaakt door Vicente een en twee

Het verslag van Ger, dat nu volgt brengt mij, na het lezen van de laatste zin woorden als labbekakkerig in de mond, een politicus waardig.
Verder raad ik hem aan eens een Wiki-momentje te besteden aan het verschil tussen Le tour Eifel en La tour Eiffel.

Goed: Ger dus:

Vandaag toch gefietst. Zoals op het forum al gemeld, heb ik afgelopen vrijdag voor mijn gevoel slecht gereden. Kop vol snot; geen enkele macht en - net als twee weken geleden - een gekke hartslag. Zo’n 5 à 10 hoger dan normaal. Ergo, ik durfde het forceren in de Eiffel gewoon niet aan.

Vandaag in de buurt van Gulpen gebleven. En een variant op mijn oude wachtdienstrondje gereden; ofwel “De 8 van Gulpen”. Met wat omwegen richting toren en vandaar via wederom wat gedraai en gekeer naar Wijnandsrade. Inmiddels deels met een Belgische groep (Mopertingen) en een Duitse (Aachen) opgefietst. Weustenrade als volgend doel en vals omhoog naar Klimmen. Vandaar gekend de Karstraat op; wat loopt die toch lekker met dat nieuwe asfalt en boven richting Ubachsberg om via Eys terug naar Wittem te gaan en de Gulperberg weer eens te doen van uit de kant van Partij. Inmiddels ca. 50 km op de teller, kon ik door voor deel twee.

De tweede lus was gewoon doortrekken na de Gulper op het plateau; wederom vals plat en mooie uitzichten. Boven naar Teuven om daar de Kloosterdwarsweg omhoog te pakken. Met mijn DT-wielen is het goed omhoog peddelen bij ca 4 à 6%. Boven toch maar voor Aubel en Val Dieu gekozen. Het Berwinnedal is nu eenmaal mooi, maar halverwege afgeslagen om in Neufchâteau naar het fort omhoog te klimmen. La Heydt af en in Mesch vastgereden in een groot Boerenfestijn. De fijne klim naar Libeek gepakt en via St. Gieter naar Margraten. Daar waren de wegen afgesloten vanwege het Memorial-concert, maar ik mocht met de fiets door. Inmiddels een aardig miezertje, maar dat belette niet het aanzetten voor de laatste km’s via Sibbe en het streven boven de 24,1 gem. uit te komen.
Uiteindelijk toch een nette route van bijna 104 km, bijna 1150 hm en een gem van 24,3 km/h. Tevreden, vooral ook omdat ik de hele rit lekker heb gefietst en mijn hartslag weer normaal was. Achteraf had ik gewoon mee naar de Eiffel kunnen gaan, maar dat is achteraf!



Zondag 6 september

In bed op de buienradar kijkend dacht ik, Martin, dat het mogelijk wel eens rustig aan de toren zou worden. Na een gematigd ontbijtje geen bericht van Karel, in Frankrijk zeker en ook Henk was niet aan het dierenasiel – zal wel iets als aan het voegen zijn.

Rustigjes over vrijwel droog wegdek, maar met een forse wind uit het westen naar de toren, waar snel Jos aankwam, van verre herkenbaar aan zijn schoenen. Hij vertelde van een kennis die ook zou komen fietsen, maar het was Hans die om de bocht aan kwam rijden.
Op zijn blauwe schicht, ondanks het wat nattige wegdek.
Ongemerkt was het, na een voordiscussie over de vluchtelingenproblematiek, vijf over negen geworden en dus snel op pad.
Op naar Meerssen en wegens een rommelmarkt westwaarts gedwongen zodat we richting Ankersmit reden en over de sluis van Limmel, waar het bomenbestand fors gereduceerd was.
Een snel groepje gevolgd tot over de Wilhelminabrug en langs André naar de stop van Ternaaien, die steeds meer vorm begint te krijgen.
Over de kasseien van Petit Lanaye en het nieuwe fietspad gevonden en genoeglijk zuidwaarts peddelend. In Visé natuurlijk Pam-Pam waar het erg rustig was.
Hans trakteerde alsnog zijn verjaardagsvlaai, waarvoor dank.

Zuidwaarts nu langs de Maas waar Martin een hek over het fietspad negeerde zodat we na een paar kilometer, bij de werkzaamheden van de nieuw brug alsnog terug konden. Daarom maar besloten om de panoramaklim richting Dalhem te nemen waar we weer achter een snel groepje aansloten.
In Dalhem even de Berwinne gevolgd maar snel links omhoog naar Mortroux en ’s-Gravenvoeren. Mijn suggestie voor de Kattenroth werd door Hans resoluut afgewezen: “te modderig”.
Dus van Martensvoeren omhoog naar Ulvend en fraai afgedaald naar Schey en de Kütersteenweg, een fraaie klim, omhoog en van Terlinden tegen de wind inbeukend naar Banholt. Martin verraste beiden door niet traditioneel naar Bruisterbosch af te slaan, maar door naar Mheer om zo via een omwegje over Herkenrade alsnog fraai in B’bosch aan te komen. Gekend nu naar M’ten en de Sibber af alwaar het afscheid en de belofte voor de Eifeltour volgende week.
Met 100,1 km kwam ik thuis – doel volbracht.



Zondag 30 augustus

Ger
Uiteindelijk zijn we toch geen paar dagen naar Luxemburg gegaan. Gewoon op ons gemakkie “rund ums Hause” had toch de voorkeur. Dus er zaten wat gaten in de agenda en die hebben Reinouw en ik gister benut om wat in het Maasdal te peddelen. Rustig aan in het zonnetje en eens om ons heen kijken. Dan blijkt maar eens hoe mooi onze streek is. Waterval omlaag en weer omhoog omdat er beneden aan de klinkers werd gewerkt en vervolgens via Ulestraten, Bunde en Maastricht de St. Pieter op. Maastricht is geen genoegen op zo’n zaterdag! Bij de ENCI het nieuwe uitzichtpunt bekeken en vandaar richting Lixhe. Op de keien kwamen we de eerste horde Vespa’s tegen (ik schat ca. 200) en toen we bij Lixhe de stuw overgingen kwamen we de tweede en derde colonne tegen. Eigenlijk best wel leuk. Voor St. Gieter bij de Bosrand aan de vlaai en na een kleine 70 km tevreden thuis; dit na op de Ingber een verdwaalde Classic-ganger te hebben ingehaald.
Vanmorgen ging Reinouw naar de sportschool en ik was van plan klassiek naar Banneux te gaan in de veronderstelling dat de toren leeg zou blijven. Luchtvochtigheid in huis was rond de 75% en dat voelde ik bij het naar buiten gaan. Om 9.00 vertrokken reed mij in Teuven een blauwe Di Stefano achterop. En ja het was Hans met een schitterende fiets als je van klassiek houdt (en dat doe ik). Voorzien van de handtekening van de bouwer; mooie zwarte crank en Zonda wielen; achter in een mooi 3-spaaks motief. Dus we zijn met z’n twee naar Banneux gegaan; Hans sportief wachtend op de cruciale momenten. Het liep overigens beter dan vorige week.
Achter Herve zijn we in een soort braderie verzeild geraakt. In Sprimont links omhoog. Ondertussen van alles besproken; kort en krachtig. Hans trakteerde op niet-verjaardagsvlaai in Banneux en vervolgens zijn we over de grote weg afgedaald naar Pepinster. Op de grote weg links om na ca. 500 meter de stevige klim rechts omhoog te pakken. Boven zijn Hans en ik elkaar kwijt geraakt en omdat Hans geen telefoon bij zich had naar ik wist, ben ik maar alleen doorgegaan. Via Bruyeres weer door Soiron en zo op en af richting Gulpen. Ondertussen was ik door de hoge luchtvochtigheid en de hoeveelheid zweet wel genoeg afgedraaid. In Teuven waren nog allerlei klassieke auto’s te bewonderen. Thuis rustig in bad en ondertussen ook telefoontje van Hans gehad die zorgzaam informeerde of ik al thuis was. Al bij al een mooi zondag en nu het terras op en een mooi boek, dat ik deze week heb gekocht.



Zaterdag 29 augustus: ODS Classic

Met schitterend weer vertrokken Karel en Martin om Henk aan de spoorwegovergang te treffen. Rustig naar de nieuwe startlocatie in Valkenburg te rijden waar we, naast een paar HKT’ers tevens Jos aantroffen.
Plezierig gekout en redelijk gedisciplineerd van start. Deze keer voor het eerst een lus naar het noorden, waar de Maasberg te Elsloo vermeldenswaard is.
Terug in Broekhem de chaos op de rotonde en zo met de Geulhemmer de heuvels in.
Lekker doorgereden totdat in de klim van Freneur Vicente, in een hevige strijd verwikkeld en niet echt oplettend, met zijn voorwiel het achterwiel van Martin toucheerde en hij en daaroverheen Jos de grond troffen. Wat schaafwondjes en een verbogen achterpadje en beschadigde derailleur van Vicente.
Maar we konden door en in Blegny de schade zoveel mogelijk hersteld.
Terug naar het noorden en – uiteraard – de 130 km-lus in Ulvend gekozen; het pak bleef goed bij elkaar en het wachten gering.
Op de Camerig de laatste strijd van Vicente die daarna door kramp geplaagd werd.
Nog even de ravi op de bekende startplaats in Mechelen en door naar de Gulpenerberg waar door een conflict met een wandelende fietser en een auto een van de Franks ter gronde ging, met wederom een schaafwond.
Nog even afgerond met de Cauberg, Vicente stuurde vanuit V’burg een berichtje dat hij de afslag naar de Cau gemist had…
Plezierig nagekout en samen met Jan, die met zijn zonen de 70 km gefietst had, nog even in het zonnetje gezet door de organisatie.
Stijf op de fiets naar huis en zo de 163 km volgemaakt. Het was goed.





Zondag 23 augustus

Ger
schrijft:

De opkomst aan de toren was na de zomervakantie nagenoeg optimaal. Alleen Hans met zijn nieuwe fiets ontbrak en - zoals dit jaar wel vaker om de gekende reden - Henk. De vakantiepraat al aan de toren tijdens het verzamelen gedaan en vooral onze verpletterende indruk van de nieuwe schoenen van Jos op allerlei manieren geuit. De rit vandaag was geen touw aan vast te knopen. Zo zaten we na ca. 35 km weer in Gulpen met een lange omweg. Vandaar een mooie weg vanuit Mamelis naar Aken gevonden. Helaas liep die wel in twee treden stevig omhoog door open veld met de wind pal tegen.

In het zonnetje op het terras in Aken heb ik nog wat zitten miepen over mijn minne rijden van gisteren en tot dusver vandaag. Geen reden of aanleiding, maar ik vind zelf dat ik als een natte krant rij dit weekend. Van een van de juli-verjaarders Karel een heerlijke aardbeivlaai gekregen en goede koffie. Ik mag als andere verjaarder volgende keer. De pensionado-rit door de week was verder (ook voor Martin) een dankbaar onderwerp en vooral omdat die nauwelijks in te plannen viel/valt!

Vervolgens de mooie klim naar de toren op de Lousberg gedaan. Veel bladeren en takken op de weg, maar boven beloond met een fantastisch uitzicht. Terug op 50% kennis van de weg bij Martin en de andere 50% op “de tast” kwamen we met een mooie detour in Simpelveld om daar naar Eys te rijden en de Eyserbosweg te bedwingen. Die had ik dit jaar nog niet gedaan en met mijn “vlakke wiel” moest dat op karakter. Ubachsberg, Colmont, Karstraat af en daar splitsten we op. Zelf ben ik nog via Klimmen naar huis gefietst om het karakter nog wat “af te harden”. Dat is gelukt en nu nog fiets poetsen en dan de hangmat in.

De webmaster kan daar nog aan toevoegen dat er met de routebeschrijving best een touw aan vast te knopen valt. Dat mijn nieuwe wielen naast de MTB-schoenen van Jos geen enkele bewondering oogstten is natuurlijk moeilijk te verkroppen.Verder opperde ik weer eens een HC-tocht, bijvoorbeeld de Eifeltour. Reactie gaarne op het forum. Zondag over twee weken bijvoorbeeld?




(Fiets)vakantie 2015

De webmaster is op vakantie geweest en heeft daarbij naast de bergschoenen natuurlijk ook de Lenzen meegenomen.

Veel bekende klimmen, maar voor Miriam, in de eerste twee weken in het Berner Oberland, nieuw en voor haar en Fenneke, de fietsvriendin van Miriam, en haar vriend Coen de laatste week aan de noordzijde van het Comomeer, nieuwe, maar toch ook onbekende, deels op de bucketlist.

De eerste echte rit betrof de Grimselpas. Door mij al twee maal vanuit het noorden gedaan en tweemaal, met Henk en Jos vanuit het zuiden in de Dreipässerundfahrt.

Miriam had hem echter niet eerder gedaan, dus vandaar. Startend vanuit Brienz, onze permanence, over kleine weggetjes, gekend van Kanne-Como, naar Meiringen en daar het kleine knipje naar Innertkirchen. Heel wat beter weer dan de laatste keer, daar stralend.
In een rustig tempo omhoog, maar de keuze van een zondag betekende wel vele motoren en automobilisten.
De tunnels mooi omzeilend door smalle kloven en deels over kasseien.

Boven aangekomen ruim op Miriam gewacht, en toen door naar een van de doelen op mijn bucketlist, namelijk de Panoramastrasse naar de Oberaarsee, een weg van zo'n vijf kilometer lang met schitterende uitzichten op de Grimselsee en uiteindelijk uitkomend bij de Oberaarsee, gekend van heel lang geleden van onze Alpentochten.
Overigens hagelde het bovenin. De afdaling in het begin drijfnat, want het regende en het was koud. Echter, na een lange tunnel in de afdaling, Henk kent hem goed, was het droog, zonnig en 30°C.
Door de velden weer terug naar Brienz, waar ik nog een lekke aba, de enige van die drie weken, ervoer.

De tweede rit betrof de beroemde Grosse Scheidegg vanuit Meiringen. Een klim die ik eenmaal eerder gedaan had met Jos, helaas in de nevel, dus toen zonder uitzicht. Ik had me beloofd deze nog eenmaal te doen als het weer goed was, en dat was het. U zoekt zelf maar eens op quaeldich - net als de andere klimmen - wat deze tour betekent, maar het maximaal aantal sterren voor zwaarte en landschap. Schitterend werkelijk, extreem steile stukken onderbroken door een prachtig dal naar het kleinste dorp van Zwitserland, Rosenlaui. Het laatste stukje onverhard was inmiddels ook geasfalteerd. Na Schwarzwaldalp de steilste passage met 18%.
Ik had daar voor de derde maal, wegens het wachten op Miriam, een Zürcher ingehaald en gezellig met hem gebept.
Fantastisch uitzicht, op deze autovrije weg op Wetterhorn, Eiger en Mönch.
De welverdiende koffie in Grindelwald. Hier overlegde ik met de Zürcher of de zuidoever van de Brienzersee geheel geasfalteerd was, waarop hij "100% sicher" bevestigde.
Na een lange afdaling tegen de wind in bij 35°, in Böningen de zuidoever gekozen die een groot gedeelte inderdaad geasfalteerd was, maar toch vele kilometers niet en dat bij 10%. Bij de beroemde Giesbachfälle moesten we zelfs 300 meter 'stossen'.
Maar alles bij elkaar een tocht om nooit te vergeten.
Belachelijk natuurlijk dat die Zwitsers een nationale fietsroute over die oever leggen, temeer daar de noordoever van de Brienzersee autoluw, geasfalteerd en bijna vlak is.

De volgende dag met de auto omhoog naar Axalp om daar te gaan hiken. Een fraaie tocht, totaal twee anderen tegengekomen, met steile stukken door kalkrotsen met kabels beveiligd en zelfs langs een schietinrichting van de Zwitserse luchtmacht, met eigen kabelbaan, gekomen.
De afdaling deed mij besluiten die middag nog eens de Axalp te doen, maar dan op de fiets. 10 km, 1000 hm ongeveer.
Er dreigde al een onweder aan de einder, maar ik zou wel zien.
Een element van mijn bucketlist en met lange halen omhoog, de helft tegen een sterk aanzwellende wind en bovenin het dorp begon het te regenen met af en toe een donderklap; de officiële finish lag echter nog zo'n een km verder bij het station van de skilift.
Een tevredenstellende tijd, maar het plensde.

Nog even gewacht tot het op zou klaren, maar helaas, dus in de stromende regen omlaag. Geen een andere fietser tegengekomen. Hier overigens de laatste millimeters van mijn voorvelg afgesleten, een nieuw wiel is in de bestelling (goedkoper dan losse velg en spaken).

De volgende pas op ons lijstje was de Susten. Vanuit Brienz vlak naar Meiringen en dan het knipje, waar Jos en ik nog eens overnacht hebben, over naar Innertkirchen, waar de klim begint.
De Susten kenmerkt zich als lang en erg onregelmatig: een steil begin en veel stukken vals plat, maar afgewisseld met steilere stroken.
Het weer was goed, een flauw zonnetje, maar wel bewolking in de bergen, dus was het uitzicht niet zo goed.
Naarmate we hoger kwamen verdween de zon en werd het nevelig wat betekent dat je ondanks de lage temperatuur toch zeiknat op de fiets wordt.
Gelukkig was deze klim, mede door het weer waarschijnlijk, veel rustiger dan de Grimsel van de zondag ervoor.
Een lange mooi lopende afdaling en van Innertkirchen inmiddels routineus naar Brienz.

Na een wandeltocht onder höllerische omstandigheden, waar we in de nevel met een windkracht negen bijna van een messcherpe graat afgeblazen werden, de volgende fietstocht wat rustiger. Het eerste deel mij bekend van jaren her: de klim naar Beatenberg gevolgd door een afdaling door een schitterend verlaten dal, het Justistal. Verder afdalen naar de Thunersee en via Interlaken ook nog eentje van het wenslijstje geschrapt: Saxeten. Een klim van zo'n negen kilometer, waarvan de eerste vijf zeker boven de 11% gemiddeld. Maar doodlopend en daardoor fantastisch rustig.

Overigens: onderaan de klim staat een monument ter nagedachtenis aan een canyoning-ongeval in de Saxetenbach waar 21 jonge mensen hun leven gelaten hebben als gevolg van een moddervloedgolf die door de bedding van de beek raasde. Brengt enige relativering.

De dag na deze 'rustdag' een uitdagend rondje: Brünig-Glaubenbüelen-Glaubenberg-Brünig. U leze zelf maar op quaeldich hoe de beschrijvingen zijn, maar samenvattend: steil!
In ieder geval een bewijs dat de Voralpen dezelfde uitdagingen kunnen geven als de Alpen, het gaat slechts om de aaneenschakeling.

Op een rustdag wat nostalgie opgedaan. Via Interlaken waar we in onze 'jeugd' beiden veel gelopen hebben het Lauterbrunnendal in en dit tot het einde gevolgd tot Stechelberg, waar de wereld ophoudt. Het startpunt van vele Alpenavonturen destijds.
Op de terugweg nog een rariteit gedaan: de klim naar Isenfluh. Los van het feit dat deze klim zo'n 4 km lang is, maar wel continue boven de 10%, zit er in de klim een 1200 meter lange keertunnel die een bocht van meer dan 360° maakt. Continue stijgen in een linkerbocht is heel apart. In het dorp wonen 58 mensen en de tunnel heeft 15 mio CHF gekost...

Na onze transfer naar Dorio aan het Comomeer hadden zich Fenneke en Coen bij ons gevoegd, voor de laatste de eerste kennismaking, na de Baraque Michel, met de bergen.
Natuurlijk gestart met de obligate Madonna di Ghisallo, met het gekende TCE Giro di Lago.

Het Jos-gevoel, ruim eerder op de berg aan te komen overkwam mij met plezier. Hoewel Coen in het begin van de klim aardig volgde, bleek dat overmoed.

Dan de uitdaging voor Miriam: het gekende rondje Chiavenna – Maloja – Julier – Splügen – Chiavenna. Ondanks mijn waarschuwingen moest Miriam het eens gedaan hebben, dus het kon maar gebeurd zijn. Ik moet zeggen: met mooi weer is het geschied. Het mooie weer maakte ook het wachten op de verschillende passen geen ongenoegen.
Deze keer, eindelijk, de oude pasweg door het Verlorenen Loch gevonden. Geasfalteerd maar met een waarschuwingsbord “Wandelen (sic) op eigen risico” wegens vallend gesteente. De vangrail was dan ook voor meer dan driekwart volledig vernield. Maar wel heel mooi!

De afdaling naar Chiavenna beter door vernieuwd wegdek en meer verlichting in de tunnels.

Als laatste wapenfeit de Splügen vanuit Chiavenna v.v. Blijft gewoon heel mooi en ons falen van een paar jaar geleden staat nog vers in mijn geheugen.

Totaalstanden: 1000 km, 20.000 hm; kan zat slechter.

Een klein albumpje




Zondag 9 augustus

Wederom Ger:

Gisteren een paar keer op het Forum gekeken naar Aan-en Afwezigheden, maar respons was er niet. Ergo de vraag; “ga ik op de bonnefooi er heen en zie wel”, of “ga ik weer met Reinouw een rondje fietsen”. Dat werd makkelijk opgelost doordat die zei: “ga maar naar de Toren, ik ga naar de sportschool”.

Vanmorgen dus weer op tijd op en het was wonderschoon buiten; echt heiig en de zon probeerde dat te breken. Met nieuwe handremrubbers en mijn geheel nieuw gespaakt Mavic achterwiel op stap. Nadat dat zondag j.l. continue kraakte, omdat het zich “aan het zetten was”, liep het nu als een ouderwets zonnetje. Ik heb dus nu niet alleen de vraag te beantwoorden welke fiets ik pak, maar bij de DUELL ook nog de vraag welke set wielen! Voorwaar een luxe probleem bij fietsen van 19, resp. 8 jaar oud.

Op tijd bij de toren en nog een rondje acte de presence gaf. Geen Martin, of andere routebedenkers. Wij (Jos en ik) kwamen niet verder dan de kreet Pam-Pam. Die kant op via Meerssen de Korte Raar af en door de Dellen om op de Oliemolenweg in de wandelaars van de Heuvellandvierdaagse terecht te komen. Vriendelijk volk, dat wel. Het racepad omgekeerd naar Withuis gevolgd en direct naar Pam-Pam, waar we tegen 10.00 al aankwamen. Met z’n twee fietsen heeft het voordeel, dat naast elkaar het makkelijk praat, dus we hadden al veel zaken onderweg besproken.
O.a. Jos zijn trainingstochten met z’n zus om volgend jaar de Ventoux te bedwingen; het idee om ook door de week TcE voor ritten open te stellen (zie het Forum onder TcE DDW), dat de omgekeerde fase van trouwerijen en geboortes ons nu helaas overkomt, de schoonheid van Provence en in het bijzonder de Gorges de la Nesque, maar ook de moeilijke economie daar, het schitterende straattheater van het festival in Avignon, etc. etc.

Na de koffie was de Hallembaye een optie, maar Jos vindt die niet echt leuk en na Laurens ten Dam, zijn we dan ook de grote weg opgegaan om bij Club Anne, de afslag omhoog te nemen. Veel auto’s in den beginne, maar uiteindelijk werd ook die weg rustig. Via bekende en onbekende afslagen en klimmen bleken we om Blegny heen te fietsen; we zagen het mijngebouw nl. van allerlei kanten. De kant richting Aubel uit bracht ons richting Val Dieu en na de bocht van Hans kwamen we daar ook. Vals plat omhoog naar Aubel en door naar Remersdael om in Teuven de klim naar Nederland te pakken. Nadat we onderweg er over spraken, dat de Fransen mooi achter je blijven rijden en niet inhalen zonder overzicht; een Belgische bus dat nog eens praktiseerde door in een klim toch zeker een dikke minuut achter ons te blijven, vond voor Teuven een Nederlands trutbusje het nodig ons af te snijden bij het inhalen en met zijn rechter buitenspiegel Jos een zetje te geven. Jos bleef gelukkig overeind! In Heijenrath door naar Gulpen en daar ben ik ter penitentie nog met Jos meegagaan om af te sluiten via Sibbergrub en plateau naar Margraten. Sorry Martin dat het niet specifieker is.

Geen spijt van de toren en nu fiets poetsen.



Zondag 2 augustus

Ger
vertelt:

Vorige week zondag terug uit Elzas en Provence. Mooie, maar rustige vakantie gehad. Dat kon ook niet anders met als laagste temperatuur 30 graden en veelal rond de 35. Wel nog wat gefietst, waaronder mooie namen als Col du Haut de Ribeauvillé, Col de Murs en uiteraard in de Provence, de Gorges de la Nesque in combi met de Ventoux vanaf Sault. Wel bij Chalet weer afgedaald naar Bedoin vanwege de temp (boven de 35 en de wind. De laatste 4,5 km in brandende zon en stevige wind wou ik Reinouw - tot haar leedwezen overigens - niet aandoen.

De check via het forum of er gister nog mensen aan de toren zouden staan, viel negatief uit en omdat het met elkaar fietsen ons wel bevalt, met Reinouw naar Banneux gegaan. De klassieke route met de klim rechts door het bos en in de afzink vanuit Banneux in Trasenster op een braderie gestoten. Verder veel klassieke tractoren op de weg. Het viel nog maar eens op hoe mooi die route eigenlijk is; natuur zoals je dat in het buitenland opzoekt, verstilde dorpjes en mooie kastelen/landhuizen met die aparte bouw en stenen.
Reinouw de klassieke fout gemaakt door te hard van stapel te lopen naar Banneux en dat op de terugweg te moeten bezuren. Ik herken er alles van, maar ze wist haar gem. wel te handhaven.

Een ander terras in Banneux moeten pakken, omdat dat “van ons” nu voor eters was gereserveerd. Daarnaast (op de kop) echter de meest heerlijke tarte myrtilles, resp. framboises gehad!
Op ons gemakkie en tegen 15.00 weer thuis.






Zondag 12 juli

Toen Karel, Miriam en Martin de berg van Puth afdaalden, kwam Henk ons al tegemoet. Deze keer wilde hij zich blijkbaar niet in de tijd vergissen.
Een aardig stuk koeler dan voorgaande dagen, maar droog.
Aan de toren kwam snel Jos aan. Hans wilde blijkbaar zijn verjaardag thuis vieren of krijgt van de ECB geen toestemming te trakteren.

Tongeren viel af, ook al was Hans er niet bij en zo ook Pam-Pam, want dat werd te eentonig en bovendien draaide men toch geen Abba meer.
Dus zo maar wat gereden. Miriam kon in het algemeen goed mee maar had verder de rol van Karel overgenomen: elke klim als laatste boven en blijven kwetteren.
Zo ook op de Geulhemmer waar ze even fout reed, onze standaard uitklim door de woonstraat niet kennend.
Henk weigerde voor de kerk rechts te slaan en besloot ons de woonwijken van Berg innig te leren kennen, waarvoor dank.
Op gekend terrein weer naar Terblijt en zo door naar Gasthuis waar we na groeve ’t Rooth besloten links naar Klein Welsden te rijden en daar, zeer, zeer ongewoon, de klim naar Groot Welsden te nemen, feitelijk een zeer fraaie route. In Groot Welsden over steeds kleinere maar fijnere weggetjes naar Margraten en door naar Banholt. Ongewoon, wederom, naar Mheer en de Stallenstraat omhoog en in Noorbeek naar Vroelen en Ulvend.

Fraai afgedaald naar Martensvoeren en eerst over het fietspad en later over de ‘grote’ weg naar ’s-Gravenvoeren om aldaar in een fraaie uitspanning de koffie met sambal te genieten.

Onderweg een paar kleine regenspatjes ontvangen, maar te weinig om de weg nat te maken.
Terug niet de kortste weg, maar wegens de dreigende regen niet al te ver om. Fraai de Mescherheide beklommen, het wachten op Miriam even benut om de uitkijktoren te beklimmen en ongewoon na Moerslag omhoog over de Bukel naar Sint Geertruid; eigenlijk best wel een fraaie klim.
Evenzo prachtig binnendoor van Eckelrade naar Bruisterbosch en even dubbelend naar Margraten.
Via IJzeren de Sibber af, waar volgens mij een klimtijdrit georganiseerd was, zo druk was het en onderin in plaats van afscheid te nemen van Jos gezamenlijk naar rechts en de zeer fraaie Walem op. Daar wel afscheid genomen, ook wegens vakanties en dergelijke en door via Hulsberg en Hunnecum naar Grijzegrubben en over het plateau naar Nagelbeek en de Zandberg omhoog.
Fraai was het.





Zondag 5 juli

Karel
vertelt:

Martin was vanwege de verjaardag van zijn moeder afgemeld. De elektronische tam-tam met Henk wordt niet zonder tussenstation gebruikt. Om 7.30 onweerde en regende het, dus eigenlijk "fraglich" of ik wel zou gaan fietsen; echter buienradar en ‘buitenblik’ waren toch wel hoopvol, dus om 8.30 richting clublokaal. Hier was ik ruimschoots op tijd als eerste en bleef dit ook tot na negenen. Voordeel was natuurlijk dat er geen discussie zou ontstaan over Pam-Pam, Welkenraedt, Waldschenke of nog iets anders. Met mezelf afgesproken richting Aubel en dan zien we wel. Richting Houthem en Cadier en Keer was de weg nog behoorlijk nat, het had daar dus toch wel harder geregend dan in Puth. Was dat de reden dat het oosten (Ger, Hans, Jos) niet is gekomen? Vanuit Cadier en Keer naar Honthem, en door naar Banholt en Terlinden. Via de grote weg naar het mooie nieuwe asfalt richting Aubel. Op de kruising en rotonde door naar Henri Chapelle en daar terug naar Hombourg. Onder langs Remersdaal naar Teuven om bij Café Modern een kopje koffie met appelvla te halen (had er daar 55 km opzitten). Aangezien ik alleen was waren de gesprekken kort. Ik kreeg van niemand antwoord, want het was ook niet druk. Een paar fietsers nog de weg naar de Kinkenweg gewezen en daarna wilde ik via Slenaken retour. Loorberg of Euverem? Gekozen voor Euverem en wat schetst mijn verbazing: een zeer bijzondere fietshouding, ofwel Jos komt in tegengestelde richting aan. Omgedraaid en met Jos toch nog de Loorberg op. Het bleek dat het in Walem 's morgens lelijk had geregend, vandaar Jos' afwezigheid. Bovenaan de Loorberg Jos richting Epen en ik richting Landsrade. Koning van Spanje af en door Gulpen via de, nog gedeeltelijk natte, Ingbergracht naar Sibbe. Daalhemer af, Valkenburg door en via Hulsberg naar Nuth. Schinnen en de Slakweg leidden mij weer naar huis in Puth.
Al met al toch nog een bevredigende 90 km met > 900 hm en een (voor mij) zeer acceptabel gemiddelde van 23,5 km/h. Geen regen gehad. Watjes.

Ger vult aan:

Gisteren eerst ca. drie uur in de auto naar Almere (heerlijk met de airco en radio tour) naar een verjaarsborrel van een broer van Reinouw. Een nicht van Reinouw uit de USA was over, dat was weer even leuk bijkletsen. Tegen de avond bij onze oudste in Den Bosch geland om lekker op een terras tapas te eten. Ze was zeer te spreken over haar eerste ervaringen in d’r nieuwe baan, dus dan ben je als ouder weer tevreden. Rond 22.00 uur thuis, las ik het weerbericht en dat was tussen 10.00 en 15.00 vandaag prima en daarvoor kwestieus.
Nu dat klopte, want om stipt 7.00 vanmorgen kwamen er een aantal klappen voorbij als wekker met een heerlijk afkoelend buitje. Ik moet bekennen, dat de gedachte om even te blijven liggen het won van de fietsdiscipline. Zeker toen tussen 7.30 en 8.00 dat hele tafereel zich met regen, bliksem en al herhaalde. De toren verdween van mijn radar…en het werd weer droog!

Vrijdag mijn nieuwe wielen gehaald, dus rond 9.30 als een klein kind met z’n verjaarscadeautje op pad. Nu het moet gezegd; uitstekende wielen. Ik voel me er erg zeker op; ook in snelle bochten en dat is wel anders geweest. Gestart met over Mechelen naar Epen te gaan langs het smalle weggetje en vandaar vals plat naar Beusdael en daar omhoog. De uitzichten waren heel fraai en op de diverse buitentafels bij campings en appartementen werd relaxed ontbeten. Het was lekker afgekoeld bij de rit die ik woensdag j.l. heb gemaakt. Om Aubel heen gefietst dit keer en toen kwam ik bij Val Dieu op het idee even te gaan kijken bij Pam-Pam of er nog TCE-volk te zien was. Dat was niet zo; ergo maar Hallembaye op en vandaar langs dat mooie paadje naar Kanne.

Besloten aan de Belgische kant van de Maas te blijven en zo naar de autosnelwegbrug in Stein te gaan. Beetje wind tegen, maar het liep meer dan lekker. In Stein even opgereden met twee Belgen die Dolomiti/Sellaronde-shirts aanhadden. Ze hadden daar enige jaren geleden genoten!

In Stein koers gezet naar de Adsteeg en bekend naar huis. Had dat al een tijdje geleden gefietst, dus het was weer nieuw. Tevreden over het fietsen, de uitzichten, de getallen en “de rest”! Medio week verkassen we naar Elzas of Vosges en vandaar komend weekend door naar de Provence. Ik ben er weer eind juli. Geniet allen en…voorzichtig.



Zondag 28 juni – Tongres

Ger: Gisteren met ons eetcluppie cultuur wezen doen door naar de Dom in Köln te gaan. Door de duurzaamheidsgedachte (en de €’s) aangestoken, zijn we met de trein gegaan. Ca. 1,5 uur geen parkeerplaats in de binnenstad zoeken etc. Twee ‘cultuurschokken’ waren ons deel:
Er was blijkbaar ergens een festival, want er stapte massaal jeugd in. Goed gekleed, er netjes uitzien; kortom: als ze van ons waren geweest, waren we tevreden geweest. ECHTER; de hoeveelheden alcohol in de vorm van bier, wodka, Jägermeister, kleine gekleurde flesjes, prosecco die werd meegezeuld en ter plekke al soldaat werd gemaakt, stemden mij wel wat treurig. Ze hadden veel plezier maar of dat na 12.00 nog zo zou zijn……
De andere shock was dat van de vier treinen die we hadden er een op tijd reed en de rest minstens een kwartier vertraging opliep. Er werd Thalyssen, vrachtvervoer, etc. ruimhartig ruim baan gegeven en uitleg, ho maar. De NS is hierbij een modelbedrijf!

In het zonnetje vanmorgen goed gemutst naar de toren en jazeker; de opkomst was op Hans na maximaal. Jos was er weer en ook Henk gaf acte de présence.
Belangrijkste vandaag was; we konden naar Tongeren en ook zonder Hans wordt er hard gereden! Dit ondanks drie het ritme brekende lekke banden met veel humor tijdens het plakken en een 1 km mountainbikeparcours met een water - annex modderhindernis. Ik klokte af met ca. 125 km; 26,1 km gem. en ook nog 760 hm’s in een vlakke rit. Veel tijd voor praat onderweg was er niet, maar des te meer genieten van het Belgische akker- en fruitland, waar je ondertussen altijd vals daalt en stijgt. De groep goed compact bij elkaar en nauwelijks zoeken. Klimmen die we normaal niet doen als in Maastricht de St. Pieter omhoog en na het kanaal terug naar Kanne voor de haarspelden daar. Vervolgens “op gevoel” van Martin en Henk door de kenmerkende dorpjes om zo’n 15 km voor Tongeren de bekende route op te pakken.

In Tongeren goede vlaai en koffie gescoord bij een mooie winkel annex terras met plezierige bediening. Daarom ook niet echt gezeurd over de prijs van € 12,- (zo’n € 5 hoger dan normaal) Jos moest schrapen in zijn bidon om de laatste centen te vinden. Praat uiteraard Griekenland, pensionado’s, toeristen, drukte (op Ventoux en Köln), beetje roddel, de datum van ons Vosgesweekend en de bestemming, het feit dat we geen echte ritten meer doen (Tongeren is er wel zo een!) als Roche en Eifel, etc. Nog even Alpen/Dolomiti gepeild.

Terug ging de zweep er verder op, zodat we zelfs in de straten van Maastricht ons gem. wisten op te krikken. De Dellen op mijn verzoek rustig, omdat we in Maastricht al een cabriorijder in vertwijfeling, resp. radeloosheid op een rotonde hadden achtergelaten en ik dat niet zo’n goed idee vond voor de wandelaars, fietsers, toeristen in de Dellen. Nauwelijks uit de Dellen ging het weer > 30 km en Jos en ik hebben na Valkenburg “geconsolideerd”.

Mooi om weer (bijna) met z’n allen in zo’n mooi weer te fietsen. Met dank aan Martin voor het wisselwerk, Karel voor de patronen en Henk voor z’n slijtplek, die een extra wissel nodig maakte. Het was een gezellige pauze daar.

Martin vult nog een paar details aan:
Onder aan de Slavante was een auto-ongeluk geweest. L1 leerde dat daar om 7 h ’s morgens een door de overdekopgeslagen auto expres een ongeluk veroorzaakt was.
Verder was het stuk off-road op de Garmin als verhard aangegeven; de webmaster heeft dat reeds op OpenStreetMap hersteld.
Op de terugweg overigens een aantal ‘cultuurpareltjes’ gepasseerd – misschien met Hans eens in een wat langzamer tempo passeren?
Verder was het voor Jos wel duidelijk dat zijn dagelijkse koffie-croissantje-krantjeritje onder de zon van de Provence wel even wat anders was dan het competitief rijden van TCE!
Ik heb de datum van Vosges 2016 gewijzigd – definitief?
Ook blij met Alpeninitiatieven 2016. Wel even kijken of en in hoeverre dit conflicteert met initiatieven van de Genève-San Remogroep. Misschien een combo?



Zondag 21 juni

Ger
schrijft:

Vorig jaar heb ik na de week fietsen in Schwarzwald en Hunsrück de fiets een maand niet meer aangekeken. Zo moe en uitgepierd was ik toen. Deze keer is het geheel anders, want gister had ik al zin om vandaag weer op de Concorde te stappen!. Dat bleek met meer het geval te zijn; ook gister had Frank zijn “melkzuur-losrij-rit” al achter de kiezen en vandaag stonden Martin en Karel al druistig om te koersen aan de toren toen ik aankwam.

In het vertrek in Gulpen al mijn regenjasje aangedaan; het miezerde maar dat hield snel op. De wind was wel stevig en omdat de gedachte aan Tongeren te laat opkwam, zijn we richting Beek vertrokken om via de Maasberg de grote brug op de autoweg te pakken. Onderweg in die buurt veel Belgische groepen tegen gekomen. In Maasmechelen met wind van rechtsvoor koers gezet richting Pam-Pam en Martin is nauwelijks meer van de kop af geweest, maar hield ons wel in de vuile wind met mijn regenjackie als remparachute. In Visé bij de koffie legde hij uit, dat het wel lekker was. Omdat ook Karel zijn Dld-vorm niet kwijt was, hebben we langs Maas en kanalen stevig zitten stoempen; tegen de wind > 30 km. Maastricht aan de uiterste westrand gepakt, met voor ons allen nieuwe wegen door allerlei wijken als Caberg, Malberg, Dousberg etc. om uiteindelijk in Kanne uit te komen en daar de richting Hallembaye te pakken. Die liep als een speer naar boven.

De koffiepraat ging over de goede herinneringen aan onze fietsdagen. Vooral het feit, dat - hoewel we allen zeer verschillen - er een hechte fietsband is, waar eigenlijk nagenoeg alles kan worden gezegd, viel ons op. Fiscaliteiten, verzekeringen, mogelijke gebieden en routes voor volgend jaar kwamen nog voorbij en toen we wegreden, zagen we de regenbuien hangen en niet veel later op ons storten. Karel wilde tussen 13.00 en 13.30 thuis zijn; ergo veel tijd om te schuilen was er niet. Maastricht over Eijsden en langs het gouvernement. Doorgestoken naar de Bemeler waar een tweetal (jongere!) Belgen in ons wiel ging zitten. Met zijn drie de Bemeler bestormd en ze kwamen er niet langs. Langs de kolenmijn naar Valkenburg en daar scheidden zich weer de wegen. Nog even doorgetrokken om mijn gem. weer op 25,8 te krijgen en dat lukte. In Gulpen naar 25,9 maar de huisklim bracht de echte waarheid.

Hard gefietst en de Dld-km’s en hm’s bleken hun nut te hebben bewezen.



11 – 13 juni – TCE Schwarzwald 2015

Een wat uitgeklede Vogezensessie dit jaar door het wegblijven van enigen, om verschillende redenen, desondanks zeker weer geslaagd.

Een gesmeerd vertrek nadat Harold en Martin beiden op de fiets naar Karel waren gekomen. Voor Aachen troffen we Ger, Frank, Hans en dit jaar gelukkig ook weer Jan (Brood).

De verblijfslogistiek was wat moeizaam dit jaar wegens fouten in de boekingen, zodat we elders moesten slapen dan waar we aten, maar de kamers waren mooi en gemoderniseerd,
dus daarover geen klagen.St. Peter een mooi klein dorpje met een evenzo mooie kerk.

Een klein inrijrondje met natuurlijk de obligate klimtijdrit; deze maal de Kandel-noord; volgens enkele beschrijvingen de Alpe d'Huez van het Schwarzwald duidelijk veel zwaarder dan de Stohrenstraße van vorig jaar.
De eerste twee plaatsen natuurlijk geen verrassing, hoewel het feit dat we hier met de oudste en de jongste deelnemer te maken hebben natuurlijk niet onvermeld mag blijven. De derde notering een revolutie natuurlijk.

  2004200520062007*200820092010**2011**20122013#2014***2015##
1Harold--------33'12"32'25"34'03"32'57"33'24"38'03" --51'45"
2Hans--35'47"38'25"25'36"34'50"33'30"36'57"--34'37"37'47" 48'30"53'45"
3Martin41'36"47'48"40'19"32'02"49'02"46'05"d.n.f.40'50"44'58"50'57"1h03'20"1h02'50"
4Jan P.------------d.n.f.--47'50"1h10'00"--1h13'
5Frank------------d.n.f.d.n.s.49'10"57'26"--1h17'
6Karel48'16"--60'30"39'25"55'00"--d.n.f.53'38"49'10"57'00"1h10'21"1h19'11"
7Ger48'29"d.n.s.55'10"33'51"46'20"46'09"55'16"44'30"46'34"d.n.s.d.n.f.1h23'
--Jos34'19"33'48"33'41"23'31"--35'47"38'26"33'55"--41'03"49'58"--
--Jan--------36'55"39'13"38'22"37'14"36'47"41'01"56'11"--
--Hendrik----------39'12"45'45"37'24"39'47"45'00"1h00'40"--
--Henk38'07"38'45"41'34"29'16"41'22"40'20"d.n.f.43'05"41'30"45'27"1h07'30"--
--Ricardo39'11"38'46"37'29"25'54"34'11"37'50"----38'00"42'25"---- 
--Wouter------------d.n.f.45'30"--50'57"---- 
--Gijs------------40'52"37'05"---- ----
--Coen--------------.43'25"---- ----
--Frans----50'09"31'19"46'26"---------- ----
--Ruud----35'40"d.n.q.------------ ----
--Sander------------38'57"------ ----
--Jaap----40'20"28'11"------------ ----
--Leo39'02"39'45"---------------- ----
--Fred--38'21"---------------- ----
--Loek54'46"------------------ ----


*: afwijkende route 2007: Grand Ventron
**: afwijkende route 2010, '11: Collet de Ligne
#: afwijkende route 2013: Le Vieux Rouge Gazon
***: afwijkende route 2014: Belchen
##: afwijkende route 2015: Kandel


Een fraaie afdaling en na een klein klimmetje weer in St. Peter.

De maaltijd in Restaurant Sonne was boven verwachting. Jan bestond het, zeer gewaardeerd, de wijn te schenken wegens het vinden van een baan door zijn zoon, en daarmee natuurlijk ook de jury beïnvloedend.

De vrijdag een wat langere rit startend over een hoogvlakte met mooie uitzichten naar St. Märgen en daarna een wondermooi dalletje afgedaald naar Hexenloch, waar de opmerking gemaakt werd dat dat ook wel een mooie klim zou zijn. Een lange afdaling naar Elzach en terug richting Waldkirch. Hier effectueerden Hans, Harold en Martin de keuze voor een tweede maal de Kandel-noord, deze maal in een minuut minder afgerond dan tijdens de tijdrit.

Had ik overigens bij de start die dag al gemerkt dat mijn aba behoorlijk vierkant werd, onderdaan de Kandel merkte ik een forse aambei op het loopvlak op en inderdaad 50 meter voor de top een platte.

De bandwissel ging, mede door een door Hans beschikbaar gesteld inlegmatje onder het toeziend oog van een aantal Duitse parapenters professioneel.

In de afdaling het boerenafstekertje wél gevonden om langs fraaie boerderijen boven de camping van St. Peter uit te komen.

Bij Hirschen onze gratis ongemak-Schwarzwalderkirschtorte en bier ontvangen, gevolgd door een vrij basic avondmaal. De wijnkeuze van Hans compenseerde dit gelukkig.

Zaterdag de koninginnenrit, startend met een afdaling door het Glottertal en langzaam klimmend uit het dal. Een wegafzetting negerend, waar we in Keppenbach een stukje off road moesten, gefoeter van Hans uitlokkend.

Frank had al geopperd af te willen steken, om uiterst curieuze redenen; de afspraak was dat bij een koffiepauze te doen. Plots echter bij een T-splitsing zwaaide hij, in gezelschap van Ger en Jan af en Karel bij vergissing achter de rest aan.
Hier kreeg hij, na gejaag over golvende wegen, nog even instructie om nooit het wiel van je voorganger los te laten, en, mocht dat gebeuren, dan direct, zonder uitstel 'los' te roepen.

Om de hoofdweg te vermijden na Seelbach een bijzonder smal, fraai en steil klimmetje genomen dat ons na de afdaling richting de pauzeplaats Haslach bracht.

Hier opperde Harold een variant om de grote weg te vermijden via Hofstetten, waar het hele dorp uitgekomen was voor een trouwerij en Biederbach. Dit niet dan na een zeer rustige en steile klim door een duister bos.

Na Elzach een stukje de grote weg gevolgd door Ober- en Unterwinden en een fraai pad door de weiden om bij Bleibach de tweede variant te doen, het dal naar de Hexenloch. Na een wat gewone aanloop door een weids dal met onderweg antieke tractoren, een kleine afslag en afdaling om daarna in een van de mooiste ooit gefietste dalletjes te komen.

Van Hexenloch de afdaling van vrijdag omhoog haar St. Märgen. Hans was vooruit, Harold wachtte op Martin en suggereerde de Kandel er nog maar even bij te doen om er een echte Zaterdagsrit van te maken.
Zo gezegd, zo gedaan. Hoewel veel lichter dan de Kandel-noord toch ook stukken met 9%, maar snel boven en van het zonnetje en uitzicht genoten.

Een bliksemsnelle afdaling waar de andere mannen in St. Peter al aan het 50-jaarsfeestbier à € 0,70 zaten.

De prijsuitreiking door een deskundige jury,de wisselbeker voor de derde maal aan mij overhandigd.
De RC voor volgend jaar vastgesteld: Hendrik en Harold, alzo ook de jury: Harold en Frank.

De feestavond nog meegemaakt met veel bier en matige accordeonmuziek en op tijd naar bed.

Voor de thuisblijvers misschien de wat bittere boodschap dat het ook zonder hen geslaagd was, maar we hadden ze er toch graag bij gehad.

Een albumpje, aangevuld met materiaal van Frank (de webmaster dankt!)..

Karel vult aan vanuit zijn perspectief:

‘Vogezen’ 2015, wederom in het Schwarzwald.

Tsja, wat moet je aan zo'n uitmuntend relaas, met foto's, ritten enz. van Martin nog toevoegen.

Het fietsuitje is in alle opzichten volledig geslaagd. Iedereen op tijd bij het verzamelpunt, rustig rijden naar het afgesproken koffiepunt voor "Kaffee mit Kuchen" en relaxed verder naar St. Peter, dat ik in mijn enthousiasme niet correct had ingevoerd op de navigatie. Bleef wel de mogelijkheid om vanuit Waldkirch de Kandel met een sneaky preview te vereren.

In St. Peter, in tegenstelling tot eerdere uitjes, relaxed geluncht, uitgepakt en de voorbereidingen voor de uitdagende klimtijdrit.Resultaten hiervan zie verslag Martin. Voordeel van het mindere aantal deelnemers was voor mij dat het zeker was dat ik bij de eerste tien zou eindigen.

Het uitstekende diner (we mogen niet spreken van avondeten) door de "Ruhetag" van Hirschen genoten in het beste restaurant van St. Peter en waarschijnlijk verre omgeving. Eigenlijk was de entourage en de kwaliteit voor deze gelegenheid ons eigenlijk te waardig, maar het was wel heel goed.

De vrijdag begon ook weer relaxed, met een ontspannen ontbijt en een rustig gereed maken voor de 100 km tocht.
Deze tocht liep door een mooie, afwisselende omgeving met zowel rustig alsook wat pittigere beklimmingen.De gezamenlijke lunch bestond ditmaal meer uit gebak en zoetigheid bij de "Konditorei" en niet uit de gebruikelijke voedzame versnaperingen in de pizzeria.

Tijdens de lunch besloten dat we op konden splitsen en de liefhebbers de Kandel nog eens konnen beklimmen en de rest via het oorspronkelijke voorgestelde Glottertal omhoog kon gaan.
Hans, Martin en Harold hebben de uitdaging aangegaan voor een tweede beklimming. Jan, Ger, Frank en Karel de wat minder ruige, edoch ook fikse beklimming via het Glottertal.Tijdens deze rit zijn enkele druppels regen gevallen, deze mogen echter geen naam hebben.
Na douchen enz. als eerste de prachtige kerk van St. Peter bezocht, daarna de Torte voor de "Wiedergutmachungsbeitrag" genoten im Hirschen.

De zaterdag begon eigenlijk slecht met natte straten, maar de zon begon langzaam door te komen. Tijdens de routebespreking allerhande alternatieve mogelijkheden voor routeverlichting, teamsamenstellingen enz. besproken. Conclusie: we zien dit wel tijdens de rit en passen dan eventueel aan.Jan had al een mogelijke afkorting voorgesteld. Door mijn snelheid van dat moment de door Jan voorgestelde afslag gemist en full speed achter de lange groep aan. Door de grote snelheid van Hans, Harold en Martin en doordat ik heel netjes op het fietspad ben gebleven viel er even een gat. Dit heeft me een stevige reprimande opgeleverd van Hans dat ik "los" moest roepen als het niet meer ging. Moet je dan wel nog adem voor hebben.Via een prachtige afdaling en fikse klim naar Haslach waar we op een terras als lunch een baguette hebben genoten.
Na de lunch door het bos naar Biederbach, een mooie en fikse klim.De route via Simonswald, naar Hexenloch is een onbeschrijflijk mooi dal, waar zowel de afkortingsgroep als de lange route groep van hebben genoten. Onafhankelijk van elkaar hebben beide groepen in Hexenloch nog een versnapering genoten en toen door naar St. Peter. Hier werd de lange routegroep nog een opgesplitst in drie separate groepen. Op weg van St. Märgen naar St. Peter nog genoten van perfect gerestaureerde antieke automobielen, variërend van kleine BMW Isetta's naar imposante Rolls Royce en Adenauer BMW's.

Op het terras van Hirschen de nodige toespraken en prijsuitreiking, commissiebenoemingen en "Schaele Wazel".Na het diner uitbundig het 50-jarig jubileum van het hotel gevierd. Vooral de muziek was toepasselijk!

Op zondagochtend weer huilend afscheid van elkaar genomen en ieder zijns weegs. Deed me weer aan mijn werkzame leven denken. Na afloop van een audit o.i.d. zwierf iedereen weer uit over verschillende bestemmingen her- en der op de wereld. Zo ook nu. Sommigen naar huis, anderen werden opgehaald voor een andere (vakantie)bestemming en weer anderen vertrokken naar de volgende fietsafspraken.
Allemaal hartstikke bedankt voor deze geslaagde dagen en wat betreft dit uitje: tot 2016. Hopelijk dan weer in de uitgebreidere samenstelling zoals vanouds. De achterblijvers weten niet wat ze gemist hebben.

Ger voegt, na een weekje Sauerland nog toe:

Sedert vorig jaar is TCE Vosges bij mij (en Frank Rutgers) een combi met direct na afloop van onze tocht fietsen met een vrienden- annex fietsclub van Frank. Tweede deel met de echtgenotes. Naar beide zie ik echt uit. Echter nadat ik vorig jaar op dag 1 al mezelf had gesloopt, dit jaar met enige vrees. Verstandig fietsen bleek achteraf wel duidelijk te lonen.

De aanloop naar het Schwarzwald was dit jaar ook anders; een aantal vertrouwden konden om diverse redenen niet mee en dat maakte “het groepje” zeer overzichtelijk, wat ook zijn charme heeft. Redelijk veel bij elkaar gebleven, met dank aan Harold en Hans die dat geen opoffering bleken te vinden en op het terras en aan tafel kon je ook met eenieder kletsen. Echter aller hoop is toch, dat we volgend jaar weer in wat grotere getale zijn.

De start was ‘sharp’, want toen Jan, Frank en ik om 7.02 uur arriveerden bij ons vertrekpunt stond iedereen al in gelid. Karel voorop en dat zou zo de hele reis (incl. het fietsend deel!) zo blijven. De reis verliep voorspoedig nadat de koersdirectie die week de huisvesting van de ploeg nog succesvol had weten te veranderen. Jan P. mocht pas na afloop in zijn nieuwe camper slapen, zodat het nieuwe en modernistisch gedoe van de Sky-ploeg aan hem (en ons) voorbij ging. Zijn nieuwe camper is overigens zeer fraai met een “in-house” fietsenstalling.
Hirschen en de alternatieve locatie waren prima en het eten op dag 1 was niet alleen on-Duits, maar ook van een andere prijsklasse. Frank heeft in week twee daarbij nog veel indruk gemaakt met zijn geluidsopname van onze accordeon-virtuoos.

Er waren door de routecie mooie routes uitgezet, waarbij een aantal van ons “De Kandel” iedere dag op het programma hadden. Ik ben er nu wel definitief achter dat “de reizerij”, de hectiek van vertrek en aankomst (plus waarschijnlijk de temperatuur) niet echt mijn ding meer is. Ergo na het echec van vorig jaar me voorgenomen, de eerste dag geen enkele energie te verspillen. Nu is dat moeilijk op de Kandel, maar bij voorbaat het klassement irrelevant verklaren, heeft me later die week en ook in de buurt van Willingen geen windeieren gelegd. Het fietsen van zowel Karel, Frank als Martin was deze dagen echt superb en dat tekende zich in die tijdrit al af! En over de anderen zijn alleen maar de bekende rituelen los te laten; steady in alle opzichten. Mijn midden- en kleine blad brachten mij “op een hoger plan van acteren”; dat was wat in ieder geval de statistieken na afloop lieten zien en zo voelde het ook. Af en toe eens doorgetrokken op een helling; dat dan weer wel.

Ook dit jaar ging weer wat mis met een wiel van mij. In onze Baraque Michel rit had ik al aan de niet-kransjeskant een spaak kapot gefietst; wat ik overigens pas na de Thornrit merkte. Toen ik dit aan het ontbijt was aan het vertellen, meende ik me een tik de dag ervoor te herinneren en inderdaad weer een spaak. Gelukkig had Harold reserve bij zich, ergo snel opgelost.
Dat kunstje heb ik in Willingen weer herhaald, nu niet zo succesvol omdat de door Reinouw meegebrachte spaken te kort bleken te zijn. Ook nu weer mazzel, want een van de mannen had een reserve-achterwiel bij zich, waar ik twee dagen op heb kunnen koersen. Inmiddels staat de Duell voor een grote beurt en nieuwe wielen bij Roger Wijnen.

Wat wel opviel in het Schwarzwald en later ook in het Sauerland was de redelijk hoeveelheid grotere wegen, maar ook de hogere welvaart en toerisme t.o.v. de Vosges. De kerk in Sankt Peter was ook van binnen zeer fraai en het klooster enorm groot. De Garmins beginnen duidelijk hun nut te bewijzen, want er was goed uitgepijld en dito in de apparaten geladen, dus het zoeken was geen thema meer. Op dag drie was er een onbedoeld schisma in de groep, omdat de BETS’ers niet per se de hm’s en km’s de hoogte in wilden gooien. De afspraak om bij de koffie even te overleggen, verdween bij een T-splitsing en zo zaten we in twee groepen, die achteraf gezien op een paar km’s dezelfde route hebben afgelegd. Dat bleek eigenlijk de mooiste van de drie dagen te zijn, nl. door een fraai dal eindigend bij Glashütte.

Zondag retour via Willingen, waar we nog een viertal dagen in absoluut veel lagere temperaturen met vijf man hebben gefietst; mooi ritten die ik voor de liefhebbers die naar dat gebeid willen bijvoeg.
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4





Zondag 7 juni

Ger:


Mooie zomerse dagen dit weekend. Gisteren met BETS in Tilburg gefietst en vandaag weer met TCE op stap. Met BETS was het met de kids (die van ons waren helaas alle drie verhinderd).En die kids gedroegen zich erg netjes; keurig opgevoed door hun ouders gaven ze ons de ruimte; of ze nu triatleet waren, met een KNWU-licentie fietsten of net de marathon van Parijs achter de rug hadden; wij mochten/moesten voorop!
Beide dagen wel redelijk wat wind, maar ook een lekker zonnetje. Daarbij ook weer eten op het terras met de buitenkeuken en dat maakt het leven meer dan goed. Het was vandaag weer processiedag; dat begon al in Scheulder, maar ook boven op de Snijders was een mooi pad gelegd en op de terugweg in Eijsden en Gronsveld, kwamen we er midden tussen in.

De rit vandaag met Karel en Hans ging as usual naar Pam-Pam, maar wel via een totaal andere route dan normaal. Af en toe democratisch overleg bracht ons aan de Maaskant, waar we de Maasberg over de keitjes hebben gedaan. Oud Geulle en langs kanaal en Maas naar M’tricht waar we in Maastrichts Mooiste terecht kwamen. Omdat Hans dat deel van M’tricht als zijn broekzak kent, zijn we met wat mooie de-tours terecht gekomen op de weg naar Kanne. Aanvankelijk de grote weg vals omhoog naar Eben Emael en vandaar gekend over het mooie paadje naar Visé. De Hallembaye weer eens van zijn mooie (maar ook makkelijker) kant gedaan.

Op het terras rustig overleg en vooral beschouwing over klimtijdrit komende week; dat is “een echte”. Vlak en tegen de wind weer terug langs Eijsden en Gronsveld, omdat Karel na stevig fietsen deze week zijn hm’s wilde sparen. Hans koos voor de Bemeler; Karel en ik voor de Dellen. Ons gem. mocht er zijn en ik kwam toch > 600 hm; tevreden dus en benieuwd hoe het komende week gaat; ik heb het gevoel, dat klein fietsen toch begint te lonen!

Martin: ik was om een paar redenen niet aan de toren. Ik zou namelijk ’s middags om een uur al moeten vertrekken op dienstreis en daar ik Miriam al een aantal dagen niet gezien had besloten om met haar een stukje vanuit Puth te fietsen.Via Nuth naar de Blauwe Steen, Hulsberg en volgens mij voor het eerst van mijn leven Walem af. Door naar de Keuten en over de Plankweg wondermooi naar Banholt en binnendoor naar Bergenhuizen. Afgedaald over zeer slecht wegdek naar Altenbroek en naar Withuis. Via Eijsden naar Gronsveld en Maastricht. De Bemeler op en afgerond met de Stoepert en de Slakweg. Twintig minuten voor mijn reisgenoot aan de deur stond was ik thuis.



Zondag 31 mei

Ger:

Een ouderwets ritje, vandaag. Na vorige week Jazz in Den Bosch en gisteren een housewarming aldaar, hadden Reinouw en ik weer onwijs genoten van ons jonge spul (van 31 tot 35 jaar) en hun vrienden. Dan zie je de eigen tijd terug in de spiegel, met een groot verschil: “er is veel meer informatie”.

Bij de toren waren Hans en Martin. Gelijk afgesproken het niet over de FIFA en haar voorzitter te gaan hebben; dus was nu het thema hoe het toch komt dat al “die beleidsambtenaren” vroeg of laat komen bovendrijven en vervolgens allerlei “non-wijsheden” verkopen. Een fatsoenlijk vak nooit beoefend, maar wel van alles vinden! Nu; we zijn een fietscluppie en er moet dan ook gewoon worden gewerkt. Na de wind geobserveerd te hebben, was de startrichting wel helder. Het licht in Welkenraedt viel af, Pam- Pam ook, maar waar dan naar toe. Toen Aubel viel, zaten we snel op een golflengte, want dan kun je daarna het o zo mooie Berwinnedal doen. We zijn daar op een onconventionele manier naar toe gefietst. Via de Brakkeberg en over Margraten naar Ulvend. Het fraaie asfalt op het Roode Bos liep heerlijk en het merendeel werd als drie solisten afgelegd. De volgorde is wel helder.
Aubel, Val Dieu en nog altijd het middenblad. Pas langs de Berwinne voor geschakeld en bij Pam-Pam zat ik al op ca. 750 hm en overigens een gemiddelde van tegen de wind (en daarvan >90% alleen in het derde wiel) van 23,8 km. Gesprek over van alles en nog wat en terug via het kanaal, dat later via de Maas werd. Martin had een fraai weggetje ontdekt en zo kwamen we pas vlak bij de nieuwe sluis terug op de weg van Petit Lanaye. Omhoog bij Slavante waar je boven in de ENCI-groeve kunt kijken en in Maastricht van Hans het speldje voor Veilig Verkeer toegezegd gekregen. In Meerssen van Hans afscheid genomen en Martin en ik verder via de Dellen en ik uiteindelijk vlak over de Provinciale weg terug.
Er is weer ouderwets gekacheld met waardes die daarbij horen!



Zondag 24 mei – De Heilige Geest

Een week ervoor had ik op het forum iets gezegd over een HC-rit op EPD. Niemand op gereageerd totdat gisterenavond Henk opmerkte om wellicht een HC-rit te doen.In de wetenschap(?) dat Hans zeker niet gelezen had en het gegeven dat Miriam wellicht meewilde toch maar voorgesteld op er een gewone rit van te maken. Karel was er natuurlijk ook voor hij naar Frankrijk zou vertrekken. Hans stelde voor – omdat Henk er was(?) naar Limbourg te gaan; voor de lekkere taartjes.
Zo gezegd, zo gedaan. Via Daalhemer en IJzeren naar Margraten waar we achterlangs via Termaar op de Plankweg uitkwamen. Met nieuw asfalt op het fietspad en zoals bekend in het Rode Bosch was het fietsen een waar genoegen.
Op de weg langs het oorlogskerkhof haalden we een Maastrichtenaar in die alleen onderweg was en ons zo gezellig vond dat hij, na gevraagd te hebben, bij ons bleef.

Genoeglijk bollend naar Quatre Chemins en zo omhoog naar de watertoren van Bilstain en afgedaald naar Limbourg. De klim omhoog gezapig beginnend, maar steeds steiler wordend, waar het Martin bestond, als enige, de officiële uitklim met 20% over kasseien in de vorm van forse maaskeien af te ronden.

Genoeglijk in de fraaie binnenstad de Tartes aux Fraises genoten.

Zuidwaarts nu via de Chapelle St. Anne naar Hèvremont en verder naar Goé.In Dolhain de lange klim naar Heggen en over nieuw wegdek door naar de zuidelijke randen van Welkenraedt.

Een nieuwe doorsteek gevonden naar Lontzen die zich prettig liet berijden zodat we Lontzen van het zuiden uit benaderden. Door naar Montzen waar we op Martins verzoek de Kinkenweg namen. Lang geleden, maar erg fraai, alleen al om de ‘aanroute’.

Routineus de Gulp af, waar Miriam tekenen van slijtage begon te vertonen, wat ze op de heenweg goed wist te verbergen.

In Teuven gekozen voor Nurop wegens de fraaie klim naar de Plank, waar boven Hans afscheid had genomen, schijnbaar om snel te kunnen afronden.Overgestoken naar het drukke Ulvend en door Vroelen naar Noorbeek.

Om de klim van het Mheerelindje te vermijden naar Bergenhuizen, what else, en via Mheer de fraaie Rondelenstraat af, door het mooie Libeek naar Moerslag en zo naar het snelfietspad.

Van snel fietsen was daar niet zo veel sprake meer wegens de drukte, maar dat kwam Miriam ook wel uit. De Maastrichtenaar nam dankbaar afscheid en via Meerssen en Ulestraten omhoog.Een uiterst tevredenstellende rit waarvan Miriam, na 131 km met een voor haar ongekend hoog gemiddelde bij die afstand, zei dat ze er daar wel een per maand van wilde doen.



Zondag 17 mei 2015

Ger:


Gisteren onze eetclub in Thorn. Karel is chef-kok en heeft een kookstudio, daarbij heel creatief en Paul kan zich vervolgens als vinoloog helemaal te buiten gaan. Heerlijk gegeten; fantastische wijnen en ook laat in bed. Aan de rit op Hemelvaart heb ik een schuurplek plus irritatie overgehouden; in het vertrek en onderweg bleef het dus de goede zit zoeken. Het hoofd was er wel goed bij!
Me voorgenomen vandaag weer te gaan ‘peddelen’; nu dat is gelukt met een gem. RPM van 83. Ik had beter in Thorn kunnen blijven slapen, want dat was de bestemming. Eerst een korte bespreking bij ons startpunt door Hans, Martin en mij van onze nieuwe Groen-Linksaanvoerder en daarna direct via de kortste (?) omweg Karel opgehaald bij de Biesenhof in Geleen en vervolgens in gestrekte draf naar het veer in Berg. Mijn Garmin viel deels uit, maar dat was volgens Martin goed op te lossen met gewoon aan-uit. En dat was zo. Belgische kant van de (Grens)maas op en dat was heel fraai. De hele rit was trouwens fraai. Smalle wegen, bochten en op tijd op het terras in Thorn. De gebruikelijke observaties die we deels konden uitwisselen met een ‘doorrookt’ cluppie locals. Terug werd voor mij een nostalgierit. Op wegen die ik ook gefietst heb met onze kinderen in het fietsstoeltje toen mijn ouders in Herten woonde en wij in Grevenbicht. Boven 100 RPM de brug bij Obbicht op en boven de 90 de Oude Windraak. Het grote mes voor de hele rit niet aangeraakt en dat leverde af en toe een metertje of 10/25 achterstand op. Maar me voorgenomen dat grote verzet te laten en dat lukte goed. Perfecte training dus.
Omdat Karel en Martin dit keer nog wat penitentie rond Puth wilden doen via Oirsbeek retour en ook daar waren de uitzichten heel mooi. Duidelijk anders dan gisteren, toen een echt miezerscherm hing.
Bij de ALFA ik links en zij rechts en vervolgens mijn gem. op dat moment (26,4) proberen vast te houden, hetgeen is gelukt. In Valkenburg veel toeristen en geen Max Verstappen meer. Grote weg afgerost en uiteindelijk met ca. 130 km afgeklokt. Dat is een mooie fietsweek geweest. Voelde uiteindelijk mijn benen wel, maar anders dan kapot en mijn schuurplek kan ik gelukkig niet zien; wel voelen.
Zondag in Den Bosch bij Jazz in Duketown. Veel plezier aan de anderen.



Donderdag 14 mei – Hemelvaart

Wat is een mooier doel op deze dag om het hoogste punt van België op te zoeken?

Ger vertelt hierover:

Vandaag een bijzondere rit; doordeweeks. Waar is overigens de tijd dat we met Hemelvaart gewoon Waalse Pijl en dus ook de Muur deden? Gisteren kwam ik Karel tegen bij Roger Wijnen tegen en op zijn vraag “morgen mee?” antwoordde ik half zacht nee; ik ga met Reinouw fietsen”. Daarbij bedenkend dat ik dan om uiterlijk 13.00 thuis zou zijn; ruim voor de regen en het terras eens kon benutten. Dat ligt lekker aan de vijver en die heb ik gister weer van de nodige vissen voorzien en dat is gewoon leuk.

Echter, Reinouw had dinsdag bij de osteopaat een complete re-set ondergaan, met het advies komende week maximaal een beetje te peddelen op de HT. Dus toen ik riep: “wat gaan we dan doen?”, riep zij: “Ga jij maar lekker fietsen”. Ik straalde het blijkbaar helemaal uit.

Voorzien van een nieuw tasje, een opgepompte ABA (de VBA mist zijn ventiel - dus dat is wachten tot ik lek rij - in het zonnetje, maar koud vertrokken naar onze nieuwe startplek. Een gewoon massale opkomst daar en boven aan de Daalhemer. Miriam, Fenneke, Dave, Koen en “de harde kern”, te weten Martin, Karel en ik aangevuld met een van onze Vosges-maten Jan.

Het front gevormd door Dave, Martin en Jan, vervolgens ik en dan veelal Karel die de dames probeerde uit de wind te houden. Voor mij betekende de Baraque terug richting Gulpen en vandaar via HC en wat omzwervingen aan de voet bij het bos uitkomen. Martin riep 13 km en 450 hm. En dat klopte.

Klein peddelend naar boven en op de grote weg veel auto’s. Tarte mirtylle (met slagroom) en enkelen aan de bolognese, resp. asperges?! De rekening, resp. de betaling klopte dus niet. Gekend terug via de Gileppe en in Gulpen er voor gekozen de penitentielus ook nog te doen. Ergo een half uur voor de eerste druppels afgeklokt en het bad opgezocht.

Een heerlijke rit met een aangenaam gezelschap.



Zondag 10 mei

Ger
vertelt:

Het was weer een bijzonder dagje. Allereerst natuurlijk het meer dan prima weer; lekker in het zonnetje met korte broek en kortemouwenshirt. Echter er waren toch nog wat fietsers die “voor lang” hadden gekozen.

Vervolgens constateerden Karel (die gelijk met mij arriveerde) en even later Hans (die op toptempo aankwam), dat we eigenlijk nooit over de afwezigen praten. Dit keer wel effe gedaan:De route simpel, althans qua bestemming en dat was Pam-Pam. Ik mocht de eerste kilometers aan het commando. Daarover later meer. Dus gekozen voor de afdaling naar de Hanos en vandaar dit keer de Brakkenberg op. Karel en ik hebben Hans daar afgezet en die ging meteen als een speer omhoog. Karel en ik keken tevreden toe.
Boven mocht ik weer voorop, dus de rijksweg over en omlaag en vervolgens weer omhoog om bij de kerk in B&T resoluut voor de afdaling van de Rasberg te kiezen. Na wat overleg over Bemeler of niet in Bemelen rechtsaf naar de klim naar de golf en C&K. Overgestoken en bij d’r Mathieu de Örenberg af en weer sluipend omhoog. Vervolgens gekend naar Libeek en bij Mesch doorgestoken als vanouds maar bij de doorgaande weg rechtsaf weer omhoog en de rijksweg overgestoken.

De eerste borden van de afzetting voor de marathon kwamen er al aan; ook op diverse plaatsen live muziek (vooral percussie, wat volgens Hans goed was voor de lopers) en bij Pam-Pam de bekende drukte voor de start. Was een festijn. Als gebruikelijk weer de nodige zaken bij de koffie de revue laten passeren, waarbij onze gedachten en standpunten gevoeglijk wel bekend zijn.

Karel opperde Halembaye en dat hebben we dus gedaan. Tot de voet weer Karel en ik voorop en in de klim Hans. Zo heeft Hans zeker 75% van de tijd achter ons gereden. Dat ontlokte mij de opmerking, dat ik dan harder fietste (en Karel ook). Als de stip voor je verdwijnt, laat je toch eerder lopen, maar zo’n wegkapitein die achter je zit en overigens dan niks zegt, laat je wel de longen uit je lijf fietsen! Wel plezierig, dat zeker.

Enfin, door Kanne en Maastricht met allerlei lopers en zongenieters, deed ons herkennen, dat we normaal heel gedisciplineerd fietsen. Vandaag dus niet! In het park en bij de Maasboulevard in zo’n enen kilometer zeker tussen de 10 en 15 verkeersovertredingen gemaakt; je houdt dan wel goed je snelheid vast, moet ik bekennen.

Door de Dellen met weer de bekende namen van vandaag voorop gingen bij de Hanos Karel en Hans weer omhoog naar Schimmert en ik ben vervolgens doorgetrokken naar Valkenburg om daar in het centrum omhoog te gaan via de Heek naar Klimmen en via Karsraat en Ubachsberg mijn > 100 km af te ronden.

Hard gefietst vandaag; dus dat ‘stoken’ van Hans hielp wonderbaarlijk. Maar ook > 2000 cal en een gem. RPM van 81. De koffiemolen begint mijn normale tred te worden.

De webmaster heeft hier overigens het volgende aan toe te voegen: ik had niet-fietsende-vrienden op bezoek, die bestaan dus. En ik had mij overigens netjes via het forum afgemeld.
Met die niet-fietsende-vrienden ben ik wezen wandelen rondom Deigné in de Ardennen in de Vallée des Chantoirs. Afsluitend een biertje in de geboortestad van Philippe Gilbert, onderaan Le Redoute.

Overigens is er a.s. donderdag een damestocht (zij zijn dan de baas) naar de Baraque Michel. Wij mogen mee als we ons aan hun regels houden en hun tempo. 9.00 dierenasiel, 9.30 Clubhuis.




Zondag 3 mei

In de tijd van e-bikes, regenradars en meteoapps zullen velen zich wellicht hebben laten afschrikken door het verwachte weer.
Toen de fietsen en de mannen nog van staal waren, en het enig stukje elektronica de fietscomputer met wel drie functies was, ging je gewoon naar buiten en keek je wel wat het zou worden.
Zo ook Karel en Martin die beiden naar het clubhuis gereden zijn, de eerste voor de eerste keer dit jaar!
Dus zomaar wat gaan rijden met niets speciaals in gedachten, behalve de uitspraak dat Karel op tijd thuis wilde zijn, daar de kinderen er waren.
In Schimmert was het razend druk met wandelaars, daar was Valkenburg verstild bij.
Via de Daalhemer, waar het boven even motregende, over het plateau de Ingber af en, ongebruikelijk, de Koning van Spanje op, waar men druk bezig was met de voorbereidingen van de Koning-van-Spanje-trail.
De Eperheide af en met zeer fraaie uitzichten de Camerig op, buitenom.
In Lodge 7 de prima vlaai, koffie en bediening en na wat gekout weer naar buiten waar inmiddels de zon scheen. Voor Vaalsbroek langs en zo door naar Vaals om over het EK2000pad de Senserbachweg te vinden voor de klim naar Orsbach, waar het asfalt inmiddels, op het verbindende stukje naar de grens, van erbarmelijke kwaliteit is.
Door naar Bocholtzerheide en Banheide om in Eys niet voor de Bois de Fer maar voor de Côte de Trintelen te kiezen. Van Ubachsberg de Daelweg af en lang de Geleenbeek weer huiswaarts.

Henk voegt nog toe, excuusmatig:

Ik heb mijn Massi vandaag per trein van Sittard naar Muttenz verplaatst. Marijke heeft me om 1 uur naar Aken gebracht. Van daar met de IC, niet ICE dus, naar Stuttgart via de Loreley en daar naar Basel Bad en de laatste 30 min over de Rijnbrug en door Birsfelden naar Muttenz op de Massi. Om 10 uur in de avond gaat dat prima. Echt maar een enkele auto van iemand die de mores niet kent, en gelukkig was het net opgehouden met regenen. Totale reistijd toch wel even 9.5 uur, maar nu heb ik hier wel een volledige racer om iets meer kans te maken mijn jongere collega's tenminste een beetje bij te blijven.
Daardoor niet bij het nieuwe clubhuis, sorry.



Zondag 26 april

Ger
:

Een mooie week en niet alleen qua fietsen. Zoals Hans vorige week al zei: “de bloesem is heel mooi”. En omdat onze golf in Margraten deels in oude fruitweides ligt, was het met de zon deze week meer dan fraai daar rond te lopen. Ook nog het mooie uitzicht in volle zon op de hellingen naar Berg & Terblijt en Bemelen er gratis bij, alsook mijn spel dat weer “op niveau” is, omdat ik het spelletje weer serieus ben aan het nemen.

De weersvoorspelling voor vandaag was niet goed; regen dus, maar de temp wel en dat is al heel wat. Mijn forumvraag gister of er iemand zou zijn, werd alleen door Martin beantwoord die inmiddels op zijn MTB leeft, las ik, want hij was nu Sussex aan het onveilig maken (bovendien had hij vorige week aangekondigd dat hij er niet zou zijn).

Vertrokken in korte broek en slechts een jackje (geen regenkleding bij me; bewust vergeten) was ik op tijd aan de toren. Tot mijn zeer aangename verrassing verscheen Henk, die al wat extra km’s had gedaan. Wat onderling welkomgekeuvel en vervolgens viel Pam-Pam af. Zo ook de heilige maagd in Welkenraedt, dus werd het Waldschenke. Henk kennende, geroepen dat ik liever niet door modder, bos en blad wilde fietsen; niet om de fiets schoon te houden, maar om zelf heel te blijven.
De Schenke is gevonden door per kruising te bepalen wat we gingen doen. Eerst was dat dus gewoon weer terug naar Gulpen waar ik na 30 km weer thuis was! Vandaar via Slenaken naar Teuven om via een MTB-tocht omhoog te gaan naar HC. Ondertussen, Karel, hebben Henk en ik naast elkaar rijdend alleen maar ge-ouwe-bet. Hij met zijn betere rechteroor links fietsend en ik gelukkig met mijn betere linkeroor aan de rechterkant.

Het thema van Hans en mij vorige week over technologie en innovatie hebben we wat verder uitgebouwd en ik hoorde overigens dat het verhaal dat Henk moet gaan houden tijdens ons fietsen in Duitsland “van wetenschappelijke standing is”. Kortom voldoende reden om niet te verschijnen, maar het idee van de domme fietser te weerspreken.

In HC wel de grote weg gepakt vanwege mijn opmerking over wegglijden en dat lukte Henk en mij bijna ook op een rotonde; gewoon glad. Na 60 km verder ge-ouwe-bet in de Schenke. Maar daarna serieus fietswerk. Terug naar Aachen en vandaar mooi binnendoor afslaand in Vaals naar Orsbach, onderwijl bui 1 trotserend. Tot daar was het nl. alleen nat wegdek geweest. Orsbach omhoog en in Simpelveld Oude Huls. Gewoon bettend “en block” zoals de Belgen zeggen naar boven. Naar de Lange Vrakel om die ook nog te pakken en vandaar Karstraat omlaag en door naar Hulsberg waar de wegen zich scheidden. Bui 2 maakte mij daar weer helemaal nat en naar ik aanneem Henk ook.

Thuis fiets gepoetst, mezelf een bad gegund en de laatste 80 km van LBL gekeken. Ik vond het een mooie koers; wel met weer een stevige valpartij en het gebrek aan doping, zie je aan het fietsen af; er gaan er gewoon weer kapot, resp. worden er gewoon af gereden.

En oh ja; het betten ging naast technologie over pensioen, financiële mechanismes , logica van rentestanden, rare opvattingen en krantenartikelen, welness, gedachtegangen van (onze) kids, de verwende Nederlandse moppergeneratie, etc. etc.
Komende zondag ben ik in Dresden/ Leipzig en Weimar. Met vrienden een week cultuur in een tig jaar geleden bewogen week.


Henk vult nog aan:

Ik werd in Amstenrade nog getroffen door een stortbui die het uiterste van riool vergde, en autoalarmen deed afgaan.

Martin voelt zich toch nog enigszins geroepen iets over het MTB’en te zeggen:

Dat ik de MTB mee had genomen naar vrienden in Engeland heeft een reden: hij heeft namelijk op mijn aandringen een MTB gekocht. Wegfietsen is in Engeland wat minder ontwikkeld. En uiteraard zou ik hem in zijn eerste kilometers begeleiden.
Ik moet zeggen: het was fraai: over bridleways en singletracks en uiteindelijk tot aan de zuidkust gereden om boven Brighton over de white cliffs te fietsen met de prozaïsche naam Devil’s Dyke en uitkijken aan de ene zijde over The Channel en aan de ander kant de vlakten van Sussex, daarbij ook over voormalige spoorwegtracé’s te rijden, onderweg bij een pub stoppen voor een speciaalbiertje…
Hij is enthousiast en bekeerd, daar ging het om!



Zondag 19 April – AGR

Ger:


Het fietsweekend bij uitstek in Zuid Limburg is uiteraard het AGR-weekend. Al een paar maanden geleden, kwam een app’je binnen op de fam-app of er interesse was om met het hele gezin en aanhang de Amstel te doen op zaterdag. En ja, zaterdag zaten we met zeven (Reinouw, ik en de drie kids) en mijn zwager, plus Marcel (de vriend van Jojanne) op de fiets. Op een nette tijd naar Valkenburg gereden en weer bevestigd dat een tocht zaak van uiterste concentratie en oplettendheid is. Echter wel leuk om te doen en onderweg te kijken naar anderen. We hadden gekozen - om het leuk te houden - voor de 65 km en Mark en Marcel voor de 100. Die kwamen we bij de eerste foeragering in Nagelbeek weer tegen. Opvallend was het feit dat het echt uitstekend was geregeld.
En groupe de Lange Raar op en vervolgens was de eerste officiële helling pas weer de Fromberg! Het was echter tot daar op en af en een smerig windje tegen. Hoogtepunt was de “niet geclassificeerde” Koulen, waar ouderwets weer veel werd gelopen. Maar niet door ons groepje! Roepen om aan de kant te gaan en dan weer doortrekken. Boven nog met Jos en Marjan gesproken; ging met beiden goed en Jos had vrijdag zijn eerste 40 km weer achter de rug. Hij wil voor zijn vakantie proberen nog een keer met ons te rijden.
De zwarte route in Schoonbron verlaten om de Keutenberg te doen. Reinouw is tot halverwege gekomen en Jojan kwam gewoon op d’r MTB en voor middenblad boven. Daar nog even genoten van het fantastisch uitzicht. Via Ingber en Scheulder naar Valkenburg. Samen gefinisht op de Cauberg in een mooi tempo en na Vilt maar doorgetrokken via de Rasberg naar Bemelen om die als toetje te doen. Boven tegen de wind weer retour naar Gulpen sloten we af met ca. 95 km. Tevreden aan de 0% Erdinger en later een prima lasagne.
Gisteravond besloten dat het samen fietsen toch leuker is dan alleen naar de AGR-start vanmorgen. Dus gewoon om 8.15 naar de toren. Onderweg bedacht, dat ik me eigenlijk had afgemeld en geen nieuwe info had gestuurd! Aangekomen zag ik uiteraard Hans en daarbij bleef het.
Motto was Bloesem en Pam-Pam; ergo via de Geulhemmer en het jaagpad naar de Beemden. Bloesem en zon zorgden voor mooie beelden. Pam-Pam was vanmorgen echt een ouderwets beeld. Ontbijtende en kranten lezende oudjes; gesprekken in het Frans en veel lichaamstaal daarbij. Hans en ik hebben in “social media tempo” vele onderwerpen de revue laten passeren. Daarbij o.a. Franse presidenten, politiek in het bedrijfsleven, achtergronden en zelfs drijfveren van spookrijders, uiteraard de Amstel, vakantiehuis van Roland Holz, belang van technologie, waren trending topics.
Retour via de fraaie helling van Sarolay; meer dan de helft gaf de Garmin 11% aan en het minste was 8,6%. Vandaar naar Trembleur met mooie hellingen en uitzichten op naar Dalhem en de Voer. Hans voerde uiteraard de hele tijd het commando, maar nu toch wat nadrukkelijker. De km’s van gister begonnen mee te tellen. Bij Ulvend maar echt eigen tempo gekozen en achter Noorbeek even naar de koers gekeken en toen tegen de wind naar Reijmerstok en Gulpen. Omdat ik toen op 80 km stond gekozen voor het extra rondje van de afgelopen weken. Naar de Sibber over de grote weg en daar nog even naar Margraten. Weer met > 1000 hm afgesloten en vandaag 105 km En nu voor de TV!

Martin:

Gisterenochtend samen met Rob Everink 70 km op de ATB, waar het de eerste keer was dat ik na afkomst noch fiets, noch mijzelf diende af te spuiten. De grond was droog. Daartoe nog even gefilosofeerd wat de optimale vochtigheidsgraad is voor de beste grip, want – zo viel ons op: op een gans droog pad neigen de steentjes eerder te gaan schuiven, wat ook niet goed voor de grip is!
Zaterdag en famille naar 020 getogen om daar naar de Ouwe Rotten Paul Simon en Sting te kijken en luisteren in de Ziggo Dome (feitelijke een doosvormig gebouw dus geen dome, maar de Ziggodoos, maar dat roept wellicht weer andere connotaties op).
Ruim na enen ’s nachts thuis dus weinig goesting ’s morgen er vroeg uit te gaan – afmelden via het forum zou denkelijk ook niet zo veel zin hebben, zo laat.
Daarom erg blij te lezen dat Pou-Pou er toch (natuurlijk?) was. Ik wist immers dat Karel er niet zou zijn, Henk niet (ook naar de Ziggodoos, met overnachting), en Jos waarschijnlijk niet.

Bovendien zou Miriam later gaan fietsen met twee vrienden (onder wie een Flachländer uit Grunning) en besloot ook onze Wouter mee te willen (op de Orbea); kortom genoeg argumenten ook deze keer voor de familie te gaan.

Heel ontspannen een toch wel mooi rondje gefietst, waar we, bij toeval, een minuut voor het peloton via de Duitse kant op het Drielandenpunt bovenkwamen.
Natuurlijk door Wouter uitgeprobeerd in de verschillende klimmetjes, maar ervaring en hardheid wonnen het toch steeds van jeugdigheid en koteletindex; hij nam zijn verlies als een man.

Overigens volgend weekend, inclusief Bierkönigstag, ben ik er niet; namelijk in Engeland, de ATB mee!




Zondag 12 april

Heden hetzelfde illustere gezelschap aan de toren als vorige week: Martin, Hans en Ger.
Het was frisjes maar zonnig.

Hans vroeg waarheen, waarop Martin iets als het Drielandenpunt suggereerde en Hans dus koos om te kijken of de Pinkstervlam al brandde in het socialistisch walhalla Welkenraedt.
Daarheen dus. Na een koude afdaling de Stoepert af en de Sibber op.
Over het plateau tot Ingber, waar het grote aantal fietsers, dikke en dunne banden, al snel opviel. Naar De Hut en afgedaald naar Gulpen om achter de Gulperberg om in Partij te geraken waarna de niet steile maar lang lopende klim door Hillensberg naar Vijlen en langs de fraaie boerderij van Harles naar Vaalsbroek. Daar stelde Ger voor rechtsomhoog te gaan naar de Pas van Wolfhaag, maar Hans herinnerde zich het uitgesproken Drielandenpunt en dus daarheen. Prachtig afgedaald naar Gemmenich en – ongewoon – over de grote weg naar Völkerich en Plombières. In plaats van de gewone weg links koos Hans voor de steile klim naar de chatâau d’eau.
Langs het station van Montzen en richting Lonzen alwaar het Hazenpad: ruw asfalt, tegenwind en continu bergop.
De koffie was goed in Welkenraedt, maar helaas geen Pinkstervlam – hiermee het geloof in de drieëenheid definitief de grond inborend.

Heel ongewoon in de zon vertrokken en wegens de wat lange heenweg ‘kort’ terug over de route Henri-Chapelle, Teuven. De Gieveld omhoog, nog steeds geen nieuw asfalt, en over Heijenrath verder de Koning van Spanje af.
Bekend Wijlre en in SoG nam Hans afscheid. In V’burg Ger, de Sibber op en ikzelf nam het zogenaamde Niemendalletje nog als toetje.
Thuis, na het grasmaaien, de Orbea gepoetst en aan de haak gehangen en de Lenzen van de haak, gepoetst en gesmeerd voor de zomer.
Las overigens dat Henk aan het zwembad in Malaga lag. Waarschijnlijk door zijn zonnebril jonge moedertjes observerend…

Ger:

Vorig jaar had ik standaard (compact samengevat) voor twee bladen; de grote en de granny. Dat is dit jaar tot dusver heel anders: “alleen het middenblad”. En dat fietst…….

Twee dagen achter elkaar lekker uitgegeten; goed gezelschap, lekker voedsel en me beperkt met de wijn. Zoals ik vanmorgen bij de toren zei; “als je hier drukt, doet het daar pijn”, kortom ik voel me een beetje een oude man qua fysiek. Dat was na onze rit geheel anders, want het feit dat ik door de week met Reinouw een tochtje probeer te maken, levert mij een hersteltraining op en haar een inspanning en op zondag kruipt zij tot dusver op de hometrainer voor haar herstel en krijg ik het voor de kiezen.

Er is weer heel sociaal gereden door met name Hans, die zich echt inhoudt dit jaar en daarbij ook nog de indruk geeft dat niet erg te vinden. Daarnaast gaf Martin mij af en toe het gevoel, dat ik ook nog wel wat kon qua fietsen. En dat was het hanteren van de koffiemolen; en daar kwam ik heel ver mee. (In het zeezeilen is dat overigens een zware klus, want dat is het werk aan de lieren)

In het fietsen zag je vandaag bij Degenkolb, dat de koffiemolen niet helpt als je P-R wil winnen. Op de keien slingerend qua kracht (dat lijkt op mij!) en in de sprint met een slippend achterwiel. Ik vond het fantastisch om te zien en bij de Belgen komen ze niet uitgepraat over het verliezen door Etix van dit soort koersen. Maar wat fietsen die ook stom!

Vertrokken vanmorgen in Gulpen met minder dan drie graden, maar de goede voorspelling. Bij de toren was het doel snel bekend en dat was Welkenraedt. Dat is bereikt via de niet eens kortste omweg, maar wel een leuke en andere route. Na zo’n 30 km was ik weer in Gulpen; ik had dus ruim kunnen uitslapen en vervolgens moesten we over het Drielandenpunt. Boven door alle bomenkap een fantastisch uitzicht. Kruip door sluip door, belandden we in Welkenraedt waar we de opvolger van Gilbert hebben ontmoet. Drie jaar en ons beleefd alle drie een hand gevend; een loopfiets en huilend plus teleurgesteld dat ie niet met ons verder mocht. Zijn ouders keken heel tevree!
“Het licht” was overigens weg met nieuwe toiletten. Het gesprek ging uiteraard o.a. over onze meer dan uitstekende Kamerleden. Ik ben zo brutaal geweest dat te vergelijken met de F-jes. Waar de bal is, kluit eenieder samen; doet daar zeer opgewonden, maar het doel is onbekend, laat staan hoe het te bereiken.

Kortom we waren na ca. 60 km weer op de terugweg en net als vorige week weer mee naar de Sibber om daar de tweede keer omhoog te gaan. Zeer content thuis, fiets gepoetst, onze oudste nog wat wijze raad gegeven (vond zij) omtrent een baanwissel en voor de buis.

Komende week zijn we ‘en famille’ met ca. tien mensen de AGR op zaterdag aan het doen; ik heb me opgeworpen als de Martin van de vrouwengroep. Ik ken de weg en weet banden te wisselen. Op zondag ga ik naar de start in Maastricht en links en rechts kijken. Ben er dus zondag niet.



Maandag 6 april

De eerste zomertijdzondag, dus om negen uur aan de toren. Niet dat het zomertijd was, want het was 2°C bij vertrek. Martin had Henk nog een berichtje gestuurd, maar deze bleek nog aan de zondag gedacht te hebben, waarop hij overigens niet kon…Ger was ook sinds lang weer aan de toren, in het nieuwe clubhuis met fietsrekken, dat dan weer wel. Klaagde over zijn aanhoudende verkoudheid.Natuurlijk was daar Hans die ons kon mededelen dat de accommodatie in het Schwarzwald geboekt was. Jos bleek nog in de lappenmand te zitten.
Hans noemde Pam-Pam op de vraag ‘waarheen?’, dus daarheen.Via een redelijk vlakke heenroute, waar Hans ons mooi langs kasteel Rijckholt leidde met een beetje tegenwind heen. In Pam-Pam de verjaardagskoffie van januari van Martin en wat gekout, onder andere over de kritische massa van de groep en hoe Hans nu aan het misdaadsmilieu gekoppeld is – u vrage hem zelf maar.

Ongebruikelijk via de westkant van de Maas zuidwaarts, onder de nieuwe subsidieabsorberende brug door en de altijd weer zeer fraaie klim van Richelle omhoog.Door Dalhem en de Berwinne fraai stroomopwaarts gevolgd en zo de eerste klim ná Val Dieu omhoog; rustiger en fraaier.
Van Aubel achter het slachthuis langs omhoog waar Hans resoluut richting Hombourg reed, zodat Martin besloot daar ook maar omhoog te gaan om via Sippenaeken Nederland weer binnen te komen.Langs de Smidse en Schoutenhof en traditioneel jagend van Mechelen naar Wittem.
Ger besloot, wegens de penitentie, mee te rijden tot de Sibber en zo de 100+ vol te brengen.Martin eindigde tevreden net onder de honderd.

Ger geeft zijn blijk op vandaag:

Ouderwets fietsweekend.
Gisteren getraind met een groepje enthousiastelingen (waaronder Reinouw en onze twee meiden), die over twee weken de Amstel willen doen. Vandaag voor het eerst dit jaar op stap met TCE. De teneur van de matige opkomsten, die nagenoeg zeker iets met weersomstandigheden te maken hebben, deden slecht Hans, Martin en ik in het vertrek staan. Het was gewoon koud.

Dus maar vlak naar Pam-Pam, waar we in Eijsden nog wat nawee of voorwee van de Volta Classic zagen. Ondertussen in de wind de columns uit de Limburger gewisseld over niet schakelende en te zwaar trappende vrouwen. Gister kon ik dat bij mijn beide dochters ook weer constateren. Zelf ben ik een aanhanger van de koffiemolen geworden en vandaag heb ik de grote plaat voor niet gebruikt! RPM was gemiddeld 80. Het viel me niet tegen, mede omdat Hans vandaag een groot hart had. Bij Pam-Pam op de verjaardag van Martin rijstevlaai gegeten en maar kort over de toestand in de wereld. Langs de hoogstaande Maas gefietst en enkele roeiers toegejuicht en een Maastrichtenaar dankbaar gedepanneerd met Martins pomp. Het bleef maar koud en dus heb ik voor de moraal in Gulpen geen afscheid genomen, maar in de wielen van dit keer vooral Martin gekropen om het gemiddelde nog wat op te vijzelen over de rijksweg naar Valkenburg.

Hans in Schoonbron afgezwaaid en Martin bij aankomst voor de Sibber. Lekker omhoog gepeddeld en via een paar kleine omwegkm’s tot 102 km gekomen. Het bad was heerlijk en ik ga nu maar eens aan het krantje en de opgenomen Vlaanderens Mooiste. Gister overigens de start op tv gezien en daarin Eddy Plankaert veel zinnig commentaar horen geven.

Al met al was het weer leuk met TCE onderweg te zijn. En dat bij ons inmiddels de hele famlie fietst, is ook aardig om samen wat op pad te gaan.

Henk heeft nog een samenvatting van zijn wetenswaardigheden, aanvangende zondag 22 maart:

Ik had me voorgenomen te gaan als het droog was en dat was het, maar het was wel koud. Bij het clubhuis was verder niemand. Omdat ik geen zin had om heel ver in mijn eentje te gaan, wilde ik een rondje Maaseik doen. Na Kotem koos ik de weg pal langs de Maas die steeds minder begaanbaar werd en op het laatst door een parallelbedding ging, die ik wel weer herkende. Duidelijk niet Hansbestendig. Op de dijk richting noorden had ik een smerige wind tegen, die me deed besluiten dat de thuisblijvers dit keer gelijk hadden. Ik nam het pontje van Berg naar huis voor 45 km en werkte ’s middags nog wat aan mijn badkamer.

Voor het paasweekeinde had ik niet goed op de site gekeken. Ik kon op zondag niet. De voorspellingen voor maandag waren niet goed, maar ik besloot toch mijn met combinatie van Massi frame en onderdelen van de kapotgereden Rose te gaan testen voor ik die naar Zwitserland meeneem. Die combi liep als een zonnetje. Overigens was het zonnetje niet te zien, waardoor het erg lastig oriënteren was en ik maar liefst twee keer op een plek terecht kwam waar ik wel wilde zijn, maar ook de verkeerde kant op fietste. Het was tegen de middag nog steeds flink koud, maar er was niet veel wind, daardoor op mijn gemakje 70 km gehaald.



Zondag 22 maart

Ger
, maar niet alleen:

In de week waarin K3 een thema was, heb ik een R3-rit gemaakt. (Relaxed, Rustig met Reinouw). De hele week een kop vol snot gehad en een hoest van een bejaarde pruim-tabakker. Bij de minste inspanning transpireerde ik als een gek. Ergo vanmorgen de vraag wat te doen.

Om mezelf te dwingen het rustig aan te doen en - vooral ook dat - omdat het leuk is, Reinouw gevraagd of ze zin had samen wat te peddelen. Nu dat had ze en ergo een rustig ritje uitgezocht. Dit keer geen hoog traptempo, maar gewoon geen energie verspillen door het Limburgse land. Met een gem. hartslag van 110 en een zone van 0,9 is dat prima gelukt.

Thuis fiets gepoetst, want die stond nog smerig van vorig weekend, bad in en met de Volkskrant voor de buis voor Milaan naar San Remo. Ik vond het wel mooi; de ploegentactieken, de BMC’ers die eerder tegen dan met elkaar reden, de inzet van Katusha voor hun top-sprinter, het solisme van Sagan dat steeds minder succesvol is en uiteindelijk Degenkolb die ik het al een tijdje echt gun.
Maar ook stevige valpartijen langs gootjes en muren. Benieuwd naar hoe de kwetsuren uitpakken.

Dus lekker gefietst, maar niet echt km’s gemaakt.




Zondag 15 maart

Ger
:

Vandaag weer op de fiets gezeten. Vorige week waren Reinouw en ik met onze kids en aanhang nog een paar dagen op de latten. Niet als Martin op z’n Zwitsers met dure francs, maar preiswert in een dorpje vlak bij Soll. De beide mooie uitersten gehad; verse sneeuw en ook nog in vallende sneeuw ons spoor trekken en strak blauw met zon. Heerlijk.

Daarna afgelopen maandag op een voorlichting geweest voor training en voeding voor fietsers. Normaal mijn ding niet, maar het was a-commercieel en degene die me uitnodigde overtuigde me dat het zelfs (of juist!) voor types als mijn persoontje zeer geschikt zou zijn. Een paar zaken wil ik jullie niet onthouden.

Zoals alles in het leven heeft ook een fietser een goede bases nodig. Tot veler verassing zijn de ritten om dat te bereiken in de kern voor zo’n 75% ‘ritjes’ van 1,5 tot max 2 uur. En dat bij een lage hartslag (120-125) en hoge omwentelingen (>80); ook berg op. Je zag gister bij Wout Poels hoe het moet en bij Greg van Avermaet hoe het niet moet. De afstand is irrelevant. Ergo de moraal was het zeker dus niet op z’n Pou Pou’s te doen; vanaf het begin kort bij max en dat zo lang mogelijk in een rit van > 100 km volhouden. Nu wist ik al dat dat niet echt veel opleverde behalve een goed gevoel en spierpijn; maar dat je met zo weinig inspanning zo veel kan bereiken, was verheugend nieuws.

Nog grappiger was het voedingsverhaal. Die trainer was ‘ongebonden’ aan voedingsproducten en was te netjes opgevoed om al die voedingsverhalen ‘gelul’ te vinden. Het leverde in ieder geval bevestiging op t.a.v. de bidon van het bekende verhaal van siroop met water en zout. Maar ook dat je bij een rit van 2 à 3 uur eigenlijk gewoon niks extra’s aan eten nodig hebt onderweg. Zijn motto was ieder dag gewoon goed en gebalanceerd eten en pas onderweg wat bij pakken bij langere grote tochten. En ook dat kan de bekende peperkoek en müeslireep zijn. De gelletjes zijn alleen handig bij grote tochten, omdat ze zo compact zijn in je zak en meteen “kracht geven”! Hij meldde verder dat de meeste fietsers van te voren en tijdens een rit veel te veel eten. En dus gewoon aankomen. Voor Jos nog een geruststelling; drinken kent eigenlijk geen vaste norm; erg persoonsgebonden. Dus wat Jos doet, kan gewoon (maar dat wisten we al).

Onder dit motto gister boodschappen gaan doen met mijn Orbea; golfpassen in C&K en wat attributen voor de vijver in Schimmert. Lekker gepeddeld. Datzelfde vandaag geprobeerd en ik heb inderdaad de 80 omwentelingen gehaald en laag in de hartslagzone. Ik ben nog geen Poels, maar….
De rit overigens simpel; eerst naar Berg en Terblijt via wat andere wegen dan normaal. Vandaar naar Meerssen en Bunde en dan kom je gewoon niet meer om Maastricht heen. Terug door de Voer en daar geprobeerd die 80 vast te houden als het omhoog ging. Dat gaat eigenlijk verrassend goed.

Als beloning ook nog droog gebleven. Overigens was het gister blijkbaar rokjesdag voor de fietsers. Ik heb zeker 10 man (en inderdaad geen vrouw) al in zomeroutfit gezien. Bikkels!





Zondag 8 maart 2015

Henk
: Opnieuw prachtig weer. Toch wist ik dat ik niet veel mensen in het nieuwe clubhuis hoefde te verwachten. Gelukkig was Hans er. In het nieuwe clubhuis heb je wat meer aanspraak, dat is wel weer leuk. Terwijl we stonden te wachten kwamen er twee jongemannen met te dure modellen auto’s aan, die flappen wilden tappen. De BMW was al oud en rammelde. Hans meldde dat nog wel, maar daar werd laconiek op gereageerd. Uiteraard ging het daarna achter Hans’ rug linea recta naar Pam-Pam. Waar ik bij de toren ongeveer 24.5 op de teller had, was dat bij Pam-Pam al tot 27.6 gestegen. Hans verklaarde dat hij het in een uur had willen rijden, hetgeen gelukt was. Ik dacht bij mezelf dat dat wel het maximum gemiddelde van die dag zou zijn, al was het maar omdat ik al behoorlijk moe was. We lieten ons de frambozentaart goed smaken. Ik trakteerde want ik was jarig geweest op 31 januari en had nog geen gelegenheid gehad. We bespraken de toestand in de financiële wereld, ons verwonderend over de uitzonderingspositie die de toezichthouders daarin zich permitteren. Opstelten en Teeven waren nog in functie. Hans zei hoe hij terug wilde rijden. Ik begreep het niet helemaal bleek achteraf, maar toen ik bergaf even voorop ging koos ik toch min of meer toevallig de goede weg. De klim die hij in gedachten had (lange klim naar Neufchateau) was een heel andere dan ik gedacht had en eentje die ik niet kende. Hij loopt parallel ten zuiden van die door La Heydt, die ik al tientallen keren gedaan heb. ‘s ochtends had ik in Vroege Vogels in de rubriek eerstelingen al gehoord over halfwas merels e.d.; bij Hagelstein zag ik het eerste meisje in hotpants van dit jaar. De lente is echt begonnen. In Klimmen nam ik afscheid met de teller op 28.1. Ik nam me voor dat niet minder te laten worden, koos een makkelijke route en slaagde er zelfs nog in thuis te komen met 28.6 op de teller na 100 km en 1000 hm.



Zondag 1 maart:

Ger:

Gister helaas achter glas van het mooie weer moeten genieten en toen dat autoglas was, velen op de fiets gezien. Dus ferm voornemen, maar dat bij een weersverwachting die er niet fraai uitzag gister.
Opgestaan met weer het zonnetje en besloten het risico op nat worden maar te nemen. Bovendien is peddelen goed voor mijn beurse heup om het vocht en alle troep er weer uit te fietsen na dat langlaufen. Gaat bij mij door die kunstheup langzamer.

Besloten richting Drielanden te gaan, maar voor Vaalsbroek zag ik vanuit België de regenvlagen over het bos heengaan; afgeslagen om de Panoramaweg te nemen. Snel kon ik al naar Wolfhaag. Vandaar heb ik met de bedoeling weer eens anders te rijden, steeds de verkeerde afslagen gepakt. Die stonden borg dat ik boven op het plateau bleef met wind altijd op kop. Zelfs bij vals plat omlaag moest ik trappen en kwam ik niet boven de 25 km. In Hombourg besloten niet naar Aubel en HC te gaan om niet weer een verraderlijke zijwind op het plateau te krijgen. Kinkenweg ligt in het bos, dus….

Boven naar Hombourg en Teuven terug en zelfs op die afdaling kreeg ik verraderlijke zwiepers. Bij Hoogcruts afgeslagen naar Banholt en via Mheer toch maar het racepad gepakt. Ligt wat beschutter dan de grote wegen. Vandaar hetzelfde als vorige week; Kruisberg op voor de wind en via Waterval retour. Het gem. nog boven de 23 km weten te krijgen en met 1215 hm in ca. 100 km (net niet) ben ik helemaal tevreden.

In Wittem vielen een paar druppels en met de fiets binnen, kwam een stortbui.Ik ben tevreden.

Henk:

Ja het waaide een beetje, en we hebben geen clubhuis meer, maar dat is toch geen reden om niet een stukje te gaan fietsen.

De webmaster heeft hier nog aan toe te voegen:

Zelf kon en wilde ik niet echt: het waaide hard, de weg was nat, de dag ervoor 60 km gemountainbiked en 's middags op weg voor dienstreis. Dus weinig tijd en goesting. Overigens had Hans zich via het forum afgemeld, Jos schijnt nog met griep te zitten en het nieuwe clubhuis is gedefinieerd als de bushalte direct ten noorden van de rotonde in Schimmert, dus dat kan niet missen. Volgende twee zondagen ben ik zeker absent: namelijk skiën in Zermatt. Daarna zal ik aan de toren, in het nieuwe clubhuis staan!



Zondag 22 februari 2015

Henk
soleert (de webmaster had bezoek…)

Geen weer voor mietjes kennelijk. Ik had me nog wel het schompes gefietst om juist op tijd bij de watertoren te zijn. Wel jammer dat ons clublokaal verdwenen is. Of hebben we een andere verzamelplaats en was ik gewoon op de verkeerde plek. Hoe dan ook: lekker rondje gereden in heel stil weer. Stevige heuvels (Cauberg, Gulpener, Kruisberg en Eyserbosweg), maar wel lekker op mijn gemak. Uiteindelijk 68 km in 22.8 km/uur met 800 hm.

Ger:

Wat verlaat verslag. Gister op verjaardag bij een oom (een van de laatste helaas) die 85 werd.
Toch ook nog gefietst, en dat was een van de weinige zaken die soepel ging merkwaardigerwijs.

Het weekje langlauf was een mixed succes. We zaten in Wieden en dat was precies tussen Feldberg en Belchen in mooie sneeuw. Veel herkenning van vorig jaar en die helling van de eerste dag zijn we nu met de auto omlaag gegaan; echt heavy met onderaan een bord van 18%.
Dat “mixed” zat hem er in, dat we maar een dag op de langlauflatten hebben gestaan. De Pflug (pizzapunt) die je nodig hebt om een afdaling heel beneden te komen, beheersten wij beiden niet meer (helemaal). Smallere latten dan alpine ski’s, geen staalkanten, en ook maar een vast punt, bezorgden ons de nodige valpartijtjes. Daarbij maak je snelheid mede met je bovenarmen en bovenlijf; kortom de spierpijn na de eerste dag en ca. 20 km op rode loipes; maar met name beurse heupen en billen (van groen via blauw naar zwart; jullie kennen dat wel), hebben ons dag 2 en 3 voor wandelen in de sneeuw, zwembad en sauna doen kiezen. En heimwee naar zwarte FIS-afdalingen!
Dus volgende keer toch maar eerst een paar lessen pakken, voordat we weer de loipes opgaan. Het was overigens schitterend door bossen en over plateaus te skiën; je ziet meer en bent met je hele lijf aan de slag. Bovendien toch veel mensen actief.

Gister weer het smalle zadel; gewoon naar HC waar nog wat sneeuw lag. Vandaar naar Aubel, waar op de rotonde naar de vleesverwerker een fietser hard onderuit was gegaan. Toch wat gladjes en hij had even niks te missen. Zelf naar Val Dieu en via het racepad naar Meerssen om weer eens de Kruisberg te pakken. Over Meerssen en Valkenburg terug.




Zondag 15 februari – Ger:

Een aparte dag vandaag. Voor het eerst in jaren (ik denk zeker 20) met carnaval in Limburg. Onze (grote) family-skigroep gaat niet meer met carnaval. In plaats daarvan allerlei subgroepjes. Ergo gister en eergister al eens even gedacht te pedaleren, maar om diverse redenen kwam daar niks van.
Wel een telefoontje van Karel, dat hij (om het zacht te zeggen) automalheur bij Nancy had gehad en gelukkig iedereen recht van lijf en leden was. We zullen zijn verhaal nog wel horen.
Vandaag toch niet veel tijd, want Reinouw en ik gaan morgen een klein weekje naar Wieden om na 25/30 jaar het langlaufen weer eens op te pakken. Er ligt prima sneeuw en het vooruitzicht is zonnetje. Wieden ligt overigens tussen Feldberg en Belchen; ik neem aan, dat we de nodige nostalgie zullen zien.

Geen zin vanmorgen in modder en poetsen en dus de race maar gepakt. Om weer wat snelheid te krijgen mezelf wijs gemaakt dat het vorige week aan de Rogianni lag, dus “de oude” Concorde (inmiddels bijna 20 jaar oud) van de haak gehaald. Wilde eens wat anders dan de bekende wegen en die fiets rijdt nog altijd heel lekker.
Vertrokken bij ons richting Eys en al meteen fantastisch uitzicht in het zonnetje op de Toscaanse bomen bij de Eyserhalte. Ik herinner me een AGR waar op die weg Tafi en een paar anderen er af waaiden. Even getwijfeld over de Eyserbos, maar besloten tot de Oude Huls. Dat is een echte favoriet van me. Boven op de grote weg krijg je dan nog even 12%. Richting Ubachsberg en Colmont en zo door naar de kop van de Fromberg en vandaar richting Ransdaal. Klimmen, Nuth en langs het oude stort omhoog.
Zo kwam ik uiteindelijk in Meersen om via Bemelen en (omdat ik me verreden had) via een omweg toch bij Gronsveld het racepad naar Mesch aan te komen. Me al een tijdje onderweg zitten verheugen op La Heydt en ook dat zag er zeer fraai uit. Grote weg naar Remersdael en gekend via Teuven en ons dalletje vanaf Slenaken naar huis. Net boven de 100 km; ook net boven de 1000 hm. En een gem. van 24,2 km Het begint ergens op te lijken.
En oh ja, dat carnaval. Onze twee meiden heb ik enthousiast aan de telefoon gehad over carnaval. Dat was eigenlijk volstrekt nieuw voor hen en alleen een verre herinnering aan lagere school toen we wel eens met Kerst gingen skiën. Voor het eerst overigens dat ik die op Limburgse roots betrap. Verder vond ik het zelf eigenlijk best leuk door al die dorpjes te komen en hun voorbereiding op de optochten te zien. Ik kwam rond 13.30 weer Gulpen in en daar liep iedereen heel rustig en relaxed naar de start van de optocht. Vergelijkbaar zoals wij ons klaar maken voor een toertocht, of het Vogezen/Schwarzwald geweld.

Nog effe en ik meld me weer op tijd aan de toren!


De Dode was overigens vanmorgen niet aan de toren: zaterdag 70 km gemountainbiked, laat in bed en ’s morgens erg koud waren voldoende.
Tegen de middag met Miriam wel naar Pam-Pam gefietst. Het voelde kouder dan het er uit zag – vooral terug tegen de wind in.

Charles:

Ook ik ben niet aan de Toren geweest.
Ben niet in Frankrijk, maar gewoon in Puth. Om 8.30 naar buiten gekeken, het weer was heel aantrekkelijk, maar gezien de perikelen van afgelopen dagen leek het me beter om mee te proberen het trauma van Lilian te verlichten en samen te gaan wandelen. Dit laatste dan ook gedaan.
Nadat we de optocht van Groot Puth nog bewonderd hebben, toch nog maar een eindje gaan fietsen. Via Spaubeek en Geverik naar Ulestraten waar ik me vast fietste in de optocht. Daarna de Visweg en via Meerssen naar de Oliemolenweg. Door Amby naar Bemelen en de Bemelerberg naar IJzeren, Sibbe en SIbbergrubbe naar Schin op Geul. Wederom vast in de optocht. Lekker snoepjes geraapt. Even bij Jos buurten en de opgroeiende Truffel bewonderen. Jos zit al vanaf zijn pensioendatum in huis vast met griep.
Niet veel km maar toch even lekker los.



Zondag 8 februari

Karel
vertelt in telegraafstijl:

Gezien de weersvooruitzichten in de loop van de week al besloten dat ik niet naar het nieuwe clubhuis zou gaan.
Zaterdag scheen de zon maar het was wel koud (vond de hond ook).Zondagochtend waaide het hard maar de temperatuur leek er wel mee door te kunnen. Dus rond het middaguur het alu-ros gepakt en wind tegen begonnen, ofwel naar het noorden.Via Sittard naar Echt en vandaar via Echterbosch, Koningsbosch en Schinveld weer richting Puth.Er stond inderdaad een vieze wind, maar bij het terugfietsen vanuit Echterbosch was dit nagenoeg een rugwind, dus niet storend.
Al met al toch nog een leuk tochtje van een dikke 50 km.

Overigens heb ik van de week (woensdag 4/2) ook nog gefietst. Temperatuur was hetzelfde maar er stond geen wind. Deze 60 km waren in dat opzicht toch aangenamer.En dit allemaal als voorbereiding voor het Schwarzwald, waar we als gesettelde heren gaan logeren.

Ger:

In een weekend dat ik dacht ‘fietsloos’ te blijven, maar liefst twee keer op de pedalen gestaan. Reden van fietsloos, was dat gisteren een van de kids redelijk vroeg zou komen om nog wat na te praten en te genieten van hun huis dat gebouwd gaat worden (wat later werd) en vandaag een expositie in Genk, waar we op de opening waren uitgenodigd (wat ook later startte dan gedacht).
Gisteren de MTB weer van de haak gehaald, want dat ritje samen met Martin inspireerde wel. Gekozen voor een relatief vlakke track, te weten de St.-Geertruidroute. De start was heerlijk: zon en niet te fris en – belangrijker - harde ondergrond. Het liep als een speer richting Heijenrath omhoog en ook vanaf Slenaken door het veld omhoog naar de Schilberg was genieten. Wandelaars en een enkele biker onderweg.
Dit is overigens de route met de meeste meidoornhagen en achter Noorbeek was het prijs. De vergelijking met een x-duims spijker is niet overdreven; het vervangen ging niet in het tempo van Martin, maar wel soepel. Afgekoeld naar St.-Geertruid en door richting Eijsden om achter de camping langs de grote weg weer lekker te klimmen.
Inmiddels had het zonnetje de ondergrond (althans het bovenste laagje) week gemaakt. Dus de illusie van een schone fiets na afloop was inderdaad een illusie. Achter Beutenaken in het bos me langs en over drie omgevallen woudreuzen gewurmd en als toetje onder de golf door en via de klim naar het clubhuis naar huis. Fiets poetsen en mezelf en de cava koud zetten lukte soepel en op tijd. Observatie was dat ik steeds meer ‘stellen’ tegenkom die dit samen doen. Zelfs twee meiden op de MTB.
Vandaag een kort rondje op de race. Via Reijmerstok en Banholt naar Mheer en vandaar naar Libeek. Liep wel lekker, maar ik kreeg er de vaart niet echt in. Racepad op in Withuis en vandaar via Meerssen de Lange Raar op en de Karstraat naar Ubachsberg om via de Ruilverkavelingsweg naar huis te karren. Ook hier een observatie en wel, dat ik vandaag bijna alleen solisten/singlé's tegenkwam. Zeker 15 en maar twee groepjes. Omdat ik te lui was geweest de banden naar ca. 8 bar op te pompen, werd me hier een putje in de buurt van Klimmen fataal; snakebite en weer wisselen.
Tevreden, dat ik i.p.v. fietsloos, maar liefst twee keer onderweg ben geweest. Observatie drie is dat bij het MTB’en zowel de calorieën als de hartslag stevig naar boven afwijken. Het zijn echt twee verschillende disciplines.



Zondag 1 februari – Ger vertelt

TCE is als je het in de kern beschouwd een apart cluppie. Werk, belangstelling, hobby’s, al dan niet (volwassen) kids, waar we het overigens nooit over hebben, karakters en ga zo maar door; alles volstrekt verschillend. Maar een overeenkomst en zelfs passie is er wel; dat is onze fiets. In mijn herinnering is dat “verzamelen op zondag met een racefiets aan de toren en dan ca. 100 km met halfweg koffie en op zo’n tijdstip terug dat de zondagmiddag nog vrij was voor andere zaken” (waar we dan ook weer niet over spraken).
In vroeger tijden is daar het uitstapje naar de Vosges bijgekomen en dat was het enige tijd. Er werd gedoogd, dat ik in de winter MTB reed; Karel niks (!?) en op de weg werd op zondag getrouw door de anderen doorgepeddeld. Sedert enige tijd is alles anders. Zoals Martin al eens constateerde, is op een zondag bijna eenieder op de fiets geweest, maar dan niet ’s morgens via de toren. En de pauze is te kort om alle onzin in de wereld te bespreken.
Anders is er nog veel meer; Karel fiets gewoon door in de winter en klaagt nergens meer over; de toren staat er nog maar onze pastorie is verdwenen; ook een aantal van onze dames fietst inmiddels; Henk is met zijn nieuwe fiets op geheim trainingskamp; onze nestors peddelen gewoon door, maar ik geloof vaker door de week dan per se op zondag; Vosges is Schwarzwald geworden; de sportschool is een vast onderdeel geworden en dan na deze drie alinea’s inleiding:

TCE-MTB is opgericht en heeft gisteren zijn eerste rit gemaakt!

Dat heeft er alles mee te maken, dat Martin sedert enige tijd ook zo’n ding heeft. We wilden vorige zaterdag al eens samen er op uit, maar sneeuw verhinderde dat. Dus gister om 9.30 bij mij thuis aan de koffie en direct daarna er op uit. Martin inmiddels bijna zo grijs als ik, maar wel met een afgetraind lijf waar ik niet echt meer achter kon schuilen!
Mechelen-Vijlen combi en zoals Martin onderweg constateerde heeft die fantastische uitzichten; leuke en soms zware klimmen; dito afdalingen, maar ook relatief veel asfalt. En inderdaad steeds meer veldwegen worden verhard en men probeert de fietsers en wandelaars te scheiden. Afgelopen jaar is er in beide stukken een deel verlegd en dat zijn mooie stukken geworden. Ik rij altijd alleen, dus het was weer eens aangenaam met zijn twee dat te doen. Wat keuvelen ondertussen en mooie maar zware omstandigheden. Pikorde was wel hetzelfde als op de weg; Martin altijd wat eerder boven, maar afdalend is Martin nog voorzichtiger dan ik.

Het wegdek was plaatselijk nog altijd glad tot glibberig en later zakte je wielen wat weg in de modder., maar na een kleine 42 km met ca. 800 hm waren we modderig en wel weer terug in Gulpen.

Fiets poetsen en tevreden de spieren voelen. Vandaag er voor gekozen met Reinouw de sportschool in te gaan; het zag er niet echt lekker uit en de regen heeft inmiddels toegeslagen. Naar tennis gekeken op de hometrainer, maar nog leuker ca. 45 minuten gespind langs het meer van Trasimeno.



Zondag 18 januari – Ger soleert

Vanmorgen rond 9.00 wakker wordend (!) de vraag bij mezelf: “Wat wordt het; niks, de hometrainer (thuis of de sportschool), de race? De Cube viel al gelijk af, want verstopte bronchiën, snot, keelpijn en volgens mij gierende longen, maken mij al weken het leven zuur. Bij een beetje inspanning, loopt het zweet tappelings. Heuvelland in met die zware ondergrond is dan niet wijs.

Enfin toch op de race gestapt tegen elf; daarover direct meer.

Gister de jaarvergadering van BETS gehad. Uitermate gezellig maar inmiddels is na alle “lief” ook “het leed” ons cluppie binnengetreden. Dus reden te meer om samen te genieten; er is zelfs iemand weer actief geworden; want bij ons kun je niet weg! Ritten bepaald; nieuwe shirts aangeschaft en op de juiste maat gepast met een hele discussie of de baan nu horizontaal of verticaal (voor de > 100 kg’ers) moest. Cornwall als lustrum voor 2016 bepaald en om 00.30 thuis in bed. Daarbij alle soorten water gedronken, want tot 7 maart heb ik mezelf “alcoholvrij” verklaard. Dat kost me overigens geen enkele moeite.

Die race was overigens snel bepaald, want binnen zitten vind ik niks. Miste daardoor wel de lange uitzending van het ZDF over Sulden/Solda vanmorgen om 11.00. Reinouw herkende van alles en met verse sneeuw vannacht was het een plaatje. Als je dan met de auto in Prad aan de Stelvio begint, is het wel apart. Na enkele km’s afslaan naar Sulden en Martin dat is inderdaad een echte klim. Steile stukken, maar wel heel fraai. Weer respect voor jou, maar ook voor het weer gekregen, want zondag j.l. begonnen we op zo’n 2750 meter en in ongeveer 10 sec zagen we de bewolking van de top naar “beneden vallen” en konden we vervolgens van stok naar stok skiën zonder zicht. Harde wind daarbij en dan is het niet echt mijn ding.

De rit vandaag simpel; redelijk veel fietsers (ook gisteren) in twee soorten; “de liefhebbers” en “de ca. 60 kg’ers in training”. Af en toe een zwaar bemodderde MTB-liefhebber maakte het plaatje compleet.
Vertrokken over de Ingber en voor de wind; afgeslagen in Scheulder naar Margraten en zo door het heuvelland naar C&K. Volstrekt anders dan normaal voor de wind naar Bemelen, Vijverdal, Meerssen en Bunde en in Maastricht naar Gronsveld, mijn geliefde racepad en vanaf St. Geertruid via wat omwegen retour. Wind speelde wel een rol, maar ik heb meer wat gepeddeld. Kom ik toch nog op 735 hm’s. Tevreden gefietst en onderweg weer eens wat gedachten kunnen ordenen.

Komende week aan de slag met het schoonmaken van mijn LP’s; platenspeler en versterker/tuner staan. Nostalgie kan aanvangen!

Le Docteur schrijft – ietwat verlaat maar zeker niet minder gewaardeerd:

Na die verslagen over solerende fietsers voeg ik daaraan het volgende toe.

Zaterdag de tiende januari wat laat naar bed. Daardoor de elfde te laat op om nog om half tien bij toren te staan. Daarom vanaf huis via het heuvelland naar Pam-Pam gefietst. Dat leek mij het voor de hand liggende doel voor die zondagmorgen. Daar was ik zo rond de klok van elf. Wat getreuzeld met de koffie, maar degenen op wie ik wachtte verschenen niet . Wellicht een andere route gekozen of gedacht teveel wind. Na zo’n twintig minuten weer vertrokken. Nou, die wind dat klopte. Bovendien viel er ook nog zo nu dan (ijs-)regen. Daar hadden ik en mijn ketting niet op gerekend en buienradar ook niet verwacht. Mijn ketting begon op de terugweg akelig te kraken. Toch goed thuisgekomen.

Vanmorgen, de 18de, was ik bijtijds aan de toren. Wel veel wind, maar de straten waren daardoor lekker droog. Tegen half tien verscheen onze welbekende medegebruiker van ons clubhuis. Ons clubhuis is overigens verwijderd. Er staat alleen nog een haltepaal. Iets na half tien vertrokken naar Pam-Pam. Onderweg bedacht dat er zoveel te bespreken zou zijn, want er is de afgelopen weken wel het een en ander gebeurd. Ook bij Pam-Pam. Je krijgt sinds dit jaar je slagroom niet meer in een bakje, maar op een wafeltje met als gevolg dat je minder slagroom krijgt. Geen schokkend nieuws. Visé was ook niet in verhoogde staat van paraatheid. Geen commando’s op de brug, geen wegafzettingen. Gewoon een slome bedoening. In Pam-Pam was ik naast een bejaarde dame de enige gast. Een baken van rust waar de wereld lijkt stil te staan.

De terugweg ging als een speer met de wind in de rug en een zacht zoemende ketting.

Een noot van de webmaster: het verdwijnen van ons clubhuis was reeds op het forum vermeld, zo ook de locatie van het nieuwe, namelijk vlak bij de rotonde. Desgewenst kunnen wij ons, in geval van conflicten of massale toeloop, gespreid zowel ten westen als ten oosten van de weg opstellen.



Zondag 11 januari

Karel
soleert:

7h40; Straten droog, hoor veel wind. In ochtendjas naar buiten om oordeel te vellen: te koud en te veel wind voor mij! Dus weer terug in bed (wat een watjesgedrag hè).
Na het ontbijt, kranten, e-mails, hotels en routes Schwarzwald bekijken kriebelde het toch nog. Het bleek dat, in de periode dat ik weer terug in bed ben geweest, het toch nog geregend heeft. Dus eigenlijk was het een goede beslissing om niet te gaan.
Om goed 13.00 uur alsnog warm aangekleed en gaan fietsen. Wat een koude, gure wind!Maar zo goed mogelijk wind tegen begonnen, dus richting Spaubeek en Genhout. Aangezien Martin ons kond gedaan heeft van de sloop van ons clublokaal gaan kijken wat de schade is. Geen schade dus, alles is weg. Een mogelijkheid voor een nieuw gelijksoortige lokaliteit zou midden in het dorp kunnen zijn. Kunnen dan nog even op een goede afloop bidden. 2e mogelijkheid is op de hoek bij het café (rotonde). Ook hier is eenzelfde schuilgelegenheid.
Na deze inspectie verder via Houthem en Berg naar Cadier en Keer. Vandaar via Bruisterbosch naar Margraten en door naar Sibbe. Valkenburg, Hulsberg (wind op de rug en bergaf), Nuth, Schinnen en via de Zandberg en de Botkoel naar huis.
Dit was dus mijn 2e rit dit jaar. Beide keren koud maar toch voldaan gevoel.



Zondag 4 januari

De Dode
: Zo lang vrij en niets te ‘moeten’ is slecht voor je ritme; Miriam vroeg mij om 8h38 of ik niet moest fietsen. Dit terwijl ik nog in bed lag.Ik besloot maar naar beneden te lopen om op mijn telefoon naar berichtjes te kijken en koffie te zetten. Een bericht van Henk: ‘?’. Wat heb ik daar nou aan? Gaat ‘ie wel of niet? Ik antwoordde ook iets in die trend maar kreeg geen wederantwoord dus terug naar bed. Om 8h49 een antwoord: “ik ga nu”.
Dat kon ik natuurlijk niet op me laten zitten, tevens goede voornemens en dergelijke, dus naar beneden, twee krentenbollen naar binnen geschrokt, zonder sportbril en geld op de fiets.Onderaan de Stammenderberg waarschuwde een wandelaar mij dat het glad was, maar ja: je hebt all-seasonbanden of niet, dus nergens wat van aantrekken.
Aan de toren stond Beppi, die vandaag verjaart en drie weken voor zijn pensioen staat met een (nog) nieuwe overbroek. Snel kwam, natuurlijk, Henk en daar bleef het bij.

Jos stelde voor Het Rode Bos, dus daarheen. De Stoepert af en via een eindelijk weer rustig Valkenburg de Sibber op en zo de Ingber af. Voor het zwembad van Gulpen leek de weg een beetje glad, dus het tempo iets omlaag. Achter Neubourg naar Pesaken en zo door richting Slenaken. Bij de splitsing van de Piemert hoorden we achter ons een geschraap: Jos was over een vogelpoepje uitgegleden en nieuwe overbroek, knie en linker brifter im Mitleidenschaft mitbezogen, zoals de Zwitsers dat zo mooi kunnen zeggen.

Enigszins geschrokken stelde Jos dan maar voor om in Slenaken de koffie te nemen zodat het wat zou opwarmen. Aangezien hij trakteerde geen tegenspraak mogelijk.

Goede koffie en vla onder aan de Loorberg en rustig de laatste periode beschouwd.Na de pauze richting Nurop en de zeer fraaie klim naar De Plank genomen om zo alternatief door te gaan naar Ulvend, Vroelen, Scheij en door het fraaie droogdal naar Noorbeek en de klim naar Bergenhuizen. Bovenop toonde Henk nog even aan dat ook een elektrieke schakeling niet onfeilbaar is door de ketting eraf te laten lopen.

In Mheer nam Jos het ongewone besluit rechtsaf naar Banholt te gaan; onderin Banholt dacht ik dat Henk fout reed door niet de afslag naar Bruisterbosch te nemen, wat niet het geval was. Ik wees hem onterecht terecht dus. Van Bruisterbosch wederom ongewoon naar Honthem en via C&K naar Bemelen en over het fietspad naar Meerssen en Kasen omhoog. Henk ging onderaan de helling als een speer omhoog en werd halverwege opgeraapt. Hij had zich in de helling vergist, zo zei hij.

Via Catsop naar Beek en de Adsteeg op de grote plaat op waar we na Genhout afscheid namen. De eerste 1% van 2015!

Pou-Pou (aka Rémi) heeft ook zijn verslag klaar:

Martin heeft in zijn terugblik geconstateerd, dat TCE’ers ook zonder mekaar het Limburgse land kunnen doorkruisen. Vandaag heb ik daar weer aan meegedaan, omdat ik eerlijk gezegd gewoon rustig wilde peddelen in het zonnetje. Keelpijn net over, hoesten minder, maar voor de rest… Dit rustig peddelen nadat ik pas erg laat voor mijn doen het zonnetje ben gaan verkennen vanachter het slaapkamergordijn.

Eenmaal buiten gleed ik onze oprit af (!?) en waarschuwde een vriendelijke honduitlaatster mij voor de gladheid op de Gulpense klinkers. Dat was aardig. Geen idee wat te doen, maar ook geen zin in echt tempo, dus maar gewoon besloten naar de toren te gaan; te laat, daar niet van, om nog iemand te treffen, maar om weer ritme op te doen.

Bij de toren leek mij Geverik wel leuk; vind ik een apart traject en het begin van de weg in aanleg was erg lekker. Bij de grote lampenzaak in Beek (aan zijn laatste acties bezig?) de rijksweg overgestoken naar Catsop. Inmiddels waren mij al tig goed geluimde fietsers, maar ook wandelaars tegemoetgekomen; iedereen klaarblijkelijk vroeg in het seizoen aan de arbeid. Gekend via de Slingerberg omlaag naar Geulle en door langs het kanaal richting Maastricht; nog altijd voorzichtig in bochten en op klinkers. Bij het Gouvernement pal tegen de zon in naar Eijsden om daar in Mesch over de dito hei richting Libeek, vertrouwd naar Mheer en vandaar via Slenaken naar huis.

Mijn piepende longen produceerden de nodige en gewenste fluimen en die km/h rustiger in het tempo scheelt enorm. Je ziet meer, geniet meer en ik bedacht me zelfs dat de MTB vandaag niet fout geweest zou zijn. Maar rustig MTB’en?

Fiets ‘ontzout’, mezelf ook en nu maar eens spullen gaan klaarleggen om woensdag met Reinouw en mijn zus en zwager een viertal dagen te gaan skiën en langlaufen in Sulden / Solda. Snowalerts laten net die dagen sneeuwval zien; dus maar afwachten. Het leven begint dit jaar in alle opzichten goed.2014

2014 – het jaar uitgeluid door Martin

Hoe zag 2014 er, fietstechnisch, voor mij uit? Laat ik beginnen met de eenvoudigste dingen:
Een jaarkilometrage van om en nabij 8251 km, waarvan 1339 op de Idworkx. De laatste rit op de 30e volbracht: met de ATB een Rohloffoliewisselsetje naar Harold gebracht.
Vermeldenswaardige ‘blokken’: 571 km in mijn vakantie met Miriam in de Dolomieten en het prachtige Graubünden, 621 km in onze queeste Genève – San Remo met Henk, Jan en Harold en 285 km in het – voor ons – nieuwe Schwarzwald. De RC is al weer bezig en aanmeldingen van de RC zelf, Harold en Hendrik zijn al binnen!
Maar, zoals ik eerder al uitte: niet het boekhoudkundige aantal kilometers telt, maar de kwaliteit – en die was goed!
Een kortom goed fietsseizoen met afwisselend weer.
Wel een paar rare (of rake) observaties: coherentie; of beter gezegd het ontbreken daarvan. Er waren dagen dat vijf TCE’ers zich op de race individueel door het Heuvelland voortbewogen, alsof ze de toren, die weliswaar zijn functie verloren heeft, maar zeker niet zijn postuur, niet konden vinden. Het autistisch fietskalifaat geboren?
Overigens: voor die toren moeten we gezamenlijk toch wel een nuttige functie kunnen verzinnen – geen flitsbelegging, maar toch…
Ik zal mij niet uitweiden over de andere leden – dat doen ze zelf maar, of niet, maar ik zal, om beter mee te kunnen, zeker in de hogere heuvels, echt wat spierloze kilo’s moeten gaan verliezen, iets waar ik, deze keer, voor de veestdagen al, succesvol mee begonnen ben.
Ik zal weer een agenda opstellen voor 2015, taakstellend, uitdagend.
En, o ja: geen valpartijen en dergelijke!

Ger vult als laatste het verslag van 2014 aan:

2015 is begonnen; stralend zonnetje. Dat belooft veel goeds.

Het jaar 2014 was voor mij een wisselend jaar; veel gefietst (alles bij elkaar zo’n 6600 km) dito hm’s (net boven de 57 km). Maar vooral ook gevarieerd: alle vijf de fietsen relatief veel gebruikt en - voor mij opmerkelijk - het minst mijn MTB; nog geen 400 km. Het baggeren met een zware verkoudheid, die me al weken parten speelt, is niet (meer) mijn ding. Daarnaast ook met Reinouw veel op de fiets gezeten; dat vinden we beiden heel leuk en gaan we komend jaar nog meer doen. En zowaar op eerste kerstdag nog met twee van onze kids gepeddeld en de dag erna voor de reflectie alleen.

Allemaal mooi dus, maar de juni periode was heel frustrerend; het liep van geen kant in Duitsland en aansluitend in Italië op vakantie ook weinig gedaan, maar dat lag meer aan de wegen. Het samen fietsen met TCE wat te weinig gedaan; de discipline dreigt er wat uit te gaan. De verhalen onderweg waren overigens minstens zo mooi als ons fietsen; bespiegelingen over de maatschappij zijn aan ons wel besteed.

Reinouw heeft als kerstcadeau een boekje gekregen over “Dromen, Durven (het vertalen van die droom) en vervolgens Doen”. Ik zal daar maar eens mijn motto van komend jaar van maken, want gedrag is toch bepalender dan alleen maar mooie woorden. In dat licht van “DDD” hebben we overigens gister weer langlaufspullen aangeschaft om die oude hobby van toen we begin 30 waren weer op te pakken. Als kleine kinderen die een cadeautje krijgen!

Voor ons allen een goed wielerjaar; een nog beter privéjaar en het gaat ons allen hopelijk goed met een schema waarin wellicht meer commitment naar een tochie Duitsland/België/Tongeren naar voren komt?

Karel tenslotte - ver na de deadline:

Het afgesloten jaar memorerend: Ik heb veel gefietst (6000 km), veel hoogtemeters gemaakt (62'000) en een redelijk gemiddelde (22,8) en dat allemaal op wisselende parcoursen in Nederland/België, zuid Duitsland en zuid Frankrijk. dus in cijferopzicht voor mij zeer bevredigend. Aan de km's die ik in Frankrijk heb gefietst is duidelijk te zien dat mij verbouwing er ver op zit.
Genoeg over het cijferdeel.

Veel van de km's zijn gemaakt vanaf de toren in wisselende samenstellingen en wisselende parcoursen. De wisselende samenstellingen aan de watertoren worden veroorzaakt doordat de teamleeftijd aan het wijzigen is waardoor er geregeld mensen verhinderd zijn door vakantie (tijdelijk elders verblijven klinkt vriendelijker). Is er een oplossing te verzinnen om hier iets meer consistentie in te brengen?

Hoogtepunt van het jaar was natuurlijk weer het schoolreisje naar het middengebergte, in dit geval het Schwarzwald. Nogmaals chapeau voor de route en hotelcommissie.
Nieuw was de HC verrassende route langs de Vennbahn. Onvoorstelbaar hoe die route slingert: Over enkele km heb je wisselend wind tegen en wind mee.
Afsluiting met een grandioze Route Buissonnière, veelal een totale jaarafsluiting van de km-vreters aangezien daarna ook de weersomstandigheden dan sterk verslechteren.

Al met al: een grandioos jaar met een gezellig clubje. Voor komend jaar allemaal veel fietsplezier in Nederland, Duitsland, Frankrijk (ook vanuit huize Leenders!), Italië en wie weet misschien wel eens een keer naar Spanje.



Zondag 21 december – Het is eenzaam aan de top

Stoer en onverstoorbaar stond De Reus van Schimmert in de ochtendschemering, wachtend op wat komen ging. Daar kwamen aangereden Le Mort en Beppi, zij die lang geleden als eersten de toren als rendez-vous gingen gebruiken – en mogelijk ook als laatsten. Want bij dit illustere gezelschap bleef het. De argumenten en excuses van hen die niet verschenen zijn van een allooi dit verslag verre van waardig. Jos memoreerde dat we deze penitentietocht ooit met zes mannen uitgereden hebben.
We hebben nog even gedacht het verslag van de queeste naar Banneux hier niet te openbaren en op te bergen in het heilige der heiligen, om daar als een obscuur cryptisch verlangen te resideren voor de niet ingewijden, de onwaardigen. Maar toch besloten dit te openbaren om te kunnen inspireren als de Pinkstervlam van Welkenraedt.

Een straffe zuidenwind verwelkomde ons, dus laag blijven was het devies. Daarom over de bekende fietsroute zuidwaarts om te Withuis de bekende route naar Banneux op te pikken. In Dalhem niet de kasseienklim genomen, maar even het dal volgend om de klim naar Feneur te nemen en zo achter de mijn van Blegny langs te rijden.
Het parcours verder bekend, ons niet gestoord aan de wegopbreking in Olne en zo naar Nessonvaux. Besloten een alternatieve klim te doen dus even de gezwollen Weser stroomopwaarts gevolgd om zeer fraai de klim Rue Trou Renard te nemen die ons op het standaardparcours bracht.

In Banneux was het rustig, maar de koffie was goed.

Fris op weg, ons voorbereidend op de wind mee. Bekend naar de Cornesse, waar we halverwege een variant namen, de ‘achterkant’ van de Cornesse; fraaier en net zo steil!

Door naar Xhendelesse en Bruyeres, waar we – afwijkend – de weg naar Herve namen, dat we over de kasseien, vergezeld van kerstmuziek op oorlogssterkte, omhoog klauterden om zo de bijzonder mooie en lange afdaling door Charneux te doen om bovenaan de Holliguette te geraken.
In Val Dieu had men, heel origineel, een kerstboom van kratten gemaakt, wat anders dan van Val-Dieukratten?
Jos stelde nog even St.-Jean Sart voor maar nee.
Van Hagelstein over de grote weg, met nieuw asfalt in het Rode Bos!, door tot de splitsing voor Margraten, met een gemiddelde over de 35.
Via IJzeren en Sibber waar we zeer tevreden afscheid namen.
Afgerond over de Stoepert waar De Reus tevreden op mij neerkeek en ik een knipoog teruggaf.

Ger durft toch nog toe te voegen:

Vandaag was de Penitentierit naar Banneux. Die fiets ik meestal niet mee, vanwege het weer en de MTB, maar dit keer heb ik er spijt van!

Op de oproepen van Martin wordt meestal door een vaste crew gereageerd. Dit keer was an unusual suspect de eerste, die de indruk wekte dat penitentie voor hem niet aan de orde was (dat alleen al, is reden voor…). Vervolgens heeft Karel een nieuw argument i.p.v. zijn leeftijd, te weten vakanties (dat is ook een reden om de tocht aan te vatten, meen ik). Jos is als digibeet een groot raadsel t.a.v. opkomst of niet (Martin schijnt dat toch echter ieder keer te weten). En Henk is van de social media verdwenen sedert hij elektronisch acteert (Henk het vriest echt niet vast en zo ja, dan weet ik een oplossing; bewezen op de MTB met < -10°C).

Mijn eigen argument valt (ik geef het zelf al toe!) in de categorie Warmduschers. Vandaar die spijt; had achteraf vandaag eeuwige heroïek kunnen scoren. Mijn waarheid van niet opkomen, is snotverkouden en daarbij horen geen echte inspanningen heb ik begrepen (vanwege hartspier etc.), geen zin om in de nacht op te staan en liefde voor de MTB. Nu gold vandaag vanwege al die regen van afgelopen week en de te verwachten status van de tracks het argument van de inspanning zeker ook (en zelfs meer nog) voor de MTB; daarbij het na afloop stevig kunnen poetsen en het is simpel te verklaren waarom ik om 10.15 toch maar op de Rogianni ben gestapt.

De rustige rit is enigszins uit de hand gelopen met > 100 km. en hm 920. Dus toch een zekere penitentie, maar dan wel solo. Kon wel daarbij het nodige overdenken.

Doel was Berwinnedal vanaf Aubel/Val Dieu en later het racepad vanaf Withuis naar Waterval. Vertrokken voor een korte de-tour richting Vaalsbroek en vandaar naar de Pas van Wolfhaag. Daar tegen de wind opgepakt en bedacht dat de Banneuxgangers met rugwind terug zouden komen (weer spijt) In Wolfhaag afgeslagen naar Sippenaeken en Hombourg om daar via de molen glooiend naar HC te gaan. De wind was lekker en het tempo viel mee. Pas nagenoeg boven kreeg ik de klap van de wind op kop. Ondertussen overal de berm van goede fluimen voorzien met enige regelmaat. Boven op het plateau maar eens grote plaat gepakt. Die is er tot Withuis niet meer af gegaan en ook daar is tie blijven staan.

Veel fietsers onderweg en inderdaad goed weer om km’s te maken. Ergo ter penitentie ook nog het lusje over Bunde door het bos naar Ulestraten om via daar naar Waterval te gaan. Rest is bekend; maar dan andersom. Valkenburg was gezellig druk en in Gulpen tevreden.

Jullie allen fijne kerst; ook van Reinouw, en wij beiden plannen van de zomer (naast de TCE uitspatting en de aanpalende met o.a. Frank en Tessie) ook een vakantie om weer eens echt te fietsen, maar nu samen.Het was genieten dit jaar; dank aan jullie voor de fijne ritten!



Zondag 14 december

Henk had zich afgemeld; zijn schoonvader had daags ervoor het eeuwige met het tijdelijke verwisseld; vandaar. Op een bericht van Martin aan Karel kwam geen antwoord, dus alleen naar de toren.
Een frisse wind maar het klaarde al snel op. Daar kwam ook snel Jos al aan.

Getweeën verder met Pam-Pam, what else?, als doel. Heerlijk ontspannen van het mooie weer en de omgeving genoten en de Maas als een zilveren lint in de laagstaande zon gevolgd over meestentijds verlaten fietspaden. Uiteraard waren we bij Pam-Pam niet de enige fietsers.
Een klein smetje op de ontvangst was dat ze mijn drie weken vergeten bidon niet meer konden terugvinden…

Terug met zon en wind mee was Genußfahren en bovenaan de Waterval namen wij tevreden afscheid.
Heren: denkt u aan volgende week aan het door de CIA georgaiseerde strafkamp!


Ger beschrijft met TCE-angst:

“Handjes op het stuur”.

Spierpijn, snotterig, pijn in mijn rug; de gedachte aan vandaag door de modder te moeten crossen en me continue te moeten forceren sprak me niet zo aan. Zo ging ik naar bed gister, met dus de grote vraag wat vandaag te doen. Kortom als een echt watje. Reinouw vond haar film leuker dan mijn zielig gedoe, dus die zag ik vanmorgen pas weer opduiken.

Alle twijfel verdween als sneeuw voor de zon, toen ik vanmorgen dat zonnetje zag en ik aan de titel dacht. Echter twee keer ontrouw, eerst aan de MTB want dat hoort nu eigenlijk en twee aan TCE. Ik was te laat, maar ook daar niet echt rouwig om, want ik wilde nu eens echt rustig peddelen.
Nog even aan mijn gewone fiets gedacht, maar vervolgens was de vraag waarom een zwaardere fiets snel beantwoord. Mijn oude vertrouwde Rogianni dus. En zo dachten er veel fietsers over vandaag.

Nu dat peddelen heb ik gedaan, alleen klein en ook weer eens wat andere wegen. Vertrokken over de Ingber (al lang niet meer gehad per fiets), toen in Scheulder naar Margraten afgeslagen en via Groot Welsden naar het plateau en B&T. Door naar de Dellen en dan een stukje via de Weert naar Geulle, dat ik altijd weer leuk vind (stelt niets voor rond Geulle, maar wel Maas te voelen). Langs Itteren en Borgharen naar M’tricht en via de Wilhelminabrug en het Eiffelgebouw door het drukke zondagverkeer naar Kanne. Zoals op vele plekken een laagstaande zon, die erg vervelend maar ook onrustig was. Zouden ze me wel zien? Ook het wegenzout op je lippen was heel apart.

In Kanne even over de grote weg naar Eben Emaël en aan de voet van de St. Pierre weer het gekende pad van de Tongeren-route op, maar nu andersom. Het was daar overigens een modderbad van jewelste, water, bladeren en modder. Je komt dan wel aan de voet van de “loperkant” van de Halembaye, dus die op. Lekker gepeddeld en nog altijd kleine blad en handjes op het stuur. Maar nu moest dat ook. Auto’s met zon tegen, deden me wel doorfietsen.

Nu de rest kennen jullie; naar beneden Loën in en in Visé bij Pam-Pam naar links en zo naar de Voer. Die gevolgd en de rechtse aftak gepakt naar de grote weg. Boven aan dat fraaie, maar oude grote huis naar beneden, dat is overigens meestal zo. In Remersdael was een druk bezochte wandeling bezig en daar zag ik nog een man met blote benen. De echte dus! Retour via Slenaken en vandaar een hijger in mijn wiel. Voor het eerst de grote plaat. Thuis poetsen en bad. Spierpijn is er weer, maar voelt nu gewoon goed.



Zondag 7 december

Ger
schrijft:

Het grote voordeel van najaar en winter en MTB, is dat ik (omdat ik dan alleen fiets) kan gaan en staan wanneer ik wil. Dus me vanmorgen nog eens omgedraaid, want door mijn kou lokte me het zware werk in het veld niet echt. Nog wat gemijmerd over vlak en troep, of op en af en troep. Dat werd me allemaal uit handen genomen, want toen ik opstond keek ik tegen een mooi zonnetje aan. Keuze snel gemaakt; de Rogianni nog eens van stal gehaald. Te laat voor de toren, dus rustig samen met Reinouw ontbeten.

Opgestapt en me bedacht, dat ik eens wat anders wilde dan anders. Het werd uiteindelijk “de zandloper van Gulpen”. Vertrokken naar Mechelen en vandaar richting Sippenaeken over dat mooie valse plat en fraai uitzicht. Nu dat was ook dit keer weer, maar een leegloper achter noopte me aan de vervanging. Na Sippenaeken maar eens terug naar Drielanden; deze kant nog niet gedaan en dat loopt lekker omhoog. Afgesloten met de Belgische kant van de Trois Bornes. Ingehaald door een tweetal waarvan er een bleef hangen, deed het competitiedier in me ontwaken. Dus die er weer afgereden. Fraai asfalt overigens.

Terug naar Gulpen via de kortste omweg langs Holset, Einrade en Harles en toen maar eens Hijgend Hert. Dat loopt op plekken stevig op. Geen wilde katten gezien, wel veel wandelaars en een fraaie zon op ons mooie heuvelland. Camerig af en via Epen naar Mechelen en over de provinciale weg naar de voet van de Sibber. Bedacht om dan boven nog even tegen de wind te karren naar Mheer of zo. Op de Sibber eerst (uiteraard) Hans en wat later Karel ontmoet. Ter plekke nog even de toestand van de wereld gedaan met Hans in een overtuigende rol van een verontwaardigde Stand Up en Karel en ik als zijn paranimf.

Route afgemaakt als bedoeld en met hm 965 inderdaad een rustig ritje gedaan. De Rogianni met zijn ouderwetse dubbel is dan toch wel leuk, maar hoe ik die versnellingen in het hooggebergte ooit heb rond gekregen?


Martin was overigens niet aan de toren:


Gisteren was ik gezamenlijk gaan MTB’en en dat na een week met een behoorlijk afgeknepen calorieëninname. Er moet wat af – te meer daar het Miriam ook gelukt is om inmiddels bijna tien kilo af te vallen. Het ontbreken van glycogeenvoorraden alsmede een zeer karig ontbijt deden mij na twee kilometer al de man met de hamer tegenkomen. Meer dood dan levend kwam ik totaal verkleumd thuis.

Vandaag dus ook geen zin om vroeg het bed uit te komen en ’s morgens wat getut. Tegen de middag toch nog een stukje met Miriam gefietst; dan weet ik dat het rustig gaat. Tegen de vuile wind in naar De Smidse voor de erwtensoep en met een paar spatjes en de wind vol in de poeperd huiswaarts. 60 kilometer uitfietsen zeg maar.

Daarna buiten in de wind de ATB goed gepoetst, dat was hard nodig en nog niet gedaan, de ketting gesmeerd en gespannen en nieuwe remblokken en de dag was bijna weer om. We wachten het verslag van Karel af…

En dat komt:

Op vrijdagmiddag teruggekomen van ‘dienstreis’ Zuid-Afrika. Deze was in vele opzichten heftig en heeft vooral bestaan uit reizen, beesten kijken, eten en genieten. Zaterdag de hele dag bladeren geruimd in mijn tuintje en dus was enige andere lichamelijke inspanning noodzakelijk. En natuurlijk het warm houden van de TCE-contacten.
Martin een SMS gestuurd met de tekst: "Kom naar de toren". Van Martin om 18.34 antwoord ontvangen met als opmerking: "Ik niet", maar dit hadden we al gemerkt.
Even voor 9 dus richting toren, maar in de klim vanaf Spaubeek begon het sturen wat zwaarder te gaan, lekke voba. Zelfs belletjes door de buba te zien, dus echt lek. Vervangen en door naar de reus. Hier stond al een bekend gezicht met een fiets met recht stuur: Hans. Nog even gewacht, maar geen verdere acties. Op voorstel van Hans naar Pam-Pam, maar niet via Waterval. Dus via Ulestraten, Meerssen, Bunde, Itteren en Maastricht richting België. De werkzaamheden aan de nieuwe sluis bewonderd en door naar Pam-Pam. Er stond een straffe koude, vieze wind, maar zoals normaal deert dit Hans niet. Hij trok zelfs een heel peloton achter zich aan, met mij als hekkensluiter.
Bij Pam-Pam genoten van appelgebak resp. een cakeje en koffie. Wat zaken van EY (mijn dochters werkgever), Wellink, DSM enz. Hans nog enkele anekdotes uit zijn oude doos (Moret, voorganger EY).Na de pauze via diverse plateaus door naar Mesch, Mheer, Banholt en via Margraten naar Sibbe. Bovenop de Sibbe Ger ontmoet (zoals Ger als schreef eerst Hans en daarna ik). Onderaan de Sibber
Hans richting Voerendaal en ik via Schimmert en Spaubeek, Stammenderveldweg weer naar huis.Vlug in bad en daarna Sinterklaas met de kinderen (die geloven nog altijd!)
De reis naar Afrika heeft mijn culturele conditie wel, maar de lichamelijke echt geen goed gedaan. Hans is al nooit bij te houden, maar nu helemaal niet. Ik was behoorlijk dood, en dat na slechts 80 km.



Zondag 30 november

De winter heeft zijn intrede gedaan: een paar graden boven nul en een nevelig aspect waren heel wat anders dan we de afgelopen tijd gewend waren. Henk had bevestigend geantwoord op het bericht van Martin, maar was desondanks niet op tijd aan het dierenasiel. Hij had zich iets in de tijd vergist, maar na wat gehaast haalde hij Martin toch in Geleen al in.
Aan de toren stond Beppi al te wachten en vertelde ons van zijn nieuwe bruine adoptiekindje.
Bij dit gezelschap bleef het en wij zagen dat het goed was.
De Smidse werd geopperd, maar dat wellicht íets te dichtbij, dus werd het Pam-Pam.
Via een ongebruikelijke route, namelijk naar Meerssen en toen noord-zuid door het oosten van Maastricht, waar wij vele fietsgroepjes startklaar zagen staan. Min of meer de zuidelijke richting aanhoudend kwamen we zo te Withuis aan om ongebruikelijk door Moelingen en het industriegebied van Visé naar Pam-Pam te geraken.

Goede koffie en vla en Jos, in de tweede ronde, aan de chocolademelk; gekker moet het niet worden. Hier gaf hij overigens ook toe volgend jaar van mei tot juli naar de Provence te gaan, daarmee het verschuiven van het Schwarzwaldwochenende met een week naar voren óf naar achteren een lachertje verklarend. Wij vonden dat hij best een weekendje vanuit de Provence naar het Zwarte Woud kon komen.
Verder de ziektekostenverzekeringen, het winstbejag van ziekenhuizen en het voorstel van de SP terug te gaan naar een basisverzekering besproken.

Daar de heenweg redelijk vlak verlopen was koos Henk resoluut voor de Halembaye. De achterkant van de St. Pierre, bij de oude groeve, was redelijk smeuïg, goed dat Hans er niet bij was.
Door Kanne en op de Mergelweg een Belg in een Touareg opgehouden.

Aangezien we de aanwinst van Jos even een eer wilden bewijzen allen over de Bemelerberg, Henk op de grote plaat en de Sibber af. Een kopje koffie en geroutineerd naar huis.

Een tevreden rondje.

Ger:

Gisteren al de fiets willen pakken met dat mooie weer, maar door allerlei beslommeringen werd het home- en crosstrainer. Dat was weer eens leuk; uitzicht op de helling bij de Ingber en daar liepen wat schapen op rond. Radio 2 er bij en het leek bijna al op de top-2000-tijd.

Onze Belgische vrienden waren er gisteravond om met z’n achten te eten; over van alles en nog wat te praten en zo was het opeens 2.00 uur. Vanmorgen toch maar tot bijna 9.00 blijven liggen. Fit want de alcoholica gematigd en rond 10.00 op de MTB om voor het echie te gaan: de combi Mechelen en Vijlenerbos. De Vijlener was vorig jaar al in het tweede deel herlegd en nu was er ook in het eerste deel fors huis gehouden. Achter Hurpesch ging het meteen het Vijlenerbos in en daar ben ik op een kleine 500 meter bij Einrade niet meer uit geweest.

Een absolute verbetering; alleen maar continu op en af. Langs het Hijgend Hert met een (ontsnapt?) wit hangbuikvarken en route. Veel groepjes van 2 à 3 onderweg en voor het eerst in een helling voorbij gegaan door een E-MTB. Het heeft wel wat en degene die er op zat had machtig plezier en dat is toch het doel.

Voor de rest de nodige modder, o.a. door boswerkzaamheden. Heeft me twee valpartijen opgeleverd. De eerste was gewoon vastgereden in de derrie en vervolgens omvallen daarin! De tweede was met het voorwiel vast en naar linksvoor ook in de modder. Reinouw vond me bij thuiskomst heroïsch uitzien. De rit was tot genoegen; bijna 1100 hm en vier uur op de fiets. Dat er bij 55 km dan een gem. van niks uitrolt, is vervolgens niet erg.



Zondag 23 november

Henk
schrijft:

Martin verklaarde op mijn SMS dat hij vandaag later met Miriam wilde gaan fietsen en Karel reageerde helemaal niet. Toch maar naar de vaste ontmoetingsplaats gefietst en daarna richting Puth omhoog. Je weet maar nooit. Geen Karel, dus via Schinnen en Nuth langs het huis van Loek (niet gezien) en door Grijzegrubben naar ons clubhuis, dat nog steeds geen nieuwe ruiten heeft. Daar waren Jos en Hans. Hans legde uit dat Karel in Zuid-Afrika zit. Ik stelde voor naar Welkenraedt te gaan. Hans bepaalde route en tempo. We maakten nogal een wijde lus waardoor ik bij de pauze al boven de 60 km op de teller had. Bergop hield ik beide heren natuurlijk niet bij. Alhoewel, op het stukje vals plat naar het oorlogskerkhof, kon ik met tegenwind en veel moeite bij Jos blijven. Na het kerkhof gaat het even vlak en nam ik de kop over, hetgeen ik moest bekopen toen het weer omhoog ging. Ik kwam toch met achterstand Henri Chapelle binnen. In Valkenburg waren ze de kerstmarkt al aan het opzetten en ik kreeg de indruk dat het antiek en rommelmarktje in Welkenraedt wat drukker was dan normaal. De vraag tijdens de koffie was of Poetin deze winter de gaskraan zou dichtdraaien. We werden het niet eens.

Op de terugweg vermeed Hans het Hazenpad; waarschijnlijk was hij bang voor modder, die we overigens vrij goed hebben weten te vermijden, alhoewel de fietsen toch wel smerig waren aan het eind. Van Busch naar Montzen hadden ze een gasleiding aangelegd en een basisasfaltlaag die prima te berijden was. Zal nog mooier gaan worden hopelijk. In Montzen maar eens langs het station en naar Plombières via een route die we niet zo vaak rijden. Van Vaals naar Valkenburg ging het hard. Ik was blij dat Hans en even later Jos, bij Schin op Geul afsloegen. Verder niet meer geforceerd, maar toch nog behoorlijk afgepeigerd thuisgekomen met 113 km op de kaart en 1100 hm. De 116 op de teller was een overschatting omdat ik gisteren een 23 mm bandje had gemonteerd ipv de 25 mm die ik had, waardoor de kalibratie van mijn teller niet meer klopt. Daardoor zal ook de 27 hm gemiddeld wel 3% te hoog zijn.

P.S. Martin ging inderdaad vandaag niet mee daar hij met Miriam en twee kennissen het rondje Puth-Maaseik-As-Maasmechelen-Berg-Puth gefietst had. 72 km, een veel lager gemiddelde, geen politieke discussies, koffie en vla bij de Salamander.




Zondag 9 November

Ger
:

Vorige week niet gefietst. Zaterdag de boot uit het water in Reeuwijk en zondag in het mooie weer naar Arnhem voor “de Halma-brunch”. Die was met drie generaties (raden waar ik toe hoor) uiterst gezellig, maar de fiets node gemist. Dus vanmorgen weer de MTB gepakt; gekozen voor richting Margraten en bij ’t Rooth, Bemelen en rond de Rasberg het nodige klimwerk gedaan. Bij ’t Rooth toch voetje aan de grond moeten zetten bij een grote wortel. Nog niet zo stuurvast. Raar maar waar; ik vond de groeven er mooi bijliggen met die scherpe snit van mergel en grond, het vee binnen en de bleke zon. Track was overall redelijk droog behalve bij Bemelen. Meer dan 60 km afgelegd en het intervallen was heerlijk. Op de terugweg in de laatste km’s nog eens volle bak gegaan op een plateau met vals plat en wind tegen. Heerlijk, hartslag 170 en langzaam vol lopende benen.

In het plan nog even met Ricardo gekletst; die was ook net terug en was aan het poetsen op zijn nieuwe SRAM onderdelen. Rit eigenlijk simpel: op en af, pure interval. Mooie natuur in fraaie tinten, overall aardige mensen onderweg waaronder een groep van 10 Belgen die in het veld met gewone fietsen waren verdwaald. Veel bieten die op vervoer wachten, de nodige mensen met paard en ook MTB’ers waarvan me opviel dat de helft ook al geen goedendag meer zegt: wat een dodo’s.

Denk dat ik morgen de race nog eens pak!



Zondag 2 november – Allerzielen

Karel beschrijft:

Onder en stralend zonnetje Martin bij mijn garagepoort ontmoet. hem eerst nog wat gratis lucht ter beschikking gesteld en samen door naar het voormalige asiel in Geleen. Hier kwamen vele racefietsers voorbij, echter tevergeefs op Henk gewacht.
Onder het genot van een stevig windje door naar Schimmert, waar ons een bekend doch onverwacht figuur reeds tegemoet kwam: Hans.
Bij de toren was Jos. Bij dit gezelschap bleef het dan ook.
Beslissing Pam-Pam was gauw genomen.
Via Meerssen en Geulhem door naar Cadier en Keer. Afdaling ongebruikelijk langs het plateau (nu dus het gat) van ‘t Rooth. Ik bleef zoals normaal bergop iets achter, waarschijnlijk slecht gesmeerde ketting of aanlopende remblokken.
Grote groepen werden fluitend gepasseerd. Het tempo zat er lekker in. Vlak voor Visé nog een valpartij bij bijna stilstand (een "Gerretje", maar alleen klopte de afstand niet).
Bij Pam-Pam natuurlijk weer alle wereldproblemen besproken en een college van ons aller Hans over frauduleus handelen, belastingen enz. We zullen wel weer allemaal de dupe worden van deze overheidsblunder.

Na de koffie via een prachtig, mooi gelegen (nieuw) fietspad (zoals bijna normaal dank aan Martin) langs het kanaal en aansluitend de Maas door naar Lixhe en Lanaye, waar we de nieuwe sluis hebben bewonderd.
Via de glibberige Slavante over de drukke St. Pietersberg en door een nog drukker Maastricht naar Bemelen, Bemelerberg (die doorloopt tot Sibbe!) en Valkenburg. In Valkenburg Hans en Jos richting Wijlre en Martin en ik richting Schimmert. Er nog even stevig aan getrokken en als toetje de Stammenderveldweg. Ook hier was het druk met wandelaars.
Een zeer welbesteed fietsweekend met totaal toch 150 km voor mij.
Martin zal de route nog wel toevoegen.




Zondag 26 oktober 2014

Na een verkwikkende nachtrust – want de overgang zomertijd-wintertijd; ontmoetten Karel en Martin Henk die reeds op weg was naar Puth.
Hans had de dag tevoren aangekondigd er niet te zijn, dus verheugden wij ons op een ‘beschaafd’ ritje.
Snel echter nadat wij aan de toren waren kwam toch Hans er aan – op zijn Stevens, de winterfiets. Even daarna ook Jos.

Ger was er niet, dus viel Tongeren volgens Henk af.

Pam-Pam was ook te obligaat, dus stookten Henk en Martin samen met de klim uit Rimburg. Het was echter Hans die, ongekend, de route ernaartoe bepaalde. Via Nuth en Hoensbroek langs de Caumerbeek om zo in Schinveld bij het bezoekerscentrum van de Roode Beek te geraken waar Martin een mooi verhard bosweggetje wist, dat helaas nogal modderig en bescheten was.
Overigens: op weg naar Schinveld reed Hans lek – geholpen door een patroon broeikasgas van Karel weer snel op weg.Door Duitse beemden via Gillrath en Panneschop langs niet te reconstrueren wegen uiteindelijk naar Rimburg.We werden daar vriendelijk geholpen – dat wel, maar waarom ze nu een glaasje water bij de koffie serveerden, die rechtstreeks uit de Wurm kwam, blijft ons een raadsel.

Op weg dus naar de klim, die we overigens pas mochten aanvangen nadat de overwegbomen, bestuurd vanuit Berlijn, open gingen. Een mooie klim overigens.

Nu redelijk gekend door naar Kerkrade, waar we eerst de Duivelsboschklim namen, bekend van het NK en een primeur voor Jos. Hans waarschuwde ons voor het gladde wegdek.

Dwars door het centrum van Kirchroa, Piet van Pol niet gezien, die zal wel in de nor zitten.

Snel door naar Heerlen, Hans voorop, zwaaiend naar het virtuele publiek en langs Terworm waar hij afscheid nam. Verder naar Ten Esschen en Brommelen waar Jos afscheid nam en zo door naar Nagelbeek om de Zandberg te slechten. Boven door waar Henk nog net over een stuk vuursteen met de vormen van de Matterhorn reed en zo een faliekante leegloper had. Met wat steunkous gerepareerd en zo kon hij naar de huis, de 100 net niet halend.


Ger, die er vandaag niet bij durfde te zijn doet ook verslag:

Gisteren besloten in oktober toch nog een MTB-rit in te zetten en gezien mijn agenda komende week moest dat vandaag. Binnen 200 meter voelde het gelijk al prima en dat was wezenlijk.
Vorige week nl. knallend afgezien. En dat terwijl ik me voorgenomen had rustig te peddelen en geen enkel “stiekem” wedstrijdje aan te gaan. De competitie ben ik dus nergens begonnen, maar voor de 70 km zat mijn rechter en linker hersenhelft al met elkaar te knokken. De Trou liep overigens best aardig, zeker als je het wat rustiger doet en had ik dus wat steviger kunnen doorzetten. Maar nog geen 10 km verder wist ik hoe het echt zat. Nl. dat mijn beenspieren iets heel anders dan anders wilden, maar toch was ik van een ding zeker: “ik zou niet bij Hamoir” afslaan. Dan ben je er als echte Buissonnierist er dus er wel van verzekerd, dat je dood gaat.
De spierpijn was pas woensdag wat minder en toen vond ik in Fiets ook wat ik al dacht. De Concorde gebruik ik in de praktijk voor de kortere ritten en ook al is de maat nagenoeg hetzelfde dan kan je er toch echt anders opzitten. Dat gevoel had ik al eerder, maar zondag j.l. zeker. En vandaag op de MTB nergens last van! St. Geertruid gekozen met heel fraai uitzicht op alle plateaus. Eenieder had plezier onderweg en groette vriendelijk. MTB’ers, maar ook de wandelaars en de hondenuitlaters. Fiets aan het eind weer goed gepoetst en me nog eens bezig gehouden met onze stroomstoring in Laurentius van deze week.



Zondag 19 oktober – La Buissonnière

Was “La B”, zoals deze tocht liefkozend genoemd wordt twee weken geleden niet doorgegaan wegens slecht weer – vandaag was het weer er naar, dus op initiatief van Ger gegaan, Verder waren aanwezig Hans, Henk, Martin en Karel net terug uit Frankrijk.

Vóór half negen zaten we op de fiets. De weg was nog nat en in de schaduwen zou dat vandaag zo blijven; een teken van de naderende herfst. De route gekend dus daar geen bijzonderheden over. Aan kop meestentijds Hans, gevolgd door Henk. Aan de staart Karel en Ger en daartussenin Martin die het geheel controleerde.
Op de plateaus werkelijk schitterende uitzichten en in de zon was de temperatuur snel OK. Het wegdek niet anders dan anders – wat wel opviel was dat de bordjes alle weer op zijn plaats stonden.
Karel was trots als een aap met zeven lullen dat hij niet als laatste de Trou bedwongen had – Ger had duidelijk de laatste weken iets te weinig kwaliteitskilometers gemaakt en werd door kramp geplaagd.

Gezamenlijk op naar Hamoir, ons verheugend op de pâtisserie die nu geen vakantie zou hebben. Helaas, helaas: het pand was leeg en te koop.
Dus maar naar de gekende hoek voor koffie, wafel en herrie van motorfietsers.

Het dal van de Néblon naar Ocquier liep gesmeerd: we bleven als groepje goed bij elkaar en niet al te veel last van de wind die uit het westen kwam; een goed teken voor de terugweg.
Bij het kasteel scherp rechts en inderdaad nu gezwind terug. De afdaling naar de Ourthe nat en in Esneux een wegopbreking op de brug zodat geen eerlijk klassement voor de laatste helling gemaakt kon worden.

In een overvol Tilff heerlijk in de zon een biertje gedronken en de lijnen voor het Schwarzwald en een weekje bij Karel uitgezet.




Zondag 12 oktober

Wegens geen aanmeldingen geen Buissonnière en wegens andere keuzes ook niet zo veel aan de toren: Martin, Jos en Hans.

Wel lekker gereden; nauwelijks wind en een lekker zonnetje. Deze maal een geheel ander parcours dan we gewend zijn. Ging het begin nog wel bekend: Groot Haasdal, Valkenburg, Sibber en Margraten; daarna werd het toch wel ongewoontjes. Prachtig door naar Honthem, Eckelrade en St. Geertruid alwaar de hangplek bij het voetbalveld opgeheven was. Van Libeek mooi omhoog over de Rondelen naar Mheer en via de Stallenstraat naar de Grensheuvel om in het fraaie Noorbeek uit te komen.
Door het droogdal oostwaarts om de korte maar steile klim naar Hoogcruts te slechten. Door Slenaken naar Nurop en in Teuven bij Modern de koffie.

Na de pauze door richting Hombourg en na het spoorviaduct ongewoon rechtsaf richting Aubel. Even de grote weg gevolgd om zo fraai naar Pietersvoeren af te dalen en via Martensvoeren over het fietspad naar ’s-Gravenvoeren en Moelingen geblazen.

Door de Eijsderbeemden naar Eijsden en noordwaarts naar Maastricht waar Hans voor de ‘boulevardroute’ koos en afgerond door Meerssen en de Vliegveldweg omhoog waar in Beek onze wegen zich scheidden.
Een mooie route; een fraaie afstand en een gemiddelde waar Hans blij mee is.




Zondag 28 september

Een wondermooie herfstzondag, dus het weer geen belemmering om aan de toren te staan.

Echter door vakanties (kan je bij gepensioneerden eigenlijk van vakantie spreken?) waren er kwantitatief niet veel: Hans, Jos en Martin.

De keuze was Pam-Pam dus daarheen, maar met een omweg. Over de Kling naar het industriegebied van vliegveld Beek en de Snijdersberg afgedaald. Vervolgens langs het jaagpad, van wisselende kwaliteit langs het Julianakanaal. We zouden overigens veel water zien deze rit.
De snelwegbrug over naar België en in het algemeen westwaarts om zo na een bocht over fraaie fietspaden en boswegen richting Lanaken te gaan.

Uiteindelijk bij Sappi het Alberkanaal over en een prachtig vers geasfalteerd fietspad kunnen volgen langs het Alberkanaal tot aan Kanne. Schitterend in de ochtenzon.
Van Kanne gekend langs Eben-Emael om de Montagne St. Pierre te beslechten. Over de tuibrug en over het – formeel nog afgesloten – fietspad naar Visé.
Langs het water weer.
Te Pam-Pam de koffie: accountants, ISIS, Kerkrade en Piet van de Pol en nog meer.

Verder langs het fietspad naar het zuiden en de klim naar Richelle genomen en zo door via Dalhem en de Berwinne.
Te Mortroux besloot Hans voor de Voie des Morts. Een stevige klim. Afgedaald naar Val DIeu waar het erg druk was en de normaalroute naar Aubel en zo naar Hagelstein. De weg door het bos was afgesloten – mogelijk dat er eindelijk nieuw asfalt komt! Dus fraai afgedaald naar Teuven en standaard Nurop, Slenaken, Gulpen en Wijlre.
In Schin op Geul Hans er van af en in Valkenburg Jos.

Een aardige afstand en gemiddelde op de teller.



Zondag 14 september

Ger
beschrijft de Cofely-rit:


Na de classic gelijk weer een lang(ere) tocht. En wel de Cofely. Dit keer met z’n tienen; dat is nl het maximum van een team. René Kivit heeft als onze teamcaptain ons inmiddels onder de vlag van DSM gebracht, maar de oude getrouwen vanuit het eerste uur krijgen nog altijd een uitnodiging. Ergo Karel en ik aan de start en Martin gaf forfait om de bekende reden van een buitenlandse trip

Had mezelf beloofd > 150 km te volbrengen wat zou moeten lukken met rustig en verstandig rijden. Dat is dus ook gelukt, want we spraken bij de start af bij elkaar te blijven en met het middenblad op het vlakke en het “Froome-draaien” op iedere helling ging me dat wonderwel af. I.t.t. Froome kon ik me met dat molengewiek echter niet op de eerste lijn handhaven.

De start was overigens het enige probleem. Afspraak was 8.00 bij Cofely op het vliegveld en de avond ervoor hadden we weer onze eetclub. Matig gedaan met de wijn etc., maar toch pas om 1.30 te bed en om 6.00 ging de wekker weer. In de nevel richting Beek en ik was evenals de rest mooi op tijd. Zo vroeg is en blijft niet mijn ding, ondanks het feit dat ik om 6.00 opstaan of zo geen issue vind.

Vervolgens van Zuid Limburg alleen de Sibber en Cauberg op gedaan en Geulhemmer af. De rest was voor het gevoel zo wat iedere weg in de Westelijke Mijnstreek. Omdat ik daar ben opgegroeid (Geleen) en ook de eerste 15 jaar van ons huwelijk heb gebivakkeerd (Grevenbicht) was het een grote nostalgierit voor mij. Zelfs twee keer de prima uitgezette pijlen en aanwijzing op mijn Garmin gemist omdat ik op de automatische piloot aan het fietsen was.

De rit dus fraai; verzorging perfect en onderling genoegen idem. Afgesloten met hersteldrank en een pastabuffet en weer terug op de fiets nog wat oude vliegtuigen op het vliegveld. Mooie dag dus.



Zondag 21 september

Geen weer om aan de toren te staan dus tijd voor een klein verslagje van MSR. Geen echte TCE-rit, maar wegens deelname van Martin, Henk, Harold en Jan toch een hoog genoeg TCE-gehalte, zo dunkt de webmaster.

Met gemixte transportmodi (trein, camper en vliegtuig) op vrijdag naar een camping in Genève, waar we er een ten oosten van de stad gevonden hadden.
Zes fietsers en een chauffeur/verzorger, zowel voor ons lichamelijk als – gepensioneerd RIAGG-psycholoog – psychisch welzijn.

Een kort rittenverslag:
De eerste dag over twee cols: Colombière en Aravis naar Albertville. Beide cols gekend door Harold en Martin. Geen problemen; daar de Colombière fris aangevangen best te doen is.
De tweede dag over de Madeleine, waarna een deel van de groep tevens de routetechnisch onnodige combinatie Glandon / Croix de Fer deden. Spaartechnisch door twee niet. De camping in St. Jean de Maurienne
Dag drie de koninginnenrit: Telegraph – Galibier gevolgd door de Izoard, waarna afgedaald naar Guillestre. Een forse rit
Voor dag vier besloten voor een relatieve rustdag, hiermee het overigens goed opgezette routeschema van Henk aangepast – hoewel soms ‘iets’ te ambitieus en ‘slechts’ over de col de Vars naar Barcelonette.
Natuurlijk moest, op dag vijf, ook een ander hoogtepunt geslecht worden, te weten de Cime de la Bonette waarna een 75 kilometer lange afdaling (tot 200 m) om af te slaan de binnenlanden van de Alpes Maritimes in. Schitterende omgeving, droog en tot 18% steil, dat weer wel. Afgerond door een lang dal, oplopend naar Roquebillière.
De laatste dag nog een echte col: de col de Turini. Fraai door een vochtig herfstbos (de gps-track heeft door het natte bladerdek een wat grillig patroon) om af te dalen naar Ventimiglia en langs de boulevard naar San Remo.

De rustdag niet gebruikt, dus een dag eerder met ons allen in de camper in een lange rit naar huis.



Zaterdag 6 september – ODS Classic

Ger
vertelt:
Classic weekend. Zoals gebruikelijk startend op vrijdag met het uitpijlen. Een basisroute met een aantal ‘uitstulpingen’. Een stralend zonnetje; dus de cabrio gepakt om ruim op tijd aan te komen (13.30 dacht ik via Karel). Dat was echter een uur te laat; dus eenieder stond tegen enen te popelen. Martin als een collega-pijler in de auto en een bezem als waarschuwing. Genoeglijk gekletst en ondertussen menige pijl achterlatend. Aan het eind wilde eenieder naar zijn eigen terras; dus de gebruikelijke frieten hebben we maar gelaten.

De zaterdag om 8.00 vertrokken per fiets om nog wat extra’s te doen. Dat bleek maar goed ook, want mijn Campusmaten (Frank Willems, Guus Olsen, Edwin Bakker en Leo Visser) hadden voor de basisroute gekozen. Nu wist ik van het uitpijlen, dat dat geen straf was; heel erg mooie vergezichten, die helaas zaterdag wat in nevelen gehuld bleven. Bij de ravi kwam vervolgens Andre v.d. Berg op zijn gewone fiets er overigens weer gewoon bij. Lekker gepeddeld, goed gegeten en gedronken, dus ik ging weer eens niet stuk. Op de terugweg naar huis mijn gem. nog aardig weten op te krikken. Tevreden over mijn fietsen, onderweg niet echt gek gedrag gezien en fijne maten om mee op te trekken. Overigens bij de ravi in Ingber eindelijk Henk zijn nieuwe ros kunnen bewonderen; zag er gewoon super uit!
Of het komt doordat ik de Classic al zo vaak heb gefietst; ik inmiddels pensionado ben; of een andere reden weet ik niet, maar ik vond het allemaal “wat gewoontjes”. Minder publiek; minder herkenbare teams; ook minder bekenden (?); eigenlijk een gewone tocht! Maar wel met veel complimenten voor de routecie.

Op zondag vervolgens nog een kleine 80 km met Reinouw gefietst. Sowieso leuk om te doen en dan ook nog perfect weer. Voor het eerst een eigen route op de Garmin uitgezet en dat is heel goed bevallen. Je komt eens op andere wegen, waarbij ik in de buurt van Visé toch maar gewoon bij Pam-Pam op het terras ben gekropen. Richelle als klim zat er dit keer niet in; was afgesloten voor een of ander evenement. Dan maar gewoon weer terug naar Visé en daar over de grote weg naar Dalhem.Net als in het begin, kwam ik zo op een stuk van de classicroute terecht. Aan het eind de mooie klim in Veurs nog in de route gepakt en geëindigd in het dorp bij de optocht van de schutterijen; er was een bondsfeest las ik vanmorgen. Toch leuk om te zien en veel publiek.
Na afloop nog een fraaie foto.
De dag als de twee eerdere dagen lekker toch in het donker op ons eigen terras afgesloten.Volgende week de Cofelytocht

Karel voegt nog toe:

Hoewel geen TCE-rit toch een klein verhaaltje:

Op vrijdag met Martin, Ger, Jan, Henk en Nico de routes uitgepijld. Dit was gewoon ouderwets gezellig.Zaterdagmorgen ruim op tijd Jos opgehaald. Jos stond er versteld van dat ik 5 over 8 al aan kwam rijden terwijl we 8h15 af hadden gesproken.Lekker keuvelend naar Landgraaf waar het al gezellig druk was met zenuwachtige mensen die elkaar meer of minder lang niet gezien hadden en onderlinge discussie over “gaan we de lange lus, de zware route of de lichte” enz.Opvallend vond ik de toename in kwaliteit van het materiaal van iedereen; Kon je vroeger nog wel de nodige barrels ontwaren, nu was nagenoeg alles van hoge of zeer hoge kwaliteit.

Om 9.10 gestart met de HQC-ploeg. Tot de eerste splitsing in Partij was het een beetje zoeken wie is wie, wat hoort waar bij en wat doen we. Na Partij vormde zich het groepje dat de hele reis bij elkaar is gebleven: Jos, Martin, Henk, Vicente, Dave en Willem. Al met al een stelletje jonge honden dat lekker doorfietste en netjes op de toppen op me wachtte (hoefde m.i. niet zo lang).

Gekozen is, maar dat was al duidelijk, voor de basisroute met alle aanvullende lussen; 130 km dus. bij de diverse ravitailleringen korte stops om even wat te eten en bekenden gedag te zeggen. Bij de grote stop in Blegny uitgebreide lunch en natuurlijk het nodige geklessebes.De weersomstandigheden waren uitstekend, misschien iets te vochtig maar ja we moeten toch iets te klagen hebben.Na afloop van de tocht in Landgraaf nog even vertoefd en daarna retour Puth. Jos was al eerder op zijn ros huiswaarts gegaan.

Al met al een uitermate geslaagde dag, hulde aan de routebouwers en de rest van de organisatie!




Zondag 31 augustus

Hans had zich afgemeld – demonstreren in de Schilderswijk, Henk zou er ook niet zijn, maar Karel en Martin waren er! Andere donsdoetjes waren er niet.
Eerlijk toegegeven: het weer was dreigend, maar het was droog. We besloten derhalve niet al te ver ta gaan. Enfin, de route kunt u zelf zien. Na Barakkenberg over het plateau, De Ingber af en voor het eerst sinds lang de Koning van Spanje op; die eigenlijk best wel mooi is. Richting Heijenrath was de weg nat en begon het te regenen, dus stelde Karel voor om in de Smidse koffie te drinken. Twee chagrijnige hotelgasten zaten in fietskleding te wachten tot het droog zou worden – gewoon gaan was ons devies.
Het werd droog en de Camerig integraal op en langs het Hijgend Hert over de fantastische Rugweg naar Vijlen waar wij fietsende Miriam en een vriendin nog tegenkwamen.

Door het Geuldal verder waar wij merkwaardigerwijs de afslag naar de Fromberg misten en zo uiteindelijk, ook mooi, binnendoor bij Ransdaal uitkwamen.
Langs de voetbalvelden en Craubeek en de Barrier naar de golfbanen waar het weer begon te regenen. Geen man op de baan overigens.
Door Hoensbroek huiswaarts en toch nog zo’n 75 km gereden.




Zondag 24 augustus

Onder een wolkeloze hemel had het Fietskalifaat van Schimmert zich onder de Minaret van Het Hogeschoolfietsen verzameld: Le Docteur, Beppie, en De Dode waren present; deze maal aangevuld met Der Jáán die wel een paar trainingskilometers wilde maken.
Kareltje was er niet, die was aan het bijbeunen in Kasteel Eijsden en hem moesten we dus daar ophalen.
Dus op weg daarheen via fraaie wegen maar bekend, hoewel Hans in Gronsveld/Rijckholt en Oost Maarland nog wat varianten vond.
Vlak voor Eijsden een unicum: een lekke aba van Hans. Met vereende krachten snel gerepareerd.
Karel stond, gewaarschuwd per sms door Jan, al klaar en dus door zuidwaarts waar we wat nieuwe en fraaie fietspaadjes vonden; Hans af en toe licht foeterend wegens het wegdek, maar daar was geen echte reden voor.

Uiteindelijk kwamen we in Houtain Saint-Siméon aan alwaar deze keer Jan een leegloper achter ervoer. Hij kreeg zijn pompje niet los, maar Karel was daar met zijn reddende broeikasgaspatroon.
Via fraaie fietspaadjes en binnendoorweggetjes over een mooie boogbrug de Maas over om langs de Maas afzakkend in tempo Pam-Pam te bereiken alwaar de verjaardagsvlaai van Hans; hoewel zowel Jos als Jan een schandáalig groot stuk chocoladetaart tot zich namen.

Te veel weer om op te noemen besproken en na de pauze oostwaarts over Mons en Bombaye om te Warsage – heel ongewoon – de grote klim naar Hagelstein te nemen. Over redelijk wegdek acht kilometer klimmen. Jan wilde zichzelf duidelijk pijn doen en bleef het dichtst bij Hans. Wederom ongewoon afgedaald door Remersdael en in Teuven even gestopt om instantaan met een collega, op het terras van café Modern gezeten, een afspraak aangaande het uitpijlen voor de Classic te maken.
Te veel vertraging voor Hans, want die was, boven aangekomen, door. De rest met enige snelheid over het plateau waar we nog twee jonge strakke fietsers inhaalden (naast overigens een ATB’er op een 29” E-bike!) die met ons de Ingbergracht namen en ons niet in konden halen. Daar overigens een Armstrong/Ullrich-ervaring: Der Jáán beklaagde zich een beetje leeg te lopen waarop Martin van hem wegreed en hij niet kon volgen om vervolgens 50 meter voor de top sneaky in het wiel te kruipen en alsnog er over heen te gaan.
Door nu over het plateau waar Jan in Sibbe afscheid nam en Jos onder de Grub, die overigens zeiknat was van een recente bui, en Karel en Martin via Heek en de Boschstraat huiswaarts. Met 105 km en 1050 hm @ 25.1 niet ontevreden. Een mooie door Hans en Jan onderhouden training!


Ger draagt – niet TCE-gerelateerd – bij:

Vanwege een niet TCE-rit een bescheiden bijdrage. Toch een aanzet vanwege het bijzondere karakter van de rit. Te weten het zevende lustrum van BETS; toch redelijk uniek. Nagenoeg collectief, doch in ieder geval massaal verzameld te Gronau. Met partners zaterdag ALLEMAAL in de zeikende regen gefietst. Op zijn minst 45 km en wij helaas door verkeerd rijden maar iets meer dan 80 km.

Dat betekende voor de B-ploeg over asfaltwegen, landwegen en gewoon ook km’s lang over veldwegen. Merkwaardigerwijs geen platte, maar wel een Lars Boom/Sven Nijs gevoel. De fietsen van Reinouw en mij staan, ondanks de tuinslang na afloop, nu in een fraaie kleur grijs in de garage te wachten op de borstel.

De heldenverhalen over het verleden laten we in de groep; het feit, dat we nu in een fase zijn waarin “de tegenvallers” zich echt beginnen te melden - vooral op het gebied van gezondheid - is een open deur. Raakt je echter wel stevig in een club die al 35 jaar samen lief (en dat is veel) en leed (dat was tot dusver gelukkig weinig) deelt.

Dat Gronau en ons oostelijk deel van het land zelfs in de regen mooi zijn, kan ik bevestigen. De moeite van een uitstap absoluut waard. Dat zagen we zondag tijdens onze golf ook nog eens. Daar nog wat aan onderlinge competitie gedaan.




Zondag 17 augustus

Karel vertelt:

Voor vandaag stond een "lange rit" op het programma.
Martin had al een voorzetje gegeven op de openingspagina en Henk had er een ritje van 180 km omheen geborduurd.

Om 8.25 voorverzamelen door Henk, Martin en ik bij het oude dierenasiel in Geleen. Door naar het gebroken clubhok en wachten wie er nog meer zou komen. Ger had zich al afgemeld. Even voor negenen kwam Hans. Van Jos niets gehoord.

Gezwind door het Geuldal naar Aken. De twee H's om het hardst, Martin en ik op gepaste afstand. Door Aken. Bijna alle lichten stonden voor ons op groen. Bij de Rothe Erde de Vennbahn op en daar ging het gas erop. De snelheid varieerde tussen hard en heel hard. Zo hard dat Hans ons op een gegeven moment zelfs heeft verlaten (Duistere reden: Hij wilde vroeg thuis zijn). De Vennbahn is een bijzonder verrassende route met als grootste nadeel dat er nergens koffie verkrijgbaar is. Bij Konzen was een Imbiss. Eigenlijk een soort frietkot, dus niet interessant. Ik heb hier Lilian even gebeld en Martin en Henk hebben zich over het routebord ontfermd met de voor mij blije mededeling dat de route direct over het veen naar Eupen ging en daar koffie! Een tweede voordeel was dat het vandaar nog maar een klein beetje omhoog ging en aansluitend een lange afdaling naar de Stausee en door naar Eupen.
Hier heeft ons, na 105 km de slappe koffie en een hele vlaai (wel in drieën) lekker gesmaakt. Het tweede kop maar uitgevoerd als dubbele espresso. Was minder slap.
Na de welverdiende rust via Baelen, Henri-Chapelle enz. gekend terug naar huis.
In Spaubeek ging Henk rechtdoor en wij via de Stammenderveldweg omhoog.
Iedereen die hier stond (en dat waren er velen) ons onder luid applaus omhoog geschreeuwd. Het was nl. het parcours van de ENECO tour
In Puth nog samen naar de eerste doorkomst gekeken en daarna scheidden onze wegen. Op de BP nog naar de 2e doortocht gekeken en thuis op de TV naar de finish.

Qua snelheid maakt het al niets meer uit of Hans erbij is ja of nee. Henk trekt de snelheid wel zo gruwelijk omhoog! Hij heeft waarschijnlijk niet alleen motoren op de derailleurs maar ook op de trapas!

Een welbestede zondag met 160 km met een gemiddelde van bijna 25 km/h.
En dat na ook nog een zaterdagrit van bijna 60 km en eveneens bijna 25 kmh.


Ger deelt mede:

DNA, weten we uit de criminologie, kent een lange historie en je raakt het nooit kwijt. Het duurt soms lang, maar het fiets-DNA is inmiddels helemaal ontdekt bij ons gezin. Zo ben ik inmiddels echter ook mijn eigen hobby kwijtgeraakt, of beter mijn DNA is goed doorgegeven.
Immers langzamerhand is bij ons eenieder aan de fiets geraakt. Reinouw is 60 moeten worden om de lol van trappen en afzien te ontdekken. Gesprekken over helling-percentages zijn usance geworden. Niet in kwantiteit, maar wel in kwaliteit heerlijk gefietst in de vakantie. Marjolein (onze oudste met 35) heeft in Oostenrijk weer op de race gezeten en ook met de MTB de lokale bergen onveilig gemaakt. Jojanne (nr. twee met 33) is in Luxemburg met haar vriend de nodige heuveltjes daar op geweest en Mark (30) zit in een loop/fiets vriendengroep.
Kortom fietsen is een gespreksonderwerp bij ons

Dat betekent, dat ons familieweekend komend najaar in het teken zal staan van fietsen. Toch wel leuk vind ik ondertussen. Dat bedacht ik me toen ik gister weer eens op de Duell ben geklommen. Een paar forse buien afgelopen week bij ons in het Heuvelland, veel kranten, opruimen van sleurhut etc. hielden me afgelopen week van dat ding af. Maar gistermorgen voelde ik me als een duif die ergens in Frankrijk wordt gelost. Geen echt doel en zo kwam ik op de Halembaye terecht. Die liep goed en vervolgens helemaal langs de Belgische kant van de Maas gepeddeld naar Sittard. Mijn zwager zou gister met de fiets naar ons toekomen; dus ik dacht dat hem ophalen wel leuk was. Hij heeft nl. sedert veertien dagen een Carrera, nadat hij vorig najaar met MTB’en is begonnen.

Realiseerde me, dat ik Henks adres niet had, anders was ik zijn nieuwe vervoermiddel eens gaan bewonderen. Ondertussen wel mijn klassieke fout gemaakt, want ik was tegen 11.00 vertrokken zonder enige reep of zo na wat crackers ’s morgens en na 75 km. een kleine bidon niet eens leeg en - zoals dat gaat- opeens voelde ik dat de tank leeg begon te raken. Een Ligaatje bij mijn zus hielp niet echt en zo kachelde mijn gem. in de laatste 30 km van 26,1 naar 25,2. Wat overigens mijn zwager goede moraal gaf!




Ger vertelt en verexcuseert:

Toch ook maar weer eens een berichtje van een wellicht als verloren beschouwde ex-fietser. Pas terug van vakantie dus.

Helaas weinig nieuws over fietsen; dat is (voor mij merkwaardig) wat in het slop geraakt na ons verblijf in het Zwarte Woud en later de Hunsrück. Dus jammer, dat ik nog altijd Henks ros niet heb mogen aanschouwen. Uit de verslagen lees ik niet alleen qua fiets, maar ook ‘accessoires’ en outfit een total make over. Iets van midlife? De snelheid stijgt begrijp ik.

Het verslag van Martins vakantie was jaloersmakend. Mooie omgeving, mooie klimmen en genieten; dat spatte er vanaf. Ook het weer bijkletsen met Hans, Jos en Karel mis ik toch wel.

Daar kan ik slechts een zestal veelal korte ritjes tegenover zetten tijdens onze vakantie. In totaal een 275 km en daarbij ca. 3500 hm. Dat waren wel mooie ritten, zoals met tegen de 40 °C naar Perugia met daar ook nog Umbrië Jazz (vergelijkbaar met North Sea) en een hele mooie Italiaanse klim bij Bruneck: de Passo Stalle met een kleine 1150 hm, dit over ca. 12,5 km. Ergo percentages tegen en vlak boven de 10% in een bloedmooie omgeving. Dat samen met Reinouw doen was ook erg leuk!

Reden voor de weinige activiteit was een broeierige hitte in Umbrië, met wegen waar cm’s diepe kuilen in zaten en wat meer wandelen en pittoreske stadjes. Daarbij was Garmisch en zijn omgeving een openbaring! Gaan we beslist terug, al was het ook maar omdat ik nog twee dagen terug moest voor een aantal zakelijke dingen hier. Overigens heb ik mijn 4e midlife in Garmisch gevierd met het aanschaffen van een Zuid-Duits Zijden Rood Gillet.

Verkeerde planning brengt mij komend twee zondagen helaas evenmin aan de toren. Zondag al in mei met vrienden gepland om een dagje wat te doen en het weekend daarop BETS in Gronau.
Ik zal mijn leven beteren. Waarbij de Duell met 25 banden en 7 à 8 bar als een speer klimt en…daalt.



Zondag 10 augustus

Na lange afwezigheid van velen door vakanties of andere verplichtingen deze keer weer een opkomst aan de toren: Martin, Karel, Henk en Hans.

Henk in volledig nieuwe outfit met, adel verplicht, nieuwe MTB-schoenen.

Voorgesteld werd Thorn met een uitstapje over de stuw van Linne. En dat werd het.
Henk haalde ons over de Kling en kruipdoor-sluipdoor Elsloo, Meers en Maasband.
Het grote aantal fietsers viel op.
Niet gehinderd door wind of hellingen reden we steeds boven de dertig. Bij Maaseik een mooi paadje onder de brug door, zo mooi dat we vervolgens even fout een doodlopende weg in reden. Bekend door naar Thorn waar we vroeg arriveerden en de gekende koffieplaats voor de verjaardagkoffie van Karel vonden.
Te veel wereldproblemen om alle te bespreken, maar in ieder geval één conclusie: alle religies verbieden, wereldwijd.

Na de koffie door Wessem en vrij snel het sluizencomplex en de stuw van Linne gevonden; heel aardig fietsen daar. Op de terugweg nam Henk het roer in handen (heeft overigens zijn Hubschrauberländeplatz vervangen door een Garmin om het plaatje compleet te maken) en foutloos, maar toch wel met een paar rare wendingen, bracht hij ons huiswaarts.
Geheel droog en nauwelijks wind.
Volgende week zondag een lange rit – voorstellen?




Zondag 27 juli – Hans

Las dat vorige week Henk en Martin bij de toren stonden. Dat was ik vorige week ook van plan, maar dat kwam iets tussen. Daarom vandaag naar de Toren. Echter, niemand daar. Had graag Henks fiets bewonderd en Martins verhalen over zijn fietsvakantie gehoord. Als Karel er zou zijn geweest, dan had ik hem kunnen feliciteren met zijn 65ste verjaardag. Maar hij zal in Frankrijk zitten. Ben naar Goé gefietst; bij Limbourg niet bovenlangs, maar onderlangs. Ik was benieuwd of de oude weg naar de Baraque Michel inmiddels een nieuw wegdek heeft gekregen. Niet dus. Jammer, het is een mooie route, maar door al die gaten niet te doen. Ik denk dat ik dat nieuwe asfalt niet meer ga beleven. Steeds meer landen verwaarlozen hun infrastructuur.
Vanaf Goé ben ik naar Membach gereden en zoals bekend via Baelen verder naar het noorden. Om nog wat hoogtemeters te pakken, heb ik nog wat klimmetjes gepakt. Kwam met een aanvaardbaar gemiddelde thuis. Daar was koffie. Onderweg was dat er niet van gekomen.

Noot van de webmaster: deze was zelf in Zwitserland en kon dat niet met de toren verenigen. Henk was, zo deelde hij mede, te uitgeput van een fietstocht uit Enschede daags ervoor. Vandaar.



Zondag 20 juli

Martin vertelt:
Nadat ik daags ervoor teruggekomen was uit Graubünden (waarover later meer) en nog een paar uurtjes bij 35°C in de tuin gewerkt had, lag ik uitgeput in bed.
Om 8.15 las ik een berichtje van Henk of ik al weer thuis was. Ik antwoordde ‘ja’ en terwijl ik het vervolg “maar ik kom niet naar de toren” aan het componeren was, kwam zijn antwoord binnen: “tot zo”.
Stram, zonder koffie of ontbijt gelijk op de fiets.

Verder niemand aan de toren; ik stelde iets als Aachen voor. Het was nog warm en klam.
Henk trots zoals een Oekraïense separatist op zijn BUK-raketinstallatie is, op zijn nieuwe fiets met elektronische 11-versnellingsbak.
Volgens mij verschool hij meer in de zadelbuis want hij reed goed – feitelijk veel beter dan ik.
Ik stelde voor bij de Smidse te stoppen voor mijn ontbijt (een stuk vla) en de reguliere vla.
Het was goed zitten in het zonnetje; ons verwonderd over een e-bike met een naafdynamo.
Van alles besproken, ons afvragend hoe de situatie rondom het neergehaalde vliegtuig zich zou ontwikkelen.
Natuurlijk de Camerig op en kort terug, waar we nog wel even de Nieuwe Huls deden.
Na een redelijke afstand en een redelijk gemiddelde blij dat ik thuis was.



5-19 juli Alpi 2014 Martin

Uiteraard ook deze vakantie, samen met Miriam, weer de fietsen mee; echter we hebben zeker niet alleen gefietst. De dagen waarop niet, hebben we behoorlijke tochten te voet gedaan, maar verslaggeving hierover hoort niet in dit fietsrelaas.

Allereerst waren we vertrokken naar Mutters, iets ten ZW van Innsbrück; fraai op een berg(!) gelegen. We zouden daar niet lang blijven, dus een fietstocht en wel het doodlopende Stubaital in. Na een korte maar steile afdaling eerst de Brennerpasstraße gevolgd, fraai onder de Europabrücke door en vrij snel rechts afgeslagen het Stubaital in. Tot aan Neustift im Stubaital was de weg behoorlijk druk, maar daarna werd de weg smaller, rustiger, steiler en mooier. Prachtige uitzichten op grote watervallen en af en toe een heel klein beetje regen.
Eindigend op een parkeerplaats bij het dalstation van de Stubaier Gletscherbahn.

De Brennerpas zelf is overigens niet aan te raden als fietstocht: vrijwel vlak, breed, redelijk druk en saai. De laatste twee kilometers kunnen dat niet goedmaken.

Doorgetrokken naar het bekende Corvara in hotel Christian, waar we hartelijk als goede bekenden ontvangen werden en de fietsen weer op het balkon konden plaatsen.
Natuurlijk ’s middags nog wat gefietst: de voor enkelen traditionele tocht Corvara-Campolongo-Pordoi v.v. Vertrokken in de regen, maar na 100 meter droog en op de Pordoi in het zonnetje gezeten.

Natuurlijk het obligate Sellarondje: Gardena – Sella (5 °C, beetje sneeuw) – Pordoi, maar niet door naar de Campolongo maar Falzarego/Valparola. Boven op de Valparola begon het te regenen en we kwamen zeiknat in La Villa aan, waar het weer droog werd. Op de Gardena vroeg een Duitser mij overigens of de oude Lenzen nog in de winkel stond. Een connaisseur dus – hij had er zelf ook een.

Miriam wilde ook wel iets ‘echts’ doen, dus gekozen voor de Giau; weliswaar van de 'makkelijkste' kant. Deze keer in de zon vertrokken naar La Villa en de Valparolo op. Bovenop een groep Engelsen getroffen die die dag ook nog de Tre Cimi di Lavaredo zouden doen. Ik waarschuwde hen: “close to death”.
Afgedaald naar Pocol, in de zon en warm deze keer, en fantastisch omhoog naar de Giau. Op en af via Colle Santa Lucia terug, tegen de wind in naar Arabba en in twintig minuten de Campolongo op. Mooi rondje.

Onze tweede week vertrokken naar Scuol, gelegen in het Unter Engadin (een kenner weet dan dat dat aan de zelfde rivier gelegen is als Innsbrück). Alleen de route daarheen is al fraai om te rijden.
Scuol is bekend om zijn mineraalbronnen – voor geïnteresseerden best wel interessant. Fietstechnisch wil ik hier niet meer over kwijt dat je er prima de bidon mee kan vullen.
Natuurlijk ook hier op de dag van aankomst een korte rit en wel naar S-charl. En weggetje van maar 13 km / 600 hm, maar driekwart van de hoogtemeters in de eerste drie kilometer. Voorwaar: heftig. Na een fraai tunneltje hield het asfalt op en werd het wegdek aangestampte steenslag/klei, wat zich goed liet berijden. Aan het eind een gehucht van twintig huisjes en een terras.

Een lang gekoesterde wens was het uitvoeren van de Dreiländergiro, natuurlijk een eigen variant. Dus vertrokken naar Zernez, zo’n 25 km licht bergop, om de Ofenpass via de fraaie Ova Spin aan te pakken. Feitelijk alleen de laatste twee kilometer steil, maar wel de grootste pas van die dag. Afgedaald naar Laatsch in Vinschau (I) en de fietsroute de Reschenpass op. Niet lang, maar wel fraai en steil. Daar door naar Nauders (A) en linksomhoog voor de laatste ‘col’ die dag: de Norbertshöhe, zo’n 80 hm vanuit Nauders.
Een klein buitje afgewacht en afgedaald naar Martinsbrücke (CH) om nog 18 km af te ronden naar Scuol. Ik haalde daar nog een Zürcher in, die al heel wat afgefietst had. Hij suggereerde mij de Grosse Scheidegg (‘done!’), ik hem de Col de Jaman (‘done!’), hij mij de Nufenen (‘done!’), ik hem Col de Champex (‘done!’) en toen waren we het wel eens – we kenden Zwitserland wel op de fiets. Helaas konden we deze week niet meer toekomen aan zijn suggestie om naar Juf te rijden. Een andere keer dus.

De laatste fietstocht enerzijds bekend van parcours maar andersom: Flüela-Albula. Voor enkelen onder ons nog goed in het geheugen gegrift.

In een frisse schitterende ochtendzon de Flüela (O) op en, onbekend, afgedaald naar het lelijke Davos. Nu het genoegen gesmaakt de 32 km naar Tiefencastel af te dalen, wind mee!
Alleen de zeer koude tunnel van Bärentritt en de klim daarna verstoorden dit een beetje.
Maar ja: elke meter gedaald betekende een meter extra klimmen vanuit de put van Tiefencastel.

Het grote voordeel van de klim van de Albula van deze zijde is dat je veel meer van het uitzicht kunt genieten: het fraaie ansichtkaartenviaduct van de Rhätische Bahn over de Landwasser en de vele treintunnels en viaducten.
Ook de kloof voor Bergüns en de kasseien omhoog door Bergüns.
Met 36°C was het weliswaar geen 40 graden, maar gezweet werd er wel bergop. Uitermate onregelmatig bovendien.

Ik haalde nog een man in op een Koga met een dealersticker van Lemmens uit Schaesberg erop. Ik riep hem aan met “hé Limburger!”, waarop hij antwoordde “Hallo Aachener, ich komme auch aus Aachen”. Koga-Lenzen dus.

Samenvattend: 570 km en 13.000 hoogtemeters op de fiets.




Zondag 6 juli 2014

Henk: Vandaag een stevige rit met alleen Hans. Hij had zijn zinnen al een tijdje op Limbourg gezet, wat al een paar keer niet doorgegaan was. De heenweg tegen een behoorlijke wind in. Hans veelal op kop. Als het ook nog licht bergop ging (over sterk bergop hoef ik niks te zeggen) kon ik hem uiteraard maar moeilijk bijhouden. In de klim naar Henri Chapelle op de heenweg dreigde de kramp in de kuiten en bij de beklimming van de Loorberg (mag ook Lauberg heten, zo concludeerde ik uit Hans’ citaten uit het Lauboek) in de dijen. In beide gevallen slechts te bestrijden door een tandje terug te schakelen en te enkelen.
Dat schakelen ging nog steeds niet lekker. Ondanks alles wat ik gesleuteld heb blijft de derailleur moeite hebben met kiezen tussen de grotere tandwielen. Gelukkig werkt de allergrootste wel goed. Ik ga maar versneld de derailleur van mijn kapotte fiets overzetten. Misschien helpt dat. Als het niet helpt? Ook anderszins nog steeds mechanische malheur met mijn Massi. Ik had zelf schuld aan het ernstige kraken bij rijden op macht. Ik had het achterwiel niet strak genoeg gemonteerd. Maar nadat dat euvel verholpen was kraakte het nog steeds, maar dan lichter. Misschien is het de spanning op de spaken in het achterwiel die te laag is. Er zit ook een licht slagje in. Bovendien mijn ketting er aan de buitenkant drie keer overheen gegooid. Een keer kon ik voorkomen dat Hans dat merkte. Niet helemaal goed gegaan met dat sleutelen dus, maar dat heb ik ondertussen al weer hersteld. Ik ben echt toe aan mijn nieuwe Rose. Hij schijnt klaar te staan voor aflevering in Keulen, dus lang kan het niet meer duren. Ik hoop dat ik met elektrisch schakelen minder afstelfouten kan maken. Ik ben benieuwd,
Ik geloof dat ik de klim in Limbourg een keer eerder heb gedaan. Het begin vanuit Dolhain viel me mee, maar het steile stuk moest toen nog komen. Pittig. Op het verstilde dorpsplein bij het enige etablissement heerlijke koffie met een vruchtengebakje. Heel aardige ober ook. Toen ik in mijn beste Frans opmerkte dat het niet zon bon soiree was geweest pour les Belges vroeg hij naar de uitslag van Nederland. Hij was na de reguliere speeltijd naar bed gegaan. Hij was blij voor ons.
Ik kon het slecht kunnen volgen van Hans natuurlijk niet wijten aan het doorkijken en het feestje van een oud buurman die 60 was geworden. En al helemaal niet toen ik mijn gemiddelde van 27.3 km over 120 km zag. Ik heb ze wel eens minder gereden, maar misschien doet die wind er niet zoveel toe als je de hele tijd achter iemands rug kunt rijden. Hans ging weer als gebruikelijk. Groepje na groepje werd opgerold en voorbijgereden. Bij de beklimmingen probeerde hij bij me in de buurt te blijven, maar als dat betekende dat we ingehaald werden maakte hij korte metten met de brutale snaken. Ook een vertrouwd beeld.
Hoewel ik dus veel achter Hans aanreed bereikten we de hoogste snelheden als ik voorop reed. Maar dat was zoals bekenden begrijpen uiteraard altijd van wind en berg af. Na het afhaken van Hans niet uitgebold, maar stevig blijven doortrappen en het gemiddelde dankzij de wind in de rug nog van 26.7 naar 27.3 gebracht.




Zondag 22 juni

Massale afmeldingen, dus bleven alleen Karel en ik, Martin over. We besloten niet naar de toren te gaan en zijn dus naar Thorn geweest. Veel nieuwe weggetjes gezien, lekker in het zonnetje koffie gedronken en rustigjes teruggepeddeld (toch nog 26 km/h). Karel moest om 12.00 thuis zijn en dat was hij; ikzelf moest ook op tijd thuis zijn want nog naar Zwitserland, maar bij thuiskomst een voicemail dat de meeting afgelast was en de reis dus ook. Soms zit het mee…



TCE Schwarzwald 2014

Karel trapt af:

Kort samengevat:

Donderdag ruimschoots op tijd opgestaan om zeker tijdig bij het verzamelpunt aan de Duitse grens te zijn.
Henk zou om 7 uur bij mij zijn en samen zouden we doorgaan naar Martin. Ik was echter zo razend snel dat ik al om 6.45 bij Martin was en Henk daar ook maar naar toe heb gedirigeerd. Resultaat: Ruimschoots op tijd bij het verzamelpunt.

In kolonne de Duitse autoroute op en enthousiast door naar het Schwarzwald. Zo enthousiast dat ik zelfs het eerste afgesproken koffiepunt voorbijreed. Hier werd al direct de flexibiliteit voor alle dagen duidelijk: Gewoon nieuw punt afspreken.

Aangekomen bij het hotel de voorbereidingen voor de korte opwarm-rit en de onbekende tijdritklim.De routecommissie heeft het klaargekregen om direct de eerste dag de zwaarste klim uit het Schwarzwald in te plannen. Chapeau hoor!
Voor de tijdritklim was voor mij natuurlijk weer het dilemma: Tot aan het hotel of door naar de top. Hoewel het niet altijd even soepel ging toch maar door naar de top, waar ik, die als eerste gestart was, door de rest met applaus onthaald werd. Voelt goed hoor.

Na afloop bij een (of twee) Weizenbier de dag gerecapituleerd en de eerste voorbereidingen voor de vrijdag.
Ook hier was weer alles vlak met enkele puisten. Ook op de puisten weer de beslissing nemen nog een stukje extra naar de "Blauen" of direct naar het restaurant in het volgende Kurort. Wederom manhaftig de laatste 250 m mee geklommen om daar van een magnifiek uitzicht over het Rijndal te mogen genieten. Afgedaald naar het verzamelpunt tegenover de ruïne en een welverdiende pasta gegeten. Na het eten door de wijngaarden van het Rijndal met prachtige vergezichten, korte steile klimmetjes en een rustige camping naar Neuwege. Ook hier werd weer duidelijk dat een klim in het Schwarzwald minstens enkele "Doppeltschnautzers" nodig heeft om mee te tellen. Cola op een bankje even bijkomen en via wederom mooie afdalingen naar Utzenfeld waar we opsplitsten in twee groepen: Ger, Martin en ik via de klim van de tijdrit. De rest via de klim via Wieden en Wiedener Eck.

Het avondprogramma zoals gekend: recapituleren. Vocht aanvullen en voorbereiden op de dag van morgen.

Tijdens de voorbereidingen is het wijze besluit gevallen om op zaterdag niet te gaan voor de volle 175 km maar de laatste lus maar weg te laten in te korten naar 125 km, waarbij we de Feldberg niet zouden doen.
Zaterdag om 9.00 iedereen op de fiets en via de "Wiedeafdaling" met fantastische vergezichten naar Utzenfeld. Door het dal naar Todtnau en daar omhoog naar de "Notschrei". Voor mij werd dit meer een Totschrei. Helemaal boven gekomen ging ik ook een beetje dood en heb met de gedachten gespeeld om om te draaien. Echter een beetje jonge kerel zet door. Vandaar. Door naar een dorpje waar ik de naam ook weer van ben vergeten en daarna via een grandioze afdaling, die begon op 890 m en eindigde op 1150 door naar St Peter, St Märgen en nog wat andere gaten naar Valkenburg ofwel Titisee.
Ook hier weer een lekkere pasta met cola en de kortste weg naar huis. We zouden niet de Feldberg doen, echter de verbinding ging alleen via deze pas. Op een gegeven moment kwam van Ger de opmerking dat we wel bijna weer op 1000 m waren. Dit klom dus nog door naar 1234 m ofwel de pas van Feldberg. Het bleek dat nagenoeg op de top de aftakking naar de toren op de berg was. Voor Ger, Henk en ik het punt om af te haken. Dit afhaken bleek niet nodig aangezien de weg maar een paar honderd meter open was.
Gedrieën via een prachtig lopende, snelle afdaling (>77 km/h) door naar Todtnau en Utzenfeld en de klim naar Wiedeneck. Hier kwam mijn echte Waterloo van deze dagen. Met bijzondere dank aan Henk voor de begeleiding tijdens de klim.

De avond gevuld met napraten, een voortreffelijk vijfgangendiner, "schäle wazel" en prijsuitreikingen.Hulde aan de opmerkzame, onpartijdig, deskundige jury, waarbij ook eer voor de spitsvondige prijzen, (toevallig) ook nog perfect passend aan de personen die ze uitgereikt hebben gekregen.Ook dank voor de pot doping die ik kreeg nadat zaterdag duidelijk was dat ik door mijn eigen potjes heen was.
Ook dank aan Henk voor de opsteker voor de strijdvaardigheid die ik aan de dag schijn te hebben gelegd in de loop van het jaar om mijn grenzen (zo mogelijk of met behulp van..) te verleggen.

Volgend jaar weer

De Dode doet als tweede verslag, enigszins chroniqueurend.

Deze maal ‘slechts’ met acht man aangetreden wegens afmeldingen, andere activiteiten en blessures. En dat terwijl we juist nu een nieuw gebied, namelijk het Zwarte Woud zouden verkennen. Dus waren er, naast de Dode, Beppi, Hans, Henk, Ger, Jan, Karel, en onze Fries Hendrik.

Een RC in de vorm van Henk en secondant Hans, die zich prima hebben kunnen uitleven.

Uiteraard de Jos-na-de-lange-autoritrit gevolgd door de klimtijdrtit.
Deze laatste zou ook weer het hotel voorbij komen, als destijds bij hotel Roess, dus de twijfel was gezaaid. Na een korte klim een heel lange afdaling die ons naar de voet van een klim bracht waar een bordje 18%, 5 km stond.
Bij nader onderzoek bleek dit traject, de Stohrenstraße, de zwaarste klim in het (Zuid) Schwarzwald te zijn. Maar allen boven en afgedaald over de Notschrei naar Todtnau en door het dal van de Wiese naar Utzenfeld waar de klimtijdrit over Aitken naar de Belchen.

Ger al mopperend dat hij hem denkelijk niet zou doen. In een ietwat georganiseerder proces gestart en door de warmte omhoog. We wisten dat we bij het hotel langskwamen waar we een 200 m Schotterstrecke over moesten, maar doenbaar.

Het landschap bovenin schraal. De term d.n.f. voor Ger daar hij besloot bij het hotel er genoeg van te hebben.

Het eten in de tent van een hogere standaard dan LRG, de bediening wat stijver; vooral onze Geerts geblondeerde stagiaire moest nog wel wat hartelijkheid leren.

Vrijdag nam Ger dezelfde positie in als donderdag, iets wat Karel maar al te gretig bevestigde aan ieder die het wel of niet wilde horen. ’s Avonds iets met voetbal, maar daar zullen anderen wel over schrijven.

Besloten was om de zaterdagrit tot normale proporties in te korten; wat zeer flexibel gebeurde. Het niet beklimmen van de Feldberg leverde inderdaad een forse reductie van het aantal hoogtemeters op…

De laatste klim tegen de wind in was zwaar; dank voor de morele steun van Jan en dat we er niet in geslaagd zijn Ger in te halen is een vermeldenswaardig feit.

Over de prijsuitreiking natuurlijk geen details; deze gebeurtenis is dermate obscuur dat lekken niet geoorloofd is – je moet er maar bij zijn. Wel kan genoemd worden de leepheid van Henk de wisselbeker niet te willen uitreiken om zo de kans hem zelf te ontvangen niet te ontlopen…met succes! Zijn eigen initiatief om een extra prijs uit te reiken gewaardeerd.
Het eclatant succes van de jury rechtvaardigt een prolongatie voor 2015

Ook niet vergeten de RC15: Hans en Karel.

Tot slot nog een personenbeschouwing:
Jos: als medejurylid een verplicht maar gewaardeerd kamergenoot; mijn excuses voor de puinhoop die ik er van maak. Volkomen onterecht pretentieloos en genietend van eigenlijk alles.
Hans: ondoorgrondelijk
Karel: trots als een aap met zeven lullen als hij niet als laatste bovenkomt en wél de Belchen en Blauen doet, maar laat dat iedereen wel weten – we hebben het gezien Karel. Natuurlijk wel dit moeten bekopen op dag drie.
Jan: constante factor, geen gezeur maar wel beargumenteer. Doet zijn best en een betere middenmot(e)(o)r; 50 jaar te laat en in het verkeerde land geboren…
Henk: fantastische geograaf en improvisator; ook onterecht pretentieloos hoewel die qua fietsonderhoud iets hogere ambities zou mogen nastreven
Ger: prettige reisgenoot en natuurlijk altijd weer dat zelfde gezeur “Ik denk dat ik omkeer”, wat ‘ie dan natuurlijk toch niet doet. Heeft op dag drie de rollen met Karel verwisseld en was daar – terecht – heel blij mee.
Hendrik: tsja; met zijn jeugdig enthousiasme speelt hij wellicht meer klaar bij Annechien dan wij. Fijn dat hij ons net zo vanzelfsprekend accepteert als wij hem.


Het fotoalbum


Ger vult aan:

Een week na datum nog een verslag(je); als derde? En ook nog met de Hunsrück in de benen?
Toch maar, al is er na de mooie teksten van Karel en Martin niet veel nieuws meer te vertellen. Terugkijkend op zeven dagen op de fiets, blijkt dat fietsen ook werken is. Dat was overigens voor mij deze keer al vanaf kilometer 10 of zo helder. Het was de eerste twee dagen zwoegen en steevast als laatste eindigen is ook nieuw voor me. Dag zeven op de fiets liep echter als beste van al die dagen; ergo er is een ronderenner aan me verloren gegaan. (Mag ik dat zeggen? Ja dat mag ik zeggen!
Merkwaardigerwijze was de voorbereiding van Martin dit keer niet zo best. Immers meestal is hij de betrouwbaarheid zelf in zijn informatie. Nu kwam hij op dag een (bij achteraf de zwaarste klim van het Schwarzwald) niet verder dan: “Ik zie fietsbordjes, dus de klim moet te fietsen zijn”. Boven ben ik gekomen, afgestapt of gestopt nog altijd niet, maar het was……De tijdrit was derhalve niet best en ik heb er maar voor gekozen een DNF te scoren. Overigens een tijd van 50.44 officieus op die 7,45 km tot het hotel.
Op het terras de terugkomst van de helden afwachtend, slopen die direct naar de douche, mij mijn teleurstelling rustig laten verwerkend. Dag twee was al niet veel beter, maar het ronddraaien van een kleine versnelling leidde er wel toe, dat ik nu de tijdritklim wel beter overleefde. Overigens nadat ik Karel een pauze zag nemen naast Martin in de mooie veldblommen. Maar geen misverstand; Karel klom weer als herboren!
De praatjes waren er als vanouds; dit keer ook (en voor het eerst) over het andere geslacht, waarbij Hendrik bewees, dat ook Friezen kunnen praten! (en praten en praten en praten) Overigens steeds met mooie verhalen.
Op dag drie heb ik daarbij Jos heel enthousiast gezien. Normaal enthousiast is voor hem gewoon, maar het feit dat hij “ons broekie” er helemaal afdemarreerde, deed hem terecht meer dan veel genoegen.
Ik zag ze als derde op die klim voorbij komen met panache, zodat ik ook maar besloot er eens vol voor te gaan, Martin en Jan achter me te houden. Dat zowel bij Hans als Karel op dag drie de pillen op waren, resp. anderszins het jus uit de benen was, is opmerkelijk. Hans gaf vrijdagavond al aan, dat hij toch wel moe was, maar Karel kwetterde als vanouds.
Gelukkig bleek ik weer wat hersteld, want zeker de langere slotklim door het mooie dal omhoog liep als een speer. Gelukkig!
Martin dit keer zonder enige bemoeienis en Henk die de ritten perfect met Hans had voorbereid. Zijn aftandse fiets en beschadigde lijf, hielden het gelukkig al die dagen. Of echter al die elektronica het gaat zijn? Met Jan ook prima slapie gehad, dus ik was helemaal preparé voor de Hunsrück.

Een heel mooie streek; zonde daar ieder keer zo maar langs te karren. Mooie uitzichten ondanks de ca. 600 windmolens. Lieflijke dorpjes aan de Mosel en Rijn en ook daar >10% klimmen. Voor de liefhebbers voeg ik de ritten bij, waarbij ons hotel Birkenhof in Klosterkumbd (bij Simmern) ook een aanrader is.

Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4

En oh ja; heb mijn achterband op een scherpe kei ‘doorsneden’. Maaien van de berm, waarbij de takken en stenen je om de oren vlogen en een scherpe kei die op het dikke stuk dwars door de buitenlaag, brekerlaag en canvas ging. Het rugzakje met reservebuitenband bewees zijn waarde. (en ca. € 45,- voor een band die ca. 350 km was meegegaan, weg)

Jan, geïnspireerd door Ger?:

Beste fietsbroeders,

Wat een mooi aflevering dit jaar. Minder is meer. In aantallen fietsmaatjes en zelfs in kilometers van de zaterdagrit.

Enigszins overwerkt verheugde ik me zeer op ons jaarlijks fietsuitje.

Schwarzwald door mijn ogen gezien nog mooier dan de Vogezen.

Mooier in de context van landelijker, netter, betere wegen en over het algemeen vriendelijkere mensen, die helaas af en toe door het onbehoorlijke winden van Martin in verlegenheid worden gebracht [red.: resultaat van HAFE]. Geen verlaten dorpen en fabrieken maar goed onderhouden “Wegen & Wiesen” en prachtige grote boerderijen, lieflijke dorpen.

Ik heb een Duitse oma misschien dat dit mijn enthousiasme kan verklaren.

Deze dagen waarin we verwend werden met heerlijk eten op culinair niveau, de paddestoelencrèmesoep was subliem, en uitdagende maar wonderschone tochten bedacht door tovenaar en waarschijnlijk gereïncarneerde mtb’er Henk B.

Deze dagen hebben mij goed gedaan.

Ik heb niet alleen van het fietsen genoten maar ook van dit wonderbaarlijke genootschap van fietsbroeders.

Dit jaar ervoer ik meer harmonie in de groep en minder scherpte.

De rauwe randjes, te scherpe ironische grappen en elkaar aanspreken met achternamen bleef achterwege.

Daarvoor in de plaats, Annechien, verbinding, broederschap en mooie voetbaluitslagen.

Geen idee hoe dat nou komt.

Doordat de groep kleiner en mogelijk intiemer was?

Door de schermutselingen tijdens het Alpenavontuur en het stapje extra zorgvuldigheid dat dit tot gevolg had bij enkelen van ons (uitleg wordt enkel mondeling verstrekt)?

Ik weet het niet maar dat hoeft ook niet.

Ik heb in ieder geval genoten en daarvoor wil ik jullie allemaal hartelijk bedanken.

De tijdrit:

  2004200520062007*200820092010**2011**20122013#2014***
1Hans--35'47"38'25"25'36"34'50"33'30"36'57"--34'37"37'47" 48'30"
2Jos34'19"33'48"33'41"23'31"--35'47"38'26"33'55"--41'03"49'58"
3Jan--------36'55"39'13"38'22"37'14"36'47"41'01"56'11"
4Hendrik----------39'12"45'45"37'24"39'47"45'00"1h00'40"
5Martin41'36"47'48"40'19"32'02"49'02"46'05"d.n.f.40'50"44'58"50'57"1h03'20"
6Henk38'07"38'45"41'34"29'16"41'22"40'20"d.n.f.43'05"41'30"45'27"1h07'30"
7Karel48'16"--60'30"39'25"55'00"--d.n.f.53'38"49'10"57'00"1h10'21"
--Ger48'29"d.n.s.55'10"33'51"46'20"46'09"55'16"44'30"46'34"d.n.s.d.n.f.
--Harold--------33'12"32'25"34'03"32'57"33'24"38'03" --
--Ricardo39'11"38'46"37'29"25'54"34'11"37'50"----38'00"42'25"--
--Wouter------------d.n.f.45'30"--50'57"--
--Frank------------d.n.f.d.n.s.49'10"57'26"--
--Jan P.------------d.n.f.--47'50"1h10'00"--
--Gijs------------40'52"37'05"---- --
--Coen--------------.43'25"---- --
--Frans----50'09"31'19"46'26"---------- --
--Ruud----35'40"d.n.q.------------ --
--Sander------------38'57"------ --
--Jaap----40'20"28'11"------------ --
--Leo39'02"39'45"---------------- --
--Fred--38'21"---------------- --
--Loek54'46"------------------ --


*: afwijkende route 2007: Grand Ventron
**: afwijkende route 2010, '11: Collet de Ligne
#: afwijkende route 2013: Le Vieux Rouge Gazon
***: afwijkende route 2014: Belchen


De donderdagroute (De Dode)
De vrijdagroute
De zaterdagroute

Belchen
Blauen
Stohrenstrasse
Notschrei
Hohtann




Pinksterzondag 8 juni

Karel:


Henk
was zich zaterdagavond al zorgen aan het maken dat hij alleen aan de toren zou staan. Hem verzekerd dat ik er ook zou zijn. Hans heeft zich op zondagmorgen per SMS gemeld en Jos was er gewoon.
Voorstel van Hans was om Limbourg cité (boven dus) koffie te gaan drinken. Zo gezegd zo gedaan. Via de Daalhemer en Sibbe naar Terlinden en De Planck. Alleen werden de luchten toen erg dreigend en probeerden we de zeer donkere wolken te ontwijken door via de Schilberg naar Slenaken af te dalen. Hier werd de dreiging omgezet in daden ofwel: regen. Dit resulteerde in koffie "met" na slechts 30 km. Hans trakteerde op koffie met vlaai en Henk op de tweede kop.
De traktatie van Hans was waarschijnlijk gebaseerd op zéér goede resultaten op de beurs. Er is een uitgebreid college gegeven over derivaten, LIBOR en EURIBOR tarieven marktontwikkelingen etc.
Na enige tijd stopte de regen en werden de carbon rossen (behalve Henk) weer opgepakt. Limbourg was geen optie meer, dus via de Loorberg naar Epen, Camerig, Pas van Wolfhaag naar Gemmenich en daar de Belgische kant van het Drielandenpunt. Door Vaals en het Vaalserkwartier naar Lemiers en de Lemierserberg omhoog. Via de zeer slechte weg naar Bocholtzerheide en Baneheide. Vrouwenheide, Ruilverkaveling af en de Vrakelberg op.
Naar Ransdaal waar Jos naar huis afdraaide en wij met z'n drieën door richting Voerendaal. Langs de golfbaan naar de grote weg, waar Hans naar huis en Henk en ik door naar Nuth. Naar Schimmert en via de Slakweg naar Puth. Henk zijnsweegs naar Sittard en ik naar huis.
Gezien de samenstelling van de groep was het tempo weer stevig (ca. 24 km/h) zeker ook in combinatie met de hoogtemeters (1120). Stevige training voor de Vog...., sorry Schwarzwald.
Henk zal nog wel een kaartje doorsturen want de route is niet altijd even gemakkelijk te reconstrueren.

Ger beschrijft zijn fietsweekend:

Niet met TCE gefietst, maar wel gefietst. Zaterdag in Tilburg en België met BETS wat ouderwets racen betekende. Het was de zogeheten Vader-Zoon-rit en dat op zich was al genieten. We zijn bij BETS van dezelfde generatie; ergo onze kids ook. Dus die eind twintigers/begin dertigers te ontmoeten en te kletsen onder het fietsen over van alles en nog wat, was heel aardig. Leukste is dat je met die kids samen kunt terugkijken op zo’n 35 jaar “samen”.
Over het fietsen kan ik kort zijn. Zoals dat hoort strak en hoog tempo en de jeugd fietste voorop. Het zogeheten Belsj Lijntje was terug het ankerpunt.

Gisteren Jazz in Den Bosch, wat prima was en droog. Bij ons in het vertrek een gigantische hoosbui waar Karel het ook al over had in zijn verslag.

En dan vandaag met Reinouw over het Drielandenpunt en de Kinkenweg op om effe haar het gevoel te geven van mooie uitzichten en ondertussen toch ook “leuk fietsen”.
De zin in de Vogezen (want zo blijf ik het maar noemen) en aansluitend Hunsruck is er. Nu nog eens kijken hoe ik die ritten van Henk en Hans op de Garmin krijg.



Zondag 1 juni

De Dode zat ruim op tijd aan de toren: beter hier tien minuten langer in de zon wachten dan thuis de krant nog even 10 minuten aanstaren. Groot was mijn verbazing om vrij snel Wouter te zien aankomen! Hij had ons lang gemist en ondanks zijn versagen bij de Vosges wilde hij er weer eens bij zijn. Hulde!
Jos en Hans kwamen ook en de afspraak was dat we Karel zouden ophalen bij de Biesenhof in Sweikhuizen daar hij wederom aan het beunen was.

Hij belde Hans nog maar deze was te laat met opnemen. Via Oensel en Groot Genhout prachtig afgedaald over Hobbelrade, maar geen Karel. Hij bleek een voicemailbericht ingesproken te hebben dat hij toch naar de toren zou komen en wel over de ‘normaalroute’. Dus wij weer terug waar we hem onderin Spaubeek troffen.
Langs Nagelbeek naar Schinnen, waar ik na 21.5 km op 1.5 km van mijn huis was..

Door de gewijzigde start lag alles open; zeer fraai door het Heuvelland naar de Karstraat en over de prachtige Vrouwenheide afgedaald naar Simpelveld. Hier het idee om weer ’s de gekende patisserie te Aachen met een bezoek te vereren. Van Orsbach prachtig over de Schneeberg naar het Klinikum afgedaald en resoluut naar ons doel.

Het bleek, gezien het grote aantal stadsexcursies dat daar stopte, inderdaad een bijzonder doel te zijn: de oudste patisserie van Aachen met fantastisch gebak.

Uit de wind in het zonnetje was het goed te doen en na een tijdje kris kras door het centrum weer terug richting Lousberg die wij echter niet integraal deden.

Zonder fouten terug met de zeer fraaie klim in Laurensberg en langs de A4 naar Bocholtz waar we via een onbekende route in Simpelveld terugkwamen.

Door Eys, met een mooie achterlangsvariant, en zo de côte de Trintelen op; Jos nog even iets als ‘lafaard’ mompelend.

In Colmont Jos rechtdoor en in Voerendaal Hans rechts.

Martin raakte Karel en Wouter nog kwijt in Thull, maar van hier kende ik de weg wel. Karel telefonisch nog even checken of ik thuis aangekomen was.

Wir sind bereit!

Nog een aanvulling van Karel:

Ik had gevraagd of "men" me bij de Biesenhof op wilde komen halen. Aangezien ik wat eerder klaar was al opgestapt richting de toren, Eerst geprobeerd Hans te bereiken. Nam niet op dus maar ingesproken dat ik via Spaubeek naar Schimmert zou komen). Bij de toren aangekomen was iedereen (terecht) al weg. Lilian gebeld (ook die neemt nooit op, telefoon onder in damestas verstopt!) en ook daar ingesproken dat ik via Spaubeek terug zou komen. Even later belde Hans dat ze bij de Biesenhof stonden. Elkaar tegemoet gefietst en daarna verder. Via een niet zonder Garmin te reconstrueren route naar Aken bij Van den Dael in het oude centrum koffiedrinken. Uitstekende koffie en uitermate lekkere vlaai. Bij vertrek mocht het toch weer lukken om elkaar in het centrum even kwijt te raken. Na verzamelen via de onderkant van de Lousberg en Vetschau (meen ik) terug naar huis. Gelukkig lag op de terugweg het tempo lager dan op de heenweg, hoewel ook nog heel hoog. In Colmont zwaaide Jos af om thuis verder te gaan verven. Voerendaal was voor Hans het afzwaaipunt en wij met z'n drieën door. In Schinnen misten we plotseling Martin. Terug naar Thull gefietst maar niet meer te vinden. Hij bleek later via de Muldersplas naar Schinnen gefietst te zijn.
Lekker, stevig gefietst. Goede voorbereiding voor het Schwarzwald!



Donderdag 29 mei – Impromptu

Ger
schrijft:

Vandaag in concurrentie met de Ronde van België gekozen voor "De Ronde van Zeeuws Vlaanderen". Gekend voor zijn lange rechte wegen en de fameuze wind. Nu die laatste was er niet echt, maar voldoende om te knechten voor Reinouw. De lange rechte wegen en de fraaie luchten uiteraard wel.De hele provincie zit overigens stikvol toeristen; veelal van uit het Oosten. Ook onze camping is vandaag volgelopen. De vis smaakt weer meer dan lekker.

De rit zal ik zondag doorsturen voor bij dit korte verslag. Toch twee bijzonderheden die de moeite van vermelden waard zijn:
• door van Breskens via het duin terug te komen, zijn we nog op maar liefst 74 hm. gekomen.
• de beste cappuccino van Zeeland wordt geschonken in Oostburg. Dat blijkt waar te zijn. Bij het verlaten van het terras konden we de Adelaar verwelkomen. Als een echte connaisseur had hij ook deze gelegenheid uitgezocht!



Zondag 25 mei.

Martin op ‘mannenweekend’, Ger op ‘Reinouwweekend’ en Henk op ‘verjaardagsweekend’ bij zijn vader (nog proficiat).
Dat impliceert dus een klein team, ofwel Jos, Hans en Karel.

Ik moest thuis nog helpen met voorbereidingen voor de "vide grenier" in Puth. Had derhalve Hans gevraagd of ze me alvast tegemoet wilden fietsen.
Halverwege Schimmert elkaar getroffen. Hans bepaalde de (snelle) route. Via Groot Genhout en Geverik alle straten op Aviation Valley gaan verkennen en vandaar via Moorveld en Bunde naar Meerssen. Afwijkend door de kern van Amby naar de Vijverdal weg en vandaar door de nieuwbouw van Bemelen naar Cadier en Keer. Bij d'r Mathieu (Subaru) de steile klim (nu steile afdaling; red.: Örenberg) naar Elkenrade en Gronsveld. Afgedaald naar het Withuis en door Eysden naar Visé (Pam-Pam). Het tempo op deze route werd door Hans bepaald (hoog dus) en door mij afgeremd. Ook Jos klaagde af en toe dat het tempo erg hoog lag.
Bij de koffie algemene zaken besproken zoal er zijn pensioen, schenkingen aan kinderen en niet te vergeten de Europaverkiezingen. Hierover uitgebreid gedelibereerd en tot de conclusie gekomen dat je gewoon leuk moet stemmen en denken dat het optimaal is. Stem echter niet verloren laten gaan.

Na de pauze naar Bombaye en Warsage. Door naar Voeren en de klim naar de Plank. Hier nog een collega fietser proberen te ondersteunen die allergisch was voor wespen en het ongeluk had dat er een onder zijn helm was beland. Hij diende zichzelf wel een injectie toe maar wilde toch een ziekenauto voor observatie/hulp.
Aangezien het toch al wat later was geworden wilde ik toch via een korte route naar huis.
Vanaf de Plank tot Terlinden heb ik zelfs op kop (mogen) rijden. Een ongekend genoegen voor mij in de aanwezigheid van Hans!
Via Terlinden, naar Banholt, Bruisterbosch en Margraten naar Valkenburg, waar onze wegen weer scheidden.
Al met al een fijne, snelle tocht van ca. 95 km met (voor mij) 950 hm en een gemiddelde van 25 km/h.
Thuis koffie en daarna Lilian helpen op de markt.

Komende zondag mij graag oppikken bij de Biesenhof; Moet LIlian dan weer mee installeren.




Zondag 18 mei

Vandaag stond formeel de Grenslandklassieker op het programma, maar geen aanmeldigen, dus naar de toren. Martin alleen daar Henk zich afgemeld had en hij Karels sms-je gemist had. Ger kwam in een unisono outfit aan en Hans was er ook. We verbaasden ons over Jos’ afwezigheid, waarover later.

Ger moest om kwart voor een thuis zijn, dus daar met de route rekening mee houdend.

Iets te laat op pad na verslaglegging van allerlei zaken.

Het weer was schitterend: volop zon en vrijwel geen wind. Het idee was om weer eens naar Val Dieu te gaan; niet om de goeie koffie, maar de schitterende locatie.

Ons niet gespaard, want er zaten voldoende hoogtemeters in. Wat opviel was het reusachtige aantal fietsers en andere recreanten op de weg, wat gelukkig in België minder werd.

Fraai kruip-door-sluip-door Groot Welsden en over het prachtige wegdek naar Eckelrade en Moerslag naar ’s-Gravenvoeren. Van Warsage over de fraaiste binnenweggetjes naar Neufchâteau om in het dal van de Berwinne uit te komen waar de drukte opviel.

De prachtige klim Bois Mauhin voor de koffie. Te Val Dieu was het goed toeven – een inspirerende omgeving waar helaas Dieus zegen niet over de koffie gegaan was, maar we kennen slechtere.

Steil uit het dal omhoog en bij het station van Aubel een nieuw binnenweggetje ontdekt.
Ger stelde voor nog even langs het kerkhof te gaan waar Hans twee brommers opslokte, zich niet bewust van het fijnstof blijkbaar.

Langs de Gulp afgedaald als gewoonlijk en ongewoon het Bovenste Bos omhoog waar we bovenop veel fietsers tegenkwamen en ook Pank van der Kooij nog even groetten.

Onder Epen besloten Bommerig te nemen – een weg die venijnig golft maar wel heel fraaie uitzichten. In Mechelen weer in de drukte en de Wittemer Allee afgepeesd, Ger nog mee want uiteindelijk wilde hij ook niet vóór kwart voor een aankomen.

In Schin op Geul besloot Hans poolshoogte te nemen bij Jos, dus daarheen. De snodaard bleek gisterenavond thuisgekomen te zijn maar dacht niet aan de toren te komen want wij zouden wel de GLK doen… Hij had dus alleen wat gefietst.

Daar nog even in het zonnetje gezeten en zijn laptop weer ontsmet daar hij in Frankrijk een SOA had opgelopen.

Snel naar huis om het gemiddelde erin te houden en met 102 op de teller tevreden thuis.

Karel vult nog aan:

Hoewel Hans zich niet aan Jos kon optrekken (of omgekeerd), zat er de hele ochtend echt een hoog tempo in.
Martin heeft de route al beschreven dus daar hoeft verder niets aan toegevoegd.

Hoewel Hans stevig aan het tempo heeft getrokken mag ook vermeld worden dat hij geregeld in de achterste regionen aan het socialiseren is totdat...er snellere fietsers of brommers komen.

Al met al lekker gefietst, heerlijk zonnetje en met de nodige hoogtemeters (1200) een gemiddelde van > 25 km/h. Geen slechte training voor de Vogezen (excuus Schwarzwald


Na afloop nog een fraaie foto van Henk ontvangen


En Ger tenslotte:

Omdat ik Martin beloofd had na mijn drukke weekend en dito begin week toch nog een korte bijdrage van mijn kant te leveren; bij deze (voor de slechte lezers: ik heb nu pas tijd!)
Allereerst mijn compassie met Henk; zeker na die foto.
Ga je aan zo’n lullig tochie meedoen en dan dit. Ik weet niet wat erger is; “zelf schuld” (waar het op lijkt), “slecht materiaal, resp. slecht onderhoud” (waar ik bij een techneut niet aan wil denken), ofwel een nieuw territorium van de marter (wat ik niet wil hopen). We horen het wel.

Een ouderwets “stalen ros” heeft deze euvels niet, maar daar staat weer tegenover, dat de stabiliteit van de DUELL met z’n nieuwe wielen in een afdaling in de bocht niet is verbeterd. En voor de grappen komen, mijn kg’s zijn minder! Ik denk maar eens na over 25 mm achter.

T.a.v. de tocht vele bijzonderheden die al zijn gememoreerd; herhaal ik dus niet.

Wel dat Martin zijn rekenvermogen begint af te nemen. Voorheen was 12.45 niet 12.44 of 12.46. Nu was het ca 12.30; ik had dus nog tijd voor een ommetje Wijlre. Gewaardeerd, dat dat mogelijk werd gemaakt.
Verder heb ik toch weer fraaie binnendoorweggetjes mogen ervaren a.h.w in mijn achtertuin. De diverse uitzichten waren fenomenaal onderweg en omdat Hans er de zweep niet overlegde ook nog te aanschouwen en van te genieten.
Amusant was, dat Hans als een Jehova-getuige twee “brommerista’s” op de weg langs het kerkhof naar HC trachtte te overtuigen van iets. Hij reed er tijden parallel mee op, maar wat zijn betoog was heeft hij niet gezegd. De twee draaien echter resoluut af bij het kerkhof; Hans ontvluchtend; om daar voortaan(?) te verblijven.

Dan het nieuwe thema nu we bij fietsen alles al van elkaar weten of al hebben gezegd: DE KLEDING

Daar waar anderen van alles mogen aantrekken; was mijn ensemble de laatste twee keer klaarblijkelijk opgevallen door - ik geef toe - non conformistisch kleedgedrag. Nog geen commentaar gehad, maar afgelopen week in een bilateraal mailverkeer met de webmaster, kreeg ik onverwacht en onvermoed (en onterecht?) onder uit de ….

Dus deze keer de Fashion clash:
Hans als altijd in een op de fiets afgestemd geheel, waarbij wel zijn nieuwe helm opviel. Wit met F1-downskirts en waarbij zijn distinge grijze haardos “sjiek” afkleedde. Wel geen steunkleur t.o.v. zijn zwart/rode geheel: Kleine dissonant, jammer!
Karel en Martin reden rond in vooroorlogse wielershirts van resp. HQC en iets van Engineering/Stac of zo. Gelukkig vielen de draden er niet van zelf uit, anders was de gay pride in Brussel van dat week end nog een optie geweest. Klassieke kwaliteit uit het mijn verleden. Gaat minsten 30 jaar mee. Ja wat moet je daar nu mee?
Ikzelf had me de boodschap aangetrokken. De complete Chemelot-outfit, incl. sokken en handschoenen. Een bij de rode helm passende rode bandana en mijn twijfel of daar nu de gele Concorde bij hoorde werd weggenomen: Complimenten dus!

Zal helaas wat mij betreft pas over drie weken kunnen worden vervolgd, zit komende zondagen nl. in de auto met sleurhut voor een korte trainingsstage met Reinouw in Zeeland. Trainen op Cultuur, Vis en ook wat km’s.

Tot binnenkort



Zondag 11 mei

Miriam was haar bed al uit terwijl ik, Martin er nog in lag; twijfelend wat of ik zou doen. Het bericht was dat het droog was en de zon scheen dus moest ik er ook uit.
Miriam zou naar de Nachtegaal gaan waar de snelle kern van BWOW zou aantreden.
Ik verstuurde nog een ‘1’ naar Henk, maar daar geen respons op gekregen. Mijn verbazing hem niet aan het gewezen dierenasiel aan te treffen was dan ook niet groot.

Op naar de toren dus, waar ik onderweg in Schimmert Ger al aantrof die blijkbaar Karel aan het ophalen was, want even later kwamen zij getweeën aan.
Dat was het verder; ben benieuwd naar de ‘excuses’ want er stond slechts een beetje wind.

Ik bedacht me dat het misschien wel eens eenzaam zou zijn aan de Nachtegaal dus opperde daarheen te gaan en eens kijken wat de ‘snelle’ dames vermochten. Door Waterval drie fietsgroepen tegengekomen!

Nu, die dames verkozen het dons boven het bikkelen. Miriam kwam dus ook eenzaam aangereden nadat zij om 9.05 aan de toren had gestaan, toen zij al vernomen had dat de dames er niet zouden zijn. Ze mocht met ons mee…in een nieuw ‘moederdagjackie’

Tongeren vonden we met deze wind toch iets te, maar dat we in zuidelijke richting zouden vertrekken leed geen twijfel. Dus Pam-Pam. Maastricht sliep nog en de nieuw stop van Ternaaien kreeg steeds meer vorm, alwaar we de kopgroep van de marathon tegenkwamen.

Vele varkens maken de spoeling dun, want de stukjes vlaai in P-P waren kleiner dan normaal.

De wind keerde zich met ons en van de Berwinne naar Warsage was het blazen. Besloten tot de Kattenroth die er fraai en droog bij lag. Bij Ulvend door naar de Plank en de mooie afdaling naar Nurop. Ook van Slinnich naar Gulpen weer met de wind in de poeperd. Om de wat saaie tocht door het Geuldal naar V’burg te vermijden stelde ik de Fromberg voor waar Ger gretig op inging. Overigens, zoals Ger al zeggen zal: alleen in Gulpen een paar spatjes en verder 80% van de rit zon.

Miriams prestatie van vorige week niet geheel maatgevend, want het werd haar wat zwaarder, maar stug door door het Ransdaler veld en langs de golfbaan huiswaarts waar de Zandberg als laatste kuitenbijter afgerond werd en met 100 km op de teller tevreden.

Ger vult aan:

Na een week van regen en harde wind, gisteravond om ca. 23.00 uur op de 24-uur buienradar gekeken. Dat zag er alleszins permanent nat uit en ook mijn weer-app gaf (80% zeker weten) regen aan.

Dus met beperkte verwachtingen het bed in, maar toch rond 6.30 uur wakker en naar buiten kijkend zag ik zon en droge stoepen etc. Geen buienradar of weer-app bestudeerd, maar gewoon het gebruikelijke ritueel van ontbijt, fiets klaar zetten, BRT journaallus kijken en even na 8.00 uur op weg naar de toren.

Benieuwd, want het was geen weer voor watjes! Frêle, elegante klimmers en rouleurs zouden immers van de weg worden geblazen. Jos niet aan de toren; oké, bovendien pas gister terug van vakantie. Hans al wat minder begrip voor, want die moet dit toch ook beheersen. Henk; daar past slechts zwijgen!

Zekerheden zijn bij dit weer Martin en Karel en die waren er dan ook. Onderweg kwam ik kg-genoten tegen en ook de rest van de rit was voor Parijs-Roubaixtypes. Gewoon door de wind trappen is het motto en dat hebben we gedaan. Deze types zag je dus gewoon op de fiets zonder enig mankeren. De anorexia, resp. make up-dames vandaag ook niet gezien overigens. Eerst tegen de wind en die continue handig opgezocht over M-tricht, Slavante naar St-Pierre. De wegen waren mooi schoon geregend en zelfs de mergel-track aan de voet van de Halembaye was goed te doen. De marathon van Visé stond ook gewoon weer op het programma en bij Pam-Pam was het dus druk. Als thema het Songfestival besproken, totdat Martin hier na 10 minuten een einde aan maakte?

Van de gelegenheid verder misbruik gemaakt door een wat rustiger tempo te rijden, wat twee consequenties had; ik heb weer eens redelijk veel op kop gezeten. Al dan niet met Martin samen of om en om. De andere consequentie was dat Miriam i.t.t. vorige week “Karel-gedrag vertoonde”. Voor onze Schwere Wörter betekent dat “het niet kunnen, resp. niet willen volgen van de voorganger” of ook wel “het bij welke snelheid dan ook gepast een tiental meter forfait gevend” of nog anders “gewoon gvd. dat laatste wiel niet pakken”. Het wordt haar na de prestatie van vorige week vergeven! De waardes waren overigens best aardig. En: degenen die er niet waren hadden ongelijk; slechts een natte weg in het naderen van Pam-Pam en een honderdtal druppels bij terugkomst in Gulpen. Voor de moraal niet afgeslagen, maar gewoon mee over de Fromberg en via Klimmen, Hulsberg en Valkenburg met “half wind” naar huis.




Zondag 4 mei

Prachtig helder weer, maar fris, vergezelde Martin, Henk en Miriam naar de toren. Miriam was wel toe aan een uitdaging; het rijden met BWOW ging haar wat te langzaam. Ze mocht mee onder de voorwaarde dat ze niet zou klagen en bij het koffiedrinken haar mond zou houden.
In Schimmert kwamen we Ger al tegen voor zijn gebruikelijke ‘omritje’ en aan de toren snel Hans, op zijn Di Stefano met nieuw stuur en, een beetje onwennig, een nieuw stuurlint.
Ger bleek Karel opgepikt te hebben, want samen kwamen ze aan.

Er werd nog even, tevergeefs, Tongeren geopperd maar het feit dat Karel half een thuis moest zijn gaf uiteindelijk de doorslag niet naar de stad van Ambiorix te rijden. De Eeuwige Vlam als goed alternatief.

Over Hulsberg de Boschweg af en door Heek de Sibber op. Natuurlijk was Hans als eerste boven, maar de rest kwam redelijk compact aan. Over het plateau naar Ingber waar we iets te vroeg rechtsafsloegen en zo weer op de provinciale weg uitkwamen. Niet getreurd en naar Reijmerstok waar we ons vastreden op wegwerkzaamheden. Een local wees ons de weg en zo kwamen we, ieder voor de eerste keer in zijn leven op de Haagstraat uit en daarmee op het fietspad Pesaken-Ter Linden. Met prachtige uitzichten langs appel en hop en steil afgedaald naar de grote weg naar Slenaken.

In Teuven even over de alternatieven nagedacht en zo kwam Remersdael en Mabroek tevoorschijn – wat een prachtige klim is dat toch naar en door Mabroek.

Langs het kerkhof, een genot: beetje wind mee, prachtig wegdek en uitzicht. We werden door een snelle ingehaald, een goede uitdaging voor Hans er achter aan te gaan.

Langs het gekkenhuis gedaald en snel de pâtisserie met de eeuwige vlam gevonden die behoorlijk vol was. Goede koffie en taart, waar het Hans en Miriam behaagde om een Tom Pouce, lokaal Glacé genaamd te nemen.

Miriam had genoeg adem over om tijdens de koffie toch te praten, maar haar tempo voor de koffie stond dat toe.

Variërende topics, accountants kwamen in ieder geval weer ter sprake.

Niet te lang gedraald, Karel, en dus weer terug over het hazenpad dat ik abusievelijk eerst konijnenpad noemde. Redelijk wegdek, en zo kwamen we in Lonzen en de prachtige klim naar Hombourg. Hans zei ‘Sippenaeken’ en zo gingen we. In de klim voor de kerk zette Hans aan, Martin probeerde aan te klampen, wat voor 95% lukte. Henk zette ook aan en daarmee zijn achterwiel dwars in zijn frame.
Routineus door Terziet en voor de Smidse langs.
Onderweg naar Mechelen viel ons het aantal agressieve en onverdraagzame automobilisten op; dit terwijl we ons keurig aan de regels hielden. Daar er al genoeg gemept was dit weekend de handjes maar thuis gehouden.

In Wittem sloeg Hans af; hij wou de Bois de Fer nog even doen.

Miriam zag in Schin op Geul de dames van BWOW rijden en gebruikte dat als argument met hun verder op te trekken. Gevieren nu door, want Ger was er nog steeds bij en de Stoepert omhoog waar Henk heerste. Bij de toren ging Ger links en ongebruikelijk via Beek naar huis. Met 103 km en een zeer aanvaardbaar gemiddelde thuis.


Ger voegt toe:

Apart ritje deze keer. Allereerst en tot slot een gastrijder; nee nog sterker een gastrijdster. Onze webmaster zal de nodige details nog wel onthullen, maar er werd door deze dame stevig doorgefietst. En wachten was niet aan de orde; chapeau dus!

Bijkomend effect, althans voor mij was dat er regelmatiger werd gereden. Niet langzamer, want het gemiddelde van 25.5 km/h mocht er zijn. Daardoor heb ik zelf ook nog eens op kop kunnen rijden. Het zonnetje was verraderlijk, want vanmorgen in de afzink onderaan de Daalhemer noteerde ik maar 4 graden. Met korte broek en een windbreker was de start dus fris.

Dreigden we naar Tongeren te gaan, liet Karel weten op tijd thuis te moeten zijn. Het werd dus Welkenraedt, waardoor ik na ca. 35 km weer voorbij Gulpen kwam. Overigens met een mooie lus over Reijmerstok. Langs het Amerikaans kerkhof is het nu een zonnetje om te fietsen. Want nieuw en lopend asfalt scheelt. Veel fietsers onderweg; ook grotere pelotons en vandaag redelijk wat opgefokte automobilisten. Een vakantieganger in de buurt van Schweiberg had zijn caravan in de greppel geparkeerd. Koppelen is ook een vak, zoals ik zelf weet van een Italiaanse camping. Alleen reed ik toen denk ik max 10 km/h en was de enige schade de breekkabel, want de verlichting was losgeschoten en niet afgebroken.
De pauze kan kort zijn. Onze bakker te W. was goed gefoerageerd met voldoende publiek. Goede rijstevlaai en zeer lekkere uitziende glacé’s. Voor een prijs van niks. De pauzepraat was ook kort, we krijgen niks meer opgelost. Dus redelijk snel weer terug over een veredelde landbouwweg. Daar kan mijn fiets maar beperkt tegen; stuitert dan wel fel. Onderweg besloten mee te gaan tot achter Valkenburg en via de Geulhemmer terug te rijden.
Met gisteren Banneux een goed weekend met de nodige hm’s. De training voor de Vosges (in het Schwarzwald) mag er dus zijn.




Zondag 27 april

De geplande Eifeltour ging wegens geringe deelname niet door; toch waren er aan de toren nog aardig wat mensen: Martin, Hans en Ger. Deze zouden Karel, terug uit Frankrijk, in Oensel ophalen.
Ger probeerde nog even ‘Tongeren?’, maar Hans was resoluut. Hans overigens op zijn Stevens, na de val, nog licht gehavend en in het bezit van een vingercondoom. Hij had aangegeven geen afdalingen te willen – nog enige valangst.

Van Oensel westwaarts over het plateau en in Kasen omlaag. Ongebruikelijk over de Noorderbrug en kruipdoor, sluipdoor Maastricht uit.

Fraai langs Zuid-Willemsvaart en wat lange rechte stukken gekoerst om uiteindelijk aan te landen bij het bekende café aan de spoorlijn As-Tuinwijk van Eijsden. Mountainbikers zaten daar al genoeglijk aan de Grimbergen.

Feitelijk kort terug langs het kanaal en de autosnelwegbrug over waar een oudere e-biker een conflict had met een groep racers en denkelijk ten val was gekomen.

Misschien moet er maar eens een regeling komen dat e-bikers ’s zondags niet vóór drie uur ’s middags op de weg mogen?

Eigenlijk geen bijzondere rit, maar die mogen er ook zijn.

Ger voegt toe:


Gisteren bij thuiskomst meteen achter de buis gekropen. Vervolgens saaie 100 km gezien van LBL. De finishstraat bleek het spannendste deel. Maar wel veel oude plekken gezien en omdat het ook de historische route was, ook plekken die ikzelf ooit heb gedaan. Dus toch genieten.

De tocht gisteren was toch wel apart. Hans op zijn Stevens, waar die overigens niet langzamer op fietst. Karel die geen bier/wijnbuik in Frankrijk had gekweekt en warempel stevig meefietste. Zo ging hij de eerste meters van de Adsteeg op de terugweg - wat overmoedig - gewoon naast me fietsen. De eerste 30 km waarin normaal met elkaar gesproken kon worden (en het tempo toch hoog bleef).
Een route die niet zo was bedacht leek me. Een route waarin ik vanwege mijn eerste rit op mijn DUELL en Hans zijn chute wel gevraagd had om weinig daalkm’s; welk verzoek werd gehonoreerd.
Tongeren werd overigens afgewezen vanwege “op tijd thuis zijn”. Na mijn lekke aba van zaterdag bleek die na de koffiepauze weer leeg. Karel zijn techniek in pompen was ongeëvenaard (en Martins in wisselen bekend).
Kortom een lekkere rit.



Maandag 21 april – Tweede Paasdag

Martin schrijft:

Strikt genomen geen TCE-rit, maar door het episch gehalte toch een verslag waard.
Miriam wilde graag met mij naar de Baraque Michel, en mij leek dat een prima ontspanningsrit.
Hoewel de snelheid van Miriam op de fiets weinig te klagen over laat sinds zij de winter trouw op de e-bike naar haar werk op en neer fietst, maar toch iets meer relaxed.

Om half negen vertrokken naar het Rode Bos, u allen wel bekend, om daar Miriams vriendin Fenneke te treffen die nog niet toe was aan zo een lange aftand en gebracht werd. Heerlijk in het zonnetje gelegen was het bijna jammer dat zij twintig minuten te vroeg was.

Op pad over de gekende weg, langs het kerkhof en Henri-Chapelle naar Baelen, Membach en de weg door het bos. Het wegdek tot de grote weg een stukje erbarmelijk, maar bergop gaat het best. Op de grote weg alleen doorgereden en met vijftien minuten voorsprong kwam ik aan op Mont Rigi.

Na de koffie met Tarte aux Myrtilles vonden de dames het best om een bord asperges weg te eten, een lang gekoesterde wens. Helaas wel binnen, want de lucht begon te betrekken.

Zodanig dat het begon te regenen, onweren en kletteren, maar het klaarde wat op en we vertrokken voor de terugweg.
Natuurlijk was deze opklaring van korte duur, de Baraque is immers de regenvanger van België en door de regen afgedaald naar Jalhay. De luminiscente Maria hebben we niet gezien.
De gekende afdaling langs de Gileppe in stromende regen maar onder in Dolhain klaarde het even op zodat we in de klim naar Bilstain weer wat warm werden.

Eventjes slechts, want bij de watertoren begon het te donderen en werkelijk te plenzen zodat we zo'n 15 minuten aan de gevel van een garage geschuild hebben, het water door de goten zien gutsen.

Het begon wat minder te regenen en met de wetenschap dat het elders wellicht beter zou zijn door, waar in de afdaling modder- en steenstromen de weg kruisten en daarna om de gekende weg naar Henri-Chapelle te vinden waar we ondanks de lichte regen wat konden opwarmen.

De afdaling langs de Gulp nat, maar niet zeiknat en in Teuven begon de weg op te drogen en wel zodanig dat deze in Slenaken geheel droog was en zelfs niet nat geweest was en dat bleef zo. Vele fietsers in korte broek en mouwtjes reden nietsvermoedend rond zonder enige wetenschap van onze ontberingen.
Door een druk Gulpen kwamen we in Valkenburg terecht waar het reuze druk was met automobilisten die eigenlijk die dag óf op het kamp dan wel de woonboulevard zouden moeten zijn, waarvan enkelen buitengewoon irritant de fietsstrook blokkeerden, u kent dat wel.

Genoeg energie overhebbend om enkelen daarvan op aan te spreken wat me een viswijfrepliek opleverde. Toen ze me voor lelijke man uitschold informeerde ik hoe vaak of zelf in de spiegel keek, waarop ze me krijsend de vinger gaf en me van de weg af probeerde te drukken en ik vroeg of ze haar rijbewijs bij een fles jenever had gekregen. Ze besloot met me te vragen of mijn naam Hans was.

Routineus de Stoepert op en door naar de Stammenderbos. Hier kwam een auto me tegemoet, terwijl die daar niet mag rijden, en als je zelf 18% omhoog rijdt is dat, zeg ik maar, buitengewoon vervelend.
Ik blokkeerde hem dus de doorgang en het ‘petje’ vond dat die daar wel mocht rijden en ik vond van niet, waarop hij suggereerde de auto aan de kant te zetten en ik hem vroeg of hij dan verder zou gaan lopen. Een juist moment om door te fietsen.

Anyway: 361 km dit weekend en drie fietsen gepoetst en gesmeerd.

Kan zat slechter.



Zondag 20 april – Koulen Banneux – Koulen

Ger:

Een qua attendance magere KBK: Karel die maar blijft verbouwen, Henk ? en Hans met een echte “chute”. Dus met zijn drieën, Jos, Martin en ik de uitdaging aangegaan. Ikzelf zat wat raar in de koers. Een weekje Overijssel was niet alleen zeer aangenaam, maar ook goed voor allerlei calorievulling. Daarnaast had ik me voorgenomen me niet te laten verrassen door de aangekondigde regen. D.w.z. beenstukken, het winterse zweetshirt, een jackie en de zakken vol. Nu de regen kwam niet, maar het zweet gutste wel.
Alles bij elkaar lekker gereden, maar minder dan vorig jaar.

Zoals gebruikelijk te weinig gegeten en gedronken, maar op de heenreis niet al te ontevreden. De kasseien in Dalhem prima gepakt en niet te veel afstand. Jos nam gelijk de rol van Hans en die van hemzelf over en reed as usual sterk. (later bleek met de nodige pillen in zijn trui, omdat de riem van Pino hem door zijn rug had laten gaan (?!)).

In Banneux waren we snel klaar met het bespreken van de toestand in de wereld. Hans er niet bij, dus die bleef het KPMG-gedoe van ons bespaard. Verder konden we ons geen fatsoenlijke groep mensen meer voorstellen; immers een ieder als beroepsgroep door de mand gevallen. De terugweg met de bekende Cornesse en een mooi heuveltje ergens in de binnenlanden. Bij Val Dieu ging bij mij het licht uit, dus ben ik binnendoor op mijn gemakkie naar de vla in Koulen gekoerst. Onderwijl de Amstel zien passeren, wat mij op de terugweg ook nog eens lukte.

Op de Koulen nog lekker nagetafeld met cola, water, espresso en uiteindelijk ook vla. Genoeglijk derhalve.


Een paar kleine aanvullingen van Martin:

De klim in Bolland nam ik omdat Jos mij op de heenweg verweet te veel hellingen te vermijden en heet Thier Fouarge. Nadat Ger in Val Dieu afscheid had genomen haastten Jos en ik ons door achter een 25 jaar jonger en vrouwelijk paar billen aan, die de snelheid er goed in hield, maar – natuurlijk – St. Jean-Sart niet aandurfde.
Tegen de wind in naar het oosten waar Jos zonder te vragen de afdaling naar St. Pietsersvoeren nam. Daarmee de klim Krindaal forcerend waar ik toch maar even de bidon vulde; een kleine bidon (na een ontbijt van drie beschuitjes) wellicht toch te weinig.
Op de Schilberg poogde ik nog even linksaf te gaan, maar Jos was resoluut: “de originele route!” Dus door naar Wijlre en Jos natuurlijk omhoog naar Elkenrade waar ik bij het spoor vrijwel altijd kramp krijg en ook deze keer mijn uiterste best moest doen deze te couperen.

Door naar de Vrakelberg waar net de AGR omhoog was gegaan; grote chaos.
De Kar af en op het middenblad de Koulen op.

Ging lekker.




Zondag 13 april – Los geht’s!

Aan de toren, bij bewolkt weer en een stevige NW-wind Jos, Henk, Martin en Hans.
De Dode deelde mee om een uur thuis te moeten zijn en leep bepaalde hij daarmee de route noordwaarts om zo maximaal flexibel te zijn met het oog op een tijdige thuiskomst.

Een aparte route waar vooral voor Jos grote delen volslagen onbekend in voorkwamen.

Smalle rustige landweggetjes met korte maar steile hellingen zoals daar zijn de Zandberg in Schinnen en langs de Lourdesgrot in Oirsbeek, niet nadat wij door het mooie Wolfhagen met karakteristieke huizen gereden waren.

Even Viel aangetipt en verder naar Etzenrade om het dal van de Roode Beek / Rodenbach op te pikken, waarmee wij ins Reich kwamen als voorbereiding op het Schwarzwaldverblijf.

En hard ging het, vlak, dat wel. Voor Gillrath een kleine landelijke tour om zo onder Nierstraß uit te komen om zo met de watertoren van Geilenkirchen als baken daar uit te komen.

In Geilenkirchen Kafee mit Kuchen, feitelijk Grubenwasser mit Kuchen wegens de consistentie van de ‘koffie’.
Dus na een Känchen verder en wel langs de Wurm, deze maal volledig geasfalteerd met gelukkig zo nu en dan wat oversteken om de vaart eruit te halen.
Richting Heinsberg waar wij keurig aangelegd nieuw geëlektrificeerd spoor zagen liggen – iets waar Limburg een voorbeeld aan kan nemen.

Iets voor Heinsberg linksaf om huiswaarts te keren met het zuidwesten als baken.
Bij het ijkpunt Jansen Mattes rechtdoor. De wind schuin tegen en de waterscheiding Geleenbeek-Wurm bedwingend in een tempo dat er mocht zijn; Hans meestentijds voorop, dan Martin, soms Henk en Jos leep in de achterhoede.

Door de beide stadspoorten van Gangelt om zo weer in Etzenrade te geraken en over wederom fraaie landweggetjes naar Oirsbeek.
Volgens mij heeft deze route het record gebroken van overlappende en (bijna) kruisende trajecten tussen heen- en terugweg.

Bovenop de Krekelsberg de fraai geasfalteerde afdaling naar Thull, waar onze wegen zich scheidden.

Het was mooi – en op tijd thuis.




Zondag 6 april

Ger

Allereerst; het Pam-Pam-overleg heeft besloten KBK te verrijden op Eerste Paasdag. Vertrektijd bij Jos 8.30 en al gelijk drie inschrijvingen: Jos, Hans en ikke. [Of de webmaster dan kan weet 'ie nog niet...]

Eerste Paasdag omdat ik tweede verhinderd ben en ik zo de keus had om ofwel mee te fietsen, ofwel een dag langer in Overijssel te blijven. Genereus kozen Hans en Jos voor 1 Paasdag!

Een memorabele dag, althans voor mij. Martin aangekondigd verhinderd te zijn en bij mij de hoop en vrees alleen Hans en Jos aan te treffen. Hoop, omdat ik weet dat het dan echt fietsen wordt met voor mij continue het laatste wiel en vrees idem dito. Bij aankomst bleek het zo te zijn. Karel “en France” en Henk?

Vanwege de wind was, na mijn obligate (niet) naar Tongeren, Pam-Pam de richting en zoals Hans zei; wel alternatief. Nu de rit is op de Garmin te reproduceren, want ik had alle tijd nodig voor de blik op mijn voorwiel. Dat bleek ik vandaag met Sagan gemeen te hebben.

Een paar opmerkelijke zaken, waren het continue tegen komen/gelijk op fietsen van de Volta voor wielertoeristen. De Hel van het Mergelland blijf ik toch leuker vinden. Verder vertrok ik gelijk met mijn buurman (ca. 30 jaar): ik op de fiets, hij op de cross motor; met overigens gelijk plezier. Hans die de Kattenroth afdaalde onder de aankondiging “niet helemaal geasfalteerd”. D.w.z. Strada etc. De door de heren niet uit te leggen makke van mij, te weten op vals plat evenveel verliezen als in de klim. De aankondiging dat de (v.h.) Adelaar op de Kwaremont zou staan. Ik vertelde met Limburgse vlag, maar daar bleek niets van. Hoezo overigens daar staan? Fietsen!. Verder dat ca. 1600 Britten gister “de traditionele Europese Fietscultuur wilden ervaren” (BRT Journaal vanmorgen). Dat bij gebrek aan techneuten we bij Pam Pam we ons tot bankiers (en hun troosteloze einde), verschil tussen Belgen en Nederlanders en toch ook het nut van CO2-opslag moesten beperken.Dat van Belgen/Nederlanders had te maken met Reinouws en mijn reisje naar Brussel van vrijdag jl. met 30.000 demonstranten; cultuur en kinderen. Verder een verjaardagsfeestje gister met Belgisch/Nederlandse vrienden. Een wereld van verschil kan ik jullie verzekeren.

En oh ja het fietsen: het ging met mij prima, maar dat was toch aansluiten bij Hans en Jos, die boven op een heuvel altijd keurig wachten. Overigens beiden met spierpijn van noeste tuinarbeid (en ik dus van wandelen/slenteren en staan). Toen ik terug van België op de Loorberg na 80 km op de pedalen wilde staan, schoot de kramp in mijn rechter bovenbeen. Had te veel op het grote mes gedaan, dus naar de granny. Boven besloten een extra lusje over Wijlre en Sibber te doen voor de penitentie. Dat verbaasde noch Hans, noch Jos.

Op tijd terug en een schitterende Vlaanderens mooiste gezien. Echte strijd en verkeerde tactiek (Omega) met slim fietsen van de loners; Cancellara, Van Marcke en vooral Van Avermaet. En zoals dat hoort gewoon goed afgemaakt door de Zwitser. Echter ook een paar verschrikkelijke valpartijen in greppels en langs betonnen palen. Toch after all genieten, omdat niemand echt zwaar beschadigd leek.



Zondag 30 maart – Zomertijd!

Ger heeft het verslag klaar:

Een echt fietsweekend voor mij. Gisteren startend samen met Reinouw, die de zon wel eens wilde proeven na alle binnensporten. Liep een beetje uit de hand met een kleine 75 km. en meer dan 600 hm. Schitterende vergezichten overigens op al die mooi plateau’s en de St. Pierre en Eben Emael blijven fraai buitenland. Rein moet wel nog inschatten dat het tweede deel van de rit er ook nog bij hoort! Wat dat betreft lijkt ze wel op mij.

Gister bij de eetclub me niet echt ingehouden, maar omdat we tegenwoordig al rond 17.00 beginnen, lag ik wel om 24.00 (zomertijd) in mijn bed. Op tijd op en zo was ik al om 9.15 aan de toren. Ruim voor 9.30 was eenieder er. Wilders, juweliers en wapens, de Eindhovense demonstratie (met de inschatting, dat je niet zo snel 40 autochtonen bij elkaar hebt, of het moet een motorgang zijn), uiteraard de verschillende motorfietsclubs kort en krachtig besproken en dat alles in 5 minuten rond.
De rit zal uit de Garmin blijken, maar het was voor mij weer eens een ouderwetse. Met dit verschil, dat ik ook na 90 km nog wel eens op kop kwam. Aken in veel gedaantes gezien; het is eigenlijk wel een mooie stad en het uitzicht boven op de Lousberg was wondermooi. De landelijke omgeving daar naar toe en ook aan het eind rond Welten en Ter Worm mochten er zijn. Veel mensen buiten en het was bij de koffie goed toeven bij de Waldschenke. Overigens waren het daar wel Belgische wegen; maar de Duitse infra hadden we al eerder onder de loep genomen.
Voor de statistiek meer dan 1000 hm. En een gem. van 25,1 km. is ook wel eens slechter geweest

Martin vult aan:
De zomertijd heeft zijn intrede gedaan en dat met een overtuigende temperatuur van meer dan 20°C. Klaarblijkelijk had niemand problemen met het uurtje korter slapen, want ruim voor tijd waren we allen aan de toren: Ger zat als eerste daar toen gelijkertijd Henk, Jos en Martin aan kwamen rijden. Hans ietsje later.
Henk had Martin verteld dat hij om 12 uur thuis moest zijn en keek hoe hard je in twee en een half uur kan fietsen – de anderen in verbazing achterlatend.
Jos knikte enthousiast ‘Ja!’ toen Die Waldschenke voorgesteld werd.

Een aantrekkelijke route daar heen waar opviel dat Hans ons in Simpelveld nog een leegstaand klooster schouwde waarna Henk afscheid nam; dit niet nadat Ger hem ernstig vermanend had toegesproken zijn fiets te poetsen (en zijn schoenen).

Het slechte wegdek voor de Waldschenke bekend, maar wordt ruimschoots gecompenseerd door de fraaie weg door het bos.

Feilloos door Aachen waar het grote aantal buitensporters opviel. De Lousberg blijft inderdaad mooi.

Dankzij de Garmin de terugweg door een woonwijk gevonden en richting De Locht opstomend. Ger reed zo fier voorop dat hij vergat bij Weustenrade linksaf te slaan dus werd het Brommelen waar wij splitsten.
Toch wel een beetje moe, mede door het feit de dag ervoor zes uur in de tuin op de knieën gezeten te hebben, maar…geen excuus.

Een nabrander van Ger: Nog een uiterst belangrijk feit vergeten:
Martin draaide in Brommelen nog niet af, of mijn ABA liep snel leeg. Naar bleek een meidoorn, maar erger: Jos en ik moesten wel aan de bak.Een rustig team, dat samenwerkte; je kunt Jos zijn pedagogische kwaliteit dan meteen aanschouwen.



Zondag 23 maart

Martin
zond een bericht aan Karel en aan Henk. De eerste belde dat hij nog niet aangekleed was maar wel aan de toren zou komen. De tweede antwoordde, binnen de verantwoorde tijdspanne niet.

Aan de toren, of eigenlijk de rotonde daarvoor, kwam ik Ger al achterop en Hans volgde meteen. Snel was Henk die de tijd vergeten was, daar hij ongekleed achter de laptop zat. Later vertelde hij dat dat met badkamertegels te maken had en uiteindelijk kwam ook Karel


Ger opperde nog even Tongeren, maar daar was geen sprake van volgens Hans, dus besloten we iets als Pam-Pam. Een vrij traditionele route, maar toch, zoals altijd, weer wat anders.

Via Waterval naar Meerssen en daar ongebruikelijk het Geuldal in waar Henk resoluut voor de Brakkenberg koos. Over het plateau naar Wolfshuis waar het grote aantal fietsers opviel. Er bleek een toertocht aan de gang te zijn, de Ronde van de Cauberg.

Door Cadier en Keer en Honthem en zo naar St. Geertruid waar we naar Eijsden reden, enige verwarring bij het niet afslaan bij het fietspad. Na Mariadorp, waar de kerkklokken ons naar binnen poogden te luiden, door de Eijsderbeemden naar de stuw en zo naar Pam-Pam.

Het was goed elkaar weer te treffen. Over van alles gesproken: Wilders, de lichtende Maria van Jalhay, vakantiebestemmingen en meer.

De terugweg besloten voor de Halembaye en achterlangs naar de jachthaven van Kanne. Bij de mergelwinning van Marnebel bleken de installaties gesloopt te zijn, maar was wel het wegdek over 200 meter met een mergelpapje bedekt, witte spikkels op fietsen en kleding en gemopper van Hans tot gevolg.

Van Kanne heerlijk met wind en zon mee over de Mergelweg naar M’tricht en gekend door naar het industriegebied en Rothem.

In Meerssen sloeg Hans rechts en gevieren omhoog naar Ulestraten en Oensel, waar Ger rechtsafsloeg en de rest door naar Schimmert om via Grijzegrubben af te ronden.

De klim na G’grubben ontaardde in een strijd tussen Henk en Martin, maar de laatste durfde niet te gaan staan of te schakelen, wegens een slippende nieuwe ketting op een oudere cassette, dus Henk won op zijn gemak. Althans: zo doet de mythe.

Relaxed over de Slakweg omhoog, waar het even hagelde.
Al met al behoorlijk fietsweer.

Ger vult aan:

Zondag half vier; Milaan San Remo nog ca. 60 km in de regen; twee Nederlanders in een kopgroep van vier. Dat krijg je met Nederlands weer.
Dan maar eerst het verslag. In willekeurige volgorde, maar met een begin dat staat. Onderweg naar de toren bedacht ik me, dat we toch een heel aardig groepje zijn. En dat bleek al snel; opkomst vijf omdat Jos op zijn wat oudere leeftijd moest bijkomen van een etentje gisteravond. Dat was althans de interpretatie van zijn afmelding door Hans. Ik ben blij dat Jos (meestal) dit soort verslagen niet leest, anders ben ik mijn wiel op voor mij belangrijke momenten van afzien kwijt. Zelf gisteren naar Nijmegen geweest vanwege Mark (onze jongste) zijn binnenkomst in de generatie van 30’ers. Reinouw vroeg mij om terug te rijden; dus ik was zo fris als een hoentje!

Verder hebben we tegenwoordig zo eensgezind als wat “de toestand in de wereld” in een minuut of vijf helemaal gehad. We hebben het met die toestand overigens ook wel gehad. Ergo alle ruimte om te fietsen en dat hebben we gedaan; ik klokte af met 25,4 gemiddeld bij ca. 105 km. en ca. 750 hm.

De startkm’s kwamen we al snel in een tocht terecht en dat zette de toon. Gewoon voorbij die hap. Tegen de wind naar België, want we wilden voor de wind terug komen. Brakkenberg redelijk “en groupe” naar boven en vervolgens het plateau naar C&K.

Na gister regen wel vandaag vertrokken met ca. 2 graden! En het werd niet echt warm. Hans dit keer niet alleen kopman, maar ook knecht (vooral voor zichzelf), maar tot Meerssen of in de groep, of op zichtafstand. Zeer tevreden over de route totdat we een halve mergelgroeve op onze fiets kregen achter in België. Dat leverde Haagse taferelen op. Ik moet hem achteraf gelijk geven; fiets poetsen leverde een halfsteens muurtje op.
Ook Karel is dit jaar een geval apart. Gewoon in de groep en Henk, Martin en ik hebben zelfs een minuut of 10 kunnen praten, terwijl Karel gewoon zweeg. Hij zag dat het goed was.
De route is gewoon te volgen via Martin zijn Garmin. Ik zag bij mezelf nogal rare kronkels en nu de Primavera.



Zondag 16 maart

Verwend door het mooie weer van voorafgegane weken was het even schrikken: geen zon, wind en fris.
Aan de toren Hans, Karel, Jos en Martin. Nog even werd de rit van vorige week, ruim boven de 100 geanalyseerd. Allen op de zomerfiets
Jos noemde Aubel en zijn vlaai als bestemming, dus daarheen.
Eerst even langs de wietkwekerij van Klein Haasdal waar een moeder met drie kinderen illegaal woonde; we hebben haar niet gezien.
Tegen een frisse wind over Raar naar Meerssen en de gekende Oliemolenberg omhoog, Hans op de grote plaat.
De gekende snelweg zuidwaarts, maar ongebruikelijk linksaf om langs de vesting van St. Joseph omhoog te gaan: een fraai klimmetje. Natuurlijk dan de Örenberg af en in Eckelrade het mooie binnendoorweggetje naar Libeek gevonden.
Over de Stallenstraat naar Mheer, Bergenhuizen en Noorbeek.
Wederom rustig over Vroelen naar Ulvend waar Hans enthousiast instemde met de klim van Veurs, inderdaad een mooi gehucht. Aangekomen te Aubel bleek de pâtisserie overvol dus eensluidend het besluit genomen naar het Rode Bos te gaan waar het goed toeven was.

Daar Hans deze week opa geworden was, vond hij voldoende aanleiding te trakteren, wat hij ook deed. Of opa’s ook langzamer fietsen waag ik te betwijfelen.

In tegenstelling tot veel andere keren deze keer zeker niet de makkelijkste of kortste terugweg: na een frisse afdaling naar Teuven de prachtige Bovenste Bos en voor de Smidse langs waar we in Wittem een zekere Ruud Coolen inhaalden; deze was, alleen, aan het trainen voor de Stelvio – in september. Heb hem nog even de Watertoren als trainingsmethode gesuggereerd; volgens hem kon hij dat niveau niet aan…

Besloten onze standaard thuisroute niet te nemen en rechtsaf naar Ransdaal om daar de Stationsstraat als klim te pakken. Een mooi smal en steil weggetje.
Afscheid van elkaar genomen en fraai afgerond. Lekker gereden, droge weg

Ger, weliswaar een dag verlaat, over maandag:

Op maandag nog wat melden; twijfelachtig maar toch.
Allereerst dom, maar vergeten mijn al dan niet participatie aan of af te melden. Van plan met vrienden te gaan lopen zondagmiddag, maar zaterdag een telefoontje om cultuur te gaan doen in Den Haag. O.a. Escher, maar ook Panorama Mesdag en dat met een deel van de ca. 250 k vrije reizigers van Het Boek.
Verder een “oprechte, dikke proficiat” (zoals de Belgen zeggen) aan Opa! De tijd van generatieloos aan dingen doen, werd mij weer eens duidelijk zaterdag bij de rij van de Stones (wij gaan overigens niet), maar het tempo van Le Docteur is toch een voorbeeld. En dan ook een lichte troost voor de > 60-jarigen onder ons eerbiedwaardige TCE- gezelschap; als jonge goden met Stelvio-ambities ons al willen ontlopen… Karel, daar doen wij in ieder geval het toch voor. (En ook Hans en Jos zullen daar het hunne van denken).

Met al die stimuli, vandaag de km’s ingehaald. Drielandenpunt, Kinkenweg en Geulhemmer stonden op de lijst. Voor het eerst ‘doordeweek’ een gevoel dat het mocht.

(En nu maar hopen, dat de webmaster clementie heeft en dit wil plaatsen. Mijn vrijdagrit laat ik daartoe bewust onvermeld!)



Zondag 9 maart

Karel
schrijft:

Omhoog fietsend vanuit Spaubeek voelde ik al een duwtje in mijn rug, Martin met in zijn kielzog Henk, ook onderweg naar de toren. Bij de toren gingen Martin en Henk direct aan Henks fiets sleutelen. Reparatie of motortje inbouwen was niet duidelijk. Even later kwamen Jos en Hans gezamenlijk aanfietsen. Op punt van vertrek kwam ook Ger nog aanhobbelen. Geen duidelijk doel, alleen ergens een zonnig terrasje. Hoe de sluipdoor kruipdoor, ommetjes enz. precies zijn verlopen kan ik niet reconstrueren. Ging ook wel heel hard, hoewel weinig klimmen, wat een voordeel (of geen nadeel) voor mij is. We zijn rond Meers gefietst en in Berg de Maas overgestoken Omhoog richting Meeswijk en over het oude spoor naar As. Restauratie was dicht, dus naar de andere statie, ergens in tuindorp Eisden. Op het terras waren erg veel honden die de rust erbarmelijk verstoorden. Het waren dan ook kleine, lange keffers. De nodige koetjes en kalfjes en andere onzin besproken, geen diepgaande beschouwingen deze keer. Genoten van de koffie met vla van Henk z'n verjaardag. Na de pauze wederom via een niet te reconstrueren route op hoge snelheid door Nederland naar Duitsland weer naar huis. En dat alles onder een heerlijk zonnetje.Al met al wederom bijna 100 km met een zelfs voor mij respectabel gemiddelde van 26 km/h.Een zeer welbestede zondagochtend.

Martin voegt hier nog aan toe:
Wat mij opviel vandaag was:

Ger voegt nog toe:

Bij terugkomst eerst maar eens de douche gebruikt en vervolgens op het terras gaan zitten (bijkomen zoals de Limburgers zeggen). Terug van de Dolomiti met als laatste afdaling na een stevige ski-dag om 16.00 nog een afdaling “aan een stuk” van de Marmolada (ca. 10 km echt rood komend vanaf ca 3500 hm) voelde ik gister mijn benen nog, maar de zin om weer op de race te kruipen was met al die zon perfect.
En daarnaast de hoop en verwachting dat de opkomst bij de toren groot zou zijn; en dat was zo. Fijn weer te horen, dat het met eenieder zelf en met de family goed ging. En route achter Martin aan. In de buurt van Stein werd de door Martin gekozen route over de brug naar België niet gevolgd door een drietal. Overigens nadat de >90 kg’ers op de kasseien het voortouw hadden genomen. Iets van kinnesinne? Een kruip door sluip door vergelijkbaar met een vroeger na-tour-criterium door Meers (Groot en Klein) volgde. Zie de rare lussen maar op de kaart.
Overigens deed me dat ook weer aan de ski denken. Onze kids doen dat vanaf toen ze ongeveer drie waren. Die van mijn zus en zwager ook. Nu die van ons rond de 30 zijn en die van mijn zus en zwager rond de 23, is het volgen van de routekeuzes van de pa’s niet echt meer vanzelfsprekend. Dat herstelde zich na een aantal dagen in oude tradities en zo ging het ook vanaf Stein met ons.

In België zette zich het jonge-hondengedrag gewoon voort, waarbij dit keer Hans zeker niet de schuldige was. Van een dicht station bij As naar een open station ergens in de middle of nowhere. Met zijn zessen alle thema’s van de wereld doorgenomen in het zonnetje; genoten van Henks verjaarstraktatie en met enige tegenzin weer uit de stoel. Wat volgde was een traject dat alleen Henk kan bedenken. Ruim achter onze geliefde locatie door en langs het geboortedorp van mijn ouders; langs Sittard en onnavolgbaar door Duitsland. Bij mij begon de pijp zo langzamerhand leeg te raken; een eerste rit met op dat moment ca. 100 km en een gem. van rond de 27 km.

Bij Hillensberg lekker omhoog en daarna was het over. Rustig naar huis gepeddeld via Nuth en Wijnandsrade. In Valkenburg uiteraard druk en langs de grote weg naar Wittem. Nog een paar gevechten moeten leveren met pa’s en ma’s met E-bikes. Gewonnen, maar of dat aan mij lag of dat ze hun accu’s niet wilde opblazen, blijft de vraag. Zelfrelativering is overigens een van mijn beste karaktereigenschappen (vind ik althans)Inmiddels naast vakantie in Umbrië ook een weekje in het Pustertal op de lijst. Een mail van Frank over de Hundsrück en gewoon morgen weer aan de slag. Mijn fiscaal vereiste urenschrijverij laat nl. zien dat ik de 40-urige werkweek gewoon haal. Met wel leuk en ander werk; ik geniet daarvan en Reinouw ook; kan zij nl. lekker blijven schilderen.



Zondag 2 maart

Henk
heeft het eenzaam en kort gemaakt: Het zit me niet mee dit jaar. Ik rijd uit de maat. 70 km in mijn eentje gefietst en nog koud ook. Nu wisten we natuurlijk al dat Hans er zeker niet zou zijn, net zo min als Ger en Jos die beiden op vakantie waren.

Martin had twee excuses: allereerst op zaterdag non stop solo naar Oudenbosch gefietst ter ere van een housewarming party en verjaardag van broer en schoonzus. Vrijwel windstil, in een zonnetje vertrokken maar koud en onder Breda toch verrast door een hagel- en regenbui.Afgezien van het ontwijken van een drietal carnavalsoptochten strak doorgereden op drie beschuiten, 1.5 bidon water, een flesje cola en een gevulde koek.Op zondag hadden wij vrienden op bezoek met wie wij onder werkelijk schitterende omstandigheden gewandeld hebben van Eperheide naar Hombourg, Plombières, Camerig, Terpoorten en weer terug, dus helaas geen gezelschap voor Henk.



Zondag 23 februari – Help Karel de winter door

Karel
zelf trapt af:

Toen ik na een koude rit bij de toren kwam was Martin er al. Met koude voeten. Even later arriveerde Jos. Uit het oosten kwam nog een bekend silhouet; Jos de kreet ontlokkend het zal toch niet Hans zijn. Eerste opmerking van Hans: "Wie heeft hier staan kotsen?", duidend op een zware fluim in de goot. Resultaat van Jos zijn verkoudheid.
Na de nodige plichtplegingen de vraag waar naar toe. Martin meldde duidelijk niet naar Pam-Pam. Unaniem op suggestie van Hans naar Welkenraedt.
Via het Haasdal naar de Daalhemer (eerste wachtpauze op mij). en via Sibbe enz. naar Bruisterbosch. Wind tegen en behoorlijk koud. Op de weg naar De Planck heeft Hans mij nog letterlijk een hand in de rug gehouden. Via het Amerikaans Kerkhof, waar Martin mij uit de wind heeft gehouden (waarvoor mijn dank) en Henri Chapelle naar Welkenraedt. Hier in het plaatselijke restaurant met z'n vieren een hele vlaai en koffie verorberd. En dat, inclusief twee koffie voor slechts € 5,-- pp. Behalve wij vieren waren er nog een aantal toeristen (van de markt) en de markante dorpsfiguren met onnavolgbare kleding en gebruiken.

Geen moeilijke gesprekken, gebaseerd op Jans fietsincident wat verzekeringen (bordelen en andere louche dingen), klein beetje AOW en belasting e.d.
Bij vertrek bleek mijn achterband geflatteerd. Dankzij de snelle actie van Martin en een CO2-patroon was het euvel snel verholpen.

Bij de thuisreis was de rugwind duidelijk merkbaar. Hans kreeg het zelfs klaar om nog uit te lopen terwijl de snelheid rond de 45 à 50 km/h bedroeg.
Via Gulpen naar Wijlre. Hans afslaand, in SoG Jos afslaand en Martin en ik via De Bron naar Schimmert. Tussen Schimmert en Spaubeek nog in de carnavalsoptocht van Genhout verzeild (Wat een kabaal op de wagens, (Word ik al oud??)). Als laatste klim de Stammenderveldweg en met een zeer tevreden gevoel na 95 km thuis. Zelfs mijn gemiddelde vond ik bijzonder hoog.
Overigens heb ik dit jaar al bijna 600 km gefietst. Dit is deze eeuw nog nooit mogen lukken einde februari!

Ger:

Weliswaar achteraf, maar toch nog een kort verslag van gister. Gistermiddag familiebijeenkomst in Sittard en eigenlijk geen tijd voor een lang rondje (en ook nog poetsen bij de MTB). Daarbij keelpijn en een “koorts-kop”, die overigens ook vandaag nog niet weg is. Voel me dus heel …. Wat bij Reinouw alleen maar een glimlach oplevert. Zaterdag overigens met mijn zwager naar Rose geweest; hij heeft daar een 29 gekocht, die aan zijn eerste beurt toe was. Een snoepwinkel voor mannen, want wat doe je met een uur wachttijd! Bij mij is alleen een Assos racebroek aan mijn kont/beurs blijven hangen.

Dus gister om 9.00 met ca. 4 graden op de Rogianni weg voor een kort rondje. Daarom en vanwege die kou ook maar gekozen voor vlak en ergo naar de Voer. Kon toch niet laten voor Remersdael af te slaan naar Hombourg en de klim naar HC te nemen. Loopt normaal lekker, maar gister ook windje pal voor. Staat wel tegenover, dat je boven vals naar beneden kunt tot Mortroux. Dus dat ook gedaan in een lekker zonnetje. Doorgestoken naar Visé om bij Pam-Pam slechts twee normale fietsen te zien. Was ook nog vroeg. Besloten voor de wind langs het kanaal te gaan en bij de werken afgeslagen om de Saint Pierre te beklimmen; liep ook lekker. Beneden langs het fort van Eben Emael naar M’tricht. Inmiddels de eerste fietsers met korte broek tegengekomen en dat bij een temp die toen nog < 10 was.

Maastricht gekend langs de Maas en maar eens afwijkend de Kruisberg gekozen om naar boven te gaan. Mooi nieuw asfalt en wind in de rug; heerlijk. Boven naar Waterval en via de toren en de snelweg via Wittem naar huis. Eerste helft als een relax-ritje beschouwd en gereden. Tweede helft kregen het zonnetje en het voorjaar vat op me en besloten tot dat extra lusje. Geen spijt achteraf want ik was om 14.30 voorbereid om allerlei excuus te maken voor mijn (ver)late aankomst, maar dat hoefde niet. Anderen hadden dat al gebruikt om even in het zonnetje naar de Kinderoptocht te gaan.

Mooi dat de race weer uit het vet kan. Inmiddels toch maar begonnen aan het plannen van onze vakanties(s). Maar eerst nog even naar de Dolomieten en zijn massa sneeuw. Mooie foto’s van Martin gezien. We hebben echter het probleem, dat onze mooie uitvalsbasis “handicapé” is. Een lawine heeft twee van de drie ontsluitingsliften stevig beschadigd. We zullen dus ons moeten beperken helaas en al die mooi afdalingen die Martin heeft gedaan dit jaar aan ons voorbij moeten laten gaan. Alleen de Marmolade is voor ons wel open, maar ik kan jullie verzekeren dat die na drie keer aanvoelt als een Alpenetappe uit de Tour; ofwel Alpe du Huez x, resp. Ventoux y. Zondag dus naar de sneeuw, maar daarna ben ik weer paraat, zoals het er nu uitziet.



Zondag 16 februari

Karel
, manhaftig:

Hoewel de weersvooruitzichten voor mijn teer gestel niet optimaal waren: koud, veel wind en mogelijk een stevige bui, toch het heldhaftige besluit genomen om te gaan fietsen. Om ca. 7.45 Henk een SMS gestuurd met de tekst: "Ik ben om 9.30 bij de toren." Even later kwam het antwoord: "Ik niet".
Via de Putgraaf naar de toren, waar ik even voor 9.30 was. Jos en onze vriend van de andere groep waren er al. Zowel Jos als ik hoopten eigenlijk rustig te kunnen gaan fietsen, maar even later kwam Hans op zijn Stevens aanzetten, Jos de term: "O jee" ontlokkend.
Het ferme besluit om, gezien de heersende windrichting bij Pam-Pam koffie met te gaan halen. Alleen wilde niemand via het kanaal gaan aangezien de fietsen en fietskleding vorige keer bijna niet schoon te krijgen waren (is dit fijnstof of gewoon mergelmodder?).
Via het Haasdal, de Geulhemmer en Cadier en Keer richting Sint Geertruid. Dit was voor mij dezelfde route als afgelopen woensdag. Hans meende hieruit te kunnen concluderen dat ik wel ontsnappen. Is ook gelukt. Op een gegeven moment fietste ik alleen, niet vooraan maar op gepaste afstand achteraan. Vanuit St. Gieter naar Moerslag en afdalend naar Mesch en Voeren. Vlijtingen langs het kanaal en bij Pam-Pam genoten van koffie met gekende abrikozenvlaai.
Jos bedankt voor de solidariteit met mij. Hij bleef tussen Hans en mij hangen. Of dit kwam uit solidariteit met mij of dat ook hij Hans niet bij kon houden weet ik niet.
De gesprekken gingen deze keer over pensioenen, AOW, algemene toeslagen (zorgtoeslag in het bijzonder). Vragen waarom met de sterke ontwikkelingen pensioenfondsen toch nog niet kunnen indexeren enz. Hier gaf docent Hans toch zeer bevredigende antwoorden op, waarbij kritiek op het bestuur van DNB niet ontbrak.

Na de koffie via Bombaye en Dalhem richting Voeren. Ulvend omhoog en vandaar via Reijmerstok naar Gulpen. Vanaf Gulpen heb ik niemand meer gezien.
Waarschijnlijk hebben we hier een hoosbui misgelopen want er stroomden complete beken uit de zijstraten.
Voor de veiligheid even gecontroleerd of Jos thuis was. Dit was het geval. Ik werd verwelkomd door een natte Marianne en een kletsnatte Pinot Noir.

Vanuit Jos via Klimmen en Retersbeek retour Puth met als laatste klim de Slakweg (slap hé).
Al met al droog thuis gekomen. Wederom een mooie rit waarbij ik veel alleen van de omgeving heb mogen genieten. Op elk kritisch punt stonden twee kerels op me te wachten. Wat wil je nog meer.
Oh ja de rit was 92 km, gemiddelde was niet competitief (praten echt niet over 0.001 sec). Kompetitie hoeft ook niet meer zo nodig van Ger. Die vertelt:


Gisteren onze eetclub bij ons thuis gehad. We beginnen gelukkig wat eerder, dus na een lekker biertje om 24.00 het bed in. Vanmorgen meldde Reinouw al snel dat de zon scheen. Heel mooi dus. Na vorige week toch weer eens zin in de modder. Nu die was er genoeg en maar richting Valkenburg-route gegaan. De wijk nog niet uit, had ik bijna een eekhoorn tussen de spaken.
De wind was stevig en bovenop de Dolsberg was het (daar) onverwacht nogal modderig. Richting Stokhem en Geul en bij de beide kleine campings en het boswachtershuis omhoog. Dat was geen lang leven beschoren, want op twee derde van de klim, gleed mijn achterwiel door de modder. Het gladste stuk moest nog komen en dus maar omgedraaid om via Scheulder de Maastricht-route op te pakken. Die is dan ook wel glad, maar minder klimmen.
Het plateau bij de Hut half wind. Ik begin de zeiltermen maar weer eens te oefenen, want na 10 jaar gaat ons open kiel/midzwaard bootje (5.00 bij 1.90 en 14 m2 zeil) deze zomer weer het water in. De kinderen hebben er nu tijd voor en als rasechte zeilers ook zin in.
Uiteindelijk kwam ik onder de troep in Gronsveld uit en heb toen de single track in het Savelsbos maar gelaten voor wat ie was. De mooie klim in Bemelen vanuit de Schaapskooi naar het plateau van de Rasberg liep aardig en gelukkig boven op het valse plat voor de wind. Ik voelde mijn benen wel. Retour kreeg ik om C&K een echte hagelbui over me heen en de penitentiekm’s aan het einde waren heerlijk. Bijna 60 km met een gem. van 16.5 en toch nog hm 650.
Thuis alle modder buiten weten te houden en Reinouw vond me er toch wel heroïsch uitzien!
Benieuwd of Martin de marter heeft meegenomen op de terugweg.

Martin heeft de marter niet meegenomen. Aangezien de skivakantie veel (gekende) fietselementen heeft, toch maar een kort verslagje voor de liefhebbers:

Zoals gezegd in Corvara, gekend van de Sellaronde alsmede de Dolomietenmarathon. In het zeer aan te bevelen hotel Christian, waar Henk en ik tijdens de Marathon verbleven. Fietselementen zijn:





Zondag 9 februari

Henk
is de eerste die verslag doet:

Het was weer waarin kerels gemaakt worden, maar als je al kerel bent hoef je natuurlijk niet meer aan de toren te komen. Ik stond er alleen, zij het ietsje te laat. Misschien is Jos nog geweest, maar dan is hij ‘em wel snel gepeerd. Anderen had ik eigenlijk ook al niet verwacht om verschillende redenen.
Hans had me een mailtje gestuurd met een opsomming van hotelaanbiedingen voor het Zwarte Woud. We hebben al wel enkele goede opties, maar ik heb nog twee hotels meer aangeschreven. Als we daar ook een respons van hebben gaan we kiezen. Bij dat mailtje had hij ook gemeld dat hij er vandaag niet zou zijn. Geen levenstekens van Martin of Karel gehad en hen ook niet op de vaste tijd op de vaste plek ontmoet, dus die zullen er niet geweest zijn.
Het was lastig fietsen met de harde wind. Gelukkig in het begin vooral veel tegen zodat het tweede deel wat makkelijker werd. Omdat het in het westen wat dreigde al vrij vroeg in oostelijke richting gebogen om voor de verandering eens de Brakkeberg te nemen. Pittige klim. Daarna over het Plateau tot in Gulpen en van daaruit naar het Noorden met de wind mee. Na wat zwalken in Heerlen over Brunssum en Merkelbeek terug waardoor ik op het laatst toch weer tegenwind kreeg. Ploeteren dus. 75 km gehaald met gem. van 23.5. niet eens zo slecht.

O ja: de verjaardagsvlaai was heerlijk!

Ger vervolgt:

Het was goed vorige week te lezen, dat eenieder weer langzaam uit de winterslaap komt. Daarbij uiteraard Karel die gelukkig niet alleen zijn fiets weer heeft gevonden, maar ook klaarblijkelijk zijn spraakwaterval. Rittenweergave’s van anderen dan Martin of mezelf zijn uiteraard meer dan welkom.

Gisteravond de nabeschouwing van het Open NK Schaatsen ziende, zijn er toch vele manieren waarop je een medaille kunt genieten; Sven aimabel als de echte topper. Blokhuizen genietend met een houding van “het overkomt me allemaal” en ene Bergsma die gewoon derde was, bleef maar eikelen. De indruk wekkend dat hij de eigenlijke winnaar had moeten zijn, maar….. en dan kwam niks.

Dat was wel weer anders bij de Noren in langlauf en biathlon en vanmorgen bij de Alpine afdaling voor mannen. Miste toch onze crack uit Corvara daar.

Maar van Martin moet het over fietsen gaan. Dus gewoon na de herenafdaling op de Rogianni gestapt voor ouderwets buffelen tegen de wind en genieten voor de wind. Na het geregen van de afgelopen dagen, geen zin in modder. Bedacht dat ik op het racepad langs de autoweg niet alleen vals omhoog moest, maar ook pal tegen de wind en dat leek me wel wat. Op dat racepad had ik trouwens mazzel. Een groep van 5 MTB’ers van het karakter Hans en Jos kwam me achterop. Het bleken wedstrijdrijders te zijn die hun training zondags op het vlakke deden. Gaf me enige rust dat ik werd ingehaald door dat zoevend geweld. Eerst achter wat laf als racer in het wiel, wat werd geduld en zelfs reden was voor een praatje en stom, stom, stom vanaf Gronsveld op het laatste deel toch maar eens op kop gaan zitten. Ik wist nl. dat zij bij Mesch zouden afdraaien. Het gemiddelde ging van 14,0 naar 24,1 omhoog tevreden dus, maar wel even stuk.

Ik kwam daar, zoals op de route blijkt via een wat gek traject. Schin op Geul en daar bij Jos langs omhoog en via Klimmen en het nieuwe asfalt naar Weustenrade. Door naar Nuth en via Terborg naar Spaubeek om vandaar tegen de wind op te pakken. Nog even in Beek over ons terrein en vanaf Kasteel Elsloo naar Geulle. Daar kwam ik tot de ontdekking, dat zo’n pijpenla (Bos links en Kanaal rechts) heel vervelend is, want alle wind concentreert zich op jou. Blij dat ik weer in het open veld kwam.

Racepad opgepakt bij de kop van de Dellen en uiteindelijk voor en met halve wind vanaf Mesch naar huis. Mooie rit en geen modderellende aan het eind.

NB; Benieuwd naar Martin zijn sneeuwervaring in de Dolomieten. Sella route was dicht en ging vrijdag weer open en de sneeuwalerts vliegen mijn computer binnen


Goed dan: Martin is niet fietsen maar skiën in Corvara; Corvara de plaats waar Henk en ik gezeten hebben voor de Dolomietenmarathon en nota bene, natuurlijk!, in hetzelfde gemoedelijke hotel Christian.

Helaas wel een reis met hindernissen: direct na het tanken in Mosel West, iets na Koblenz, begaf de Golf het: lampjes gingen branden en trekkracht ontbrak. Het nummer van de mobiliteitsdienst gebeld, waar ik nog zo’n 60.000 km/1 jaar recht op heb met het gevolg dat we met opgeladen auto naar Koblenz zijn gegaan waar nadere analyse liet blijken dat de boel niet gerepareerd kon worden – iets met de turbo of elektronica. Na de vakantie een pittig gesprek met Pon, want niet de eerste keer dat de Golf en de Polo, beide nieuw gekocht, ons laten staan, en dat voor de reputatie van VW. Volgende keer weer een Citroën – of een Skoda!

Maar wel een leen-huurauto, een Tiguan met Duitse kentekenplaat, mijn pik begon direct te schrompelen toen ik daarin reed, en maar schelden op de kuthollanders…

Hoe e.e.a. er met de verzekering en het terug omruilen van de auto’s (op maandag) zal gaan zien we dan wel weer.

Overnachten in Kempten en daags erop over de Brenner en door het prachtige Badiatal langs Pedraces naar Corvara. Veel sneeuw aan het vallen en er komt nog meer. De middag doorgebracht met dingen als skipassen, ski’s en schoenen. Benieuwd hoe dit gebied er op de ski’s uit zal zien.



Zondag 2 februari

Een buitengewoon goede weersvoorspelling en de angst dat Henk iedereen uit bed zou halen vormden de opmaat tot een grote opkomst aan de toren.

Karel had reeds cryptisch bericht 9.30 aan de toren te staan; Martin trof geen Henk aan het dierenasiel; deze bleek verjaardag te vieren in Amsterdam, zo berichtte Hans, die wel aan de toren verscheen, later.
Ook Jos was present.
Onder het motto “rustig aan” besloten we naar Pam-Pam te gaan en wel via een licht ongebruikelijke route. Martin had bovendien aangegeven over de nieuwe brug bij de sluis van Ternaaien te willen – een licht protest van Hans wegens de modder daar – een evident bewijs van zijn reeds eerdere aanwezigheid! Door Ulestraten en heel fraai naar Schietecoven omhoog; langs het vliegveld en door Kasen omlaag.

Langs de Ankersmit en de Maasboulevard naar Maastricht. Tegen de wind in bleek Karel het er moeilijk mee te hebben. We moeten het nuanceverschil tussen de woorden ‘oorzaak’ en ‘excuus’ maar eens uit leggen. De oorzaak is reeds lang niet gefietst te hebben; dit is echter geen excuus, zo hij voorzichtig probeerde; een gebroken been of een anus groter dan je zadel, dat is een excuus.

Maar goed, het wachten in de zon was geen straf. Langs de Slavante omhoog en bij de ENCI de ‘renatureringsplannen’ besprekend.

De omvang van de werken van de nieuwe sluis van Ternaaien, bij het oprijden van de inderdaad nieuwe brug, was indrukwekkend. Een soort A2-tunnel.

De wind langs het kanaal wakkerde aan, maar Hans stoempte vrolijk op kop, een aantal anderen de kans gevend aan te pikken.

Te Pam-Pam netjes gewacht met koffie bestellen tot Karel binnenkwam. Veel besproken, te veel om op te noemen: 120.000 niet-premiebetalers, Weekers, het Schwarzwald waar Hans vergenoegd naar uitkeek, al was het maar om Henk in toom te houden en wegens het nuttigen van Himmlersalat, Hitlerforelle en Göringknödels.

Met de Serieux zal het wel goed komen, al heten die daar denkelijk Seriös.

Na de verjaardagkoffie en –vlaai van Martin weer op pad om de mooie klim naar Dalhem te nemen, schitterend uitzicht op de Maas en een fraai zonnetje, waar de wind zich met ons keerde.

Het winterprachtige dal van de Berwinne gevolgd en te Val-Dieu links naar het zenuwachtige verkeer in Aubel.

In de klim naar Hagelstein opperde Karel dat wij wel door konden rijden zonder hem en hij alleen wel thuis kwam. Goed idee.

Dit verlokte Hans tot de uitspraak dat Karel nog veel moet trainen en als hij zo blijft fietsen, hij dit jaar wél naar de Vogezen mag.

Racend naar de Plank en zeer fraai afgedaald naar Teuven en door het Gulpdal naar Gulpen, de vele wandelaars netjes doch beslist aan de kant zettend.

Routineus door het Geuldal en met Jos tot Valkenburg.

Net de kaap van 100 km niet gehaald.


Karel bericht intussen:

Op deze zonnige dag om ca. 8.00 SMS naar Martin en Henk met de mededeling dat ik om 9.30 bij de toren zou staan. Ruimschoots op tijd was ik daar dan ook. Even later Martin, daarna Jos. Hans als laatste. Dit is de enige keer dat Hans laatste was.
Martin wilde graag de nieuwe sluis van Ternaaien observeren. Via Ulestraten enz. naar Maastricht. Slavante omhoog en langs het kanaal naar de bouwput.

Vieze vuile tegenwind. Aangezien ik van de omgeving wilde genieten heb ik meestentijds (hele tijd dus) alleen gefietst.
Maar bij de koffie bij Pam-Pam heeft men weer mooi op me gewacht.
Genoten van koffie met verjaardagsvlaai van Martin.

Zoals normaal de moeilijke dingen zoals Weekers, pensioenen, afdrachten en toeslagen besproken. Keep in mind: In de groep komen dit jaar twee echte AOW’ers.
Al met al is met onze discussie de wereld weer een stuk verbeterd maar we zijn er niets mee opgeschoten

Na de koffie omhoog naar Dalhem en langs de Berwinne naar Val Dieu. Ook dit vals plat met schuine wind weer overwonnen. Aangezien het elastiek toch wel erg lang begon te worden Martin maar gezegd dat zij hun eigen tempo door konden fietsen en dat ik linea recta naar huis zou fietsen. Gelukkig nu wel wind mee.
De totale route zal wel via de magische machine van Martin gepresenteerd worden.

Het blijkt dat veel bouwactiviteiten en dientengevolge minder fietsen toch hun tol eisen! Doe m'n best.

Overigens zei Jos afgelopen vrijdag dat hij vond dat er hard gefietst werd en hij het wat rustiger wilde doen. Hier echter niets van gemerkt. De strijd met Hans lag gewoon open (meende ik van grote afstand kunnen te constateren).

Hoewel ik (nog) niet bij kan houden toch lekker gefietst. Bijna 100 km. Gemiddelde niet belangrijk. Competitie is volgens Ger toch niet zo belangrijk.


Ger voegt tenslotte toe:

Het leek wel voorjaar vandaag. Na een klein weekje ski in Morgins (Zwitserland) met iedere morgen een vers laagje en geen Oostenrijkse neerslag, zoals ik vanmorgen op TV zag, weer gereed voor de MTB. Overigens hoorde ik dat Heiligenblut onder de sneeuw verdwenen leek; in ieder geval alle aan-en afvoerroutes en dat was juist de plaats die op de webcams tot voor kort het meest groen uitzag.
Enfin om ca. 10.15 uur weg voor een van de zwaarste die ik ken; de combi Mechelen/Vijlenerbos. Die daarbij leuke Zuid Limburgse plekken als Rott, Harles, Hurpesch, Camerig (ja ik ben eens opzij van die heuvel gaan kijken) Pesaken, Euverem, Cartils etc. aandoet.
Nog voor ik bij Cartils de lange helling omhoog naar het Eyserbos opdook, was ik vanuit Wijlre al zeker vijf groepjes racers, maar ook MTB’ers tegengekomen. Dat bleef overigens de hele rit zo. In alle variaties van singles duo en triple’s tot heuse pelotonnetjes die de voorjaarsklassiekers aan het voorbereiden waren. De paden legen er relatief droog bij; maar op enkele plekken zakte ik met velg en al in de modder of slipte mijn achterwiel. Vaker gelopen dan me lief was; ook door nogal wat omgevallen bomen op het pad.
Toen ik boven Eys aan kwam, had ik echt het idee “hier ga ik even op een bankje zitten”. Fraai uitzicht over de beide plateaus voor en achter Eys en je keek ook door naar het Vijlenerbos, Simpelveld en Aken. Die mooie uitzichten bleven de hele rit; zelfs in het Vijlenerbos, want daar is de route verlegd naar de rand. Het enige wat minder was, was de absoluut laagstaande zon. Af en toe moest ik gewoon op gevoel en herinnering hoe het pad liep aan de slag. Gelukkig geen tegenligger gehad op die plekken.
Achter Rott is overigens iets heel moois in aanbouw. Daar gaat iemand in de helling iets met wijn doen in een of ander gebouw. Veel over te doen geweest, maar boven aan de helling is het gewoon een verdieping en de andere twee zijn in de helling verscholen met beneden een grote glaspartij vermoed ik met fabuleus uitzicht. Modernisering moet in mijn ogen. Het is geen reservaat. Zo zijn enkele imports zich aan het verzetten tegen exploitatie van het vroegere buitenhuis van de paters uit Wittem (Emmaus). Het alternatief is laten vervallen; wellicht ook concurrentie achter de kiezen??
Kortom ouderwets genoten van het fietsen en het mijmeren over van alles en nog wat en na een kleine 3,5 uur thuis met een kleine 55 km op de klok. Drukke pensionado-week komt eraan (ik ben voor de fiscus uren aan het schrijven en de 40-urige werkweek haal ik met gemak. Nu nog eens aan het overpeinzen of ik dat ook echt wil).
Ik ben in gespannen afwachting van het Schwarzwald; verheug me er zeer op. Temeer omdat we Reinouw en ik) aansluitend met Frank en Tessie en een paar van hun vrienden nog naar de Hundsrück gaan fietsen. Mooi dat Henk en Hans al aan de slag zijn.
Direct zet ik nog wat informatie van Frank Rutgers door over een 6-daagse in Italië die hij in de planning heeft. Van hem begreep ik dat TCE- of Vosgeskornuiten welkom zijn!




Zondag 26 januari

Henk verslaat:

Geen Martin bij het dierenasiel en geen Jos bij de toren. Toch mooi weer. Wat te doen? Maar eens polshoogte nemen bij Hans. Ik had hem al in geen maanden gezien en we moeten nog steeds kwartier maken voor onze Zwarte-Woudtrip. Hans verscheen in pyjama aan de deur. Hij was de kranten aan het lezen met Helma en van plan om om een uur of 10 te gaan fietsen. Dat was het al, dus op mijn voorstel dan samen een stukje te gaan was maar een antwoord mogelijk. Overigens bleek hij ook al vorige week aan de toren te zijn geweest. Terwijl Hans de kleren, die al klaar lagen - dat wilde hij toch wel uitdrukkelijk vermelden - aantrok, kreeg ik van Helma een kopje koffie. We maakten een rondje om de noord tegen de klok in, omdat ik niet al te laat thuis wilde zijn en tenslotte ook al een km of 30 gereden had. Hans bepaalde aanvankelijk de route, want op bekend terrein. Eenmaal op de Beitel nam ik het weifelend over. Bij Herzogenrath trakteerde ik Hans op een stukje Wurmdal, wat vanwege de wegkwaliteit nog wel even een hartgrondige vloek aan zijn lippen deed ontspruiten, maar overigens dapper door hem werd gedragen, waarschijnlijk ook omdat hij geen idee had van hoe zijn rug eruit zag. Helma had hem nog bewonderend de rode duivel genoemd toen we vertrokken, maar daar was niets meer van te zien. We waren het er snel over eens dat ook de Duivelsberg naar Rolduc genomen moest worden. Hans dacht dat die niet te beklimmen zou zijn als er veel blad zou liggen, maar daarvan was geen sprake.
Vervolgens ging het parallel aan de snelweg naar Landgraaf, waarbij Hans me weer verraste met een stuk fietspad daar vlak langs op het laatste stukje naar het station van Eygelshoven. Daar besloten we om en om om (M$-Word vindt om gevolgd door om meestal geen goed idee, maar in dit stukje moet het toch echt zo) de beste route te zoeken. [red.: Wat is er mis met “Daar besloten we de beste route te zoeken”?].Nu eens op bekend terrein voor Hans en dan eens op bekend terrein voor mij, bereikten we Doenrade, waar onze wegen zich scheidden. Woensdag gaan we de Schwarzwaldferien vastleggen. Daarover snel meer.



Zondag 19 januari

Ger:


Blij, dat mijn poging in het essay-overzicht te komen, is gelukt. Uiteraard dankzij de ‘clementie’ van onze webmaster maar toch. Deze opening omdat ik het idee constant op max. te moeten fietsen echt heb losgelaten. Bij wat vrije momenten deze week dan ook nog wat gepeddeld op de Rogianni. Daarnaast vrijdag met een lange lus boodschappen op de fiets gedaan.

Vanmorgen weer ouderwets op de MTB. Aanvankelijk met de gedachte de bossen bij Vijlen weer te pakken, maar het vooruitzicht op zon deed me 1 voor 12 besluiten richting St.-Geertruid te gaan. Geen spijt want het zonnetje scheen alras; temperatuur rond de 8°C en de paden - naar later bleek - voor 50% droog en hard en de andere 50% modderig maar wel op redelijke snelheid te pakken.

Route is simpel: achter Pesaken omhoog naar Heijenrath en als je dan een tandje langzamer fiets zie je gelijk meer. Had de lucht in de achterband rond 1,5 bar en dat was niet echt handig in de bochten. Volgens Michael (bij Roger Wijnen en echte biker) zou ik 2,1/ 2,2 moeten hebben. Op de paden liep die lage spanning overigens best. Loorberg af en Slenaken omhoog naar de doorgaande weg de Hut-België om die over te steken en via Noorbeek en Banholt eigenlijk streep naar St.-Gieter te gaan.

Bos omhoog terug bij de camping is altijd leuk en ik merkte nu dat ik had gespaard. Onderweg over van alles en nog wat gefilosofeerd (of wat in de buurt komt, maar dat mag geen naam hebben). In Beutenaken weer omhoog en vervolgens een grote lus om de golf van Wittem via Partij naar huis. Ondertussen ook nog langs een paar voetbalvelden; is toch leuk om te zien. In Gulpen was overigens een wandeling; druk derhalve. En bij Partij leek wel een wandeling van hondenbezitters. Een groep met wel 15 van die beesten; laag op de poten en door de modder. Had ze mee kunnen nemen onder de douche!

En route uiteraard de nodige bikers; zelfs een paar grotere groepjes; vriendelijke en nurkse wandelaars; in Gulpen een paar motoren en een quad en aan het eind een niet al te smerige fiets. Komt goed uit want Reinouw en ik hebben direct nog een verjaardag in België.

Komende week gaan Reinouw en ik met mijn zus en zwager en zonder de kids al een paar dagen op de ski in Morgins. Dus zondag geen fiets.



Zondag 12 januari

Ger
schrijft:

Dus ging ik gister naar bed met de vraag; “glad, modder, wat voor route op die MTB”? Daarbij is een gekke afweging van mij; een zomerrit op de race is per def. > 100 km en in de winter > 75 km en op de MTB afhankelijk van de zwaarte zeker > 50 /60 km.
Wat moet je dan met een plezier-of sukkelrit van ca. 50 km?
In bed nog even lezend in Fiets viel eindelijk het kwartje: “Fietsen hoeft niet!” Het is geen competitie relativeerde de hoofdredacteur in een artikel over de winterdip. Zeer lezenswaardig. Ik snapte weer alles en draaide me om onder het motto “ik zie morgen wel”.
Ik werd vanmorgen wakker met een houten kop. Niet van de drank, want ik ben weer aan mijn 0% beleid tot de skivakantie bezig. De vraag is wel nog; is dat die vakantie met mijn zwager en zus einde maand naar Morgins, of met de familie eind februari naar Malga Chiapella (direct aan de Fedaia).
Op de fiets heb ik, Nederlands, voor een compromis gekozen: eind februari Malga, met wel een time out tijdens de vakantie einde maand.
Nee die houten kop kwam eerst van de massa snot daarin, maar ook van al mijn dromen en gedachten over de vorige alinea’s. Eerste gedachte was wel “Ik hoef niet!”

Ruim te laat opgestaan, kwam ik Reinouw tegen die fris en monter meldde, dat ze naar de sportschool ging en niet wetend van al mijn bespiegelingen vroeg: “Pak je de MTB of de racefiets?; de wegen zijn droog”. Ik mompelde iets van dat weet ik nog niet en opgeruimd sloeg ze de voordeur dicht. Daar zat ik dan.
En ineens wist ik het. Competitie hoeft niet; zo hard mogelijk hoeft ook niet. Ik herinnerde me de verslagen van Henk zijn aanpikken aan het wiel van Jos. Geen wonder dat we/ik af en toe fietsmoe zijn bij dat maximale en geen wonder dat Jos en Hans daar geen last van hadden.
Mijn positieve geest van “halve fles vol is hele fles vol”, moest ik niet verwarren met “competitie”. Dus toen de zon doorkwam en het terras droog bleek, gewoon op de race gestapt om te peddelen omdat ik daar zin in had en niet om me op te jagen op de MTB. En het motto was “Terras droog, weg droog”.

Nu de rit is niet zo bijzonder. Zie de Garmin. Wel viel me nu op dat iedere fietser de ander was aan het waarschuwen voor gladheid. De eersten nog voor ik Gulpen uit was. Bij Mechelen even samen gereden met een ander groepje en wat gekletst; ook die hadden al geslipt. Je kijkt ineens anders naar mensen. Velen waren in allerlei vormen van de zon aan het genieten. Geen cijfer op de Garmin interesseerde me; ik heb zelfs gedacht om hem thuis te laten, maar vond dat je ook met zo’n ding op de fiets hem niet hoefde te verslaan. De natuur en de zon waren schitterend en de kou viel mee. Overigens in Aubel ook nog op een recht stuk nog wel bij het aanzetten het achterwiel wat weg getrokken.
Dan toch tot slot een cijfer met een vraag. Ik heb 90.57 km gefietst.
Is dat + 40.57 km, of + 15.57 km ofwel - 9.43 km.? Het antwoord is quite simple het is + 90.57 km. want ik heb heerlijk gepeddeld! En op de Daalhemer bedacht; laat ik het maar eens opschrijven “ter lering en de vermaak”. Bij deze dus. Benieuwd hoe lang de winterdip bij me duurt; d.w.z. wanneer ik weer vergeet dat de relativering vanaf het begin van een rit prevaleert.

Moraal van het verhaal; met je werk moet je met de club waarmee je werkt en zeker ook jezelf daarin de wereld willen verslaan. Geen compromissen en geen relativering. Privé redt je het niet met competitie alleen en de zinnen van Martin slaan de spijker op de kop bij ons fietsen; “Let’s have fun en dat kan ook een beetje hardfietsen zijn op zijn tijd”.

N.B.: Ik daalde de Ingber af en zag dat ik 24.0 km gemiddeld had. De laatste paar honderd meter bergop dacht ik wel; “dat is toch de zonde om niet vast te houden”. Dat moet ook in de winterdip kunnen, vind ik.

Naast dit uitgebreide ritverslag heeft Ger ook uitgebreid een bijdrage voor de essays geschreven. U leze daar.

Martin heeft niet serieus gefietst; na een hectische week volgend op het overlijden van Miriams moeder (over de broer-zus verhoudingen als de laatste stamhouder het tijdelijke met het eeuwige verwisseld heeft, kan ik nog een aardige bijdrage in de essay-rubriek schrijven) had ik totaal geen zin tijdig de weer gevulde sponde te verlaten, temeer daar Henk aangegeven had met een snotkop niet te gaan fietsen. Geen idee of Jos alleen aan de toren gestaan had – digitale communicatie is niet zijn ding.

Echter de zon scheen uitbundig dus toch maar een paar uur later de ATB gepakt. Ik heb het idee dat met koude ATB’en niet zo verkeerd is. Slechts gekleed in een shirt met lange mouwen ging het heel goed.

Ook alleen (mijn zaterdag-ATB-maatjes konden niet) en doelloos in die zin dat ‘B’ voor mij de onbekende was.
Heerlijk door het land geragd, me niet schuldig gevoeld als ik een stukje asfalt had en een fraaie klim, ik meen dat hij bij ATB’ers bekend staat als de Cauberg waar de zonnestralen in de nevel zichtbaar was. Door Sibbe en daar bijzonder fraai afgedaald om in Oud-Valkenburg naar Schaloen door te steken.

Voor Walem links waar een ATB-route zou zijn, maar – zonder gekheid – ik kon hem niet vinden en moest terug. Op de kaart staat hij duidelijk. Zal er nog wel eens terugkeren.

Lekker met de zon in de rug door het land terug en tevreden de fiets afgespoten.
De Orbea staat geduldig te wachten.




Zondag 5 januari

Karel is de gene die het jaar opent:

Allereerst nog de beste wensen voor 2014 voor iedereen, vooral in goede gezondheid en de nodige gezellige km's.

Voornemen was om om 9.30 aan de toren te staan. Ik had dan ook de wekker om 8.15 gezet. Om 7.45 even op voor en naar buiten gekeken. Vond het maar mistroostig en nat uitzien, dus wekker op uit gezet en weer in bed. Nog even uitgeslapen.

Echter het klaarde zeer goed op en de zon ging zelfs schijnen.
Me vermand en om ca. 11.30 toch nog op de fiets.
Via de Vloedgraaf, Wijnandsrade, Retersbeek en Klimmen naar Ransdaal. Vandaar via Wijlre, Gulpen en Euverem naar Reijmerstok. Margraten, De Hut en Sibbe, Daalhemer af naar Valkenburg en via camping De Bron en Klimmen Spaubeek en de Stammenderveldweg (die nu toch wel telde!!) weer naar huis.
Wind tegen of berg af uit de zon was toch nog wel fris. Wind mee was wel lekker.

Al met al is de kop voor 2014 met 60 km er af.
Komende week ga ik weer bouwheer spelen in Frankrijk. Ben ca. 23 januari weer terug.

Martin vervolgt:

Hoewel ik de Orbea na de penitentierit gepoetst had en ik er na gisteren mountainbiken (met onder andere Harold) zin in had ging het niet als gepland. Hedennacht is toch nog onverwacht plotseling Miriams moeder overleden en dat betekende ruim onvoldoende nachtrust om op tijd verkwikt op te staan. Dus afgemeld bij Henk. Tegen 11 toch behoefte om me even te verzetten en het was zonnig en helder buiten. Zoals Karel al zei was het niet zo warm als het eruit zag.

Rustigjes gefietst over deels droge en deels natte weg. Taakstellend gelijk maar het eerste hoogtepunt van het jaar: het drielandenpunt gezet.

Relaxed via Hulsberg het Geuldal opgezocht en dat tot Partij gevolgd, waarna het dal van de Selzerbeek tot Vaals en door de drukke stad omhoog.

Over de vieze kant afgedaald naar Aachen en via een mooie route naar Laurensberg en Vetschau en toen min of meer linea recta huiswaarts met koude voeten en een frisse kop.

Ger:

De hele week gedacht aan fietsen. Het weer was er naar, maar ik zelf herinnerde me de waarschuwing van de bedrijfsarts toen ik jaren geleden riep, dat ik mijn verkoudheid en koorts er altijd uit fietste met warme kleren en veel zweten. Dom, dom vond ie; iets met koorts, effect op spieren en - zei hij - dus ook de hartspier. Dus het was bij denken gebleven.
Gister nog even gedacht mij aan de toren te melden, maar twijfel over wat te doen, bleef me plagen. Als een echte twijfelkont vanmorgen getroffen door de zon. Gister zag ik ook veel racers; dus ik dacht: laat ik mijn rustige openingsrit maar meteen doen. Geen zwoegen in de modder; geen fiets te poetsen terwijl je zelf kletsnat van de inspanning bent en gelijk > 50 km. Voldoende gedacht en uitgedacht derhalve; nu tijd voor de benen.
Als winterfiets de Rogianni gepakt met de ouderwetse dubbel. Richting Vaalsbroek, maar in Vijlen al besloten niet over drielanden te gaan. Retour naar Nijswiller met een schitterend uitzicht op Mamelis. Nijswiller omhoog en op naar Eijs om daar omhoog te gaan naar Trintelen. Kon het toch niet laten een duo in te halen. Maar ja dan ben je boven in Trintelen en wat dan? Eens een keer de andere kant op via Colmont en dan niet de Karstraat af, maar rechtdoor om via een omweg in Ransdaal/Klimmen uit te komen. Ondertussen schitterende panorama’s op de hellingen, die Jos vanaf zijn terras iedere dag ziet. In Klimmen besloten naar Hulsberg af te slaan en vandaar via onze geliefde toren, Kelmond en het vliegveld boven over naar Bunde. Daar de berg eens af i.p.v. op en tegen de wind door naar Maastricht. Door een groepje jonge goden ingehaald en niet in het wiel gaan plakken. Gewoontedier als ik ben de wind tartend via het Gouvernement naar Eijsden en door naar Withuis om daar de Voer in te duiken. En… te weten dat je de laatste km wind in de rug hebt!
Langs de Voer - ook nu weer anders dan normaal - en de mooie helling bij Veurs op. Zon door de bladerloze bomen; heel mooi. Dan gekend de grote weg over; naar Teuven en door naar huis. Ondertussen zie je ik weet niet hoeveel plekken waar je koffie kunt drinken. Ook genoeg wandelaars en collega racers. Iedereen met goede zin buiten.
Toch nog een kleine 92 km en ca. 775 hm. Moest toch een lap langs de fiets halen en dat heb ik gedaan. De rit is te volgen voor de liefhebber via de Garmin.

En Henk tenslotte:

Martin liet weten dat zijn schoonmoeder die nacht overleden was. Aan de toren derhalve (want anderen zien we deze winter jammer genoeg niet) alleen Jos en ik. Over de bestemming waren we het snel eens: Aubel. De route was rechttoe-rechtaan. Er stond een bleek zonnetje en een matige wind tegen. Jos klaagde over winterbenen, maar ik had de gebruikelijke moeite hem bergop bij te houden, ook al hield hij zich in. Op de laatste klim, naar Hagelstein vanuit St. Martensvoeren, ging Jos los en ik op de spaarstand. De koffie en vlaai smaakten uitstekend, temeer daar Jos trakteerde vanwege het bereiken van de 62-jarige leeftijd. Dat gaf ook aanleiding tot bespiegelingen over ouder worden, oud zijn, perceptie van ouderdom en sterven. Conclusie was dat we blij waren dat we nog een lekker stuk kunnen fietsen.

Na de pauze hoefde ik slechts te lossen op de klim naar Hagelstein. De rest ging bergaf en met de wind en het zonnetje in de rug. Met stukken boven de 40 km/h. Op de Bies nog in mijn eentje afgesprint en geprobeerd welke snelheid ik kon halen, maar de snelheidsregistratie was niet fijnmazig genoeg om dat achteraf nog te kunnen controleren. Na ongeveer 85 km weer thuis met een tevreden gevoel.2013

Jaarbespiegelingen (laat u inpireren!):

Ger:

Een kort jaaroverzicht dit keer. Immers alles heb ik gezegd in mijn rittenverslagen. Toch een paar bespiegelingen.
Dit jaar minder kilometers dan de vorige twee jaren; ik kom net boven de 6000 km uit. De hoofdreden is dat ik “minder in de planning” zit dan andere jaren. Onder het motto “ik hoef niet zo nodig; kan morgen ook”, komt van uitstel afstel. Dus Reinouw en ik zijn het er al over eens, dat we in 2014 weer “gewoon in de planning gaan”.
Wel mooie dingen gedaan dit jaar; vooral lekkere vakanties met de fiets. Die hadden we nl. wel ingepland. Uiteraard Vosges met TCE en ook Zwitserland/Italië met TCE. Daarnaast Jura met BETS en na die Jura-dagen ook met Reinouw en d’r eigen KOGA in Oostenrijk en Italië. Daar op terugzien, is heel leuk. Dat geldt zelfs voor onze regen in Italië met TCE.
Ondertussen op vakantie met Martin nog een mooie tocht over de Costalunga. Mijn rit met het meeste afzien dit jaar. Goedgemaakt met een lekkere hap met ons vier die avond op onze camping in Völs onder het gesteente van het Rosengartenmassief met een mooi rode avondgloed.
Ook veel meer lange ritten met de tocht in het voorjaar naar Spa en de Cofely van beide > 160 km als lange-afstandsritten. Verder een race-rit naar Thorn met als gem. 27,9 km. op de teller. Een afdaling in de Servance-rit met 71,8 km kon er ook mee door. En dan de mooie klim over Ofen/Umbrail en Stelvio met meer dan 3100 hm. Mijn hoogtetotaal is 67,5 km.
TCE is inmiddels zo voorspelbaar als de neten; zowel op zondag als in onze uitstapjes. Nu is voorspelbaar zeker niet saai. Op zondag worden de grote wereldproblemen in hapklare brokken verdeeld en vervolgens van een oplossing of op zijn minst zinvol commentaar voorzien. Ook is er weer een lichte uitbreiding van de Schwere Wörter bijgekomen. Die nog eens nalezen, is een waar genoegen. Dat geldt overigens ook voor de essays uit vroeger jaren. Verder is het bij het fietsen gelijk als andere jaren in een ook gelijke volgorde.
Jaarlijks hoogtepunt is onze Vogezentrip, waar inmiddels een select maar vertrouwd aantal gastrijders aan is toegevoegd. Mooi fietsen, gezellige onderlinge verhalen; wat wil je nog meer. Dit jaar wat mij persoonlijk betreft minder, want mijn nieuwe wielenset was niet helemaal bestand tegen mijn daalvermogen. In de Jura de oorzaak ontdekt: het velglint was geperforeerd door een niet helemaal glad spaakgat. Dat veroorzaakte ook in de Vogezen een meer dan gemiddeld aantal lekke banden. Dit malheur verholpen, sloeg de pechduivel in Italië weer toe. Oorzaak tot op heden onbekend, maar de hulp van Henk en Martin om mij weer op de fiets te krijgen, is door mij zeer gewaardeerd! (Zie overigens de Albula-afdaling die Martin heeft ontdekt op je PC). Wielenset integraal vervangen en dus nu hoop op beter.
Vervolgens heeft Reinouw de liefde voor de fiets ontdekt. Mooie tochtjes samen kunnen maken in onze eigen regio. De klim naar de Seiseralm , de klim naar Völs en een meer dan 15% ergens in Oostenrijk maakt haar apetrots.
Ergo; het belooft weer veel goeds voor 2014. Hopelijk iedereen gezond en geen gekke strapatsen en valpartijen. Met de vaste maten van TCE; Martin, Karel, Henk , Jos en Hans hoop ik weer veel meters onder de wielen door te zetten. En ook de TCE-gastrijders hoop ik weer veel te zien om ook met hen onze gezamenlijke hobby te kunnen beoefenen.

Martin:

Het jaar 2013

Het aantal kilometers doet er feitelijk niet meer zo toe; lijstjes zijn maar lijstjes. De kwaliteitskilometers doen er toe. Het zijn er overigens een kleine 8000. Ik weet het niet precies; niet altijd log ik dat netjes.
Wat nieuw is dat er dit jaar zo’n 1700 ATB-kilometers bij zijn.
Mijn houding tegenover poepfietsen overigens ambivalent: er is natuurlijk maar een echte vorm van fietsen en dat is wegfietsen – de rest is afgeleid. Moge daarom mijn wegfietsen nooit veel lijden van mijn ATB’en.
Aan de andere kant is ATB’en gewoon ‘leuk’ en eigenlijk geen fietsen. Je komt op plaatsen waar je met de racefiets gewoonweg niet komt (al zou dat Henk wellicht wel lukken) en in de pratsch jezelf het schompes trappen is een aardige vorm van zelfkastijding gevolgd door het masochistische poetsen van de fiets.
Genoeg nu daarover.
Laten we niet het woord ‘gewoonte’ gebruiken maar in plaats daarvan ‘traditie’, zijnde een gewoonte die zich op basis van succes handhaaft. De traditie van het Vosgesweekend, inmiddels zo’n establishment als oud & nieuw met oliebollen en trappistenbier. Wat er ook gebeurt: succes verzekerd.
Een prachtig exemplaar van een TCE-Alpi evenement: allereerst mijn vreugde dat ik jullie met een volslagen onbekend gebied heb laten kennismaken en jullie mijn enthousiasme voor die regio onvoorwaardelijk hebben overgenomen (er valt overigens nog meer te ontdekken daar!); daarnaast toch weer heroïsche ritten waar vooral het drieluik Maloja-Julier-Splügen er uit springt, maar ook natuurlijk het vullen van open gaatjes als de Passo del Fuorn en de mythische Umbrail. Zo’n Stelvio is dan al gewoon routine voor ons.
Ook tijdens de zomervakantie met Miriam weer mooie ontdekkingen gedaan zoals de zijdalen van het Alto Adige.
Dat de fietswereld klein is dan wel wij magnetische krachten hebben blijkt ook uit mijn encounters: onze Groningen-maat Roland ontmoet zowel aan het Lago Maggiore als ook, als vanzelfsprekend aangetroffen in Zernez en de afspraak met Ger “om zo laat in een klein kutdorpje onder de Brenner” waar we elkaar als vanzelfsprekend in fietsuitrusting ontmoetten en een rondje rijden alsof het een gewoon zondagmorgenritje betreft.
Mogelijk een herhaling maar niet geheel van angsten vrij is de dreiging van het onderschrijden van de kritische massa: steeds minder mensen routinematig aan de toren en geen aanwas.
Ook de wellicht misplaatste heroïek verdwijnt langzaam; is het de leeftijd of de iGeneratie? Aan de start van de uitermate louterende penitentietocht naar Banneux slechts drie bikkels.
Aan de andere kant: twee mensen kunnen een goed gezelschap maken.

Laat ons ook tevreden zijn wederom een jaar zonder grote lichamelijke schade gehad te hebben en alles bij elkaar genomen, na een lang koud voorjaar toch nog een mooie zomer en najaar gehad.
Als we volgend jaar zo doorgaan kunnen we oud ermee worden..

Ik wens allen in alle opzichten het beste.

Karel beschouwt ook ferm terug:

Het jaar afsluitend als ervaren pensionado (2,5 jaar) en nog steeds bouwheer in Frankrijk.
Het eerste zou eigenlijk moeten resulteren in heel veel km's op de fiets. Het tweede weerhoudt dit echter vooralsnog (geldt niet voor auto-km's). Het nu voorbije jaar met het slechte voorjaar heeft ook nog roet in het eten gegooid. In het najaar ben ik intensief in Frankrijk bezig geweest waardoor ik daar ook in die periode ook niet veel meer heb gefietst.

Voor de hoogtepunten van TCE zijn echter de ‘verblijfperiodes’ in Frankrijk aangepast.
De onvergetelijke Vogezen (zonder valpartijen), De ODS Classic, La Buissonnière en de Cofely-experience kunnen weer aan het rijtje worden toegevoegd.
Al deze activiteiten in voortreffelijk gezelschap en ambiance.
Voor de komende jaren (als echte 65-jarige pensionado) voor herhaling vatbaar.

Mag ik afsluitend iedereen een voortreffelijk 2014 toewensen waarinj we veel genoeglijke km en hm kunnen maken.




Zondag 29 december

Henk
alleen:

Eigenlijk geen TCE rit, want ik ben niet aan de toren geweest. Sorry Jos. Het kwam door Martin.
Na mijn teleurstelling over zijn resolute “Njet” te hebben verwerkt en te hebben gewacht op de laatste druppels, stapte ik toch op de fiets. Te laat om nog naar de toren te gaan.
Ik vertrok in noordwestelijke richting, omdat daar volgens buienradar de minste kans op buien was. Inderdaad brak nog voor Maaseik het zonnetje al door. De Maas stond hoog, maar niet alarmerend. Zonder een concreet plan fietste ik met als enige doel om zonder pauze ongeveer 80 km te maken. Het liep soepel. Op de terugweg zou blijken dat dat niet door mijn vorm maar door meewind kwam. Juist begon ik mij te verheugen op de aanblik van de brouwerij in Tongerlo, toen ik merkte dat mijn achterband leegliep. Ik had nog net genoeg lucht om de kerk te halen en ik zocht een beschut plekje om mijn band te wisselen. Daarbij bleek het rubber van de buba een gelijkmatige condomaire dikte bereikt te hebben. Het oppompen ging wat moeizaam door de combinatie van een te kort ventiel en een stroef lopende pomp. Vanwege de zachte en dunne band ging ik op kousenvoetjes terug zonder nog te letten op mijn km-doel, maar omdat te teller al op 38 stond zou ik in ieder geval wel in de buurt komen. Ik was de oriëntatie een beetje kwijt, en de zon was ondertussen ook weer verdwenen, maar ik dacht via de bordjes mijn weg terug wel te vinden. Eerst volgde ik maar eens knooppunten. Die voerden me over een prachtig geasfalteerde en verkeersluwe (verboden in te rijden) slingerweg over een landgoed (km 37 tot 40, vermoedelijke naam “Oude Kuil”). Daarna volgde ik de hoofdweg van Neeroeteren naar Maaseik, om in het stadje nog abusievelijk op de kinderkopjes terecht te komen. Gelukkig bleef alles heel. Op de terugweg gekend over de Ruitersdijk, waar de wind steeds meer tegendruk begon uit te oefenen. Gelukkig het laatste stukje weer wat meer dwars op de wind. Zeventig km gefietst en geen drupje regen gehad.
Thuisgekomen, fiets gepoetst en bandje gewisseld en ook nog de remblokjes achter. Zometeen nog even het pompje en mijn balhoofdlager checken, dan zit het er weer op voor dit jaar.


Ger:

Zaterdag j.l. onze dinerperiode afgesloten. Begonnen bij mijn zus en zwager met hun 25-jarige bruiloft; kerstavond met de family-kaasfondue; beide kerstdagen en dan nog zoals gezegd zaterdag met onze eetclub. Het heeft slechts een halve kg gekost!! [red.: opgeleverd?]
Maar ja gistermorgen kletterde het hard in Gulpen, dus nog maar eens omgedraaid en pas tegen 9.00 de sponde verlaten. Het regende nog steeds. Reinouw ging naar de fitness en beleefd, maar ferm sloeg ik de vraag “ga je mee?” in de wind. Hoop doet immers leven. Tegen 10.00 zag ik wat blauws en vervolgens gaf buienradar alleen maar goede berichten.
Omdat ik met de handbaldagen me goed had geamuseerd en nota bene de Lions de finale hadden gehaald met prima spel moest/wilde ik weer op tijd in de hal zijn. Dus de vraag welke fiets om al te veel gepoets te vermijden? Het werd de Orbea Trekking om toch maar de weg te pakken. Met fietstassen en al op weg. Vertrokken naar Wijlre om daar de ruilverkavelingsweg naar Ubachsberg te nemen. Lekker liep het licht omhoog; ik was me nog niet bewust van de wind.
Boven terug gedraaid naar Colmont en via Windhagen omlaag naar Kunrade. Voerendaal in en via wat omwegen richting Nuth, Spaubeek, Neerbeek en het gewone Beek. Daar naar Geulle en via de Weert naar M’tricht. Door de stad en langs het provinciehuis om in achter Gronsveld af te draaien naar St. Gieter. Gekend via Banholt en Reijmerstok naar huis. Tevreden met > 80 km en droog het bad in en op tijd voor nog een tweetal wedstrijden. Helaas waren de Portugezen beter aan het eind van een mooi toernooi (tenminste als je van handbal houdt).



Zaterdag 21 december


Ger schrijft:

Gisteravond een 25-jarige bruiloft van mijn zus; was meer dan gezellig en blijven slapen. Om alvast “voor te werken” de MTB gister maar alvast gepakt. Van Jan Starmans had ik al begrepen, dat in de Vijlenroute een nieuw stuk was ingebouwd, dus maar die kant op.
De voor mij gebruikelijke Mechelen-Vijlen combi was derhalve het plan. Nu dat was een succes: paden waren redelijk te doen op een paar stukken wadlopen na. Dolsberg op en af naar Beertsenhoven en vandaar startend bij kasteel Cartils de mooie slepende klim naar uiteindelijk de kop van de Eyserbos. De wind aanvankelijk in de rug en half achter dat schoot op. Over het plateau bij Trintelen, maakte ik de meest luie variant van hond uitlaten mee. Je pakt dan een auto; zet de honden er uit op een veldweg en sukkelt daar met een gangetje van ca. 20 km achteraan. Let wel in de auto! In Nijswiller omhoog naar de vliegclub en vervolgens tegen de wind naar Hilleshagen en via Mechelen langzamerhand richting bos.
Dat wordt goed uitgedund en op diverse plekken waren mooie open stukken ontstaan.

In de klim naar de Toeristenweg kruiste zo’n 10 meter voor me een jong ree. Mooi om te zien hoe elegant die zich door bos en het struikgewas bewegen. Daarna de weg over en de nieuwe route op. Die is zeer fraai. Midden door het bos op kleine nieuwe paadjes en dan weer langs de rand met mooie vergezichten. Ook een tweetal steile klimmen, waarbij je op de punt van je zadel moet zitten om je voorwiel niet omhoog te trekken. Een aanwinst dus.
Terug simpel via Eyserheide omhoog naar het slot de steile klim bij camping Osenbos. Net geen 1000 hm (980) op een kleine 52 km. Een goed fundament voor een mooi feest.
Hoop dat jullie genoten hebben van vooral de terugweg uit Banneux. Ik lees het straks wel.

Voor de kerstgroeten van Ger klik hier en voor die van Frank hier.

Zondag 22 december – Penitentietocht Banneux

Aan de toren Henk, Jos en Martin.

Meer waren er niet: trouwerijen, angst en naar Banneux(!) wandelende echtgenotes verhinderden enkelen en volgens Jos zat Le Docteur in de gevangenis voor accountants waar hij met het cipiersfietsteam meerijdt in een zwart-wit gestreepte fietsoutfit met een kogel aan zijn fiets vastgebonden. Kortom: wij gingen voor de echte purgering, de anderen wellicht namen genoegen met een purgering op z’n Hoes’ (zie ook een nieuw lemma in de Schwere Wörter hiertoe).

Het weer was er ook naar: lichte regen en een stormachtige zuidenwind. Hoewel de belofte was de kortste weg, moeten we dat natuurlijk nooit echt letterlijk nemen – meer een leidraad.
Ik probeerde in ieder geval de tegen de wind afmattende helling na Blegny te vermijden dus ‘ten westen’ en ver ten westen. In ieder geval weer eens geheel wat anders en lange stukken vals plat, waar de wind gelukkig niet tegenzat.

Uiteindelijk weer bekend terrein gevonden en naar de traditionele klim die lekker uit de wind lag. In Banneux de koffie en de rijstevla die de waard in Trancemont voor ons ging halen.

Na een tijdje de natte kleertjes weer aan en terug. Via een wondervolle afdaling van Trasenster stroomafwaarts langs de Weser en door Nessonvaux om de werkelijk prachtige klim naar Soiron te doen en weer op de route uit te komen.

Na Xhendelesse rechts op Bruyeres en door de industriegebieden met meestentijds de wind mee noordoostwaarts, om zo in Elsaute uit te komen vanwaar een schitterend smal binnendoorweggetje gevolgd naar de weg Verviers – Henri-Chapelle.

Met de wind mee naar Henri-Ch. en de Gulp naar beneden volgend waar de Slechtvalk van Aubel Jos net niet kon inhalen freewheelend.

Te Teuven de Gieveld op om maximaal de wind uit te nutten waar ik boven het tweetal niet echt kon volgen.

Wijlre, Valkenburg en Stoepert.

Om het af te ronden alleen de Stammenderbos omhoog waar mijn voorderrie weigerde op de granny te gaan dus die op het middenblad, de kramp couperend omhoog.

Na 142 kwam ik thuis, zoonlief uit het bad gejaagd (duurzaam het water laten staan) die mij vervolgens een welverdiende mok koffie kwam brengen. Het kan zat slechter.




Zondag 7 december:

Henk schrijft wat verlaat maar desondanks bijzonder gewaardeerd het verslag:

:Weersvoorspelling was niet goed en niet slecht. Weer dito, af en toe een druppel, maar ook af en toe zon en heel even op het eind zelfs allebei tegelijk. Martin zou niet komen. Aan de toren zat Jos al te wachten. Bescheiden zetten we koers naar een koffielokatie in Nederland. Het mariabeeldenparadijs in Vijlen werd onze bestemming.
Om toch nog wat km te scoren zouden we daar avontuurlijk naartoe rijden. Helaas was ik vergeten mijn iPhone op te laden, dus een route is er niet, maar uit mijn hoofd lukt het ook wel die te beschrijven. We daalden via de Korte Raarberg af naar de Dellen. Langs de grotwoningen omhoog naar Berg, en via het gekende pad, ditmaal met veel modder, parallel ten zuiden van de provinciale weg naar Vilt. Over het plateau en via de Ingbergracht naar Gulpen, de Gulpener berg op en daar niet zoals Jos voorstelde naar Heijenrath, maar om de tegenwind op de Koning van Spanje te vermijden, via Partij (een beetje dwalend) naar Mechelen en via Hilleshagen omhoog naar Vijlen.
Daar dus A gen kirk. Jos durfde nauwelijks naar binnen, maar de houten stoelen lijden niet onder een modderige kont. Koffie met een niet te schrijven, maar wel zeer lekkere vlaai. We waren enigszins bezorgd over de toekomst van onze fietsclub, maar toch wel heel blij dat we tenminste nog elkaar hadden. Na de koffie over de Rugweg naar Camerig, verder naar Eperheide (daar moest ik Jos echt even helemaal laten gaan) en Heijenrath en met de wind mee over de Koning van Spanje. Veel fijner.
Vandaar obligaat. Jos pakte nog even de Fromberg, maar ik schoot via de kortste en eenvoudigste route (Stoepert) naar huis. Lekker tempootje gedraaid en 90 km. Zonder nat te worden, maar wel afgrijselijk smerig, weer thuis. Daarna lekker in de sauna. Heerlijke zondag.



Zondag 15 december

De Dode
was niet aan de toren. Henk had de avond ervoor bericht er niet te zijn wegens familiebezoek in +kut; het waaide hard en de weg was nat. Denkelijk zou er niemand anders aan de toren staan, of misschien Jos, maar die schrijft geen verslag (op het verslag van vorig weekend wachten we nog).
Gisteren wel wezen ATB’en; inmiddels een kleine traditie gestart om op zaterdagochtend met Rob Everink een stukje te peddelen. Daar deze echter vrijdagavond, terugkomend uit Groningen met zijn huurauto gestrand was besloot hij bij familie te overnachten en kon derhalve niet aan de afgesproken plaats zijn. Dus alleen de route Nuth-Voerendaal gedaan. Geen uitdagende route, maar met de lage bewolking, de modderige wegen en het afgeoogste land een geheel eigen sfeer. Uiteraard enige aanpassingen op de route gemaakt, Zo gaat de originele route een groot stuk door de kom van Nuth als een soort stadspromotie, terwijl je dit makkelijk kunt vermijden door onverhard achter Wijnandsrade te rijden. Geheel onder de slik weer thuis.

Vandaag toch maar weer even op de Idworx om via Amstenrade richting Brunsummerheide te gaan. Echter, nog in Brunssum viel mij, op het asfalt rijdend een bobbel in de achterband op. Nadere inspectie openbaarde in de wang van de band een grote scheur waar de biba zich als een reusachtige zwart glinsterende aambei doorheen perste.

De druk in de band verlaagd en als over eieren geheel verhard naar huis gekomen. Na 22 km en het vervangen van de band (ik had al nieuwe buba’s liggen) toch geen fut meer om weer op de fiets te stappen.

Heren: denkt u eraan u voor volgende week aan te melden!

P.S.: toen ik mijn fiets naar binnen wilde zetten bleek de voba lek te zijn; nader inspectie toonde een volledig weggesneden nop en een gat daar aan. Dus tweede band omgelegd.

Ger:

Wat kunnen mensen toch chagrijnig zijn! Vanmorgen een paar keer gehad, dat op mijn welgemeende en hartelijke ‘goedemorgen’, slechts een blik kwam van “Waar bemoei je je toch mee, zooi op”. En dat niet alleen van MTB-hatende wandelaars, maar ook van een collega biker.
Verder vandaag gemerkt, dat een tijdje niet echt sporten er toch inhakt. Mijn keuze was vooraf een stevige route te doen en dat is die rond Valkenburg. Niet alleen genoeg hm (ik klokte af op 845 in 47,5 km.), maar ook een lekker modderige ondergrond all over the place. Gestart achter de vroegere lagere school langs omhoog naar de GSM-mast die uitziet over het dal richting Crapoel. Direct na de bebouwde kom richting Wijlre omhoog naar de Dolsberg. Die liep wel lekker en me voorgenomen eens een keer rustig te beginnen. Hier vriendelijke wandelaars en omlaag naar Stokhem om langs de Geul bij de twee natuurcampings omhoog te gaan. Hier vloog me een crosser op de race met dunne bandjes voorbij en tot mijn verrassing ging die ook in de derrie omhoog. Hij bleef in het zicht, maar dat was het dan ook.
Op het plateau van Dode Man en Keuten, was het uitzicht ook weer echt fraai. Ik kwam daar overigens pas na een tochtje “blij dat ik glij”. Gerendal richting Sibbe werd ik gepasseerd. Wat me opviel was dat al de MTB’ers die ik tegen kwam gewoon 26 wielen hadden en niks van 29 of 650B (27,5). Hoeft ook niet in het recreatieve traject. Overigens met mijn nieuwe wielen - fraaie Mavic’s XC 717 - liep alles als een zonnetje. Dat fietst gelijk met meer plezier. Zelfs de remmen hadden weer grip op de flanken.
Vlak voor Valkenburg geprobeerd een Hollander te helpen depanneren. Eind van al het gepomp was dat hij de laatste 2 km maar ging lopen, want het ventiel, de band of beide deugden niet. In Valkenburg was geloof ik een feestje; hartstikke druk. Boven de tennis op een stuk vals plat van de fiets gemoeten want de banden slipten gewoon door. Rest appeltje-eitje; omhoog naar de Heek via de Emmaberg. Geglibberd naar beneden via aan beide zijden prikkeldraad(!) naar Oud Valkenburg en daar omhoog naar de Kluis via de Däölkesberg. Heel mooi als klim en nog mooier als uitzicht als je tijd hebt. Door naar uiteindelijk Stokhem en weer op en af naar huis.
Inmiddels voelde ik mijn onder- en bovenrug, armspieren, bovenbenen, hamstrings en de rest in het benenwerk en kwam mijn hartslag bij al het werken niet meer onder 155. Uiteindelijk klokte ik qua hartslag de jaarcijfers vandaag: gem. 151 en max. 181. Mooi dat ik nog boven de 180 kom en die hoge gemiddeldes nog aankan. Echter om eerlijk te zijn kwam ik “totaal naar de…..” thuis aan. Lekker mezelf gepoetst; fiets idem. Zeer content.
NB; Banneux zondag is niet echt mijn ding, maar op zijn best kan ik pas later op de MTB. Zaterdag een x-jarige bruiloft met slapen bij mijn zus en zwager. Dus…




Zondag 1 december

Ger
heeft op de race gezeten! De rest denkelijk niet: Henk en Karel weg en de Dode verwachtte niemand aan de toren dus ge-ATB’d.

Ger dus:

De Cube is in reparatie. De body van de achternaaf veroorzaakte het gerammel; moest dus worden vervangen. Echter de velgen waren ook niet meer je-van-dat met al mijn remmen. Dus maar een nieuwe wielset besteld. Het droge weer maakte een ritje op de racefiets niet tot een straf. Vanwege de verwachte modder de Rogianni maar gepakt en die is met zijn compactheid en de ouderwetse dubbel (2x8) best lekker om te fietsen.
Pas om 2.00 vanmorgen in bed, dus geen echte drang om vroeg op te staan en dus met wat gesukkel om 10.15 op de trappers. Eerst richting Vaalsbroek via een korte omweg in Vijlen over de Panisberg. Lekker in het zonnetje en fraaie heiigheid (of hoe heet dat) over akkers en heuvels. Dat zou de hele rit zo blijven. Boven via de Lodge en Vaalsbroek naar Vaals om daar terug te dalen richting Gulpen. Achter Mamelis, dat mooi in het zicht lag nu alle bladeren weg waren, afgeslagen naar Mechelen en via de secundaire weg naar de voet van de Camerig. Daar besloten richting Sippenaeken/Hombourg te gaan.
Ondertussen was mijn fiets niet echt veel minder modder dan de MTB. Immers de boeren waren met hun bieten goed bezig geweest. In Hombourg besloten voor de lange variant te gaan, d.w.z. via Henri Chapelle. Vandaar is het bekend en op de kaart te zien. Eerst naar boven naar HC en dan een lang vals plat via Aubel en Val Dieu naar Mortroux. Even een paar keer weer omhoog en via de Voer naar Withuis. Het racepad was een modderballet en uiteindelijk de Bemeler mijn beloning. Toch nog bijna 1000 hm voor een vlakke rit en boven de 90 km. De sauna wacht weer (en morgen de fiets voor de schoonmaak)




Zondag 24 november

Ger
verhaalt:

Ik begin weer lekker in mijn MTB-ritme te komen. Wel laat weg, want gisteren waren al onze kids er en dat was weer zeer gezellig. Aanleiding was dat ik inmiddels met een 60-jarige hok! Want dat was de aanleiding; Reinouw werd gister 60. We zijn niet zo van verjaardagen, maar dat kon niet zo voorbij vonden de drie.
Vanmorgen dus tegen 10.30 onderweg voor de St. Gieter route. Vind ik zelf een van de leukste, maar ook de kans op lek het groots vanwege de meidoorn. Nu: geen lek.
Bij Crapoel omhoog over een lekkere lange loper. De nattigheid was stevig en boven kon ik ook nog door de modder van de tractoren; die waren nl. op diverse plaatsen met de bieten bezig. In Heijenrath de Loorberg af en mijn bril werd een lekker waas van de miezer en het opspattend nat. In Slenaken was de regen voorbij en kon ik me concentreren op het moddertrappen en poelen ontwijken of gewoon er doorheen. Schilberg op en aan de overkant omlaag om via Noorbeek naar Banholt en Herkenrade te kruisen. De tracks lagen er goed bij en liepen beter dan vorig jaar. Weinig bikers onderweg en ik was klaarblijkelijk te laat voor de hondenuitlaters.
In St. Gieter lekker omlaag naar de Bosrand en daar weer omhoog terug. In feite hemelsbreed een km of zo parallel aan de heenweg. Achter Heijenrath niet omlaag terug, maar de richting golf via Crapoel. Het liep nog altijd lekker, maar ik voelde de beentjes wel. Wat mensen met paarden onderweg en dat is gewoon vriendelijk volk. Bij de golf naar beneden richting Schweiberg en in Mechelen retour naar de basis. Het begon weer te regenen, maar te weinig om fiets en mezelf schoon te krijgen.
Zwart en modderig tot achter de oren, maar met de waterspuit alles schoon gekregen. Wel heb ik een achternaaf die versleten is. Maar daar kan ik op doorfietsen (denk ik)
Ondertussen benieuwd naar Martin’s MTB-malheur en overigens genoten van de ca. 45 minuten Albula-afdaling waar bij ca. 25 minuten de bocht van mijn platte en stapel hout lag; mooi om terug te zien.
Tot slot; is al bekend wanneer we naar de Vosges gaan? (ook al wordt dat Duitsland). Dan kunnen Frank en ik onze “After-Vosges” gaan plannen.


De Dode heeft niet op de racefiets gezeten. Hoewel Henk de dag ervoor in een mailtje gemeld had dat de weersverwachting goed was en ik derhalve ruim op tijd met de kleertjes aan zat – dit na om 1h30 in bed na een verjaardag te Breda, was het weer ’s morgens twijfelachtig. Op een ‘?’ aan Henk kwam het antwoord dat hij het nog tien minuten zou aanzien. Buienradar en het feit dat het in Puth gewoon regende leidden tot een ‘N’.

Een uurtje later op de ATB; dat kan met slecht weer.

Over de ATB, op verzoek van Ger: zoals al beschreven had ik op 3 nov. wat last van een licht doortrappende Rohloff-naaf. Een knauw in mijn vertrouwen in Deutsche Bombengrundlichkeit!

Toen ik hem bij Evers in Maastricht bracht vertelden ze me gelijk dat deze naar Rohloff opgestuurd zou worden en ik hem acht werkdagen kwijt zou zijn. Dus twee weekenden niet fietsen – dit terwijl ik hem van plan was mee te nemen naar een lang weekend met vrienden in Zuid-Engeland waar het over bridleways fantastisch ATB’en is!

Na het weekend haalde ik hem op en op mijn vraag wat Rohloff ermee gedaan had was het antwoord dat ze dat niet wisten. Op een mailtje aan Rohloff dat ze bij wijze van uitzondering beantwoordden, dit omdat ik mij als werktuigbouwkundige bekend gemaakt had, vertelden ze me dat de naaf vol met meuk (rommel en water) zat, wat de functie van de koppeling verhinderde. Zeer waarschijnlijk wegens een nagelaten of verkeerd uitgevoerde oliewissel.
Nu moet deze oliewissel om het jaar of elke 5000 km, wat het eerste komt. Aan beide criteria was niet voldaan, kortom: er was geen sprake van een te late of verkeerd uitgevoerde oliewissel!
Verdere correspondentie met Rohloff bleef vruchteloos; zij bleven bij hun standpunt dat de oliewissel te laat of verkeerd was. Onder dreiging met de Derde Wereldoorlog heb ik de correspondentie beëindigd.

Gisteren op uitnodiging van Jan meegedaan aan een ATB-toertocht in Maasmechelen (B); 55 km. Echter na drie weken niet fietsen, een koutje een conditie van een postbode, dus halverwege de groep gemeld dat ik alleen door zou gaan en na 42 km terug aan de start.

Vandaag met 52 km rustigaan rijden (met een Tadellos functionerende Speedhub overigens!) toch nog tevreden. Modder overal.




Zondag 17 november

De webmaster heeft niet gefietst; dit wegens een lang weekend in Engeland. Ik was wel van plan de ATB mee te nemen, maar die was voor een defectje bij de reparateur – waarover later.

Gelukkig hebben anderen wel gefietst en daar bijzonder gewaardeerd een verslag van gemaakt.

Ger is de eerste:

Drie weken niet gefietst om allerlei redenen die er niet toe doen; immers niet gefietst is niet gefietst, om maar eens een oude wijsheid te citeren.
Dus vandaag ouderwets en route. MTB uiteraard en vanwege mijn verkoudheid en dito gekuch etc., maar de meest eenvoudige: naar Maastricht. Via Scheulder naar Margraten en vandaar terug naar de Hut. Altijd een venijnig stukkie vals plat; open en wind op kop. Startend dus met gewoon afzien.
Vandaar naar Reijmerstok en dan komt een lekkerlopend stukkie veld min of meer parallel aan de Rijksweg naar Gronsveld. Gekend voor af en toe diepe geulen, nu gevuld met water, maar ook fraai langs bospassages. Er waren genoeg collega’s onderweg, maar ook de bekende wandelaars; het verstaat zich steeds beter in het veld. Vlak voor Gronsveld kwam ik een Amerikaanse legertruck met bemanning uit WO 2 tegen. Hoewel ik tegen dit soort zaken in de natuur ben, heeft het wel wat als die zich door de modder vreet. In ieder geval beter dan de twee quads aan het einde. Die overigens even onder de modder zaten als ik.
In Gronsveld richting Sporthal Groendel en vlak daarachter de eeuwig niet te doen zijnde singletrack omhoog naar het Savelsbos. Niet te doen vanwege de diepe modder en echt de v-vorm waarbij je uit moet kijken met je trappers. Twee keer voetje aan de grond en de laatste drie meter lopen.
Toch liep alles vandaag wel lekker; dus bij C&K besloten in Bemelen nog de klim naar de Rasberg te doen. Inmiddels zag ik er uit als een varken. Zo gezegd zo gedaan: retour naar Bemelen om daar richting Amerikaans kerkhof te gaan. Beentjes begon ik te voelen en op karakter de extra lus naar de Hut (diezelfde van het begin) te doen. Dus ook via Scheulder weer terug.
In Gulpen waren Ricardo en Esther inmiddels hun MTB’s aan het schoonmaken. Ik kreeg die van mij er niet bij; helaas. Alles inmiddels weer schoon en tevreden over de > 50 km en 465 hm. De draad weer opgepakt. NB: de Alp in de sportschool en het hometrainen/crosstrainen tel ik niet mee.
Tot slot nog een mooie lezing van de Nationale Ombudsman gehad. Hij refereerde daarbij vrij naar Aristoteles naar de driehoek Logos-Pathos en Ethos, waarbij Nederland zijn excuustruus in de Logos heeft gevonden. Verhaal had ik graag met jullie willen delen.


En tenslotte de bijdrage van Henk:

Aan de toren naast ondergetekende alleen Jos. Ik was maar net op tijd omdat ik om had moeten rijden en mijn ketting onderweg had moeten repareren. De sluitschalm was losgeraakt en een helft was verdwenen. Gelukkig had ik een reserve bij me. We besloten niet naar Pam-Pam te gaan en Welkenraedt achtten we voor deze winterdag wat ver. We besloten richting Vaals iets te gaan zoeken, wat we al snel verbijzonderden tot Le Barbeau in Sippenaeken, omdat we verwachtten dat de kachel daar lekker zou branden. Op de weg daar naartoe Daalhemer, Loorberg en Bovenste Bos. Ik aanklampend. Dat ging op de Daalhemer met moeite, op de Loorberg net niet en bij het Bovenste bos moest ik Jos echt laten gaan. Misschien ook omdat een jongeman ons inhaalde in de klim en Jos daarmee aanspoorde wat sneller te gaan. Bij Le Barbeau brandde de kachel en smaakte de koffie en ook de vlaam (Belsje vlaam staat op de kaart) lekker. De ober had een Barbeau, als dat tenminste een sikje gewikkeld in elastiek is. Een eenstaartige Pippi Langkous. Het gesprek waaierde alle kanten op. Dat lukt zelfs met zijn tweeën.
De route terug begon nog obligaat met het Drielandenpunt, daarna experimenteerden we wat. We sneden dwars door Vaals heen om het eind van de weg langs de beek bij het Klinikum op te pikken en daar heerlijk naar beneden te vliegen. De klim naar Orsbach was pittig als vanouds. Vanuit Orsbach een alternatief pad richting Bocholtzerheide, om uiteindelijk toch op de vertrouwde plek uit te komen. En vandaar naar beneden richting Bocholtz, maar voor het spoor linksaf om uiteindelijk via een stuk onverhard en de onder de Beppi-brug door in Simpelveld uit te komen. Daar vandaan was het weer bekend traject. Toch nog net over de 100 km met zo’n 1500 hm en een net gemiddelde van 26.6.




Zondag 3 november

Had ik, De Dode, de kleertjes aangetrokken, daar de buienradar er niet te pessimistisch uitzag, een bericht op mijn GSM dat Henk niet zou gaan deed me ernstig twijfelen, de kans dat ik alleen aan de toren zou staan groot inschattend.

Kortom: niet op pad.

Nadat Miriam was wezen spinnen klaarde het op en besloot ik te gaan faecesfietsen. Gisteren was ik zo’n 50 km onderweg geweest in druilerige regen richting Ubachsberg over moddervette paden. Vandaag wat meer in de buurt gebleven en zuidwaarts.

Beginnend met de altijd weer bijzonder spannende klim vanuit Hegge omhoog naar het plateau, waar of je de laatste tien meter fietsend haalt afhangt van lef en de gladheid van het pad. Voetje aan de grond dus.
Het grote aantal bikers dat me tegemoet kwam viel op, naar later bleek was de Roger Wijnen Classic aan de gang. Als een ATB’er trouwens een tegenligger tegemoetkomt roept hij ‘bike!’ in plaats van ‘tegen!’ wat wij wegfietsers doen; althans: zo viel het mij op.

Mooi afgedaald door dicht bos naar het snelwegviaduct en toen weer terug met de wind stevig mee. Wel wat probleempjes in de Rohloff versnellingsbak; hij sloeg ligt over. Waarschijnlijk is hij aan zijn eerste (winter)olieverwisselbeurt toe.

Bij het afspuiten de tuin weer een centimeter opgehoogd.



Zondag 27 oktober – Wintertijd

Buienradar en de wind om het huis gaven een gemengd beeld, maar Henk had een berichtje gestuurd met 8h25 of 8h55? Dit terwijl Martin toch duidelijk een en ander op de welkomstpagina vermeld had.

Kortom: 8h25 dus aan het dierenasiel.

Daar reed ik Henk tegemoet terwijl het begon te regenen, waarop, toen ik mijn twijfel uitsprak hij de historische woorden zei: “Mijn kleren zijn nu toch al nat”.

Door dus, waar wij, in lijn met de verwachtingen, geen aan de toren troffen; de verwende babyboomers in bed of achter de geraniums. Maar ja, een zonnetje, windstilte en 25 °C creëert geen helden, dus dóór. Nog even de finesses van de betekenis van de Latijnse naam van de maretak en het begrip viscositeit toegelicht en waarom die van gassen met de temperatuur stijgt en van vloeistoffen met de temperatuur daalt. Weer eens wat anders dan Zwarte Piet.

Henk opperde Die Waldschänke, een goed idee. Na wat omzwervingen door Hulsberg, Klimmen en Ransdaal door het Ransdaler veld waar de wind, door de gevelde gewassen, vol vat op ons had en het bergop beuken was. De Fromberg wel eens sneller afgedaald en nu enigszins windbeschut door het Geuldal een traject naar Vaals de grote weg zo veel mogelijk vermijdend: door Partij, Wahlwiller en Nijswiller en bij Mamelis over de beek en prachtig bergop naar Orsbach en weer bergaf langs de Selzerbeek naar Vaals en Vaalserquartier.
In een keer goed gereden naar de Steppenbergweg en gekend over goed en slecht wegdek verder. Op het spoor stond een werktrein opgesteld die de takken uit de boomtoppen aan het zagen was, denkelijk hadden die de bovenleiding beschadigd.

Prachtig door het herfstbos, massa’s eikels verpletterend en zo naar de Schänke.

Het was rustig daar. Nu eens niet terug om de zuid, maar om de noord. Feilloos door Aachen en noordelijk van de Lousberg de stad verlaten.

Noordwaarts om in Pannesheide uit te komen en vandaar een eerder door Martin geëxploreerde verharde klim uit het dal van de Anstelbach gevonden en zo door Ham Kerkrade in.
Henk gaf tenminste de indruk de omgeving als zijn piemel te kennen en sloeg bij km 69.2 zelfverzekerd rechtsaf. De Garmin gaf zuid-oost aan, maar tegen Henks geografisch richtingsgevoel valt niet te protesteren, dus maar volgen.

Plots liep de aba van Martin binnen een seconde leeg: wat bleek: het velglint (linnen) was verteerd en ter plekke van een spaak had de biba zich in het spaakgat gewrongen met bekend gevolg. Een plakkertje op het gat en even de richting overleggen: toch maar een andere was het devies. Ik voorspelde dat we ongetwijfeld de Worm wel zouden zien, daar dat riviertje op Henk de aantrekkingskracht heeft van een blond wijf op een bouwvakker. Een soort wormgat dus. En inderdaad: al vrij snel passeerden we het welbekende riviertje, dat we noordwaarts volgden. Het pad lag bezaaid met blâren en takken en op een plaats lag een complete boomstam dwars over het pad, die wij, om andere fietsers ter wille te zijn met vereende krachten de Worm in geduwd hebben.

Voor Rimburg op twee treinen gewacht en vandaar mooi omhoog en met volle wind in het veld naar Landgraaf en zo wat saai maar efficiënt langs de Brunsummerhei en in Amstenrade nog even omhoog naar Merkelbeek en in Doenrade zeiden wij elkaar tevreden gedag. Met 99.3 km en bijna 1000 hm toch zeker geen verspilde zondag.

De fiets inmiddels, net als ik, gepoetst met warm water, vet op de ketting en bier op tafel.

Overigens: voor hen die twijfelden: we hebben onderweg nauwelijks regen gehad en de weg was meestentijds behoorlijk droog, zelfs Henks kleren waren weer droog.



Zondag 20 oktober

Een ’Y’ per SMS van De Dode aan Henk bleef onbeantwoord, waardoor alleen naar de toren. De weersvoorspelling had 20°C voorspeld, dus in korte broek en shirt op weg.

Aan de toren Hans en…niemand: een voorwaarde voor minstens twee dingen: Pam-Pam en snel. Aangaande Pam-Pam: diverse uitingen van deze naam ter plekke: de gevel, menukaarten, servetten geven verschillende versies van de spelling aan: met koppelstreepje, met een spatie en met een dikke punt er tussen. Geen van onze spellingen is dus fout, maar consequentie is een voorwaarde voor goed taalgebruik, dus beperk ik me tot ‘Pam-Pam’.

Hans was verwarrend op de mooiweerfiets maar met lange broek en armstukken.
Geroutineerd Waterval af om in Meerssen onverwacht het Geuldal te volgen en de Eigenweg naar de Dellen af te slaan. De Geulhemmer omhoog en door Terblijt naar Gasthuis en langs de groeve die al bijna uitgegraven lijkt te zijn. Hans linksaf naar Groot Welsden en daar voor het eerst sinds jaren links omhoog naar Klein Welsden en kruip-door-sluip-door op en af naar Margraten. Overgestoken naar Honthem, waar de vlag op het oorlogskerkhof na het beëindigen van de shutdown weer fier wapperde, en Eckelrade.

Afgedaald van St.-Geertruid en door naar Mariadorp en onbekende maar verharde weggetjes door de Beemden genomen om zo in Visé te geraken.

Terug wilden we langs het kanaal om de voortgang van de nieuwe sluisbouw bij Ternaaien op te nemen. Merkwaardigerwijs was de weg direct langs het water voor fietsers én voetgangers middels een hek afgesloten. Natuurlijk toch, en zo ook vele anderen, genomen en er was niets te zien als reden voor deze afsluiting.

De wind was inmiddels mee en het fietsen gemakkelijk. De werkzaamheden aan de nieuwe sluis in een woord: imposant. Er werd ook vandaag nog gewerkt, denkelijk door Tsjechen die door een Ierse contractor tegen ruime vergoeding van verblijfs- en reiskosten (aan de contractor wel te verstaan); ingehuurd waren. Een moderne vorm van slavenarbeid.

De Slavante op en de Pietsersberg af waar ter plekke van het fort de weg een gans andere lay-out gekregen had en wel door de constructie van een grote parkeerplaats; snel afdalen zat er niet meer in.

Door Maastricht geworsteld en vervolgens op Hans’ initiatief de Maaswerken geïnspecteerd. Vele afsluitingen en nieuwe wegen tegengekomen en door Geulle aan de Maas naar Elsloo, door Beek en omhoog naar Groot Genhout. Hobbelrade afgedaald en door Spaubeek naar Kasteel Terborg, waar onze wegen zich scheidden. Net geen honderd, net geen 29 gemiddeld.

Ger is wezen feacesfietsen:

Na een weekje culinair Italië, vandaag weer gewoon op de fiets. Ons eetcluppie laat zich goed vergelijken met ons zondagse fietsgroepje. Enige verschil is dat we dat met partners doen en de wijze van voortbewegen anders is.
Rit richting Appiano e.o. (net achter Bolzano) was weer gekend met de bekende Fern en Brenner. Iedere dag op tijd op om ofwel een wandeling door de wijnbergen te doen (van 9.00 tot 17.30), ofwel een Kellerei (bij alle drie genieten), of een stad(je). Historische, culinaire en vinologische uitleg perfect en ook het met tien man samen afstemmen liep weer goed.
Vakanties dus achter de rug. Gisteren stond voor mij de MTB vast, maar de temperatuur vanmorgen deed me nog even twijfelen. Banden weer op druk gezet en het brede tractorstuur weer gepakt en zo op weg met ca. 15-16 graden. Margraten-route is mijn gebruikelijke start en over Scheulder naar Margraten. Onderweg opvallend veel MTB’ers; naar later bleek een route vanuit Berg & Terblijt. Bij een wei nog even gewacht op overstekend vee en van de boer begreep ik dat het computerachtig ding om hun nek de voeding aangaf die ze aten. Verschillend per koe. Ook het de weg oversteken was net als bij fietsers; een paar stevig de kop nemend; een paar die altijd achteraan liepen, maar ook een slimkees die achteraan begon en steevast bij de eersten op de plek van bestemming (wei of stal) aankwam.
Vanuit Margraten richting de kalkovens onderaan ’t Rooth. De slag nog niet echt te pakken, want ik moest twee keer voetje aan de grond in de klim. De B&T-tour bleef ik onderweg tegenkomen of fietste ik samen mee op. In Bemelen omhoog naar B&T en dat liep wel goed. Vervolgens lekker door het veld op goed lopende wegen langzaam retour. In Scheulder terug besloten nog wat extra’s te doen richting Schoonbron en Stokhem.
Na ca. 50 km en 580 hm afgeklokt thuis. Bekende MTB-hartslagen met 141 gem. en 168 max. Prima, maar de culinaire kg’s moeten er wel nog af.
Vervolgens ondanks de temperatuur toch lekker weer een saunaatje gepakt. De herfst en winter zijn weer begonnen.



Zondag 6 oktober

Een week na de Buissonnière, wie zouden er zijn? Afmeldingen van Karel en Jos, Ger denkelijk fecesfietsen, Hans?
Uiteindelijk ‘alleen’ Henk en Martin aan de toren. Duidelijk was dat het geen Pam-Pam zou worden en Tongeren was ook kort geleden gescoord, dus weer eens wat anders,

Het licht mistige weer nodigde uit tot fietsen door polder en langs rivieren, dus besloten richting Thorn te gaan.

Zeer fraai de Slingerberg af en langs het kanaal noordwaarts tot het niet meer kon en we zo door de kern van Oud-Urmond naar Berg en het pontje kwamen. Langs de andere kant van de Maas verder en bij de grindhandel tegenover Grevenbicht bleken we de Maas niet meer te kunnen volgen dus weer met een pontje terug de Maas over. Via een klein nieuw weggetje terug op de Ruitersdijk en het gas ging vol open. Als een geroutineerd koppel de koppelrit uitoefenend.

Bij Maaseik voor de derde maal de Maas over en door Aldeneik en het recreatiepark; daar terug langs de Maas en zo kwamen wij snel in Thorn alwaar de koffie en vlaai, geserveerd door een serveerster die de tatoeages hoger op de borst had dan in Glurns, maar ja, de klim over de Maasbrug stelde ook minder voor dan de Ofenpaß. Hiermee weer aantonend dat alles relatief is (bent u er nog?).

De gedachte was in Maasbracht wat meer oostelijk te gaan om zo door het land van Angela weer terug te keren en min of meer met de zon – want die was inmiddels gaan schijnen! – als oriëntatiepunt de wegen gevolgd. Rustige landweggetjes tussen boerderijen door waar er een (toepasselijk Zandweg genaamd) plotsklap eindigde in een onverhard stuk en uiteindelijk zelfs uitkwam op een opgebroken weg waar een nieuwe riolering aangebracht werd. Denkelijk had Hans zo een vermoeden, wat zijn afwezigheid verklaarde…

We kwamen op bekend terrein, namelijk de kalkzandsteenfabriek en zo naar Koningsbosch om de eens internationale weg te nemen. Ook hier het tempo in eendrachtige samenwerking ‘fors’.

Afgeslagen naar Süsterseel en zo naar Jabeek en via Bingelrade door Viel waar de fnuikende klim naar Doenrade traditioneel op het grote blad en met pijn in de quadriceps genomen werd. Rustig uitrijdend nu en Henk in D’rade rechtsaf en Martin door naar Puth.

Bijna 100 km. Tevreden.

Ger:

De webmaster is zo aan mijn aanwezigheid gewend, dat hij zelfs een afmelding via het forum over het hoofd ziet. Een beter compliment voor mijn sociale vaardigheden is er niet!

Het weekend toch gefietst. Eerst zaterdag de afsluitende rit bij mij van BETS. Na ons Spa-weekend was de opkomst niet helemaal perfect meer, maar we waren toch met genoeg onderweg. Bekend rondje door de Voer waar de laatste resten van de nevel een mooi zicht op de diverse dalen gaf. Bij Henri-Chapelle waren ze bij de begraafplaats zelfs met afzetlint aan de gang geweest om het Amerikaanse financiële echec vol aan de bevolking te laten zien.

Bij Slavante nog eens omhoog voor de nieuwswaarde. Door de nattigheid en bladeren op de weg bij het staan met slippende achterwielen. Daarna het doorkruisen van Maastricht. Afgerond met de Dellen en de grotwoningen op de Geulhemmer. Een mooie rit, en droog binnen voor de borrel.

Zondag met vrienden naar Aken en omgeving, waarbij Reinouw me “gevraagd had” stipt om 12.00 gesteven en gestreken klaar te staan. Of ik inmiddels niet goed weet te timen. Omdat ik eens lekker had uitgeslapen pas om 9.15 onderweg en dus gekozen voor wat hellingen rondom Gulpen. Vals plat omhoog naar Vaalsbroek, afgedraaid naar Lemiers om in Orsbach weer omhoog te gaan. Ook nu weer fraaie panorama’s. Terug naar Bocholtz en afgedaald naar Simpelveld voor de Oude Huls.

Net niet tussen de fietsende studenten terecht gekomen en als slot via de Karstraat terug naar de provinciale weg om in Wijlre de Dode Man nog eens soldaat te maken. Nog even een klein lusje om boven de 50 km te komen. Met daarna een gezellige Akense wandeling een perfect weekend afgesloten.





Zondag 29 september – La Buissonnière

Een van de draaiassen van het mondiale fietsen: de Buissonnière, ofwel ‘la B’ zoals ook wel genoemd, was aan de beurt. Een dergelijk ijkpunt dat vandaag zelfs het WK wielrennen op dezelfde dag gehouden werd.

Aan de start Ger, Hans, Jos, Martin, Karel en Jan, een mooi zestal. De route bekend verondersteld: een zware eerste helft waar het merendeel der hoogtemeters zich in concentreert, gevolgd door een minder heuvelige maar daardoor snellere terugweg.

Het weer was bijzonder: rustige luchten met lichte bewolking waar zich af en toe toch wat neerslag uit ontlastte, maar te weinig om het regen te noemen. Later op de dag zou de zon de overhand krijgen en uitbundig schijnen.

Het voordeel van een bekend parcours is dat foutrijden uitgesloten is en doseren wel mogelijk en geroutineerd ging het.
Het wegdek was in zijn algemeenheid goed en verbeteringen aan het asfalt waarneembaar. Zelfs het Zwijnenschietpad voor Vieuxville was opgeknapt, zij het nog niet optimaal. Ondersteuning voor deze waarneming was het ontbreken van enige lekke band.

Een verrassing was de afdaling voor de beruchte Trou de Ferrières waar de weg over minstens een kilometer volledig opgebroken was, maar fietsen ging goed, zowel voor de ATB-kenners als ook voor de poepfietshater Le Docteur. Overigens hadden hij en Jos hier een ruime voorsprong genomen, maar aan de kapel herenigden wij ons allen.

Min of meer afdalend naar de pauze in Hamoir waar de pâtisserie wederom gesloten bleek en we verbannen werden naar ons vaste plekje op de hoek. Geen taart aldaar dus een mixed verteer aan croque messieurs, crême brulée en spaghetti bolo. Misschien was de crême brulée toch iets te weinig…

Door de prachtige vallei van de Neblon als een gedisciplineerd treintje naar Ocquier en langs de drooggevallen vijver van het kasteel waar we de terugweg aanvingen.

Ger begon te kúumen dat hij het moeilijk had en we alleen door konden, niet onbekend, evenals onze reactie. Later gaf hij toe te weinig gefietst te hebben na de Alpen, iets waar Jan juist zei de vruchten van te plukken.

Door golvend landschap met prachtig uitzicht naar de afdaling naar de Ourthe, die deze maal voor het eerst over een goed en glad wegdek gedaan kon worden om de laatste trek naar Tilff te doen. In Esneux nog een gevecht tussen Hans en Jan, waar de laatste net niet kon aanpikken en Martin die eerst Jan kon volgen, maar daar waar het afvlakte moest opgeven waarna Jos over hem heen ging.

Hans alleen de laatste vlakke kilometers en Martin de kop van de achtervolgers vormend.

In Tilff naar zeer goed gebruik deze maal met ons allen in de zon het TCE fietsseizoen formeel uitgeluid en het verjaardagsbier van Jan en Ger gedegusteerd.

Het was zeer goed.




Zondag 22 september

Vandaag aan de toren De Dode, Beppi en Le Docteur; Henk had zich afgemeld wegens terrasleggen. Een kutsmoes volgens een der aanwezigen..

Hans kwam met een idee: Limbourg: kijken of de opgebroken weg al klaar was.

De kennis over deze opgebroken weg toont overigens de ‘geheime’ doordeweekse ritten van Hans aan.

Onder de voorwaarde dat we niet als achterlijken zouden rijden gingen we akkoord. Redelijk de kortste weg gepakt: Hulsberg, Sibber, Scheulder, M’ten en de grote weg naar De Plank.

Hoewel zon beloofd was, was het nog mistig en kil; zo’n 12°C maar. Gelukkig lag het tempo hoog genoeg om het niet koud te krijgen. Langs het oorlogskerkhof naar Henri-Chapelle en daar, ongebruikelijk, de weg naar Andrimont. Lekker afdalen en bij Quatre-Chemins scherp links naar Bilstain, een klein klimmetje en afdalend naar de Weser om de fraaie, steile en rustige klim naar de bovenstad van Limbourg te nemen. Op het centrale pleintje over een wegdek slechter dan kasseien een cafeetje gevonden voor de koffie en kleine taartjes.

Genoeg te bepraten en deze keer slechts verzuchtingen en geen oplossingen voor alles wat er in Nederland gebeurt en niet gebeurt. Met een klein omweggetje, op verzoek van Hans, terug: afgedaald langs Goé en de fraaie klim naar Hegge, waar het even licht miezerde en zo naar Welkenraedt. Langs de Gulp ons af laten zakken en Nurop en Slenaken. Wegens de veronderstelde wandelaars stelde Hans niet achterlangs Pesaken en Neubourg te rijden en de grote weg te volgen. Door Gulpen en Wijlré en in het Geuldal nog een andere fietser opgepikt. Hans wilde Walem omhoog; alzo gedaan. Jos misten we, denkelijk al in SoG naar de Koulen omhoog. De zon was inmiddels gaan schijnen en met 107 km een lekkere rit.

Heren: volgende week La Buissonnière; invitees welkom.




Zondag 15 september – Gastrit

De Dode was samen met Pou-Pou en Kareltje Knetter door René Kivit uitgenodigd om mee te rijden in de Cofely Cycling Experience, een tochtje van 120 vanuit vliegveld Beek.
Ons aantal maakt daar dus een TCE-experience van, dus verslagwaardig.

Om 8h09 al vetrokken vanuit Beek, dus 7h30 vanaf Puth. Een route die zich als de bladeren van een madeliefbloempje door het Zuid Limburgse land trok. Eerst vooral de omgeving van Spaubeek verkennend om toch uiteindelijk naar het echte Heuvelland te gaan. Een stop in Margraten, fraai Loorberg en de Camerig ‘buitenom’. Hoewel koud was het droog, scheen de zon en vrijwel windstil. In het groepje twee met Tour for Life en Alpe d’Hu6-ervaring dus de band was er wel. Na 132 km terug in Gevrik waar op Beek een luchtshow aan de gang was met straaljagers en dubbeldekkers met een man staande op de vleugel, ouderwetse tijden herleefden. Bij een paar biertjes wat nagekeuveld en met 140 km op de teller thuis.

Geen verspilde dag. Ben benieuwd of de van de aardbodem verdwenen lijkende heren nog iets gedaan hebben…

Ger vult aan:

Vandaag weer na lange tijd op de race en om het maar meteen te zeggen “het viel niet tegen”. Na ons fantastische Alpenavontuur is het natuurlijk hoogtepunt zo’n beetje bereikt. Daarbij had ik allerlei beloftes aan mijn echtgenote en kinderen gedaan voor na de vakantie t.a.v. inrichten (nieuwe) huizen. Dus voor handyman gespeeld en dat is ook weer eens leuk.

Dus alleen een tochtje Banneux op mijn nieuwe achterwiel stond op mijn palmares. Wel met Reinouw in de stedendriehoek Apeldoorn/Deventer/Zutphen het nodige gepeddeld. Mooie steden die Hanzesteden trouwens.

Vandaag stond de Cofelytocht op het programma; daterend uit mijn Chemelotperiode en Karel en Martin staan als meefietsers van het eerste uur inmiddels ook op de lijst van de nieuwe organisatoren.

Vanmorgen ging de wekker om 6.00 nadat ik pas om 0.30 in mijn bed lag. Eetclub, maar heel rustig gedronken en dat betaalde zich meteen uit. We waren met zeven: zes mannen en een vrouw. Om het maar meteen te zeggen; daar heeft het gemiddelde niet onder geleden. Afgeklokt met 24,2 km op de airport. Nog opmerkelijker: we hebben permanent samen gereden en nauwelijks tot niet hoeven wachten. Ook weer eens lekker op kop gereden en de bergjes gingen goed.

Alles bij elkaar heb ik ca. 162 km afgeklokt met 1779 hm. Tevreden dus; zeker omdat ik van het vliegveld naar huis mijn gem. naar 24.5 bij binnenkomen Gulpen wist op te krikken. De huisberg nekte me echter.

Hans met een onverwacht verslag:

Was benieuwd naar het verslag van Henk. Daarom vandaag maar eens op de website gekeken. Daar werd het nodige gemeld, maar niet door Henk. Mij bekruipt nu het gevoel dat hij mij al fietsend door Meerssen vroeg een kort verslag te maken, terwijl ik begreep dat hij dat zou doen. Ik riep nog prima, want ik laat dat soort activiteiten graag over aan anderen. Omdat het ontbreken van ons verslag bij de webmaster nu ook al de vraag oproept of wij van de aardbodem verdwenen zijn, volgt hierna een kort verslag van onze rit vandaag. Wat ik daarvoor en daarna heb gedaan laat ik in het midden.

Jos stond al aan de watertoren. Niet veel later kwam Henk van onverwachte kant aan rijden. Besloten naar Pam-Pam te fietsen, maar niet via de gemakkelijke route. Via Groot Haasdal naar Valkenburg, de Daalhemerweg op, door naar Wolfshuis en bij Gasthuis linksaf langs ’t Rooth naar C&K. Via Honthem naar Eckelrade, St. Geertruid, Mheer, Noorbeek, binnendoor naar Ulvend. Vandaar omlaag naar St.-Martens-Voeren, door naar St.-Pieters-Voeren en omhoog naar het mooie landhuis dat ligt vlakbij de T-splitsing naar Hagelstein, Daar niet naartoe, maar naar St. Jean-Sart en verder omlaag naar de doorgaande weg. Via Val Dieu in een noodgang naar Dalhem en vandaar over de N604 naar Pam-Pam voor koffie en iets erbij. Jos vond het maar een vreemde aanrijroute. Terug over de Hallembaye, het fietspad naar het kanaal, de brug over en via Kanne terug naar Nederland. Dwars door Maastricht toch weer op de bekende route naar huis beland. In Meerssen ging Henk door naar Ulestraten en Jos en ik richting Valkenburg. Ik klokte iets meer dan 100 km met een gemiddelde van 28,4.



Zaterdag 31 augustus – ODS Classic

Op de avond ervoor waren Jan, Karel, Henk, Jos en Martin al aan het uitpijlen geweest, waarbij we diezelfde avond nog vernamen dat de route door Mortroux wegens een kermis ernstig afgeraden werd en we dus stante pede een omleiding moesten construeren.
Ook bleek een paar dagen van tevoren dat de Zandweg, bij de vroedvrouwenschool, nog geasfalteerd moest worden en daar stonden de afsluitingsborden vrijdagmiddag nog!

Maar alles is goed gekomen en zaterdag konden zo’n 1450 deelnemers op weg voor de korte, 95 km en lange route, 128 km, en alles daar tussenin.

Bij de start een dreigende lucht en een paar druppels, maar al snel werd het droog en konden de jackjes weer uit. Op de heenweg reden Henk, Jos Martin en Vicente meestentijds gezamenlijk en Karel er achter. Uiteraard steeds de lange lussen gekozen, waarbij Henk de eerste lus vanuit Elkenrade bijna miste, maar gelukkig tijdig op zijn schreden terugkeerde.

Vrakelberg en Dode Man volgden elkaar snel op en over het plateau snel naar Scheulder, Cadier en Keer, Bruisterbosch en St. Geertruid. Even een korte stop bij de ravi en door weer naar ’s Gravenvoeren en Berneau. Het ging hard, heel hard en Jos zat maar te hopen op een klim die zou komen…

Via Mons naar Dalhem en een onbekende klim naar Blegny. Tijdens de pauze, terwijl wij binnen zaten, de enige regenbui en terug op weg was die al weer voorbij.
We wisten dat de tweede helft duidelijk de zwaarste was en Mortier, Voie de Mort en Les Waides volgden elkaar snel op. Karel en Vicente, die als een terriër achter Jos aan kleefde, met ons mee.

Tijdens de klim naar Ulvend kreeg Henk een levoba; na het deskundig maar smerig verwisselen bleek bij het terugzetten op het asfalt de aba van Martin lek te zijn. Een 20 minuten oponthoud dus, maar de anderen wachtten op Ulvend.

Fraai naar de Planck voor de klim naar het Bovenste Bos, Camerig en door naar Mechelen en Partij.

De laatste twee klimmen naar Eys en de Huls een formaliteit en met 25.8 in Landgraaf terug.

Bij vertrek geen berichten van ernstige valpartijen; wat schaafwonden en een sleutelbeentje waren het zo.

Het was, wederom, mooi.

Op zondag heeft de Dode nog een beetje ge-ATB’d en drie fietsen gepoetst en gesmeerd.




Zondag 25 augustus

De Dode
vertelt:

Een ‘Y’ aan Henk werd snel beantwoord met ‘OK’ dus samen met hem aan de toren. Karel nog in Frankrijk, Ger aan het Ikeakinderkastenknutselen, godbetert het en van Jos en Hans spoor noch bericht.
Henk kwam met Tongeren als idee, iets waar ik ook al mee speelde, dus we waren het snel eens. Zo niet, dan zouden we ieder onafhankelijk gaan fietsen, zo hadden we afgesproken.

Snel naar Maastricht terwijl het vrijwel windstil was en de zon haar best deed door de sluierbewolking heen te prikken. In Kanne, uiteraard, de Via Jecore opgepikt, waar Henk al snel een levoba ervoer. Snel verwisseld en deze keer zonder een bordje te missen snel op pad weer om in de stad van Ambiorix uit te komen. Helaas ook deze keer geen vla, dus maar een matige wafel, en slappe koffie.
Deze keer wilden we niet via de route Lanaken/Maastricht huiswaarts dus eerst noordwaarts waar we dankzij de Garmin snel een aantrekkelijke fietsroute vonden. Deze min of meer volgend reden we in de buurt van Zutendaal tegen het Albertkanaal (dat daar verkeerd gespeld stond als ‘Albert Kanaal’). We bleken aan de verkeerde kant van een hoog hek uit te komen, dus de fietsen over het hek getild en zelf langs het hek, hangend over het water. Zoals vrijwel altijd is een gezamenlijke tocht van ons beiden exploratief van karakter.
Door weer over mooie fietspaden waar Henk nu een lekke achter kreeg. Nadere inspectie wees uit dat deze band werkelijk tot op het canvas versleten was; hiermee dus ook door de Alpen gereden! Een schande. Bij het verwisselen bijna omvergereden door een aantal paarden die daar met, volgens Henk, een endurance-race bezig waren. Over de Duivelsberg mooi naar beneden en gekend door over de snelwegbrug. Op de Putherberg begon het te regenen. 109 km met een gemiddelde van 28 km/h afgerond. Niet slecht vonden wij zo.

Ger:

Ik weet het; geen officiële TCE-rit en evenmin een officieuze. Toch een kort verslagje en een kaart.
De hoofdreden is dat ik als trouwe zondagbezoeker en ook deelnemer aan de evenementen een paar keer aan het verzaken ben en toch de band wil vasthouden. Zo ook dit weekend met achterstallig onderhoud naar de kids. Daarna nog even met de sleurhut weg. (Overigens gister en morgen normaal aan het werk en vandaag onderweg drie keer de telefoon) [red.: Nou, nou]
Daarnaast als reden, dat ik alternatief ben teruggekomen van Banneux door het mooie land van Herve en dat lag er schitterend bij in de zon. De boeren hadden de mais en ook andere gewassen er af gehaald en de kleine dorpjes die ik heb aangedaan waren prachtig. Echt verstild zo door de week.
Uiteraard lekkere koffie en vlaai in Banneux, maar geen kip te bekennen en alleen mis je de mooie verhalen.
Reden drie is dat mijn DUELL (moet toch echt met hoofdletters) weer als een speer reed met zijn nieuwe achterwiel. Service van Roger, maar ook dank aan Martin die al spontaan had aangeboden een nieuw wiel voor mij te spaken. Niet nodig gebleken, maar het aanbod stond er toch maar.
Reden vier is dat mijn hartslag weer klopte met andere perioden. In Italië/Zwitserland zat ik zo’n 15 slagen onder normaal; zowel gem. als max. Reden getraind zijn; overtraind zijn of wat anders? Nu vandaag waren de gebruikelijke waardes weer terug. Het zal dus wel aan de (over)traindheid hebben gelegen.
Voor de rest ook thuis de boel op de kop aan het zetten met afscheid nemen van spullen; het begon Reinouw en mij geweldig te ergeren; al “die troep”.
Ergo veel actie en nu de zon in (17.30)



Zondag 18 augustus

Ger
doet verslag van een Buiten-TCE-rit:

Een apart (zon)dagje; niet aan de toren en toch gefietst. Reden was het al aangekondigde “proeffietsen” voor ons BETS-weekend medio september.

Frank had de Route des Sources bedacht, waar dan wel naast een rit van ca. 100km. ook een tweetal afkortingslussen in moeten zitten voor de “A-groep” en de dames. Als die laatste zich dat tenminste laten aangaan.

Dag op meerdere manieren zeer geslaagd. Allereerst was ik er gister in geslaagd de route op mijn Garmin te laden en het is inderdaad een waar genoegen de pijl te kunnen volgen. In te stellen op meerdere afstanden en manieren. Aanschaf dus nu zeker de prijs waard geweest. Alleen had ik na de pauze in Spa wel de timer weer aan moeten zetten. De pijl voor de route werkte wel, maar geen opslag; jammer.

Verder weer een uiterst aangenaam gezelschap. Uiteraard Frank; gekend, maar ook zijn schoonzoon Harald kwam goed uit de verf. Speciaal vanmorgen om 6.00 uit den Haag vertrokken om sharp 8.30 in Soiron te zijn. Voor hem een goede Stelviotraining voor over twee weken. Daarnaast de buurman van Frank: Gerald die naast een bekwaam fietser ook een zeer aangename gesprekspartner was.

De route is perfect op het waardeloze asfalt na; zelden zo slecht meegemaakt en aan het eind een aantal km’s over zo’n Belgische racebaan. Die moeten er dus nog uit.

Het weer tenslotte: ”een paar druppen regen; jackje niet nodig gehad!” Pas bij het biertje/cola aan het eind begon het te regenen en in de auto zelfs te plenzen.

Overigens deze week ook nog met Reinouw twee keer en route geweest. Elk ca. 60/65 km en resp. 550/800 hm. Een nieuwe gezamenlijke hobby is geboren.

Benieuwd naar het torenverslag?


Van de Dode geen torenverslag: niet aan de toren geweest. Enerzijds omdat Miriam de avond ervoor teruggekomen was, anderzijds omdat het weer slecht was.

Het goede nieuws van Miriam: ze heeft in de Alpen gefietst met Fenneke: Madonna del Ghisallo (watjeskant), Maloja op en af, en Rondje-Pontje, dat zij Freudiaan misspelde met ‘Rondje-Pondje’

Het slechte nieuws: ze heeft de Splügen zuid wél gedaan.

Verder goed nieuws: hun gemiddelde lag orden van grootte lager dan het onze. Ook hebben zij zich laten inspireren door mij topofylie en de drievoudige waterscheiding bereikt; wist niet dat ik zo inspirerend was.

Ik ben ’s middags nog een beetje wezen ATB’en voor ’s gèt anjers dan de racefiets. Niets bijzonders, ware het niet dat ik op het steilste stuk in de pratsch een lekke aba kreeg, zodat er na het wisselen meer modder in de band dan op de band zat. Maar wel lekker raggen.
Van anderen heb ik geen verslag gekregen dus ik weet niet of er vertegenwoordigers van de Freewheelbroederschap aan de minaret van het hogeschoolfietsen zijn geweest.




Zondag 4 – Zaterdag 10 augustus: TCE – Alpi 2013

Ook dit jaar weer een TCE Alpen-event, met deelneming van Henk, Ger, Jos, Martin en, voor de eerste maal: Jan.

De basiskampen Zernez en Gordona bij Chiavenna door Henk en Martin vastgesteld.

Wegens festiviteiten van enigen daags ervoor konden we niet te vroeg vertrekken, maar het lukte toch om ca. 6.15 vanaf Vinkenslag-Zuid te vertrekken.
Om verschillende redenen over Frankrijk en een changement in Luxembourg en St. Maurice sur Moselle, waar Martin bij Ger inkroop en Jos andersom.

Rond Basel had het hevig geregend en Jos was al ongerust na radiomededelingen over overstroomde tunnels, wat feitelijk niet meer was dan een rechterrijbaan van de Schwarzwaldtunnel die een beetje water gehad had.

Bekend door over Zürich en als laatste over de Flüelapass alwaar veel verkeer, mooi landschap én veel fietsers in verschillende mate van uitwoning. Dit dus de pas van vandaag teneinde de Jos-na-de-lange-autorittocht te faciliteren.

In het nette hotel Spöl te Zernez (1474 m.ü.M.), waar bijzonder veel bikers en fietsers aanwezig waren, Roland Dietler, fietsmaatje van Jan en Martin van Groningen Maastricht getroffen, die die dag al naar de Maloja op en neer gefietst was.

Snel wat gegeten, de spullen gepakt en op de fiets: zes kilometer vlak naar Susch (1438) en dan omhoog voor de Flüela-Oost (2383).

De klim kenmerkt zich door steile (10-11%) stukken afgewisseld door vlakkere intermezzo’s. Jos ging er als eerste vandoor, gevolgd door Jan, Martin en Roland. Ger had op zijn Ger’s iets gezegd van dat hij niet tot de top zou doorrijden en Henk reed defensief achterop.

De klim bleek uiteindelijk mee te vallen: een kilometer korter dan op de kaart en een mooi vlak einde. Opeens was hij daar.
Na niet al te lang wachten was plots Ger daar die probeerde een mano-à-mano met Henk aan te gaan, maar die dacht: “laat Pou-Pou maar”.
De afdaling: Jan en Henk onnavolgbaar. De rest beheerst.

Het eten goed, volgens Jos te snel en een magnum Nero d’Avola soldaat gemaakt.
Allen vroeg in bed na een korte wandeling door Zernez (1100 inwoners)
38.4 km, 992 hm


Maandag:
Voor vandaag maar vast een van de koninginnenritten (kan dat meervoud?) op het programma. Het zeer ambitieuze schema van Henk iets afgezwakt, maar desondanks ambitieus genoeg en we hebben het gedaan.
Martin zat te drammen om op tijd te vertrekken, een vertrektijd die uiteindelijk als compromis op 8h30 gesteld werd en naar achteraf bleek terecht.
Een uitgebreid ontbijt waar de magen gevuld werden en nadat de velo-service alle fietsen buiten gesteld had inderdaad op tijd weg.
De eerste klim een voortop van de Ofenpaß, namelijk Ova Spin (1880). Een klim die gelijk steil begon in Zernez en langzaam een steeds mooier landschap zich deed ontplooien nadat we in het Zwitserse Nationalpark gekomen waren, dit onder een stralende ochtendzon.

Het even wachten op Ova Spin was geen straf. Toen zo’n 175 m afdalen naar Punt la Drossa (1712), wat we terug weer omhoog moesten, gelukkig geheel niet steil. Dan de klim naar de Ofenpaß (2149) die vriendelijk begon over eindeloze wegen door dennenbossen en aan het eind een paar steile stukken had; overigens opgereden met een paar Duitsers die ook de Umbrail zouden doen.

Op de top een drukte van belang met fietsers, wandelaars en minder volk. Een prachtige afdaling naar Santa Maria (1375), waarin een andere fietser een paar spaken uit zijn weinigspaakswiel brak – een waarschuwing.

In Tschiers ging Henk nog even in het gras liggen, refererend aan een eerdere gebeurtenis, ogenschijnlijk lang geleden.

In Sta. Maria de splitsing naar de gevreesde Umbrail (2501), die voor Jos als ijkpunt nog op het verlanglijstje stond. Zenuwachtig bidons bijgevuld, wat gegeten en gedremmeld, waarop Martin als eerste naar boven begon. Gelijk zeer steil het dorp uit om via zich elkaar zeer snel opvolgende haarspeldbochten evenzo snel hoogte te winnen. Magnifiek!

Na het minder steile stuk de gekende Schötterstrecke, tussen de twee stenen bruggen in, zo’n 1.5 km, wat goed te berijden was, ondanks het feit dat er toch tot 10% geklommen werd.

De weg na de brug leek in ogenschouw niet zo steil, maar was dat toch en beheerst rijden was het devies. Een vervelende tegenwind speelde ons parten op de langere halen, maar gelukkig mee op de kortere.

Boven op de Umbrail, de hoogste pas van Zwitserland, was het in de zon zeer prettig wachten tot we compleet waren. Ger besloot hier al niet door te gaan naar Prad, een verstandige beslissing wellicht….

Van de Umbrail nog zo’n 3 km en 250 hm tot het gekkenhuis van de Stelvio (2757) waar we echter prettig in het zonnetje gezeten de pasta en het nodige water, evenals het Erdinger Alkoholfrei waardeerden.

Obligaat op de foto, waar Ger ontbrak wegens een Expresssendung aus Darmstadt, en vervolgens de 48 haarspelden naar beneden, ons tussen het andere verkeer door laverend. Duidelijk moge zijn dat Henk en Jan natuurlijk onnavolgbaar waren.
Met pijn in de handen in Prad (915) op elkaar gewacht, waar de temperatuur tegen de 30°C liep.

Het fietspad snel gevonden, met wederom een stukje Schötterstrecke, en in een snel treintje (een aantal mensen niet voorop gezien) naar het mooie stadje Glurns (907) voor de laatste koffie.

Niet nadat Martin een betalingsconflict veroorzaakte door zijn zigeunerstruc los te laten op een frêle Dirndl die volgens Jos, want hij had het als enige gezien, tatoeages op haar borsten had.

Toen voor de laatste klim van de dag: de Ofenpass. Licht stijgend door de weilanden en door het mooie Müstair om in Santa Maria weer op de heenroute uit te komen. Hier werd het ook weer steil en met name de laatste bochten waren in de hitte karaktervormend. Ger had inmiddels aangegeven boven te zijn en was aangeraden geworden vast maar door te gaan.
Boven op de pas van het prachtige weer genoten en heerlijk afgedaald. De laatste klim naar de tussencol Ova Spin viel heel erg mee want niet steil met uitzondering van de laatste paar honderd meter.

Bij aankomst in het hotel bleek de waardin de slippers van Martin, in de vensterbank geparkeerd, weggegooid te hebben. Gelukkig konden ze uit de container gerepatrieerd worden en kreeg hij ze gewassen terug.

’s Avonds kwam nog een collega van Roland Dietler, die zeildiploma in Skt. Moritz gehaald had, meeëten.
134 km, 3725 hm

Voor de laatste dag in Zernez het rondje Albula (2312) – Flüela op het programma. Rustig vertrokken de Inn stroomopwaarts om in La Punt (1687) aan de prachtige klim van de Albula te beginnen. Heel smal, steil en fantastische uitzichten wederom.

In de afdaling begon het fout te gaan: eerst vergat Ger zijn bidon, gelukkig kwam hij er snel achter.
Iets na Bergün - Jan, Jos en Roland waren al door, kreeg Ger een klapband. Martin hoorde het en keerde terug omhoog en Henk was al omhoog gegaan naar Bergün om een bandje te scoren. Martin door naar Filisur waar geen winkel was en uiteindelijk kon Henk een tweedehands bandje scoren.

Elkaar gedrieën in de afdaling weer getroffen en door naar het diepste punt (972) bij Filisur om daar aan de klim naar Davos (1560) te beginnen. Een prachtige klim hoog op de helling parallel aan de rivier en de spoorweg met schitterende uitzichten. Ware het niet dat de temperatuur tot 40°C gestegen was. De weg langs de lange tunnel van Bärentritt niet genomen, daar de tunnel lekker koel was. Vijf kilometer voor Davos vond Martin nog aansluiting bij twee snelle lokalen, zodat hij lang moest wachten op Ger en Henk (de rest was na overleg door en Roland was naar Landquart voor de reis naar huis). Zij besloten echter met openbaar vervoer naar Zernez te gaan wegens een staat van uitgewoondheid, een niet vertrouwde abuba en pijn aan de kont van het vele zweten.

Martin dus alleen door, laat op de dag. Prachtig begonnen aan de Flüela-West waar onderweg twee deelnemers, een Let en een Fin die aan de non-stop fietswedstrijd London-Istanbul meededen. Ze hadden al 280 op de teller staan en moesten nog over Flüela en Ofenpass naar Prad die dag…
Onze pijntjes in een ander licht zettend.

Ook twee Nederlandse dames ingehaald en daar gezellig mee opgefietst, maar die toch op het laatste stuk, fris uit Davos gekomen, de voorsprong namen.

De afdaling een formaliteit en op tijd in Zernez
125 km, 2826 hm

Woensdag was de transferdag en wel gemakkelijk naar een Agritourismo (227) zo’n 4 km onder Chiavenna (333). Een transferdag natuurlijk ook een rustdag, dus een half rondje Comomeer (200) en de klim naar het Heilige der Fietsheiligen: Madonna del Ghisallo (757).
Heel gecontroleerd bij elkaar gebleven en in een prettig tempo over merendeels rustige wegen naar Cadenabbia voor de pont die we na een haastige lunch net haalden, naar het schilderachtige Bellagio.

De klim voor Jan en Martin bekend en allen zwoegend in de hitte omhoog. Na aankomst wat rondgekeken en bewonderd en naar Onno. In Valbrona had Jos door een onoplettende omkijkmanoeuvre contact met het asfalt, maar afgezien van een stuurlint en schaafwond verder geen schade, dus door.

Wederom de boot en heel ontspannen naar Varenna om nu de oostoever van het meer te volgen in wederom een mooi treintje. Boven Colico onder andere door wegwerkzaamheden wat onduidelijk en van een snelwegkarakter en na zo’n kilometer afsprinten kwamen we bij de start terug. Met net geen 100 kilometer aan ons doel voldaan
99.8 km, 1102 hm

De donderdag was er voor de Splügen (Z). Het weer was echter slecht dus een late start en eerst een pauze in Chiavenna voor de koffie op een gezellig pleintje onder een afdak. De regen kletterde echter naar beneden dus ook nog een lekker ijsje.

Het leek wat droger te worden, dus uiteindelijk op weg, waar echter Jan en Ger als eersten omkeerden en vervolgens Henk en uiteindelijk Jos en Martin die Pietra (1085) nog haalden, niet dan nadat een pikdonkere tunnel waar het licht was uitgevallen doorkruist te hebben.

De afdaling zeiknat en op tijd terug.

Op tijd voor het heerlijke eten, want de waard was een meester. In bezit van eigen vee, onder andere koeien op de Splügen, had hij een keur van zelf bereide vleesproducten en groenten. Puur en eerlijk en meer dan genoeg. Ook de hond Thommy mag niet onvermeld blijven: een bordercollie die het goed met ons kon vinden.
39.8 km, 888 hm

De vrijdag een nieuwe koninginnenrit: het rondje Maloja (1815) – Julier (2284) – Splügen (2115). Een rit eerder solo(!) door Martin gedaan, dus ‘haalbaar’.

Had de Maloja in de afdaling met de auto al ontzag ingeboezemd, de klim viel reuze mee. Een gemakkelijke aanloop door mooie dorpjes met prachtige namen als Vicosoprano, een steiler middenstuk en ten slotte een steile uitklim met vele haarspelden. Jos en Jan voorop, Martin en Henk gezamenlijk ertussen en Ger, die bovendien opgehouden werd door een tankwagen die vast in een bocht stond, als laatste.
Jan en Jos hadden het drooggehouden, de rest had een plensbui ondergaan.
Op de Maloja verkondigde Ger dat hij tot de Julier zou gaan en dan terug.

Vlak langs de mooie meren Silsersee en Silvaplanasee tot Silvaplana (1821) waar de klim begon met een zeer steile kilometer. Het weer werd slechter: tegenwind, nevel en regendruppels maakten het een arctische tocht, maar toch snel was de top daar.
Hier waren Henk en Jan eensgezind: dóór! Dus Martin als ervaringsdeskundige ook en Jos was relatief snel overgehaald, ook al vond hij de afstand belachelijk. Ger, zoals gezegd, terug.

Een afdaling van 55 km met toch stukjes stijging erin. Maar goed samen opgereden. Een prachtige saladebuffetluch in Savognin met een uiterst vriendelijke bediening en een drietal lange en luidruchtige tunnels die we echter goed doorstonden. Na Tiefencastel (850) een klimmetje naar 960 m en doordalen naar Sils in Domlesch en uiteindelijk Thusis (720), het laagste punt aan deze zijde.

Martin zocht nog even tevergeefs de oude weg Via Splüga, maar niet gevonden, dus de ‘gewone’ weg door de Rongellentunnels genomen. De 27 km naar Splügen waren gemiddeld niet zo steil en het was vrijwel windstil, maar kleine stijgingen en de nu continu neerdalende regen maakten het geen pretje. Gelukkig vergoedden het uitzicht in de Via Malaschlucht, de jonge Hinterrhein, steengroeven en stuwdammen veel, zodat uiteindelijk Splügen (1475) bereikt werd. Aan de koffie waar het wachten op Henk, die de rode lantaarn droeg, verrassend kort was.
Klaar nu voor de laatste trek, de 9 km tot de pas. Steil beginnend door mooie weiden, een vlakker middenstuk en eindigend over de elkaar prachtig opvolgende haarspelden naar de Zwitserse douane en zo de top. Jos en Jan al door en Martin samen met Henk.
De afdaling nat en berenkoud. Een ware hel en het duurde lang voordat we enige warmte van het dal voelden. Wel bij iedereen het gevoel dat deze weg zo mooi was, met het meer, de vele tunneltjes, galerijen en hairpins, dat we hem zeker een keer moesten beklimmen.

Ons niet veroorlovend op elkaar te wachten kwamen we na elkaar in ons verblijf aan waar Ger ons al verwelkomde.
176.4 km, 4178 hm

De zaterdag nog gepland de Splügen te doen maar er stond werkelijk een noordenwind van orkaankracht die ons de hele nacht wakker gehouden had en na wat overleg wat te doen besloten we eensgezind om in plaats van wat rond te hangen de terugreis aan te vangen.
De totalen van de webmaster: 613 km, 13.700 hm. Tevreden.

Een albumpje

Ger vult aan:

Dinsdag 13 augustus; inmiddels twee dagen terug van een mooie fietsreis met Martin, Jos, Henk en Jan. Daarbij de eerste dagen ook nog Roland. Vandaag nog altijd mooie herinneringen aan een voor mij nog onbekend gebied: Graubünden. Dit na gister weer een ouderwets dagje werken van 8.30 tot na 22.00.

Vanmorgen eerst de fiets gepoetst en de ritten op de Garmin gecompleteerd en dan realiseer je je pas dat we toch wel gekke dingen gedaan hebben (tenminste als ik de temp-diagrammen bekijk)

Het startte overigens ouderwets op zondagmorgen bij nu “het friteskot”. En omdat Martin de Bussang tot zijn lievelingshelling heeft verklaard, werd de reis via de een na kortste omweg opgepakt, nl. via Nancy/Metz. Toch nog op tijd in Zernez om de Flüela na een lange autorit met daarin een afdaling waar percentages van 10 opdoken, weer terug te rijden. Nu met de fiets. Een eerste goede ervaring van het mooie landschap en de ook fraaie klim. (later de week zouden we een percentage van 10 als gewoon gaan ervaren!)

Laat aan tafel in een prima hotel waar volgens mij alleen maar fietsers en wandelaars verbleven. De lekkere gangen gingen in racetempo erdoorheen en dit keer bleek, dat ik mijn gebruikelijk “als eerste bord leeg” gewoon verloor van Martin en Henk. Dat zou zo blijven. Die fietsers waren overigens racers en bikers die aan een tweedaagse wedstrijd in de regio deelnamen.

Dag twee al gelijk de koningsrit (en in Gordona nummer twee) over Ofen (2x) en Umbrail/Stelvio. Heerlijke klimmen in ook een heerlijk landschap. Bosdelen, open landschap, tornantes etc. Boven op de Umbrail trof ik de heren in het zonnetje liggend aan. Door over een 3 à 4 km met ca. 300 hm naar de Stelvio en daar in het zonnetje in een gezellige toeristische drukte pasta gegeten. Ik besloot gezien de temperatuur en het feit dat er ook nog ca. 900 hm op de terugweg verschalkt moesten worden niet mee te gaan naar Prad. Dat bleek na terugkomst van de anderen geen verkeerde beslissing te zijn, want het ach en wee overtrof de trots over de extra 35 km. Daarbij had ik Ofen en Ova Spin op de terugweg goed aangekund. De blakende zon met max. van 35 graden was een goede voorbode voor de dag erna.

Albula zal ik me lang herinneren. De naam uiteraard en ook de zeer mooie klim met stevige percentages in het begin. Op de top de gebruikelijke Erdinger “ohne” met zijn allen gedronken en toen begon voor mij de ellende. Eerst bidon vergeten en dus weer terug. Roland had gewaarschuwd voor een slecht wegdek en dus zat bij mij “het nummer sicher” in de hersens. Of het nu de temp was, of de velg (toch niet 100%, resp. warmgelopen), een verkeerde buitenband, of mijn kg’s, as usual zal het wel de combinatie zijn; in de afdaling kreeg ik de tweede klapband in mijn leven en dit jaar.

De moraal was gelijk weg, maar Henk was in meerdere opzichten mijn reddende engel. Onvervaard pakte hij de klim terug op, om in een dorpje dat we net gepasseerd waren een buba te gaan scoren. Martin kwam onderwijl mijn moraal opkrikken en met zijn drie hebben we de diverse strategieën ontwikkeld die mogelijk waren toen een buba in dat dorp niet gelijk te vinden was. Als een jaren 20 coureur kwam Henk met een buba van de eigenares van de fietsenwinkel terug. Dat we niet helemaal okselfris meer waren, bleek nadat we drie biba’s niet opgepompt kregen. De lokale wegwerker nam het van ons over en pompte de biba zo op. Na meer dan anderhalf uur in de stekende zon weer onderweg. Dat tafereel van bandwissel dreigde zich nog eens voor Davos te herhalen toen ik na de Bärentritt weer een lekke achter kreeg (waardoor onbekend!) en we de nieuwe biba ook niet meer goed gevuld kregen.

Henk en ik besloten dat we met de trein terug zouden gaan. Zoals Henk zei: “Boven de 40 graden fietsen - wat we meer dan een uur in een klim met >> 500 hm gedaan hadden - kan niet gezond zijn”. En inderdaad in ieder geval ik had absoluut te weinig gedronken. Ondertussen waren Jos, Jan en Roland op ons aanraden doorgefietst en was Roland nog op tijd thuis in Basel en zaten bij terugkomst Jos & Jan te genieten op het terras en legde Martin ons uit “dat hij met veel tevredenheid vreemd was gegaan”.

Dag vier was verplaatsen naar Gordona. Een rustige rit was ons in het vooruitzicht gesteld langs het Comomeer met bootovertochten en als intermezzo Madonna del Ghisallo. En inderdaad het was een ritje van maar 100 km en maar 1000 hm. Langs het meer die typisch Italiaanse sfeer en we hebben daar “en groupe” lekker gepeddeld. De klim was af en toe verwarrend voor Jos/Henk en mij, maar boven genoten van grote wielerhistorie in het kerkje.

Vervolgens ging het rap. Het weer sloeg om en na wat gedelibereer toch ca. 11.00 uur vertrokken naar het terras in Chiavenna om daar te bekijken of we nog de Splügen op zouden gaan. Dat laatste hebben we in de regen gedaan. Jan was de verstandigste en draaide eerst terug; ik ben toen mee gegaan en zeiknat kwamen we aan. De een na de ander volgde en dat was het. Met de vraag “wat op de laatste twee dagen?”

Koningsrit twee was aan de orde. Km’s boven de 160 en na de Julier geen keus meer als vooruitzicht. Voor mij al snel duidelijk dat ik Maloja en Julier met ca. 2200 hm en > 110 km. geen licht ritje vond en de Splügen terug met alle “op en af daarvoor” voor mij niet hoefde. Schitterend geklommen op Maloja en in de miezer op Julier. De anderen gingen door en ik terug. Uiteindelijk heb ik met een welgemeend applaus de vier verwelkomd rond 20.00. Nu wel trots, maar ook vermoeid uit de ogen kijkend. Ondertussen was ik tevreden dat ik dat niet had gedaan, want vanaf 16.00 begon het hard en vlagerig te waaien. De vier hadden ook nog regen gehad (ik heerlijk gedaald bij droge wegen). Voor mij was het geëindigd met lekker krantje lezen en mails afwerken. Ondertussen vanaf een uur of zes wel hopend dat ze veilig beneden zouden komen.

Afsluitend op zaterdag was het geen echt fietsweer met al die wind en rekening houdend met alles wat gedaan is. Dus naar huis.

Hele mooie week gehad; met Jos als auto- en kamermaatje een zeer gewaardeerde gesprekspartner over vele onderwerpen gehad. Henk, die altijd een schuin oog op me had of het goed ging en ook fietsend me hielp als het nodig was, Jan die rondom fietsen hetzelfde denkt als ik (zeker ook rond veilig of niet) en tot slot Martin als de meer dan fantastische en onvermoeibare organisator, motivator en regelneef. En Roland de eerste dagen “of ie er altijd bij was”. Jongens: mijn dank nogmaals.

Een evaluatiepuntje: als we in het vervolg zouden afspreken rond 17.00 terug te zijn, zou het fiets op orde wegzetten, douchen, borrelen en eten wat relaxter kunnen verlopen. [noot van de webmaster: dat betekent óf eerder vertrekken, óf sneller fietsen]

Uiteraard zondag nog wat gereden. Een “herstelrit” naar Sittard van tegen de 60 km en omdat de benen wel weer wilden een gemiddelde van 27,3 km. Nu nog BETS en de Cofelytocht in september en dan is het weer “back to normal”.

Henks visie:
Wat valt er nog te zeggen na zulke minutieuze verslaglegging door de twee medefietsers waar ik het meest bij in de buurt vertoefde. In ieder geval dat ik geen spijt heb van mijn beslissingen al dan niet te de volle rit te fietsen. De beide lange ritten waren uitdagend en zwaar, maar net te doen zonder vervolgschade. In Davos had ik het echt wel gehad met de hitte en het geïrriteerde zitvlak. Verder heb ik weer ontzettend genoten van het land- en gezelschap. Elke Alpenpas heeft zijn eigen charme zowel in de beklimming (steeds weer een ander verloop van het stijgingspercentage), als op de top (even uitblazen, genieten van het uitzicht en als het kan een Erdinger of een bord pasta), als in de afdaling met mooi lopende bochten en weidse landschappen. De groep functioneerde goed, samenrijdend waar het kon, niet te beroerd om bovenop lang te wachten en elkaar in het oog houdend op moeilijke momenten.

De afdaling van de Splügenpas zal me nog lang bijblijven. Wat heb ik het koud gehad. Ik had zo weinig controle over mijn vingers dat ik de fiets niet durfde te laten lopen, waardoor het allemaal nog langer ging duren. Drie keer gestopt om me warm te slaan en weer wat bloed in mijn handen te krijgen. Daarna weer voorzichtig verder. Ondanks de ontberingen toch een beetje genoten van de fantastische hairpins in galerijen in het middenstuk van de afdaling.

Voor herhaling vatbaar!

Jan tenslotte:

Tja mijne heren, wat kan ik nog toevoegen? De feiten over kilometers, hoogtemeters, extreme hitte (>40°C) tijdens de eerste grote rit met twee maal de Ofenpass en de Umbrail (wat een indrukwekkend krachtige naam), de kou en de regen tijdens de langste rit van 176 km met meer dan 4000 hoogtemeters en de mooiste serveerster van Zwitserland, zijn allemaal al beschreven. Het was mijn eerste keer met TCE naar de Alpen. Op de doortocht tijdens Kanne - Como na, met toen slechts twee Alpenpassen, was het sowieso mijn eerste Alpenervaring. De eerste keer schijnt altijd pijn te doen, en de tweede keer waarschijnlijk ook, maar dat was gelukkig niet het geval. Althans meestal niet. Een paar krassen op de ziel, en een zere kont waren niet te vermijden maar deze ongemakken waren zeer zeker het offer waard om zo tot genieten op die waanzinnige mooie Zwitserse en Italiaanse Alpenpassen te komen.

Er zijn natuurlijk wel nog een paar minpuntjes die beschreven dienen te worden om de waarheid geen geweld aan te doen. Want de waarheid geweld aan doen, dat kunnen die jongens van TCE wel. Enkele voorbeelden met onweerlegbare feiten ter illustratie:

Er was een verplaatsing gepland van Zernez naar Chiavenna. Twee uurtjes in de auto tot zover niks aan de hand door het mooie Zwitserland naar Italië. We zouden op deze dag een rustdag houden werd mij verteld. De rustdag bestond uit een rit van 99,8 km en 1102 hm! Ja een echte rustdag waarbij in de laatste kilometers snelheden van tegen de 40 km gehaald werden voor het optimale herstel. [Noot van de webmaster: het stuk was veel korter dan een kilometer!]

Martin noemt een rit die ’s morgens om 8.30 h begint en eindigt om 20.30 h (nog net op tijd binnen voor het donker en op tijd om een paar heerlijke bordjes Italiaans scharreleten te mogen verorberen in ons overigens fantastisch hotel. Een “RONDJE”bmet een lengte van 176,4 km en 4178 hm. Nou het was me het rondje wel! Ik moest tijdens dit rondje smeken om een lunchpauze en toen ik net aan de tweede helft van mijn “bordje” wilde beginnen had Martin zijn beurs al in de hand om af te rekenen. Er waren enkele krachttermen voor nodig opdat ik de tijd kreeg om mijn bordje leeg te eten en een kop koffie, na een overigens heerlijke lunch, kon ik met heel veel moeite los onderhandelen.

Het dieptepunt van deze “fietsvakantie” was dat op de regendag, die heel eenvoudig tot een hoognodige rustdag had kunnen leiden, er weer per se gefietst moest worden. Na lang dralen en uren naar de 50 tintengrijskleurende lucht gekeken te hebben, vertrokken we tegen beter weten in op de racefiets over een MTB-track voor wat vertier naar Chiavenna. Althans dat dacht of hoopte ik. Toen we na enkele kilometers het bevallige oude centrum van Chiavenna bereikt hadden begon het gelukkig weer zacht te regenen. Genoeg aanleiding om een strategische plek in te nemen op een gezellig Italiaans terras. En zo geschiedde het. Gelukkig ging het steeds harder regenen waardoor we wel pizza moesten bestellen en we zelfs koffie mochten drinken terwijl we intussen de bordjes op schoot namen om punten te geven aan (vrouwelijke) passanten en bevallige serveersters. Dit wordt een geweldige dag, dacht ik. Niets was minder waar. Er volgde na de heerlijke pizza en dito koffie nog een schijnbeweging langs een ijssalon maar daarna was het vijf minuten droog en waren de heren niet meer te houden. De Splügenpass moest beklommen worden. Voor de vorm ging ik nog 10 km mee, maar kwam toen gelukkig bijtijds bij zinnen. Wie haalt het in zijn hoofd om bij volle verstand (nou ja?) een pas van 30 km lang te beklimmen in de wetenschap dat die pas ook weer in de regen en kou afgedaald moet worden terwijl het stortregent? Tja het antwoord is heel eenvoudig: die jongens van de TCE-club. En uitgerekend met die jongens moest ik op “fietsvakantie”! Wat er precies gebeurde nadat ik om was gekeerd en zeiknat in het hotel terugkeerde, weet ik niet. De heldenverhalen van deze mannen, hun motieven en overwegingen zijn meestal moeilijk te begrijpen, soms een beetje ongeloofwaardig, op zijn minst overdreven en meestal waarschijnlijk gewoon verzonnen, omwille van het smeuïge verhaal tijdens de derde helft.

Genoeg geklaagd, jullie zullen uit het bovenstaande relaas begrijpen dat ik immens heb genoten van jullie gezelschap, van al die prachtige tochten over de waanzinnig mooie Alpenpassen en dakkapellen. Het was een bijzondere ervaring die ik voor geen goud zou willen missen. Hotels waren geselcteerd en gereserveerd, routes uitgezet, administratie, timemanagement: alles inclusief, ik werd zelfs thuis opgehaald en thuisgebracht. Wat een luxe. Maar de volgende keer als ik naar de Alpen ben wil ik zo’n “rondje” wel eens op mijn motor maken.

Heren bedankt,

Scettino Limoncello



Donderdag 1 augustus – Calibratierit

Zoals u bekend pogen Henk en Martin wekelijks naar het werk te fietsen en de terugweg afhankelijk van tijd, weer en goesting met een omweg af te ronden.
Deze maal hadden we iets als een calibratierit voor de Alpen afgesproken, en wat is een betere voorbereiding voor de bergen dan de Baraque Michel, de hoogste berg in de buurt?

Dus iets na drieën bij een temperatuur van 32°C vertrokken. Henk wilde iets als heen om de oost en terug om de west. Om de afstand niet al te gek te maken heen min of meer traditioneel: Welkenraedt, Baelen, Membach en de klim door het bos. Deze maal werkelijk fantastisch: in de schaduw en alles groen en daar ontbrak de wind even.
Vrijwel gelijktijdig aan de Baraque nadat wij overigens nog een ontredderde fietser in de berm waren tegengekomen, maar de ambulance was al onderweg en hij had al gezelschap van een buschauffeur, dus doorgereden.
Ieder een halve liter cola, maar de snackbar had geen drinkwater, dus dat zouden we, met onze lege bidons wel in Jalhay halen. Toen ging het fout: in de klim voor Jalhay zat Henk tien meter achter Martin, maar door wat voordringende auto’s had Henk niet in de gaten dat M. rechtsaf was geslagen naar de Gileppe en omkijkend zag ik ook niets. Tevergeefs gebeld, een paar keer heen en weer gereden, niets gezien, ge-SMS’t, geen antwoord…

Dus maar afgedaald langs de Gileppe en onderin Goé berichtte Henk dat hij in Verviers stond en “niet verder kon”. Even gebeld en gezegd de Weser op te zoeken zodat ik na zo’n 15 vlakke kilometers hem trof, ondertussen van water voorzien. Hij vertelde Marijke gebeld te hebben om hem op te halen omdat hij pijn in zijn kont had, van het zweten en het met het oog op de Alpen niet wilde laten verslechteren. Ikzelf denk dat de spuiten door de Siciliaanse Dottore Maboge de overlast veroorzaakten, maar daar liet ‘ie niets over los.
Marijke antwoordde echter niet, dus door over een fraaie klim naar Andimont en zo naar Henri-Chapelle. Daar kreeg hij contact met Marijke en op de vraag wat een beste rendez-vous was antwoordde ik ‘Neerbeek’ wat Henk in Gulpen veranderde. Daar troffen we op de seconde Marijke. Op de vraag van Henk of ik mee wilde antwoordde ik dat ik mij graag het genoegen wilde laten smaken niet met haar mee te rijden dus op de fiets verder.

In Schin op Geul even gestopt en daat twee AVB’s binnen twee minuten verorberd en de bidons gevuld en zo weer terug naar huis waar ik nu drie Erdinger Weiss AF op heb en me weer mens begin te voelen. Een mooie rit. Nu nog fiets poetsen voor de Alpen en…




Zondag 28 juli

Benieuwd wie er in deze vakantieperiode aan de toren zouden staan. Henk zou niet komen, die was solo naar Oldenzaal, Ger nog op vakantie. Karel SMS’ts, naar later bleek op zijn verjaardag, naar Martin en Jan had ook aangekondigd te komen. Verder aan de toren Jos.

Zomaar wat rijden en via Hulsberg naar Heek en de eerste klim de Sibber op. Martin met machtsvertoon zijn Alpenvorm tonend door op het grote blad af te ronden. Doe echter geen enkele voorspellingen.

Via IJzeren naar Margraten en Eckelrade en binnendoor naar St. Geertruid, Libeek en de Mescherhei. Over het fietspad naar ‘s-Graven- en St.-Martensvoeren en over twijfelachtige fietspaden naar de Commanderie van Pietersvoeren voor de volgende klim: Rullen. Via St. Jean Sart mooi afgedaald en gelijk rechtdoor (Gorhez) naar Aubel.
Het doorwaden van het rommelmarktbezoek was natuurlijk desastreus voor het gemiddelde, maar gelukkig konden we in de gekende pâtisserie een plekje vinden en van de verjaardagsvlaai van Karel genieten.

Na lang gezeten te hebben door naar de tweede echte helling: Berg Clouse; ook hier viel de grote hoeveelheid stenen op de weg, door de overvloedige regenval de afgelopen dagen, op. Naar Hombourg en fraai naar Sippenaeken waar Jan ieder verraste door bij de kerk rechtsaf te slaan en zo over de camping naar de klim van Cottessen te geraken; toch wel fraai. Langs de Smidse naar Mechelen en als toetje de Bois de Fer. Bij Mingersborg ging Jan rechtdoor naar zijn ouders en in Colmont Jos naar de Karstraat en de rest via Kunrade en Ten Esschen naar huis. Lekker doorgereden.




TCE Vakantieperikelen

Aangezien de webmaster deze maal op vakantie geen laptop heeft meegenomen en daarmee de website geüpdate heeft volgen de verslagen elkaar deels overlappend op.

Laten we eerst beginnen met de thuisblijver Henk:

Zondag 7 juli 2013, TCE solo:

Dit keer had ik gehoopt op gezelschap, maar net als twee weken geleden moest ik het alleen doen. Bijna 100 km gefietst met prachtig zomerweer. Het voordeel van alleen rijden is dat je de illusie dat je lekker gaat niet ontnomen wordt door vrienden die je hard voorbijfietsen of laten staan. Lekker gemiddelde van 28 per uur en toch nog meer dan 500 hm. Omdat ik niet gepauzeerd had kwam ik wel water tekort aan het eind, maar gelukkig wilde een aardige Duitse die haar tuin aan het voeden was de slang wel even in mijn bidon steken.

Dan Ger:

Het zondagse fietsbericht is van een totaal andere orde dan anders. Allereerst niet startend vanaf de ons zo vertrouwde toren, maar vanaf een zeer zonnige camping in de Dolomieten.

Verder was de enige torencompaan deze week Martin; dus jullie begrijpen het al: een “geheime hoogtestage” voor begin augustus. Donderdag j.l. hebben Martin en ik samen een heuse col beklommen. Ca. 25 km lang en eindigend op ca. 1750 meter. Startend op ca. 200 meter.
Nu had ik van te voren slecht gekeken en Martin zelfs niet! Dus op zijn vraag naar wat antecedenten, riep ik iets van eindigen op 1215 meter. Het verschil moge duidelijk zijn. Ik ben die dag overigens kapot gegaan. Achteraf te weinig gedronken en gegeten, want zelfs op de thuisberg moest ik op de granny en verdween Martin uit zicht. Verder een uiterst gezellige dag gehad en Miriam en Reinouw hebben samen de wandelschoenen aangetrokken. ’s Avonds met zijn vieren diner op het terras; dus de verbondenheid is weer wat verder gegroeid.

Martin stuurt nog een foto en naar ik aanneem ook de route om het mysterie op te lossen.

Vandaag met Reinouw weer de Seiser Alm beklommen. Gisteren met de lift en de wandelschoenen. Fantastisch mooi daarboven; kan ik ieder aanraden. Vandaag zou en moest het per fiets. Gestart op ca 300 meter en gefinisht op 1850. Reinouw als een kind zo blij, dat dat weer lukt en met haar Koga Sports Lady fietst ze weer als een speer. We hebben er weer een gezamenlijke hobby bij!
Ik kon gelukkig op de huisberg dit keer naar het middenblad. Ergo deze week mooi geweest in Italie. Morgen door naar Oostenrijk met Graz en Salzburg (althans op fietsafstand)

Een week later:

Weer geen start aan de toren vandaag, zoals ik Karel al heb laten weten. Helaas, maar er staat wel wat tegenover. Het verblijf in Grosslobming, ca. 70 km westelijk van Graz, bevalt ons deze week goed. Iedere dag > 30 graden; dan is een plaatsje aan een natuurmeer waar je heerlijk kunt zwemmen wel lekker.
Ook qua fietsen kom ik genoeg aan mijn trekken; samen met Reinouw en d´r Koga. Heuvels zonder naam, maar fantastisch gelegen in de Seckauer Alpen. Mooie rivierdalen, afgewisseld met stevige klimmen. Een local maakte me attent op de Meranweg. Dat bleek 4 km met 400 hm! Zo heb ik deze week mijn Garmin wel langer op percentages boven 10 gezien. Blij, dat ik itt. de Vosges een 27 achter had. Klimt wel anders.
Vandaag naar het klooster bij Seckau gegaan, omdat een klim naar 1655 na 1250 onverhard bleek. Ook hier weer een local die een mooi alternatief aanbood. De `Hofwirt` bleek overigens eigendom van Red Bull te zijn, die ook het racecircuit in eigendom heeft. Vandaag en gister gratis races. Interesseert me echter niet echt.
Cultuur ook prima verzorgd, dus geen klagen. Morgen naar Bruck om daar nog een week te staan met o.a. wandelen op de Kitzsteinhorn, waar je overigens ook nog en nu kunt zomerskiën.

Groet en tot binnenkort.

Dan De Dode zelf:

Zoals te doen gebruikelijk ook dit jaar weer naar de bergen op vakantie. Deze maal een bijzondere aanreis, namelijk via Le Rouge Gazon. Enerzijds omdat daar de lader van mijn Garmin nog lag, anderzijds omdat we op deze wijze het nuttige met het aangename konden verenigen.
Een hartelijk welkom, feitelijk hartelijker dan wanneer de rest erbij is, of zou het Miriams aanwezigheid zijn?, door de familie Luttenbacher.

Miriam was het eens met de speciale sfeer van deze plek.

Natuurlijk een stukje fietsen en wel over de oude weg omlaag om over Le Voie Verte naar Bussang te gaan en op naar de bron van de Moezel en even wel het steile stukje tot de eerste col: de Bussang. Afgedaald en nu, na zoveel jaar, een nieuwe weg ontdekt tussen Bussang en St. Maurice en wel zuidelijk van hoofdweg en Voie Vert. Licht golvend met mooie uitzichten.

De nieuwe weg omhoog, die goed te doen was. Geen tijdrit natuurlijk, maar het zij vermeld dat ik goed reed en Miriam sneller dan de langzaamste tijden gescoord.

Met de auto de volgende dag naar Goldrain in het Vinschgau, uiteraard zonder kaart en navigator.

Voor de TCE Alpi'13 vast de Flüelapass (héél mooi) en del Fuorno, ook mooi, verkend. Dat wordt wat!

Natuurlijk(?) na aankomst een stukje wezen fietsen en wel het Martelltal (sec!) dat 22 km lang direct bij ons huisje vertrekt. 30°C en de eerst vier kilometers â 10%. Drie zwalkende dames, die het niet gehaald hebben, ingehaald en me afvragend waar ze die laatste 500 hm ingepropt hadden. 10 haarspeldbochten in 1.5 km en waarschuwingsborden voor 13 en 14% vertelden me het.

Een aardige verkenning.

Ik had Miriam gewaarschuwd, maar ze wilde toch deze klim doen. Dus nu gezamenlijk op pad. Met parcourskennis viel het wel mee: de steile stukken inhoudend en deze keer ook de hartslagmeter in het oog houden.
Boven aangekomen bij een parkeerplaats een kleine Imbiss alwaar een cola-light (natuurlijk). De eigenaar zei dat hij me gisteren ook gezien had, daar ik hetzelfde herkenbare shirt droeg. Vond het wat vreemd dat ik na een keer weer deed. Legde hem uit dat ik deze keer met mijn echtgenote was. Die kwam een aardige tijd na mij boven, na twee keer even uitgeblazen te hebben in de steile hairpins. Volgens haar zwaarder dan de Stelvio, wat bevestigd werd door de eerder genoemde eigenaar, daar de steilte hier max. 17% bedraagt.
Een snelle afdaling en dat was het fietsen voor die dag.

Een van de aardige dingen van het Vinschgau is dat er de Vinschgauer Radweg doorheen loopt. Een volledig geasfalteerd pad dat nergens samenvalt met de grote weg. En bovendien verrassend vlak loopt. Tot iets boven Merano heb je nauwelijks iets van de daling in de gaten. In het plaatsje Töll, vroeger een tolplaats inderdaad, dondert de Etsch zich met heel veel geweld omlaag, iets wat we in onze tocht naar Prad met de auto al gezien hadden, maar ik deze keer van nabij kon zien, wat erg imposant, en nat, was. Een fietspad met tien hairpins erin bracht ons naar Merano.

Daar wilde Miriam een fietsshirt kopen en toen bleek dat we beiden onze portemonnaie vergeten waren. Het resultaat zal u bekend voorkomen: samen teruggereden, waarna ik, na 65 km, dezelfde tocht nogmaals een keer mocht doen. Alleen nu sneller natuurlijk. Na 130 in de hitte redelijk uitgepierd teruggekomen, maar voor de gastvrouw van het appartement voldoende reden mij in bewondering een gratis groot bier aan te bieden, wat diep viel.

Zo'n 20 kilometer verwijderd van Goldrain is de Stelvio/Stilfersjoch natuurlijk een must, gewoon omdat ie er is. Natuurlijk over de Vinschgauer Radweg naar Prad. Het pad volgt continu de Etsch en bij de puinkegel waarop Laas gebouwd is ging het pad dan ook fors omhoog. Ook was het pad daar een deel Schõtterstrecke, maar goed te doen.

Laas mag niet onvermeld blijven, want het is beroemd wegens zijn marmergroeven. Het Laaser marmer staat bekend om zijn witheid en weersbestendigheid; het is vorst- en pekelwatervast. De groeven zelf bevinden zich zo'n 400 meter boven het dal en met een ingenieus transportsysteem bestaande uit een treinspoor en een funiculaire, beide in de dertiger jaren gebouwd en nog steeds intact, worden de blokken naar dal vervoerd.

Aan het zwarte boekje met talloze onnutte feiten kan de lezer overigens toevoegen dat de Amerikanen na de Tweede Wereldoorlog dit marmer gebruikt hebben voor alle kruizen der oorlogskerkhoven in Europa en zij zeer kritisch waren aangaande de smetteloze witheid. Wie en of het marmer betaald is dient nog nagegaan te worden.

In Prad nog even de koffie en samen op pad. Miriam is intussen fietsroutinier genoeg om een dergelijke klim zonder mijn begeleiding te doen, dus ieder in ons eigen tempo. Al snel werd ik gevolgd door een excentrieke, naar later bleek, Berner, die op een singlespeed en gewone shorts aan met me opreed, en dat volhield. Op mijn vraag of hij de Stelvio al eerder gedaan had antwoordde hij dat hij hem voor de zevende keer deed, tijdens zijn huidige verblijf hier wel te verstaan... Daar steekt mijn vier keer, inclusief Umbrail, dat dan weer wel, schraal bij af.

Maar zwaar blijft hij, vooral het stuk door het bos tot de Weisser Knot. Met de col in zicht gaat het verder wel en besloten tot de Tibethütte, een extra 80 hoogtemeter door te rijden. Daar het inmiddels was gaan hagelen besloten niet door te rijden naar Bormio voor een dubbelslag, maar genoeglijk op Miriam te wachten en na lang wachten zag ik haar aankomen en besloot af te dalen om samen met haar de laatste kilometer te rijden.

Afgedaald over Umbrail en door het Val Müstair naar Glurns en de Radweg weer terug, daarmee toch over de 100 km te komen.

In de wetenschap dat Pou Pou zich in relatieve nabijheid bevond, namelijk in Völs, iets ten NO van Bozen, hadden wij een principeafspraak gemaakt voor een gezamenlijke trainingsrit. Daartoe hadden we na enig sms-verkeer besloten tot het rondje Karer- en Nigerpass. Elkaar feilloos getroffen in het gehucht Blumau. Afgedaald door een oude (spoor?)tunnel naar de voet van de klim die nu met een lange, luidruchtige en stoffige tunnel begint. De oude weg is helaas opgeheven. Gelijk wakker dus. Ger had iets gezegd dat de pas op 1200 meter lag, of iets van 1200 meter hoogteverschil. Toen mijn Garmin 1200 aangaf geen pas te zien en ook bij 1200 m stijging niets wat daar op leek. Gelukkig werd het uitzicht steeds mooier op de karakteristieke Dolomitenbergen als Latemar en Rosengarten, maar na diverse schijntoppen werd de pas bereikt op 1745 meter en 26 km klimmen. Een heuse klim dus.
De Nigerpass was daarna een formaliteit: na wat gegolf overschreden we hem zelfs in een afdaling. Maar we waren er nog lang niet; prachtige uitzichten vergezelden klimmetjes die deels op macht genomen werden, deels niet.

Als verrassing bleek dat we na een behoorlijk stuk dalen, tot bijna in het Eisacktal, pas de weg naar Võls troffen en lang, warm en steil naar het dorp moesten. Zo kwamen we redelijk uitgepierd aan en het bier smaakte verdiend.

Welke dokters, pseudoartsen, transfusiediensten en (dieren)apotheken we in ons verblijf in Italië bezocht hebben blijft natuurlijk onder ons...

Als laatste fietsevent tijdens ons verblijf in Vinschgau het Schnalstal beklommen. Eerst stroomafwaarts naar Naturns. Daar staat overigens op een berg Schloss Naturns, de zomerresidentie van Reinhold Messner, de eerstbeklimmer van de Everest zonder zuurstof en solo tevens. Een persoon die zich inzet voor de bergwereld en cultuur. Onthutst was ik te zien dat een kruidenkwekerij nabij onze residentie cosmetica en geurtjes verkoopt met de kop en het goedkeurzegel van Messner er op. Toen ook nog zijn wildebebaarde kop bleek te staan op de door ons gekochte Südtiroler Speck was de maat wel even vol.

Goed: verder fietsen dus. Helaas weer startend met een niet te omrijden tunnel, steil en rumoerig, maar daarna een zeer fraai dal met een kabbelende beek, fraaie weiden en natuurlijk - appels. Wel een kilometer tegen 12% in het midden. Een prachtig groen stuwmeer gepasseerd en een paar km tot slot om in een troosteloos skioord, Maso Corto uit te komen.

Onze tweede vakantieweek vond plaats nabij Luino aan de oostzijde van het Lago Maggiore. Wat we niet wisten was dat ons appartement zich bijna 300 hoogtemeters boven het meer bevond via typische dorpsstraatjes te berijden die de 17% makkelijk haalden. Helaas dus ook niet op loopafstand van het meer. En: nee, niet ik had het uitgezocht.

Wetende dat rond het lago we het hooggebergte verlaten hadden was het accent wat minder op fietsen, maar toch.

Zondagochtend even verkennend naar Ponte Tresa, waar het Lago di Lugano afwatert in de Tresa die naar het Lago Maggiore stroomt. Een prachtige weg en twee maal routineus de Zwitserse grens gepasseerd. 24 km uit en thuis en de ' huisklim' op het middenblad.

Een klim die mooi genoemd werd was door het Val Versasca naar de Passo Neggia. 25 km door een prachtig verlaten dal richting de Zwitserse grens waar het bijna verlaten dorpje Indemini ligt, dat tevens in verband staat met Campione d'Italia, u leze later. De laatste kilometers steil en op de pas een schitterend uitzicht op Locarno en de van James Bond bekende stuwdam.

In de afdaling aan de andere zijde merkte ik op dat deze als klim toch wel interessant was. Dus toen ik de volgende dag, toen de rest van het gezelschap een strandje wilde zien, dacht: "Wat nu?" Dus de andere kant. Merkwaardig blijft toch dat deze pasjes een obscuur bestaan lijden, maar niet onderdoen voor fameuze passen van formaat. U zie het profiel. Compleet uitgepierd kwam ik boven, maar tevreden afgedaald. De slotklim naar het appartement wat moeizamer.

U kent mijn voorliefde voor het verkennen van geografische landmarks en om die reden wilde ik wel eens naar Campione d'Italia, een Italiaanse enclave in Zwitserland. En wel samen lekker kuierend via de zuidoever van het Meer van Lugano. Een prachtig tochtje, maar Campione viel me een beetje tegen: de grens niet gezien in eerste instantie en alles eigenlijk Zwitsers. Ook geen douane of iets dergelijks. Maar ja, je moet er toch een keer geweest zijn? Het verband tussen Campione d'Italia en Indemine is overigens dat de Zwitsers eens voorgesteld hadden om Indemini uit te ruilen tegen Campione, maar de Campionissi wilden niet.
Via NW-oever terug naar Ponte Tresa en na zes maal de douane genegeerd te hebben en 80 km terug. Overigens een fantastische observatie te zien hoe Italiaanse douanebeambten er een kunst van maken je schijnbaar volledig te negeren, maar o-wee als je als automobilist niet afremt en vragend kijkt....

Na afloop van ons weekje Lago Maggiore een paar dagen naar Miriams zus aan het Lac Leman. Daar aangekomen om de stijve spieren te verwennen gelijk bij 30 °C de Col de Jaman. Het profiel zegt niet alles, maar toen ik 25% op de Garmin zag stierf ik. Wel stopte een auto op het laatste deel van de klim, opende het raam en werd er geapplaudisseerd! Een goed gevoel.

Na een dagje lopen met de lokale afdeling van de Club Alpin Suisse op de laatste dag met Miriam een klein rondje over de Col de La Croix, met 32°C in Les Diablerets voorwaar een opgave. Totaal in de vakantie 891 km gefietst en 17.950 hm. Ik ben er klaar voor!

Een klein albumpje




Zondag 30 juni

Toen ik, Martin, opstond knipperde er een ferm ‘N!’ op mijn telefoon; door Henk verzonden om 1h07 ’s nachts, vol Dutch courage volgens mij.

Alleen op pad dus, daar Karel in Frankrijk zit. Aan de toren Hans en Ger. Jos ook op vakantie.

Ger vertelde het geheim van zijn lekke banden in de Vosges. Een geheim dus.

Voor de verandering deze keer iets geheel anders en al snel kwam bij mij Thorn als bestemming op. Genoeg heuvels in de Vogezen gehad dus nu maar eens vlak en snel.

Bij Stein het kanaal over en bekend tussen Maas en kanaal door idyllische dorpjes als Illikhoven, Vissersweert naar Maaseik waar we langs de Maas, maar nu aan de andere kant, bij Ophoven ingehaald werden door een achttal fietsers.
Deze gelegenheid aangegrepen hen te volgen en hard ging het. Na elke bocht aanzetten om bij te blijven, tot we in Ittervoort rechtsaf sloegen om in Thorn bij een alleraardigste uitspanning met een praatgrage gerant vlak bij de kerk uit te komen. Goede vla en de tweede koffie met korting daar wij fietsers waren.

Van Wessem over de grote brug naar Maasbracht waar we nu de wind stevig tegen kregen en Hans het merendeel van het kopwerk deed. Zeker niet de kortste weg genomen, daar de dorpen Stevensweert, Ohé en Laak gepasseerd.

Bij Schipperskerk langs de Berghaven en de sluizen van Born over om via Guttecoven, waar Hans even fout reed, en Ger en Martin de reusachtige fout maakten om op hem te wachten.

Kruipdoor sluipdoor Geleen om de berg van Puth te slechten alwaar we de tweede maal koffie dronken en er ook nog een stukje vlaai over was bij huize Borsje. Dat was wel nodig ook. Martin tevreden thuis blijvend en voorzichtig met Ger wat principeafspraken gemaakt om over een week in Südtirol elkaar te treffen voor wellicht Sellaronde of Stelvio. Wie weet.
Hans: bedankt voor het leiden en lijden!

Ger:

Ik heb onderweg Hans gevraagd het verslag te schrijven. Dit onder het motto, dat ik er waarschijnlijk te kapot voor zou zijn. Maar de Vosges en Jura hebben voor mij meer “tempohardheid “gezorgd dan ik aanvankelijk dacht.
Mijn laatste rit voor de vakantie en daar had ik veel zin in, ondanks een diner met de kids gisteren bij het Atelier in het dorp. Heerlijk gegeten (zo zie je ze weken niet en nu twee weekends achter mekaar). Aansluitend tot 1.30 vannacht een docu over de Tour met o.a. de Ventoux. Dus laat in bed en vroeg op. Maar geen centje pijn.
Bij de toren als eerste en vervolgens kwamen Hans en Martin. Een meidoorn in Martins been als nieuwe dope. Wat besluiteloosheid en uiteraard “niet naar Tongeren” en toen riep Martin Thorn en dat was het. We waren vertrokken en al snel zo op tempo dat praten onderweg niet tot nauwelijks plaatsvond.
Nu dat hebben we geweten; in Thorn rond 10.30 als eersten aan koffie en vlaai met als gem. (bij mij) 29.1. Dat was het op de terugweg in Born tegen de wind in nog altijd maar vraag niet hoe. Vervolgens hebben de wind en de hm. op de terugweg mij op 27.9, resp. 28 gebracht afhankelijk van welke ik geloof.
Er is overigens nog hoop, want in de Jura heb ik gefietst met een 65, resp. 72-jarige. Vergelijkbaar met Hans, dus blijkbaar begint het pas na 65 jaar!
De rit was sowieso voor mij nostalgisch. Geboren in Stein, opgegroeid in (oud)Geleen, met Reinouw lang gewoond in Grevenbicht, gezeild in Ohé & Laak/Stevensweert. Ik ben er vandaag allemaal weer langs geweest. Weliswaar met snelheden (ver) boven de dertig, dus van kijken kwam niet veel.
Parcourskennis deed me overleven.
Mooie plekken als over de Ruitersdijk van Grevenbicht naar Oud Roosteren over Illikhoven en dwars door de Weert. Stukje België gekacheld met een groepje van ca. 8 naar uiteindelijk Thorn. Afgezien op de terugweg tegen de wind en in de open vlakte van Ohé naar Roosteren. In Schipperskerk langs de haven en kruip door sluip door naar Guttecoven en via de Putherberg omhoog.
Ook apart was de twee keer koffie; in Thorn, maar ook nog bij Martin thuis. Daar vertrokken met 28,1 km/h op de teller en besloten mijn huid duur te verkopen. Langs de Alfa waarna Hans afzwaaide en toen gekend via Nuth, de open vlakte naar Aalbeek en via Valkenburg over de rijksweg naar Wittem. Goed kunnen doortrekken en uiteindelijk nauwelijks ingeleverd.
Volgende week ben ik naar Italië/Oostenrijk. We starten in Italië en Martin en ik gaan wellicht nog even of Stelvio of Sellarondje doen. Jullie merken het.



Zondag 23 juni


Ger
is wat wezen fietsen:

Inmiddels zo in de mood van fietsen, dat ik ook vandaag nog wat km’s heb weggetrapt.
Dat alles in het kader van een mooi weekend. Gisteren met onze kinderen en 60.000 andere dolenthousiaste mensen naar een concert van Bruce Springsteen geweest. In een paar woorden; meer dan schitterend. Twee zeer goede voorprogramma’s die om 16.30 en 17.30 sharp begonnen en de Boss idem om 19.30. Dit om pas te stoppen na 3 toegiften en 8 minuten voor de vergunning afliep om 22.52.

Nieuwe songs inzettend in de laatste maten van het vorige lied, goed bij stem en met de E-Streetband samen in topvorm. In de tweede toegift een hoosbui, die bij hem en het publiek alleen maar de adrenaline deed vergroten.

Enig nadeel; ik heb wel gestaan tussen 16.00 en 23.00. Dat voelden mijn kuiten zeer!
Vandaag wintersport bij mijn zusje in Sittard regelend en buienradar gaf aan, dat ik vertrekkend om 13.00 droog zou kunnen blijven! Nu dat is gelukt.

Tegen de wind naar Slenaken; enigszins beschermd in het dal en vandaar omhoog richting Noorbeek. Intuïtief omhoog naar Bergenhuizen en besloten ook daar de granny niet te gebruiken. Vogezen en Jura betaalden zich wel uit want ik kwam soepel boven. Doorgetrokken met halve wind naar Mheer en St. Gieter om via Eijsden en Maastricht Maas en kanaal op te zoeken. Itteren, Geulle en langs Kleine Meers, IAZI, Urmond en de Bergerweg via Einighausen, Guttecoven en Limbricht richting Sittard.
Meer dan tevreden met > 70 km. en inmiddels wat relaxtere spieren vakantie geboekt en nog lekker gegeten. Meer dan een fraaie 1,5 week gehad met Vogezen, Jura en dit weekend. Nog even een plek bij Bolzano voor de zomer geregeld en ik kan deze week weer gaan werken. Het leven van een (pre)pensionado gaat immers niet over rozen!


Henk:

Om meerdere redenen vermoedde ik al dat ik alleen zou kunnen staan aan de toren en dat was ook zo. Wie thuis was gebleven vanwege regendreiging kreeg ongelijk. Ruim 70 km gefietst zonder regen, maar toen werd de dreiging wel heel concreet, dus tegen de wind in knokkend het laatste stukje met net boven de 20 volbracht. Iemand om me uit de wind te houden was wel prettig geweest.

Vosges 2013:

Ik wil toch ook nog even mijn ervaringen delen. Het was weer als vanouds. Ook met mijn fietsvermogen. In voorgaande jaren heb ik op de zaterdag door een combinatie van factoren meermalen moeten passen. Ik heb dit jaar goed op mijn gewicht gepast. Met 5 kg minder en iets meer fietsen op reserve lukte het me nu wel om ook op zaterdag de volledige route te rijden. Daar was ik verschrikkelijk blij mee.
Ook het gezelschap als vanouds. Geen introducés dit jaar maar wel weer veel mensen die ik maar 1x per jaar zie. Ik constateer net als anderen dat de liefde voor het fietsen en de plaats waar we dat doen genoeg basis verschaft om drie dagen met vreemde snuiters rond te hangen.
Daarmee kom ik bij mijn eigen opgave voor volgend jaar om samen met Hans een aantrekkelijke bestemming te vinden zijnde niet de zuidelijke Vogezen. Mijn eerste verkenningen leveren als resultaat dat het in ieder geval minder lange klimmen zullen zijn. Bij elke ander bestemming binnen de afstand die we ons permitteren zijn de bergen minder hoog en vaak ook nog de dalen minder diep. Wordt vervolgd.

De donderdagrit van de routecommissie was zeer bekend, maar door de wegwerkzaamheden liep het toch allemaal heel anders. Eerst de afdaling over de oude weg, die we nog nooit gedaan hadden, met klapband voor Ger. De oorzaak schijnt gevonden te zijn. Ik ben benieuwd. En dan aan het einde de tijdrit met start en groupe over een nieuw parcours. Ik had gehoopt door mijn lagere gewicht een betere tijd te rijden dan voorgaande jaren. Dat was op deze manier niet te testen. Als ik naar het eindresultaat kijk zit ik op dezelfde plaats in de rangorde, maar wel relatief wat dichter op de leiders, behalve dan op Hans, die ten opzicht van vorig jaar de minste extra tijd nodig heeft gehad van iedereen. Complimenten!

De vrijdagrit dan: niet met de traditionele verplaatsing, behalve dan dat sommigen vanwege de wegwerkzaamheden besloten met de auto naar St. Maurice te gaan, waarvan sommige anderen, moi, dan weer handig gebruik van maakten om de slotklim te ontwijken. Een mooie route, met veel hoogtepunten en veel opvallende momenten. Allereerst natuurlijk de klauterpartij over twee omgezaagde bomen bij de afdaling van Le Rouge Gazon. Dan de wegwerkzaamheden op de route naar de Col de la Croix, waardoor de 3B route de vorige week kennelijk volledig omgelegd was [red. reden ander parcours was einde ondersteuning door de gemeente Champagney]. In de afdaling van de Ballon de Servance een lekke band voor Ricardo, een bosbout voor Martin en een Belgische multitonner die probeerde de col te nemen. De voor mij nieuwe laatste extra steile meters van de Planche des Belles Filles. In de afdaling Jos weer terug zien klimmen omdat hij zijn helm vergeten was om beneden gekomen te ontdekken dat ik het zelf gepresteerd had mijn Iphone te vergeten. Dankzij alert optreden van Harold en Martin hoefde ik niet terug, waarvoor dank. Een fijne gezamenlijke beklimming van de Ballon d’Alsace met Martin.

Op de zaterdag dan wel de verplaatsing. Veel gehannes was er geweest over de route de avond ervoor, maar uiteindelijk werd toch voor bijna 100% de uitgestippelde route gevolgd. Vanwege de steile afdaling werd de Route Americain wel gemeden, wat ons een aantal km extra Route des Crêtes opleverde en een prachtige afdaling van de Schlucht naar Lac Longemer. Landschappelijk was het echt een fantastische route. Prachtige vergezichten, verstilde bosweggetjes en feeërieke dalen wisselden elkaar speels af. Dat zal niet makkelijk te verslaan zijn volgend jaar, zeker niet als we naar Duitsland gaan, want daar is geen streetview om de routes vooraf te kunnen bekijken vanuit je luie stoel. Na de pauze ging het aanvankelijk heel lekker; gegangmaakt door Jan S. kon ik de groep weer bijhalen en op de Col de la Croix des Moinats kon ik door een combi van parcourskennis, bluf, herwonnen kracht en mededogen van de rest als eerste bovenkomen. De volgende col was de Col des Hayes. Die gaat bijna naar de Haut du Roc. Ik dacht dat dat de naam van de col was, maar Martin had gelijk. In de afdaling mocht ik de route bepalen en intuïtief koos ik voor de afdaling die ook de routecommissie gepland had. Ik wist dat deze afdaling er was maar had hem in geen van beide richtingen ooit gereden. Hij was prachtig. Vervolgens mocht ik ook de Weg naar de Grand Ventron zoeken. Hier weken we wel wat af van de planning, maar we kwamen er soepeltjes. Dat wil zeggen, qua route. In de beklimming was ik iets te lang met Ricardo meegefietst en daagde ik hem zelfs uit. Op dat moment begon ook mijn lunch te gisten en na de derde luide boer nam Ricardo de benen. Jan S. was even afgestapt om te plassen en dweilde mij op en begeleidde me naar de top. Zeer sociaal gereden. In de afdaling kon ik weer wat herstellen en de beklimming van de Oderen vormde (op gepaste achterstand) geen probleem meer.
De jury had mooie prijzen en sublieme consideraties. Ik mocht zelf de prijs voor het mooiste verhaal ontvangen vanwege mijn slipperrondjeSW over de Col de Calvaire, de Petit Ballon en de Col de la Schlucht. De badslippers die ik daarvoor kreeg gebruik ik gepast voor het douchen na het fietsen op mijn werk.




13-15 juni – TCE Vosges 2013

Martin verslaat als eerste:

Weer een alleraardigste editie van het TCE Vogezenweekend, al zeg ik het zelf.
Alleraardigst omdat:Ik leg vast even vast voor volgend jaar (om mijn Alzheimer te pareren):Dag1: in de klim met de auto bleek al dat de normaalroute voor de tijdrit niet doenbaar was, zelfs niet voor de afdaling. Centimeters vers split maakten dit onmogelijk.

Iedereen bleek keurig op tijd aanwezig te zijn, ook zij die niet op Knuvelkes waren en na de gebruikelijke koffie met Tarte aux Myrtilles gingen we met cyanoselippen van start, noodgedwongen afdalend over de oude weg Le Rouge Gazon, waar Ger na tien minuten een knallende klapband kreeg en de biba door een forse scheur in de wang van de buba naar buiten getreden was en zich een paar maal om de as had gewikkeld.

Ger lopend terug om de zaak te herstellen en de rest verder. Een traditioneel donderdagmiddagrondje: Le Thillot, Le Menil en richting de Col d’Oderen afgeslagen naar de Col de Page, niet nadat de temperatuur inmiddels de 30°C overschreden had.

Afgedaald via Le Hutte en over de spoorbaan naar de kerk waar we ons voor de tijdrit verzamelden. Zoals gezegd over de oude weg, dus andere tijden.

Harold had voorgesteld om, geheel afwijkend, de tijdrit als een normale etappewedstrijd uit te voeren – een experiment dat niet door iedereen op waarde geschat werd, maar in ieder geval apart.

De webmaster kan geen verslag doen van wat zich voor in de groep heeft afgespeeld, dat moeten anderen maar doen – middenin gezellig met Wouter opgereden, zeer tegen het oordeel van de jury in, maar dat bomde me niet zo.

We kwamen ook Ger nog tegen, die echter wegens twee nieuwe lekke banden de start niet gehaald had. “2013: d.n.s.” zal er blijven staan…

De tijdrit Rouge Gazon:


  2004200520062007*200820092010**2011**20122013#
1Hans--35'47"38'25"25'36"34'50"33'30"36'57"--34'37"37'47" 
2Harold--------33'12"32'25"34'03"32'57"33'24"38'03" 
3Jan--------36'55"39'13"38'22"37'14"36'47"41'01"
4Jos34'19"33'48"33'41"23'31"--35'47"38'26"33'55"--41'03"
5Ricardo39'11"38'46"37'29"25'54"34'11"37'50"----38'00"42'25"
6Hendrik----------39'12"45'45"37'24"39'47"45'00"
7Henk38'07"38'45"41'34"29'16"41'22"40'20"d.n.f.43'05"41'30"45'27"
8Martin41'36"47'48"40'19"32'02"49'02"46'05"d.n.f.40'50"44'58"50'57"
8Wouter------------d.n.f.45'30"--50'57"
10Karel48'16"--60'30"39'25"55'00"--d.n.f.53'38"49'10"57'00"
11Frank------------d.n.f.d.n.s.49'10"57'26"
12Jan P.------------d.n.f.--47'50"1h10'00"
13Ger48'29"d.n.s.55'10"33'51"46'20"46'09"55'16"44'30"46'34"d.n.s.
--Gijs------------40'52"37'05"---- 
--Coen--------------.43'25"---- 
--Frans----50'09"31'19"46'26"---------- 
--Ruud----35'40"d.n.q.------------ 
--Sander------------38'57"------ 
--Jaap----40'20"28'11"------------ 
--Leo39'02"39'45"---------------- 
--Fred--38'21"---------------- 
--Loek54'46"------------------ 


*: afwijkende route 2007: Grand Ventron
**: afwijkende route 2010, '11: Collet de Ligne
#: afwijkende route 2013: Le Vieux Rouge Gazon


Op dag 2 een wat uitgebreider rondje met een beheerste Servance en een Planche die mij veel korter overkwam dan ik hem in gedachten had – valt het eens een keertje mee!

Henk had zijn Helikopterländeplatz laten liggen, maar kwam daar helaas ruim voor Giromagny al achter – gematst. De jury heeft het niet opgepikt.

Weer een goede lunch aldaar, helaas was de bediening wat vermannelijkt vergeleken met vorig jaar. De Alsace liep als een eitje en lekker met Henk opgereden en boven in de zon prima koffie.

Op LRG weer heerlijk in het zonnetje gezeten.

Dag 3: ontraditioneel een autoverplaatsing op de laatste dag en wel naar het meer van Kruth-Wildenstein waar de klim naar de Markstein wel erg koud op het bord viel; gelukkig vlakte hij na tijdje af en draaide Wouter om me heen, waarna we Ger en Henk oppikten en de laatste niet toestond dat ik hem inhaalde.

Over de Route de Crête eindelijk als een pelotonnetje gereden, met uitzondering van Le Docteur die wou rammen en Pou-Pou die als een Chasse Patat meende alleen te moeten rijden. Op de Schlucht de splitsing en de B-groep kort naar La Bresse en de A-groep fantastisch afgedaald om de mooie Route Forestière de Dix-Sept kilometre te nemen, gevolgd door een steil klimmetje naar de Gros Pierre.

Aldaar de wederom goede lunch, na het treffen van de B-groep en door naar de Col de la Croix des Moinats en even afgedaald voor een kort maar heel steil klimmetje naar de Col des Hayes (let u op meneer Bosch!) en lang en bochtig afgedaald naar Saulxures-sur-Moselotte om naar Cornimont en richting de Col de la Vierge te gaan.

Daar ik de maagd deze keer alleen voor me wilde hebben niet La Chaume du Grand Ventron gevolgd maar naar, inderdaad, de maagd.

Prachtig over de Bramont afgedaald en de B-ploeg wederziend op de parking.

Een goede nazit en ditto prijsuitreiking waar ik me toch echt afvroeg hoe ik vergeten kon zijn dat ikzelf nota bene de wisselbeker vorig jaar aan Hendrik had overhandigd. Laag zuurstof denk ik.

Klik voor een klein fotoalbumpje, ik hoop dat Frank ook nog wat op het web zet.

Pou-Pou:

Wat moet ik nu zeggen van de Vogezen-trip.

Inmiddels op woensdagnamiddag en een paar fantastische extra dagen in de Jura verder, weet ik de oorzaak van mijn achterbandmalheur. Ik heb de rechten aan Frank verkocht; dus dat houden jullie nog te goed.
Als een echte pensionado op woensdag al met Frank aangereden en na een overnachting achter Nancy, kwamen wij tijdig fris en monter achter de asfalteeroperatie op de klim naar de Le Rouge Gazon abrupt tot stilstaand.
Dat leed gehad, kwam ruim op tijd Jan P. het terras op; zoals later bleek brak van de lange rit. De koffie en tarte myrtille achter de kiezen en op mijn perfect strakke wielen de afdaling in. Klapband en wielschade; terug lopen schuren en na het wisselen minder druk met als resultaat twee snakebites voor. Te laat aan de start en bij het plakken kreeg ik wel “courage” toegeroepen. Degene die dat deed weet het wel! De anderen streden kansloos. Wouter en Martin nog een wiel aangeboden, maar de frisheid van mij overwon, dat wel.
Naar boven over het oude pad en boven weer aan het plakken, omleggen etc. De foto´s zeggen alles.

Dag twee was een prima dag met de Servance omhoog en omlaag langs een tig meter vrachtwagencombinatie en als bus op tijd omgeschakeld naar de vroege vluchters om zo redelijk hoog op de Planche te eindigen. Iedereen boven aan de koffie en als kinderen zo blij. Retour gekend via Giromagny, waar ik voor de eerste keer bij de Italiaan aanschoof.
Rustig de Ballon op en ook rustig er weer af. Tevreden, maar niet boven de 100 km en dat was minder vond ik.

De zaterdagrit me voorgenomen toch maar wat rustig aan te doen. Dit ook geïnspireerd door de calvarietocht achter Wouter (red.: in de auto). Meteen de Markstein op is mijn ding niet meer, maar dankzij een mooi strak tempo van Henk was ik het mannetje tot de deltavliegplek. Daar moeten lossen maar toch goed boven gekomen.
Besluiten ze vervolgens samen de Crête te doen en hoor ik het niet! I.p.v. het gaatje even dicht te rijden, word ik met Hans op een hoop gegooid. Was ik wel tevreden mee, maar Hans niet. Dit zeker na mijn bewuste overigens ruim uitgevoerde snijexcercitie. De Calvaire was dus wel logisch als penitentie.
Lek in een bocht en rustig naar het meer. Ondertussen drie oude betten gemist en met Karel als eerste bij de arrivé.

Kortom toch wel lekker gefietst. Geleerd dat het materiaal toch aan vreugde en verdriet bijdraagt en HET ALLERBELANGRIJKSTE is met een aantal leuke en zo verschillende mensen opfietsen. Echt een genoegen voor mij en met alle geklets, DANK.

Dat deze week in de Jura verder doorgezet met een even leuk stel mensen en daar stevig boven de 30 °C ouderwets in de volle zon gefietst en ons suf gedronken. Onder andere een lokale Planche genaamd Col du Marchairuz met stukken van drie en twee snorren. Uitzichten op Lac Léman en sneeuw op de gletschers. Vandaag o.a. de Faucille vanuit het dal. Morgen naar huis. Het is weer mooi geweest.

Karel voegt nog toe:

Tsja, wat moet ja aan dergelijke loftuitingen nog toevoegen. Hoogstens dat ik het ermee eens ben.

Leuk gezelschap, lekker gefietst, heel gelukkig geen valpartijen (sur place telt niet mee).
De dondermorgen heel vroeg op na slecht geslapen te hebben vanwege een virus op mijn computer (dat overigens nog steeds parten speelt bij opstart). Op tijd bij Knuvelkes. Ook dit weer een prestatie.
Snel bijgekletst en door na de eerste stop in Luxemburg. Na de dorstige auto's gelaafd te hebben door naar St. Maurice. Hier niet al te veel van gemerkt op mijn riante back seat.

De route en tijden zijn al uitgebreid beschreven, dus hier verder geen aandacht aan. Waarschijnlijk meer geluk dan fietskracht hebben mij dit jaar niet op de laatste of gedeelde laatste plaats, maar veel (twee) plaatsen hoger. Zal ook wel de laatste keer zijn.
De vrijdagtocht heeft me lang doen twijfelen of ik na de Ballon de Servance onder aan de Planche zou wachten of toch naar boven worstelen. Gelukkig besloten om naar boven te gaan. Laatste keer (tevens ook eerste) was in 2004 (meen ik) toen we en group deelnamen aan de 3B toertocht. Het stukje TdF bovenop was toch een te zware kers voor mij. Hier ging me het lopen beter af dan het fietsen. Na de koffie en een zeer snelle tocht naar Giromagny daar genoten van de velen al bekende trattoria. Via de Ballon d’Elsace, waar de koffie na de maaltijd genuttigd werd een zeer mooie afdaling naar St. Maurice.
Na mijn valpartij van vorig jaar durf ik zowel niet meer snel omhoog als snel naar beneden. De formule 1 uitremaktie van Jos is hier een duidelijk bewijs van.

De zaterdag met verplaatsing vergde veel van iedereen, vooral het met bitter koude benen beklimmen van de toch wel bijzonder mooie Markstein. Hoewel fris bood deze ochtend toch wel veel moois zoals de uitzichten en het overstekend wild. Na de koffie een mooie formatie naar de Schlucht, waar het kaf (B) van het koren (A) gescheiden werd om later in La Bresse bij de lunch weer verenigd te worden. De B-groep, allereerst getrakteerd op een lekke band van Ger, volgde een bijzonder mooi dal naar La Bresse. Hier strategisch een pizzeria gezocht onder aan de Gros Pierre voor het A-team.
Na de lunch weer in twee groepen door via de Vierge en de Bramont naar de auto's aan het meer.

De avond met de traditionele prijsuitreiking was ook weer bijzonder geslaagd door de deskundige jury met perfecte prijzen voor iedereen, ook voor vergeetachtigen.

Na de zondagmis afscheid en weer in gezapig tempo naar huis.

Samenvattend:
- Uitermate geslaagd weekend, voor herhaling vatbaar
- Perfecte groepssamenstelling
- Mooie routes
- Deskundige jury
- Uitermate goede organisatie van hotel etc. (hiervoor speciale dank aan de webmaster)




Zondag 9 juni

Het laatste weekend voor de Vosges: de laatste trainingsarbeid en de laatste calibratie. Met bewolkt en fris weer vertrokken Karel en Martin (nadat deze om acht uur wakker geschrokken was) naar de toren om daar Hans en Jos aan te treffen. De anderen afwezig met afmelding.

Le Docteur stelde Welkenraedt voor, daar waren we nog niet geweest. Zich niet bewust zijnde van het feit dat Welkenraedt als een magneet op regen werkt.

Via een aantrekkelijke route daarheen; Hans eerst de gelegenheid gegeven om stomend op temperatuur te komen door het Geuldal en daarna via Hilleshagen en Vijlen de mooie Rugweg op en door Raren en Wolfhaag naar Gemmenich en Kelmis. Even de route delibererend en via de mooie klim naar Hergenrath en zo fraai langs de Kapel van Catharina van Sienna naar Lonzen en het spoor volgend over een twijfelachtig maar wel fraai en kort weggetje direct naar Welkenraedt. Op de gekende plek de koffie, terwijl het begon te regenen (u weet wel: de regenmagneet Welkenraedt). Daardoor wat langer gewacht, maar het werd niet droog, dus de fiets op. Hans had al gezegd direct naar huis te willen, de regen maakte dit voornemen slechts geprononceerder en boven in Henri Chapelle was hij al door (u leze later). Gedrieën dus verder en tot onze verrassing werd de weg ter hoogte van het Rode Bos droog en werd het ook warmer. De wind was er ook niet meer en zo werd het fietsen, nadat de kleertjes opgedroogd waren zelfs nog lekker, ware het niet dat de schoenen nat en de voeten koud bleven.

Door M’ten en gezamenlijk de Daalhemer af in een druk Faucomont waar Jos naar de Goudsberg afzwaaide en Karel en Martin over de Stoepert. Wederom net geen 100, voor Martin dan. Karel kwam ruim boven de 100, maar die heeft zijn wielomtrek op drie meter staan.


Hans voegt nog toe:
Na de koffie in Welkenraedt flink gas gegeven. Vanaf Teuven was het droog. In Slenaken nog gewacht, maar toen ik het koud begon te krijgen weer doorgereden. Was mooi op tijd thuis. De wasmachine draait alweer. Morgen de fiets poetsen.

Tot donderdag.

Ger kon er niet bij zijn:

Vandaag weer geen rit en zelfs geen korte.

Gelukkig gister wel op de pedalen en wel naar Geleen. Onze oudste is ook aan het fietsen geslagen en heeft een soort kruising tussen een race en een MTB gekocht. Zo’n uur of twee in een fietsenzaak is wel leuk met al die types. Ondertussen werd er goed gekocht.
Na de aanschaf bij Roger Wijnen ben ik doorgepeddeld richting Maas, Urmond, Geulle en Bunde. Om weer eens wat anders te doen daar terug richting Maasberg en over de keitjes naar de Sweikhuizer. Door richting Schinnen en Nuth, langs Swier en over de Karstraat en Ubachsberg naar huis.
Mooi weer, de Concorde liep lekker, veel fietsers en met 101 km de laatste voorbereiding voor de Vosges gedaan.

Een schuurplek op mijn achterste baart me nog enige zorg, maar dat zien we wel.

Nog een kleine aanvulling van Karel:

Welkenraedt was door Hans uitgezocht. Hij wilde hier dan ook zo snel mogelijk naar toe. Dit resulteerde in één lachend gezicht en de rest een beetje dood tot helemaal dood.

Bij vertrek zelfs nog niet meer gemerkt dat Hans ook naar huis aan het fietsen was. Alleen in Welkenraedt het water dat van zijn achterwiel opspatte gezien.

Dank aan Martin en Jos om me in mijn dode toestand naar huis te begeleiden.Mijn wielomtrek is niet ingesteld op 3 m maar slecht op 2,95 m. Resultaat is echter dat de Garmin van Martin 97,36 km heeft genoteerd en mijn Sigma 100,81 km. Hierbij inbegrepen dat ik naar Martin ben gefietst en de eindtour vanaf de kerk naar Martin iets korter is dan naar mijn huis (denk ik).

Al met al toch een zeer geslaagde snelle dag

Red.: De juiste wielomtrek dient m.i. 209 cm te zijn.



Zondag 2 juni

Hoewel in de agenda voor deze dag een Ardennenrit genoemd was, was er niemand die dit opgepikt had of überhaupt gelézen had. Dus ‘gewoon’ naar de toren.

Jos en Hans stonden er al toen Karel en Martin aankwamen. Het was sinds lang weer eens zonnig, maar er stond een stevige wind uit het noorden en de temperatuur was 10° (het zou overigens niet warmer worden dan 16°).

Niet naar Pam-Pam en Aubel werd genoemd. Een niet routineuze route deze maal. Eerst noordwaarts naar Terstraten en Hunnecum (waar ook een regenwaterbassin in aanleg was) en langs de manege door het veld met de altijd weer mooie uitzichten.

De uitzichten vandaag waren sowieso mooi: het was kraakhelder weer en alles stond fris in het groen, Ook was iedereen die een racefiets had deze vandaag aan het uitlaten. Een gezellige sfeertje. Met de wind mee de Kersboomkensweg naar Hulsberg en via de Boschstraat naar de Klimmenderweg en Heek omlaag. Deze maal inderdaad niet routineus Daalhemer of Sibber maar op Martins voorstel de Keuten waar Karel met een gekrulde neus drie man inhaalde. Via Ingber naar Terstraten en Bruisterbosch waar Hans eerst iets als Banholtergrubbe noemde maar uiteindelijk toch naar Mheer en via de Stallenstraat naar Noorbeek. Karels voorstel om onverhard langs Altembroek af te dalen werd natuurlijk door Hans resoluut afgewezen. Omhoog naar Vroelen en uiteindelijk Ulvend; een helling die behoorlijk doortrekt.

Besloten om er nog een mooie helling aan toe te voegen, namelijk Veurs: prachtig door het stille bos omhoog. Bovenaan besloten we naar het Rode Bos te gaan daar het in Aubel denkelijk te druk zou zijn. Na eerst nog even buiten gezeten te hebben toch naar binnen: de wind was fris.

Veel zaken besproken en de oplossingsrichting aangedragen: het poolschema van de Vosges, de zaak Van Rey / Van Pol, waar Hans iets te veel van afwist, de Fyra, de oorsmeergate, het verzoek van een ziektekostenverzekering aan 1100 klanten om de rekeningen van een paar Haagse (sec!) tandartsen beter te controleren daar deze schijnbaar met een hark de facturen schreven, alsmede de perikelen rond Hans’ zorgtoeslag. En dan hebben we nog niet eens genoemd het gegeven dat volleybal een gevaarlijker activiteit lijkt te zijn dan fietsen.

Hoewel al meer dan 50 op de teller, niet gelijk terug maar eerst naar Hombourg alwaar wij vergast werden. Muzikaal wel te spreken, door de fanfare van Plombières die luid, vol overtuiging en af en toe een beetje vals aan het spelen was voor de kerk.

Mooi golvend naar Sippenaeken en zo voorlangs de Smidse en achter en voor een amateur naar Mechelen en Partij kachelend. In SoG allen omhoog en bij Jos het afscheid.

Tegen een verkillende wind Karel en Martin verder naar Aalbeek en Grijzegrubben om de Vloedgraaf af te dalen en de Zandberg, waar Karel er weer twee inhaalde, omhoog.

Net geen 100 km met 25 per uur aftikkend.

Ger:

Vertraagd mijn verslag over een rit in twee termijnen.

Dat zit zo; ik ben inmiddels in een levensfase dat steeds meer uitnodigingen het tijdsbeslag tussen elf en vijf à zes uur beslaan. Let wel niet 23.00 tot 5.00 of 6.00 uur om vervolgens daarna brak je bed uit te komen, maar tussen 11.00 en 17.00/18.00 uur.
Het effect op je gestel is fenomenaal; waarom weet ik niet echt, maar het effect op fietsen is minder.

Zo zat ik zaterdag j.l. op de Rijn bij Koningswinter om met onder andere collega’s van DSM-legal uit verre historie een verjaardag en zoveel-jarig trouwfeest te vieren; Prima. Zondag was ik invité bij Frank die ook een verjaardag wist te vieren. Het was “op de wei” achter de fraaie uitspanning een uitermate geslaagde borrel met heerlijke vloeibare en vaste versnaperingen. Veel bekenden uit BETS en een aantal minder bekenden. Ook hier kon ik daarna gewoon achter het stuur.

De zaterdag was dus weer zonder golf en de zondagrit kort. Wel rond de 900 hm, dus dat weer wel. Vertrokken over de Koning van Spanje en bij Epen naar Beusdal langs een kapotgereden en openliggende weg. Bij Teuven gekozen voor “linksaf” bij Remersdael en boven afgeslagen op de grote weg om over heerlijk nieuw asfalt naar Aubel te dalen en via Val Dieu over te steken en uiteindelijk weer naar Neufchâteau en zijn oorlogsverleden boven te stijgen.
Het fietspad in de Voer terug en bij de Planck omhoog en via Teuven en Slenken op tijd retour.

In die korte tijd overwegend zomerkleding bij fietsers; veel grote groepen (die Reinouw en ik vanuit de auto later op terrassen zagen bivakkeren!), classic cars van een Italiaans merk, oude brommers en gelukkig nog geen stinkende Vespa’s. Blij dat ik er toch uit was geweest.

Daarom op maandag wat extra km’s gemaakt. Simpel en klassiek naar Banneux. Geen kip op de weg en in Banneux geen gelovige te zien; wat een verschil met anders. Wel lekker gefietst en de granny niet aangeraakt. Niet zo slim, want ik voelde vanmorgen mijn knieën en spieren.



Zondag 19 mei – Grenslandklassieker

Karel
schrijft:

Onder voorbehoud van weercondities gezegd dat ik mee zou gaan. Het weer is voor deze dag dan ook zeer zeker geen spelbreker geweest.
Afgesproken met Martin dat we om acht uur bij mij zouden vertrekken. Overbuurman Bjorn had gevraagd of er bezwaar was of hij met ons mee mocht rijden. Natuurlijk met open armen ontvangen Hij had eerder met wat maatjes afgesproken, maar die hadden afgezegd.
Om acht uur was ook Harold present. Met z'n vieren naar het asiel om daar met Henk verder te gaan naar de start in Neerbeek.

Daar was het niet echt druk. Nog gewacht of Hans zou komen opdagen maar dit was tevergeefs.

Afspraak was dat we het rustig aan zouden doen. Het is de hele rit alleen bij de afspraak gebleven, de werkelijkheid was anders. De jonge honden renden zo hard als ze konden, ze hadden alleen het nadeel dat ze af en toe op mij moesten wachten. Hoewel, in mijn perceptie viel dat ook nog wel mee; Na de pauze toen het tempo nog eens opgeschroefd werd wat vaker.
De route was heel anders dan andere jaren, o.a. als gevolg van de verscherpte condities van de Belgische gemeentes. Dit had tot gevolg dat de route heen en terug deels hetzelfde parcours volgde, met slechts een wijziging langs het stuwmeer (gekend van de Classic) en bij Lonzen.

In Nederland via de Nagelbeek (Kodak-point) en vandaar via de gekende route van Schimmert, Valkenburg en Margraten naar De Planck. Omlaag naar Teuven en door naar Hombourg. Op dit traject collega Wagemans nog gespot, maar die ging met dusdanig tempo bergaf dat hij niks zag of hoorde. Via een ‘rechte’ lijn naar Eupen, koffie en via dezelfde rechte lijn weer terug. Vanuit Hombourg naar Sippenaeken en naar Epen. Omhoog naar Ons Krijtland en de doorsteek naar Schweiberg.

De organisatie had de echte hellingen voor het laatst bewaard. Vanuit Schweiberg naar Wahlwiller en hier de Kruisberg op, in Eys omhoog naar Trintelen, Ruilverkaveling en de Vrakelberg op. Overigens werden we op dit traject getrakteerd op een lieflijke karavaan van allemaal bijzonder goed geconserveerde Fiat 500 in alle kleuren en uitvoeringen (niet de grote nieuwe, maar de echte kleintjes).
Karstraat omlaag en via Craubeek naar Klimmen. In de afdaling naar Retersbeek werden letterlijk alle remmen losgegooid en werd het al hoge tempo nog eens extra verhoogd. Hier dan ook af moeten haken. Vanuit Retersbeek de bekende route door Weustenrade, Swier en door het veld naar Schimmert. Door naar Spaubeek en hier via de Stammenderveldweg (de laatste echte klim) naar Puth waar aller wegen scheidden.

Al met al een zeer geslaagde dag, met zeer positieve medewerking van de weergoden.
165 km, 1950 hm en een gemiddelde van 25,2 (voor mij) lijkt me niet gek.

Ger geeft zijn soloervaringen weer:

Het pinksterweekend staat bij ons bol van activiteiten.

Uiteraard fietsen, maar wanneer? Beste tijd, maar vooral weersverwachting

Jazz in Duke Town staat al een tijdje vast vanaf 13.00 eerste pinksterdag.

En tot slot moet ik ook nog 4 HBO-eindscripties van elk ca. 75 pag. doornemen in het kader van een visitatie over een week.

Vrijdag maar besloten, ondanks de weersvoorspelling “het werk voor het meisje te laten gaan”, dus zaterdag de scripties. Die waren niet alleen van goed tot perfect, maar ook leuke onderwerpen (Verfmarkt, buitenvloeren van duurzaam hout, caravanverzekeringen en klassieke muziek voor jongeren) dus een mooie zaterdag beleefd en ook het nodige weer opgestoken!

Zondagmorgen op tijd op om toch nog ca. 75 km. achter de wielen te krijgen. Scherpe planning, want rond 11.00 de douche in als target. Gekozen voor een rondje rond Gulpen, waarbij de kwaliteit dan maar moest overheersen boven de kwantiteit. Gekozen voor Vaalsbroek, maar wel via een omweg door in Vijlen af te slaan naar het bos via de Pannisberg en vandaar naar het 3-landenpunt als start. Pannisberg was al genieten in de zon met fraai zicht in de verdwijnende heiige achtergrond. Boven op 3-landen werd ik beloond met een fantastisch uitzicht over België nu de bomen zijn gekapt.

Door via Gemmenich naar Sippenaeken om daar naar Hombourg af te slaan. Onderweg kwam de gedachte aan de Kinkenweg op; dat dus ook gedaan met af en toe doorslippende achterwiel op de nog wat natte ondergrond. De afzink terug naar Remersdael zat vol met Grenslanders. Kijkend of de maten er nog waren, leverde niks op totdat ik bijna onderaan met het slechte wegdek meer op de gaten dan de fietsers was aan het letten.

Een plotselinge kreet en omkijkend zag ik o.a. Karel met z’n HKT shirt. Toch wel spijt dat ik niet meekon.

Remersdael omhoog en via de afdaling vanaf Veurs naar de klim van Ulvend en met de processies van Banholt en Sibbe was ik slechts vijf minuten achter op schema.

Met mijn hm 1053 en ca. 78 km. toch tevreden de auto in. Dakkie omlaag en op de cruise met 110 km/h naar Den Bosch getuft en daar goede bands gehoord; lekker met de kids, mijn zus en aanhang, plus vrienden van onze kids een mooi middag en avond gehad.

Nu op maandag van plan nog een stukje te fietsen, maar het weer…… Wie weet?


Ger heeft (dus) ook op tweede pinksterdag gefietst, dit in tegenstellig tot de webmaster, die te lang gewacht had op mooi weer en daarmee aan het eind van de middag erachter kwam dat de tijd te kort was, dus maar wat in de tuin geprutst. Overigens was ik na een zaterdag tuinwerken, 40 km ATB’en en de zondagrit feitelijk wel toe aan een dagje rust.

Maar toch enigszins jaloers op de fietserij van Ger. Blijkbaar, overigens, leidt alleenfietsen tot hardnekkige en associatieve gedachten, sommigen noemen dat filosoferen, en Ger heeft dat ook gedaan:

Het leven is kiezen en dat is niet altijd op rationele argumenten.

Zo zeiden (in willekeurige volgorde):


Om de druk op mezelf nog wat op te bouwen, had ik gisteren tegen Reinouw gezegd dat ik bij regen ging fitnessen.

Ik heb de merkwaardige afwijking, dat ik bezig daarmee vanaf de eerste minuut het leuk vind, maar de tocht er naar toe niet uit mijn benen komt.

Ergo; tegen 11.00 zat ik met een geweldig dilemma; het regende en ik had (als te verwachten) geen zin in fitness. Nog minder in binnen zitten en tegen borreltijd spijt hebben van een dag zonder… Ja zonder wat? Kiezen dus, maar wat er waarom?

Het rittenverslag van gister klaargemaakt en onderwijl besloten te gaan fietsen, want dat was toch wel het effect van Karels enthousiaste verslag.

In mijn verslag van gister nog vergeten, dat er naast de Fiatjes van Karel:

Dat laatste was vandaag niet het geval, want gefietst heb ik, omdat ik niet wist hoe Reinouw uit te leggen, dat ik het een niet had gedaan en het ander had gelaten.

Fiets op, mijn (bleek weer eens) prima regenjack aan. Dat jack heeft nl. de gewoonte te doen wat is beloofd: water tegenhouden en transpiratie afvoeren.

Richting Oude Huls leek me wel wat, dus eerst naar Vaalsbroek en Nijswiller op. Van bovenop de Oude Huls naar Colmont onderwijl het regenfront over de heuvels ziend. Inmiddels voelde ik me een hele Piet, omdat ik redelijk droog bleef.

De rit niet echt bijzonder; zie de route maar. Over Craubeek naar Retersbeek en Nuth. In Nuth het Makro-verkeer ontwijkend; daarover later meer in NB 2.

Spaubeek – Neerbeek – Beek – Vliegveld - Ulestraten - Meerssen en de Visweg omhoog, waarbij ik een vijftal dalers tegenkwam.

In Meerssen de weg naar de Bemeler gezocht en bovenover het plateau naar C&K. Langs Banholt en zijn kermis naar huis. Tevreden en heerlijk gepeddeld.

NB 1; ben als een kind zo blij met mijn Mavics. Ben de vrees dat het stuur uit mijn handen wordt geslagen volstrekt kwijt; zeker nadat ik in de afdaling naar Simpelveld een sleuf in de weg te laat zag.

NB 2; Scouting gister en het daarbij behorende sociale en gemeenschappelijk gevoel in relatie tot het idiote Makro-rijden (ongetwijfeld idem bij IKEA en Woonboulevard) deden me nog eens denken aan al die recente zelfbenoemde “Facebook etc., crimefighters en Columbo’s” die natuurlijk vandaag weer achter hun TV/PC-schermpjes, resp. hun ruitenwissers zijn weggekropen.

Wat beschamend dat het spoorzoeken of toertochten/boswandelingen niet in scouting of whatsoever verband wordt beoefend, resp. men nauwelijks geïnteresseerd is en aandacht heeft voor de drama’s achter de voordeur van de buren. Nog goed dat de BN’ers van de A t/m C-categorie gelukkig meer met het Songfestival bezig waren.
Zo dat moest ik effe kwijt!




Zondag 12 mei

Ger
heeft het verslag als eerste klaar:

Ouderwets ritje vandaag.

Opkomst met z’n zessen (Karel, Henk, Hans, Jos, Martin), dus de “harde kern” compleet. Hard gefietst met veel plezier en de wind getart.

De rit was een democratisch proces; zoiets als ons kabinet. Je neemt een besluit en nog geen 10 minuten later zijn de partijraden alweer bij mekaar. Veel gedoe daar, maar bij ons niet. Daar wint eigenlijk degene die op kop zit; een weg pakt en dan vooral niet meer omkijkt. Leiderschap heet dat.

Martin zal wel voor het echte verslag zorgen, zeker nu die een nieuwe Garmin heeft die hopelijk langer droog blijft.

Heeft in ieder geval mij geholpen om nog meer gegevens volgende keer te kunnen lezen. Weet ik tenminste zeker dat ik de Belgische dames van het fietspad rag.

Na het lijden van afgelopen donderdag met de karakterlus aan het einde, vanmorgen vertrokken zonder naar de temp te kijken. Niet echt zomers gekleed, maar toch…. Op de Gulper had ik al spijt met temperaturen rond de 6 à 7 graden en een stevige wind. Dat ook volgehouden tot aan de toren en hopend dat de voorspelde regen veel afhakers zou opleveren.

Niet dus als gezegd en vervolgens het maar voor lief genomen. Ouderwets ge-Pou-Pou’ed. Dat leverde een goede Caubergklim op en ook de overige stukken me goed voorin kunnen handhaven. Het voelde goed; zeker tegen de wind in waar mijn lijf als een mes doorheen sneed!

Voor het overige hebben we in Visé nog de marathon gezien en was Pam-Pam binnen even koud als buiten.

Nog wat fietstechnische zaken. Mijn as liep normaal beoordeelde Martin tijdens een wederom door hem zeer geroutineerd uitgevoerde bandenwissel bij Jos.

Daarbij bleek dat van de zes maar liefst vier op de Mavic CXP 33 fietsten; het enige onderscheid was het al dan niet gele stickertje. Daarbij ook de drie van een deels rood kader voorziene fietsen op zwarte banden reden. Ergo mijn dilemma over rode of zwarte banden blijft. De opmerkingen over mijn outfit neem ik niet serieus; het gaat immers om de fiets.


Martin vult nog wat aan:

Des morgens had ik, het weer aanschouwende en de spierpijn voelende een ferme ‘0’ aan Henk ge-SMS’t die echter snel, mogelijk denkend dat het een orale uitnodiging was, ‘Y’ repliceerde. Wetende dat mijn versagen tot in lengte der dagen tegen mij gebruikt zou worden in recordtempo aangekleed om op tijd aan de toren te zijn; mijn ontbijt een laatste stuk puddingkruimelvla (mijn zoon vond dat niet leuk) – en inderdaad: zes aan de Minaret als op Suikerfeest.

Jos deze maal op kop, maar in Rijckholt verloor hij de coördinatie, ikzelf heb me bewust achterin gehandhaafd, na de 170 van donderdag had ik gisteren ook nog 130 gereden: eerst naar Aachen om daar, inderdaad, een nieuwe Garmin te halen en later op de dag tegen de wind in naar Jan te Kanne om nog een bestelling uit dezelfde fietsenwinkel af te leveren. Samen met vandaag kom ik dan toch op zo’n 400 kilometer in drie fietsdagen kort op elkaar. Laat de Vogezen en Alpen maar komen!

Overigens had ik ’s morgens een jackie aangetrokken, een mooi transparant (wat een fraaie politieke term overigens) ding dat ik op de Monte Ceneri gescoord had. Dat ding is echter 100% water- en dampdicht zodat ik rond Cadier & Keer zeiknatte kleding erin had en het zweet onder uit de mouwen drupte. Nadat ik in Eckelrade het ding uitgedaan had was bittere koude mijn oordeel. Pam-Pam warmde zodoende ook niet veel op. Overigens nog wel even de faalangstige en onzekere RCV’13 de revue laten passeren.

De terugweg mooi, waar Hans terdege aan Karel dacht en te zware klimmen vermeed. Overigens kwamen wij daar in een groep Nederlanders (‘Avia’) terecht die wij nog vaker tegen zouden komen. De minzame blik van Hans, achterom, na hun ingehaald te hebben, staat op ons netvlies gebrand.

Te Amby zwaaide Hans af naar Bemelen; Jos besloot hem niet te vergezellen daar op de Koulen het reanimatieteam niet klaarstond.

Onder aan de Oliemolenweg zwaaiden Ger en Jos af over de Dellen en Karel, Henk en Martin huiswaarts. Deze maal wat minder routineus: de prachtige Waterval omhoog, waar Henk een labiba ervoer en deze maal de abuba niet bandenlichterloos van het wiel kwam.

Door over Oensel en Groot Genhout om de Hobbelrade af te dalen en zo met 99 thuis aan te komen.

Fiets conform de instructies netjes gepoetst.



Hemelvaartsdag 9 mei – Schimmert – Spa – Schimmert

Ambitieus had de webmaster aan de start van het jaar wat meer langere ‘HC-ritten’ in de kalender gezet met tevens als doelstelling ons daar aan te houden.

Een van die ritten was Schimmert – Spa – Schimmert, een rit die we volgens mij nog nooit gereden hadden.
Dat de rit door zou gaan duldde geen twijfel; immers, Henk en Martin hadden dinsdag ook in de stromende regen gefietst en dat overleefd. Alleen de Garmin heeft wel een tik gekregen, in ieder geval het geheugenkaartje, maar mogelijk ook het slot waar dat in gaat. Het waterdichte klepje wat onzorgvuldig afgesloten denk ik.
Om half zeven kletterde het nog lustig en de weersverwachting meldde dat het na de middag droog zou worden. Gelukkig gaf de buienradar aan dat het veel sneller droog zou worden, dus met een goed gevoel, én een achterspatbordje, op pad.

In Schimmert troffen wij snel Der Jáán en Pou-Pou, hiermee dus twee-derde van het TCE-Alpi2013 team. Jan nog wat verkouden en Ger met mooie nieuwe CXP33-wielen. Verstandig.

Wegens het deels falen van de Garmin (geen kaartmateriaal) was het routelezen moeizaam, maar de zon was onze vriend, en ons geheugen.

Dus op naar het zuiden. Al snel bleek dat we zeker niet de kortste en de vlakste weg zouden nemen, want op De Plank onverwacht rechts en Crindael af en de wondermooie klim in de dampende ochtendzon van Pietersvoeren naar Aubel. Door de woonwijk afgedaald en sinds lang weer eens de afdaling naar Val Dieu en links het dal van de Berwinne stroomopwaarts, over wegdek glad als babybilletjes. Zo glad dat we vergaten tijdig rechtsaf te slaan naar Charneux en zo op de grote weg naar Battice uitkwamen. Deze omhoog en hij was toch langer en steiler dan in onze herinnering. Op weg naar Herve een platte abiba van Jan, denkelijk een snakebite door een kuil, die echter snel gerepareerd was en feilloos door de kleinste straatjes van Herve gekronkeld om zo zuidwaarts naar Les Bruyères te rijden, een klein stukje bekend van KBK jongstleden.

De fietsafslag naar Lambermont in de vaart voorbijgereden en zo kwamen we in Verviers uit, ook weer eens een ervaring. Daar nu elke navigatie ontbrak het zekere voor het onzekere nemend en langs de Weser naar Pepinster en zo naar Theux; een wondermooi dal tussen fris groene berghellingen als in de Jura. Wel was daar een aantal motortoeristen aan het klootzakken, bijzonder hinderlijk. De mooie Avenue Reine Astrid naar Spa opgestoomd en daar buiten aan de koffie met lekkere vlaai.
Vanuit Spa direct omhoog de fraaie Côte Annette et Lubin, heel fraai tot 16% zo dicht bij Spa. Over wat twijfelachtig wegdek naar de golfbaan en zo kwamen we in Tiège aan waar we bekend terrein van de Hoge Venenrit ontmoetten. Rechtdoor naar Jalhay en langs de Gileppe met de wind mee als steenvalken naar beneden om te Dolhain de gevreesde Côte de Carrière te slechten. Bovenaan nog wat eten uitgewisseld en door over het schilderachtige weggetje, waar helaas het wegdek door Picasso geschilderd leek te zijn. Met de wind mee vals plat naar Henri-Chapelle en elkaar opzwepend naar het oorlogskerkhof en weer eens fraai naar Mabroek, waar Henk staande op het grote blad de klim slechtte, edoch Jan en Martin absoluut niet in de verleiding kon brengen hem te willen volgen. In Teuven zei Jan de klim Nurop-De Plank te willen doen om zo door de Voerstreek naar de stuw van Moelingen te gaan, dus alzo. Bovenaangekomen zei Ger dat hij kramp gehad had en we maar vooruit moesten. Natuurlijk deden we dat niet, waarop Ger als gekatapulteerd vooruit schoot. Over de Oude Luikerweg langs het bungalowpark van Euverem, vele wandelaars ontwijkend en door Pesaken achter Neuburg langs en Ger in Gulpen afgeleverd, waarop hij zei, tot onze grote verbazing dat hij voor het karakter mee zou rijden tot de Sibbergrub. Kijk: dat is nog eens karakter.

Zo ook is het natuurlijk karakter dat Jan na een forse verkoudheid aan de toren stond (mocht deze opmerking de indruk wekken dat de webmaster de jury Vosges 2013 wil beïnvloeden, dan berust dit op een misverstand vanzelfsprekend).

Te Valkenburg gingen Henk en Martin de Stoepert op, Martin de opmerking uitlokkend of Henk soms de reservetank met nitro had opengetrokken waarop Henk antwoordde dat hij deze maal, in tegenstelling tot andere keren, defensief gestart was (lees: “zich niet door Hans had laten gek maken”) en nog overhad.

Zoveel over dat we in onze traditionele sprint (tenzij we echt kapot zitten) bergop na Op de Bies, 50 km/h haalden. Overigens was Henk niet zo fris dat hij mijn uitnodiging de Putherberg mee op te gaan accepteerde.

Na 166 km en 1913 hoogtemeters en een gemiddelde van 25.3 km/h denk ik dat we een perfecte training voor Vosges en Alpi verricht hebben!

Ger:

Maar liefst twee zondagen niet gefietst met TCE en dan stond ook nog de rit naar Spa op het programma. Route voor mij niet echt bekend; inschatting ca. 140 km. Maakte me wel wat zorgen dus.

In Zeeland overigens een prima tien dagen gehad; alleen regen bij aankomst en voor de rest veel zon. Maar ook veel wind en temperaturen die ’s nachts tussen 0 en 5 waren. Betekende ’s morgens lekker wakker worden in een frisse caravan, maar ook veel verwarming stoken. Genoten van wandelen, fietsen en cultuur en gelukkig kon Reinouw het fietsen gewoon aan. Tochtjes van ca. 50 km naar Brugge, Damme en Vlissingen geen probleem.

Onze generatie gewoon verwend met luxe spullen op stap, de terrassen vol bezettend en met een blik van “dat hebben wij verdiend en die Grieken niet”. Niet echt mijn ding dit soort gedrag. Anderzijds; ook wij hebben mooie spullen, dus….. iets van pot en ketel?

Die ca. 300 km gaf als gezegd geen garantie en ondanks mijn perfecte nieuwe wielen en verstandig fietsen voelde ik bij de 90 km tussenstop in Spa mijn benen wel. Wel buiten kunnen koffie drinken en bij gebrek aan Hans geen serieus gespreksthema!

Vervolgens had Martin ca. 250 hm in ca. 10 km als koude start ingepland. Schitterende klimmen met fraaie uitzichten nadat we op weg naar Spa het Waalse stedelijk gebied rondom Verviers hadden verkend.

Mijn achterstand in de klimmen bleef merkwaardig enkele meters, maar op de daarop volgende vals platten liep het snel op. Zo bijvoorbeeld ook bij de altijd mooie Carrière. Jan merkte overigens op een paar plekken op, dat de MTB beter was geweest; blij dat Hans zijn Di Stefano dat niet hoefde mee te maken.

IN HC rechtsdoor langs het kerkhof en het gas ging er nog eens op; doortrekken zonder macht te hoeven zetten ging, maar op de Plankstraat vanuit Teuven naar de grote weg Planck-de Hut ging het lampje uit.

Vanaf dat moment gedacht wat te doen. Wat ik nooit doe als we in Gulpen zijn afslaan naar de Maretak, maar…….

Bij Euverem besloten dat ik via Wijlre en Valkenburg naar de voet van de Sibber wilde; karakter kweken en doorzetten. Martin en Henk vonden het een goed idee en pasten het tempo wat aan. D.w.z. van vlak boven de 30 naar vlak daaronder; het bleef dus raggen.

Bij de Sibber afgedraaid nadat ik de laatste kilometers had laten lopen. Voor op het middenblad en achter op de grootste en merkwaardigerwijze kwam ik zo goed boven; liep eigenlijk prima zonder granny.

Dus ook gelijk besloten maar door te trekken naar Margraten om zo uiteindelijk na 164 km thuis af te klokken. Het gem. van 24.3 onder aan de Sibber heb ik met wat doortrekken en wind tegen toch op 24,2 weten te houden. Thuis om 16.00 uur.

Lang bad; lang bijkomen en met een glaasje rosé bij de Giro-finale en dit verslag, word ik weer een beetje mens. Morgen fiets poetsen voor zondag.



Zondag 5 mei

Onderaan de Putherberg trof Martin Henk, die gelijk doorreed opdat we ruim op tijd aan de Watertoren zouden aankomen. Daar al snel Hans en ook Jos die uit een regenachtige Provence, zonder Ventouxpoging teruggekomen was.

Daar Karel wederom zakelijke beslommeringen had, moesten wij deze eerst ophalen bij de Biezenhof te Geleen onderaan de Sweikhuizerberg. Dus daarheen via een aantrekkelijke route zodat we met een voorsprong van zo’n 20 km aan de rit begonnen. Een rit die, wegens het afwijkende startpunt, een afwijkend karakter zou krijgen.

Henk had wel zin in iets exploratief en vond snel nieuwe fietspaden bij het Orbisziekenhuis en zo door naar de Urmonderbaan waar aantrekkelijk door de weilanden het gekwinkeleer van de veldleeuwerik de lente bevestigde.

Gemoedelijk naar de pont van Berg, waar we in een optocht van Duitse BMW-cabrio’s terechtkwamen, maar gelukkig zonder hen de boot namen.

Over de dijken naar Leut en via een route die alleen de Garmin kon reconstrueren kwamen we uiteindelijk bij de pauzeplaats aan, een oud stationnetje aan de kolenlijn naar As.

Daar voor het eerst dit jaar in de zon gezeten en de PvdA er van langs gegeven. Noord-Koreaanse kiesreglementen en dergelijke.

Toen aantrekkelijke bospaden gevonden (eindelijk) en min of meer het kompas volgend naar de Zuid-Willemsvaart en zo naar Smeermaas; Hans als een gesel naar Maastricht opstomend.

De Wilhelminabrug hebben we in een soort urban street race gevonden, ons over de kasseien tussen de wandelaars en mindere fietsers door laverend, waarna we een groepje anders fietsers oppikten met wie het goed fietsen was; zodanig goed dat we in het industriegebied rond de Fregatweg elkaar kwijtraakten en Karel en Martin, na tevergeefs telefoneren naar Hans, besloten getweeën de weg naar huis te vinden; voor Karel de gelegenheid even op adem te komen, hoewel we in de klim naar Ulestraten nog beiden een fietser vernederd hebben.

Door naar Schimmert en Spaubeek en het Stammenderbos omhoog. Benieuwd naar hoe de anderen de rit afgerond hebben.

Hans aldus:
In de finale van de koers, die al voor Maastricht begon, neem ik geen telefoon op. Karel praat graag tijdens het fietsen en probeert dat nu ook al via de telefoon. Praten bewaar ik voor bij de koffie. Op de fiets waardeer ik de stilte en de doorbreking daarvan door de vogels. Nog even voor wat betreft de route: in de Beatrixhaven zijn wij na de Mora rechtsaf geslagen. Je komt dan na de spoorovergang uit op de weg naar Meerssen. In Meerssen vond Jos het welletjes en is voor het spoor afgeslagen richting Valkenburg. Met Henk ben ik meegereden tot en met het klimmetje vanuit Kelmond. Hij is naar Beek afgedaald en ik ben via Schimmert naar huis gefietst.



Dinsdag 30 april – Königstag

Vandaag Nederland ontvlucht en wel voor de Hoge Venentour. Deze maal door Hans uitgezet. Aan de start, bovenaan de Kinkenweg, daarmee de finale al min of meer vastgelegd, verder Karel, Henk en Martin. De rest op vakantie.

Het was nog fris en blij dat we de lange broek aanhadden. Iets na negenen vertrokken op weg naar Baelen en met een prachtig uitzicht op Dolhain en Limbourg afgedaald om zo de voet van de eerste serieuze klim La Gileppe te geraken. Een klim die Hans en Martin deed denken aan de Bussang en Henk aan ‘de Gileppe’.

Van Jalhay naar Surister en afgedaald naar het dal van de Hoegne, waar we ook weer uit moesten om zo aan de grote kruising van Tiège te geraken waarna mooi afgedaald door het dal van de Wahay om, na lange tijd, weer eens in de naamgever van vele kuuroorden, Spa, te komen. Daar snel een nieuwe klim (behalve voor Hans) richting Francorchamps gevonden, de N62: lang, grof wegdek en onregelmatig. Maar allen kwamen boven in een volgorde die die dag niet meer zou veranderen. Door nu naar het mooiste stuk van de trip, de weg Hockai, Longfaye, Ovifat. Prachtig landschap (en wegdek), golvend en vooral stil. De winter had het landschap hier nog gevangen. Na Ovifat de grote weg naar het hoogste punt van België, de Botrange op, waar wij ferm het Koningslied wilden inzetten, maar de tekst niet kenden, waarop Martin Hans maar het Zeeuwsvlaamse volkslied declameerde.

De eerste geopende tent bij de Mont Rigi, alwaar prima rijstevla en Henk in anticipatie op de Vosges de Tarte aux Myrtilles nam.

De afdaling niet zo koud als enkele weken geleden, maar met de NO-wind niet prettig. Hans denderde door en de rest op de spaarbrander. Door de deels opgebroken maar in ontwikkeling zijnde binnenstad van Eupen en de grote weg richting Welkenraedt.

Om deze niet te lang te volgen linksaf geslagen naar Baelen en alsnog naar Welkenraedt waar Martin overduidelijk naar de voet van de Kinkenweg op zoek was. Deze dus gevonden en zo met bijna 100 km op de teller aangekomen. Een mooie tocht.



Zondag 28 april

In de wetenschap dat Hans, Ger, Jos en Henk niet aan de toren zouden staan was de hoop op Karel gevestigd; deze was immers recent uit Frankrijk geretourneerd.

Dus ik, Martin, de afspraak met hem gemaakt en ik zou hem in Oensel ontmoeten waar hij wat spullen moest brengen voor een kunstbeurs van Lilian. Aan de toren inderdaad niemand dan frisse ochtendkoude; ik was met de korte broek, wat overmoedig…

De hoeve in Oensel herkende ik overigens van Flikken Maastricht, althans de binnenplaats; in de serie staat namelijk de buitenkant ven ‘dezelfde’ hoeve op de Gulpenerberg. Tot welk een wonderen zijn de tv-makers in staat.

Ontspannen rijden was dus het thema, hoewel ik geheel niet ontevreden ben met het tempo. Door Meerssen waar het stil was sinds Jo en de Geulhemmerberg op en over het plateau naar Margraten en Termaar om mooi af te dalen langs Reijmerstok en zo naar Slenaken. Daar de “Loorberg Direttissima” (u zie de route) en afgedaald naar de Smidse waar het binnen tien minuten na onze komst gezellig druk werd met fietsers en wandelaars. Een bescheiden stukje vla, zonder slagroom, en wat slappe koffie, zelfs de espresso. Karel betaalde: grasmaaikoffie.

Natuurlijk de Camerig op waar ik onderin fors ingehaald werd door een struise blonde jongedame die mij echter niet kon afschudden, schijnbaar zonder inspanning mijnerzijds. “Dat zal ze leren!” dacht ik ferm.

Langs de boomkwekerij naar Vijlen en binnendoor naar Mechelen vanwaar een prachtig fietspad (Essentgeld zeker?) naar Partij.

Te Wijlre de Dikkebuikweg op, deze maal integraal om zo zeer prachtig in Elkenrade uit te komen en door naar Vrouwenheide.

Snel de Kar af en afgerond via Weustenrade en Nuth en beiden op het middenblad(!) de Zandberg op

Ger:

Als een echte digitale fietser ben ik ook in Zeeland uiteraard “on line”.

Dus gisteren een rondje met straffe wind naar Breskens voor vis. Tegen de 50 km met Reinouw over de duinen stevig doorgepeddeld en op tijd weer terug voor de warme chocomel! (de temperatuur is……..) Uitzicht over de het water en de velden is iedere keer weer heel fraai.

Vandaag rondje Sluis waar de sex-shops zijn vervangen door een grote hoeveelheid macro-bio-drogisterijen (ik snap de verandering niet echt). Heel druk met de toeristen en winkelend publiek. Vervolgens door naar Aardenburg waar eenieder na de kerk verdwenen was en over polderwegen naar Nieuwvliet en over de duinen terug. Weer tegen de 50 km, dus tevreden.

Morgen cultuur met ons favoriet museum; dat van Delvaux.



Zondag 21 april – Koulen – Banneux – Koulen

Het voordeel van een jetlag “uit het oosten” was dat ik, Martin, al om kwart over vijf naast mijn bed stond. Ruim tijd dus om goed te ontbijten en gelijk maar even de webpagina updaten.

Daar ik niet naar Klimmen wilde fietsen was Henk zo vriendelijk mij op te halen en zo waren we om acht uur bij Jos waar Hans al was en even later Ger ook.

Laatstgenoemde had inmiddels twee nieuwe spaken in zijn achterwiel en gaf toe dat mijn stelling aangaande weinig-spaak-wielen wel eens waar was. In ieder geval de juiste beslissing genomen voor twee CXP33 wielen.

Het was koud, dat wel, maar droog en dat bleef het. De heenweg min of meer traditioneel over Sibber en Bruisterbosch naar Mesch en langs de school naar Warsage om daar de lange weg naar Bombaye te pikken en zo naar de kasseien van Dalhem en door naar Olne waar we voor een variant kozen, namelijk de schilderachtige afdaling door Froidbermont en het dal om zo weer in Nessonvaux uit te komen. Martin, geënthousiasmeerd door deze variant reeg er nog een aan, te weten een nieuw klim naar Banneux en wel de Rue sur les Charneux. Een mooi rustig weggetje met venijnig steile stukken, hoewel volgens Le Docteur te slecht wegdek, wat ik wel mee vond vallen.

Door naar Banneux waar de stukken vlaai navenant de borstomvang van de serveerster waren; ze wist zeker dat het voor de verjaardag van Henk was.

Terug wederom een variant, maar nu rigoureus: eerst naar de voet van Les Forges om zo heel mooi af te dalen naar het dal van de Weser waar we eerst fout reden om de voet van de Drolenval te vinden. Na een aardig maar mooi stuk de Weser stroomopwaarts de voet gevonden en hij was mooi. “18% - Sorry” stond er op het wegdek.

Na Xhendelesse wijzigde de route zich volkomen en volgden we een oud Classictraject. Inderdaad door een stukje industrieterrein.

Aangekomen op de Route Charlemagne stelde Hans voor ‘hoog te blijven’; een goed idee.

Te H-Chapelle afgedaald langs de Geul waar Henk en Martin het voortouw namen en Ger nog even een poging deed. Ook naar Teuven ging het heel gezwind, maar na te lang kopwerk van Martin en Henk konden zij niet meer volgen.

In Gulpen vonden we elkaar weer en via Wijlré naar de voet van Elkenrade. Het is volstrekt onduidelijk wat Hans precies gedaan heeft, feit is dat slechts Jos en Martin de goede route Elkenrade, Lange Vrakelberg en Koulen gedaan hebben. Ger en Henk, door kramp geplaagd via Schin op Geul omhoog.

Goede ontvangst bij Marjan en Jos, de eerste keer ooit binnen moeten zitten.

Het was mooi en, ik moet het eerlijk zeggen, het viel mee!

Ger vult aan:

Gewoon een lekker fietsweekend.

Gister met onze Mark (die eigenlijk meer met rennen en voetballen bezig was geweest dan met fietsen) naar HC omhoog en langs de Berwinne naar het racepad. Mooie zon en lucht, maar ook stevige wind tegen vanaf Withuis tot achter Bunde. Heeft altijd toch wel iets aparts en beiden lekker elkaar opgenaaid. Na 88 km, hm 735 en gem. 25,7 tevreden.

Mark weer tegen 15.00 met fiets het openbaar vervoer in naar Nijmegen en ik Reinouw met de laatste dingen van onze kookclub geholpen. Zij was vrijdag in Nijmegen geweest; luchtpijp gelukkig nog helemaal schoon en open van binnen. Wel druk van buiten, die het vervelend gevoel veroorzaakte; maar ze was weer heel opgelucht dat er niks nieuws was gegroeid. Dus klaar voor ons cluppie. Tegen 1.00 vanmorgen in bed en er om 6.30 weer uit.

KBK kan ik kort over zijn; het laatste wiel was voor mij, maar met verstand gefietst. Had dus nog over aan het eind, maar een kleine bidon brak me in onze Dorpstraat op: kramp. Derhalve maar gekozen voor de weg onderlangs. Mooie klimmen gedaan; mooie verhalen gewisseld en de diverse (korte) vakanties beginnen.

Afsluiting op de Koulen was weer als vanouds en thuis direct het warme bad in om weer op te warmen.

Ben dus pas na 6 mei retour. Gaan lekker in Zeeland vis eten, wat musea bezoeken, fietsen en genieten. Veel plezier en zie eenieder weer tegen Hemelvaart voor weer een lange tocht; hoop ik



Zondag 14 April

Hans
begint:

Altijd weer benieuwd wie zich aan de toren zal melden. Na de nieuwe rotonde voor Schimmert zag ik Jos al bij ons clubhuis staan. Niet veel later meldde zich Ger, die zei al te vrezen dat hij alleen ons tweeën zou treffen. Immers, Martin had al eerder laten weten ook vandaag niet van de partij te kunnen zijn. Na het uitwisselen van redenen/argumenten waarom het vandaag niet zo hard zou moeten gaan op Gers voorstel besloten naar Pam-Pam te fietsen. De route zoals bekend: via Haasdal naar Valkenburg, Daalhemer op, door naar Wolfshuis, langs de molen naar Gasthuis, linksaf langs ’t Rooth, omlaag en omhoog, door Cadier en Keer richting Honthem, In dat gat linksaf naar Eckelrade en na dat gat naar St. Geertruid. Bij de kerk in St. Geertruid, rechtsaf omlag en linksaf omhoog naar Moerslag. Tot zover alles goed. Tussen Moerslag en Mesch - de weg over de Mescherhei waar je altijd tegen de wind in rijdt en niet zo gemakkelijk op tempo komt - reed Ger door een kuiltje, zo realiseerde hij zich later toen op het knipje vlak voor Mesch een spaak in zijn achterwiel met een prachtige ‘ping’ doormidden brak. Omdat Ger geen 65 kilo weegt zat er al gauw een behoorlijke slag in zijn wiel. Daarom besloten naar Gulpen te fietsen voor, zo bleek later, een fietswissel. Onderweg beloofde Ger ons thuis te trakteren op koffie en zelfgebakken, mislukte rijstevla. Zo gedaan. De vla smaakte overigens prima. Dat deed me overigens denken aan een verhaal over Jip en Janneke (van Annie M.G. Schmidt) die zich de taart ook prima lieten smaken nadat Jip er per ongeluk op was gaan zitten. Die gedachte heb ik overigens maar voor mezelf gehouden want wie weet tot wat voor gepraat dat weer zou leiden.

Bij Ger thuis besloten we een stuk van het laatste deel van de A.G. te rijden: Kruisberg, Eyserbos, Fromberg met de Koulen als eindpunt. Op de klim van de Kruisberg spatte ons kleine pelotonnetje al uit elkaar. Met Jos doorgereden tot boven bij het Eyserbos en vergeefs gewacht op Ger, onderwijl gezellig gekeuveld met Wil Houben, een oude bekende van ons beiden. Doorgereden naar het huis van Jos. Daar bleek dat Jos een andere route had gekozen en niet veel later kwam Ger aan die op zijn beurt ook zijn eigen weg had gevonden. Kortom: een wat chaotische rit met een goed eind. Met die gedachte reed ik tevreden naar huis.

Ger vult aan:

Ja wat moet ik er van zeggen; allereerst een spannende AGR waarbij de wind toch een rol speelde, zoals vanmorgen verondersteld.

Een weekend, waar de eertijdse generatie “Jonge Juristen” weer op vrijdag zijn diner had met maximale opkomst en waarbij eenieder inmiddels rond de 60/65 is en onze “ouwe baas” inmiddels 75. Nostalgie; mooie verhalen en uiteraard - want dat is het enige wat nog herinnert aan onze jeugd - een zodanige hoeveelheid drank, dat onze dames de oude tijd ook nog herinnerden.

Prima dus, maar me gister maar beperkt tot het instaleren van de vijverpompen/-filters etc.

Vanmorgen op tijd op de Duell met de keuze de AGR maar de AGR te laten en op tijd vertrokken voor de Toren. Wat ik al vreesde was waar: “Hans en Jos”. Nu bleek dat allereerst weer een ontzettende aardige en gezellige “kennismaking” met goede berichten van Jos over het thuisfront en een bescheiden Hans over zijn fietsprestaties.

Hij overweegt een “cultureel/geschiedkundig/politiek-rode-draadjaaragendathema” aan ons te sturen, zodat we wat in kunnen lezen. En dan iedere week na deel 1 van de fietsles ook hierin overhoring tijdens de koffie.

Dat komt omdat we bij ons thuis (daarover straks meer) werkelijk alles de revue hebben laten passeren: de onnozelaars uit de politiek; de verkeerd behandelde zuidelijke burgers. Immers we zijn natuurlijk als Limburgers solidair met bijv. Portugal en Spanje. De altijd overlevende Italianen en Grieken hoeven die solidariteit niet. Kijk maar naar de historie. Uiteraard mijn thema van dit jaar, bejaard maar er niet toe willen behoren. Zo heb ik in een week als jongste bij mijn Audi/dealer gezeten bij een of andere actie met van die ANWB/jas stellen. Daarnaast een OV kaart aangeschaft om in de daluren met Reinouw naar musea te treinen, etc. etc.

We kwamen bij ons nadat ik ervaren had dat Hans en ook zeker Jos weer sterk fietsen en mijn Baraque-ervaring dus alleen voor dat groepje geldt.In Mesch en op weg naar Pam Pam ging echter na een `pang` een spaak achter na de haaien. Hans en Jos boden aan me naar huis te escorteren vanwege het slagje. Na 60 km kwamen we in Gulpen en dus koffie bij ons. Reinouw had gister voor het eerst in 20 jaar een rijstevlaai gemaakt en na het fietsen hoorde ik met bruin-broodmeel. Niet helemaal perfect maar Jos wilde zelfs een tweede stuk.

Garmin omgekit naar de Roggiani om nog wat extra´s te doen. Hans suggereerde Kruisberg, Eijserbos en verder AGR stukken. Na de Kruisberg ben ik echter via Trintelen omhoog gegaan. Toch makkelijker met mijn 21 achter. Fromberg op en via Jos zijn home verder. Hans en Jos stonden daar te wachten!!

Zoals jullie uit mijn route zien, heb ik er daarna toch nog een aardige lap opgegeven via de beide Haasdalen en via het Racepad terug naar St. Gieter. Banholt en de afzink naar Reijmerstok brachten me vandaag toch op 125 km. en > 1300 hm Gemiddelde deel 1 dankzij Hans en Jos 24,7 km en aansluitend toch nog 23.8.

Tevreden thuis en genoten van een mooie Amstel

NB; volgende week KBK bij Jos om 8.00 verzamelen
NB; Jos is ook voor augustus Italië maar de Excel weigert dat te aanvaarden. Week 2 was onze target vandaag.



Zondag 6 april

Hans
heeft solo gereden:

Afgelopen week m’n Di Stefano getest. Hij is er klaar voor.

Daarom vanmorgen om half negen op naar de watertoren. Niemand daar. Wellicht heb ik iets gemist. Kan maar zo. Om negen vertrokken. Via Haasdal naar Valkenburg, de Daalhemer op, rechtdoor langs de molen, voor de camping links langs ’t Rooth naar C&K, Honthem, Eckelrade, St. Geertruid, Moerslag en bij Mesch de grens over. Omdat ik zelf de route mocht bepalen natuurlijk omhoog naar La Heydt, door Neufchâteau, omlaag naar het dal van de Berwinne, de weg schuin over en weer omhoog naar Charneau. Bij het grote witte kruisbeeld op de heuvel natuurlijk het steile binnenweggetje genomen. Vanaf Charneau naar Thimister vervolgens door Clermont over de keitjes verder langs het oorlogsmuseum, het mooie kasteeltje Crawhez waar je in 2008, voor de crisis, nog heerlijk kon eten. Bij het schooltje van La Clouse via het steile weggetje omhoog naar de doorgaande weg langs de militaire begraafplaats.
Op de grote plaat in volle galop naar het Rode Bos want van koffie was nog niets gekomen. Bij de koffie de wereldproblemen geanalyseerd. Nog even elektronisch met Bas Jacobs van de Erasmus Universiteit mijn conclusies afgestemd. Hij kon me helemaal volgen. Andersom heb ik daar weleens moeite mee want hij praat nogal snel. Na de koffie met de gezwinde spoed naar huis om dit verslag te tikken. Voor de statistieken: 93,5 km, 3.26 uur, 27,1 gemiddeld en 1064 hoogtemeters.

Ger heeft ook solo gereden:

De hele week nagenoten van de rit van vorige week; inderdaad achter alleen de 21, resp 19 als “kleintjes” en voor “de grote mannen-plaat”. Ouderwets op de macht dus.Nu had Martin vorige week aan het eind al gemeld in Taiwan te zijn voor vandaag en gaf Henk een weifelend antwoord op de vraag “zondag”? Geen berichten op het forum; en - om eerlijk te zijn - in het wiel van Hans of Jos, leek me voor hen en voor mij niet echt leuk. Dus nog een ritje alleen om te trainen. Vandaag de Duell gepakt en inmiddels begin ik de Garmin te beheersen.

Na wat twijfel tegen 9.30 op weg net boven 0 °C om weer eens ouderwets de Limburgse heuvels aan te pakken. Vertrokken naar de Loorberg en door naar de Camerig. Begonnen net als vorige week de granny (die ik nu wel had) niet te gebruiken en dat lukte wonderwel. Camerig met z’n vieren naar boven. Boven weer omlaag om bij Vaalsbroek door te steken naar het Drielandenpunt. Ook die liep lekker en ik haalde er een paar in. Boven wordt van alles nieuw gebouwd; begint er gelikt uit te zien en in de afdaling is veel gekapt. Dus dat ziet er mooi uit.

Op het “op en neer wegdek” omlaag naar Sippenaeken en door naar Hombourg. De zon was er van de start bij en de temp liep lekker op.Grote weg over en even gedacht aan de Kinkenweg, maar toch maar gekozen voor de weg omhoog naar Henri Chapelle. Daar afgedraaid naar de grote weg vals omlaag naar Aubel. Achter een haag bij het militaire kerkhof lag nog een fikse sneeuwhoop.

Bij Aubel gekend naar Val Dieu waar het heel druk was en langs het heel mooi Berwinnedal doorgestoken naar Dalhem en vandaar naar Visé. Langs Pam Pam (geen fiets gezien) en gekend langs het water naar Maastricht. Even gedacht bij Slavante omhoog te gaan, maar het was zo druk, dat ik dacht daar met wandelaars in conflict te komen.
Ergo door Maastricht richting de Dellen en vandaar over de grote weg van Valkenburg naar Wittem en huis. Afgeklokt met 108 km op de teller en hm 1112. Daarbij een gem. van 23.3 km/h. Toch wel tevreden. Fiets aan de kant om morgen te poetsen. Mooie Parijs Roubaix gezien, met echte koers en eindelijk ook eens Nederlanders die meededen. Nu Reinouw ophalen in Maastricht, die een weekend “middelste” in Den Haag achter de rug heeft. We hebben beiden het spoor ontdekt!

De route als het goed is naar Martin doorgezet; ben benieuwd of dat goed is gegaan.



Maandag 1 april (Tweede Paasdag) – lange rit.

Ger is de eerste in staat tot een verslag:

Enigszins ongerust naar de toren; immers er was een lange tocht aangekondigd.

Onbekend wat dat zou gaan betekenen, maar de gebruikelijke groep (zonder Karel want die zit in Frankrijk) zou waarschijnlijk geen compassie hebben. Gisteren de eerste rit > 100 km; zaterdag ook een kleine 50 km en omdat ik geen drie fietsen wilde gaan poetsen de Rogianni gepakt. Wetend dat bij gebrek aan granny dat zeker schoon zou blijven. De ontvangst van Henk was bemoedigend, want hij meende nauwelijks verschil in de tandjes achter te zien.

Enfin ook Jos was er niet (vakantie) en voor Hans te koud? Ik vertrok nl. in Gulpen met -4, met wel een mager zonnetje.

Annoncement was de Baraque en Martin beloofde zijn granny niet te gebruiken. Wetend, dat ik zuinig moest rijden, zo ook maar begonnen; de rit terug naar Gulpen en alleen op de Sibber de kop gepakt aan het eind. Zo’n ouderwetse “double” deed me weer aan het verleden denken toen ik alles “op de mach” deed. Vervolgens me nauwelijks meer op kop getoond, behalve op het stuk naar Hagelstein. Sedert het nieuwe asfalt loopt dat ook lekker vals omhoog. We fietsten eigenlijk gelijk op en niemand hoefde te forceren om Jos en Hans bij te benen. Dat loonde dus, want bij aankomst op de route door het bos, was ik nog fris. Voornamelijk overigens doordat het nog altijd pas rond 0 was.

Het bos liep eigenlijk wel; kleinste verzet (21 geloof ik) en op de paar stevige stukken ouderwets staand. Op een paar plekken sneeuw en zelfs een beetje ijs, maar Henk en Martin bleven in zicht.

Bij het uitdraaien van het bos naar Martin gereden en zo met z’n tweeën naar de pauze. We waren koud en nat en omdat we tegen lunch er waren, ging de buitendeur steeds open, waardoor we nog een extra shot kregen. De afdaling met natte onderkleren en onder 0 begon lekker te lopen toen we ons warm konden trappen.

Terug steeds minder reserves gehouden en af en toe lekker “doorgeduwd”. In Gulpen nog even mee naar Wijlre om daar weer terug af te slaan om boven de 125 km te komen. Dat lukte met 132,5.

Hm waren met 1550 ook wel goed en zelfs het gem met 23.3 km viel niet tegen. Voel mijn benen nu wel na een weekend met > 275 km. Goed getraind en nu met wat tips van Martin proberen de historie op de PC te krijgen.


Na wat computerperikelen voegt Henk het ‘officiële’ verslag toe:

Al lange tijd stond voor deze dag een lange rit aangekondigd in onze agenda.
In de week voorafgaand suggereerde Martin de Baraque Michel als doel. Op zondag was ik gemotiveerd om daar een route voor te ontwikkelen en ik stuurde het resultaat naar Martin om te laden op z’n Garmin. Het zag er fris uit in de ochtend, maar wel met een stralend zonnetje, dus met een dito humeur en met hand- en overshoentjes aan vertrok ik.

Aan de toren verwachtten we alleen Ger, en die verwachting kwam uit. Ger was zich niet goed bewust van het plan voor een lange rit. Hij was zelfs de vorige dag al aan de toren geweest en was toen zelf maar een stukje gaan fietsen (+100 km). Op de heenweg volgden we hoofdzakelijk de geplande route. Op de enige plek waar die niet obligaat was sloegen we te vroeg af, waardoor we uiteindelijk de Plankweg namen. Die lag er mooi bij met nieuw asfalt op een paar stukken. Door het bos omhoog naar de Baraque was de gebruikelijke verkwikkende ervaring. Heerlijk stil. Perfect asfalt in het eerste stuk. Nog wel ingehaald door een groepje jongeren (hopen we) waaronder een vrouw. Tweede deel met gekend slecht wegdek, maar ook met ijs waarop ik nog bijna onderuitging. Op de grote weg aangekomen zette ik aan, want ik moest nodig. Na de ontbering waren ook Ger en Martin al binnen. Tot die tijd hadden we vrijwel alleen bij < 0 gereden. Het vroor toen we weggingen en op de Baraque lag sneeuw.

Binnen snorde de kachel, maar de warmtesluis werkte niet goed. De buitenste deur bleef hangen in de sneeuw en viel niet vanzelf dicht, en er kwamen grote groepen binnen, waardoor beide deuren op elkaar open bleven staan. Brrr. Lekkere abrikozentaart en goede koffie, en de toch wel stevig ronkende kachel brachten ons weer wat op temperatuur. De kal betrof alles wat de fietser bezighoudt. EPO, Ronde van Vlaanderen, en de relatie tussen die twee. Daarnaast ook operating working capital. Ik voelde de krachtsinspanning van de laatste klim wel flink. De afdaling was koud als verwacht. Gelukkig kon er in de 13 km afdaling naar Eupen af en toe bijgetrapt worden. Ik voelde wel wat krampverschijnselen komen, maar die lieten zich technisch maskeren. Daarna was het leed wel geleden. Het was wat warmer, we kwamen niet meer op grote hoogte en er waren klimmetjes om verder op te warmen. We volgden niet de geplande terugweg, omdat Ger opzag tegen al te veel km’s en tijd. Martin vond geroutineerd een ultrakort alternatief, en verraste ons met een steil klimmetje in Eupen en een doorsteekje van Welkenraedt naar Montzen, langs golfbaan en Kinkenweg, Henri Chapelle vermijdend. Gaandeweg bleek steeds meer dat Ger de winter goed doorgekomen was met MTB en hometrainer. Met een weekendtotaal van 275 reed hij in het laatste deel voorop. Vanaf Wijlre pakten Martin en ik de rustigste weg via de Stoepert. Martin liet zich nog uitdagen tot het Stammenderbos toen ik de alternatieven als watjeskant bestempelde. Ik peddelde rustig via het Geleenbeekdal naar huis. Op dat stuk toch nog een krampaanval toen ik even aanzette om tussen de vele wandelaars door te slalommen. 145 km op de teller en toen ik thuis was niet eens koud. Spieren de volgende dag ook geheel hersteld. Prima gevoel.

Noot van de Dode: wie de route goed bekijkt ziet dat het Stammenderbos een beetje bezijden de waarheid is…☺



Zondag 31 maart

Ger
vertelt:

Net naar een meer dan mooie Ronde van Vlaanderen zitten kijken. Power, koersintelligentie en meer dan goede tijdritkwaliteiten maakten het verschil.

Gisteren een SMS van Martin om een ritje door het veld te maken gemist; ik zat op de fiets om wat km’s te maken en had bedacht dat maar te doen door met mijn trekking boodschappen te gaan doen in Maastricht. Wat omrijden via Scheulder naar uiteindelijk de Dellen en na Maastricht via Eijsden naar St. Geertruid en via Banholt en Reijmerstok naar huis bracht me boven de 50 km. Wel een lekke band onderweg en naast de Volta Classic ook nog een of andere toertocht. De liefhebber van fietsers (maar ook de andere soort) kan zijn borst dus ook dit seizoen nat maken. Of het door de Pasen of de ‘goesting’ kwam; er waren er veel op stap.

Vanmorgen op tijd de wekker en de Rogianni stond van gister al klaar om op weg te gaan naar de toren. Gisteravond geen bijzondere berichten, dus tegen 8.45 uur “en route”.

Ik was nog niet weg of er kwam een miezerige sneeuwneerslag. Niet echt veel en gelukkig geen regen, maar toch. Het was overigens -2.5 qua temp. Ik vroeg me af of ik nu echt gek was en bij de toren was het weer droog, maar nog even koud en geen andere opkomst.

Ik had ca. 75 km in gedachten en dacht als gewoontedier maar weer eens aan een wat vlakkere route. De Rogianni is als bekend maar van een dubbel voorzien en ook nog van het kaliber “grote plaat”. Dus maar door naar Geverik en Beek en daar naar Catsop om de route langs Maas en Kanaal naar Maastricht te pakken. Daar doorgestoken naar het Gouvernement en naar Eijsden. Inmiddels plat voor de wind en zo kon ik het gem. opschroeven. In Eijsden door naar Withuis en lekker langs de Voer. Inmiddels zag ik dat vandaag de Volta voor de liefhebbers was en die zou ik nog vaak tegenkomen. Lekker in Veurs omhoog om inderdaad met ca. 75 km te eindigen.

Echter boven bedacht ik me, dat even doorzetten me boven de 100 zou kunnen brengen; ergo omlaag naar Remersdael en Teuven en daar de Plankerweg omhoog. Leuk klimmetje om boven op de grote weg gas te kunnen geven richting Noorbeek. Daar verder door en naar Margraten om daar weer een lusje te pakken naar Sibbe. Dan gekend naar huis; Ingber omlaag en grote weg naar Wittem.

Grote weg over en nog even onder de Gulper naar ons zwembad en om de penitentie volledig te maken richting Pesaken en Euverem.

Lekker gekoerst en morgen begrijp ik om 9.00 uur weer aan de toren. Ben benieuwd of dat zal lukken, want “de grote plaat” krijg ik niet op zijn Cancellara’s rond!


Martin:

Met het vooruitzicht van de Tweede Paasdagtocht vandaag niet naar de toren gegaan. Wel heb ik gisteren en vandaag de ATB bereden. Gisteren alleen om via mooie veldwegen via Hegge, Genhout en het Kloosterbosch naar de Dellen te gaan en daar een MTB-route opgepikt om op en af te gaan. Via Meerssen door het land weer terug en zo 48 km gedaan.

Vandaag met der Jáán en Comomaat Caspar ge-ATB’ed; hij had dienst, dus konden wij Kanne niet te zeer verlaten. Daartoe had hij zijn vaste route die feitelijk weinig anders doet dan de hellingen rondom het Jekerdal op en af te gaan. Mooie uitzichten en technisch uitdagende stukken waar bleek dat ik ATB-technisch nog wel een achterstand goed te maken heb op de beide cracks, maar daar leer je alleen maar van. Met een Rohloff onder mijn kont natuurlijk wel genoeglijk naar het gekraak van Jans overslaande ketting geluisterd.



Zondag 24 maart

Martin: wetende dat Henk er zeker niet zou zijn en feitelijk te slecht weer om op de weg te fietsen, maar het gegeven dat de lichamelijke conditie steeds meer die van een wijkagent begint te benaderen was voldoende motivatie om wát te doen. Dus de ATB gepakt – die ik overigens ook al weken niet aangeraakt had wegens dienstreizen en familieactiviteiten en om zonder te hoeven nadenken de uitgepijlde Windraakroute genomen. Een bulderende oostenwind op de plateaus, maar in de bossen goed beschut. Intrigerend om te zien hoe rondom de Kollenberg een wedstrijd aan de gang is tussen de routeuitzetters en kakkineuze bewoners die de routebordjes weer weghalen, vernielen of overschilderen. Zelfs het met schors en al verwijderen van de boomstammen zag ik. Dit kan toch niet de bedoeling van deze ‘natuurbeschermers’ zijn?

Hoewel ik normaalgesproken bijna niemand tegenkom op deze route was het nu duidelijk dat velen de winter te lang wordt en er gewoon naar buiten móest gegaan worden, want er waren er meer op pad.

Na 38 km toch zeer tevreden aan de koffie.

Heren: volgende week maandag, tweede paasdag, is er een langere tocht gepland. Ik stel voor om 9.00 aan de toren. Gebruik het forum voor nadere voorstellen.

Ger:

Gisteren eindelijk de nieuwe Garmin eens kunnen uittesten. De gedachte was, dat ik nl. toch enigszins moest weten hoe het zou werken voor me vandaag aan de toren te melden. Da’s wel mooi spul, maar ik doe nog iets fout met het naar de PC overbrengen. Dat lukt namelijk nog niet.

Niet echt op het weer gelet, maar daar kwam ik snel achter toen ik in van Slenaken naar Teuven in een heuse sneeuwbui terecht kwam. Ik was op de smalle bandjes van de Rogianni en dus maar in Teuven direct omhoog via de Plankweg. Boven aangekomen maar gelijk omlaag via naar de Voer. Op eieren naar beneden en langs het riviertje richting Mesch. Heeft wel wat heroïsch en de blikken van de mensen in de auto die zich afvragen welke gek of verslaafde nu…… In Mesch werd het warempel droog, maar de lol was er af. Het racepad op bij Withuis en door de Dellen om “de storm” tegen op weg naar huis te ontlopen. Na een dikke 50 km toch tevreden thuis en voorbereid op vandaag.

Om 7.00 opgestaan om wederom een heuse sneeuwlaag te zien van een paar cm. Berichten over gladheid deden me ook de MTB maar aan de kant te laten.

Dus mijn teleurstelling maar verwerkt op de hometrainer met een 1,5 uur peddelen. Vervolgens een deel gekeken naar klassiek waaierrijden door Vlaanderen en maar de sauna gepakt.

Tweede paasdag fietsen is wat mij betreft een goed idee. Langere tocht met deze waardeloze fietskilometers in de benen is wel een opgave.



Zondag 17 maart


Martin: Na weken niet aan de bak te zijn geweest leek de weersverwachting deze keer ons wat meer gezind. Op een uitnodigend vraagteken aan Henk kwam snel een enthousiaste bevestiging, dus op pad. Langs de weg nog steeds enige sneeuwresten, maar de weg was schoon. Aan de toren Jos en Hans en daar bleef het bij. Goed nieuws dat beiden zich voor de Alpen hebben aangemeld alsook Jos voor les Vosges!

Zo vroeg in het jaar geen erg grote ambities, dus via een omweg naar Pam-Pam. Eerst afgedaald door Waterval om daar een aantal vlaggen halfstok te zien hangen als de voor immer weigerende erectie van Jo Dejong die dacht dat je als wethouder hem er overal mag insteken. Ongelofelijk dat men 1000 man voor een stille tocht bij elkaar weet te krijgen.

Om het gekende snelfietspad niet geheel te rijden deze maal linksaf richting Bemelen over de vervelende klim van de Antoniusbank, gevolgd door de evenzo lang trekkende klim naar Elkenrade. Via de korte route naar Pam-Pam waar Henk zich beklaagde over de bediening.

De eerste mogelijkheid tot de verjaardagsvlaai van Martin en ons onvermogen om de wereld te verbeteren gedeeld. Terug de Halembaye met wind mee en een binnendoorweggetje met uiteindelijk twijfelachtig wegdek vanaf Eben-Emael gevonden. De Mergelweg af en de Wijckerbrug over teneinde iets van de A2-werkzaamheden te kunnen zien, maar dat was niet zoveel. Door Maastrichts mooiste buurten richting Rasberg waar Henk en Martin tot verbazing van Hans mee omhoog reden en zo ook nog de Korte Raarberg, waar Martin de granny schoon hield en verder afrondend. Het vermoeden dat mijn ketting ver heen was thuis bevestigd en na een goede poetsbeurt deze vervangen.


Ondertussen rolt Gers verslag binnen:

Dit weekend maar besloten het race-seizoen te starten. Kan immers als pensionado uiteraard door de week de MTB nog wel eens pakken!

En dat heb ik me onderweg beloofd, want ik rommel maar wat aan en dat begint me wat te vervelen.

Na deze grote woorden toch vanmorgen niet aangedurfd me op tijd bij de toren te melden. Een combi van gisteren al gefietst en de immer nog vol snot zittende kop.

Gister een kleine 70 km met orde grootte hm 475. Overwegend vlak over de grote weg richting Valkenburg en dan sluipend omhoog via de Heek naar Klimmen. Afgedraaid naar Retersbeek en via Nuth en Spaubeek naar Beek. Doorgestoken naar Geulle en via Meerssen naar Bemelen. Naar de golf omhoog en parallel aan de rijksweg naar huis. Liep niet onaardig op mijn inmiddels klassieke Rogianni. Die is nog van een klassieke – grote - dubbel voor voorzien en achter slechts acht tandwieltjes. Maar loopt als een speer; ga de extra houder voor de Garmin er maar eens opzetten denk ik.

Vanmorgen om 10.00 weer met de Rogianni de Ingber op (door modder en waterstroompjes). Voor ca. 80 km ingetekend en weer niet te veel hm. Het is uiteindelijk 92 km geworden en hm 530. Gem. gisteren 24,5 en vandaag 24,3. Niet ontevreden, maar er moeten kg’s af en km’s bij.

In IJzeren terug gedraaid naar Margraten en gekend de rijksweg over om de bekende wegen naar Mesch te vinden. Altijd weer andere trajecten, maar altijd leuk. Het barstte al van de fietsers en merkwaardigerwijs ook veel “schone” MTB’ers. Daarnaast uiteraard veel lopers. Hoe heten die eigenlijk echt, want ze lopen niet, maar rennen. Renners kunnen ze echter niet heten, want dat is een synoniem voor ons als hardrijders. Weet iemand de oplossing?

Het ging prima voor de wind; dus dat beloofde een zwaar(der) stuk terug.

In Mesch aangekomen langs wat sneeuwhopen terug het racepad op. Ik wilde van mijn inmiddels behoorlijk vuile fiets geen modderschuit maken door bij de nieuwe sluis langs te gaan?! Op dat pad kwam ik de eerste in korte broek tegen; ook blote handen. Gelukkig verklaarde ie dat ie het koud had (want tegen was achterop rijden). Terug in Meerssen langs de papierfabriek, waar je een mooi kasteeltje zag door de ontbrekend bladeren; en verder naar Maas en kanaal. Rest vrij simpel; in Geulle langs het kanaal en de Maaswerken en op de brug een sprint van twee achtervolgers gewonnen. Langs peren en niets zeggen, is vragen om problemen. Dacht eerst gewoon in hun wiel te gaan zitten, maar met nog 150 meter te gaan; vond ik “even fatsoen leren” (en voelde dat ik ze kon hebben). Niet meer gezien!

Langs de IAZI naar Urmond door naar Berg en vandaar via Einighausen naar de Rijksweg in Sittard/Geleen. De Windraak was nl. mijn doel voor de terugweg. Gekozen voor de oude weg en via een troep wandelaars bovenop in de volle wind naar Martin zijn achtertuin. Schinnen en Thull en bij Loek langs en door om via wat kruip- en sluipdoor de wind wat te pareren. Uiteindelijk via Wijnandsrade en Hulsberg naar Valkenburg en via de grote weg terug. Heerlijk gepeddeld; fiets gepoetst; mezelf gepoetst en nu voor de buis; de eerste Milaan-San Remo. Ben benieuwd.

Karel tenslotte:

Om acht uur naar buiten gekeken, voorspelde in mijn ogen niet veel goeds, natte weg, natte auto's etc. Op basis van de eerdere weersvooruitzichten was het niet zo'n moeilijk besluit om weer terug in bed te kruipen.
Toen we enige tijd later opstonden zag het er eigenlijk toch niet zo slecht uit. Maar ja toch te laat voor de watertoren. Na Max uitgelaten te hebben nog wat spullen naar een kennis in Meerssen gebracht die ze voor me meeneemt naar Frankrijk. Niet groot of zwaar, maar wel lang. Om ca. 13.30 dan toch nog de fiets gepakt voor een rondje Zuid-Limburg.
Wijnandsrade, Swier, Klimmen, Ransdaal en de Fromberg op. Naar Wijlre en via Gulpen Ingber over het plateau van Margraten naar Bemelen. Meerssen en weer terug naar huis via Ulestraten en Genhout.
In de zon en luwte was het wel lekker, met wind op kop vond ik het maar smerig fris. Vooral op de Fromberg was nog veel smeltende sneeuw met de bijbehorende modderstroompjes. Gelukkig de Massi met spatbordjes meegenomen.

Hoewel ik niet lekker heb gefietst en het koud en smerig vond, ben ik toch blij dat ik nog ben geweest fietsen. Slechts 65 km maar ze zijn er toch weer bij.

In de loop van deze week gaan we voor ca. vijf weken naar Frankrijk, ben pas eind april weer terug.

Gaan verder met de verbouwing maar ik probeer ook het nodige te fietsen.



Zondag 3 maart

Henk vangt aan:

Ik was te laat aan de toren en ik moest dus alleen fietsen.
Hoe kwam dat?Het begin ging prima. Ruim op tijd op, alles gedaan wat gedaan moet worden, op tijd naar de garage om bandenspanning nog aan te kunnen passen, hetgeen niet nodig was, en dus snel op de fiets. Ik wist zeker dat Martin niet zou komen, en vrijwel zeker dat Karel er niet zou zijn (anders had hij wel een berichtje gestuurd). Daarom niet gewacht op de gebruikelijke ontmoetingsplaats maar in stede daarvan richting Puth gereden. Zou Karel toch nog komen dan kwam ik hem tegen. Geen Karel, dus met ruime voorsprong op schema in Puth. Nu had ik de Putherberg met iets meer vermogen genomen dan mijn van een verkoudheid herstellende lichaam toestond: bloedneus. Zakdoekjes tevoorschijn gehaald en langzaam, onderwijl het bloeden stelpend, verder gepeddeld. Dat ging prima, maar ik besloot de klim vanuit Nagelbeek toch maar rustig aan te doen, het risico lopend te laat aan de toren te komen.

Bovengekomen zag ik op de 4-sprong met de Vloedgraaf een stel met vier honden. Zie liepen er nonchalant bij en de honden zagen er groot maar niet bedreigend uit. Kennelijk had een van de bouviers bloed geroken, want plotseling stoof hij op mij af en hapte in mijn kuit. Stel natuurlijk geschrokken en gauw de honden in de bestelbus. Ik wachtte rustig, om ze de gelegenheid te geven zich te verontschuldigen en de eventuele schade op te nemen. Die viel gelukkig mee, alleen wat schaafwondjes en geen schade aan de broek. De man van het stel begreep zijn positie toch niet helemaal. Hij begon me uit te leggen dat ik had moeten waarschuwen dat ik eraan kwam, hetgeen ik riposteerde met de opmerking dat hij de verantwoordelijkheid voor zijn loslopende honden niet op mij af moest schuiven. Dat ging zijn verbale vermogens kennelijk te boven want mopperend liep hij terug naar de auto. De dame deed een iets meer gelaagde poging zich te verontschuldigen en ik liet het daar maar bij.

Door de combinatie van al die dingen vijf minuten te laat bij de toren. Ik vraag me af of er nog iemand anders geweest is. [red.: Hans had zich keurig middels het forum afgemeld!]

Vanwege mijn gebrek aan fitheid en de voorspelde motregen wilde ik redelijk dicht bij huis te blijven, geen pauze nemen en niet al te ver fietsen. Dan hield ik nog wat tijd over voor andere zaken, waarvan anders niets meer zou komen. Via gekende routes uiteraard, al moet ik wel even kwijt dat het doorsteekje van Wijnandsrade naar Swier via de Swierderkerkweg veel leuker is dan de grote baan.
Opvallend veel fietsers op de weg. Mountainbikers, maar ook al heel veel groepjes op echte fietsen. Aangekomen in Heerlen begon de motregen die voorspeld was in vaste vorm naar beneden te komen. Reden om de route niet nodeloos te verlengen. Grappig was nog dat ik erachter kwam dat ik nog nooit de weg van Merkelbeek naar Bingelrade had genomen. Prachtig uitzicht op de kerk van Bingelrade met schaapjes in het veld ervoor. Het bleef een beetje miezeren, maar de vorm [red.: van de neerslag] werd steeds overtuigender vloeibaar. Met 56 km op de teller toch een lekkere hersteltraining gedaan, en nog ruim de tijd voor alle noodzakelijke activiteiten, inclusief het schrijven van dit stukje.


Ger voegt daar aan toe:

Ik kom steeds meer tot de ontdekking, dat “een vaste baan” een geweldige regelmaat en afgedwongen discipline in zich bergt. Zo werd elk gaatje meteen gevuld met fietsen (en af en toe golf). Dat weg zijnde, is het niet zo, dat ik meer fiets, maar eerder minder! Steeds is er wel een aanleiding waarom “morgen” een beter alternatief is. Consequentie van dit overigens best aangenaam zijnde laissez faire-gedrag is, dat ik tot dusverre nauwelijks km’s heb gemaakt.

Februari daarenboven ook nog op de ski’s. Was weer heel erg leuk met de familie en ook Reinouw heeft nog vijf dagen op de latten kunnen staan. Bovendien niemand met blessures terug; prima dus. Ook nog een morgen zo’n 40 à 50 cm sneeuw van auto’s en parking verwijderd. Spelen in de sneeuw blijft kinderlijk voor allen. Volgend jaar gaan we wel korter is nu besloten; zondag vertrek en vrijdag terug. Beter voor het fysiek van een aantal. De Sella en Pordoi met de auto doend en in de buurt daarvan op de ski’s blijft apart.


Vorige week met al die sneeuw hier alleen binnen wat km’s gedaan.

Dus gisteren besloten er een ouderwetse zondag van te maken. Op de MTB naar buiten; poetsen en daarna sauna.

Via de webcam op Canvas nog even genoten van de sneeuw en zon in de diverse wintersportgebieden en rond 10.00 weg voor de St. Gieter-route. De Specialized ging niet door vanwege de modder. Was volgens mij een kulargument, maar het moet gezegd de modder rond Gulpen stelde wel wat voor. In Pesaken de klim omhoog richting Heijenrath was gewoon zwaar. In de afzink van de Loorberg kwam ik wel de eerste racers tegen en die waren goed op weg, want waar ik ergens kruiste waren er genoeg; vaak tweetallen overigens. In Slenaken door het veld naar Noorbeek; door naar St. Geertruid; enfin, jullie kennen de route wel.

Voor de rest weinig bijzonders, of het zou moeten zijn, dat het ondanks de zwaarte wel liep. Bij Banholt nog door wat resten van sneeuwduinen geploeterd en uiteindelijk via de golf in Wittem terug.

Lekker moe nu. Fiets is al schoon; nog even de ketting en de sauna begint al weer lekker te ruiken.

Deze week mooi weer en ook wat ruimte; dus geen pardon; km’s maken.

En oh ja; ik heb nu een Garmin 800 voor de Duell, want ik vind het risico bij een val op de MTB te groot. Kan ik deze week ook nog mee klooien en anders heeft Martin al het aanbod voor een clinic gedaan. Sowieso denk ik een aanbod waarover ik de webmaster nog zal contacten


Deze himself versaagde dit weekend: wegens mijn 25-jarig huwelijk samen gegeten in het restaurant van destijds, de Lickebaertshoeve tussen Maasland en Schipluiden en overnacht in een B&B op loopafstand(!).
’s Morgens een prachtige wandeling langs Vaart en Vliet om de Duifpolder, herinneringen aan schaatstochten in deze prachtige omgeving, Midden Delfland, ophalend. De protesten van de bevolking tegen verder oprukkende verstedelijking en de Blankenburgertunnel mij goed voorstellend.



Zondag 17 februari

Het zeer gewaarde verslag van Hans:

Vanuit de verte zag ik Jos al bij de Toren staan. Samen nog vijf minuten nodeloos gewacht. Het plan was gauw getrokken: op naar Pam Pam. Over de rit kan ik kort zijn: ruim honderd keer rechtsaf, ruim honderd keer linksaf, tig keer omhoog en tig keer omlaag. In totaal 84 km, gemiddeld 26,1 km/h en 855 hoogtemeters. Het weer was prima, zeker op de terugweg. De laatste 15 km merkte ik wel dat de winter me enige trainingsachterstand heeft opgeleverd. Werk aan de winkel.

Bij de koffie hebben we de bestuurlijke elite met een politieke achtergrond de maat genomen. We vonden dat wel op z’n plaats nadat de politiek die Sjoerd van Keulen publiekelijk had afgebrand. Die bestuurlijk/politieke elite heeft immers onder meer bij Vestia, Rochdale, zorginstelling Philadelphia, Ecoconcern en Woonbron (van de SS Rotterdam) ook ernstig gefaald. Daar kan nu de fraude bij nutsbedrijf Rendo aan worden toegevoegd. Ondermeer mevrouw Vogelaar - ook betrokken bij Woonbron - en de heer Apotheker (beiden ex-minister) waren daar toezichthouders. Onder hun toezicht heeft de directie gefraudeerd en vermoed wordt dat Hayo Apotheker ook niet helemaal schoon is. Electrabel gaat ook niet vrijuit. Ook zo’n onderneming die politiek is ingepakt. Jullie zullen het wel begrijpen: het even geduurd want er waren vele ander topics die we onder genot van koffie en vlaai de revue hebben laten passeren. Wat kan het leven toch mooi zijn.

Noot van de webmaster: gisteren teruggekomen na een goede wintersportvakantie in Samnaun – een aardig Zwitsers dorpje met een speciale fiscale status en dito toegangswegen. In de eerste wereldoorlog is er een Ganz Innenschweizerische weg aangelegd die nu een kommervol bestaan leidt en opwaarderen zou vele miljoenen kosten. Fietstechnisch bijzonder attractief schat ik zo in. Iets voor de TCE Alpi 2013?



Zondag 3 februari

Het is Pou Pou die aftrapt:

Eindelijk weer eens!

Toen ik vanmorgen opstond was alles nog nat en regende het nog. Ontbijtje dus op het gemakkie; nog eens nagenietend van het cross-succes gisteren en ondertussen ook nog winterse webcambeelden.

Wat peinzend ondertussen over de route; ben de routines kwijt. Wilde wel een stevige en dus Valkenburg. Die heeft genoeg hm (ik klokte af op 925 meter in ca. 50 km), maar die is altijd wat modderig. Na afgelopen week zeker, dus het glijden hoorde er bij. Af en toe een voetje aan de grond, maar ik ben nergens stilgevallen.

Bij de lagere school in het dorp omhoog en gelijk weer omlaag. Lange helling naar de Dolsberg en die liep goed. Voorzichtig omlaag, maar het pad lag er goed bij. Cru dat je dan weet dat in de bocht onder destijds de vader van Geesink verongelukt is. Nu had een idioot het pad met een auto geblokkeerd. Door naar Stokhem en langs de Geul om bij het boswachtershuis en de campings weer te klimmen. Op de terugweg kwam ik hier naar beneden en zag ik vier jonge herten of reeën die op de helling stonden en heel sierlijk de weidedraad namen.

Gerendal weer glibberend omhoog en omlaag en inmiddels ook door dat vandaag de wind een echte rol speelde. Bij Vilt naar beneden en onderaan na een belletje ging “een ma en kind” gewoon opzij en werd ik door “de ostentatief midden op het pad lopende pa vermanend toegesproken”. Het was volgens hem een wandelpad. Maar geen discussie gevoerd. Bij de oude Leeuwbrouwerij het dorp doorgestoken om bij de hockeyvelden weer de derrie in te gaan.

Richting Emmaberg kwam ik nog een vrouw met riem maar zonder hond tegen, die me waarschuwde dat haar hond in iedere fietser een spelkameraad zag [red.: vrouwen met riem zonder hond: daar moet je voor oppassen!]. Dat zijn de echte en heel wat beter dan die vent eerder. Helaas mijn speelmaatje had wat anders gevonden om mee te spelen, want ik zag hem niet. Naar de Heek en de mooie klim naar de Kluis in Valkenburg. Ondertussen genietend van de mooie hellingen waar op veel plekken gesnoeid was. Klim ging goed, want er lag genoeg hard vulsel in de erosiegeulen; kon dus goed omhoog.

Schoonbron richting Stokhem en bij Engwegen meteen omhoog om parallel aan het dorp te klimmen. Ook hier lekker in de klim en in het bos de drab en de gure wind.

Slotronde via de grote weg van Cartils naar Wittem en in ons dorp nog even de wind op kop pakkend naar Pesaken en via Euverem en ons kasteel terug.

Nog nauwelijks gefietst dit jaar zag ik. Volgende zondag in de Dolomieten waar prima sneeuw ligt en de zondag daarna weer terug. Hopend op geen malheur en dat Reinouw haar rug en de rest van haar gestel het aan kunnen; anders zou het wel eens de laatste kunnen zijn! Het home- en crosstrainen met alle oefeningen geven hoop.

Verder eens gaan nadenken over het vervangen van mijn metertjes. Het gros is nl. niet compatibel met mijn nieuwe Windows 7. Heb van Martin al begrepen in een consult, dat een Garmin nu ook op mijn weg ligt.

[Een kleine notitie van de Webmaster dees’aangaande: ik heb hem eerst aangeraden eens te zoeken op de combinatie van het merk en type fietscomputer en ‘driver’, ‘Windows 7’. Maar denkelijk zoekt hij gewoon een argument dat ons allen overtuigt dat ook hij een gps-device benodigt…]


Want met zo’n apparaatje kun je namelijk heel gemakkelijk laten zien waar je geweest bent:


Op zaterdag ben ik, Le Mort de Markstein wat wezen ATB’en; het weer was niet zo, en veel modder, maar lekker uitwaaien is ook wat.

Hoofddoel was te kijken of het oude open riool van Elkenrade befietsbaar is; de conclusie is: dat is het niet, maar wel leuk. Inderdaad veel modder en bergop is dat een slippartij.
Geen enkele spijt van mijn Rohloff: thuiskomen gewoon even afspuiten en de ketting drogen. Als kettingsmering gebruik ik een wax die als een emulsie van water opgebracht wordt en dat gaat ook heel gemakkelijk. Ben alleen wel bang dat ik binnenkort de tuin moet gaan afgraven: de hoeveelheid grond die ik telkens afspuit neem groteske vormen aan!

Op zondag, er werd toch niet op de weg gefietst: ook een klein stukje op de ATB,. maar laat. Gewoon wat in de buurt geklooid en me niet geschaamd om af en toe een stukje asfalt te nemen. Via Duitsland terug en de Kollenberg omhoog, mijn hersenen pijnigend met de combinatie van het verkeersbord “verboden in de rijden voor alle bestuurders” en tegelijkertijd een fietsroutebordje. Lekker uitgewaaid.

Niets gezien van het WK crossen, maar geruchten gaan dat Marianne Vos een snorretje en behoorlijk wat acne heeft; haar borstjes stellen ook niet veel voor. Het zal toch niet?

Dat Mart Smeets deze keer met de dood bedreigd is wegens LA en daarom zijn Livestrong-bandjes (ik typte eerst ‘Livestring’ wat is dat nou eigenlijk?) afdeed is natuurlijk onzin. Mart moet immers in zijn leven al ontelbare malen met de dood bedreigd zijn – gewoon aandachttrekkerij.


Verder: het aantal aanmeldingen voor de Vosges 2013 begint aardig vorm te krijgen; heren lezers: vergeet ook u zich niet aan te melden; binnenkort wil ik gaan reserveren.



Zondag 27 januari

Ger
vertelt hoe of hij niet gefietst heeft en doet onthullingen:

Ja, het blijft een “watjes-winter” voor mij. Vorige week op zaterdag jaarvergadering van BETS en ’s morgens durfde ik niet echt. Martin wel zag ik in het verslag, op wat een van mijn geliefde routes is.

Zondag had ik al op een tijd een cultureel verjaardagsfeest met een heel mooi blazerskwintet. De gladheid deed me ook ’s morgens thuisblijven.

Dan toch maar twee bekentenissen.

Het vallen vorig jaar bij BETS heeft dit jaar wel effect op me; ik durf met rotweer niet meer zo snel naar buiten; weg of paden op.

Daarnaast betrap ik me op kenmerken van luiheid. De krant, of een tijdschrift echt helemaal lezen en niet alles in het teken van fietsen: zorgelijk?

Om dat te verdrijven (pas) rond 12.00 voor een strafexercitie op home-en crosstrainer. Alles bij elkaar > 2,5 uur met het bekende door- en doornatte sportshirt. Ondertussen zicht op de gestaag neervallende druppels. Die overigens nu stoppen.

Tot slot; in het kader van mijn nieuwe heupen heb ik destijds in 1996 deelgenomen aan een medische try out van bloedvervangende producten. Meer dan een halve liter toegediend gekregen, heb ik naast de keiharde revalidatie, nagenoeg zeker hier profijt van gehad in het voorjaar 1997. In de waarheidscie van TCE, resp. BETS ben ik gaarne bereid hierover te verklaren; echter op mijn leeftijd begint eerder de vraag op te komen: “Kan ik nog een goed restje van een renner of dokter tegen een zacht prijsje overnemen?”. Ook ik wil wel weer eens van Hans winnen. De laatste keer is nl. geweest in 1997 bij de Buissonniere toen ik samen met mijn kg’s de lichtgewichten op het vlakke nog pijn kon doen. N.B.: ik heb overigens geen spijt van mijn gebruik!



Zaterdag 19 en zondag 20 januari

Martin heeft, zoals de weersverwachting dicteerde, niet op de race gezeten. Ik denk de anderen ook niet. Zo’n TCE-racevrij weekend mag natuurlijk wel als aanleiding voor het vullen met wat poepfietsverslagen gezien worden. Hoewel gezien de hoeveelheid sneeuw is poepfietsen toch niet het juiste woord.

Zaterdag had Jan me uitgenodigd om de Margratenroute te rijden; helaas kon zijn vaste fietsmaat Caspar wegens een griepje niet mee, dus getweeën.

Vanaf Kanne vertrokken en over de Pietersberg vlak langs de ENCI af en door Maastricht voor Bemelen de route opgepakt. Een technisch niet zo’n zware route maar landschappelijk wel mooi. Een paar aardige klimmen en fraai langs de groeven van Bemelen. Op de plateaus was het tegen de wind in wel bikkelen en verder weinig (drie) andere fietsers tegengekomen. Ook het aantal wandelaars viel mee.

Terug fraai langs Antoniusbank en op mijn verzoek bij Klein Ternaaien de berg op. Voldaan bij Jan een biertje op.
En wat filmpjes met mijn van de kerstman gekregen (helm)camera genomen: 1, 2

Dat er zondag van wegfietsen geen sprake kon zijn was wel duidelijk; maar een gevoel van ongedurigheid nam bezit van mij en de vraag: hoe kan ik nu een lekker biertje pakken vanmiddag als ik niet gefietst heb?

Dus na het spinnen van Miriam (ze wil wel sporten maar regen, modder en fiets poetsen zijn aan haar niet besteed) toch maar weer de Idworx gepakt. Hij was nog schoon van gisteren. Geen uitgezette route genomen maar geëxploreerd; dat is zo het voordeel van én alleen te zijn én het ATB-terrein niet te kennen.
De kou viel, ondanks de -5°C, erg mee en de wind redelijk mee. Daar waar de sneeuw opgewaaid was was het moeilijk doorkomen aan, maar verder ging het wel. Nog niet zo ver onderweg, bij St. Jansgeleen, reed ik over asfalt, een ijslaagje en een sneeuwlaagje en daar ging ik zonder waarschuwing op mijn bek. Heup en ego gekrenkt, maar gelukkig zag niemand het. Vervelend is dan wel dat het lockere eruit is voor een tijdje en het als egeltjes over eieren lopen wordt.

Bij de Wijngaardsberg nam ik een voetpaadje, waar een zekere Lex Litjens mij ontwaarde en mij aansprak mijn overtreding wel aan Karel of Ger te melden. Mijn bevestiging dat beiden ook al gepensioneerd zijn en derhalve me dat koud liet begreep hij wel.

Vanaf Meerssen een aardige klim omhoog, uitkomend boven het wildviaduct en bij Kasen wilde ik afdalen om langs het spoor noordwaarts te gaan. Daar liep echter, in tegenstelling tot in mijn herinnering, geen mooi pad, maar wel fraaie weggetjes, trapjes en tunneltjes door het bos. Uiteraard hield ik in daar waar ik wandelaars ontmoette; ik ken mijn plaats.

Door de oude kern van Stein, waar ik dus nooit kom, en zo in een redelijk rechte lijn huiswaarts. Het was inmiddels gaan ijsregenen en op mijn helm, jas en – erger – brillenglazen vormde zich een laagje ijs.

Thuisgekomen met de waterslang de fiets schoongespoten (dat was wel een koud kunstje) en de boel ingevet.

Tevreden.

En nee, ABSOLUTELY NOT, ik ga het niet over de zaak L.A., D.N., M.L. hebben. Oprah komt naar de Vogezen, laat ons tot dan wachten.




Zondag 13 januari

Ger
vertelt

Zaterdag is inmiddels voor mij al een tijdje een dag waarop ik niet meer hoef te werken. Dus ik sukkel op zo’n dag tegenwoordig wat af. Niks hoeft; alles kan, want Reinouw is nog altijd dan aan de schilder.

Bakker en krantje en tegen 11.00 wat met de buurman tutten over sloten en beveiliging. Golf geen zin in en de MTB stond voor zondag. De oude tuinverlichting slopen leek dus het programma te zijn voor de middag. En werd dat later ook.

Tot mijn verrassing kwam postbode Martin rond die tijd op een ontzettend mooie MTB de jaargeschiedenis 2012 van TCE brengen.

Uiteraard koffie en abrikozenvlaai (want die stond klaar) en wat getut over het komend seizoen, schade en verzekeringen etc. Vooral de zomerrit naar Italië de revue laten passeren met de opmerking, dat er weinig reactie nog op onze site te zien was. Overigens keek hij waterig uit zijn ogen en was zijn hoesten nog steviger dan dat van mij.

Na zijn vertrek nog eens even de site van zijn frame bezocht en nog eens verlekkerd zitten te kijken naar dat mooie frame, de naaf en (daar waren Martin en ik het over eens) de onvolprezen Maguraremmen.

Ook de afwerking was gewoon top. Je kreeg gewoon zin in dat MTB’en en dat was Martin dus ook aan het doen.

Vanmorgen tegen 10.00 met veel zin vertrokken voor de combi Mechelen-Vijlen. Scherpe wind tegen in het vertrek en -4°C. Richting Wijlre gegaan om daar weer terug via Cartils de top van de Eyserbos op te zoeken. Harde tracks, maar op plaatsen wel ribbelig bevroren; kon goed doortrekken. Door naar Trintelen om daar via het plateau af te dalen naar Nijswiller en via het oversteken van de Rijksweg naar het Vijlenerbos te koersen. Het liep wel lekker en dat was ook wel nodig, want ik had al een tijdje geen MTB meer gezien.

Toen ik gister door het jaarverslag ging, zag ik dat ik ook vorig jaar snotverkouden ben begonnen en veel voor de race heb gekozen in het begin. Die verkoudheid en hoesten was gelukkig nu wat minder na twee flessen hoestdrank. En ook vrijdag toen ik mijn eerste 75 km buiten op de Orbea deed, had ik gelukkig minder last en reed ik voor mijn gevoel veel beter. Later thuis bleek dat ook uit alle cijfers..

In Nijswiller via het vliegveldje naar Mechelen binnendoor. Mooi uitzicht op de bosrand en daar ook de eerste collega-bikers tegengekomen. Hurpesch en Rott zijn mooie gehuchten in dit weer, want het zonnetje deed het echt winter lijken. Ergens daar is weer een ruzie uitgebroken tussen (import)locals die daar zitten voor hun eigen rust en andere import-locals die zo’n grote hut nog enigszins willen exploiteren. Overdrijven is daarbij de name of the game; in de krant had iemand over “die 100 auto’s per dag die dan over die smalle wegen het welzijn daar onmogelijk maken”. Vaak wederzijds “Hollandse egoïsten, die Zuid Limburg voor zichzelf willen hebben”

Met deze bespiegelingen en vriendelijk wandelaars groetend richting Vaalsbroek en achter Vijlen het bos in. Daar waar de track hard en glad was kon ik goed doortrekken; waar een keienlaag van een vroegere heirweg lag en het eerder modder was, was het een beetje stuiteren. Door het bos omhoog naar de Toeristenweg en dat liep meer dan prima en achter Buitenlust afgedaald naar Epen en daar omhoog naar Heijenrath. Langzaam aan weer richting huis en bij Osebos nog een klimmetje. De zon had daar de bovenlaag weer los gemaakt, dus dat was werken.

Na 56 km toch de fiets moeten afspuiten; met onze oudste even de sneeuwkettingen getest want die gaat een weekje skiën en na een heerlijk bad de laatste drie ronden van het NK-veldrijden gezien. Mooie sport toch en wat kunnen die hun fiets beheersen.


Martin wil van deze verslaglegging geen solo-ATB event maken; ik ben benieuwd of anderen de race nog gepakt hebben en met ons daarvan een verslag willen delen…

Ikzelf vond het te koud om te racen en wilde wel eens met droog weer ATB’en dus de Nuth-Voerendaalroute gedaan. Niet zo uitdagend, maar wel mooie uitzichten en toch weer zo’n 46 km geschreven. Fiets niet behoeven te poetsen.



Zaterdag 12 januari – ATB TCE

Martin heeft alleen op de ATB gezeten, strikt genomen geen TCE-activiteit dus, maar deze maal eigenlijk wel. Ik heb namelijk deze rit gebruikt om het Jaarboek 2012 te verspreiden onder Le Docteur, Beppi en Pou Pou (i.v.v.a.). Dus toch maar een verslagje.
Ten aanzien van het jaarboek wil ik twee opmerkingen kwijt: 2012 is het tweede lustrumexemplaar dat mijn toilet siert; verder zou ik graag de oplage van dit exclusieve boekwerk (nu zes stuks) wat willen opkrikken.
Enfin, de eerste keer met de poepfiets over bevroren grond en niet door de modder; ook een waar genot. In de stralende zon goed ingepakt op weg. Dit mede omdat ik nog steeds aan een vervelende kriebelhoest lijd die niet echt weg wil. Het goede nieuws is wel dat hij wat ‘productiever’ wordt.
Aangezien het geen korte tocht zou worden en ik mezelf een beetje moest sparen het verhard niet geheel gemeden. Eerst maar op weg naar de dokterspraktijk; daar trof ik Hans niet aan maar wel Helma die, nog in pyjama gekleed, het jaarboek enthousiast in ontvangst nam.
Door het prachtige gebied van de Kunderberg omhoog naar Ubachsberg en via Kar en Koelen naar Haus Beppi, waar het echter stil was op dit traditionele boodschappenmoment; de envelop dus maar simpelweg achtergelaten.
Op naar Ger: bij de voet van de Keutenberg over het voetpad richting Stokhem en daar de ATB-route fraai opgepikt en steil omhoog om zo via Beversberg op de Ingber uit te komen. Gelukkig was Ger wel thuis: een kopje koffie – en een stukje vla! – gingen er wel in.

Wat gekeuveld en de fiets laten bewonderen en weer op pad over het plateau en door het Sibberbos fraai afgedaald naar Schaloen en de Schaelsberg omhoog en weer omlaag over de ATB-route. Wat langs het spoor geklooid en in Meerssen geconfronteerd met blusploegen en politie die de weg hadden afgezet daar onverlaten aldaar het afval van hun ongetwijfeld illegale chemische syntheseactiviteiten gedumpt en in de brand gestoken hadden. Ik mocht bij hoge uitzondering door maar raakte zo wel op de de verkeerde afslag en kwam in een weiland en uiteindelijk een hellingbos terecht. Uiteindelijk op de Raar en via Waterval en de Wijgaardshoeve terug richting Ulestraten.

In de zon was het inmiddels een beetje gaan dooien en het bovenste modderlaagje ontdooide. Zo werd de fiets toch nog vies.

De noordoostenwind was fel en de afstand begon te tellen, maar toch het onverhard niet mijdend naar huis om met iets meer dan 70 km af te tikken. En dat alles om €4.86 porto te besparen.



Zondag 6 januari

Henk en de Dode hadden de dag ervoor al min of meer per e-mailverkeer besloten te gaan rijden en slechts een kleine SMS-bevestiging vanmorgen voldeed.

Henk sprak verbazing uit over mijn achterspatbordje, maar het was nieuw, dus wilde ik het tonen. Overigens, zo bleek later, niet geheel voor niets meegenomen.

Onderweg naar de toren spraken wij de moede verwachting uit wellicht wederom verder niemand aldaar aan te treffen, dus onuitspreekbaar groot was onze verbazing om daar zowel Jos als Hans aan te treffen!

Na de obligate nieuwjaarswensen kwam Jos met de heugelijke mededeling dat Marjan, sinds zij uit Hans’ apotheek snoept niet meer aan de dialyse is en bovendien veel moet drinken. Heinekenaandelen kopen dus! Even zonder gekheid dus: fantastisch nieuws!

Hans was overigens op zijn Stevens; de trekking van Ger zou daar niet misnaaststaan hebben (geen correct Nederlands, maar wel een mooi woord)

Natuurlijk was op deze eerste fietsdag van het jaar Pam-Pam het doel dus daarheen. Gingen we aanvankelijk nogal vlak en dreigden we het gekende racepad integraal te volgen, in Gronsveld gaf Martin aan de klim naar St.-Geertruid te nemen; een vervelend lange klim, althans volgens hem en Henk. Obligaat Moerslag en via De Mesch naar Moelingen en de stuw (over het fietspad) om zo het jaagpad ten westen van het kanaal te nemen alwaar Henk een labiba ervoer. De bandenwissel- en pomproutine zat er nog niet geheel meer in dus wat onbeholpen pogingen, maar uiteindelijk gelukt.

In Pam-Pam te veel om te bepraten, laat staan om te recapituleren. Wat overigens opviel was het grote aantal fietsers op de weg en aldaar.

De verjaardagsvlaai van Jos (61!) en terug via Berneau en ’s-Gravenvoeren. Op Henks initiatief de Kattenroth, geen protest, waar het onverhard zich goed liet berijden; helaas was het te nevelig om de anders mooie uitzichten tot zijn recht te laten komen. Afgedaald over Schey en weer omhoog naar Terlinden en gekend naar Banholt en Bruisterbosch. Hans en Henk in een gevecht, wat Hans bijna zorgen baarde, Martin berekenend achterop en Jos daartussen.

Onder de Sibber het afscheid en het sparend rijden van Martin betaalde zich uit, want Henk moest de Stoepert op weer ‘enkelen’. Wel kon hij de uitnodiging de Stammenderbosweg te nemen moedig niet weerstaan, dus goed hersteld.

Al met al buitengewoon niet ontevreden met zo’n 85 km op de teller, een goed begin van het nieuwe jaar.

Ger voegt, aarzelend, toe:

Na een week van alleen maar hoesten en proesten, met zelfs pijnlijke ribben tot gevolg, bijbehorend uitzweten en eruit proberen te slapen, durfde ik het niet aan om naar buiten te gaan. Gisteren even het dorp ingelopen en het liep al tappelings langs mijn rug.

Dus alleen maar een uurtje hometrainer en ook nog een uurtje crosstrainer op een hartslag van niks.

Ja ik weet als ik het verslag van vandaag lees: watjesgedrag en jammer, maar toch.

Hartstikke mooi het goede nieuws van Marian te lezen en aangaande de Alpen, was geloof ik de laatste reactie van Pou Pou zelf!



Dinsdag 1 januari

Ger vangt aan met een kort verslag:

Waar voorheen een jaarwisseling leidde tot grote beschouwingen, is het dit jaar akelig stil en kaal.

Een vrij normaal rittenverslag van Henk van afgelopen zaterdag en een ongelofelijk kort van stof zijnde Karel. Ik pas me dus maar aan.

Gister het jaar uitgeluid met een ritje met de trekking. Een kleine 70 km. via Partij, Mechelen, Epen, Sippenaeken, Beusdal, Kloosterhofstraat, Veurs, Mesch, Racepad naar de Dellen en over de grote weg via Valkenburg naar Wijlre, Wittem.

Had al wat aarzeling want nog altijd “strontverkouden”, koortsig etc. Dat dus ook bekocht met een permanente hoest sedertdien. Ik was vannacht voor Reinouw een helder baken!

Terugblik kan in 2 à 3 regels. Afgelopen jaar goed begonnen met tijdig voorbereiden van Ventoux en Vosges. Daarna wat sloppy. Zomervakantie meer met de trekking op pad geweest en dat ben ik eigenlijk in het najaar/winter blijven doen. De modder staat me dit jaar niet echt als leuk voor ogen. Ook het slechte weer en mijn verkoudheid sedert enige weken doen me niet de ultieme inspanning zoeken. Niet gezond weet ik inmiddels.

De statistieken zijn toch niet gek: ca. 4500 km op de race; ca. 1500 km. op de trekking en slechts een kleine 250 km op de MTB. Overigens bijna 600 km op de hometrainer verzet en dat is met name uit november/december. En oh ja: qua kg zelfs lichter uit de kerst gekomen dan er in.

Jullie allen een goede start en ik hoop op weer een mooi jaar met ons allen.

Zal ik vandaag dan toch nog maar op de HT stappen?

Martin kan hieraan slechts toevoegen:

Inderdaad qua beschouwingen erg sleets om het zo maar te noemen. Ikzelf dacht: ik neem niet het initiatief en laat anderen voorgaan, maar zoals u allen ziet: tevergeefs. Ook geen TCE-jaarafsluiting, of heb ik die gemist?

Een kleine terugblik op het jaar: mijn kilometrage bedraagt ca. 9500 km. Dit all time high wegens natuurlijk Groningen – Maastricht, Kanne-Como en alle voorbereidende trainingsritten. Ook in de vakantie zo’n 600 km weggetrapt. En nog het fietsen niet zat.

Verder dit jaar twee nieuwe fietsen gekocht: een prima racer waar ik echt blij mee ben, zowel de uitstraling, het rijgenot als de prijs-/kwaliteitsverhouding en een ATB waar ik nog aan moet wennen, maar nu al het nodige plezier aan gehad heb; ook in de modder. Laat ons hopen dat ik hiermee beter “uit de winter kom”.

Mijn wensen voor 2013: een goede gezondheid voor allen die ons lief zijn en hopend op heel wat meer vertoon van initiatief van velen. Organiseren is een ding, maar feedback is wat anders. Denk ook aan het TCE-Alpi-2013 voorstel: daar mag gerust op gereageerd worden! Verder alle kansen aannemen om meer mensen aan de toren te krijgen; laten we het criterium van mooie, jonge strakke vrouwen maar vallen dit jaar, dan wordt het misschien nog wat.

Ook het materialiseren van de uitgesproken uitdagingen die ons nog open staan mag niet ontbreken natuurlijk!





2012

Zaterdag 29 december 2012, Penitentietocht Banneux

Henk verslaat:

De tocht stond eigenlijk gepland voor vorige week zondag, maar vanwege een verkoudheid van Martin, beroerd weer en een algemeen gebrek aan animo hebben we besloten te wachten op betere omstandigheden. Het weerbericht voor vandaag zag er nog het best uit dus Martin en ik prikten het vast en Martin postte een mededeling op het Forum. Daar was geen reactie op gekomen, dus we waren niet echt verbaasd dat er verder niemand aan de toren was.

Min of meer via de gebruikelijke route reden we het parcours. Interessant was een kleine omweg na de pauze met de klim naar Cornesse door Drolenval (“grappig in het dal”). Ik vond grappig niet het juiste woord. Landschappelijk gezien was het fenomenaal en de klim was allesbehalve grappig. Iets meer hoogtemeters dan de klassieke klim, maar veel onregelmatiger, en nu wel met het venijn in de staart. Perfect alternatief gevonden door Martin dus. Aan het eind zaten we er allebei wel een beetje door. Weinig gefietst door al die regen en bij Martin was de verkoudheid ook nog niet helemaal weg. Daarom na Dalhem maar de racebaan naar huis gepakt en onderweg nog een Classicbordje dat we op de heenweg hadden zien liggen opgepakt.

In Banneux was het gebruikelijke etablissement gesloten. We vonden een redelijk alternatief, de rijstevlaai hadden ze ambachtelijk laten besterven. Bij verstek van Hans dit keer geen financieel/economisch college. Veel over perikelen met familie gesproken. Dat komt zo na de kerst natuurlijk wat pregnanter naar voren. (Nee geen van onze zoons heeft iemand bezwangerd voor zover wij weten). Omdat het wat rustiger aan ging dan gebruikelijk toch op de fiets ook noch even wat politiek besproken. Wat ons betreft mag de wegenbelasting/belastingbijtelling gewoon evenredig aan de uitstoot. Als je de bijtelling van een grote bak niet kunt betalen neem je toch gewoon een kleinere zuinigere. Martin is zelfs voor het geheel verbieden boven een bepaalde uitstoot; Hoppa!

We besloten in Banneux maagdenwater te tappen. Op weg daar naartoe werd ik nog vermanend toegesproken door een pater, dus toch maar even gewandeld het laatste stukje. Martin zag er kennelijk te bedreigend of verloren uit, die werd genegeerd. De vorige keer werd ik vermanend aangekeken door andere bedevaartgangers omdat ik het water rechtstreeks van Maria aftapte, terwijl er wel tien kranen zijn waar je water uit kon tappen om mee te nemen. Nou was mijn actie goed bedoeld, want waarom kostbaar water het riool in laten stromen, maar om mensen niet onnodig te schofferen heb ik nu toch maar een kraantje gebruikt. Overigens staan daar borden bij dat het water niet om te drinken is, maar om je handen in te steken. Desondanks geloofden we dat het water ons zou sterken; onze binnenkanten kunnen best wat reiniging gebruiken. Dat viel wel enigszins tegen. Op de Olieberg kreeg ik kramp. Ik dacht dat ik niet genoeg van het water gedronken had, of dat ik het misschien rechtstreeks over mijn benen had moeten gieten. Martin opperde dat ik er misschien te weinig bij aan Maria had gedacht. Het was beter geweest als er sprake was geweest van een massageolieberg, want die kramp liet zich niet makkelijk wegrekken. Het duurde tot net na de afdaling, zodat ik niet van de fiets af hoefde. Indachtig mijn credo “kramp zit in het hoofd”, ging ik enkelend en met een fikse tred het vals plat naar Ulestraten omhoog. Dat werkte. De kramp bleef weg.

Het goede aan de situatie was dat er zonder die kramp en Martins verkoudheid op geen enkele manier sprake was van een penitentietocht. De temperatuur was lekker, het zonnetje scheen, de wegen waren vrijwel droog en de wind blies in de goede richting (2e helft mee). Verder konden we lekker ons eigen tempo kiezen.

Het gemiddelde is niet om over naar huis te schrijven, en dat doe ik dan ook niet, en mijn app meet de hoogtemeters niet nauwkeurig, dus ook die zal ik niet melden. Met een afstand van meer dan 140 km een perfecte jaarafsluiting desalniettemin.

Gelukkig 2013!!!!

Karel is toch nog wezen fietsen:

Mijn afmelding van vorige week gold eigenlijk ook voor deze week, niet vanwege de weersvooruitzichten, maar de conditie. Heb wel gefietst door Zuid-Limburg niet de immense afstand van 140 km maar slechts 50 met o.a. Fromberg, Sibbergrubbe en wat klein grut. (met gezien de wind toch nog een niet te noemen voor mij acceptabel gemiddelde).
Voor de jaarafsluiting is dit voor mij wel voldoende, zeker gezien de werkzaamheden in Frankrijk (die komend jaar ook nog doorgaan).

Voor iedereen heel fijne jaarwisseling en tot volgend jaar.



Zondag 23 december

Henk en Martin hadden de avond ervoor nog kort overleg over de penitentierit naar Banneux en besloten gezien het ontbreken van elke andere vorm van aanmelding alsmede de weersverwachting de rit niet te rijden. Wellicht dat komende weken nog een mooie dag komt…

Ger heeft wel gereden:

Na de zware tocht van gister vandaag geen zin in door de modder baggeren; dus weer als zo vaak al deze winter de Orbea gepakt. Overigens pas om 12.30 uur, omdat het eerder bij ons (als voorspeld) nog plensde. Nu het water kwam me op de Ingber in de goot als een riviertje tegemoet en de weg was ook nogal modderig. Via Scheulder en Sibbe door de grub omlaag en in Valkenburg snel de weg via de Heek naar Klimmen.

Als ik eenmaal een route heb kan ik die vaak doen en deze heb ik al een keer of zo gedaan. In Klimmen gedaald naar kasteel Rivieren, maar vlak daarvoor linksaf richting Weustenrade en tegen de wind naar Nuth. De wind was stevig dus nagedacht om max. de open velden te mijden. Dus in Nuth naar Spaubeeek, Neerbeek en Beek. Door de bewoonde kern; was ik laatst geweest op een zondag met elkaar toen nog alles open lag.

Verder gekend de Adsteeg op; langs ons startpunt en in Arensgenhout voor de Karstraat gekozen. Ook zo uitgevoerd en boven op de Kar linksaf voor de wind naar Ubachsberg. Ruilverkavelingsweg vals plat omlaag, maar wel tegenwind. De weg van Wijlre naar Wittem was voorzien van een overstroomde Gulp langszij; achter de Brand stond een heel stuk land onder water. Ook van Partij naar de voet van de Gulpener kon ik zien dat er veel modderwater werd afgevoerd. Blij dat ik niet voor de blubber had gekozen. Lekker gepeddeld na gisteren en tevreden




Zaterdag 22 december


Ger vertelt:

Vanmorgen dacht ik; “Wat er ook gebeurt, ik ga buiten fietsen”. Eerst de buitenband van de trekking gewisseld, nieuwe biba er in en klaar was Ger. Dat dacht ‘ie, want toen ik opkeek, zag ik de losse brekerlaag nog hangen en kon ik opnieuw beginnen. Na wat geklooi kon ik dus tegen 11.00 uur weg.

Bedacht maar weer naar Gemmenich te gaan over Vaalsbroek en de Pas van Wolfhaag en ja alles bleef heel. Dus toch de hieldraad (heet dat zo Martin?) vorige week.

Door naar Sippenaeken en daar kwam ik de eerste “Blanco” tegen. Was te laat om te zien wie. Vervolgens in Sippenaeken gekozen voor de route over Hombourg omhoog en ja de eerste druppen kwamen er al aan. In Hombourg weer naar beneden en terug naar Remersdael. Ondertussen besloten, dat vroeger mijn motto was bij regen gewoon door te gaan en dat heb ik dus gedaan. Remersdael omhoog en Veurs omlaag en daar kwam ik de tweede coureur tegen; achter de brommer omhoog naar Veurs. Zelf het bekende fietspad door de diverse Voerens gekozen en bij Withuis terug over het racepad.

Drie alternatieven door mijn inmiddels natte hoofd laten gaan; 1) direct in Heer terug over Bemelen en kortste weg. 2) voor Bemelen naar het plateau en dan Ingber; klein en leuk detourtje en 3) de lange route over Meerssen naar Bunde, Kasen en Waterval.

Het zal jullie niet verbazen dat het de laatste werd; mede omdat ik de 6.000 km-kaap wilde slechten. Het was van gestage miezer inmiddels echte regen geworden; ik begon het echt koud te krijgen en de wandelaars keken met verbazing en ver-/bewondering naar mijn optreden.

In Valkenburg op de grote kruising voor het stoplicht dacht ik dat ik hartstikke gek was. Maar toch via de Rijksweg over Schoonbron naar Wittem. En ja, na 90,5 km waarvan ca. 75 km in de regen kon ik aanbellen. Kreeg mijn helmclippie niet meer los door de koude handen, maar dat wilde Reinouw wel doen. Warm bad en warme koffie hebben me weer boven Jan gebracht. Toch tevreden.

Met dit klereweer ga/kan ik niet mee naar Banneux. Wat rustig peddelen binnen denk met de top 2000 om weer doorbloeding in de spieren te krijgen. Want vanavond viert mijn nichtje haar verjaardag buiten! Een skifeest is de bedoeling en ik denk dat ik na een uur of drie staan omval. En dat niet van de drank!

Alvast mooie dagen en in de bijlage een groet aan een ieder van ons kunstzinnig type.



Zondag 16 december – Ger solo

Gisteren een zonnetje en dus gedacht wat extra meters te maken. Op de trekking wilde ik weg; echter achter stond plat. Gekeken, gaatje geplakt en terug naar 6 bar. Bij 5,8 een sissend geluid en een nieuw lek, nu bij het ventiel. Dus maar nieuwe biba en op weg. Richting Vaalsbroek om weer eens België in te gaan. Op de pas van Wolfhaag bedacht ik me dat dat gat wel erg op een doorn leek, wel de buitenband gecontroleerd, maar niet mijn extra brekerlaag. Had ik dat nu maar niet gedacht, want in de afdaling naar Gemmenich weer een lekke aba. Bij de kerk bandenwissel, nieuw exemplaar, maar ik kreeg er onvoldoende lucht in. Ergo maar weer eens Reinouw gebeld en die is me dus komen ophalen. De fabuleuze afstand van ca. 15 km. afgelegd. Thuis bleek ik maar liefst twee gaten in die nieuwe band te hebben; geen oorzaak kunnen vinden. Zal maar een nieuwe buitenband halen; vermoed de hieldraad of hoe heet dat. Uit ergernis wel vervolgens 1,5 uur de hometrainer gemaltraiteerd. En onderwijl bedacht wat er ook zou geburen, dat ik vandaag de MTB zou pakken. Met de neus alvast naar de poort gezet. Vannacht om 2 uur in bed, dus pas om 9,00 opgestaan. Regen!!
Rustig ontbeten en tegen 10.30 in een klein miezertje vertrokken. Dat miezeren hield rap op en tot het laatste half uur heb ik zo nu en dan zelfs zon gehad. St.-Geertruidroute gedaan. Dat is bij ons de heuvel op langs en door het bos naar Heijenrath. Daar de Loorberg af en langs het voetbalveld van Slenaken het veld in via Banholt naar Noorbeek. Wat ik wel had verwacht, was dat de tracks zompig waren en dat met de inspanning van gister voelde ik al rap in mijn kuiten. Onder St.-Geertruid een stukje verder als de camping weer teruggedraaid via het bos. In Beutenaken nog even extra naar de golf in Wittem. Inmiddels was het weer aan het regenen; dus het was voor de heroïek wel goed. In totaal toch nog > 50 km. met een kleine 670 hm. Gemiddelde stelde niets voor.

Ga nu lekker de sauna in om bij te komen

De Dode had gisteren ge-ATB’ed op een uitnodiging van het Kanne-Comoteam. Vanuit ’s-Gravenvoeren de Voerstreekroute, althans een groot deel ervan.

Een paar positieve punten: een fantastische route met mooie uitzichten alsmede technisch; verder een Rohloffnaaf die zich op geen enkele wijze door de pratsch liet beïnvloeden, dit in tegenstelling tot het derailleurspul. Wat negatieve punten: het ging belabberd; weliswaar te weinig gegeten en een reep en stuk vla in Modern hielpen niet, maar een opkomende bronchitis, zo bleek later, was de schuld. ’s Avonds geen trek in bier(!) en op tijd naar bed, waar ik als een warmhoudplaatje naast Miriam lag. Het vraagteken van Henk de volgende dag werd met een zwak ‘nee’ beantwoord. Het weer werkte overigens ook niet mee.

Wij zullen zien…

O ja: bijna vergeten te vertellen: wie kwam ik tegen zaterdag in Teuven, wachtend op de rest van de groep: le Docteur, eenzaam trainend maar met fris gemoed op zijn Stevens!



Zondag 9 december – Uit de kast?

Een weertype dat op geen enkele wijze uitnodigde om de racefiets te pakken; ook voor de Dode niet. Temperatuur iets onder het vriespunt, nevelig en pratsch op de weg. Echter, de Dode heeft zich een ATB aangeschaft! Aangespoord door der Jáán, die me bovendien voor een ATB-tocht volgende week, als reünie voor de Kanne-Comotour had uitgenodigd, en ik kon me toch niet met een huurgeval vertonen?

Dus, ja: ontrouw aan de racefiets. Maar heren TCE’ers, weest gerust: ik heb haar niet verlaten.

Nu kent u mij wellicht een beetje als tandwielfetisjist, en ik heb een hekel aan onnodig poetsen (let wel: ‘onnodig’), dus heb ik mij veroorloofd een Rohloffnaaf aan te schaffen. Dat mag natuurlijk ook wel, daar ik 50 jaar lang geen ATB aangeschaft had. Een prachtig stuk techniek. Gekocht bij Jos Evers in Maastricht; een bijzonder aardige man, zeker nadat ik me voorstelde als een vriend van Jan, hoewel ik dat eigenlijk niet begrijp….? Het 100% spontaan eens zijn over werktuigbouwkundige finesses, waarmee ik u niet zal vermoeien, was een genot voor hem – en mij.

Ook natuurlijk aangepast schoeisel en gezien het jaargetijde gelijk winterschoenen gekocht.
Niets kon mij meer tegenhouden, ware het niet dat ik mijn achterspatbord niet kon vinden.

8h30 al op pad, zenuwachtig als een knaap voor zijn ontmaagding, maar toch nieuwsgierig.
Laat ik mij op de racefiets al nauwelijks leiden door routes en verharding, nu met de ATB was het hek geheel van de dam.
Mist en sneeuw verhinderden elke oriëntatie en ik ben gewoon maar wat gegaan. Een mengeling van asfalt, sneeuwduinen, ijs, pratsch en bevroren plassen. Verstand op nul en maar gaan. Niet gehinderd door terreinkennis al snel een voetje aan de grond moeten zetten, waar mij opviel dat het zadel een stuk hoger boven de grond zat. Ook het inklikken in de Time ATAC-pedalen vereiste enige oefening. Het schakelen met de Rohloff is een waar genoegen en het geraas van de nog nieuwe tandwieltjes in de naaf bij enkele versnellingen was feitelijk een genot voor het oor van een werktuigbouwer.
Het asfalt zoveel mogelijk vermijdend en steeds die weggetjes inrijdend die ik met de racefiets nooit durfde ging het maar door. Achter de Vliek een geaccidenteerd bospad gevonden waar ik zelfs over smalle vlondertjes en bruggetjes moest; doodeng.

Met 45 km en 440 hm in dit weer een aardige ontmaagding dacht ik zo. Het afpoetsen was simpel: tuinslang erop en een doekje over de ketting.

Ger beschrijft:

Ik begin een watjesfietser te worden.
Vanmorgen om 8.00 op en met een weersverwachting van “na regen -vannacht- weer droog -vanmorgen-” meen ik mij te herinneren, was het gewoon wit bij ons. Dik pak, dat niet zomaar weg zou zijn wat leuk was, maar ook binnen no-time startte weer regen. En nu daar had ik helemaal geen zin in. Voor de zoveelste keer dit najaar/winter een zondag sans derhalve. En die regen is bij ons net (ca 16.00) pas gestopt.

Derhalve weer op de home- en daarna Crosstrainer gestapt; daar zit ik tegenwoordig wel lekker meer dan 2 uur op. Dus in zoverre kom ik toch wel aan mijn afstand en zweetdruppels. En met mooi uitzicht op de heuvels achter de Ingbergracht en een lekker CD’tje. Deze week > 100 km.

Met enige verbazing en bewondering Martins verslag gelezen. Hij is er dus wel op uit geweest: “chapeau”, zondermeer.

Maar Martin; een MTB heeft ook een derailleur; zo’n Rohloff of hoe heet zo’n ding is meer voor modderworstelaars en ZEKER NIET VOOR ECHTE MANNEN!

Het MTB-team zal hierover ernstig gaan nadenken.



Zondag 25 november – Sturm und Drang

Om 8h00 keek De Dode eens naar buiten, de buienradar en luisterde naar het nieuws. En dacht: nou, nou.
Daar echter gisteren met Henk vele lekkere Belgische bieren gehaald in Ophoven en laatstgenoemde geenszins twijfelachtig was over vandaag stuurde ik een voorzichtig ‘?’ aan hem.

Binnen 5 minuten retour: “8.55!!!”. Over het multiple toepassen van uitroeptekens heb ik het reeds eens met u gehad, maar de boodschap was duidelijk.

Het zou niet koud worden, dus met dunne overbroek en dito jackie op pad. Onderweg naar de toren spraken wij al de verwachting uit daar geen aansluiting met anderen te vinden en zo geschiedde – helaas.

Rekening houdend met de wind stelde Henk koffie bij Niel-bij-As voor en wel via Maastricht.

Terugkijkend naar de route zie ik een vrijwel vierkant; heel fraai.

De wind viel overigens wel mee en 95% van de tijd in de zon gereden bij een temperatuur van 12°C, afgezien van de wind weer voor watjes dus.

Dwars door het centrum van Maastricht een kasseienkoers en langs het Albertkanaal richting Genk, met de schoorstenen van de elektriciteitscentrale als baken. Daar raakten we elkaar even kwijt, maar snel weer teruggevonden en zo weer door naar As. Bij het gezellige stationnetje de koffie en een stuk taart met onbekende naam en desondanks goede smaak.

Over het bebladerde fietspad richting Maaseik en na het passeren van het kanaal rechtsaf naar Dilsen en over de Maasdijk buffelen naar het pontje van Berg aan de Maas.

Bijna 100 km, droog, zon; wat kan een mens nog meer verlangen!

Ger vertelt:

Ook ik heb gisteren gefietst, zoals ik Martin vanmorgen op ons HQC al aangaf, toen hij me half nieuwsgierig/half vermanend welkom aldaar heette.

Maar liefst twee keer voorbije week; afgelopen maandag mijn MTB-achterstand ingehaald door een combi van M’ticht- en St. Geertruidroute te rijden. Heerlijk weer door het zonnetje door snelle of zompige paden te gaan en ook nog eens een hellinkje soldaat te maken. Als vanouds, maar door de regen versterkt, buiten schoonmaken (dat is vanzelfsprekend), maar ook nog buiten kleren in de emmer krijgen. Temperatuur en niet aanwezige buurtgenoten stonden een vergaande vorm van ontkleding toe.

Vrijdag naar Den Haag een fiets brengen naar onze Haagse dochter en gelijk Reinouws verjaardag vieren in Den Haags Chinatown. Heerlijk gegeten en weer ervaren, dat de grote stad voor mij als provinciaal toch wel weer heerlijk is. Het onderstrepend met files en schietincidenten op Hollands spoor zijn dan de mindere zaken. Zaterdag koffiestop bij onze “Jan de Groot Bossche Bollen-dochter” doet mij ervaren, dat ik langzamerhand het hoofd leeg krijg voor wat anders dan werken.

Gistermorgen hoefde ik niet al voor dag en dauw op omdat Reinouw met mijn zwager een oude stoel zou gaan bekleden en o.a. ik als beloning op een heerlijk maal zou worden getrakteerd. Twee auto’s richting Sittard vonden we belachelijk; dus zorgen dat ik ergens tussen 15.00 en 16.00 daar zou zijn. Reinouw ophalen en dat fietsend zou gaan doen.

Rond 11.30 vertrokken met de Orbea Trekking richting Voer om via Veurs en de Voer-dorpen naar Withuis te karren. Windje viel ook tegen toch mee en in Withuis richting Oost Maarland gegaan. Zo kom je M’tricht binnen via Provinciehuis en vervolgens mijn oude Maasroutes gedaan. Dit keer (Oud) Geulle, Klein Meers, door langs de IAZI naar (oud) Urmond en via Berg en Obbicht naar Born en Limbricht. De planning was 75 km en die heb ik met 0,5 km overschreden.

Heerlijk fietsen in aangename temp met dunne lange broek en een relatief dun overjackje. Genoten buiten!



Zondag 18 november

Ger
schrijft:

De webmaster vroeg zich vorige week al af of ik überhaupt nog aan het fietsen was. Nu dat fietsen is maar “la la” de laatste tijd. Pas een keer op de MTB en dat was toen zo’n vier weken gelden mijn zadelbout afbrak.

Veel familievertier in het week end met “neven en nichtendag” van mijn familie van moederskant; de jaarlijkse “Omadag” (helaas zonder oma meer) van bij Reinouw thuis; het jaarlijkse Ruilspel met onze kinderen en die van mijn zus, etc. etc.

Daarnaast twee weken geleden de vijver helemaal gerenoveerd. Bij het leeghalen van de vijverplanten zei Reinouw tegen de middag dat ik bloedde. Wat bleek; ik had geen handschoenen aangetrokken om te voorkomen dat ik “zachte handen” kreeg. Even vergeten, dat ik onder verdoving van het koude water niet veel meer voelde. Om een lang verhaal kort te maken; een nagel helemaal kwijt en bij de overige 80% de modderresten tot halverwege onder de nagel. Ik heb dus gejodeld daarna en een week Badedas dompelbadjes gedaan. Fietsen met de handen omlaag, weet ik uit het verleden gaat pijn doen, maar belangrijker; ik zou niet hebben geweten hoe een evt. lekke band te plakken.

Enfin deze week na drie weken sans de eerste twee ritten op de trekking. De eerste toch ouderwets tegen de 95 km. naar Eijsden en via Borgharen en Itteren langs de Maaswerken naar Geulle en Urmond. Via Geleen en Nuth weer naar huis. De afstand voelde ik stevig. De tweede van tegen de 80 km weer naar die vlakke Maas liep al veel beter en vandaag me verheugd op de MTB.

Totdat ik de weersverwachting zag.

Dus zojuist 1,5 uur op de Hometrainer achter de rug. Aldus toch weer aan het herpakken; dus.



Zondag 11 november – Solo?


Met een schitterend zonnetje, een temperatuur van 7°C en een goede weersverwachting op pad. Wetende dat Henk en Karel er niet zouden zijn, toch hopend op Hans of Jos. In de afdaling van de Zandberg toucheerde ik nog een eekhoorn; ik had me niet omgekeerd daar ik geen zin had een rood harig ding te beademen.
Nadat ik 15 minuten met de ons bekende fietser aan ons clubhuis genoeglijk had gepraat (over Italiaanse fietsen, Jos Feron en dergelijke) bleek er toch (of inderdaad) niemand aan te komen. Dus maar weer alleen op pad.
Echter in de wetenschap dat Miriam met een vriendin afgesproken had om 10h30 bij het dierenasiel via Slinger- en Maasberg maar daarheen.
Ik reed hun achterop de Danikenberg op en pas bovenop bij Sweikhuizen hadden de kwekkende dames pas in de gaten dat ze gestalked werden.
Miriam bepaalde de route, zij wilde de Eyserbosch doen, dus genoeglijk met de dames via Sibber naar de Bois de Fer om bovenop Mingersberg bij de Gerardushoeve in de wintertuin de koffie en vlaai. Merkwaardigerwijs noemden zij de abrikozen/slagroom/chocoladevla Smurfenvla.
Na de pauze nam ik het roer over: met als doel zoveel mogelijk de dames onbekende weggetjes zoekend. Dus eerst Bosschenhuizen omlaag en in Simpelveld de Oude Huls omhoog. Lang niet gedaan en mooi!
Niet de kortste weg naar huis en via Benzenrade Ubachsberg weer omhoog en de fraaie Kar af. Door het Ransdalerveld naar de Hoensweg en Retersbeek om via Hoensbroek fraai af te ronden.
Met 100.3 thuis en een frisse neus. Zij die thuis bleven hadden geen gelijk.

Zou Ger nog gefietst hebben?


Karel in ieder geval wel:

Ook solo, echter tout la route.

Zaterdagavond terug uit Frankrijk waar weer bijna drie weken stevig doorgewerkt is aan het nieuwe deel van het huis.
De laatste week met chirurgische precisie aangezien Martijn is komen helpen. Schiet wel lekker op maar er is nog immens veel te doen.

Zondagochtend wel op tijd op om Lilian op weg naar een beurs te helpen.
In dubio of ik zou proberen om om 9.30 bij de toren te zijn. Gezien de (voor mij nog lage temperatuur) besloten wat later te gaan, dit ook om niet het hele gezelschap met mijn verdwenen conditie te confronteren. Overigens is niet alleen de conditie verdwenen, maar ook wederom een heleboel kilo's.
Na met Max gewandeld te hebben is het me toch gelukt om om 12.00 op de fiets te zitten om nog van het mooie weer en de vele wandelaars te genieten. Via Schimmert langs het stort omhoog en vandaar naar Wijnandsrade en Swier. Omhoog naar Klimmen en door Ransdaal naar Wijlre. Door Gulpen naar de Koning van Spanje en Landsrade. Loorberg af en via Beutenaken naar Gulpen; De Hut en door Ingber richting Valkenburg. In Valkenburg was het ongekend druk met toeristen, waarschijnlijk al aan het warmdraaien voor de kerstmarkt. Via het Haasdal naar Schimmert en naar Spaubeek. Stammenderweg omhoog en terug naar Puth. 65 km met een shit gemiddelde, maar:
Zoals ik al eerder heb opgemerkt zijn veel kilo's conditie verdwenen. Wordt echter weer aan gewerkt (aan de conditie).

Lekker gefietst Inderdaad zoals Martin al heeft opgemerkt: Zij die thuis zijn gebleven hadden geen gelijk.
Zaterdag 17/11 vlieg ik voor een week naar Frankrijk. Ben dan weer de 24e (laat) terug gezien mijn aankomst om 19.50 op Schiphol.



Zondag 4 november – Alleingang

Wetende dat Henk en Karel buitenlands waren, Hans een afkeer van kou heeft en Jos de laatste tijd ook wat minder aan de toren staat, was mijn, De Dode’s, vrees, alleen aan de toren te verschijnen, ondanks het aangename weer en het herentijdstip, gegrond.

Niet getreurd, gewoon in jezelf praten en er een exploratieve rit van maken. Eerst maar eens gekend Sibber en Ingber en toen door richting Wahlwiller. Daar bleek weer hoe sterk de natuur is: de boom waartegen deze morgen nog een automobilist zich doodgereden had, was eigenlijk een boompje met een stamdikte van niet meer dan 20 cm, een stam die slechts een paar beschadigingen vertoonde. Lullig om te moeten vertellen dat je je tegen zo’n knullig stammetje doodgereden hebt.

Enfin: waar nu heen: een doel een aantal reeds bekend, maar mij op de fiets niet: de Lousberg dus. Door het centrum van Aachen en via vele mooie (wandel)paadjes de berg op naar het draairestaurant. Opvallend het grote aantal mensen dat zich op de flanken van de berg aan het inspannen was; is dit nu een opvlamming van de Körperkultur of is deze nooit weggeweest?

Hoewel de draaitoren geopend was besloten, zo hoort dat als je alleen rijdt, niet te stoppen en vervolgens denkelijk voor een groot deel over de landweggetjes eerder door Hans gevonden en waarvoor geroemd, naar het noorden. Heel erg mooi en rustig en zo kwam ik ongemerkt bijna bij Bleijerheide waar ik een mooie variant, verhard!, uit het dal van de Crombacherbeek, vond. Mijn dag weer goed.

Verder routineus door Heerlen en het Geleenbeekdal huiswaarts.

Nog wat technische info: winterhandschoenen en een nieuw belletje voor de fiets gekocht, het zadel 8 mm hoger gezet, wat goed beviel. Verder heb ik een aantal rebiba’s gekocht en erop gelet dat er geen losse binnenventieltjes inzitten. Deze week geen EPO op.




Zondag 28 oktober – Wintertijd


Zaterdagsavonds had Henk nog een berichtje gestuurd dat hij 8h30 te Puth zou zijn. Bij Martin wel te verstaan. Hans had zich middels het forum afgemeld, iets dat overigens pas zondagsmiddags geconstateerd werd.

Aangezien Karel in Frankrijk aan het klussen was, getweeën naar de toren via Vloedgraaf, Grijzegrubben en Schimmert. Aan de toren ook Jos niet – vond het denkelijk ook te koud – dus de vraag over de route. Was het vertrek in Puth bij heldere hemel; in Schimmert was inmiddels een beetje nevelig dus naar het oosten, weg van de Maas zou de beste route zijn.

Opvallend was het aantal wegfietsers op de weg.

Langs Arensgenhout naar Hulsberg en de grote weg Valkenburg – Wittem. In Mechelen de weg naar Bommerig, maar snel links omhoog geleid door het luiden van de klok van de kerk van Vijlen als een baken Gods in de nevelen die de mensheid omhulden; zo sprak Martin.

Aangezien wij nooit het hert hadden horen, laat staan zien, hijgen, daarheen, via de mooie Rugweg. Alhoewel formeel nog niet geopend (11 uur pas), toch open en al bezocht.
Bediend door een assertieve maar vriendelijk hinde en genoeglijk bij de warme kachel. Veel families à la Sylvia Witteman (u leze de Volkskrant in deze) kwamen binnen, vergezeld van modehonden en dito kinderen. Het was nog iets te vroeg in het jaar om zich lachwekkend met een slede te vertonen.

Door over de Toeristenweg naar Raren en Wolfhaag vanaf Gemmenich gewoon westwaarts naar de Maas (u zie de route maar). De Kloosterhofweg blijft gewoon een mooie klim, zo ook Veurs als afdaling.

Onbekend door Eijsden en door Maastricht de Maas over. Een Maas die haar warmte uitstraalde middels mooie nevels in de koude; als een naakte vrouw in de sneeuw, zeg maar.

Tot de brug en weer de Maas terug over en afwijkend naar huis. Toch weer een aardige afstand met alleszins mooi weer!

Volgende week staat de toren om 9h30 op u te wachten!



Zondag 21 oktober

Aangezien de webmaster deze middag verplichtingen had is het verslag van Karel eerder binnen, alsook een toelichting van Le Docteur. De heer Wagemans heeft iets over poepfietsen bijgedragen; of hij echter de kwalificatie “TCE-MTB” wettig en gewenst mag gebruiken, daar moeten we het maar eens over hebben…in TCE-verband wel te verstaan…


Karel als eerste:

Terug na zes weken Frankrijk, waar ik nagenoeg niets gefietst heb vanwege de drukke bouwwerkzaamheden, lonkte het heel mooie weekend. Ik had een fiets in Frankrijk en een bij de fietsenmaker vanwege een defecte shifter. Deze vrijdag opgehaald met een tijdelijke oplossing, Bleek thuis dat mijn banden onvoldoende spanning hadden, dus bij Martin de fietspomp gaan lenen en tevens afgesproken (later telefonisch) voor zondagochtend.
Om 7.00 scheen de zon en om 8.00 was het potdicht van de mist. Deze mist zou hardnekkig blijken te zijn. De temperatuur was echter acceptabel.
Om 8.20 richting Martin en samen naar het asiel om Henk op te pikken. Samen door naar Schimmert waar na enige tijd Hans en Jos uit de mist tevoorschijn kwamen.
Wie de route eigenlijk beslist heeft weet ik niet, is ook niet relevant omdat ik nagenoeg de hele rit mijn vaste positie, op min of meer gepaste afstand van de rest, goed heb weten vast te houden. Voor de route zie de Garminpresentatie van Martin. "Hoogtepunten" waren de St. Pieter, de St. Pierre en de Hallembaye.
Na zes weken Frankrijk ben ik de weg al een beetje kwijt; In Ulestraten rechtdoor, In Richelle niet richting St. Remy (o.i.d.) maar de makkelijke route naar Dalhem enz.
Bij Val Dieu werd mijn sturen wat zwaar, het bleek dat mijn voorband een beetje lek was. Ik had ook niet de goede lessen van Martin opgevolgd om de terugslagklepjes [n.v.d.r.: ??] in de ventielen vast te draaien, hetgeen resulteerde in meekomende ventieltjes en (geringe) hoon. P.S.: Ik heb nu alle terugslagklepjes vastgedraaid.
Zes weken bouwen en niet fietsen zijn zeer goed merkbaar aan de fietsconditie; het lijf en de adem willen nog wel, maar de benen worden dik. Aan het totaalgewicht zal het niet hebben gelegen, want dit is in Frankrijk minder geworden!
Na verloop van tijd werd het elastiek toch wel slap, hoezeer ik ook mijn best deed. Dank aan de medefietsers om af en toe een rustpauze in te lassen om mijn afstand wat te doen verkleinen.
Op de laatste helling, de Stammenderveldweg, verboden voor auto's een Duitse automobilist in zijn achteruit gedwongen. Hij durfde (gelukkig) niets te zeggen en heeft gedwee een heel eind achteruit bergop gereden om onze doorgang vrij te houden. We (Martin en ik) hebben niets gehoord echter het gezicht sprak boekdelen.
Al met al leuk gefietst en een fijne zondagochtend gehad (bijna 110 km met een voor mij zeer acceptabel gemiddelde)
Na thuiskomst in bad en met Lilian en de hond gaan wandelen. Volgens mij een welbesteed weekend.


Hans voegt toe:

Beste kompanen, gaarne leg ik uit waarom ik ervan doorging. Nadat we Val Dieu achter ons konden laten, bleek het al tegen halfeen. Ik had toegezegd rond een uur thuis te zijn, zodat we nog een mooie herfstwandeling konden maken. Daarom er als een speer vandoor. Om twintig over een thuisgekomen, hetgeen nog binnen de marge bleek. Snel gewassen, gegeten en omgekleed, en rond 2 uur weer op pad. Inmiddels was de zon weer volop van de partij. Genoten van de prachtige herfstkleuren.

Voor Henk nog het volgende. Jackson Pollock maakte die ‘ mooie’ drippings en nam daarbij afscheid van alle wezenlijke elementen van de klassieke schilderkunst: totale vrijheid! Mark Rothko ging voort in de traditie van onder meer Mondriaan: colorfield painting.


De webmaster heeft niet veel meer toe te voegen: helaas onvermeld dat ik vandaag mijn (enige) Raboshirt droeg, dat kan nu de vuilnisbak in. Of zal ik het in de container voor Afrika doen? Geinig! De dopingaffaire was natuurlijk wel discussiepunt te Pam-Pam, waar ik verder steeds meer begin te twijfelen aan Hans’ whereabouts; ik zie hem nauwelijks ademen tijdens een klim, volgens mij is dat van de EPO of zou het feit dat ik dan altijd ver achter hem rijd daar de oorzaak van zijn? Hans vermelding dat Frankrijk belasting of koerstransacties heeft ingevoerd doet mij deugd, nu nog een minimum retentietijd van een maand en het komt allemaal weer goed.

Heren volgende week normale tijd (9.00), daarna 9.30.


Ger voegt een lang relaas toe. Het bezigen van de term TCE-MTB doet mij ernstig twijfelen dit te plaatsen…

Het is bij mij wat rommelig in de seizoenswisseling.

Daarnaast is nu ik niet meer bij DSM/Chemelot werk - in de veronderstelling, dat ik door de week ook vaker de fiets kan pakken - voor het eerst in mijn leven, de zondag niet meer heilig. Begin dus de fietsroutine te missen en erger zo nu en dan ook het fietsen zelf, omdat ik (te gek voor woorden) te weinig tijd heb!

Voor aan het ritverslag van vandaag te beginnen nog wat “beschouwing”.

Allereerst grote complimenten aan Martin en Jan dat ze gewoon de Buisonnière doen. Traditie laat zich niet door het aantal deelnemers bepalen. Volgend jaar staan er vast meer aan de start.

Ondertussen was ik o.a. dat weekend met Reinouw de Peel onveilig aan het maken. Nog nooit geweest, maar wat fraai vanuit die veenontginning en fruitteelt. Drenthe, maar dan in Limburg, incl. bouwstijl; graad van welstand, omgeving . en – uiteraard - de gevangenis voor het stichtelijk hervormen. De eerste drie dagen waren overigens met geweldige regen voor de literatuur en het testen van de caravan-verwarming; een van die dagen 4 graden ’s ochtends (binnen!). Verder daar toch nog veel km. gefietst; alles bij elkaar > 200 en we zijn als een kind zo blij, dat Reinouw dat weer kan. IJs is daar overigens een topic en echt lekker.

Afgelopen week end met de kids van alles van dit jaar gevierd met o.a. lekker eten in Colle Val d’Elsa. D.w.z. dat we ook de mooie plaatsen als Sienna, Volterra en San Gimiano met goed weer hebben gedaan. Ook al zie je het voor de tigste keer dan blijft het indrukwekkend mooi. In het week end daarbij ook natuurlijk de Italianen op de fiets gezien; het blijven toch mannetjes in die outfits van hen.

Wel strontverkouden terug en afgelopen week “was ik er aan”. Vrijdag nog enige twijfel; wat te doen dit weekend. Gister eigenlijk verlummeld en vanmorgen moest het dan maar..

Koorts en snot deden me besluiten, dat vandaag de start was van het TcE-MTB Team. Blanco shirt omdat de sponsor ook hier het af laat weten, maar wel makkelijk, want in een “1-persoons-team” loopt de besluitvorming vrij makkelijk.

Rustig opgestaan; dit keer geen BBC bij het ontbijt, maar op Canvas de herfst-webcam-beelden. Mooie beelden van een nog heiige Maas en nog mooier uit de zonovergoten aanstaande wintersportgebieden. Zon op de toppen, eerste (kunst)sneeuw hier en daar en op de Stubaier gewoon al bezig op pistes en daarbuiten. Ergo: (te) laat aan het vertrek; pas om 9.50 uur en de route stond vast. Geen wilde dingen gezien die koorts en dus de Maastricht-route. Rustig doordat die relatief vlak is en merkwaardigerwijs Maastricht nauwelijks aandoet. Nu hoeft dat voor mij ook niet.

Begonnen met toch de klim achter ons kerkhof (Gulpen-west, maar niet helemaal van beneden en niet helemaal tot boven). Al snel helemaal tevreden met mijn keuze; immers mooie boomkleuren, fraaie zon op de velden en al snel publiek op de fiets en wandelend toen ik bovenaan de Ingber de weg op ree om naar Scheulder te gaan. Ook in Margraten bij een km. asfalt veel tevreden mensen. Bij het stoplicht aan de Rijksweg even met een Belg gekeuveld op z’n Karels en vervolgens achter het kamp omlaag en terug naar het plateau. Bij Reijmerstok richting Banholt en dan komt het mooie van de Maastricht-route: eigenlijk alleen maar vals plat omlaag naar Gronsveld over schitterende paden. Vaak nat, maar nu viel het mee.

In Gronsveld omhoog via de Riesenberg over een heel technische single track. Een touche met een boom waardoor ik wel stil viel, maar niet uit de pedalen behoefde en helaas pindakaas op het steilste stuk aan het eind kwam ik op vijf meter voor de top in onbalans. Te klein verzet was de oorzaak. Naar C&K bij de Pastorij en van daar afgedaald naar Porta Mosa zoals die school geloof ik heet aan ons racepad.

Op weg door de wijk met die vele heuvels naar Vijverdal/Banholt over het asfalt bedacht ik me dat ik vorig jaar daar een derde lekke reed (op de draad van de buitenband naar later bleek) en ik dus de hele rijksweg naar huis kon lopen omdat Reinouw niet thuis was. Dat was ca. 10 km.

Meestal pak ik die drempels uit het zadel, maar dit keer dacht ik dat het ook zonder moest kunnen. Dat vond mijn zadelbout niet en op heuvel twee zei die “knap” en lag mijn zadel op de grond. Bout afgebroken. Voor de grappen komen; niet mijn gewicht, maar de kracht op de pedalen via het zadel [red.: ??], is ongetwijfeld de oorzaak.

Aan die 10 km lopen had ik geen zin. Trainen echter kan ook anders, dus heb ik à la Theunissen de weg terug staand afgelegd. Veldwegen opgezocht langs de Rijksweg en in Margraten richting Scheulder en het plateau richting Wijlre, omdat ik per se boven de 40 km. wilde komen. Dat is gelukt en zo heb ik ca. 12 km staand gepeddeld.

Lekker gereden en een goede start van het TcE-MTB-Team.




Zondag 7 oktober – La Buissonnière

De Buissonnière, de enige afsluiting van het TCE zomerseizoen; een spil in de wieleragenda: je hebt Milaan – San Remo, Parijs – Nice, de Ronde van Lombardijen en La B., zoals door kenners liefkozend genoemd. Een spil in de agenda, als de draaiingsas van de aarde. Gekaapt door Henk met zijn HC-tocht van vorige week.

Voor de spijtoptanten: La B. ’13: 6 oktober.

Gelukkig was onze trouwe Vogezen-, Groningen- en Italiëmaat Jan bereid deze tocht voor hem voor de eerste maal mee te rijden; dus getweeën op pad. Kwaliteit telt zal ik, Martin, maar zeggen.

De route bekend, dus daar niet te veel over uitgeweid. Dat er geen enkele sprake was van een afkorting moge duidelijk zijn.

Jan als een jonge hond op weg, hoewel ik hem gewaarschuwd had voor de zware eerste helft. Vertrokken in een dikke nevel en met een nat wegdek, maar wat opviel: opvallend veel nieuw asfalt. Goed te begrijpen natuurlijk, daar de burgemeester- en gemeenteraadverkiezingen op komst waren.

Langzaam maar zeker kwam, beginnend op de plateaus de zon er door heen piepen om uiteindelijk niet op te geven.

Jan steeds als eerste bergop en Martin aan het einde controlerend.

Op het gekende stuk slecht wegdek bij Izier, waar wij reeds veel lekke banden kennen, reed Jan lek. Echter niet nadat Martin al ver in de afdaling zat, dus terug omhoog waar ik Jan zag aan komen lopen. Hij was lekgereden tussen de zwijntjesjagers (letterlijk in dit geval en geen fietsendieven), die hem aanraadden even door te lopen om zijn band te plakken voor het geval dat….

Dat bandenplakken een tijdrovende procedure kan zijn blijkt:

Nadat de eerste band omgelegd was liep deze binnen 50 meter weer leeg; een onverklaarbaar gaatje aan de velgkant. Minutieuze inspectie van buba en velg toonden niets aan dus de rebiba van Martin er op. Na het oppompen liep deze wederom binnen vijf minuten leeg door een foute las. Geen reservebanden meer. Dus was plakken het devies.

Terwijl Martin aan het bosbouten was (de geplande pauze was immers vertraagd) slaakte Jan een GVD-kreet: hoe hard hij ook kneep in zijn solutietubetje, er kwam slechts lucht uit. Het bleek aan de onderkant lek te zijn; hypospadie heet dat. Gelukkig bracht Martin redding met rubbertjes die het ook zonder snot doen en hoera: hij hield het voor de rest van de tocht! Echter, totaal zeker bijna drie kwartier bezig geweest.

In Hamoir was onze gekende pâtisserie open (de spellingcheck dwingt mij pâtisserie zonder accent-circonflexe te schrijven, maar ik vind het mét mooier; het betreft immers een Waalse pâtisserie) en een complete kersenvlaai geschaakt.
Prachtig de Néblon stroomopwaarts gevolgd en in Ocquier de Ardennen verlaten voor het land van Condroz. Op ons keerpunt bleek de wind deze keer niet, zoals anders gebruikelijk, zuidwestelijk te zijn, maar noordwestelijk, dus niet volledig mee.

De afdaling naar de Ourthe, voor Esneux, gekend om zijn slechte wegdek onderging deze keer een major revamp, maar we konden gewoon door. Routineus naar Esneux en het laatste knipje omhoog om deze keer werkelijk uitfietsend en niet afsprintend naar Tilff te rijden.




Zondag 30 september – Taalgrensroute

Henk, de routeuitzetter van vandaag chroniqueert:

De door mij uitgezette taalgrensroute stond op het programma. Gelukkig was Martin er, met de route alleen in mijn iPhone hadden we het niet gehaald. Die heeft veel te weinig batterijcapaciteit om tijdens zo’n lange rit alsmaar aan te staan om de route op te kunnen volgen. Aan de toren ook Ger en Hans. Ik had last van hyperurineatie, en moest dus in het begin een paar keer van de fiets af. Bij Amby besloot de rest ondanks uitdrukkelijk verzoek niet te wachten, alsmede af te wijken van de route, waardoor ik in mijn eentje kwam te zitten. Bij het afrijden van de Kennedybrug ging de telefoon. Na kort overleg konden we ons toch weer verzamelen om de taalgrens op te pikken bij Ternaaien. Al snel daarna bleek dat er iets mis was gegaan bij het online zetten van de route. Twee keer kwamen we uit op een modderpad, waarvan ik me herinnerde dat ik die uit de route had gehaald. Gelukkig bleef de schade beperkt en konden we de bedoelde route telkens weer snel oppakken. In Glons bleek dat het kruisen van de heen en terugroute tot navigatieproblemen kan leiden. We kwamen via de weg die als terugroute langs de Jeker bedoeld was in Tongeren uit. Omdat we op ongeveer 1/3 van de rit waren daar op de markt maar gestopt voor koffie en heet appelgebak, met vanille-ijs en slagroom. De Eurocrisis is bijna opgelost. Vanuit Tongeren reden we de hele route in tegengestelde richting, dus eerst langs de Jeker naar de bron en daarna terug via de taalgrens. De bronnen van de Jeker waren om meerdere redenen teleurstellend. Ten eerste omdat er in de swamp area geen duidelijke bron herkenbaar was en ten tweede omdat Hans juist op die plek een klapband kreeg. Hij mopperde over de desolate toestand van de wegen die er toe leidden dat zijn 40€ kostende Continental buitenband, net nieuw, al weer naar zijn grootje was. Ik gooide olie op het vuur door op te merken dat goedkope banden vaak ook dikker zijn. Daarna dus terug langs de taalgrens. Op een plek zat er in de route nog een veldweg die ik eruit had willen halen, maar die omzeilde Martin op precies de manier die ik ook had gewild. De wegen waren nu ook wat beter, en het uitzicht was af en toe majestueus. De grote omweg langs de taalgrens om Tongeren vergde het uiterste, Ger begon slijtageverschijnselen te vertonen. Eenmaal terug in Glons en verder afdalend langs de Jeker ging het toch nog redelijk in groepsverband. In Wonck waren we nog getuige van een serenade aan een groep jonge stellen. Martin suggereerde al van verre een nationale incestdag; als je positiever wilde zijn Wonck debutant ball. We passeerden diverse horecagelegenheden, terwijl Ger in ik toch duidelijk behoefte hadden aan een colaatje. Toen we dat eenmaal duidelijk gemaakt hadden was er toch een stop op een zonnig terras in Kanne. Martin nam een biertje, de rest inderdaad cola. De weg uit Maastricht was lastig te vinden door de tunnelwerkzaamheden, zodat we uiteindelijk omstreeks Meerssen chaotisch afscheid namen. Achter de rug van Martin nam ik het vals plat van Ulestraten. Daarna was ook het beste bij hem er vanaf en reden we rustig, zonder elkaar nog verder uit te dagen langs punten die daar toch normaal een prima inspiratiebron voor zijn, zoals Kelmond en de Berrybrug. Martin meldde me nog dat we 1080 hoogtemeters hadden gemaakt bij naar mijn schatting 190 km. Prima cijfers voor een nazomerfietstocht.

Ger voegt nog toe:

Van mij dit keer geen rittenverslag; alleen maar de complimenten aan Henk voor de zeer mooi route. Mooi weer, enkele plassen onderweg om later de fiets te kunnen poetsen en een materiaalcheck op steentjes. Helaas voor Hans, maar dat leverde ouderwetse Haagse kwaadheid op. ADO op wielen zeg maar.

De route slingerde de taalgrens in België langs en deze zo nu en dan kruisend, leverde in ieder geval een bijzonder element. In het Franstalig deel stond het bord “omlegging” en in het Nederlandse deel “deviation”.Verder was het aan het eind bij een feest met serenade een soort omgekeerde (najaars-laatste kans) rokjesdag; om de weg behoorlijk kwijt te raken.

Voor mij is een tocht van ca. 150 km een overleving. Eten en drinken doe ik niet goed en ook vandaag weet ik niet of drie grote bidons niet echt te weinig is. Ik vermoed van wel. Evenzeer twee müeslirepen, een gelletje en de appeltaart wellicht ook te weinig.

Uiteindelijk geloof ik wel prima gereden. Slechts vier keer met samen 200 meter geloof ik op kop en verstandig gefietst. Dat betekende wel dat ik vanaf 100 km alleen maar zat te overleven; overigens met hetzelfde verzet en tempo rond de dertig en af en toe veertig op de grote molen zoals op de heenweg. Bij M’tricht heb ik het wel even echt laten gaan om tot slot door de Dellen naar huis te gaan via Valkenburg. Hans prima in het coachen. Daar doorgetrokken over de grote weg naar Wittem en een kleine lus rond Gulpen voor de echte moraal en om weer eens boven 200 km uit te komen. Dat is gelukt met uiteindelijk een gem.van 25,98 net niet dus.

Fraaie dag dus ter afsluiting van het raceseizoen. We zijn twee zondagen niet thuis en na half okt wil ik wel eens gaan MTB’en. Zie wel of ik nog eens aansluit op een mooie dag als ik door de week de MTB kan pakken.

Dank voor een mooi seizoen tot dusverre!

Tenslotte(?) nog een paar kwinkslagen van Martin:
Hans geklaag over de route zou hem moeten uitdagen zelf HC-routes te creëren
De bedoelde band koop ik in Pruischen voor DM 50.00
Na Maastricht was bij mij inderdaad het beste eraf; maar ja twee bidons en twee reepjes wellicht wat weinig; het biertje wel lekker overigens!
De Buissonnière volgende week gaat tot nader order wegens te veel afmeldingen niet door!



Zondag 23 september

Om ongeveer half acht kwam er een op artikel 53 terug te voeren “N” van Martin binnen. Hij klaagde ook over buienradar. Ik, Henk, liet mijn gezicht nog wel even zien bij de gebruikelijke ontmoetingsplaats, maar ik rekende eigenlijk niet op Karel. Als hij al niet in Frankrijk zou zitten zou hij waarschijnlijk ook passen vanwege de regenverwachting. Ik reed dus alleen naar de toren. Ger had al aangekondigd niet te komen, dus de maximale opkomst zou bestaan uit Jos en Hans, en die waren er inderdaad. De route is uiteraard weer on-line te bekijken. We probeerden het WK parcours in Valkenburg te mijden. In het stukje Valkenburg dat we wel meepikten was niets van drukte te merken. In Sibbe was wel van alles te doen. Hans wilde ons de plek in Termaar (ten zuiden van Margraten laten zien waar Contador tijdens de tijdrit werd ingehaald door een Duitser. Dat lukte wonderwel. Bij de Plank even een spatje regen. Ik wilde daarom koffie drinken bij Modern in Teuven, maar die was dicht. Verder dus naar Sippenaeken, waar het al weer droog was. Bij “de Eik” op het zuidelijkste puntje van Nederland in de huiskamer de koffie. De financiële perikelen rond Brammetje vormden een dankbaar gespreksonderwerp. Na de koffie veel klimwerk met Drielandenpunt, Orsbach, Eyserbosweg, korte Vrakel en Koulerberg. Ik hield de beide klimgeiten natuurlijk niet bij, en deed precies genoeg om aan het eind plezierig vermoeid te zijn. Jos nam afscheid en Hans nam me op sleeptouw tot bij Nuth. Van daaraf rustig uitfietsend naar huis. Bijna 100 km op de teller. Op de paar spatjes na helemaal geen regen gehad en zelfs nog even een bleek zonnetje. Buienradar verdient het niet bekeken te worden.



Zondag 16 september

Aan de toren Hans, Henk en Martin. Meer niet wegens vakantie, bobo en andere verplichtingen. Martin nog een beetje moe van de Kanne-Como-ervaring (waarover later meer) en op de winterfiets en Hans moest nog mee doen aan het WK Veteranen en sleurde ons over het WK Ploegentijdrijdenparcours. Pas in Wijlre weken we af daar Henk De Smidse had genoemd en via de door Martin gekozen Gulpenerberg-Oost omhoog over het plateau in een schitterende zon. Bij de Smidse heerlijk in de zon de koffie, vlaai en verkiezingen geëvalueerd en op pad via Kuttingen en Bovenste Bos om de mooie Kloosterhofwegklim te nemen.
Veurs, Martens en ’s-Gravenvoeren en langs de snelweg terug; we dachten even dat Hans ons verlaten had, maar hij wachtte toch netjes op ons. Langs het vliegveld omhoog om het tijdritparcours te vermijden en zo naar huis. Bijna 100 km met een aanvaardbaar gemiddelde.

Ger doet verslag van het weekend:

Na een weekje in Normandië met lekker fietsen in het zonnetje met Reinouw een weekend om weer aan de bak te gaan.

Gisteren de WK-toertocht gereden, die om welke reden dan ook voor > 50% niet over WK-wegen liep. De start op Megaland om 8.30, waar ik al gelijk met een jongeling opfietste met een Koga Road Runner. Ca. 30 jaar oud en mooie herinnering want mijn eerste race met fraaie terugblikken mijnerzijds aan LBL en Waalse pijl. Hij fietste overigens met zijn moeder die er – in alle facetten - aanmerkelijk moderner uitzag.

Vervolgens via Parkstad naar de Nijswiller om die dalend te nemen en vervolgens de “andere kant” van de Camerig te doen. Dat ging al kletsend prima. Op naar Schweiberg en door via Slenaken en het Gulpdal naar Reijmerstok. Gekend door de dreven in die hoek naar de voet van de Öreberg, die voor velen een vervelend verrassing was. De Bemeler gaf beklimmingen van allerlei tempo om via het plateau de Cauberg te doen.

Is toch altijd een sensatie met zovelen en zeker als je dan naar Vilt en de finishstraat kunt doortrekken onder motorbegeleiding.

Rasberg af en via het racepad naar de Maas-/kanaalzone. Maasberg in het midden moeten doen omdat het gootje vol zat. Vervolgens onze locatie en Urmonderbaan gedaan. Saai dus; om in Sittard op een afgezet traject “vol door de stad” te raggen. Apart met publiek en zelfs veel applaus voor alle passanten.

Daarna het Ploegenparcours op om voor Valkenburg weer af te draaien.

Alles bij elkaar de langste rit van het jaar; net geen 190 km en met een gem. van 24,8 was ik tevreden. Immers vertrokken met een “hoofd vol snot” en rustig aangedaan.

Goed georganiseerd met drie prima foerages en overall publiek op de fiets dat zich gedroeg.

Vandaag op de streep gestaan bij de finish. Mooi om ze allen te zien aankomen en als de helft van de mensen binnen zit, zitten de andere wielerliefhebbers buiten met elkaar te genieten. Een evenement en organisatie die er niet om liegen.

Vrijdag 7 – 14 September – Niet-TCE Alpi 2012

Geen strikt TCE-evenement, maar door deelname van Martin, Jan en Harold zeker het vermelden waard. Een korte samenvatting:

Fietstocht Kanne - Como (7 - 15 September 2012) 
Dag Doel van de dag km's Hoogtemeters
vr Wiltz (Lu) 165  2190 
za Burtoncourt (F)  145  1700 
zo Breitenbach (F)  175  2490 
ma Leymen (F)  145  705
di Innertkirchen (CH) 187  1950 
wo Rustdag  --  -- 
do Claro (CH)  135  3170 
vr Lecco (It)  125  1600 
Totaal  1075  13'835 


Vrijdag

Vertrokken vanuit Kanne, met Henk, Jan, Jochem, Martin en Caspar aan het stuur. En wel om ca. 9.30 nadat wij door de meeste van onze echtgenotes veel te blij uitgezwaaid waren. Vanaf Troisvièrges hebben drie een schitterende route door het dal genomen en Martin alleen gebuffeld omdat hij route en GSM kwijt was. Iets minder km's maar meer hoogtemeters. DE route was mooi moeten we Jan erkennen.Na 165 km en 1900 hm via Banneux kwamen wij aan in Wiltz (Lu). Een rustige camping waar ook de Duchennetocht de volgende dag zou starten. De zon ging snel achter de bomen, en het werd koud.Het eten was eenvoudig papardelle met Gran Ragu van STAR, maar lekker en vooraf een heerlijke salade met Balsamico.

Zaterdag

Vandaag was de dag om Harold in Luxembourg stad op te halen. We vertrokken ondanks Martins aansporingen 6 minuten te laat en het was fris. Een nog Ardens landschap ging over in weidse weiden. In Ettelbrück de koffie, waar Jochem gelijk van de gelegenheid gebruik maakte om verboden middelen te kopen uit een Luxemburgse specialiteitenapotheek.Om de rendez vouz met Harold precies op tijd te maken in een gezwind tempo de laatste kilometers voltrokken en ook door de stad ging het snel.Voor het station had Caspar de bus pontificaal opgesteld en was Harold zich al aan het omkleden. Na wat getut er vandoor de stad uit, maar plotseling trok Jochem aan het anker, want hij moest een nieuw zadel kopen en wel bij een Aston Martin garage.

Iets buiten de de stad een rendez vous met de bus van Cas waar we de lunch gebruikten. Heel luxe.Snel het Franse land ingedoken waar we aan de einder de koeltorens van de kerncentrale van Cattenom zagen. De koffie in Kédange sur Canner waar we Caspar tegenkwamen. De finale was niet lang meer maar met 32 °C en de volle zon werd het wel moeizaam. De laatste klim was mooi maar taai. Vooral Jochem had het zwaar. De camping was prima, het bier (alcoholvrij) goed. Net als het eten. Helaas werkten de ingewanden van Jochem niet mee - eerder tegen. We maken ons klaar voor de volgende dag.

Zondag:

Vandaag door het golvend landschap van noordoost Frankrijk waar vooral graan geteeld wordt. Vertrokken zonder Jochem, die zou op zijn gemak het eerste deel, volgens Harold essentieel vlak, alleen rijden.Vandaag zouden ook de eerste collen gedaan worden van de Vogezen, namelijk de Donon en de Charbonnières. Wederom een prachtige rit waarin Jan zoveel geweld op de pedalen uitoefende dat zijn ketting een wokkel werd, maar dank zij de tools van Harols snel hersteld.De collen mochten er zijn en Jochem had besloten deze mede te rijden, na een korte pauze in de auto. Het ging, gecoacht door Martin, in een voorzichtig maar zeker tempo en uiteindelijk allen boven!De camping was een ware verrassing: verscholen achter een rommelig boerenerf, bemand met Straatkantjebewoners en de baas nog of weer met een kater van het de dag voorafgaande Asterix & Obelix feest in bed. We hebben de camper maar ergens neergezet en gebruik gemaakt van de faciliteiten van een naastgelegen lege wooncaravan. Het restaurant bleek tevens gesloten te zijn, dus met de restjes maar wat gemaakt, toch de buikjes gevuld.

Maandag:

Gezien de wind, de gedane afstanden en Jochem, gekozen voor de korte variant naar Leymen en niet de Route des Crêtes. Heerlijk afgedaald, deels over een mooi fietspad, naar de wijnstreek en in hét wijndorp Ribeauvillé de koffie. Nog gezocht naar een geopende fietsenzaak voor Jan, maar niet gevonden. Een kleine vergissing van Martin (de finesses van het uitzetten van een route en het uitlezen ervan op de Garmin vereist zowel van Martin als van Henk het uiterste) bracht ons op de route langs het kanaal van Elzas, maar uiteindelijk weer terug op de wijnroute en zo na een paar kleine heuveltjes in Leymen waar we het diner en de overnachting hadden bij Roland Dietler, die Jan en Martin kenden van de Ronald McDonaldtocht van 516 km van Groningen naar Maastricht. Hij en zijn dochter verwelkomden ons met alle egards en de maaltijd was voortreffelijk, evenals de wasfaciliteiten en de matrassen op zolder waar wij allen konden slapen. Ook liet Roland ons nog een mooie DVD zien van Paris-Brest-Paris, die hij vorig jaar gereden had - relativerend. Een domper was de mededeling van Jochem dat hij de volgende dag de trein terug naar Nederland zou pakken. Ook de prijs van de ketting die Roland voor Jan gekocht had...

Dinsdag

Niets is zo veranderlijk als Jochem - zo hadden wij inmiddels geleerd - hij had zijn gedachten verzet en besloten mee te fietsen. Dus met Martin als eerste weg. Harold zou nog met Roland naar de LBS gaan om zijn zwaar verwaarloosde balhoofd succesvol te laten herstellen. Het ene kogeltje dat Martin zoekgemaakt had was een detail...

Vandaag dienden de echte bergen zich aan: al snel een niet zo lange klim van 10%, maar langzaam naar het Scheitelpunkt van de Jura, de Passwang. De laatste drie kilometer 10%. Een werkelijk prachtig landschap, zonbeschenen groen. Fantastisch.Op de col gewacht op Jan, Henk en Harold en gevijven verder omlaag naar het Berner Mittelland. Veel verkeer daar, helaas en - erger - tegenwind. Maar stevig doorbikkelen bracht ons uiteindelijk door het rustige Krauchtal en vrijwel vlak langs de meren Thunersee en Brienzersee naar ons eindpunt Innertkirchen, waar de weg inmiddels nat was door hevig onweer en het regende.

Woensdag

De joker ingezet voor deze reservedag: continue regen en sneeuw hogerop. En morgen zou het weer beter worden - volgens Harold.We mooi door de Aareschlucht gelopen en in Meiringen wat boodschappen en met de merkwaardige Meiringen-Innertkirchenbahn terig naar de camping. Het station midden in een tunnel.

Donderdag

We moesten vandaag over de Alpen anders zouden we logistieke problemen krijgen. Het weer was echter nog steeds slecht, maar het zou opklaren. Jochem was wat eerder gestart en belde verontrust terug met de mededeling dat de Grimselpas gesloten was. Ons advies was 'doorrijden' hij zou wel opengaan, zo bluften wij.Hij ging inderdaad open, maar dat was ook alles. Wat volgde was een van de bizarste beklimmingen ooit gedaan. Door nevel uiteindelijk in een besneeuwd landschap en bovenop de pas was het -3.5 °C en waren sneeuwschuivers nog volop bezig. Een alles verkleumende afdaling naar Ullrichen waar we in een restaurant op temperatuur kwamen. Geen ijs na de lunch.

Dan de hoogste pas, de Nufenenpas, 13 km à 8.9%. Niet veel sneeuw meer, maar een bulderende storm. Boven de koffie en afdalend naar de warmte van Ticino. Een 60 km lange afdaling richting Bellinzona waar we in Claro de camping en palmbomen vonden. Overigens tegenover een reusachtige bergstorting die, zo bleek later, pas van mei dit jaar was.

Vrijdag

De laatste rit. Gekozen voor de kortere variant daar we een camping na ons bedevaartsdoel, Madonna di Ghisallo, dichter bij het vliegveld van Bergamo gekozen hadden.Door Bellinzona en het boerenland de klim van de Monte Ceneri gevonden; een drukke weg maar goed te doen en voldoende ruimte. Golvend verder tot we Lugano en het meer gevonden hadden. Subtropische temperaturen golfden ons tegemoet. Langs het meer de grens met Italië passerend en door naar Menaggio aan het meer van Como voor de schilderachtige overtocht naar Bellagio waar de finale klim naar Madonna di Ghisello. Een meer dan stevige klim van 10.5 km, waar het gemiddelde percentage van 5.2% niets zegt. Boven aangekomen bij het bedevaartsoord der fietsers en de kerk en inventaris bewonderd. Afgedaald naar het meer van Como en de camping in tweede instantie gevonden.De eerste en enige keer uit gegeten bij een Italiaan/Chinees. Een volle zaak, spotgoedkoop, chaotisch en lekker. Bij terugkomst aan de camping ter afsluiting nog twee flessen limoncello soldaat gemaakt.De volgende dag naar huis; Jan en Cas met de camper, de rest met Ryanair. Een prachtig avontuur voorbij!

Een link naar de foto's



Zondag 2 september

Wegens het crashen van de PC van Ger is mij, De Dode opgedragen ook zijn perspectief op de rit te weergeven. Allereerst Kareltje opgehaald en samen naar de toren, Henk was in de USA. Aan de toren – natuurlijk – Beppi en Le Docteur. Karel op de Massi wegens een defecte brifter op het Kanonnendal, Ger op de Rogianni wegens een gebroken spaak in de Duell.
Ger deed nog kond van een lullige valpartij, een Gerretje gisteren waar een vriend van zijn zoon redelijk in de kreukels kwam. We blijven mazzel hebben. Jos vertelde nog van een valpartij waarbij een zaklantaarn daar terecht kwam waar de zon noooit scheen, iets waar hij deze rit last van hield.

Deze keer Hans zijn natuurlijke plaats doel gevend door hem de route te laten bepalen en een bijzondere route was het vandaag. Ik denk dat we onszelf toch aardig geroutineerd kunnen noemen als het gaat om het kennen van het Heuvelland, maar vandaag was het voor allen nieuw.

Natuurlijk koos hij voor de Barakkenberg en binnendoor naar Gasthuis en ongebruikeljk door Klein Welsden. Van Margraten Bruisterbosch en Banholt en de Kutersteenweg naar Schey en Ulvend. Op Martins initiatief de steile klim van Rullen en onverwacht binnendoor naar St.-Jean-Sart en afgedaald naar de Berwinne waar Hans een nieuwe, steil en mooi klimmetje vond: de Wadeleux. Prachtig langs mooie landhuizen naar Charneux en zo weer omhoog naar het Croix de la Bois del Fiesse en weer omlaag – het was met 1200 hm inderdaad heuvelachtig vandaag, en weer omhoog naar Aubel. De gekende patisserie was natuurlijk weer vol dus door naar het Rode Bos. Op de klim naar Hagelstein deed Ger fantastisch kopwerk maar liet volkomen onverwacht plotseling de kop aan Jos, die lichter moest trapper van Hans.
Van Hagelstein bracht Martin de kanonnen in een zetel naar de afsprint waar Ger zeer knap aan het wiel van Hans bleef en uiteindelijk zelfs overnam en met vier fietslengtes als eerste aankwam.

De koffie lang en genoeglijk en vele onderwerpen weer de revue laten passeren. Geen oplossing.

Afgedaald naar Teuven en de fraaie klim Gieveld. Over het plateau van Heijenrath en vandaar in een gezapig tempo naar de Koning van Spanje. Uitlokpogingen mochten niet baten.

In de afdaling een snakebite aba bij Martin die ten overstaan van melige mensen op het Roccaterras buitengewoon inefficiënt als gevolg van een combinatie van vaste en losse ventielen en traag geresolveerd werd.

Uiteindelijk weer op pad de Ingber op, nadat Hans afgeslagen was. Deze klim nog een vijftal andere fietsers opgegeten. Onder de Sibber Ger en Jos eraf en via de Stoepert afgerond; wegens de zachte achterband voorzichtig door de bochten. 96, net geen 100.



Zaterdag 25 augustus – ODS Classic

Reeds op vrijdag waren we met de Classic bezig; we dat wil zeggen Ger, Henk, Jan, Karel, Jos en Martin. Met drie auto’s hadden we vijf uur nodig om de route met al zijn lussen uit te pijlen. Niet dat dat minder gezellig was. Te weinig tijd om onderweg een frietje te eten, maar dat na afloop alsnog gedaan.

Op zaterdag nieuwsgierig opgestaan naar het weer kijkend; het was droog, maar onderweg naar Landgraaf vielen regendruppels. Daar echter was het weer droog.

En droog bleef het, met uitzondering van een klein buitje in de afdaling van de Voie des Morts. Ons team uitgebreid met drie Alpengangers, waaronder Harold. Zoals gebruikelijk de bekende startchaos.

De routine van de Classic geeft weinig ruimte veel nieuws te vertellen. Het parcours was; mag ik dat zeggen? Ja dat mag ik zeggen!, mooi en zo ook door velen gewaardeerd. De vele valpartijen vooral denk ik meer door onervarenheid en onvoorzichtigheid dan wat anders. Een hartstilstand lijkt zelfs inmiddels, hoe schaamtevol ook om te zeggen, routine. Wat kan je er zelf immers aan doen, behalve er misschien even bij stilstaan. Ben wel benieuwd wat de azijnpissers hier allemaal voor mening over hebben, voor zover relevant tenminste.

De terugweg snel, vooral wegens de wind mee. Het feit dat we tien minuten vergeefs op Karel gewacht hadden baart zorgen. Bovenaan de Kleekamp besloten Harold en Martin hun beider dames tegemoet te rijden, zodat we de Fromberg, Brinkweg en Kleekamp nogmaals gedaan hadden, daarmee op 160 km en 2000 hm gekomen. Ik begreep overigens uit de feedback dat het merendeel van de fietsers de lange(re) variant(en) gekozen heeft.

Kortom: uitermate tevreden en voor de volgende keer misschien iets minder lussen.

Ger vult aan:

Classic weekend en op zondagmorgen gewoon werken!

Vrijdag op tijd allen bij de start om ruim voorzien van tie wraps, borden, hamers, boren, schoppen en vegers op stap te gaan. Ook hier begint een werkproces ingeslepen te raken. Na ca. 5 uur weer terug en ikzelf full out aan friet speciaal en frikandel speciaal. De dag erna geen last van gehad.

Als Chemelot-team; dat inmiddels een armzalig gezelschap is, zouden we pas om 10.00 starten. Toch al om 8.15 onderweg met merkwaardigerwijs niet al te veel zin. Of dat de rit van zondag daarvoor was; het voorziene traject van “uit en thuis” van 170 km, het kleine gezelschap, dan wel het onbestemde voorgevoel, weet ik niet.

Regenjackje mee en aangetrokken onder aan de Vrakel, omdat een regenscherm zich voor mij ontvouwde. Toen ik weer opstapte en 1 km. verder was, bleek de regen niet te komen. Bij Neufchâteau nog eens hetzelfde en op een paar druppen na, kon het jackje dus ongebruikt blijven.

Classic is inmiddels routine, waar de cowboys uitgezeefd zijn. De begeleiding van motards is overal perfect en helaas bleek dit keer dat dat ook zo was met Service Medical. In alle jaren waarin ik bestuurlijk verantwoordelijk was (en dat waren er velen) nooit wat gebeurd, met wel mijnerzijds de zucht van verlichting daarover en nu in drie jaar dit. Hopelijk geen emotionele discussie tussen voor- en tegenstanders van sporten/fietsen.

De classic zelf kan beschreven worden als meer dan prima. Meerdere complimenten onderweg voor de route. Ergo: Marin en Jan dat kunnen jullie scoren.

De lusjes en bewegwijzering nog eens evalueren op duidelijkheid, resp. of een extra lus niet zinniger is.

Zelf redelijk tevreden; ik rij de classic meestal niet zo best. Tot achter Schweiberg met een groepje van ca. 20 samen gefietst, waarbij ik als Pou-pou veel kopwerk heb gedaan. De slechtweerfiets heeft ook “hogere versnellingen” (zal ik nog wel eens uitleggen) dus dat kostte wel energie. Na Schweiberg eigenlijk samen met Klaas Bos de route gedaan en wat gekeuveld over het ongeval, follow up, de route en what have you. Prima lunch in Blegny nadat we omgeleid waren vlak voor aankomst. Eenieder weer normaal terug; in mijn ogen een prima besluit van de organisatie. De eerste 30 km met een groep OCI, resp. Lanxess, resp. losse deelnemers opgetrokken en in Ingber stootte ik weer op Klaas Bos en een aantal mij bekende Vosges/TCE-mensen. Lekker mee terug gepeddeld.

Uiteindelijk afgeklokt met 171 km op de teller.

Terug op de wei nog wat gekeuveld met deze en gene zoals dat hoort. Het zit er weer op en een goede training voor de WK-rit van 15 sept. a.s.



Zondag 19 augustus – Trente-huit

Ger
: forum gisteravond niet gelezen, dus hoorde ik pas aan de toren dat Martin afwezig zou zijn. Karel in Frankrijk en Henk?

Dat het zwaar zou worden, wisten we al van tevoren, maar voor mij werd het afzien naar later bleek. De gem. temp. was volgens mijn metertje aan het eind van de rit 30,9 (en vertrokken om 8.00 uur) Onderweg kwam de 36 al redelijk snel in beeld en de 37/38 graden idem.

Vertrokken naar Waterval om zoals Hans het formuleerde “onze neus achterna te gaan”. Doorgetrokken naar Meerssen en bij de Oliemolenweg omhoog. Mijn zicht van vandaag was al bepaald: Hans en Jos om beurten als eerste en de ander dan als tussenstation/richtpunt voor mij. Onderwijl nog even de rit van vorige week gememoreerd waar de heren het fietsen van Michelle nog positief evalueerden. Toen ik zei, dat ik bij terugkeer bij de Nachtegaal op 26,5 km. gem. stond en ik “dat geen damestempo vond” keek een hond-uitlatende-dame langs de weg ons aan met een gezicht van … ja ja (dat kan ik beter!)

Even later bepaalde de neus: Bemelen en vlak voor het begin van die klim gingen we naar rechts. Dat hebben we overigens aan het eind weer goed gemaakt.

Omdat ik meldde dat de nieuwe afgraving al stevig was, maar naar ‘t Rooth omhoog om die te gaan bekijken. Inderdaad wel indrukwekkend. Boven naar rechts om ouderwets naar C&K te gaan. Hard omlaag over het nieuwe asfalt en vervolgens op de macht omhoog.

In C&K kwam de neus met de opmerking dat binnendoor naar Ulvend wel leuk zou zijn. Ergo linksaf onder de rijksweg door en naar Eckelrade. Vandaar gewoon grote weg naar St. G. - Mheer en Noorbeek. Ondertussen veel fietsers met de rits open alsof een Alpenklim moest worden bedwongen en ook menig heerschap in zo’n mouwloos damesshirt.

Tegen 10.30 waren bij het Roode Bos, waarbij Hans een manhaftige poging deed om het terras al eerder open te krijgen, resp. de tijd met de eigenaar tot 11.00 vol te lullen. Beide lukte niet, dus maar een klein extra rondje Teuven, Remersdael en voor de kerk dat lekkere klimmetje naar de doorgaande weg. Enfin precies om 11.00 waren we weer op de plek bij het Roode Bos.

Mijn mededeling, dat ik me voelde of ik > 100 km. en > 1500 hm. zat, werd wel begrepen.

We hebben een langere dan normale pauze gehad en het over van alles en nog wat gehad. In ieder geval gaat Hans binnenkort een tirade houden bij een politieke bijeenkomst; hij heeft op het terras al even geoefend.

Mijn mededeling, dat ik het na 60 km wel gehad had en ik niet echt meer wilde klimmen, werd positief gehonoreerd met de route naar het racepad. De Planck naar beneden en de Karel-bocht goed doorstaan.

Verder gas gegeven en via het mooie fietspad uiteindelijk in Mesch terecht gekomen. Na een tijdje dacht ik, laat ik maar eens overnemen en dat voelde ik gelijk.

Wat overleg betekende achter de voetbalvelden omhoog via de Bemeler en dat betekende volgelopen benen tegen de kramp. Dus relatief rustig gepeddeld om het gat niet te groot te laten worden en vlak voor de afslag naar huis had ik de beide heren wel weer; uiteraard omdat zij inhielden.

Besloten om niet meer de lus via Sibber en grote weg te maken, dus daar afscheid genomen. Naar huis gepeddeld en lekker in bad gaan afkoelen.

Toch >100 km, maar met slechts 24,5 km. als gem. Groot verschil met vorige week derhalve en degene die er niet waren, hadden eigenlijk gelijk..

Dus nu (14.45) de hangmat in!


Le Mort heeft toch gefietst, zij het niet in TCE-verband. Ik had inderdaad afgemeld wegens zes logés, maar deze waren reeds vroeg richting Chunnel vertrokken, rekening houdend met de warmte en Belgisch kustverkeer. Dus met Miriam onderweg, die ook Fenneke, een van de BWOW die er vorig weekend ook bij was, meekreeg. Zij kwam op de fiets uit Limbricht.

Een heerlijke route à volonté met een genoeglijk tempo om om me heen te kijken. Aanvankelijk noordelijk naar Doenrade en Merkelbeek, maar toch de stadsdoorsteek naar Nuth om landelijk via de Ransdalerweg en Karstraat naar het eiland van Vrouwenheide te fietsen. Over de Baneheide en Bocholtz langs de windmolens en Vetschauerberg om de mooie Herzogsweg met uitzichten over Aachen te nemen. Langs de beek af naar Lemiers en bij Mamelis bergop naar Vijlen alwaar de koffie etc. Met twee vrouwen natuurlijk niet zo’n uitdagende discussie, maar ja: je kunt niet alles hebben.

‘Achterlangs’ via Rott naar Mechelen en de dames vrijwillig de Gulperberg-Oost doen kiezen. Heerlijk om vol in de zon in een voor mij bescheiden tempo deze weg omhoog te spatten. Toeristen keken ons vanaf de zitbanken boven aan de helling aan; niet wielrenners. De leegheid van die levens schokte mij.

Op de Ingber moest ik erg lang wachten en toen bleek dat de dames beiden door de hitte bevangen waren: kippenvel, rillingen etc. Dit terwijl ik, als notoir slechte warmweerfietser, nergens last van had?

Rustigjes over het plateau naar Valkenburg gekacheld en daar een waterijsje voor de laatste snok over Groot-Haasdal en Schimmert. Fenneke daarmee boven de mijlpaal van 100 km brengend.

De moraal van het verhaal: als het warm is, pas dan gewoon je snelheid wat aan en alles valt mee.



Zondag 12 augustus – BWOW

Ger
beschrijft:

In alle opzichten een bijzondere rit.

Vanmorgen weer eens op weg naar de toren de Ingber op; lekker weer en zin. In de uitnodiging stond dat met BWOW zouden gaan fietsen. Wat daarvan verwacht mocht worden: onbekend?

Bij de toren weer de gebruikelijke opkomst (ex Karel die aan het bouwvakken is en France). Ook bij de rest een groot vraagteken. Echter via een omweg op weg naar de Nachtegaal. Ergens bij Genhout siste er wat en bij een bocht bleek dat mijn leeglopende voba te zijn. Gewisseld; truc met ventiel en pomp en weer een oppompexcercitie. Inmiddels duidelijk dat we te laat zouden komen, wat voor Hans reden was als een gek te gaan kachelen rond het vliegveld. Henk in zijn wiel en de rest bedachtzaam daar achter.

Ca. 10 min. te laat ontmoetten wij een divers damesgezelschap. Vanaf dat moment is Hans zeer sociaal gaan fietsen, maar kregen we in de pauze bij Pam-Pam te horen, dat het toch te hard ging. Pauzepraat aangepast en op niveau en vervolgens gewoon de heuvels in. Zelf hing ik er wat tussen in. Op de kasseien van Dalhem weer een lekke voba (waarschijnlijk snake bite). Op dat moment werd de groep definitief gescheiden, want overal fietste wat rond naar later bleek. Martin deed een supersnelle wissel en vol vertrouwen langs de Berwinne om weer aan te sluiten. Tempo van Martin was moordend en ik kon alleen maar wiel houden. Bij Val Dieu vals omhoog naar Aubel en daar deed Martin mij de kop. Maximaal gegaan, met nog drie man in het wiel, maar het gat naar Henk en de dames was niet te dichten. Uiteindelijk kwamen we bij De Hut Hans, Jos en onze buitenlandse dame tegen. Die had in de wielen van Jos en Hans mogen bivakkeren. Kreeg grote complimenten van beiden en vervolgens namen Martin en ik het knechten weer over naar de Nachtegaal.

Op het terras nog een drankje en uitgepierd de Korte Raar op. Door naar Schimmert en vandaar gekend naar Valkenburg en over de grote weg naar Wijlre.

Ik zat overigens inmiddels steendood, maar wilde mijn gem. > 26 km. houden. In Wijlre was bij Brand nog een soort feest met een hoempaorkest. Goed voor de moraal en nog even gas gegeven.

Na > 130 km. mijn doel boven 26 km gem. net gehaald. Bad in om lekker uit te rusten en inmiddels begin ik weer wat mens te worden.

Heerlijk gefietst en er is toch stevig doorgetrapt. Weg en collegafietsers regelmatig kwijt; wat meer pauzes dan normaal; wij waren ook rustiger dan normaal. Prima dus.

Enige aanvullingen nog des Dodes:

Ger vergeet nog twee ‘afscheidsmomenten’: reeds snel na de start raakten we zwangere dame, niet geheel onverwacht kwijt en in St. Remy Michelle en Jos en Hans die daar achteraan gingen.

Ondanks moderne communicatiemiddelen liepen alle afspraken fout, maar met vier hulpcoaches maakte ik me geen zorgen. Alleen jezelf het snot voor de ogen fietsen om teamgenoten in te halen die achteraf helemaal niet voor je blijken gefietst te hebben…

Overigens: op deze wijze met de dames fietsen, afgewisseld door achterstanden proberen goed te maken is natuurlijk een maximale vorm van intervaltraining.

Met 120 km op de teller gans tevreden, zeker gezien het feit dat ik gisteren met onze Jan de 172 km LBL gereden had: een mooi parcours met onbekende klimmen. Dat wij twee 31-jarige groepsgenoten, die halverwege besloten zich met de auto te laten ophalen, hun plaats gewezen hadden, ach: zeg maar een soort Hansgevoel.

De route van vandaag die op het web staat zullen slechts weinigen herkennen.



Zondag 5 augustus – Classic Sneak Preview

Erg laat in het seizoen, vergeleken met eerdere jaren, toch nog de integrale ODS Classic per fiets. Uiteraard gepland de lange route van 132 km. Aan de start in Landgraaf present Karel, Henk, Martin en Jan, per auto en Hans en Jos op de fiets.

De precieze route vindt u op het web, dus beperken we ons tot de bijzonderheden.

Vrij snel al een kort maar steil klimmetje, de Hopelerberg, dat ongetwijfeld tot gekraak, gevloek en opstoppingen zal leiden. Zo’n kilometer van het Deutsche Reich gepakt over een zielloos Avantis en door richting Bocholtzerheide waar een bestuurder van een groene Audi vond dat we te veel ruimte in beslag namen en dat bijzonder geïrriteerd liet blijken. Onder aan de Schwei namen Karel en Martin de kleine afkorting en afgedaald over mooi glad asfalt naar Slenaken waar de sporen van de tsunami uitgewist waren. De fraaie klim van Nurop naar de Planck in een windstil zonnetje – genieten. Op de Planck naar links, weliswaar het wegdek in het Rode Bos trotserend, maar als beloning de afdaling naar Veurs alwaar Henk zich als een slechtvalk omlaag stortte.

Het gekende fietspad langs St.-Martensvoeren waar wij een snelheid ontwikkelden die de besluitvormende instantie aangaande deze recreatieve route zeker niet in gedachten gehad had. Op weg nu naar Hans’ geliefde klim: La Heydt. Achteromkijkend voor de meer dan fraaie uitzichten over het Maasdal. Evenzo de afdaling naar Neufchâteau waar zich links het prachtige coulissenlandschap, mag ik dat zo zeggen?, van het land ven Herve ontvouwde.
Te Neufchâteau ongewoon snel linksaf, dit om de klim van Le Bois du Mauhin te vinden, alwaarin wij twee slanke fietsers vernederend opaten. Dacht ik de afdaling van le Voie de Mort slechts na een kleine stijging in te zetten, een redelijke klim bleek te volgen vooraleer we echt de prachtige afdaling deden.

Vlak voor Dalhem de lange onregelmatige klim naar Mortier en richting mijn door de gué; ik ben benieuwd hoeveel commentaar we daar na de echte Classic op zullen krijgen; zal wellicht te onveilig zijn…..

Blegny wegens de slechte reputatie van de koffie voorbijgereden, we zouden wel zien waar we de koffie zouden genieten. Hans begon binnensmonds iets als Pam-Pam te brabbelen, de reflexen liggen diep; de route gaat daar echter niet over, dus onverbiddelijk door.

Langs de school in ’s-Gravenvoeren en uiteindelijk de koffie op een Frans aandoend terras in Mesch, waar de taart ook onuitspreekbare Franse benamingen had. Iets met miserabel.

Hier, en alleen hier, regende het even, maar bij ons vertrek was het reeds droog en scheen de zon; Hans is blijkbaar bang voor regen, want hij meldde resoluut de weg naar huis te zoeken. In St. Geertruid nam hij afscheid, alleen. Hij kreeg Jos niet mee: die koos ervoor om levend thuis aan te komen, zo meldde hij. Nu miste Hans zeker een mooi deel: een prachtige landweg van Bruisterbosch naar Eckelrade, de prachtige Örenberg om maar wat te noemen. Relatief vlak over het plateau naar Ingber, nadat Jos afscheid had genomen, en Gulpen om naar de laatste klimmen te gaan: Fromberg, de Bronkweg, een bijtertje, naar Elkenrade en zo de prachtig geasfalteerde Daalweg af voor de laatste kuitenbijter: de Kleekampweg. Routineus door Heerlen en met 133 km afgetikt. Jan en Martin tevreden, Henk en Karel ook.
Niet onvermeld hier mag blijven het gegeven dat Karel, weliswaar als tijdsovervloedige pensionado, volledig herrezen is en zijn mannetje staat. Kon Henk, zo zei hij, vroeger nog wel een krentebolletje en een slokje nemen, wachtend op Karel, die tijd is voorlopig voorbij.

Dat onze suikerspinnetjes naar huis gevlucht zijn…laat hen zelf daar over een oordeel vellen.

Ger:

Medio vorige week zag ik op het Forum “verkenning van de classic”. Helaas kon ik niet mee, want we hadden al lang met vrienden afgesproken op de Meinweg te gaan wandelen. Dat betekende: 13.00 uur vertrekken en dan zou niet gaan lukken. Jammer, zeker nu René Kivit vrijdag plagerig nog wat zout in de wonde wreef

Achteraf toch nog lekker gefietst, want veel zin had ik niet in een kort ritje alleen; dus ook pas na 9.00 vertrokken.

Loorberg op en toen richting Sippenaeken op dat rare stukje vals plat. Met de conditie viel het mee, want ik kon goed doortrekken. Op die kleine camping op het hoekje zo goed als door de voortent van de ontbijters gereden. De conditie hadden Karel en ik medio week overigens al bijgehouden met een ritje Banneux. Relaxed (dat had Hans al verondersteld) en eigenlijk de hele weg “onderling gekwetterd”.

Na Sippenaeken uiteraard Beusdal en in Teuven voor de Kloosterhof gekozen. Boven achter een tweetal aangereden en vervolgens de mooie afzink naar Aubel naar Val Dieu en het Berwinnedal. Rij ik relatief vaak, maar verveelt nooit. Naar Dalhem een tweetal groepen achterop gereden en door naar Visé en weer Hallembaye. Toch een mooie klim. Vlak voor de top in een sprint terechtgekomen met een tandem. Professioneel met een stevige stoker van mijn postuur, maar de fietspower van Hans/Jos en achterop een lichtgewicht met zoals ik kon zien een visuele beperking. Toch mooi dat sporters hun lol in de fietssport kunnen delen met iemand die minder gezegend is. Toch wel even mijn respect uitgesproken.

Vervolgens zag ik dat ik wellicht in tijdnood kwam, dus doorgesprint over de St. Pierre en midden door Maastricht naar de Bemeler. Doorgetrokken en toch nog op tijd thuis.

Douchen en vervolgens naar onze vrienden, die zaterdag voor een fietstocht hadden gekozen. Ergo: rond 14.30 zat ik na de koffie weer op de Orbea (zo goed Martin?) Mooi gebied en ook mooie grindpaden, maar ook rul zand. Heerlijke dag met de BBQ ter afsluiting. Leven is derhalve mooi!!



Zondag 29 juli

Wat langer gewacht dan normaal gesproken met het verslag, niet omdat ik, Martin, gesloopt was als woensdag, maar ik eerst het vrouwenwielrennen wilde zien. Ontgoocheld was ik toen ik de TV aanzette en eerst op het vrouwen-beachvolleybal getrakteerd werd. Om bepaalde redenen kortstondig visueel wel aantrekkelijk, zeker in de regen, maar om dat nou een olympische sport te laten zijn…

Gelukkig maakte onze Marianne, want dat mag ik wel zeggen, veel goed door overtuigend te laten zien dat Nederland met vrouwenwielrennen de toon voert; welk een revelatie vergeleken met het al jaren sukkelende NL-mannenpeloton (afgezien van TCE natuurlijk). Bravo; laat de Rabeu’ers hier maar eens wat (nederigheid) van leren in plaats van als hoogstgeplaatste de elfde plaats te krijgen en dan zeggen dat “we bij iedere ontsnapping goed meekwamen”!

Door afmeldingen en andere niet-verschijningen was het wat rustig aan de toren, maar gelukkig was onze Jan, enthousiast na woensdag en omdat zijn vaste poepfietsmaatje op vakantie was er. Tevens, natuurlijk, Jos en Hans als vaste kern. Jos op de slechtweerfiets daar hij bang was voor modder op de weg. Ons doel was natuurlijk om de tsunami van Slenaken te inspecteren, evenals Hombourg. Dus via Daalhemer en Ingber daarheen. Vele fietsers haalden wij in, iets van een Ardennenklassieker was aan de gang. De weg door Beutenaken was al afgesloten – zo hoog zal het water toch niet gestaan hebben?
Inderdaad, er bleek een processie voorbereid te worden en plichtsgetrouw ontweken wij het door de burgers midden op straat gesmeten GFT-afval. In Slenaken zelf was, of er nooit iets gebeurd was, een processie aan de gang. De opbrengst voor de overstroming wellicht. Even wezen kijken bij de brug waar de brandweer druk bezig was met leegpomp- en schoonspuitactiviteiten. Om de fietsen schoon te houden naar Nurop en via Teuven naar Hombourg-Bas. Daar bleken ook diverse huizen en garages ondergelopen te zijn door van de helling aflopend water, zand en grind en zelfs nadat wij rechtsaf geslagen waren richting Hagelstein waren de sporen van gigantische waterstromen langs de weg nog duidelijk zichtbaar.
Over prachtig nieuw asfalt (eindelijk) langs het Amerikaans oorlogskerkhof naar Henri-Chapelle waar we Jan voorbereidden op onze stop in Welkenraedt. Een prima idee. Vond hij.

Een genoegzame stop, goede koffie en prima rijstevlaai en een uiterst vriendelijke bediening die bij ons allen vaderlijke gevoelens deed opkomen; waar veel besproken werd; onder andere hoe je Ramadan verkeerd kunt horen als ‘Rammen dan’, de kandidaatstelling van Amsterdam voor de OS 2316 en het onvermijdelijke financiële echec, waar alle belastingbetalers met de ogen open belazerd worden. Doet mij ook nog een citaat van een BBC reporter herinneren die aan J. Rogge vroeg waarom de leden van het olympisch comité allen in de duurste hotelsuites overnachten. Het antwoord was dat ze toch érgens moeten slapen…

Na het afrekenen op verzoek van Jan door naar het Drielandenpunt en wel via de kleinste verharde binnendoorweggetjes die we konden vinden. Bijzonder veel vreugde ervaar ik, en de anderen hoop ik ook, door het vinden van een verharde doorsteek tussen Kelmis en Moresnet. Startend met een steile klim door de bebouwing, vervolgens landelijk en tenslotte met een overrompelende blik op het viaduct van Moresnet.

Via de Rue de Sablon naar de voet van de Trois Bornes die er zonnig en mooi geasfalteerd bij lag.

Hans gaf te kennen vanaf Lemiers naar huis te gaan, dus in een strak tempo richting Nijswiller, de Platte Bossen omhoog naar Simpelveld en de fraaie, lichte klim naar Trintelen via Bosschenhuizen. In Colmont sloeg Hans rechts en boven de Karstraat ging Jan rechtdoor; onder de Kar Jos links, nog snel bij een groepje aanpikkend en Martin rechtdoor via de Hoensweg en Hoensbroek.

Een mooie tocht, met onverwachte weggetjes en goede luim en tempo.

Ger voegt, wat verlaat, toe:

Enigszins beschroomd meld ik me weer present. Daarvoor zijn drie redenen:

Maar liefst 25 dagen geen racefiets gebruikt en hem wel braaf 2,5 week mee op vakantie gezeuld.Toch durf ik me te melden. Gisteren voor het eerst sedert een eeuwigheid met onze Mark gefietst. Als tennisser en hardloper is hij gezegend met een goede basis, maar het goede leven hakt er ook bij hem in. Inmiddels is hij door een aantal vrienden ook bezwangerd met het fietsvirus. Ergo hij is sedert afgelopen zaterdag de trotse eigenaar van een “Cube Peleton Race”. Zijn vraag of ik zondag een ritje met hem wilde maken, kon ik als “wie is toch die vleessnijdende etc.” niet weigeren. Gecombineerd met onze cultuurmiddag met de Belgische vrienden in Genk (dus uiterlijk 12.00 thuis) deed me besluiten de Toren en zijn eminente gezelschap nog mijn reces te gunnen.

Apart om met een van je kinderen te sporten. Ca. 90 km gefietst, met ca. 635 hm en 25,6 gem. We hebben dus echt doorgepeddeld met Loorberg en H-C, waar we in Slenaken en Hombourg de restanten van die fikse bui zagen. Grind en modder op de weg, pratende en poetsende buren; in Slenaken toch de processiepaaltjes buiten. Via die Loorberg en HC gekend vals plat naar beneden via het oorlogskerkhof (wat een mooi uitzicht met die luchten gisteren) en vandaar door Aubel en Val Dieu langs de Berwinne. Omlaag blijven lopend met twee Belgen kop over kop naar Mortroux en daar overgestoken naar - en langs! – Pam-Pam. Besloten ook de echte heuvels te pakken en dus via Loën de Hallembaye.

Zoals een echte zoon betaamt het voorwiel niet langs zijn vader stekend boven.

Omlaag het fietspad “terug uit Tongeren” gepakt en zo naar Maastricht. Als toetje via Meerssen de Bemeler.

Pas vanmorgen (!?) de victorie van ons aller Marianne Vos gezien. Mooi fietsen, maar op het winnen na waren de Nederlanders zaterdag ook uit het dalletje. Boom gokt overigens vaker verkeerd, valt mij op.

De vakantie zonder race, maar toch een zestal ritjes met Reinouw en zelfs een met onze tweede die een weekje mee was. Ca. 250 km met leuke routes en zelfs 12% en idem op een MTB-track een 350 meter heuvel samen bedwongen. Voor ons is het “sjiek” dat Reinouw weer lucht kan happen i.p.v. over een E-bike te denken als vorig jaar, nu dus apetrots dat ze weer een helling opkomt.

Freiburg/Kaiserstuhl als eerste plek fraai. Onderaan de Fernpass vlak bij Innsbruck qua natuur mooi. De regen was geen thema; beide plaatsen geadverteerde “Sommerlochs”, wat klopte, maar de temp…..

Als finish Bamberg/Nürnberg, waar het bezoek aan het Reichsparteitaggelände je doet beseffen, dat we met Henk & Ingrid daar weliswaar nog ver vanaf zijn, maar toch. Foto’s van de “Hitler-cult” doen de associaties snel weer opkomen.



Woensdag 25 juli – HC Bruinkooltour

Op initiatief van Henk en eensluidend de bij de jaarafsluiting gemaakte afspraak om eens wat langere tochten in te plannen vandaag een HC-rit. Met als doel de bruinkolengroeven van het Rheinrevier eens te bewonderen. Ook aanwezig waren Karel, herstellend van een verkoudheid, Jan, herstellend van een Durchlauf, Hans en Martin niet herstellend.

De route lang en uitdagend en gezien de randvoorwaarden alleszins acceptabel. Bekend naar de Roode Beek en Panneschop en vervolgens langs voornamelijk mooie landweggetjes oostelijk, met de wind in de rug en onder een prettig zonnetje. Na zo’n 70 km gaf Jan aan eens wat te willen eten en drinken en zo vonden we in voornamelijk verlaten dorpen eindelijk in Welldorf, net ten noorden van de Sofienhöhe, een terril van dekzand uit de bruinkoolgroeven een winkeltje waar we ook gebak en van Grubenwasser ‘gezette’ Senseo konden krijgen, evenals een 1.5 ltr. cola voor €0.75. Karel trakteerde preëmptief op zijn verjaardag aanstaande zaterdag, een ‘Gerretje’SW.
Verder maar weer, af en toe een noodzakelijk stukje onverhard en vlak nadat Martin vroeg of we nog bruinkool zouden zien ontwaarden we het uitzichtpunt van de Hambachgroeve. In een woord: kolossaal. De lezer gaat zelf maar kijken, verdere beschrijvingen zijn per definitie onjuist.
Verder nu en toen kwamen we aan in Manheim (met een n) waar de eerste werkzaamheden voor het slopen van een compleet dorp gestart waren. Een Tsjchernobylgevoel bekroop me.
De tweede groeve gloorde aan de horizon, de Indegroeve, onder de rook van de centrale Weisweiler. Niet zo groot als de eerste, maar evengoed.
Even fout gereden maar onverhard langs de mooie Inde verder om in Eschweiler aan het onverwacht grote en gezellige marktplein de alcoholvrije Erdinger Weiß te genieten; een aanrader voor de grote dorst!
Weer verder, tegen een wind, priemende zon en matige smog in. Bij Martin begon het kaarsje opvallend snel uit te gaan en de klim in H’rath naar Kerkrade was een ware killer. Besloten voor de kortste route te gaan en op de Heerlerbaan besloot ik bij een tankstation wat te drinken en eten te kopen. Op mijn verzoek reed de rest door en Karel bleef getrouw over mij waken.
Een kleine verbetering, maar niet meer. Toch thuis gekomen en me gelaafd aan veel drinken en soep.
Een enkele oorzaak zal er wel niet gevonden kunnen worden voor deze uiterste mate van vormverlies, maar wat ik kan verzinnen is: een koolhydraatloze maaltijd de avond ervoor, een snel ontbijtje met een klein glaasje jus en alleen water in de bidon. Bij het schrijven dezes heb ik na het over de dag nuttigen van 10 bidons water, een kleine liter cola, 2.5 liter alcoholvrij bier en een liter bronwater nog niet geplast. Conclusie: hoge temperaturen en 172 km niet onderschatten.

Voor wat foto's zie u hier.



Zondag 22 juli

Karel vertelt:

Eerste rit na vakantie Canada. Overigens hebben Lilian en ik ook in Canada nog gefietst en wel op een "teckel" (lange lage fiets), een tandem dus. Vond Lilian prachtig, ze hoefde maar mee te trappen en kon gewoon rondkijken en genieten zonder op te hoeven letten. In Canada wordt nog best veel gefietst, ook op de "Icefields Parkway" door de Rocky Mountains, tussen de beren en wolven. Opvallend was dat er op de highways gewoon gefietst mocht worden. Bij de opritten stonden wel altijd bordjes dat je alleen over mocht steken als het veilig was. (foto's volgen).

De zondagrit:
Martin en Henk hadden via het forum al doorgegeven dat ze nog "buitensteeds" waren en niet aan de toren zouden verschijnen. Even voor 9 kwam Karel bij de toren waar Jos en Hans al stonden te wachten. Niet duidelijk was of Ger nog zou komen of dat de verse pensionado nog (of weer) op vakantie was. Daar Ger in Oostenrijk is heeft hij hopelijk geen problemen ondervonden van de wateroverlast. Zullen we wel horen.
De vaste vraag was natuurlijk weer waar naar toe. Hans wilde graag in Geulle naar een huis kijken van architect Mey, opgetrokken in Amsterdamse School stijl, dus daar naar toe. De stulp ook gevonden; als Hans niet zo expliciet was geweest met zijn informatie had ik het uitgescholden voor Engelse cottage stijl. Schijnt ook nog een Rijksmonument te zijn.

Vanuit huize Mey de Slingerberg af en via Geulle Dorp naar Bunde , Itteren enz. door Maastricht naar Visé om bij Pam-Pam van de verjaardagsvla van Hans te gaan genieten. Hans is wel een jaar minder jong geworden, maar daar is onder het fietsen niets van te merken. Stoïcijns als altijd voert hij gewoon de snelheid op tot ongekende hoogten en geniet dan. De versnelling heeft af en toe Cavendishachtige trekjes. Het heeft waarschijnlijk aan mijn uitlopende verkoudheid gelegen dat ik soms adem te kort kwam. Overigens vond ook Jos het hard gaan.

Na uitgebreide gesprekken over latere AOW, opheffen van BV's, bijbaantjes, problemen van het beëindigen van het werkzame leven, het ABN-AMRO debacle van een paar jaar geleden en iedereen bespreken die er toch niet bij waren (en nooit bij zullen zijn, dus niet onze geachte fietsmaten), ondertussen de vla en koffie nuttigend, weer de fiets op en via de mooie klim naar Dalhem en vandaar naar Warsage. Door ‘s-Gravenvoeren naar Mesch (over het veldfietspad). In Mesch had ik wederom eens een duizendste geluk. Op een erf was een pa met zijn kinderen aan het voetballen en de bal kwam over het hek; natuurlijk vlak voor mijn wiel. Remmen en ontwijken lukte niet meer dus een oefening in balfietsen. Met bijna dezelfde moeite had ik behoorlijk onderuit kunnen gaan. De klim naar Mheer en vandaar via Banholt en Reijmerstok naar Gulpen. In het verloop van deze route was me wel duidelijk dat de verkoudheid nog niet verdwenen was. Echt adem te kort en snellere vermoeidheid.Van Gulpen naar Wijlre en door naar Schin op Geul. In SoG bleek dat een het parcours van een plaatselijke ronde (Ronde van Ransdaal) moeilijker te betreden was dan pasgeleden het parcours van de Nederlandse Kampioenschappen. Hier maar in berust en gewoon de Krekelberg op gegaan. Jos uitgezwaaid en samen met Hans nog door Klimmen. Bij het Notarishuis Hans gedag gezegd en via Retersbeek, Weustenrade en Nuth terug naar Puth. Al met al een verdienstelijke 104 km met een niet onaardig gemiddelde.

Martin is inmiddels ook terug van vakantie waar natuurlijk ook gefietst is. Deze keer minder dan andere keren daar ik tevens meer in de bergen gelopen heb.

Vertrouwd weer naar de noordkant van het prachtige Comomeer waar ik voornamelijk bekende dingen, met Miriam, gefietst heb. Zo daar zijn de Maloja vanuit Chiavenna, met deze keer direct aansluitend de Bernina (W) die nog niet op mijn palmares stond.Natuurlijk ook naar Madonna di Ghisallo geweest, met 37°C een aardige onderneming.

Ook deze keer weer de Passo San Marco (N) en op een achternamiddag een kort tochtje, waar we wegens een wegopbreking onverwacht op de Passo Agueglio kwamen waar we ’s avonds om zeven uur een prachtig uitzicht op het Comomeer en meer van Lugano hadden.

Op een verloren namiddag een Giro di Lago di Como gedaan: 167 km met toch nog 1000 hm op een reepje en drie bidons. Karaktervormend en mooi.

In een eerder verslag deed ik u kond van mijn tocht Maloja, Julier, Splügen waar ik de waterscheidingen van Zwarte Zee, Noordzee en Middellandse Zee passeerde. Nu: deze waterscheidingen komen natuurlijk tezamen in een punt dat als een queeste bezocht moest worden: de Pass Lunghin. Alleen lopend te bereiken en wel via een oude pasweg, namelijk de Septimerpass. Een belangrijk doel bereikt!Op de laatste dag nog de bekende Splügen (Z) gedaan en deze keer afwijkend doorgereden naar Splügen (CH) om ook de noordzijde van de Splügen te doen. Fraaie bochten.
Totaal zo’n 600 km gereden en heel tevreden.

Een klein albumpje.



Zondag 1 juli – Le Tour

Daags ervoor had Jos aangegeven de tourstart in Liège wel ’s bij te willen wonen; Henk wilde eigenlijk naar Tongeren, maar daar Tongeren niet wegloopt besloten we dus toch gedrieën, Martin dus, naar Liège te gaan.

Een beetje afwijkend door Ulestraten en geroutineerd Rothem en Maastricht. Daar alternatief langs het MECC en AZM om vast te rijden in een nieuwbouwwijk in aanbouw, maar gelukkig een onverharde uitweg gevonden naar Gronsveld waar we in het lange processieparcours terecht kwamen “Uw kruis is mijn zegen”.

Bekend langs Eijsderbeemden over de kasseien van Eijsden, waar de Roubaix van Jos niet over bovenmenselijke kwaliteiten bleek te beschikken. Over de stuw van Moelingen en daarvandaan globaal zuidwaarts richting Oupeye. Jos reed onoplettend door een kuil in de weg, daarbij een lekke en een gebutste velg oplopend.
Vals plat tegen de wind in en zo door wat vergane glorie van de eens welvarende staalindustrie terug naar de Maas. De kade volgend kwamen we in Luik vrij eenvoudig op het afgezette Place Lambert uit waar we, daar we te vroeg voor de start waren, besloten eerst de Citadel van Luik de beklimmen. Een fraaie klim en een mooie ronde rondom de citadel, met mooi uitzicht. Afgedaald weer naar Place Lambert, op naar de vlaai. De eerste plek, waar we een tijdje zaten, gaf geen vla, dus doorzoekend door de menigte en eindelijk een plaats aan het parcours gevonden. Fraaie bediening, dat wel, maar een matig klein stukje vla en weinig gastvrijheid. De reclamekaravaan was al voorbij, jammer voor Hans, en het peloton reed geneutraliseerd in 20 seconden langs. We hebben Robert Geesink aangemoedigd, dus daar zal het niet aan liggen.

Terug nu, aanvankelijk over het parcours en de Maas opzoekend langs Jupille om snel Argenteau te bereiken, waar we een van die mooie steile klimmen daar omhoog vonden.

De Sarolay af en naar Visé en kort en krachtig het gekende fietspad naar Meerssen en de Dellen om in Broekhem afscheid te nemen. Jos naar Schin op Geul en Henk en Martin naar Haasdal en Schimmert. Te Schimmert bleven we even achter een fietser rijden die een lekker tempo reed, maar hij duldde ons niet en ging steeds sneller rijden, echter niet rekenend op onze kwaliteit en terreinkennis en op de gekende sprint bergop richting Spaubeek, die we met 45 km/h omhoog reden, kon hij slechts van afstand onze ruggen zien.

Met 120 km en een zeer acceptabel gemiddelde, inclusief al het geloop in Liège behoorlijk tevreden.




Zondag 24 juni

Henk
zou voorwaardelijk meegaan; afhankelijk van zijn verder plannen die dag. Zijn ‘J’ op de telefoon van Martin gaf zijn plannen duidelijk weer, dus een SMS naar Karel met 8.25 met ‘OK’ als antwoord en iets als “hond uitlaten”.
Karel hangt een speciale versie van de relativiteitstheorie aan; namelijk dat op zondagmorgen de klokken langzamer lopen, dus toen ik aankwam was hij verre van klaar waarop ik alleen Henk inderdaad tegemoet reed. Gedrieën toch aan de toren gekomen en daar bleef het bij; Henk ons nog even aan de afspraak herinnerend dat naar buienradar kijken geen criterium is.
We besloten naar Kerkrade te gaan om het NK-parcours te verkennen, met name de nieuwe klim Duivels Bosch, dus met een omweg die kant uit; een forse zuidenwind trotserend. Bij Aalbeek een Karel onbekend klimmetje gevonden en op de Kersboomkensweg vol tegen de wind en vals plat. Het Geuldal integraal gevolgd en van Partij zo veel mogelijk de grote weg vermijdend naar Vaalserquartier om de klim van Seffent te vinden; het doel was koffie te drinken bij de Siebenquellenhof, maar die was dicht, dus de kasseien omhoog en een fraaie steile uitklim. Snel naar Vetschau en door het Anselbeekdal naar Bleijerheide om zo op het NK parcours terecht te komen; we raakten steeds meer tussen dranghekken opgesloten zodat we uiteindelijk ‘automatisch’ over de finishstreep geraakten, Henk als eerste; maar hij kreeg geen prijs, slechts een vermanend woord.

In een Konditorei met alleraardigste bediening koffie op en door de regen over een zonder GPS niet te reconstrueren route terug; Henk wilde snel en kort naar huis en deed dat door zoveel mogelijk woonwijken te verkennen, de rest in verbijstering achterlatend, maar uiteindelijk toch op bekend terrein in Amstenrade en daar langs de kloostertuinmuur omhoog naar Merkelbeek en Doenrade. Ondertussen was het overigens wel gaan regenen, maar met 92 km en een tevreden gemiddelde was het dit waard.

Tijdens het schrijven komen de aanvullingen van Karel en een verslag van Ger binnen.

Karel:
Omdat Lilian naar een cultuur- en kunstfestival ging in Wijnandsrade waren we al heel vroeg op.
Voorbereiden, hond uitlaten enz.
SMS van Martin "8.25" beantwoord met "OK. Bij mij. Ben nu hond uitlaten". Martin was er al toen we terugkwamen. Afgesproken dat hij via het asiel ging en ik rechtstreeks. Was om 9.01 aan de toren. Iedereen, d.w.z. Henk en Martin was er nog. Even wat algemene zaken besproken en toen op pad. Wilden wel eens de nieuwe Nederlandse hellingen, zijnde de Duivelsberg en de Côte (of Col) de Chévre gaan bekijken
Via een zeer onlogische route, Aalbeek, Nuth, Hulsberg naar Aken en vandaar binnendoor naar Kerkrade. Zie de magische Garmin voor de exacte route.
De Duivelsberg naast Rolduc was al afgesloten omdat het NK al was begonnen. In Kerkrade op zoek naar koffie met, echter eerst nog door de spreekstalmeester van de NK vermanend toegesproken dat we op het parcours aan het fietsen waren. Niemand heeft ons echter eerder aanwijzingen gegeven.
De koffie en vla waren voortreffelijk.
Ondertussen was het beginnen te regenen en dit is in de rest van de rit, die ongepland maar met een zeer grote zelfverzekerdheid van Henk aan elkaar hing, niet meer opgehouden.
Hoewel er een straffe wind stond en Kerkrade het gemiddelde tempo significant drukte toch nog 90 km met een gemiddelde van 24,5 km/h.
Leuke, natte rit.
Komende weekends zal ik niet aan de toren verschijnen vanwege verblijf in Canada (vroeger heette dit vakantie)

Ger:
Prima BETS weekend met helaas een verkeerde Geesink fietsschuiver voor twee van onze clubleden.

Gisteren en vandaag de ALS-afsluiting van BETS in Tilburg; de woonplaats van onze vriend Hein Moonen.

Gisteren een mooie golfmiddag met fraaie wind en zon; afgesloten met een zo mogelijk nog mooiere BBQ met zijn allen. Terugblikkend op een succesvol jaar waarin we onze (achteraf beschamend magere) ambitie van € 5000,- via een eindsprint tot > € 21.000,- hebben weten op te krikken.

Het vooruitzicht op buienradar en weersvoorspelling deed gisteravond de discussie over 30/60/110 km een hoog “wat wil ik en wat kan ik”-karakter krijgen. Slaapplekken waren er op diverse adressen en regen. 10.30 vanmorgen kwamen we met miezer aan bij Heins en Marions woning. Ca. 35 mensen aan de start, een speciaal shirt en John die ons kwam succes wensen.

Vervolgens in de regen naar het vertrek waar het pleit snel was beslist.

De 30 km- groep bleef consequent en constant met de meest verschillende fietsen (Reinouw en een paar anderen gewoon op de bekende stadsfiets) Niemand trok zich terug en die hebben allen lekker gepeddeld.

De 60 en 110 groep smolt snel samen en zo werd er in een grote groep vertrokken. De wind, regen, ambitie en de klinkerwegen deden de rest. Voorzichtig aan, toch werd er doorgereden en ook regelmatig weggegleden.

Vlak voor de finish die in meerdere groepen werd aangesneden, ging Tessie (de vrouw van Frank Rutgers) op een wildrooster onderuit. Pijn, maar kon toch staan. Haar broer Bart schoof echter achter haar aan en al snel bleek dat dat ernstiger was. Geen kleinzielig karakter, was snel duidelijk dat voor hem 112 de oplossing moest bieden. Beiden de ambulance in en voor Tessie denk ik een geluk, anders was die nog doorgereden ook…..

Lang verhaal kort makend; elk een gebroken linkerheup, weliswaar schoon naar ik begreep en vandaag nog onder het mes.

I.p.v. achter Parijs (het doel van de vandaag op vakantie gaande Bart en zijn gezin) nu dus met zus lief uit de narcose op een kamer.

Frank heeft er – terecht - inmiddels genoeg van, want in korte tijd heeft hij nu vier mensen van de weg af kunnen rapen. Zojuist nog met hen bellend, keken ze wel weer positief vooruit.

Volgende week geen fiets maar culinair en dan op vakantie: genoeg om te reflecteren.

Succes en kijk uit is dus nu het motto.



14-16 juni – Vosges 2012

De foto's

Karel als eerste:

Donderdag 14 juni:
Dondermorgen Martin en Henk opgehaald en naar Knuvelkes. Onvoldoende rekening gehouden met vertraging bij Maastricht en dus paar minuten te laat. Gezwind door naar Luxemburg waar totaal verzamelen was. Na koffie door naar St. Maurice. Daar het weekend geopend met myrtille en koffie. Omkleden en de fiets op voor het korte rondje met aansluitende tijdrit.De afdaling vanaf le Rouge Gazon liep lekker en door met hoge snelheid over de VV richting Bussang. Daar omhoog via de Col de la Page (voor mij de derde keer) naar de Col van Oderen waarna afgrijselijk snelle afdaling naar Oderen. Via de racebaan terug naar de Bussang en St. Maurice voor de tijdrit. Voor de tijdrit was een strak startschema opgesteld, waarbij Harold als eerste vertrok om boven de aankomsttijden van de rest te kunnen klokken en noteren. Iedereen had er zin in en records zijn gesneuveld.
De jury had een nieuwtje ingevoerd en wel een dagprijs voor een bijzondere activiteit. Aangezien Henk binnen 2 km al zijn bidon was verloren kreeg hij een zeer bijzondere nieuwe bidon; ook Marijke zal hier blij mee zijn.

Vrijdag 15 juni:
Vertrek verliep een beetje moeizaam doordat er wat geschuif met vertrektijden plaatsvond. Hierdoor ben ik eigenlijk iets te laat vertrokken, tijd die ik in de afdaling probeerde in te halen en de snelheid opschroefde. Te hoge snelheid naar bleek in een bocht op ca. 5 km vanaf LRG. Grind in de bocht en iets te bruusk remmen resulteerde in een geweldige salto in de greppel. Gelukkig niets gebroken en alleen een voorwiel in de kreukels. Na opkalefateren door naar St. Maurice waar de rest ongerust stond te wachten. Relaas verteld en op zoek naar een fietsenmaker. Nieuw adres, met zeer behulpzame fietsenmaker in Fresse sur Moselle gevonden. Wiel iets gericht maar beschadiging was toch te groot voor definitieve reparatie.
Vanuit Fresse naar de Col des Croix en vandaar via een aantal routes Forestières met onbeduidende namen maar haast onmenselijke hellingen naar Servance voor het middagmaal. Door het uitlopende maal een lange pauze gehad. Na de pauze een paar klimwanden gedaan en via het prachtige merengebied naar een lichtgolvende route des crêtes terug naar de col des Croix. De jeugd en Hans hebben nog een extra rondje van 17 km voor de route des Crêtes ingevoegd.Col des Croix afgedaald en weer naar de fietsenmaker; nu voor batterijen voor mijn tellertje.Via de VV naar St. Maurice en door de prachtige bosroute retour naar LRG.Het blijkt wel als je een stevige val maakt je toch wel wat voorzichtiger ben in de andere afdalingen.Het nieuwe jurysysteem resulteerde voor mij in de winnen van een beschermengeltje voor aan mijn fiets.

Zaterdag 16 juni.
Deze dag waarbij de vertrektijd duidelijk was afgesproken werd vertraagd doordat er nog een aantal binnenbanden gewisseld moesten worden; de voorband van Hendrik en mijn achterband. Gelukkig was er een goede pomp ter beschikking (dank Frank).
Frank vond de vorige dagen de klimmen voldoende en parkeerde zijn auto in St. Maurice.De rest daalde langzaam, vanwege zowel sterke tegenwind alsook de schrik van mijn val van gisteren, naar St. Maurice.
Hier verzamelen en twee keer links de Ballon d'Alsace op. Iedereen bleef goed bij elkaar, alleen Hans was nergens te zien. Op de Ballon vond een schifting in meerdere groepen: De groep Hans (die al weg was) de groep jeugd, die via Sewen ging en de groep pensionado’s die direct afdaalden naar Giromagny voor de koffie. Na de koffie deelde de groep pensionado’s weer op in BETS (Jan en Frank), die de Ballon vanuit Giromagny opgingen en zouden proberen Henk op de col te ontmoeten en de groep TcE (Ger en Karel) die de Servance zouden doen en nog zouden kunnen besluiten voor de Planche. Besluit werd negatief.
Jan en Frank hebben Henk niet meer ontmoet voor LRG.
De Servance was er afgelopen jaar niet lichter op geworden. Liep echter voor zowel Ger als voor mij lekker. Wederom afdaling naar de Col des Croix (de vierde tak) en via de onderwijl gekende route terug naar LRG.
De klim naar LRG liep voor mij lekker en met een slechts iets langere tijd dan donderdag kwam ik boven.
Nadat iedereen weer heelhuids, met veel km's op de teller gearriveerd was een lekker lang nakeuvelen voor het afsluitende diner.

Voor het diner de gebruikelijk prijsuitreiking met zeer geselecteerde, toepasselijke prijzen.

Kortom jury: fantastisch gedaan.

Ook de routecommissie heeft weer prachtig werk geleverd door een aantal onmogelijke dingen op een leuke manier aan elkaar te knopen, waarbij er voldoende afkortings- of wijzigingsmogelijkheden aanwezig waren.

Zondagochtend: Ontbijt, inpakken en wegwezen. Tranen met tuiten enz.

Afsluitend: Volgend jaar weer van de partij. Zelfde locatie, zelfde groep

Last, but not least natuurlijk nog dank en hulde aan Martin, voor de organisatie, reserveringen, webmails, info verstrekking, staatjes enz enz.


Martin vervolgt met zijn waarnemingen:

Wat zal ik zeggen: een bijzondere versie van de TCE-Vosges. Allereerst natuurlijk het noodzakelijk annuleren door Jos, een der trouwere Vosgesgangers, iets waar wij meermalen bij stilgestaan hebben.

Verder natuurlijk ook leukere dingen: een wederzien met Christian (en Mélisande en Framboise) op Le Rouge Gazon – allen zeer blij ons weer te zien; drie dagen eigenlijk voortreffelijk weer met een spat regen en de zaterdag stralende zon.

Een routecommissie, Ger, Jos en gedelegeerd Frank die in alles poogde de beste te zijn: niet zulk idioot lange ritten, hulde, maar wel een hoog sadistisch gehalte, met name dag twee met stroken tot 20%. Wegdekken die Henk niet misstaan zouden hebben, maar tevens een hoge mate van serviceverlening door duidelijke kaartjes, routebeschrijvingen en zelfs adressen van restaurants. Dat de RC op dag drie echter volledig alle uitdaging ontliep en dus zowel niet kennismaakten met de opengereten route van de Col de Hirzelach alsook de Planche des Belles Filles, voorzien van een fraaie uitklim speciaal voor de TdF van 20%. Een kleine smet.

Drie keer de rit naar LRG: een maal de tijdrit, die wederom niet liep, de tweede keer de oude route met Jan P opgereden en de derde keer na de A-rit op karakter.

Tevreden op zaterdag de A-route geheel volbracht te hebben: Alsace, Hirtzelach-Alsace, PdBF, Servance en LRG.

Ook de hechtheid van de groep was wederom als een warm bad: naast bier en sjèle kal ook meer dan voldoende aansporingen, respect, mededogen en steun. Geen enkel onvertogen woord.

Wat persoonlijke observaties, zonder enige waarde verder: Hans die zijn suprematie als vanouds toonde, een prima tandwielflossende sommellier en maar een dag soep; Karel: die zijn beschermengel nodig had – zelfvertrouwen en roekeloosheid raakten elkaar; Jan S. die erg blij was zijn tijdrit te kunnen verbeteren, door twijfel overmand niet The Full Monty aandurfde maar het toch deed; Jan P. de tweede keer mee, nu volledig geïntegreerd een waardig kamergenoot waar genieten eerder in het woordenboek staat dan afzien; Frank, een ouwe rot die genieten als levensdoel voorop zet (zijn vooraf bepaalde capitulatie voor de derde maal LRG natuurlijk een smet) en zijn rol als jurylid met verve vervulde; zelden zo’n goeie jury gezien, dit samen met Harold, naast goed jurylid natuurlijk als Benjamin de beste, maar toch meer dan verdiend respect. Hendrik, de Fries die elk Elfstedenijs doet smelten, taai, observerend en toeslaan. Waardig winnaar van de wisselbeker. Ger, constante factor, goed aan het pou-pou’en geweest, commentaar op ieder, maar gelukkig ook op zich zelf. Ricardo: gelukkig weer er bij – leeftijd en ervaring hebben hem doen relativeren en Henk die het lemma Third day Blues aan het woordenboek toevoegt. Het spreiden van zijn krachten wordt essentieel – gelukkig wel Mister Big Dick en kampioen bierdrinken.

Als lid van de TC natuurlijk ook nog enige opmerkingen:

Wat (voorlopige) besluiten:De tijdrit
  2004200520062007*200820092010**2011**2012
1Harold--------33'12"32'25"34'03"32'57"33'24" 
2Hans--35'47"38'25"25'36"34'50"33'30"36'57"--34'37" 
3Jan--------36'55"39'13"38'22"37'14"36'47" 
4Ricardo39'11"38'46"37'29"25'54"34'11"37'50"----38'00" 
5Hendrik----------39'12"45'45"37'24"39'47" 
6Henk38'07"38'45"41'34"29'16"41'22"40'20"d.n.f.43'05"41'30" 
7Martin41'36"47'48"40'19"32'02"49'02"46'05"d.n.f.40'50"44'58" 
8Ger48'29"d.n.s.55'10"33'51"46'20"46'09"55'16"44'30"46'34" 
9Jan P.------------d.n.f.--47'50" 
10Karel48'16"--60'30"39'25"55'00"--d.n.f.53'38"49'10" 
11Frank------------d.n.f.d.n.s.49'10" 
--Jos34'19"33'48"33'41"23'31"--35'47"38'26"33'55"-- 
--Gijs------------40'52"37'05"-- 
--Coen--------------.43'25"-- 
--Wouter------------d.n.f.45'30"-- 
--Frans----50'09"31'19"46'26"-------- 
--Ruud----35'40"d.n.q.---------- 
--Sander------------38'57"---- 
--Jaap----40'20"28'11"---------- 
--Leo39'02"39'45"-------------- 
--Fred--38'21"-------------- 
--Loek54'46"---------------- 



*: afwijkende route 2007: Grand Ventron
**: afwijkende route 2010, '11: Collet de Ligne


Henk

Woensdag:
Voor mij begon het Vogezenweekend al op woensdagavond met het kijken van de voetbalwedstrijd tegen Duitsland bij Martin onder het genot van een biertje. Ik overnachtte bij hem zodat Karel niet eerst naar Sittard hoefde rijden om mij ook nog op te halen.


Donderdag:
De autorit verliep voorspoedig. Martin had me een boek geleend over anomalieën in de wetenschap, waarin ik me gezeten op de achterbank verdiepte. Veel geleerd over het nut van geslachtelijke voortplanting, over zwarte materie etc. De tijd en de km’s vlogen voorbij. In Luxemburg het boek even aan de kant om de anderen te begroeten en een broodje kaas te eten, en daarna snel weer verder. We kwamen lekker vroeg aan dus er was alle tijd voor koffie met tarte myrtille en een praatje met de patron. Daarna op de fiets voor een pittig rondje voor de donderdag. Na ongeveer 1 km een tegenvaller. Ik reed over een steen en door de schok wipte mijn nieuwe bidon uit zijn bidonhouder. Hij rolde nog een flink stuk me. Ik heb nog gezocht maar vond op dat moment niets.

Verder dus maar. Na de laatste hairpin in de afdaling (eigenlijk de enige) zag ik Hans en Ricardo staan. Hans had een lekke voorband. Ik bleef even bij ze om te kunnen assisteren indien nodig. Mijn pomp was nodig om Hans’ band echt hard te krijgen. Gelukkig offerde Ger een bidon voor me op, zodat ik niet droog kwam te staan. Op de Col de Page gingen de mannen pittig van start. Ik moest behoorlijk doortrappen om bij te blijven. Na een km klimmen besloten een aantal het rustiger aan te gaan doen, waardoor ik ze inhaalde en zelfs wat uitliep. Daardoor toch wel een jasje uitgedaan en daarom de Bussang bewust wat achterin blijven hangen om krachten te sparen voor de tijdrit. Desondanks voelden de benen vermoeid voor het begin. Zullen wel de zenuwen geweest zijn, want ik reed toch een alleszins schappelijke tijdrit, met een tijd in dezelfde range als voorgaande jaren, hoewel duidelijk langzamer dan in mijn topjaren toen ik nog trainde voor de marathon en 10 kg lichter was.

Bij het nabieren werd ik door de jury verrast met een fraaie vervanging voor mijn bidon (zie foto’s). Het eten was ouderwets met spek en ham , aardappelgratin en sla, voorafgegaan door de klassiek smoothie, ditmaal op knoflookbasis. Na het eten met een paar man toch nog even gezocht naar de bidon en die ook (zwaar gebutst) teruggevonden.

Vrijdag:
We moesten wat lang wachten op Frank voor vertrek, terwijl het boven behoorlijk waaide. Toen het echt lang ging duren besloot men toch maar te gaan rijden. Karel en ik wachtten nog wat en vetrokken ook maar toen Frank zei dat dat wel kon. In de afdaling de hoogste snelheid van de week gehaald (79.5). Karel haalde dat ook bijna (zie zijn verslag). Na wat gelummel in Le Thillot door naar het lastigste deel van de week. De Col Zonder Naam en de Col des Chevrères die Frank gevonden had waren stil en steil. Ik had het niet beter kunnen doen. Daarna over de mogelijk nog steilere afdaling vanuit Belfahy, die ik eerder ook al gevonden had naar Servance. Het eten vrat daar tijd. De lasagne was goed en bloedheet. Verbrand gehemelte. Aansluitend de steile klim naar La Mer die we al eerder hadden gedaan en het prachtige terrein van het Plateau des Mille Etangs. Opnieuw erg mooie weggetjes. We waren door motorrijders gewaarschuwd voor split, maar dat viel reuze mee. De geplande rit was aan de lange en pittige kant. Gelukkig was ik niet de enige die daar onder leed, dus een flink deel van de groep nam een kleine afkorting. In Le Thillot opnieuw lummelen, waarbij ik me bepaald niet fris meer voelde. Misschien toch te weinig gedronken en te laat gegeten. Jan en Frank overgehaald de slotklim door het bos te nemen en samen met Frank, die het ook moeilijk had naar boven gefietst, om verdere schade door warmte en inspanning zoveel mogelijk te beperken. Na het avondeten nog eerder dan de avond ervoor naar bed, twijfelend hoe ik de rit de volgende dag zou inkorten.

Zaterdag:
Frank had een zware maar niet te lange zaterdagrit uitgezet. Ik wilde in ieder geval de door Frank gevonden alternatieve klim vanuit Sewen naar de Ballon d’Alsace doen, maar dat zou betekenen dat de enig mogelijke afkorting het laten vallen van de Planche des Belles Filles zou zijn. Ik besloot me niet te forceren op de eerste klim. Daarbij voelde ik aan mijn benen en zag ik aan de rug van Karel (in het eerste stuk), dat er geen lange rit in zat vandaag. Daarom maar besloten na de tweede beklimming van de Ballon terug te gaan. In de afdaling naar Sewen voelde en hoorde ik wat raars aan mijn voorrem. Ik stopte even voor een check, maar ontdekte niets bijzonders. Het was waarschijnlijk mijn remkrachtbegrenzing die aansprak. In de klim vanuit Sewen liet ik de anderen direct gaan om in mijn eentje verder te gaan. Ze waren al snel uit beeld en even verder had ik optimaal profijt van de gedownloade routes op mijn iPhone, doordat ik haarscherp kon zien dat ik rechts moest om de route te volgen. Ik twijfelde of de anderen wel de tegenwoordigheid van geest hadden gehad om hier even te stoppen, en niet gewoon rechtdoor waren geknald. In dat geval zouden ze waarschijnlijk rechtsomkeert moeten maken omdat die weg niet doorliep. Later bleek dat ze nog beter hadden gekeken dan ik, en ontdekt hadden dat je wel degelijk rechtdoor kon en zo de echte Col de Hirzelach kon doen en weer op hetzelfde punt uit zou komen. Boven op de Ballon een kop koffie en een stuk vlaai gepakt met het plan Jan en Frank op te wachten. Het was er wel winderig en koud en ik besefte dat je in de afdaling en daaropvolgende slotklim toch niet heel veel aan elkaar zou hebben en ik ging dus maar door. In St. Maurice de afkorting door het dorp genomen en daardoor de dorpspomp gemist. Ik dacht dat ik wel zonder kon, maar dat viel toch tegen. Uiteindelijk mijn bidon gevuld aan een beekje. De klim ging aanmerkelijk langzamer dan donderdag en ik was blij dat ik niet door was gegaan. Het gevolg was wel dat ik om 14.11 al aan mijn eerste serieux zat. Plotseling flitste er een mountainbiker in HQC shirt voorbij. Voor ik iets kon roepen was hij al weg, mij in verwondering achterlatend. Later bleek het de patron te zijn die zijn van ons gekregen shirt uit de kast had gehaald voor zijn tochtje. Daarna eerst even gedoucht en terug naar het terras om Jan en Frank te ontvangen. Frank bleek er al te zijn. Die was met de auto naar boven gekomen. Even later kwam Jan ook. Daarna was het telkens lang wachten op de volgende. Er zat steeds ongeveer een serieux tussen. Dat wakkerde wel de twijfel aan of ik niet toch ook wat meer had aangekund, maar gedane zaken nemen geen keer. Ik had in ieder geval al weer de fut een aantal van de late binnenkomers tegemoet te rennen en te verwelkomen aan de meet. Bij de prijsuitreiking werd ik nog te kakken gezet door de jury (team Henk). Volgend jaar toch beter de krachten verdelen en doorbijten.

Zondag
Onderweg het boek uitgelezen (over koude kernfusie en het evolutionaire nut van de dood) en vanaf Luxemburg geprobeerd vanaf de achterbank wat aan de conversatie mee te doen. Afhankelijk van het wegdek en de articulatie op de voorbank ging dat nog aardig. Door het afhaken van zaterdag was ik in ieder geval behoorlijk hersteld, maar wel met behoorlijk verbrande armen en neus. Daar zullen nog wel wat vellen afgaan.


Het gezelschap:
Het was weer als vanouds. Hoewel we geen twee jaar dezelfde groep hebben gehad voelt het altijd weer vertrouwd. De entourage draagt daar (bij TRG) ook aan bij, maar het belangrijkste is toch de vanzelfsprekendheid waarmee fietsers opgaan in de groep (om er tijdens het fietsen weer uit te vallen).

Complimenten aan :
Ger ;-) voor het vinden van fantastische routes, maar de vrijdag was wel te veel van het goede. In de evaluatie van mijn eigen routes in 2009 schreef ik:Daar had ik natuurlijk eerder mee moeten komen. Excuses daarvoor, maar het helpt de routecommissie voor 2013 misschien nog.

Frank voor de mooie toepasselijke prijzen en dito considerans.

Harold voor het hard fietsen.

Hans voor het geven van het voorbeeld in hoe je jezelf en je fiets verzorgt voor een optimale prestatie, zelfs als pensionado.

Karel voor zijn ongekende fitheid.

Martin voor het ondergaan van mijn gesnurk.

Hendrik voor zo makkelijk rijden met weinig trainings kms.

Ricardo voor zijn nooit aflatende enthousiasme, ook als het hem tegenzit.

Jan P voor de snelle re-assimilatie in de groep.

Jan S voor het verslaan van Hendrik in de tijdrit.

Ger:
Nog geen tijd gehad om even goed terug te kijken op een wederom zeer prima Vosgesdriedaagse; dus nu (maandagavond) maar meteen.

Met alle gezondheidstechnische gedoe in ieder geval vaker dan voorheen allen gedacht, dat het mooi was dat we dit konden doen. Dus ook in ieder geval veel morele support voor “de niet aanwezigen”. Daarbij vond Karel later dat ie het noodlot nog eens moest tarten door nog eens een schuiver te maken. Goed afgelopen.

Wat verder opviel, is dat het zo langzaamaan een ingeslepen gezelschap begint te zijn. Toch grappig hoe mensen die in dit grote verband elkaar maar weinig zien, toch gelijk alweer een klik hebben. Een klik die dwars door leeftijden, achtergronden, fietsgezelschappen etc. heenloopt. Fietsen is gewoon een teamgebeuren (les voor RABO of Nederlands elftal?)

De tijdrit is ook voorspelbaar aan het worden. Kijk maar eens naar de tijden uit het verleden en nu; graduele verschillen; dus al dat gedoe met ‘wedstrijdstress’, sparen er voor, etc. is volstrekt niet nodig. Wel de kapstok om vervolgens een paar dagen over te blijven doorzeuren.

(En wat mij betreft kan er nog wel wat af, maar de kg’s, kg’s en de kg’s……: trainen dus.)

Ook is het zo, dat er spatjes beginnen te komen; zo wil een enkeling alleen slapen, wil een ander de avond ervoor al aanrijden, is poolen iets wat niet per se ingeslepen is, wordt op zondagmorgen op verschillende momenten vertrokken en komt op de autoweg eenieder elkaar wel weer gewoon tegen. Op de foto’s blijkt in ieder geval, dat de Serieux dit jaar door eenieder wel serieus is genomen.

Dan de complimenten:

Een prima jury met de noviteit om de prijzen vanaf het begin te verdelen; goed getimed en goede verhalen erbij: geen enkele tegenspraak was hun deel.

Was de materiaalcie onzichtbaar. Bij de ALS-tocht was er ten minste nog vooraf een materiaalkeuring; met stikker.

Een meer dan uitstekende routecie, die op basis van eigen (Jos en mijn) en andermans (Franks) competenties zorgde voor een andere insteek dan anders. Op donderdag gekend en niet verrassend om volledig ruimte te geven aan de tijdrit met de gebruikelijke warmrijd- annex verkenningsrit.

Op vrijdag een Henkroute, die gewoon de natuur volgde en dus ook >>> en >> in meerdere variaties aangaf door mooie omgevingen en landschappelijk schoon. Dat niemand daar dan op let, begrijp ik dan weer niet. Misrijden kon niet en afsnij- en rustpunten waren voor eenieder helder aangegeven. Overigens over de <<< en << hoor je niemand.

Was dit illustere trio net ingelopen, gaan we dat winnende team weer veranderen. Ik denk dat Jos en ik volgend jaar toch de coaching van Frank zullen blijven inroepen!

En dan op zaterdag een mooie uitrijrit. Gekend de Ballon, dan wat nieuws, dan weer Servance en Planche en tot slot wederom de RG nu voor de derde keer.

Ik geef toe, wat mij betreft een mislukking. Na de twee uur durende lunch van vrijdag, dacht ik met een banaan en twee reepjes wel toe te kunnen. De gedachte was samen met Karel via de Servance naar huis. Eerlijk gezegd was het meer de solidariteit met Karel die me dreef de Planche te vergeten, maar wat was ik in de afdaling van de Servance blij, dat ik het had laten lopen. Op karakter en niet meer dan dat ben ik met een complete hongerklop de RG opgegaan. Een verval van 10 min t.o.v. van mijn tijdrit had ik nog niet meegemaakt. Een lesje in nederigheid dus.

Verder:



Zondag 10 juni

Een prachtige onbewolkte hemel verwelkomde Henk (terug uit de VS en geen kilo aangekomen!), Karel en Martin aan het dierenasiel. Allen op de mooiweerfiets en terecht.Aan de toren als snel Hans, Ger en Jos.
Jos helaas met nog geen optimistische berichten over de gezondheidstoestand van Marian, wat hem noodzaakte om de taak van de routecommissie Vosges solitair aan Ger te geven. Laat ons allen hopen op een snel gunstige afloop en hun sterkte wensen.
Dus toch maar een stuk meefietsen en Karel moest om half een terug zijn; dus snel op pad. Want dat ging het. Routineus naar het gekende fietspad Rothem – Amby, maar daar onverwacht linksomhoog te toch wel prachtige klim van de Kuilenbergweg. Lang, mooie uitzichten en een steil eindje. Via Terblijt naar Sibbe en van Margraten het prachtige asfalt naar Eckelrade, wat tot machtige snelheden leidde. Door naar St. Gieter en Libeek en het net iets meer dan vals plat van de Stallenstraat. Naar Ter Linden en Hoogcruts af om voor enkelen de derde maal deze week de Loor op te gaan en zo op het nog niet volle terras van de Smidse de Romagnola en de koffie. Het was goed toeven daar.Daar Jos en Karel tijdig terug wilden zijn, zij kort terug en de rest de Camerig op en langs het Hijgend Hert naar Vijlen en in Mamelis de mooie klim, de Kuhlweg naar Orsbach.
Gezwind Baneheide en als voorbereiding op de Planche de Bois de Fer op.
Via Elkenrade naar de Fromberg en de Kar af waar Ger links afzwaaide en gedrieën naar Hoens. Henk en Martin verder langs het Laarvoetpad en de alleen al wegens de naam een mooie klim, de Scholtissenholenweg naar Puth. 99 km.

Ger vult aan:

Als laatste kwam ik aan bij de toren; grote opkomst. Jos zag ik ook staan, dus dacht ik dat het thuis weer lekker ging.

Het tegendeel bleek echter waar en toen Jos zijn verhaal vertelde, waren we stil en machteloos. Hij wilde wel een uurtje met ons fietsen om de zinnen te verzetten.

Dus maar op de fiets gekropen en in het begin redelijk chaotisch wat door het Heuvelland gereden, waarbij geloof ik bijna eenieder wel op een kruising het commando voerde. Martin zal dat wel - getrouw ondersteund door de Garmin - vertellen. Op de Loorberg heb ik eens ouderwets geprobeerd gas te geven en het liep wonderwel. Ondertussen had ik wel wat ge-Pou-Pou’ed met als uitleg naar Martin, dat ik het bier en de wijn van gisteren er uit wilde fietsen. We hadden nl. gister een heel stel in huis en Mo (een vriendje van onze Mark) had fantastisch lam bereid in de oven. Mijn zwager Henk en Reinouw hadden daar niet voor onder gedaan, dus de nederlaag was ruimschoots gecompenseerd door een meer dan prima maal.

Achter de Loor hebben we in het zonnetje van de Smidse prima vlaai (en wat mindere koffie) gehad; onderwijl wat “stomme praat” er uit geslagen. Vooral le Docteur compenseerde zijn intelligentie met redelijk platte praat. Dit keer dus geen €- of ander wereldprobleem.

Jos en Karel sloegen af en de rest ging voor Camerig, Eyserbos en Fromberg. Door naar de Karstraat waar ik afgeslagen ben naar Valkenburg. Daar bijna door een cabrio in het afslaan van de weg gereden, maar dat is het voordeel van een cabrio: een luide schreeuw wordt gelukkig gehoord.

Sibbergrubbe tot slot om met de nodige hm (1185) en 108 km. met een gem. van 25,3 thuis te komen. Klaar voor de Vogezen dus met ambitieuze route dankzij Frank.



1 juni ALS-tocht: de fameuze Ventoux; voor 1, 2 of 3 keer.

Zoals Martin al schreef; TCE is eigenlijk alleen voor onder TCE-verband gedane inspanningen. Echter met hem vind ik dat de uitzondering de regel maakt; ofwel zonder principes geen reden tot afwijking daarvan.

Zoals een aantal van jullie weten, heeft een van mijn BETS-vriendjes - Hein Moonen - vorig jaar de diagnose ALS gekregen. Dat hakte er uiteraard zeer in en al snel werd geroepen: “De solidariteit kan niet anders dan dat we daar als BETS iets mee doen”. Al snel kwam de eerste ALS-tocht naar analogie met de Alpe d’Huzes inspanning boven.

Begin dit jaar zagen we, dat het snel ging. Spreken via een soort toetsenbord met scherm en sondevoeding. Zijn moraal hielp ons prima met hoe we ons moesten gedragen. Ondertussen een sponsorsite opgezet en alles bij elkaar waren we met 12 fietsers die intekenden.

Ook uiteraard zijn fietsende gade Marion, twee zoons en allerlei familieaanhang deden dat, zodat dat “iets doen” meer opleverde dan alleen woorden.

Een bont gezelschap van fietsers, vrouwen, kinderen en aanhang zou zich in de dagen vooraf aan die 2 juni verzamelen op de camping in Villes sur Auzon; ons basecamp.

Een aantal mensen, onder wie Hein en zijn gezin en ook ikzelf zouden zaterdag 26 mei j.l. aanrijden. Triest maar waar hebben we Hein vrijdag 25 mei de laatste eer mogen bewijzen. Onder het motto; “voor Hein” zijn echter alle plannen doorgegaan en werd al op zondag 27 mei door een redelijk aantal (waaronder zijn gezin!) de eerste rit gemaakt.

Voor mij met een paar anderen was dat de fameuze Gorges du Nesque en aansluitend via Sault naar Chalet Reynard. Een fantastisch mooie rit qua fietsen, maar nog meer moeder natuur. Ik zal niet alles reconstrueren, maar de wijze waarop zijn gezin met het verlies omging en ook Heins altijd verbindende en positieve mindset gaf eenieder en zeker ook mezelf vleugels.

Alle dagen met uitzondering van donderdag rustdag ben ik de Ventoux op geweest; helemaal of in delen via de gorges. Uiteraard de klim vanuit Bédoin goed verkend. Een kleine 400 km en 9.000 hm was aan het eind van de week mijn resultaat.

Donderdagavond met zijn allen een BBQ en vooruitgekeken naar de rit die dag erna. Met een van de zonen bij het vuur geconstateerd, dat dit niet alleen Heins spirit was, maar met name het gezin die week daar onder elkaar met oprecht belangstellenden het geheel een prima plek deed geven. Marion, Gijs en Jasper zouden de tour overigens conform de geplande drie keer afsluiten en de laatste 6 km vanaf Chalet met een tiental van ons was voor hen kippenvel zoals ze later zeiden.

Ik had gekozen voor twee keer; dat leek me al lastig genoeg. Bovendien kon ik dan om 6.00 opstaan en niet om 4.00, wat de Cinglés moesten.

Toch hoorde ik hen al om 4.30 over het grind schuifelen om naar start Bédoin te vertrekken. Blij was ik met nog 1,5 uur bed. Om 6.00 opgestaan omdat ik tegen 6.45 met twee maten van Villes naar Bédoin zou fietsen. Mijn gewurm met ontbijten leverde op dat ik 2/3 stokbrood en een choc-croissant naar binnen heb gepropt. Met een stuk vla, een reep en een banaan of drie mijn hele eten die dag.

Wel zeker 5 flesjes energiedrank gehad. In ieder geval genoeg bleek achteraf.

Lang verhaal kort makend:

rustig 11 km naar Bédoin
even rustig de ca 4,5 km naar St. Estève
na de bocht met zijn drie op 25 meter bij elkaar gebleven; hartslag veelal 130 en max. 140 (zoals onze cardio Jan later zei: ofwel overtraind, ofwel sublieme vorm: kies maar!) Het liep in ieder geval heerlijk
na melden bij Chalet meteen door en zo was ik ruim voor 10.00 al boven. Even genieten van de prestatie en omlaag naar Sault
daar toch even op het terras voor koffie cola en de al genoemde vlaai. Ondertussen kwam de kopgroep van de Cinglés en ook Reinouw aan. Even gebabbeld en vervolgens alleen aan de klim naar Sault begonnen.

Toch nog in een niet bedoeld wedstrijdje terecht gekomen toen ik een Pied Noire inhaalde. Die was onderweg van Marseille en zou via de Ventoux en Carpentras terugkeren. Getaand, gespierd, rustig doortrappend maar als ik overnam was hij binnen 50 meter weer langs. Nadat vijf keer te hebben gedaan was hij ofwel gesloopt ofwel verstandig en kon ik alleen verder.

Op Heins begrafenistijdstip de week daarvoor (14.00) was ik weer op de laatste 6 km bezig. Onnodig te zeggen dat dat geen moeite kostte.

Boven dit keer welkom geheten door een groep enthousiaste ALS-fietsers en begeleiders. Ergo voor de laatste bocht 3 tandjes erbij en afgesprint. Dat kan in de groep en met de adrenaline in je lijf

Omdat het fris was na een klein kwartiertje wachten toch maar gedaald. Bij het Chalet kwam ik onze Cinglégroep en Reinouw tegen die omhoog gingen. In een flits besloten voor de derde keer die dag de laatste 6 km te doen. Voor de penitentie zal ik maar zeggen.

Het was dus een fantastisch event; alles perfect gegaan en toen werd Jos zijn waarschuwing realiteit.

Zelf gekozen om alleen te dalen en afmeldend bij Chalet kreeg ik te horen, dat een van onze ALS-genoten in de afdaling een BMW had geschampt. Dus nogmaals een waarschuwing.

Na 3 km in de afzink realiseerde ik me, dat al vijf van mij BETS-vrienden naar beneden waren onder wie een beste daler (Frank) en ook John die durft te volgen. Toen in een kurketrekker-bocht ik op de pompiers en allerlei mensen stuitte en ook Hein T me waarschuwde wist ik dat het een van ons was.

Allereerst goed afgelopen, gister geopereerd in Carpentras aan een gebroken kaak en morgen op repatriëring naar Nederland.

John was wat ruim uit de bocht gekomen; had het spatbord van de BMW geschampt; vervolgens via de voorruit de chauffeur willen zoenen en toen dat niet lukte maar besloten via de stijl van de deur op de grond te eindigen. Als je je realiseert en dat hebben we vanaf dat moment met zijn allen gedaan wat had kunnen gebeuren……….

Van de fiets alleen de linker rem/schakelhendel verbogen en op wat beurse plekken na alleen een hersenschudding en dus gebroken kaak.

Dan blijkt dat je als groep ook dit weer tot een goed einde weet te brengen.

Intensieve BETS-week waar we toch met een fijn gevoel op terugkijken. De steun voor Heins familie was fijn om te geven. De steun terug te krijgen zo mogelijk nog beter.

De afsluitende ALS-BBQ met de ca. 80 deelnemers, aanhang en familie; de totaalopbrengst van € 100.000,- waarvan we als BETS nagenoeg € 20.000,- hebben binnengekruid, gaf weer eens aan, dat gezondheid en het feit dat wij daar onze hobby vrij konden uitoefenen je vleugels geeft.

Zoals Martin dat ook heeft ervaren: als je met een mooi doel bezig bent en in een groep (want we kwamen de ALS-ers in hun oranje shirt waarlijk overal tegen) kun je meer!



Zaterdag 2 juni – Homeride

Volgens de strikte regels geen TCE-gebeurtenis (net als Gers poepfietsen), maar toch de moeite van het vermelden waard.

Jan en Martin hadden zich in een vlaag van verstandsverbijstering opgegeven voor de Homeride, een fietstocht van 510 km van Groningen naar Maastricht langs een groot aantal Ronald McDonaldshuizen. Natuurlijk alleen onder de voorwaarde dat we The Full Monty zouden gaan. In ons team van negen nog twee anderen gevonden die ook voor de volle 500 zouden gaan: een Zwitserse zakenrelatie met PBP, Trondheim-Oslo en Vattenfal-ervaring, dus dat zat wel snor, en een Maastrichtse dame die zich tijdens de trainingstochten al aardig geweerd had.
De vrijdagavond al grotendeels naar Zuidlaren gegaan, waar we vlakbij in Haren een Pasta-party hadden, waar we enigen bleken te zijn. De organisatie was er nog niet en anderen hadden blijkbaar geen zin. Dus weer op tijd terug om café De Beuk onveilig te maken en al snel was het Brand bier op. De fietsers op tijd naar bed, maar de chauffeurs hadden wat meer tijd en toen de barman weigerde af te rekenen was het hek van de dam en de oogjes klein de volgende morgen.
Een morgen waar we alle tijd hadden, dus uitgebreid ontbeten. En dat alles voor een stevig onderhandelde prijs van € 27 p.p.
Rustigjes naar Groningen, waar het langzaam vol liep, we de andere deelnemers troffen en we om exact 15.00 uur door Ed Nijpels werden weggeschoten.

De zon scheen, een frisse bries tegen en we hadden er zin in. Met gezwinde spoed weg, instantane groepjes vormend door het mooie Friese land op weg naar het eerste checkpoint Beetsterzwaag. Ik geef even alle checkpoints en afstanden: Beetsterzwaag (62), Steenwijk(37), Zwolle(47), Barneveld(65), Utrecht(45), Sleeuwijk(38), Tilburg(47), Veldhoven(35), Weert(40), Sittard(44), Geulhem(27), Maastricht(20).
In B’zwaag bleek al snel dat de estafetterijders m.u.v. één ons tempo niet konden volgen, dus van hier splitsten wij en gingen gevijven verder.

Eigenlijk wel een fraaie omgeving: vlak, dat wel, maar mooie dorps- en watergezichten.

In Zwolle was de markt voor ons afgezet en een pastaparty en in Steenwijk de eerste McDonalds waar wij de gehele rit vrij konden eten en drinken. Nog nooit zoveel milkshakes, chickenburgers op een dag gegeten, maar als je honger hebt is alles goed.

De avond begon te vallen en de duisternis nam bezit van het landschap. We vonden voldoende groepjes om goed verlicht snel te kunnen blijven rijden – een zeer aparte ervaring, zo’n lint van lichtjes stil maar snel zoevend door de nacht.
Er zaten overigens best wel klasbakken tussen, want op een bepaald moment bedroeg onze snelheid 42 km/h, zo werd tevens door het thuisfront die onze positie middels een GPS-tracingsysteem konden vinden, bevestigd.
Klasbakken die ook voor de 500 zouden gaan, maar ook klasbakken die slechts een of twee etappen zouden rijden en ‘vers’ waren.

Enige close encounters met aangeschoten jeugdigen voorkomend en door.

Bij de checkpoints ons telkens weer verbazend over de vele vrijwilligers die paraat stonden met hapjes, drankjes en massage.

Ook mag ik onze chauffeurs niet vergeten die uitermate behulpzaam waren met het aanreiken van eten en drinken, wegzetten van de fietsen en opbeurende woorden.

Na Utrecht bij de brug over de Lek voelden we de eerste spatten regen, die vanaf Sleeuwijk overging in gewoon, echte regen die ons de volgende twaalf uur in wisselende mate, variërend van stortbuien tot een dichte miezer zou vergezellen.

Ook de temperatuur daalde tot zo’n 8 °C. Maar ja, je doet een commitment en dit gekoppeld aan het gegeven dat enkele sponsors hun bijdrage voorwaardelijk hadden gedaan (onder wie onze Henk) deed ons geen moment twijfelen door te gaan.

In Tilburg was het echt beestenweer, het plensde, er stond veel wind en berekoud. Hier besloten twee van de kerngroep de volgende etappe(s) de bus te nemen, dus gevieren door. Gevieren omdat in Tilburg Ricardo zich bij ons voegde; die had de zaterdag 220 km Zwijndrecht-Zwijndrecht-Zwijndrecht voor KiKafonds gedaan en kon dus niet vóór zes uur met ons meerijden. Hulde, want welke idioot begínt nu in dit weer aan zo’n tocht.

Roland, onze Zwitserse vriend beukte als een diesel door en genoot zichtbaar, ondanks het weer. Bij de volgende stop in Veldhoven voegde zich nog een spijtoptant van de groep zich bij ons; wegens een knieblessure kon die niet volledig meerijden. Of een snelle rit in de regen bij deze temperaturen nu een optimale herstelprocedure is waag ik te betwijfelen.

Onze ‘aanstichters’ de beide dame-managers van de Kindervallei in Geulhem en het RMD huis in Maastricht begonnen inmiddels steeds meer op ons verstand in te praten dat het volstrekt onverstandig was om nog door te rijden, dat inmiddels velen afgehaakt hadden. Maar je, het is duidelijk waarom er geen dames in TCE zitten…

Vanaf Weert wist ik: we gaan het halen, zelfs na de eerste lekke band en nog steeds verder. We begonnen bekend terrein te vinden en routinematig naar de McD in Sittard, met een lekke band in Schipperskerk, waar we werden opgewacht door Miriam en de kids, Kareltje Knetter, mijn zwager en de partner van Ricardo. Heel erg aardig – zij hadden onze positie constant gevolgd.

Dit naast de vele aanmoedigingen per SMS (en e-mail), waarvan ik de meeste pas later las, deed me veel goed!

Nu routineus de laatste loodjes: via een variant naar de Kindervallei, ons hoofdsponsordoel, waar we de derde lekke verwisselden, en vervolgens naar Maastricht – onze Zwitser een beetje teleurstellend alleen de Oliemolenberg als ‘berg’ aan te kunnen bieden.

De intocht op de Markt was ontroerend en hartverwarmend – vele partners, kinderen en vrienden verwelkomden hun helden.

De zin in toespraken en podium niet zo groot, maar ja… dat moet nu eenmaal.

Naar huis, de fiets ongereinigd in de hoek en samen met Roland een forse aanslag op de megaschaal lasagna gedaan. Roland had een ongeplande afspraak in Basel de volgende morgen dus die kon nog met de nachttrein naar huis; gelukkig wilde Miriam hem graag naar het station brengen. Een fietsvriend erbij.

De schade: nauwelijks zadelpijn gehad en alleen wat roodheid, wat stramme spieren en knieën en een verdoofde pink, denkelijk een combinatie van kou en een langdurig drukpunt.

De volgende keer weer? Wat fietsen betreft OK, maar het gedoe rondom de sponsoring en weer de zelfde sponsors benaderen? Durf en wil ik dat?



Zondag 27 mei

Ook vandaag weer een prachtige zonnige dag. Karel en Martin kwamen elkaar in Puth ruim op tijd tegemoet en gezamenlijk alternatief via ‘het stort’ en Grijzegrubben naar de toren. Daar kwan als snel – gelukkig – Jos aan en ook Hans liet niet lang op zich wachten.
Jos en Karel gaven aan op tijd thuis te willen zijn, dus geen lange route vandaag. Het doel ‘Het Rode Bosch’ werd genoemd. Echter, daar dit pas om elf uur opent, valt dit slecht te combineren met vroeg thuis zijn en een aantrekkelijke afstand.

Snel op pad, de Waterval af en Schietecoven omhoog en de mooie Kasen af. Onderwijl vielen de vele onlogische sadistische en onveilige fietspadconstructies ons weer op.
Langs de stuw van Borgharen, me afvragend of de schutsluis daar ooit gebruikt wordt en over de Wilhelmina door Maastricht naar de Mergelweg en idyllisch met zicht op de Apostelhoeve naar Kanne en over de brug en het fort van Eben Emael onvermijdelijk naar de Hallembaye – Noord waar een grote groep fietsers door ons vernederend werd opgeraapt. Door het ontbreken van tegenwind ging het snel omlaag en Pam-Pam lonkte.

Bediend door een jonge man die nog veel moest leren en de wereldeconomie en bekrompen Nederlandse politiek besproken.
Na de lange pauze een onbekende steile klim omhoog de Rue Porte de Lorette en via Dalhem het wondermooie Bombaye doorzwierend.Routineus naar ’s-Gravenvoeren en om de tegenwind te vermijden het gekende snelwegfietspad noordwaarts. Hier werd het gemiddelde fors opgekrikt en met name Le Docteur sleurde weer als vanouds. Langs de Dellen naar Broekhem, waar ons wegen zich scheidden. Omhoog naar Groot Haasdal kwam ons de Adelaar met in zijn ruime zog Francis naar beneden denderen; zich dermate concentrerend dat hij ons niet opmerkte.
Een fraai gemiddelde en een mooie afstand voor een korte rit.



Zondag 20 mei – Grenslandklassieker

Ger en Martin hadden zich reeds lang tevoren aangemeld en Harold had de dag ervoor per mail bevestigd. Karel had nog een SMS’je gestuurd en iets op het forum gezet, maar dat had ik niet gelezen.
Dus vier man aan de start in Beek om zwart mee te rijden; dit wegens de inschrijfperikelen veroorzaakt door de gemeente Plombières.
Jos was er helaas niet wegens ziekte van Marjan; laat ons allen hopen dat het niet iets ernstig is.

Door de perikelen van de Waalse overheden was het een geheel andere route dan anders, althans in België. Na wat rustig inrijden al snel wat busjes gevonden die de snelheid aanzienlijk deden opvoeren met Harold en Martin op kop die slechts af en toe en kort op Ger en Karel dienden te wachten.Het weer was fantastisch: zonnetje, droog en tot 24 °C en geen wind van betekenis. Afgezien van de Cauberg nog niet veel klimmen gehad tot de bekende côte de Sarolay (opvallend hoeveel Classictrajectdelen ‘gekopieerd’ worden, maar ja: beter goed gepikt dan slecht zelf verzonnen. Na de Sarolay wat kabbelend tot een loeisteile afdaling die, zo voorspelde ik, een loeisteile klim zou inleiden. En inderdaad: de Rue Bois-la-Dame. Tot 17% en heerlijk warm door het bos. Dit deed mij aan een mooie passage uit het beroemde boek van Tim Krabbé denken: “De zon glinsterend op de natte onderarmen met de haartjes plat.”

Langs de bekende berg van Blegny en daar de koffie gezocht: een reeds eerder bezocht café en de vlaai (twee stuks: aardbeien en abrikozen) in de super aan de overkant gehaald.

Na de pauze verder, zoals zo vaak, en het weer was zodanig dat het afdalen voor prettige afkoeling zorgde in plaats van koude huiveringen. Naar Mortier en gekend Julémont en Asse om de voet van Les Waides te vinden. Ongebruikelijk afgedaald over Rullen, een afslag die Ger bijna miste, en Kwinten omhoog naar Ulvend. In Slenaken de Loor op en heerlijk de Schwei af; hier reed Martin fout, maar gecorrigeerd over Hurpesch naar Rott en de Groeneweg omhoog en de Toeristenweg naar Vaalsbroek. Via Holset de gekende klim naar Orsbach en zo naar Simpelveld alwaar even gestopt en gekout met het personeel van Roger Wijnen. Door de felle maar niet te lange Klingeleberg en de Ruilverkaveling af voor de steil de Vrakelberg op. Afronding traditioneel: Kar, Craubeek, Klimmen, Weustenrade.
Harold en Martin hadden een drietal gevonden dat aardig doorreed en aangesloten – goed voor het gemiddelde. Via de vervelende aaneenschakeling van kleine klimmetjes van Vink en Helle naar Spaubeek, waar wij besloten niet naar de start te gaan maar via de Stammenderbosberg huiswaarts (Ger moest naar Sittard). Rechtsafslaand volgden ons zo’n vijf man die er redelijk doorheen zaten en gewoonweg elke fietser volgden. Op de brug over de A76 moesten wij hun meermalen uitleggen dat ze toch echt fout zaten en niet meer de route aan het volgen waren.
Routineus inmiddels de Stammender omhoog waar het gezelschap zich splitste. 156 km, 1994 hm. Wie kan niet tevreden zijn?

Ger voegt nog toe:

Maar vier toevoegingen:



17-18 mei – Homeride Trainingstocht

Martin:

Zoals gezegd zouden Jan en ik een lange tocht plannen als voorbereiding op de 500 km Homeride. Een plan was snel gesmeed: op Hemelsvaart heen naar Vlaardingen en de dag erna terug.
Zo gezegd zo gedaan.

Op een prachtige zonnige ochtend troffen we elkaar om 9.00 bij de brug van Urmond; Jan uit Kanne en Martin uit Puth. Jan had in de vorm van een zekere Jochem (die ons ook zal vergezellen naar Italië) een gangmaker meegenomen en op de pont van Berg kwamen we een medehomerider tegen, Boet, die ook met ons mee zou rijden.
Om de snelheid erin te houden gestart langs de Zuid-Willemsvaart naar Bree en vervolgens bij de afsplitsing naar het kanaal Bocholt- Herentals nam Boet afscheid, Jochem een tiental kilometer verder.
Nu waren we op onszelf aangewezen. Een eenzame fietser haalden wij in om vervolgens gedrieën snoeihard zo’n 20 km kop-over-kop te jakkeren; goed voor het gemiddelde. Langs mooie wegen, uitgezet door Martin op de Garmin om ook het navigeren daarmee te leren, het kanaal verlaten, Nederland schampend en bij de Abdij van Postel de eerste koffie met een rare abdijvla bestaande uit krentenbrood, honing en iets wat op braaksel leek.

Vervolgens een stukje onverhard (foutje van de routeplanner) en vervolgens door het altijd weer merkwaardige Baarle-Hertog en –Nassau. Door Chaam en feilloos door Breda en Prinsenbeek naar het eerste kunstwerk van de dag: de Moerdijkbrug. Toen volgden elkaar snel op de Dordtse Kiltunnel, de Heinenoordtunnel (mooi rond; geboord) en door de haven naar de Beneluxtunnel. Als je de tunnel uitkomt ben je feitelijk al in Vlaardingen.
Jan wilde dit vieren door bij café De Waal te bieren en bitterballen. Alzo gedaan.

Bij moeder Borsje gegeten, de keukenafvoer ontstopt (geen voorrijkosten, daar op de fiets) en ’s avonds nog even naar café De Stam voor Vedett (9), La Choeuff (9) en een St. Bernardinus (8-).

De volgende morgen om 8h15 terug; nu via een route door de website van de Fietsersbond gemaakt. “Om de Noord”. Eerst over de rivier de Noord (sec!) en de watertaxi naar Dordt. Door de polder naar de Kop van ’t land waar vele recreanten waren. Twee andere fietsers vertelden wij dat we nog 175 km naar M’tricht moesten; onverhulde bewondering was ons deel. Een rare lus door de Biesbosch waar huizen gesloopt worden wegens herinundatie, merkwaardig toch hoe wij vruchtbare landbouwgrond omzetten in ‘natuurgebied’ en de boontjes uit Kenia halen. Nu naar Werkendam en daar leidde de routeplanner ons naar de pont; een snelpont van 1000 pk die ons met 40 km/h naar Gorinchem (spreek uit: “Gorrekum”) bracht. Nu aan de verkeerde kant van de Waal, maar met een prachtig uitzicht op kasteel Loevestein en zo kwamen we bij Fort Vuren, een deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie terecht. Een fraai voorbeeld hoe elke vorm van militaire techniek per definitie achterhaald is (zo zullen wij ook aan de miljardenverslindende JSF zien). Daar een koffie en door naar de volgende pont: Herwijnen – Brakel. Daar twee fietsers ontmoet die in drie dagen naar Maastricht gingen fietsen; prutsers.

Door het prachtige Brakel om uiteindelijk over fraaie polderwegen, waarvan een genaamd ‘Verdrietweg’ naar de A2 en zo zuidwaarts naar Hedel; daar de Maas over en naar Den Bosch, alwaar op een drukke markt de lunch.

De alom aanwezige tegenwind begon ons aardig te nekken en met de dag ervoor werd het zwaar. Nu vooral kanalen volgend zuidoostwaarts naar Helmond, een stuk onverhard nemend (ik moest de navigatie van de Garmin uitschakelen om de batterijen van de Garmin te sparen) en Someren.

Langs het kanaal richting Nederweert, terwijl de ‘herenclub’ ‘The White Horse’ ons niet meer kon verlokken tot wat anaal vermaak. Met name mijn achterwerk was door het loszitten van mijn zadel, waardoor het achterover draaide, aardig “Im Mitgleidenschaft mitbezogen” en staande op de pedalen was vaak onvermijdelijk.
Gelukkig had Jan een tooltje bij zich zodat ik het af en toe kon rechtzetten.

Langs het saaie kanaal Wessem-Nederweert naar Maasbracht alwaar nog een laatste cola.

Door tussen Maas en kanaal waar het lichtje bij Martin langzaam uitging – de man met de hamer.
Gelukkig bracht een reepje van Jan uitkomst en sneller weer door tot Berg aan de Maas en Urmond waar onze wegen zich scheidden; Martin nog 12 en Jan nog zo’n 20 km.

Thuis had Miriam heel lief de maaltijd voor me klaar en na bad tevreden een Rochefort 10° (voor de essentiële zouten) op en toen naar bed. Heel tevreden.

Geleerd van deze nuttige trainingstocht:
Zorg dat je zadel vastzit
Eet regelmatiger wat onderweg
Onderschat 500 km niet.



Hemelvaart 17 mei

Ger:

Een vrij curieuze hemelvaart met veel van mijn fietsvrienden onderweg, maar op zo’n vier trajecten!
Martin [red.: en Jan] trainen voor zijn monsterrit door op en neer naar Vlaardingen te gaan.
Mijn BETS-vrienden in voorbereiding op onze ALS-tocht deels in de Klim-classic, deels de Buisonnière (en deels naar Banneux)
En Karel, en dus Frank en ik naar Banneux.

Start was dit keer bij mij thuis tussen 9.00 en 9.30 en dat is gehaald. Koffie, koffiepraat en vervolgens op weg naar Slenaken en via Teuven omhoog naar Henri Chapelle en Aubel. Fantastisch mooi weer en de hele dag mooie uitzichten. Omdat we allemaal “in het lang waren” ook nog eens geen last van de kou. De gekende hardrijders waren er evenmin, waardoor we in de opwarming ook nog konden praten met elkaar. Dat ging overigens niet ten laste van het overall gemiddelde, zoals later bleek.

Na Aubel vervolgens klassiek naar Herve, José, Nessonvaux etc. en “over links” naar Banneux.

Daar een nieuwe koffietent gevonden met gewoon goede koffie en ook uitstekende vlaai.

Het was goed levendig daar en de Belgen zaten allemaal aan de lunch.

Omdat Karel zijn hond droog wilde houden en ook met Jos was afgesproken onze Vosges-routes om 15.00 op punt te zetten, weer redelijk snel en route. Geen Cornesse maar in Pepinster omhoog en vervolgens via de bekende route terug.

Karel had inmiddels besloten consequent op 100 meter te blijven hangen en toen we dat moe waren en in de afzink van HC naar Hombourg hij ook bleef hangen, hebben we hem uitgelegd, dat zijn inspanning minder zou zijn in ons wiel en hij vervolgens ook nog - ten faveure van ons - kop zou kunnen nemen.

Voorwaar hij nam het advies aan en over en ging stevig er aan trekken; helaas werd hem dat fataal op het stuk na Hombourg vlak voor de afdraai naar Teuven. De gaten aldaar was hij vergeten en hij ging er vol in; snakebite; geen Martin, maar hij kan het zelf ook. Buitenband waarschijnlijk ook kaduuk en een klein slagje in zijn wiel, maar vervolgens onversaagd door.

Zelf na ca. 108 km. en > 25 gem. afgeklokt.

Karel gelijk door naar huis en A’dam.

Met Jos nog naar de routes gekeken en die zien er goed uit! [red.: meervoudige uitroeptekens getrimd – psychische aberratie]

Een prima dag en afgesproken via de site te kijken of en wie de Grensland doet.





Zondag 13 mei

Karel
verhaalt als eerste:

Op zaterdagavond van Martin SMS gekregen dat hij zondag niet zou verschijnen, aangezien hij met Jan een nachtrit was gaan oefenen van 160 km. Eigenlijk had hij best mee kunnen gaan want van 23.00 tot 8.00 zijn voldoende uren om te slapen; iets wat op de Groningen-Maastricht tocht niet kan.Henk zou er wel zijn.

Aangezien Lilian er niet was (naar Amsterdam is, ze was door de kinderen uitgenodigd voor moederdag; ik mocht ook mee, maar je moet prioriteiten stellen), diende Max nog gelaafd en uitgelaten te worden, dus maar met Henk afgesproken dat ik zeer zeker mee zou gaan echter niet af durfde te spreken om op een voorverzamelplaats te staan, naar de toren zou komen. Indien te laat s.v.p. tegemoet rijden.
Om 9.00 rond bij de toren, hier was alles (Henk, Jos, Hans en Ger) al aanwezig.Overleg waar naar toe leverde de Waldschenke op, met Hans als wegcaptain. Nagenoeg de hele weg had hij dan ook de leidende positie, op kop. De route zal wel via het heliplatform van Henk toegelicht worden. Via de gekende route door het Geleenbeekdal, Benzenrade enz. naar de vervelende klim bij Orsbach. Vandaar door Aken ri. Lütticherstrasse. Nooit gerealiseerd dat de klim naar de Waldschenke toch zo steil is.
In de Waldschenke was het helemaal vol met Mutti's, kroost en kleinkroost. Van Hans een uitgebreid betoog gekregen waarom de banken meer hypotheekrente vragen dan ze zelf moeten betalen. Ligt aan de overheid en accountants (dit is de korte samenvatting voor Ger). Verder nog de Europapolitiek besproken. Conclusie: verbeter de wereld begin bij een ander.

Na de pauze via een iets andere route dan normaal richting Moresnet en Gemmenich en via de pas van Wolfhaag richting Lemiers. De klim naar Orsbach en door naar Baneheide. Via het plateau naar Eys en daar de Eyserbosweg omhoog.
Jos was eerder boven dan Hans!!
Boven Elkenrade hing een zwarte wolk, dus kijken wat er gaande was. Het bleek dat op de Koekoeksweg een ongeluk gebeurd was, Brandweerauto, ziekenauto's en veel politie. We werden gemaand door te fietsen. Fromberg omhoog en binnendoor naar Jos. Bij Ransdaal durfde Hans niet meer met ons verder en bij het schakelstation hield Ger het voor gezien. Bij Jos nog even gekeuveld en daarna met Henk via Hulsberg Aalbeek en Terstraten naar Spaubeek. Bij het asiel scheidden onze wegen; Henk langs de beek en ik de Putherberg.

Goed gevulde zondagochtend.

Ger vult aan:

Het begint op fanatisme te lijken; al dat fietsen.

Martin niet aan de start, waarover direct meer en gelijk een rommelig vertrek. eerst gekeuveld over van alles en nog wat (de foto van vorige week was onderbelicht? in ieder geval verdwenen) en opvallend op Karel na alleen maar zwarte fietsen aan het vertrek.

Terwijl eenieder er was < 9.00, pas gestart ca. 9.06. Tongeren kwam niet door de ballotage en al snel kwam de Waldschenke in het vizier. Hans aan het commando met Henk, en ik moet bekennen: mooie plekken gezien. Zeker in de buurt van Aken met doorzicht op die heuvel met dat draairesto van een paar weken geleden. Daarbij nog wat geschiedenisles gekregen van Le Professeur.

In de Waldschenke was het druk met moederdagbrunch en was er lekkere vlaai op een zonnig, maar koud terras. De accountancy unaniem de prullenbak in gedaan en dat was voor Karel aanleiding het debat met Hans aan te gaan of een lening met variabele rente een vaste lening was of dat die iedere maand verviel en weer werd afgesloten.

Op de terugweg werd bijna iedere helling die in aanmerking kwam genomen. Orsbach, Eyserbos en Fromberg waarbij een grote zwarte rookpluim een meer dan stevig auto-ongeluk bleek te zijn met de nodige brandweer en ambulances.

Ik heb afgesloten op de Sibber met een pa & ma met hun twee kids in training voor Alpe d’Huzes. Een jochie van ca. acht op een ouwe barrel schoot me als een torpedo voorbij na 200 meter. Heb hem wat verder geholpen en ruimschoots van complimenten voorzien en dat leidde tot (zoals alleen kinderen dat kunnen) een ontwapende glimlach.

Terug na de route over het Margratens plateau en C&K, Banholt en Reijmerstok. Na 125 km en een gem van 25 km afgeklokt.

Voor intimi van de rit van vandaag: “ik hoef met die > 25km. dus thuis niet te klussen, noch de ontbijtresten af te wassen” en heb Reinouw Henks mop verteld; zij vond hem zeer leuk, dus wie weet…………

Tot slot:

Martin als je gisteravond om 23.00 aan het trainen bent voor die 500 km, was dan het niet zeer logisch geweest na een nachtelijk avontuur met een km of 300 à 400 achter de kiezen, om je om 9.00 aan de toren te melden om met je echte fietsvrienden de laatste 100 km te doen?

Henks opmerkingen over de route: Je ziet dat de heenweg naar de toren wat afwijkend is omdat ik er toch in mijn uppie naartoe moest. Op de terugweg kon ik Karel nog verrassen met een route van Hunnecum naar Grijzegrubben die hij niet kende, en de weg bovenlangs Kelmis vond men wel leuk. Het helicopterplatform was een vondst van Jos; ere wie ere toekomt.

De Webmaster vertelt:

Inderdaad met Jan en een deel van het Kindervallei-team gisteren een duurtraining gedaan met een deel in het duister. Tegen een zeer strakke NW-wind noordwaarts om met ruime omwegen ver boven Roermond te keren en met Maas, kanalen, bruggen en stuwen als leidraad. Het goede nieuws is dat Ricardo erbij was! Hij kan helaas wegens zijn oogaandoening niet veilig in het donker fietsen dus keerde hij in Roermond met de trein terug. Om 22h50 terug in Kanne en na nog een trappist en gezellig nakeuvelen na enen in bed met de gedachte: morgen niet.
Op Moederdag ben ik nog wel met Miriam en een BWOW-vriendin van haar een stukje wezen uitfietsen, bekend van vorige week: Roode Bach, Panneschop, en over Tevernerheide terug. Vond het erg koud.

Overigens: aanstaande Hemelvaart zal ik met Jan naar Vlaardingen fietsen en de dag erna weer terug; zijn er mensen die een stukje mee willen fietsen die kan uit? Laat het horen!



Zondag 6 mei – Echte-mannenweer

Gisteravond had de Dode de fietsen al klaargezet. Inderdaad: de ‘fietsen’, daar Miriam verzekerd had dat haar vrouwenclubje zeker van start zou gaan. Bij het opstaan de buienradar observerend dacht ik er het mijne van, maar ja: Miriam zou gaan. En om nou bij de start de wedstrijd al te verliezen... De straat was droog, en toen ik mijn schoenen aan het aantrekken was kwam Karel aangereden. Op zijn mooiweerfiets. Mijn regenfiets aanschouwend dacht hij toch even snel te wisselen, maar de Massi stond zonder lucht en daarom door naar Geleen. Daar stond Henk al klaar en gedrieën naar de toren, waar slechts Ger acte de presence gaf. Karel gaf aan zijn overschoenen te willen, dus terug naar Puth, waar Martin op de beruchte valplaats een platte aba kreeg. Karel nam de fiets vast mee en Martin lopend, wat zoveel tijd kostte dat Henk met een andere fiets tegemoet kwam en ik dacht dat Ger onderwijl mijn band verwisseld had. Niet echter, dus zelf een nieuw biba’tje erin, van Karel commentaar dat de staat van de abuba wel erg versleten was…

Op pad naar het noorden, want Henk wilde richting Heinsberg. Eerst over bekende wegen naar de Rode Bach waar Martin opnieuw een platte kreeg, deze keer de voba.

Bij het oppompen van de reserveband de historische woorden van Henk: “Ik krijg hem niet hard!” Natuurlijk niet, het was immers de lekke band van Puth…

Door weer langs de beek naar Gillrath en daar weken we van bekende wegen af, hoewel Henk steeds, als altijd in der Heimat, de indruk wekte de weg 100% te kennen. Uiteindelijk moest ook hij zich gewonnen geven en reden we dood tegen een veldweg. Het plan Heinsberg werd wegens de afstand en het weer plan G: Geilenkirchen. Het moet gezegd worden: Henk pikte de route snel weer op, Martin tot de uitspraak ontlokkend dat hij wegens zijn geografische kennis van Duitsland later zeker in Vorden begraven mocht worden, en Geilenkirchen was daar. In de plaatselijke Konditorei hadden de locals effe niet in de gaten wie nu ook al weer de laatste oorlog verloren had, en stonden ons geen plaats af. Gelukkig was het personeel buitengewoon vriendelijk en konden we buiten onder een afdakje zitten, van de voortreffelijke vla genieten.
Het was ondertussen nog steeds niet droog geworden dus verder de Wurm stroomopwaarts volgend waar deze keer Henk al snel een platte kreeg.
Het oppompen ging wat moeizaam, hij kreeg het lulletje niet om het ventiel…Stomend verder, waar we tenslotte een soort van veldweg met twee zeer smalle stroken verhard volgden tot in Rimburg waar we de grens weer passeerden. De mooie klim omhoog en via een slechts met de Garmin te reconstrueren route, waar we een keer fout reden, uiteindelijk in Hoensbroek terechtgekomen, waar het weer een beetje bekend werd. Via het mooie Laarvoetpad naar Brommelen en Wijnandsrade; nog even opgemerkt dat het huis van Gosse Boxhoorn te koop staat – blijkbaar gaat het niet zo goed met Holland Solar. Hier nam Ger, getekend door kou en modder, maar krachtig van geest en opgewekt afscheid en de rest door naar Vink en Hunnecum en de uitdagende Zandweg naar Puth.

Uitgebreid fietspoetsen en vervolgens in bad, na buiten de overkleding uitgedaan te hebben, om op temperatuur te komen. Bijna 100 km met > 25 km/h.

Miriam en de andere vrouwen hadden niet gefietst - hoon is hun deel.

Ger voegt nog toe:

Bij de ongetwijfeld heroïsche verslaglegging van vandaag past een bescheiden bijdrage van mezelf. On-Pou-Pou’s gereden met denk ik max. een km kopwerk. Voor de rest alle plekken gehad; bij de helling naar Karels thuis zelfs duidelijk vierde wiel. Het weer zat met mijn bril niet mee, regen en af en toe zelfs aan het beslaan. Voelde me ook niet echt stuurvast, maar daarmee genoeg gezeur.

Henk zijn we gevolgd via zijn braadpan voor spek en ei in de Heimat en het moet gezegd zijn wegenkennis daar doet vermoeden dat hij een Duits verleden heeft. Na ca. 60 km en twee lekke banden (allebei van onze materiaalfetisjist nota bene) schoven we in Geilenkirchen een Konditorei binnen. Alle stoeltjes bezit en toen zijn we maar op de cour gaan zitten. Heldhaftig de kussens en dekens afwijzend!

We waren immers vandaag de echte buffels. De koffieklets stelde niet veel voor, maar was wel aangenaam. Wat onnodige technische uitleg over opladers etc. daargelaten

Dat was wel minder toen Henk binnen 500 meter na vertrek door glas reed. Zat vervolgens bijna te klappertanden en van de weeromstuit kreeg ik daarna de ketting niet meer automatisch op het grote mes.

Ondertussen was Henks band en pomp geen hechte eenheid; hij kreeg het niet aan mekaar en moest toch Martins hulp aanvaarden.

Ondertussen waren we redelijk snel in Parkstad en ook daar wist Henk de weg als geen ander. Hoensbroek, Wijnandsrade voor het afscheid en vervolgens ben ik via Hulsberg, Valkenburg Sibbergrub nog het plateau opgedraaid om pas in Margraten huiswaarts te keren.

Steenkoud na 116 km. met 24,5 gem. en toch nog 780 hm alle kleren in een emmer, zelf onder de douche en vervolgens LIONS de finale van het Nederlands kampioenschap handbal tegen Volendam zien halen in een aardige wedstrijd. Fiets cleanen is voor een volgende dag.



Maandag 30 april – Koninginnerit

Enkelen hadden zich de week ervoor al afgemeld; Karel stuurde de avond voorafgaand nog een afmeld-SMS. Martin ging opgewekt onder een stralende zon naar Geleen om hopelijk Henk te ontmoeten. Van verre ontwaarde hij een onbekend shirt, een onbekende helm, maar met een bekende houding. Het was toch Henk. Wat tevens opviel was een soort van tafeltje-dekje op zijn stuur. Dit bleek desgevraagd een iPhone-case te zijn, zodat hij middels zijn iPhone de koers kon registreren. Helaas moet hij wel steeds opnieuw ontgrendelen middels zijn wachtwoord als het beeld wegvalt.

Pas toen viel mij op dat zijn fiets ook schoon was. Wat zeg ik: niet alleen schoon; nieuw! Een matzwarte Rose full carbon. Enfin, u bewondert hem zelf maar.

Te Schimmert aangekomen geen anderen, dus samen op weg. Mijn suggestie was de oude kernen van Stolberg en Kornelimünster eens te verkennen, dus Full Karbon in die Heimat!.
Aangezien de tocht lang zou worden, eenvoudig via Geuldal naar Vaals, zoveel mogelijk kleine weggetjes nemend, onder andere langs de Selzerbeek. In Aachen afgedaald naar Burtscheid, waar je 50 jaar niet komt om vervolgens binnen een maand er drie keer te zijn – en door op het gevoel naar het oosten waar we Stolberg snel vonden. Vlak voor Stolberg een grote wens in vervulling gegaan: in de afdaling frontaal gefotografeerd door een snelheidscamera. Nu de wetenschap dat ik als Verbrecher met foto in een Duitse database ben opgeslagen even verwerken; wellicht dat men na 60 jaar de archieven opent en mijn foto nog eens opduikelt. De Kaffee mit Kuchen was dermate goedkoop dat het Henk verleidde tot een Gerretje. (zie S.W.).

Na de efficiënte pauze op gevoel op weg en een mooie kasseienklim en asfaltafdaling. Al snel kwamen we langs en op oude spoortrajecten verband houdend met/van de Vennbahn. Via allerlei onbekende weggetjes kwamen we uiteindelijk op bekend gebied in Raeren en zo via een gekende Classic-route naar Eynatten en de wondermooie TGV brug onderdoor, waar zowaar een ICE reed!
In Hergenrath vielen een paar druppeltjes, maar al snel klaarde het weer op. In Kelmis naar de Geul afgedaald en daar een mooie doorsteek langs die rivier, van een splitlaag voorzien, naar Moresnet en golvend door naar de Wolfhaag Direttissima. In Nederland aangekomen viel direct het grote aantal fietsers weer op.
Via Vaalsbroek en Vijlen naar Mechelen, waar we gevolgd werden door een fietser die weigerde over te nemen. In Mechelen reden we een aantal fietsers achterop, van wie de voorsten helmloos. Dit ontlokte de uitspraak dat zij zo goed waren dat ze geen helm nodig hadden. Bij het inhalen – inderdaad: bij het INHALEN - bleek dat we onze konten aan Michael Boogerd lieten zien. Zo hard ging het dus.

Routineus, met nog steeds de zelfde wieltjeszuiger naar Valkenburg en daar de gelijke weg weer terug. In Spaubeek kwamen we Miriam op de fiets nog tegen, maar met al meer dan 130 km op de teller besloten we toch huiswaarts te rijden.

Lezer: de feiten dat we een snelheidscamera hebben doen afgaan en Michael Boogerd hebben ingehaald vrijwaart ons van het noemen van ons gemiddelde.Het was mooi.



Zondag 22 april – Koulen-Banneux-Koulen

Zo, de webmaster, Le Mort de Markstein, is weer genoeg bij positieven om het verslag te schrijven. Na 140 km.Ten langen leste meldden zich voor deze tocht nog aan Karel en Harold. Henk, Ger en Jos hadden zich reeds eerder aangemeld.
Op half acht op de fiets naar klimmen: Henk, Harold en Martin, waar Pino ons hartelijk verwelkomde. Hij zou niet meefietsen. Ger kwam snel en zo ook Karel, met de auto. Hans kwam tenslotte ook nog; met een vaag verhaal dat hij elf uur om zou keren.
Aangezien de officiële KBK KMK geworden is hadden we de weg voor onszelf.

Hoewel onderweg naar de Koulen een paar druppels gevallen waren, was het verder droog, weliswaar met een stevige zuidwestenwind. De route als vanouds, zoveel mogelijk een van de officiële routes volgend. Na Heydt, in de afdaling naar Neufchâteau klaagde Harold over zijn knie. Hij had de donderdag ervoor overmoedig te veel hardgelopen. Hij besloot in het Berwinnedal af te zwaaien. De kasseienklim in Dalhem en door alsmaar klimmend naar Blegny; min of meer gelijk op. Iets na Blegny maakte Hans laf zijn belofte bewaarheid en hij zwaaide onder gedagzegging af. Door dus naar Melen en Soumagne on uiteindelijk af te dalen naar Nessonvaux, waar Ger en Martin besloten voor de forellenklim. Weliswaar wat minder uitzicht, maar wel typisch Ardens door een nauw dal omhoog.

In Banneux de slappe koffie maar goede vlaai, onderwijl de hagel als heilige manna uit de lucht vallend.
De nakende val van het kabinet was nog te pril om te analyseren, dus hebben we het over variërende zaken gehad, als de miss Zwitserlandverkiezingen en hun onvermogen de Matterhorn van de Mons Pubis te onderscheiden.

Het werd droog, afgezien van de weg, en in de afdaling naar Pepinster scheen de zon. De Cornesse was als vanouds, waar vooral het optreden van Ger en Karel positief opvielen.
Gelukkig had de wind zich (relatief ten opzichte van ons) gedraaid en nu mee over het golvende landschap van Herve. De afdaling naar Bolland over het prachtige nieuwe asfalt en in Julémont drie minuten voor een buitje in een bushokje geschuild.
In de Virage Hans-Pied-Accessoire ons afgevraagd waarom daar nog geen monument stond. De St. Jean-Sart: J,H,G,M,K.
Door naar Pietersvoeren en de lang lopende klim Crindael naar de Plank. Gekend de Schilberg af en door naar Wijlre. Hier had Martin al lang besloten onderlangs naar Klimmen te gaan. Ger en Karel zonder te vragen solidair en Jos en Henk moedig via Elkenrade, Korte Vrakel en Koulen.

Hartelijk door Marjan ontvangen met cola, koffie en vlaai, waarbij Martin tevens, niet nodig, een emmer aangeboden kreeg. De komst van Karel met de auto als een godsgeschenk beschouwd en daarmee Henk laf alleen naar huis laten fietsen. Thuis gelijk in bad met een aspirine en de verrassende finale van La Doyenne aanschouwd. Mollema geeft hoop.

Ondertussen komt ook de bijdrage van Karel binnen:

Gezien de weersverwachtingen enige aarzelingen of ik wel richting Koulen zou gaan. Martin deelde zaterdagmiddag nog mee dat Henk om 7.30 bij hem zou zijn. Dit was voor mij zonder meer al geen optie.
Zondagochtend om 7.00 was het buiten droog dus gereed gemaakt voor vertrek. Om ca. 8.20 was ik bij Jos, Hier al aanwezig Henk, Martin, Ger en Harold. Iedereen zich af aan het vragen of Hans wel zou komen. Even later kwam de meester binnen, Jos de zucht ontlokkend: Verdorie hij is er toch (of gelijkwaardig).
Gezien de weersverwachting was iedereen, zover van toepassing, op de slechtweerfiets. De route zal via de Garmin van Martin wel getoond worden. Vertrokken met een lage temperatuur en een straffe tegenwind; Dit mocht echter niet resulteren in een gezapig tempo, er werd stevig doorgefietst! ook op de diverse hellingen. Niet overal was er eensgezindheid betreffende de te volgen route, wat resulteerde in soms gedrentel op de weg.
Na Blegny kreeg Hans in de gaten dat er zeer sterk gefietst werd en hem dit misschien wel wat veel werd. Hij heeft dus politiek gekozen om alleen zijn weg in een andere richting te vervolgen (kan ook zijn dat Helma hem onder druk zet).
Met zijn vijven in hoog tempo verder naar Banneux.

Onder de koffie in Banneux is ongeveer de enige (hagel)bui van vandaag gepasseerd.Door de politieke ontwikkelingen was de koffiepraat wat gematigd, geen schokkende zaken te bespreken..

Na de (best lange) pauze over het natte wegdek in de afdaling naar Pepinster en door naar de klim van de Côte de Cornesse.Aangezien de wind nu in de rug was kwam het tempo nog wat hoger te liggen, met als hoogtepunt gepou-pou van Euverem naar Gulpen.

Al met al een bijzonder leuke tocht, zonder lekke banden, valpartijen, vervelende automobilisten etc., alleen jammer dat bij sommige jeugdigere deelnemers de jaren beginnen te tellen

Volgende tocht maandag 30 april ipv zondag 29 april?!

Ger voegt nog toe:

Een aparte dag vandaag. Weersvoorspelling was niet best; opkomst bijzonder groot met zeven.

Net overigens (ca. 19.00) een geweldige hoosbui met hagel en slagregen gepasseerd in Gulpen; dus we hebben overall geluk gehad.

Wat die opkomst was het zoiets als tien kleine negertjes. Eerst Harold eraf met kniemalheur; daarna onze Prof (zowel in de betekenis van professeur als gewoon wielerprof.) en aan het eind Martin, Karel en ik. Overigens was vandaag een van de zwakkere optredens van onze prof. Of het aan de fiets lag, nl. de Stevens of aan het vele fietsen wat een zekere overtraindheid tot gevolg kan hebben, maar de distantie viel wat tegen.

Wat verder opviel was:Over de rit neem ik aan, dat anderen en de Garmin het nodige vertellen. Wat mij betreft een van de betere dagen met nauwelijks de granny en in ieder geval veel kunnen doortrekken.



Zondag 15 april 2012

Henk schrijft, de webmaster verwonderend over het gebruik van zijn Caps-Lock-toets.

Het is 10 voor vier. In de woonkamer staat de TV beelden van een kille Amstel Gold race weer te geven. Er gebeurt eigenlijk niks. Daarom eerst maar eens een verslagje van onze eigen rit.De voorbereiding was goed. Tijdens het feestje van Martin en Miriam werd er flink op elkaar ingesproken, zodat niemand het laffe lef had om thuis te blijven en iedereen door de regen naar de toren kwam gefietst. Zelf had ik op he laatste moment nog handschoenen, regenjack en mouwstukken aan mijn uitrusting toegevoegd. Al snel bleek dat overschoenen en spatborden geen overbodige luxe waren geweest. Het begon vrijwel direct na vertrek te miezeren en dat ging lang door.

Aan de toren dus zoals gezegd naast ondergetekende (MASSI) ook Hans (di stefano), Jos (ciöcc) en Ger (duell). Hans stelde voor naar de Lousberg in Aken te fietsen om daar in de Belvedère van het uitzicht te genieten. Hij had zelfs twee opties, een stedelijke en een landschappelijke versie. Erop vertrouwend dat de landschappelijke versie van Hans nog steeds geen asfalt ouder dan 2 jaar zou bevatten, kozen we voor landschappelijk. Ger vroeg nog of het ver was. Hans schatte ongeveer 20 km. Met 60 op de teller stonden we boven. Het laatste stukje had Hans de assistentie van een boer nodig die ons ook nog Diets maakte dat de uitspraak Loesberg is. Het uitzicht was fenomenaal, zelfs van de voet van de Belvedère, die pas over enkele weken opengaat. Nog maar een keer overdoen dan.

We besloten in Aken een Konditorei te zoeken, maar dat plan werd al snel ingewisseld voor Vaals toen Hans dat op de borden zag staan. Jos moest nog even vergeefs terugrijden om zijn van-de-fiets-gestuiterde kilometerteller te zoeken.

De vlaai bij de bakker/konditorei in Vaals was prima, de koffie minder. We lieten het bij een kop. De prijs was verassend onder de 10 euro, aanleiding voor Ger, die voorgeschoten had, onze bijdrage niet op te eisen, waarvoor dank. Ik denk dat ik wat moe was want ik kan me geen enkele intelligente opmerking herinneren.De terugweg moest snel gaan want iedereen had behoefte aan warmte en een stuk Gold Race. Vanaf Termaar stond ik er dus alleen voor. De wind begon wat aan te wakkeren, maar dat leverde ook opklaringen op. Ik heb dus, waarschijnlijk als enige, nog een stukje in de zon kunnen rijden. 500 m voor thuiskomst een lekke band. Toch maar even op een bankje bij de visvijver gewisseld, want dat zou alsnog moeten als ik naar huis gewandeld was.

Thuis snel de MASSI gewassi, en daarna mezelf. De voeten tintelden behoorlijk. Snel de TV aan om erachter te komen dat de reportage nog niet eens begonnen was. Wel een leuk filmpje met Rob Ruigh. MASSI staat nog buiten te drogen. Later maar eens kijken of ik de derailleurs wat beter af kan stellen want dat loopt allemaal niet zo. Ik gooide weer een paar keer de ketting over het voorblad, en op de Zandberg, waar ik, toegegeven, niet op het aller lichtste verzet en dus te zwaar probeerde boven te komen sloeg het achter door, waardoor ik gelukkig net niet viel.

Nu maar weer eens kijken hoe het bij die kille wedstrijd gaat.

By the way: de LeNzEn van de webmaster ist sauber und trocken gebleven!

Ger voegt toe:

Gisteren een druk dachie. Eerst ’s morgens vergadering over het handbal. Daarna de finale van de AGR gedaan met Keute (waar ca. de helft liep) 2x Cauberg en de Bemeler. Da’s wel kicken als je zeker drie tandjes zwaarder naar boven kan dan normaal en met die beperkte km’s in de benen ook iedereen kan laten staan. Beetje vals, maar toch.

Vervolgens bij onze webmaster en zijn eega aan de borrel en afgesloten in Neeroeteren bij kennissen. De drank maar de drank gelaten en dus vanmorgen fris, maar wel met weinig slaap op tijd de Ingber op.

Martin was afgemeld; de rest zodanig zich gister tegenover elkaar verplicht dat niemand durfde te verzaken. Martin had vandaag als excuus, resp. smoes 12 ontbijters; je zou zeggen: “dat moet ze toch wel alleen lukken?” Bovendien moet je die ouderling wel zijn km’s laten maken; toch! De enige die vanmorgen deze redenering niet volgde, was nota bene Hans.

Gister was al besloten dat we naar Lousberg zouden gaan en dat regen geen excuus was. Ergo the happy four meldden zich ook op tijd aan de toren om vervolgens mee te maken, dat Hans zich perfect van zijn taak had gekweten. Routebeschrijving op papier; ruimte voor uitleg over het landschap etc.; de kudde bij elkaar houden. Kortom een voorbeeldig koersdirecteur. Wonderwel kwamen we dus via voor mij (on)bekende wegen in Aken waar het Belvedère of te wel de Duivelsberg zonder morren over split werd beklommen. Helaas geen koffie boven.

Afgedaald naar Vaals voor de koffie, die we inderdaad bij km 65 kregen. De enige dissonant, want Hans had ons die koffie binnen 20 km voorspeld. Watertoren - Watertoren.

Jos heeft uit vertwijfeling over deze verkeerde voorspelling zijn teller ergens achtergelaten. Meer dan tien jaar historie zal vannacht alleen in de buurt van Aken liggen.

Vervolgens op tijd terug; in bad; fietst gepoetst en voor de buis. Vond het toch wel mooie koers.



Zondag 8 april

Ger
verslaat als eerste:

Voor mij fietsen vandaag een fantastische dag. Niet hoeven forceren; deze week in de fitness het nodige gedaan; 1,5 kg kwijt en vooral Hans die zeer sociaal fietste.

Onderweg naar de toren bedacht, dat op Pasen eigenlijk onze vlam in Welkenraedt niet kon ontbreken. Dus toen aan de toren Henk en Hans, plus Wouter (zoon van, en niet onze Santiago-ganger) stonden, was de bestemming snel gevonden. En route naar Valkenburg en via de Daalhemer in een strak tempo omhoog. Het begin van die mooie dag, want op mijn DUELL (Martin ik kan het niet helpen zo heet ‘ie nu eenmaal) kon ik middenblad en een hoge RPM vasthouden. Niet uit het zadel en de instructieles van de spinning betaalden zich meteen uit.

Terug naar Margraten en ik bedacht me dat ik had kunnen uitslapen en daar aansluiten. Door naar Banholt en vandaar naar de Rijksweg om gelukkig op de grens te dalen naar Teuven zodat dat vals plat me bespaard bleef. Hans wilde echter van Teuven niet direct naar HC, maar via Mabroek en de grote weg. Het nieuwe asfalt en ontbrekende wind maakten het tot een makkie. Ik herinner me nog een lijdensweg achter Jos tegen de wind op die niet lopende ondergrond van destijds.

Ondertussen begon Wouter te merken, dat routine ook een ding is. Afgedaald naar Welkenraedt en daar een schok; een nieuwe CV-ketel en geen lichie meer. Volgende keer in Banneux eentje meenemen.

De koffiepraat was rustig en beschaafd, wat wil je ook met die jonge oren en vervolgens terug met wegen die ik ken maar niet echt goed voor de beschrijving. Ik hoop op Henk, resp. zijn app.

In Wijlre een korte cola-stop voor Henk en Wouter en voor mij aanleiding in Hans zijn wiel te gaan hangen om met > 40 km/h naar Valkenburg te gaan. Hans eerder naar rechts maar een Duitse vriend en ik namen gezamenlijk het raggen over. Sibber op en door naar Margraten, want Scheulder lag nog open. Via de Ingber naar beneden kwam ik op 104 km en 955 hm; daarbij 25,1 als gem. Heerlijk gefietst.

Onnodig te zeggen, dat ik na het bad juist voor het Bos in de koers kwam en een zeer fraaie Parijs – Roubaix heb gezien. Boonen was super!

Henk vult, bij monde van zijn zoon aan:

Op zaterdagavond besloten om op eerste paasdag, terwijl anderen hun (paas)eieren verven, een stuk te fietsen met vaderlief en hen die zich zouden melden bij de watertoren.
Dus in de vroege ochtend, mét "jaren-toebak-fiets", mét zadel dat de onderkant letterlijk deed bloeden en mét zonder ervaring in de heuvels (Brabant kent één heuvel, de brug over het Wilhelminakanaal) naar Schimmert gegaan.
De eerste 53 km van de route richting een dorp in België (volgens Hans praten ze er Waals, Duits en Frans, en was het van belang in de eerste wereldoorlog) waren prachtig en vielen nog behoorlijk te doen. Na de vlaai mocht het zadel weer beklommen worden en vanaf daar ging het gelukkig letterlijk, maar helaas ook figuurlijk, vooral bergafwaarts. Dankzij het geduld van de heren ben ik tot Wijlre nog enigszins meegekomen, maar daar had ik een extra dorstlesser en pauze nodig om bij te komen. Afzien, maar volgens Ger karakter gebouwd, dus alles dubbel en dwars waard.

Wellicht door materiaal, slaaptekort, te weinig voeding, maar toch vooral door te weinig training heb ik de oude mannen niet achter me kunnen laten. Nóg niet...





Zondag 1 April – Verkenningstocht

De eerste maal dit jaar om negen uur aan de toren. Hadden Hans en Karel zich afgemeld, Ger was zonder dewelke niet aanwezig. Zou hij zich in de tijd vergist hebben?Wel aanwezig waren, op de mooiweerfiets, Jos, Martin en Henk. Dit bij een stralende lucht, maar een temperatuur van -1°C. Henk was in een filosofische bui, mijmerend over de vrije wil en stelde voor dat we onze nieuwe fietsen Pam-Pam zouden tonen, maar dit werd afgewezen. Toen Martin voorstelde om de bronnen van de Wurm op te zoeken werden we het snel eens dus ‘om de noord’: een klein beetje afwijkend via Hunnecum en Wijnandsrade en Ten Esschen naar de voet van de Daalweg en mooi omhoog naar U’berg en V’heide.
Als verrassing afgedaald naar Bosschenhuizen en onverwacht rechtdoor naar het prachtige Bulkemsbroek alwaar de lichte carbon rossen over de Stegelkes geheven dienden te worden om het asfalt weer te bereiken. Langs het museumstation omhoog naar Baneheide en Bocholtzerheide en zo door naar Orsbach en in de afdaling naar Lemiers liet Henk zijn specialiteit weer blijken. Wondermooi de Schneeberg omhoog en voor het Klinikum Aachen in om feilloos Aachen Hbf te vinden. Toen kwam de grootste verrassing: is de buurt achter het station wat smoezelig en onooglijk, een plotseling zijstraat bracht ons over een kasseienafdaling en zo op de oude marktplaats van Burtscheid waar – inderdaad – een van de bronnen van de Wurm en wel op 63°C. We zagen de waterdamp uit de straatputten omhoog komen (volgens Henk onterecht: het betreft immers geen waterdamp edoch tot druppeltjes gecondenseerde waterdamp).

In het zonnetje en uit de wind gezeten de koffie mit Kuchen op het terras van een neo-communistisch café met uitzicht op prachtige historische gebouwen.

Na de pauze kwam de chaos: Henk nam het voortouw en simuleerde de weg 100% te kennen en stelde voor ‘om de noord’ Aachen te omzeilen. Zonder de Garmin niet na te speuren weggetjes en doorsteekjes, alsmede vele Schötterstrecken – geknoter van Jos veroorzakend – brachten ons via een mooi uitkijkpunt (met kruis) uiteindelijk in de noordelijke wijken van Aachen en zo via niet al te inspirerende stadswegen naar Herzogenrath en Kerkrade.

In Kerkrade zag een automobiliste die van links kwam ons niet naderen op het voorrangsfietspad en Henk kon haar ternauwernood ontwijken door rechtsuit te slaan en de stoep op te knallen. Gelukkig (?) was de bestuurster harder geschrokken dan wij en verontschuldigde zij zich uitgebreid.

Over de Locht en de Wienweg naar de afzink van Benzenrade en binnendoor weer naar Terworm waar Jos afscheid nam en de rest tegen een aanwakkerende wind wederom via Ten Esschen en Hoensbroek terug, nog even routineus de klimmen van Vaesrade en Schatsberg genomen. Bij thuiskomst 109 km. Het had ook kunnen regenen.

Ger :

Een druk weekend en daardoor (helaas) niet op tijd aan de toren.

Vrijdag afgesloten met het jaarlijkse juristendiner en gisteren al op tijd op de golf om met een van die vriendjes en wederzijdse echtgenotes een balletje te slaan. Was leuk en liep ook wel. Aansluitend ons culinair clubje, dus ik ging toch wel redelijk brak (nee geen art. 53) weer laat naar bed. Vanmorgen om 7.00 de wekker en besloten me om te draaien. Commentaar etc. mag uiteraard.

Even naar de uitzending vooraf aan de Ronde van Vlaanderen gekeken; tellertje van nieuwe batterij voorzien en dat betekent alles weer instellen en de Duell stond klaar om de zon in de kou in te gaan. Met 3 °C vertrokken en besloten dezelfde route als vorige week te doen. Ik was nl. heel benieuwd of deze lichtere en strakkere fiets het beter zou doen. Het antwoord is helder en gewoon ja! Het gem. van 22,8 naar 23,8 getild. Verder geweldig; iedere trap raak!

Voor de rest weer veel klim-km’s gemaakt, want dat is wel nodig voor de Ventoux en terecht gekomen in de Volta-zondag rijders.

Dat was met al die andere fietsers wel plezant.

Rond twee uur weer terug; bad, fiets poetsen en toch maar voor de TV gekropen, hoewel ik de krant vanaf woensdag jl. nog moet doen.

Cancellara zien vallen en nog erger Langeveld. Finish was wel leuk, maar het bleef toch wennen, zonder Muur.



Zondag 25 maart

Karel:

Hoera, zomertijd; maar wel heel koud in de ochtend.

Aangezien zowel Martin (familiebezoek) als Henk (eigenlijk mee moeten gaan onder art. 53) er niet waren alleen naar de toren gefietst. Nu via de Nagelbeek en Grijzegrubben.Omdat ik redelijk vroeg was bij Feron nog even de etalage bewonderd (mooie Pino's) en wat staan keuvelen met iemand uit Munstergeleen.
Door naar de toren waar Jos al stond te wachten. Even later kwam Hans (oei) ook nog. Gewacht tot 9.30 en aangezien er niemand zich meer meldde (eigenlijk alleen Ger nog) maar opgestapt en welgemoed richting Aubel om daar op de markt koffie te gaan drinken.
Omdat de magisch notulant van Martin ontbreekt zal ik zo goed mogelijk de route reconstrueren.Hans pakte de lead en via De Bron naar Valkenburg, waar hij welgemoed het centrum inging. Dit staat dus geheel op zijn kop. Toch mogen lukken om er door te komen. De Sibbergrubbe omhoog en via IJzeren naar Margraten. Langs de grote weg richting Gulpen en via Euverem naar Slenaken en Teuven. Hier werd alleen de mededeling gedaan door tot boven en dan via de kronkelweg naar Aubel. Tot onder het viaduct wist ik redelijk goed bij te blijven; daarna beide achterwielen uit het zicht verloren. De vertaling "tot boven" was voor mij doorgaan tot Henri Chapelle. Begon me echter zorgen te maken of Hans misschien bedoeld had tot boven in Hombourg en dan via Montzen (kronkelt ook) en de Kinkenweg naar HC. Mijn vertaling bleek echter correct en boven stonden beide heren me op te wachten. De kronkelweg was de afdaling via Froidthier en Thimister naar Aubel. Dit is inderdaad een zeer fraaie afdaling met bijzonder mooie vergezichten.
In Aubel was het zo druk dat er geen plaats beschikbaar was. Besloten om door te fietsen tot Het Rode Bos en daar van uitzicht te gaan genieten.Zo gezegd, zo gedaan.
Na de (uitstekende) koffie met vla, college van Hans over de komende bezuinigen en verdere prietpraat via dezelfde route als vorige week via Noorbeek, Banholt en Margraten terug naar huis. Alleen nu de Emmaberg gedaan.

Het is de hele rit dusdanig fris gebleven dat de dunne overbroek en dun vest aan konden blijven.

Al met al 90 km met een gemiddelde van 24 km/h. Hoogtemeters weet ik niet.

Ger voegt toe:

Een mooi fietsweekend.

Gisteren voor mij de eerste BETS-rit in het fraaie Brabantse land rond Poppel bij Gijs.

Hard gefietst met een gem. van 29,1 km, veel over onze Ventoux-challenge gehad en vooral het doel waarvoor we het doen.

Terug zag ik op tijd dat er een TV-uitzending kwam over de Band. Met veel plezier gekeken en vervolgens muziek-dvd’s gedraaid totdat Reinouw tegen 2.30 uur vannacht terugkwam van een sponsordiner voor ook weer een goed doel, waarvoor zij een schilderij beschikbaar had gesteld. Een lange aanloop om aan te geven, dat ik me vanmorgen gewoon heb verslapen!

Omdat de klim-km’s erin moeten, vandaag de heuvels opgezocht. Via Gulpen West naar de Loorberg, door naar de Camerig en het 3-landenpunt. In de afzink daarvan nieuw asfalt en ook weer stevig bomen gekapt. Zag er goed uit. Door naar Hombourg en - inmiddels zeer gekend - omhoog naar Henri Chapelle. De hoeveelheid fietsers was daarbij gewoon niet te tellen.

Doorgeragd naar Aubel waar ik een eerste groep wandelaars met veel bepakking tegenkwam. Een of andere trektocht leek het wel, waarbij ik ze later nog eens tegenkwam, maar niet iedereen liep er nog vrolijk bij. Uiteraard naar Val Dieu waar alle terrassen vol zaten en doorgestoken omhoog, weer gedaald naar de Berwinne en vandaar omhoog naar het fort van Neufchâteau. Onderwijl een heel lekker zonnetje en bij Neufchâteau het eerste huis waar lekker werd ge-BBQ’ed. Zomer dus.

Ondertussen voelde ik mijn benen van gister en merkwaardig ook mijn zadel. Dus terug van Withuis snel omhoog naar St. Gieter; vandaar afgeslagen bij Herkenrade; door naar Banholt en via Reijmerstok terug.

Alles bij elkaar toch nog vandaag 92 km en > 1100 hm. Het bad, vervolgens terras en de krant van een aantal dagen als beloning.



Zondag 18 maart

Ger
doet als eerste kond, deze keer als wegfietser!

Gisteravond de Concorde al klaar gezet om “het zomerritme” weer op te pakken. Geen MTB, die staat voor een kleine renovatie (o.a. een nieuw crankstel) bij Roger Wijnen en geen Engels voetbal meer, maar gewoon om 7.00 uit bed en op tijd naar de Toren.

Ik was benieuwd of Martin met dit weer zijn ’Lenzen’ kwam showen, maar aangekomen bij de toren kwam alleen Jos in het vizier. Gehelmd en wel, met de slechtweerfiets. Omdat we elkaar al zolang niet hadden gezien, alvast ‘voorgetut’. De tijd van 9.30 voorbij laten gaan en dat was maar goed ook, want tegen 9.38 kwam Martin met Karel. Te laat vanwege een platte van Karel en dat zou niet z’n enige blijken te zijn.

Inderdaad de Lenzen bewonderd: zeer fraai en terug naar de essentie en dus ruim na de officiële tijd vertrokken. Pam-Pam als doel, maar wel anders. De route komt natuurlijk beter van Martin, maar toch wat observaties:

Stevige wind op kop en ik moet zeggen; het viel me mee. Als je zolang niet in een groep fietst, verlies ik in ieder geval wat hardheid om in de training mezelf pijn te doen. Wel verstandig gefietst, maar toch vaker de kop gepakt. Karel heeft de winter goed doorgetraind, want op de Visweg zat hij redelijk kort achter de rest en in ieder geval in mijn wiel. Om de modder bij de sluis in Ternaayen te ontwijken, maar de route naar Kanne gepakt met daarin een stuk ouderwets veldrijden. Dat was ook het geval op de kiezel bij Neercanne.

In Kanne direct die mooie hairpinheuvel op; boven vol in de wind doorgetrokken. Hier kwam weer de merkwaardige tactiek van Karel naar voren om met welke snelheid er ook gereden wordt, het gat even groot te houden.

Hallembaye nu van de andere kant in een strak tempo liep die lekker en in de afzink moesten de windvlagen gepareerd worden. Mijn max. was 63,2 voor ik in de remmen kneep.

Bij Pam-Pam dit keer geen eruditie; zal wel met het ontbreken van Hans te maken hebben gehad. Bij het vertrek nog even wind op kop naar het zuiden en vervolgens bij Anne linksaf. Vandaar de wind lekker in de rug, resp. half in de retour. Van Dalhem langs de Berwinne naar Val Dieu en St.-Jean-Sart. Dat was goed voor de spieren, die ik wel voelde inmiddels. Nog wat klimmetjes en bij Banholt zelf afgeslagen. Dat was tegen de groepscode, want nog geen km verder zat eenieder weer in mijn wiel. Dus nog maar wat doorgetrokken; Jos in Margraten nog bijna een paaltje bezorgd en uiteindelijk in Sibbe richting Scheulder. Daar nog wat gekluund langs een meterdiepe bouwput en na 103,50 km afgeklokt. Het gem. viel me met 23,1 tegen; snap ik niet zo goed. Daarentegen bijna 1000 hm. En een goed klimtempo.

Aangezien de webmaster aansluitend aan de fietsrit op reis moest, de aanvulling deze maal van Karel:

Na het (vroeg) ontwaken een blik naar buiten die niet erg bemoedigend beantwoord werd, echter zowel een lichtere lucht zuidwest (windrichting) en een SMS met ‘1’ van Martin deden besluiten om te gaan fietsen. Martin geantwoord met ‘OK’. Ruimschoots op tijd richting Burg. Loefenstraat en daar nog even van de voetbalvelden genoten; ik was zo vroeg dat Martin zelfs nog niet klaar was [noot van de Dode: dat is niet waar; ik was wel klaar maar zat de krant te lezen totdat ik tien voor negen zou vertrekken]

Gezamenlijk richting asiel en vandaaruit naar Sittard, Henk tegemoet. Deze is echter niet op komen dagen.

Via Geleen naar Schimmert. Hier kwamen we te laat bij de toren doordat ik onderweg een lekke voba had. Bij de toren zaten Ger en Jos gemoedelijk op ons te wachten; zelfs nog na 9.30.

Na bewonderen van Martins nieuwe ‘Lenzen’ (fiets, niet zichtverbeteraars), de gebruikelijke plichtplegingen, bemoedigingen enz., de prangende vraag waar naar toe. Snel antwoord Pam-Pam via de Hallembaye.
Via Schimmert, Visweg en Meerssen (2e lekke voba bij mij), door Maastricht en via de Mergelweg, een grindweg (Jekummermolen) de Cannerweg op. Door de binnenplaats van Château Neercanne naar Kanne. Brug over en de Alpe d'Huez de Kanne naar het plateau van Tongeren. Afdaling naar Eben-Emael en de Hallembaye-N op. In de afdaling een plotselinge tegenwind die de afdaalsnelheid ongeloofwaardig laag maakte. Na 56 km bij Pam-Pam van de koffie met vla genoten. Hier de wereld weer met allerhande verbeteringen (althans mondeling) geoptimaliseerd.

Na de verdiende pauze naar Dalhem en via twee bruggenhoofden (letterlijk) naar Val Dieu en St.-Jean-Sart. Aan mijn smeekbede om via de grote weg naar De Plank te gaan werd niet voldaan, dus maar via St.-Pieters-Voeren. Ulvend en binnendoor naar Schey en Terlinden. In Banholt wilde Ger al retour richting Gullepe. Jos, Martin en ik omgedraaid om Ger te begeleiden via Margraten. In Margraten had een paaltje nog geluk dat het Jos kon ontwijken.Bij IJzeren zwaaide Ger af richting Ingber en wij via de Sibbergrubbe naar Valkenburg.Op de Sibbergrubbe nog onenigheid met een chauffeur (met hoed) in een ouwe Kadett die gas gaf toen Jos ging passeren en ging remmen toen Jos ook remde. Hierdoor enkele kritische situaties oproepend. Gelukkig goed afgelopen.
Onderaan de Sibber Jos naar huis en Martin en ik verder naar Schimmert, Spaubeek en Puth.Martin zal via de Magische Machine de route nog wel preciseren.

Lekker gefietst en: eerste keer dit seizoen boven de 110 km en nog met een redelijk gemiddelde (bij mij 23 km/h).



Zondag 11 maart

Om acht uur las De Dode een SMS’je van Kareltje: “8h50 bij mij?”, Positief beantwoord en op de Kerkweg kwam ik hem reeds tegemoet. Afgedaald naar het dierenasiel waar wij rechtsaf sloegen op weg naar Sittard, de Slechtvalk van Aubel tegemoet. Die kwamen we rap tegen en dus gedrieën op weg naar de toren. Deze maal afwijkend, te weten de Adsteeg, feitelijk een heuveltje van niets en onvoorstelbaar, volgens Henk, hoe dit ooit de scherprechter kon zijn geweest in het NK.

Aan de toren al snel Le Docteur alsmede Beppie en dat was het. Het Rode Bos werd genoemd, dus via een omweg – aangezien de tent pas om elf uur opent – daarheen.

De Raarberg en Kleine R’berg af en langs de Dellen naar de voet van de Geulhemmer en door naar de Rasberg. Martin probeerde nog even een als fietsroute aangegeven zijweg, maar deze werd al snel onverhard en ondanks Hans’ slechtweerfiets werd deze geweigerd. Door naar beneden dus en even het gekende fietspad op om vrij snel, bij de molen onder aan de Bronkweg de route naar de Eijsderbeemden via de gekende kasseien van Eijsden aan te vangen. Bij de stuw naar links (we moesten immers naar het Rode Bos) waar Karel snel na de spoorwegovergang lek reed – hem uitsprekend: “De band was nog niet echt leeg, maar ik stop vast”. Na een niet zo soepele reparatie – het kan sneller – weer op pad waar we al snel de van de toren bekende fietser tegenkwamen. Door Moelingen oostelijk, waar we afspraken dat Hans en Jos al voorop zouden rijden en de rest gedrieënlijk zou rijden en wel via Ulvend.

Op het Rode Bos was het gezellig druk met fietsers, die zich overigens massaal lieten zien en de vla liet zich goed smaken. De wereldproblematiek haarfijn geanalyseerd, maar wederom geen holistische oplossing, behalve natuurlijk het benevolente co-dictatorschap door TCd’E.

Door via Teuven, Hombourg (waarvoor wij onze ‘torengast’ voor de tweede maal vandaag ontmoetten) en naar Sippenaeken. De Dode zei tegen Henk dat hij geen machtsprint zou doen naar S’aeken, maar toch en Hans lette even niet op, hoorde hem niet aankomen en dus als eerste boven.

Karel raakte steeds meer aan het elastiek waarmee we Hans aan een lantaarnpaal c.q. een tractorband hadden moeten binden, maar hij weerde zich kranig zonder te kuümen.

Langs de Smidse, met vol terras en gekend Mechelen, Partij en Witten, waar Hans op ons wachtte. Kennelijk wilde hij nog een stukje alleen afsprinten want daar sloeg hij, groetend, rechtsaf. Wij door naar SoG waar we ongebruikelijk Walem namen, Jos enige druk nodig hebbend om mee te gaan. Toch wel een vervelende klim. Te Walem Jos eraf en verder Klimmen, Hulsberg en mooi via Hunnecum, Grijzebrubben en Vloedgraaf.

Deze maal de Slakweg omhoog naar Puth. Bovenaangekomen maakte Henk een beginnersfout: hij zag rechts op het trottoir een bekende lopen, kneep resoluut in de remmen en zwenkte rechts; hierdoor de Dode ten val brengend, wiens ego nu geknakt is maar afgezien van een pijnlijke rib en wat krasjes op de linker brifter ongedeerd.

Een tevredenstellende afstand en route alsmede weer, gemiddelde en gezelschap.

Overigens: Jos en Hans reageerden, tegen de verwachting in, niet direct positief op de uitnodiging om aan een 500 km sponsortocht mee te doen…..

Karel vult snel aan, klaarblijkelijk mijn relaas nog niet gelezen hebbend, maar wat het waarheidsgehalte slechts verhoogt:

Martin SMS gestuurd "8.50 bij mij?". Even later antwoord "1". Aangezien ik ruimschoots op tijd was (zoals jullie weten voor mij ongebruikelijk), vertrokken richting M. Vanuit Puth samen richting dierenasiel Geleen voor het RV met Henk. Vandaaruit gezamenlijk via Neerbeek, de Adsteeg (wat Henk de opmerking ontlokte dat deze vroeger scherprechter was bij diverse EK's). richting toren. Hier kwamen even later ook Jos en Hans. Jammer dat Ger er niet was, ander was het kernteam compleet geweest. Bij de vraag waar naar toe kwam Hans zeer resoluut "koffie drinken bij Het Rode Bos, die gaan echter wel pas om 11.00 open". Via een omweg langs Eijsden en de Voerstreek dus naar De Planck. Alleen als Hans erbij is, is het tempo soms een beetje ongecontroleerd hoog. Hoewel Henk ook zeer goed overpakt. Op de rit richting Teuven twee "near misses" vanwege opengaande portieren (opzet?) en wegrijdende auto (onvoldoende opletten). Koffie met vla en gratis college van prof Hans bij Het Rode Bos.

Na de koffie naar Hombourg en via Sippenaeken, Epen Mechelen richting Wittem waar Hans zich afzonderde om door te steken naar Voerendaal. Het tempo werd nu gelukkig wat gezapiger, doch evengoed strak.In Schin op Geul via Walem, waar Jos bij de kachelsmid richting Marjan ging en wij met ons drieën via Klimmen, Hulsberg, Hunnecum enz. naar Puth.
In Puth toch nog een incident, opgeroepen doordat Henk plotseling een bekende zag en een onontwijkbare manoeuvre deed, waardoor Martin het asfalt van zeer nabij ging bekijken. Geen andere schade dan image.Lekkere fietstocht van bijna 100 km.
Voor de exacte route zie de onnavolgbare Garmin van Martin.

Ger:

Met wat vertraging (druk, druk, druk) mijn verslag van gisteren.

Stond niet aan de toren, omdat ik ’s middags op tijd in Geleen moest zijn voor het handballen; de topper Lions-Volendam. Succesvol verlopen met een spannende wedstrijd, de overwinning en de koppositie.

De Concorde was ondertussen voorzien van nieuw stuurlint en kabels; gesmeerd etc., dus stond startgereed al uit zichzelf te stralen.

Zoals ik wellicht al eens heb geroepen, heeft een van mijn BETS-vriendjes ALS en we hebben ons als club nu ingeschreven voor de ALS-Ventouxrit op 1 juni as. Bedacht me dus dat gelijk aan de klim-km’s beginnen niet zo slecht zou zijn; immers het Vacance Soleil gewicht van Westra en Hoogerland heb ik nog niet bereikt.

Daarom na het Geuldal maar gelijk de Loorberg op met fantastisch nieuw asfalt en na Teuven afgeslagen naar Henri Chapelle. Op de weg naar Aubel bedacht, dat de Hallembaye wel leuk zou zijn en dus bij Aubel afgeslagen naar Val Dieu om daar de weg over te steken en Hans zijn helling omhoog te gaan naar Julémont. Weer bleef heerlijk en de fietsgroepen waren massaal uitgerukt.

Afslag Dalhem-Visé gepakt en door Loën naar de voet van de Hallembaye. Hoewel hij iedere keer aan het begin imponerend uitziet en eenmaal erop mee lijkt te vallen zijn de laatste paar honderd meter toch iedere keer een aanslag op je benen en was ook nu de triple wel nodig. Over het bekende Tongeren-pad naar Eben-Emael en daar de St. Pierre gepakt. De fiets was al wat modderig dus de nieuwe sluis kon er nog wel bij.

In Maastricht door de stad de weg naar Bemelen gezocht en de Bemeler als toetje gedaan. Met een kleine 90 km en hm 895 snel in bad en naar Geleen.



Zondag 4 maart

Ger
, die wij eigenlijk wel aan de toren verwachtten, heeft zijn verslag als eerste klaar:

Weer terug van wintersport in de fameuze Dolomieten met ons verblijf op de Fedaia en uitzicht op (en vaak eerste piste) de Marmolada en….niemand met blessures. Dit voor het eerst na vijf jaar; goede periode weer aangebroken hoop ik.

Verder is de lente in de lucht, want bij ons huis is het een groot vogelgekwetter, zijn de padden en kikkers weer wakker en zo voelde het ook vanochtend. Veel mensen onderweg in het af en toe prille zonnetje.

Gekozen om toch nog maar eens met de Cube te gaan; geen zin om vroeg op te staan na een latertje gisteravond.

Als gebruikelijk ontbijt met Engels voetbal en weer een wereldgoal van Van Persie gezien. Daarna tegen 9.30 en route voor de Valkenburgroute. Dat is een echte met ca. 850 hm op ca. 45 km. De Polar gaf aan het einde gem. 147 en max 180 met een half uur in de zwaarste zone en 1,5 uur daaronder. Nu mijn lijf voelde het ook zo en zelfs na bad ben ik nog enerzijds tevreden, maar anderzijds voel ik de klimmen nog.

Begonnen achter de lagere school naar boven waar ik bovenop ons huis mooi zag liggen. Echter vooraf een eerste slachtoffer, want een speelse [red.: lees ‘geile’] vogel dook uit de struiken en probeerde door mijn voorwiel te vliegen. Resultaat laat zich raden met spaken als een guillotine.

Naar de voet van de Dolsberg en die omhoog/omlaag om langs de Geul naar de beide natuur-campings te gaan. Veel waterafvoer en dat oogde mooi. Bij het boswachtershuis weer omhoog naar het plateau boven Dode Man/Keutenberg. Dat is een moeilijke klim; glad, sporen en aan het eind een fiks %.

Gerendal in, samen met wandelaars en doorgestoken naar Scheulder. De molen stak mooi af tegen de voorjaarslucht; weg over en naar Vilt om daar af te dalen naar de Leeuwbrouwerij. Daarnaast was vannacht wat afgefikt dus dat zorgde voor nogal wat bekijks.

Verder geen gekke dingen; langs de hockeyvelden in V’burg naar de voet van de Emmaberg; omhoog en omlaag en bij de Heek weer omhoog om uiteindelijk in Walem uit te komen via die fantastische klim naar de Kluis. Was aardig wat gekapt en daardoor mooi uitzicht (als ik daar tenminste tijd voor had gehad).

Bij Schoonbron afgeslagen voor de onverharde versie van de Keutenberg en vervolgens via wat veldwegen naar huis. Ondertussen de eerste voorjaarsdruppen opvangend. Ben tevreden, maar goed moe.


Bij monde van Martin de resultaten van het roadteam:

Samen met Karel naar de toren waar we ruim op tijd aankwamen. Slechts Jos vergezelde ons en sprak na aankomst de historische woorden: “We hebben geluk: Hans komt niet”.

Wegrijdend in noordelijke richting mompelde Martin iets als Valkenburg en Maaseik – een onlogische combinatie dus werd het wat anders. Op L1 gelezen hebbend dat op de Zandweg een ernstig auto-ongeluk plaatsgevonden had, maar die richting op. Eerst langs huize Radix om te kijken of Loek al zijn Tai-Chi oefeningen aan het doen was, maar het was stil. In Voerendaal het Geleenbeekdal weer opgepikt om zo door het mooie Benzenrade de Buldersbergklim te doen – slipperig maar mooi. Op de Zandweg zagen we inderdaad de imposante sporen van het ongeluk en was de politie nog bezig met onderzoek. Op L1 bleek het om een dikke BMW te gaan – denkelijk een viertal doordrenkte en –snoven mediterrane drugsrunners en de nabijheid van de homoöntmoetingsplaats deed erger vrezen.

Op de Beitel voor het eerst rechtdoor gegokt om in Simpelveld naar Baneheide en de doorsteek naar Bocholtz te vinden en langs de molens de mooie klim van de Vetschauerberg. Over de uitzichtvolle Herzogenweg de bijzonder steile en onderin van kasseien voorziene afdaling door Seffent naar de Siebenquellenhof. Geïnspireerd door deze bronnen besloten wat meer bronnen op te zoeken dus langs het Klinikum naar Aix-la-Chapelle. Pal naast en onder het marktplein een fantastische Konditorei gevonden met een historische eeuwenoude inrichting en heerlijke vla en vriendelijke bediening.

Gezien de dreigende regen kort terug en routineus over de Bleibergerweg naar Vaals, de Senzerbacherweg naar Lemiers, Nijs- en Wahlwiller en kop-over-kop Wittem, Wijlré en V’burg waar Jos terug omhoog over Goudsberg ging en wij verder langs de Plenkert om de rook van de afgebrande manege nog te zien en Groot Haasdal omhoog.

Met 92 km en een gelijk aantal de dag ervoor tevreden.

Overigens vernomen dat Karel en Jos regelmatig door de week trainen en van Loek gehoord geen enkele verrassing aan Ger gemeld te hebben. Bluf?

Karel vult nog aan:

Aanvullend aan het verhaal van Martin:

Aangezien de buitentemperaturen voor mij weer draaglijk beginnen te worden van de week al een paar keer de Massi uitgelaten. De ‘zondagse’ fiets staat op zolder en wacht op nog beter weer.Vanmorgen om ca. 7.30 Martin een SMS gestuurd met als tekst alleen een vraagteken. Even later kwam een SMS terug met ‘1’. In computertaal dus ‘0’ en ‘1’voor ‘nee’ en ‘ja’. Alleen wat betekent dan ja. Martin dus gebeld met de prangende vraag naar de betekenis van ‘ja’. Martin had geen naamsvermelding gekregen en meende dat de vraag van Henk afkomstig was. Toelichting ‘1’ betekent 8.55 dierenasiel Geleen.

Tijdig weggefietst en samen met Martin via het asiel (Henk kwam niet) en De Kluis richting Schimmert, alwaar even later Jos zich ook bij ons voegde. Via een niet te reconstrueren route (zie de routekaart van Martin) naar Aken koffiedrinken. In Aken werd ons nog Apfelstrudel aangeboden bij een Turkse/Italiaanse (of omgekeerd) ijssalon. Dit beleefd geweigerd en naar de fantastische Konditorei op de Hühnermarkt. Deze is voor herhaling vatbaar, ook in een kleinere samenstelling met Lilian. Na de koffie via een stoplichtenroute door Aken zo hard als mogelijk vanwege de regendreiging terug naar Nederland. We hebben het niet helemaal droog mogen houden.Op de terugweg heb ik zelfs het genoegen mogen smaken om een stuk op kop te mogen rijden; dit was me met Hans waarschijnlijk (zeer zeker) niet mogen lukken.Overigens hebben Jos en ik nog niet door de week samen gefietst, maar, aangezien Jos ook enkele dagen ter beschikking heeft wel afgesproken dat we onderling contact houden voor gezamenlijke trainingen. Dit tussen mijn drukke werkzaamheden en vol reisprogramma naar Zuid-Frankrijk.



Zondag 26 februari

Vandaag veel vakantie-afwezigen. Slechts drie man aan de toren derhalve. Naast mijzelf, Henk, alleen Jos en Hans.

Als je met die twee aan de toren staat weet je al waar je koffie gaat drinken, maar alleen nog niet waarom. Vanwege de dreigende regen en de windrichting gingen we naar Pam-Pam. Jos op zijn oude fiets en Hans op zijn winterfiets omdat ze hun beste materiaal niet aan de nog aanwezige pekelresten wilden blootstellen. Ik op mijn Massi, waar na een nieuwe cassette nu bijna geen origineel onderdeel meer opzit. Gelukkig verhielp de nieuwe cassette de schakelproblemen wel, na wat inloopverschijnselen in het begin.

Hans bepaalde de route hoofdzakelijk. Bij de voorbespreking werd de Ronde van gisteren nog besproken en de manier waarop Sebastiaan Langeveld na een valpartij in het wiel van Gilbert weer terugkwam. Hans legde uit dat je in het wiel van Gilbert altijd terugkomt, als je hem bij kunt houden tenminste. Die uitspraak had een profetisch trekje. Jos en ik voelden ons regelmatig zoals Langeveld zich gisteren gevoeld moet hebben.
Omdat we het redelijk vlak hielden hoefde ik op de heenweg maar twee keer echt te lossen, op de Daalhemer en bij Moerslag. Omdat Martins Garmin niet mee was de route naar Pam-Pam: Groot Haasdal, Valkenburg, Daalhemer, Gasthuis, t’ Rooth, Cadier en Keer, Honthem, Eckelrade, Sint Geertruid, Moerslag, Mesch, Withuis, Moelingen, Visé. Het had op de heenweg vrijwel de hele tijd gemiezerd, en daar had ik gezien weersvoorspelling en buienradar (dom dom dom) niet op gerekend. Vooral mijn voeten waren doornat en dat was toch makkelijk te voorkomen geweest met overschoenen.

De Brasilienne smaakte me prima. Er zat alleen een ranzig stukje aan wat was blijven zitten van gisteren. Jos en Hans hielden het op de abrikozenvlaai. We kregen aanvankelijk niet de gebruikelijke Psssscht bij de koffie, maar na luid protest werd die snel en gul aangevuld. Uiteraard werd de Eurocrisis door Hans vakkundig en door ons half begrepen uitgelegd. De verloedering van de politiek werd geïnventariseerd. Oplossing volgende week. Ondertussen was het wel droog geworden, maar we waren het er snel over eens dat we met onze natte kleren toch maar geen grote omwegen meer zouden nemen. Op mijn voorstel gingen we eerst tussen spoor en Maas naar Eijsden. Daarna bepaalde Hans de route: Oost Maarland, Industrieterrein Gronsveld, Gronsveld, even langs de Rijksweg, maar bij de molen toch vertrouwd de racebaan opgepakt. Op de Olieberg even links en door Rothem en Meerssen richting Ulestraten. Daar wilde Hans de Raarberg op, hetgeen mij een goed moment om afscheid te nemen leek en riep iets om zulks aan te geven. Ik was behoorlijk diep gegaan om Hans te volgen en zou bergop ver achterop gaan raken. Hans wilde mij sociaal toch nog wat verder begeleiden en stuurde terug de doorgaande weg op, niet rekening houdend met Jos in zijn wiel. Beginnersfout, zijn we niet gewend van Hans. Misschien fietst ie niet genoeg. Gelukkig liep het goed af. Mijn beslissing bleek even verderop terecht. Op de steilste, correctie: minst vlakke stukjes kon ik de heren niet meer bij houden. Bij het uitrijden van Ulestraten dus toch maar afscheid genomen. Ik maakt mijn ritje rustig af, me niet meer wagend aan afsprinten in Kelmond of op de Berrybrug. Tevreden met ruim 80 km in de wielen. Gemiddelde wil en hm kan ik het niet over hebben.

De Dode was ’s morgens niet aan de toren; dit wegens het weer en de late terugkomst, na een ¾ dag skiën in de Portes du Soleil de avond ervoor.

Tijdens het skiën, waarvan overigens grote delen succesvol buiten de piste, overigens de Garmin meegenomen, waarbij bleek dat snelheden van 80 km/h gemakkelijk gehaald kunnen worden. Zoonlief had 90.4 km/h gescoord, iets waar hij terecht(?) trots op was. Vaders is wat bedachtzamer – of gewoon een ouwe lul.

’s Middags, na het opruimen van de ergste zooi en het van pekel ontdoen van de voiture toch maar even alleen op de fiets. Het regende niet, maar de weg was zeker niet overal droog. Een gezapig tempo bracht mij via Thull, Nuth, Hunnecum en Hulsberg onderaan de Cau en binnendoor naar ’t Rooth en de Groeveweg af naar St. Antoniusbank en naar Maastricht. Daar een platte voba, waarbij ik het vervangingsexemplaar maar niet hard kreeg. Telkens bij het losdraaien van het pompslangetje draaide ik het binnenventiel los. Uiteindelijk, na 300 pompslagen lukte het.

Door Amby en Meerssen Ulestraten omhoog en De Bruine Ster vermijdend naar Geverik, Neerbeek, Berrybrug en Sweikhuizen omhoog. Nu ik dit schrijf weet ik mijn gemiddelde niet en wil ik dat ook niet weten. Wel de afstand: 47 km slechts.



Zondag 12 februari

Ger
heeft als enige der TCE’ers moed gehad:

Als je met -10,5 °C op de fiets stapt, is er geen enkele reden dat niet te doen met -7,5.

Echter fietsen is een denksport en dus had ik vanmorgen toch wel wat aarzeling. Het zonnetje ontbrak; sneeuw in de lucht; gisteren bij het wandelen toch echt koud gehad en nog wat van die smoezen gingen door mijn hoofd. Ondertussen engels voetbal op de BBC gekeken. Dat is het enige voetbal waar ik nog naar kijk. Enfin dat was om 10.00 afgelopen en toen bedacht ik me dat vandaag niet fietsen nooit meer ingehaald kon worden! Vond dat een sterke overweging en dus de kleren aan en de Orbea gepakt (wilde het risico van een schuiver op een ijsplaat in het veld niet lopen met de wintersport in het vooruitzicht).

Ingber als huisberg op en via Scheulder en Sibbe het plateau op naar de molen. Vingers voelden kouder aan dan vorige week met dat windje op kop. Vond me toch een beetje crazy.

Zweetshirt, skipully, wielershirt en nieuwe winterjack waren daarentegen superbe. Voor Bemelen de eerste collega’s gezien; het bleef ook vandaag beperkt tot 7 à 8. Bij Bemelen naar beneden en na wat wikken en wegen er voor gekozen het racepad naar Withuis eens van deze kant te nemen.

Het bleef ijzig koud maar na een uurtje waren mijn vingers redelijk opgewarmd. Besloten het een kort ritje te laten en me thuis op de Hometrainer weer warm te peddelen. Dus achter Rijckholt afgedraaid naar St. Geertruid en Mheer. Daar in het dorp naar Banholt afgeslagen en zo via Terlinden en Reijmerstok naar Gulpen. Toch nog boven de 40 km.

Daarna als gezegd met winterbroek en al de hometrainer op en daar nog een uurtje me warm gepeddeld.

Tevreden over mezelf en straks de sauna.

Komende twee zondagen zal ik “off line” zijn:

Wintersport met de hele meute en weer naar Malga Ciapella aan de voet van de Marmolada.

Reinouw kan helaas niet meedoen; de gewrichten hebben de tik van vorig jaar nog niet echt verwerkt.



Zondag 5 februari

Ger
beschrijft:

Vanmorgen bestond bij mij geen enkele twijfel om te gaan fietsen; wel enige aarzeling met wat voor type.

Achteraf had ik de MTB kunnen pakken; denk ik. Vanaf het asfalt zagen de meeste veldwegen er “te doen” uit en lag het laagje sneeuw er niet verkeerd bij om toch de goede track te kiezen. Maar dat is achteraf.

Dus toch maar voor asfalt gekozen en omdat ik het tempo vandaag niet interessant vond en ik van zon en sneeuwuitzicht een voorschot op de wintersport wilde nemen, maar voor de Orbea Trekking gekozen. Naar de Rijksweg in Gulpen om via het klooster in Wittem naar Valkenburg en daar door naar Klimmen te fietsen. Mooie stukken besneeuwd uitzicht onderweg in het vooruitzicht. Daarin ben ik vandaag absoluut niet teleurgesteld in dat mooie zonnetje.

Ik vertrok met -10,5 graden en ondanks dat er nauwelijks wind stond, dacht ik daar al bij het klooster aan terug. Koude vingers en ook mijn gezicht voelden na nog geen 2 km al naar Elfsteden, natuurijs en klunen. Toch maar doorgezet en achter een ice crashed Valkenburg kwam ik fietser nummer een tegen. Het zou, op een groep van ca. acht MTB’ers na, bij maximaal twee handjes fietsers blijven. Hoezo alleen bij goed weer?

Achter Klimmen in het lekkere zonnetje afgedraaid naar kasteel Rivieren onder Voerendaal (zo heet dat toch?) en vlak daarvoor linksaf om door het open veld verder naar Nuth te gaan. Besloten via Spaubeek en de toren terug te peddelen, want daar kon ik ook mooie plateaus zien, bedacht ik me. Want de temperatuur liep wel op, maar het bleef toch koud en mijn tenen begonnen ook mee te doen, dus weer de terugweg opzoeken was niet fout. De natuur bleef mooi en het aantal ‘buitenmensen’ beperkt.

Geen zin hebbend in echte afdalingen, de dit seizoen al vaker gepakte Karstraat als hoofddoel op de terugweg. Die Kar heb ik dit jaar al vaker gedaan dan de huisberg: de Ingber. Boven via Colmont naar Ubachsberg en daar naar de ruilverkavelingsweg naar Wijlre als toetje. Heerlijk en tevreden bedacht ik me, dat er weinig fiets gepoetst hoefde te worden. Een natte lap tegen het zout.

Na een kleine 2,5 uur en ca. 61 km. tevreden de zaak in de garage gezet en de koude delen in bad langzaam weer opgewarmd.

Le Mort:

Gisterenavond waren we op de fiets naar de bioscoop geweest en wel naar The Iron Lady. Op de terugweg naar Puth was het -11 °C en dacht ik: “Dit wordt morgen geen fietsen”.

Ik las dan ook om 9.00 een SMS van gelijke strekking van Henk.

We hadden deze week eerder afgesproken dat -5 °C het criterium was en toen het zo tegen enen die kant uitging en de zon uitbundig scheen dacht ik Henk te bellen. Die was, in tegenstelling tot de door marktwerking geteisterde combi ProRail - Nederlandse Spoorwegen niet voor een koutje vervaard en dus volmondig ‘Ja!’

We spraken af bij Foroxity en genoeglijk gepeddeld via onbekende wegen naar Born en tussen Maas en het kanaal van Juliana naar Maaseik. We zouden het fietspad naar As opzoeken en kijken hoe of dat zou gaan. Het antwoord is: ‘wisselend’; vele stukken vrijwel vrij van sneeuw en ijs, maar op steeds meer plekken kwam er sneeuw waar een verraderlijk glad laagje ijs onder lag, wat met de dunne bandjes en het instabiele karakter van de racevoorbouw geen genoegen was. Dus de grote weg opgezocht en via Rekem naar Stokkem, waarnaartoe het bekende fietspad over de Maasdijk overigens wel vrijwel sneeuwvrij was.

Het pontje ging natuurlijk en via Urmond langs de Urmonderbaan, om de ijspegels aan de koeltoeren van OCI-AFA3 te kunnen zien hangen en door Lindenheuvel over af en toe verraderlijk gladde straten naar v.h. hotel Riche, waar onze wegen zich scheidden.

Naast het gegeven dat ik er dit weekend achter kwam dat Margaret Thatcher een opleiding tot chemisch technologe op Oxford had afgerond was het natuurlijk goed om met β-Henk op te rijden, zodat wij ons aan de observaties van de toenemende viscositeit van het water in de bidon konden kwijten; naast uitgebreide verhandelingen over tunnelwater en in Zwitserse bergmeren gedumpte munitie. Het voordeel van peddelen zeg maar.

Toch nog 52 km.



Zondag 29 januari

De Dode
lag nog warm te dromen over de maagden van de Planche, du Col en van An gen Kirk, toen een SMS hem bruut stoorde en wel om half acht! Zijn hand naar de telefoon gebracht hebbend, bleek de Slechtvalk van Aubel hem een eenvoudig kort bericht gestuurd te hebben: ‘Yes!’

Dus, om iets na achten na het nieuws en de vrolijke begintonen van Vroege Vogels eruit.

Karel had de dag ervoor al minstens drie keer medegedeeld dat als het erg koud zou zijn, hij er niet zou zijn; daarmee implicerend dat < 5°C ‘erg koud’ was, volgens hem.

Getweeën dus naar de toren waar het bij bleef. Prima Pam-Pam-weer, dus daar heen.Langs De Bron afgedaald door het centrum van een verlaten V’burg (dit wegens een wegopbreking) en beheerst de Sibber op. Door naar IJzeren en Margraten en over het fluweelzachte asfalt naar Honthem en Eckelrade en St. Geertruid. Daar – afwijkend – afgedaald over de Heerkuil en zo over Mescherheide naar – natuurlijk – Mesch. Wilde de dode over het gekende fietspad naar Withuis, een kleine aarzeling bij een afslag naar links was voor Henk voldoende te zeggen: “Deze proberen we” en dus kort en redelijk verhard op de grote weg ten zuiden van Withuis uitgekomen. Overgestoken naar Moelingen en bij de stuw links naar Visé. Daar ons de machtige Brasilien laten smaken en over de uitzichtvolle klim naar Dalhem.

Vandaar het Berwinnedal integraal gevolgd, redelijk beschut tegen de wind, tot de grote weg Aubel-Battice, en daar links zo de route van de Classic richting Cosenberg gevolgd.Deze helling trok als een magneet aan ons, hoewel Henk, denkelijk door enige interferentie met zijn spaakmagneet, even fout reed voor la Clouse.

Ik mat op de helling 18%, bij -1°C voorwaar een prestatie. Ongetwijfeld valt uit deze twee getallen nog wel een machtige fiets-KPI te construeren.

Mabroek omlaag, waar Henk begon te klagen over zijn apparaat dat oversloeg. Nadere inspectie door de enige werktuigbouwkundig geschoolde aanwezige, deed blijken dat zijn ketting, door de combinatie van warme stalen spieren en koud metaal voor 50% door was.

Enig gewrik met bandenlichters kreeg het weer een beetje in gareel en als egeltjes naar huis gereden, zoveel mogelijk hellingen vermijdend: Teuven, Slenaken, Pesaken, Gulpen, Wittem, V’burg en daar de Stoepert omhoog. In Schimmert zei Henk niet meer mee te gaan naar Puth, voor het kettingkaliber, maar vlak door naar Sittard.

Thuis mat ik 101.6 km bij 1060 hm, voorwaar voor een dag als deze, met zelfs enige sneeuwvlokjes, niet onbevredigend.

Ondertussen komt het verslag van Pou-Pou binnen:

Gisteravond onze eetclub bij ons thuis; toch was ieder vannacht om 12.00 het huis uit. Lekker biertje als afsluiter en het bed in. MTB gister al met de neus naar de garagepoort gezet; het moest maar weer eens gebeuren! Dus vanmorgen geen enkel beletsel om lekker te raggen; had er ouderwets veel zin in. Gelijk gekozen voor wat ik - denk ik - een van de zwaarste: de combi van Mechelen en Vijlen-route. Ze staan in ieder geval als “voor gevorderden, zwaar terrein en pittige beklimmingen” in de boeken. En zo is het.

Weer eens anders gestart en wel het dorp in en daar langs de Gulp naar kasteel Cartils om vandaar de route op te pakken en de klim naar Eyserbos, resp. Piepert te pakken. Liep al meteen lekker en een of twee tandjes zwaarder dan anders. Gaf behoorlijk moraal. Daarnaast bleek de track aanzienlijk mindere drab te zijn dan verwacht; bovendien licht aangevroren, zodat je niet stuiterde, maar a.h.w. door het spoor heen kon sturen.

Boven door naar Eyserheide met fraai uitzicht op Simpelveld en Duitsland. Afgedaald (tegenwoordig helaas over asfalt!) naar Overeys en het miljoenenlijntje overgestoken in een asfaltklim richting het plateau boven de Kruisberg. Die rechts laten liggen en als een speer gedaald naar Nijswiller. Rijksweg over en langs het nu rustige vliegveldje voor modellen richting Hilleshagen; ook weer mooi uitzicht. Dan komt een van de mooiste stukken, nl. de Mechelerbeek oversteken en vals plat omhoog richting Elzet. Op tijd afgedraaid naar het dorp Mechelen om bij Hurpesch de Vijlener op te pakken.

Ondertussen bleek maar weer eens dat je op de MTB niet alleen andere fietsers tegenkomt (open deur nietwaar), maar ook een ander soort wandelaars. Wat “ruwer” er uitziend en totaal andere soorten honden bij zich; allerlei soort om op jacht te gaan. Heel attent worden ze meestal op tijd terug geroepen naar de baas en ze blijken ook nagenoeg alle te luisteren. Het gedoe lijkt inmiddels behoorlijk minder, want irritatie of zo merk ik nauwelijks meer. De keffers met de mooiweerwandelaars zijn er overigens meer in de dorpen.

In Hurpesch naar Rott, Melleschet en achter Vijlen bij het hoogste bungalowpark van Nederland zoals ze zich afficheren naar Harles. Ondanks het wat heiige weer mooie uitzichten weer. In Holset terug gedraaid om het Holsetterbosch binnen te gaan. De mooie, maar zeer zware klim (keien en allerlei wortels onderweg) in het Malensbosch naar de toeristenweg liep goed. Het advies om ook in zo’n klim de vering van de voorvork open te houden werkt dan goed: je kleeft a.h.w. Je zag hier wel wat erosie.

Ondertussen boven de toeristenweg overgestoken en langs de grens door het Vijlenerbosch waar ze stevig aan het kappen zijn. Ik moet zeggen; het maakt het een stuk mooier zo nu en dan zo’n open plek. Bij Buitenlust de laatste stenige afdaling, die er erg uitgespoeld bij lag.

In Epen de laatste lus naar Eperheide; in het open veld met een windje half achter liep ook die heel plezierig. Een extra lusje door het Kruisbosch en bij Landsrade de route verlaten en door naar Crapoel en Euverem om als toetje Osebos (bij de camping) te doen.

Liep heel lekker. Bijna 50 km; 15,8 km. als gemiddelde vind ik niet verkeerd. Immers hm 840 en een goed klimtempo (8 m/min).

Fiets redelijk schoon, maar modder toch vastgevroren.


En er volgt ook nog een Zugabe van Henk:

Het was niet dat het regende of glad was en ook de temperatuur was boven nul. Zelfs voor Warmduschers dus geen weer om thuis te blijven. Desondanks stonden Martin en ik met z’n tweeën aan de toren.

Het doel werd Pam-Pam; sorry Jos. De routedetails komen opnieuw van Martins Garmin.

Op voorhand had ik Martins kritiek over mijn ongepoetste fiets proberen te smoren, door te melden dat ik vanochtend mijn banden had opgepompt (zie mijn geüpdatete verslag van vorige week) en dat ik vanmiddag mijn fiets zou poetsen.

Met Jos er niet bij hield Martin zich iets meer in. Mogelijk was ook mijn conditie wat opgeknapt in vergelijking met vorige week. Onderweg daardoor veel tijd om te keuvelen, waardoor het min of meer een lange pauze werd. We bespraken onder meer de onnodige innovatiewoede van fietsenfabrikanten en de essentiële innovatiedrive van waferstepperproducers.

Martin vertelde over zijn bezoek aan de theatershow van Wilfried de Jong van gisterenavond. Hij had ook wel wat kritiek, maar als ik het waferstepperfabrikantenmedewerkersfeest vanwege zijn 50-ste verjaardag gisteren niet had gehad, was ik graag meegegaan.

Het innamegedrag van verschillende sporters (Wellens) passeerde ook de revue. Dat van mij moest aangepast worden omdat ik mijn bidon vergeten was, maar ook Martin dronk niet veel omdat hij het water te koud vond.

Op weg naar Pam-Pam experimenteerden we er vrolijk op los met als hoogtepunt een halfverhard doorsteekje van Mesch naar Moelingen.
Bij Pam-Pam stond de teller pas op 40, maar na de pauze maakten we dat ruim goed. Martin voerde de regie, en corrigeerde me als ik van het plan afweek. Eerst gingen we vanuit Visé direct omhoog met een prachtig uitzicht op de Maas, dat ik nog niet eerder gezien had. Bij Dalhem pikten we de Berwinne op om die zo lang mogelijk te volgen. Dat bracht ons als vanzelf bij de beklimming van de Cosenberg. Nadat ik daar nog eerder dan de vorige keer fout gereden en teruggeroepen was, liet ik Martin vooropgaan.

In de beklimming ging het mis met het materiaal. Ik voelde dat mijn achterderailleur wat heen en weer wipte. Eerst vermoedde ik een slechte afstelling, maar het leek toch meer op iets met de ketting.
Achter mij rijdend bij Mabroek zag Martin dat de ketting gebroken was. Nog niet doormidden, maar er stak een halve schalm een eind naar buiten. Vermoedelijk was die al een tijdje niet in orde. Af en toe liep mijn ketting op zware stukken van het middenblad naar de granny. Dat was niet zo erg; kwam vaak wel goed uit. Ik had gedacht daar vanmiddag gelijk naar te kijken bij het poetsen, maar dat is nu dus niet meer mogelijk.

De schalmrest liet zich slechts moeizaam, met gebruik van mijn bandenlichters om de vingers wat te beschermen en extra kracht te kunnen zetten, weer enigszins op zijn plek duwen. Daarna moest het dus rustig aan op een laag verzet. Martin vermeed heuvels. Ook die van Gulpen richting Wijlre.
De omweg via Wittem bracht ons dagtotaal mooi boven de 100 km. Ook overigens was ik niet in staat veel kracht meer te zetten. Martin dwong me nog wel even de koppositie op, maar zag al snel in dat dat de snelheid niet verhoogde en deed het verder in zijn eentje.

In Schimmert werden we nog ingehaald door een klassieke brommer. Kreidler of Zündapp, daar kwamen we niet uit. Een eindje verder kletste de bestuurder met wat fietsers, haalden we hem in en zagen we dat het een Kreidler Florett was.

Een Zündapp is tegenwoordig natuurlijk ook een programmaatje dat je iPhone verandert in een aansteker.



Zondag 22 januari

Pou-Pou heeft geschreven:

Begin langzaamaan echt te balen van dat …weer. Ik raak mijn voorhoofdsholtegedoe maar niet kwijt. Hoestend, proestend en wat koortsig gister de jaarvergadering van BETS maar laten lopen. Dus durf ik ook niet echt de MTB, omdat dat met dit weer en vooral ondergrond een echte zware interval is.

Echter na uitslapen en rustig ontbijten rond 9.30 uur met veel plezier vanmorgen weer de Rogianni gepakt om wat te ‘peddelen’. Op zo’n vijftien km na, waarin ik me ouderwets heb laten opnaaien, is dat ook goed gelukt.

Wat mij opvalt op die race is, dat de racers in de winter en masse gewoon doorfietsen; TCE is geen uitzondering, wat ik altijd dacht. Maar wat die ca. 1/3 op een schone MTB moet? Snap ik niks van; die fiets hoort in het veld en bij een korte asfalt-detour moet je er aan alle kanten smerig uitzien. Ik kwam zelfs 2 à 3 schone MTB-groepjes tegen. Moet dus niet gekker worden.

Daarnaast kom je ook redelijk veel lopers tegen; toch ook een mooie hobby als ik die mensen zie.

Wat ‘luiig’ in mijn hoofd en als echt gewoontedier, dacht ik bij vertrek maar weer eens HC aan te koersen. Leuke tocht en dan bovenover naar Aubel: heerlijk. Alleen pauzeer ik overigens nooit, dus de vlaai en koffie gaat aan mij voorbij. Goed voor de after-kerst-kg’s.

Vertrokken over Gulpen West en daar proefde ik al de forse wind tegen; snel afgeslagen naar Beutenaken en door naar Slenaken. Bij de kerk gekend naar Teuven waar een grote groep mij opslokte; een persoon uit die groep probeerde hardnekkig aan te klampen, maar was kansloos. Later kwam ik ze op de weg HC-Aubel tegen en lag het totaal uit elkaar; men had elkaar echt pijn gedaan!

Achter het viaduct in Teuven afgeslagen naar Hombourg met een forse wind nu in de flank. Mijn Rogianni heeft nog van die hoge Rigidavelgen en dat voelde ik stevig. Ondertussen haalde me een ‘eenzaat’ en leeftijdgenoot op een wondermooie klassieke Gios in. Helaas niet Gios-blauw, maar rood. Achterpads mooi verchroomd, fraaie wielen, uiteraard fraai blinkend Campa; een plaatje en goed onderhouden. Dat kon ik allemaal lui in zijn wiel zien. Het was geen echte prater, dus maar een meter of tien laten zakken. Achter de kruising bedacht ik me na zo’n 1,5 km. in het omhooglopen van die weg en klim, dat ik i.p.v. tien meter achter hem ook tien meter voor hem kon gaan fietsen. Zo gezegd zo gedaan, maar die halve wind maakte het harken. Toch kon ik goed ronddraaien; zouden de doordeweekse km’s? Het voelde als zo’n twee jaar geleden toen Hans me daar eens naar boven heeft gecoacht en ik onze Zweed boven nog achterhaalde.

Enfin, omkijken was geen optie, want ik voelde dat ik hem wel op een paar meter had gezet, maar niet gelost. Zo hard mogelijk, maar wel roulerend doorgetrokken en boven zag ik dat ik inderdaad zo’n 15 meter had. Hartslag op 176 en dat was nu net niet mijn doel. Vond het dus wel mooi geweest; hij kwam weer langs en toen maar besloten ouderwets in zijn wiel te gaan hangen tot Aubel. Wind was zeer vlagerig, dus opletten.

In Aubel is het altijd druk, dus nu ook. Wat ik al eerder schreef; dat Berwinnedal is heel fraai en als je licht vals dalend tot Val Dieu en daarna tot Mortroux rustig kunt kachelen en kijken is dat mooi. Het was in de weilanden en rond de Berwinne zeiknat. Blij dat ik de MTB heb laten staan.

In Mortroux afgeslagen naar Warsage en toen begon het voordewindse rak. Peddelen naar de Voerstreek en maar weer het jaagpad van Withuis naar Meersen. Ik was nl. eerder deze maand door de week via Visé bij die nieuwe sluis bij Ternaaien in een cyclocross terecht gekomen: wat een natte modder lag er op die weg; glijden was toen het motto.

De rest is de route van het gewoontedier; Bunderbos omhoog door Kasen, vliegveld, Waterval, onze toren, Hulsberg, Klimmen, Craubeek, Karstraat omhoog, Colmont, Ubachsberg, Trintelen omhoog en vanaf Eys bergop naar Eyserhalte en wind tegen naar Wittem.

Snell een doek over de fiets, zelf lekker lang in bad gelegen en alles bij mekaar net geen 95 km; wel 820 hm en met 23,4 gem. bij ‘windproof’ hartslagwaardes die ik wel aardig vind.

Benieuwd wat de rest van de meute heeft gedaan.

NB: Loek meldde mij vrijdag dat hij ons ging verrassen!?


Henk:

Na lange twijfel veroorzaakt door de weersverwachting en een nakende verkoudheid en wat heen-en-weer-whatsappen met Martin uiteindelijk toch maar warme fietskleren aangedaan en op weg gegaan.

Het was niet koud, behalve wanneer je recht tegen de pittige wind in moest fietsen.

Bij de toren naast Martin en ondergetekende alleen Jos en een toevallig aanwezige fietser die kennelijk een praatje met Jos had aangeknoopt.
Kort na 9:30 vertrokken we voor een rit die ons niet al te ver van huis zou moeten brengen. Voor als het toch zou gaan regenen. Jos wilde graag de Geul zien die erg hoog zou moeten staan, dus het doel was koffie bij de Smidse in Epen.

De route zal ik niet in detail beschrijven omdat die door Martins routeplanner ongetwijfeld perfect weergegeven is. De route richting Geul vonden we maar moeizaam.

Telkens was er wel weer iemand die meende een mooiere route dan de kortste te kennen. Dat leidde ons wel langs geheel nieuwe wegen. We gingen eerst wat noordelijk en daarna min of meer langs de Geleenbeek met uiteindelijk bij Benzenrade door de loofloze bomen goed uitzicht op de bron.
In Simpelveld werd ondanks mijn waarschuwing gekozen voor een route langs het oude klooster. Het stukje bergaf in deze weg is niet echt lekker. Dat gaf mij de ruimte om naar hartenlust verder te experimenteren. We gingen onder de Beppibrücke door om de weg ten zuiden parallel aan het spoor Simpelveld Bocholtz te volgen. Die weg was matig verhard, maar berijdbaar. Aan het einde een lang voetgangerspad parallel aan het spoor tot zelfs voorbij de kom van Bocholtz. Martin vond dat we nog niet ver genoeg waren afgedwaald en koos resoluut voor een route richting Orsbach die we samen al eens op een woensdagmiddagrit hadden ontdekt.

In Orsbach spotte ik nog een Duitser met een prachtig vormgegeven externe parkeerhulp op zijn gigabak. Bergop naar Vijlen raakte ik achterop.

Om even uit te kunnen rusten stelde ik voor koffie te gaan drinken bij A gen Kirk in Vijlen. Dat was aanvankelijk niet aantrekkelijk, maar toen ik aankondigde dat de zaak stikte van de maagden won de nieuwsgierigheid van de heren het van hun verlangen naar de warme Smidse.

In het café bleek mijn geheugen niet perfect. Het café stond vol met Christusbeelden in plaats van Maria’s. Maar het doel was bereikt. We zaten aan de koffie.Het gesprek ging met name over de gladheid van het dek van kapseizende Italiaanse cruiseschepen en hoe je daardoor onbedoeld in een reddingssloep kan belanden.
De koffie en appeltaart/vlaai waren prima en tevreden stapten we weer op de fiets. De pauze had bij mij geenszins het beoogde effect gehad het werd en bleef aanklampen op het vlakke en op gepaste afstand volgen bergop.

Vlak na de pauze nog even een buitje met zelfs wat hagel in de afdaling van de Camerig, maar daar bleef het bij qua neerslag. Ik hield nog even in bij het passeren van de Geul, omdat dat immers ons doel was, maar dat werd door de anderen genegeerd. Ze peerden volgas door.
Jos gaf daarna gelukkig aan ook een korte weg naar huis te willen volgen. Martin verraste ons nog met de Fromberg op het einde, en nadat we Jos gedag zegden onderaan de Karstraat kroop ik achter Martins rug om zoveel mogelijk uit de wind en via de kortste weg Puth te bereiken.

In die bezigheid werd ik nog gestoord door een lekke VB. Martin verleende weer de gebruikelijke assistentie. Hij deed nog een halfhartige poging om me het wiel terug te geven toen de binnenband er in zat, maar die negeerde ik, waarna Martin mopperend over het door de kou stugge rubber toch maar de buitenband er ook op legde. Vanaf Puth nog slechts bergaf naar Sittard. Kapot maar ook zielstevreden sprong ik onder de warme douche. 90 km met x hm achter de wielen op een dag met een weersverwachting die de meeste wegfietsers thuis had gehouden.



Zondag 15 januari

Om 8h15 zond De Dode een SMS’je naar Henk met de vraag “8h55?” Een teken om om vijf voor negen bij het dierenasiel onder aan de berg te zijn. Geen antwoord, dus alleen op weg. Inderdaad daar, noch bij de Kluis, geen Henk, dus alleen door naar de toren.

Bij de toren kwamen al snel twee man aan, die daar om 9h15 afgesproken hadden; twee Sittardenaren onderweg naar Maastricht, maar dit was een tussenontmoetingspunt waar zij op een deelnemer uit Wijnandsrade wachtten. Genoegzaam gekald tot beiden aankwamen: hun maat uit W’rade en Beppi (van de Koulen).
Daar bleef het bij. Jos terecht op de slechtweerfiets, want de idioten hadden wederom totaal zinloos gepekeld.

Het doel was de patisserie in Aubel, dus daarheen. De temperatuur was nog uitdagend, een minus 3.5 °C, maar het zag er mooi uit, de zon scheen en de temperatuur kon alleen nog maar omhoog.
Wat vandaag opviel was het grote aantal renners, wandelaars, ATB’ers en wegfietsers. Gelijk hebben ze!
De Waterval af en door Rothem langs de Oliemolen het bekende fietspad zuidwaarts tot in Mesch. Van Mesch naar ’s-Gravenvoeren en de weg naar Warsage. Vandaar, heel ongewoon, de weg naar Bombaye, die wij slechts de andere richting uit kennen. De grote weg gevolgd tot de Berwinne, en haar dal stroomopwaarts over prachtig asfalt, door een zonbeschenen lichte nevel gevolgd. Val Dieu links en tegenover de afslag van St. Jean – dat door veelvuldige bomenkap er goed zichtbaar bij lag – rechtsomhoog de rustieke klim naar Gorhez en afgerond naar Aubel waar we moesten wachten op een plaatsje in de gekende patisserie.

Genoeglijk de verjaardagstraktatie (60!) van Beppi genoten (koffie, vla, sterke drank en Blekers-vrouwen) en deels opgewarmd, deels afgekoeld de grote weg omhoog.
Vóór het Rode Bos rechts afgedaald over de mooie Kloosterhofstraat (mét schoorsteen) en van Teuven de Gieveld op en de Schweiberg af. Dit blijft toch een lekker lopende afdaling.Geroutineerd nu door Mechelen, Partij, Wittem en Wijlre naar V’burg. Onderweg een spel van vooral inhalen en in geval van spontane pelotonnetjes, samenwerken. Samen de Stoepert op, ternauwernood aanklampend bij een eenzame fietsers en in Arensgenhout sloeg Jos rechts en Martin links.

Een mooie route, mooi weer en tevreden.

Pou-Pou heeft ook gefietst, getuige:

Fantastisch mooie ochtend met eindelijk een wit rijplaagje over het veld. Helaas geen tijd voor een langere rit, omdat we vandaag met Reinouw d’r Belgische schildercluppie hebben afgesproken bij ons om wat te wandelen en daarna erwtensoep en zo. Prima weer daarvoor.

Toch pas tegen 9.30 weg en omdat ik geen tijd voor poetsen heb, maar weer de Rogianni van stal gehaald. Vorig jaar geen enkele km mee gereden en nu al de vierde keer. Omhoog bij Gulpen West en afgeslagen naar Reijmerstok, vals omhoog met een heerlijk zonnetje in de rug. Boven bij de grote weg doorgestoken naar Banholt en Mheer. Daar bedacht dat van deze kant naar Moerslag, Libeek en Mesch ook wel eens leuk is. Je ziet dan dat het andersom op plekken stevig klimmen is. Ondertussen heel mooie vergezichten in een opkomend zonnetje. Heel veel fietsers en dito wandelaars; allen goedgemutst.

Bij Mesch naar Mariadorp en over het racepad naar Gronsveld, door naar Meerssen en omhoog bij Kasen door het Bunderbos naar het vliegveld. Afslag Waterval en doorgestoken via onze toren naar Hulsberg, Klimmen, Craubeek. De Karsberg op en via Ubachsberg en Trintelen terug naar Eys en Wittem.

Toch nog 65 km gedraaid. Snel in bad en dan de wandelschoenen aan.

Karel vult na thuiskomst nog aan:

Vrijdagochtend naar Amsterdam gereden om Martijn en Charlotte te gaan helpen in hun nieuwe appartement (Luxe kids aan het Sarphatiepark). Vrijdagochtend is de beste tijd voor gepensioneerden om naar het noorden te rijden; er zijn dan geen files! Zaterdagavond waren we pas laat terug en gezien de training in Amsterdam: 3-hoog steile trappen en zware verpakkingen van IKEA, had ik niet veel puf om op zondagochtend om 9.30 aan de toren te staan. Aangezien Martin wist dat ik er niet zou zijn heeft hij me ook geen SMS gestuurd (denk ik).

Na de auto en aanhanger gelost te hebben ben ik toch nog gaan fietsen: via Thull naar Hoensbroek en vandaar naar Weustenrade en Voerendaal omhoog naar Ubachsberg. Van Trintelen over Vrouwenheide naar Huls. De Huls af naar Simpelveld en via Bosschenhuizen terug naar Trintelen. Afgedaald naar Eys en Wittem. Naar Partij en, jawel hoor, de Gulperberg Oost al op. Koning van Spanje af en Gers lieveling de Ingbergracht omhoog. Door naar Valkenburg en het Haasdal naar Schimmert en Spaubeek. Als toetje nog de Stammenderveldweg en met een voldaan gevoel toch weer bijna 60 km weggeknabbeld.
Inclusief de traptraining in A'dam geen slecht weekend (vind ik zelf).
Komende week gaan we naar Frankrijk. Hier ga ik bosbouw plegen ofwel het terrein bouwrijp maken voor de aanbouw.





Zondag 8 januari – TCE+

De Dode:
’s morgen vroeg schrok ik om 8h30 wakker en vond ik het duidelijk te donker, somber, nat en winderig om me te haasten om 9h30 bij de toren te staan.

Na wat gekeutel, de krant lezen en rustig ontbeten, om 11h15 Karel gebeld of hij zin had.

Dat had hij, dus om 11h45 samen op de fiets. Reeds binnen 10 km waren wij te Nierhoven, waar wij een eenzame man in de tuin zagen staren. In wielerkleding! Loek!
Dus de ankers uit en een voorzichtige vraag: “Ga je fietsen?”

Dat was ‘ie dus wel van plan, samen met Francis; en op mijn vraag of we “mee mochten” antwoordde hij niet ontkennend, dus gevieren op pad.

Loek wilde een deel van Limburgs Mooiste, die hij samen met Francis wil gaan rijden, verkennen en wel de klimmen Hobbelrade en Visweg. Dus op weg daarheen, en wel de kortste weg: Spaubeek, Hobbelrade, Groot Genhout, Oensel, Waterval af en gelijk de Visweg weer op. Onderwijl hoorden wij Loek allerlei geografische zaken aan Francis vertellen – wat een oude rot toch.

Het doel zat er op en Loek had niet veel zin meer in lange omwegen of grote uitdagingen, maar toen ik hem in Groot Haasdal verzekerde dat de weg naar Schimmert toch echt geheel afgesloten was en we er niet door konden, daalde hij braaf af naar Broekhem en nog voor het viaduct togen wij links, want Loek wilde het ‘homoklimmetje’ doen, te weten ‘het niemendalletje’ dan wel ‘het Haasdalletje’ of wel de steile klim langs de school de snelweg over, de Bosweg dus. Bravo!

Door Arensgenhout heen (volgens mij voor het eerst) en op de grote weg sloegen L&F links naar huis en Karel en Martin rondden af over Hulsberg, Klimmen, de Barrier af, Voerendaal, Terworm, Ten Esschen, Brommelen, Hoensbroek, Thull en naar huis.

Wie weet…

Onze route.

Karel vult nog aan:

Ook bij mijn blik 's-morgens om ca. 8.00 naar buiten was de conclusie "kaat, naat en sjuverig" (vertaling: koud, nat en rillerig weer), dus uitermate geschikt om weer terug te kruipen.De planning was dat we de kerstspullen op gingen ruimen, echter eerst Max uitlaten.Zoals Martin al heeft aangegeven belde hij me om 11.15 om te vragen of ik mee wilde gaan. Het positieve antwoord had hij echter al voordat hij de vraag kon stellen; echter wel ten koste van Max.
Had Martin mij niet gebeld, dan had ik hem wel (wat later) gebeld om de fietsen uit te gaan laten.

Route en andere wetenswaardigheden al door Martin beschreven.Mijn stelling dat het de hele route droog zou blijven is bijna helemaal uitgekomen, alleen tussen Hoensbroek en Thull zijn wat druppels gevallen, onvoldoende om nat te worden.Hoewel ik Martin beloofd had een samenvatting te maken is hij me toch weer voor geweest (hij hoefde na het fietsen ook geen kerstboom op te ruimen en hond uit te laten)

Al met al is het een goed begin van het jaar: Nauwelijks een week bezig en al meer dan 100 km gefietst. Dit biedt perspectief voor de toekomst. Wel kijken hoe de kombinatie met bouwen in Frankrijk verloopt.
Als Ger straks nog opgehouden is met werken kunnen de 60+ers misschien de nodige keuveluren samen doorbrengen.

Gers verslag komt nu ook binnen:

Voor mijn gevoel dit weekend een beetje watje. (Nee: geen reactie nodig).

Dat zit zo.

Reden een. Gisteren een nieuwe MTB-helm gekocht. De oude was na ca. 10 jaar binnenin gescheurd op een stuk kunststof; ouderdom en zweet neem ik aan. De nieuwe heeft grote ventilatiegaten, zodat ik het commercieel gepaste advies kreeg voor de koude dagen een “helmmutsje” te kopen. Ademend etc. en ook nog kek zonder helm te gebruiken en ja; ik viel er voor. Softie dus in meerdere opzichten.

Reden twee. Het goot vanmorgen rond 8.00 uur bij ons stevig. Me nog eens omgedraaid en bedacht dat het vandaag evt. ook zonder fiets kon. Ik geef onmiddellijk toe; een meer dan ernstig teken van zwakte. Dat overigens meteen gecompenseerd door na het (zeer) rustig ontbijten met Reinouw en de eerste blauwe lucht tegen 10.30 uur met zeer frisse zin en onverschrokken op de fiets te stappen.

Reden drie. Ik heb niet ge-MTB’ed. Nog steeds komt de snot mijn oren uit en in combinatie met het moeten ploeteren op de uiteraard nu zeer zware tracks leek me dat echt niet gezond. Bovendien is een racefiets poetsen sneller klaar en hoef ik niet de halve hut te poetsen van al mijn moddersporen en dito kleren! Kortom weer geen MTB.

Verder gaat het goed met mij in het nieuwe jaar, dus als gezegd tegen 10.30 de Rogianni met de ouderwetse dubbel gepakt. Met “de Voer” als doel vertrokken over Gulper West omhoog. Afgeslagen naar Pesaken en daar al snel een MTB’er met opvallend schone kleren in mijn wiel. Vandaag geconstateerd dat je er meer in de “watjeuitvoering” hebt: schone kleren en fiets en dan ook nog (zoals deze) smalle gladde banden. Dat kan natuurlijk niet; meer onder de indruk was ik van een aantal op het jaagpad later die volstrekt onder de modder op en af gingen in het Savelsbosch. Deze figuur makkelijk achter me gehouden, hoewel ik rustig wilde peddelen en hem bij een lekke aba van mij in Slenaken laten passeren. Net deze week twee binnenbanden na een mislukte plakpoging (te snel as usual) op z’n Loek’s weggegooid, dus ik krijg deze week een herkansing.

Tijdens het wisselen bedacht dat ik mijn laatste rit op de ORBEA van vorig jaar maar eens ging kopiëren. Zien of het sneller gaat met een race en of de combi van type fiets en CW-waarde echt wat oplevert.

Dus gewoon langs de kerk in Slenaken naar Teuven en vandaar naar Hombourg. De ca. 4 km. lange, maar luie klim vanuit Hombourg naar HC begin ik steeds leuker te vinden. Nog leuker is boven de beloning met het nieuwe asfalt naar Aubel. Wind op kop, handjes in de beugel en laat maar gaan. Genieten van het mooie uitzicht en de dreigende luchten, maar ook van je eigen tempo; heerlijk! Ondertussen steeds meer racers en af en toe een MTB’er op de weg. Een wielerploeg met wat wild aanhangsel was in twee groepen echt volle patat aan het geven.

Achter Aubel naar Val Dieu en langs de Berwinne; een weg die ik iedere dag kan gaan. Heerlijk met ook nu weer iemand in mijn wiel; 30 km. aanhouden vond ik genoeg. Bij Mortroux omhoog gedraaid naar Warsage en met uitzicht op de industrie aan de andere kant van het water in België naar het Voerdal. Dan is het gekend; vanaf Withuis via het jaagpad naar Meerssen. Daar - omdat ik 100% wilde kopiëren - door het Bunderbos omhoog en via het vliegveld en Waterval naar V’burg en als toetje de Sibber naar huis.

Alweer 87,5 km; 655 hm. en inderdaad met 24.0 km gemiddeld beduidend sneller dan met de Orbea. Heerlijk gefietst. Fiets en mezelf gepoetst.

Overigens onderweg nog nagenoten van een fantastische voorstelling die we gisteren hadden van Diederik van Vleuten. Het beste denk ik wat ik ooit het gezien!. In feite vertelde hij ca. 2,5 uur over zijn oom Jan en diens verblijf in Indië; simpel maar zo sterk. Fascinerend qua historie; een inkijk in wat zo’n man beleefde en bewoog; een tijdsbeeld en meesterlijk gespeeld. Omdat uiteraard de inhoud bekend was nogal wat Indiëgangers, deels en famille in de zaal. Je kon af en toe een speld horen vallen. Hij is in Limburg geloof ik uitgespeeld, maar er komt eind februari een DVD en een kort boekje, te bestellen via zijn site. Absoluut een aanrader.

En oh ja; afgelopen woensdag mijn eerste “krasse knarren tocht” gefietst. Minstens zo druk als vandaag; hetzelfde of een hoger tempo (denk aan de Docteur!) en eindelijk gelijkheid qua kapsel, maar dat zie je nauwelijks onder de helm; en zeker niet met zo’n watjes helmmutsje.



Zondag 1 januari 2012

Ger
vangt aan met een kort verslag:

Geen rit; wel een goede start met een kleine 40 km. op de Hometrainer. Was nodig want mijn ‘kerst-startgewicht’ valt niet mee!

Gisteravond genoten van een mooi vuurwerk boven Sittard.

Een goed begin allen.

Martin heeft wel gefietst, zij het niet in TCE-verband en ook niet veel. Zo’n 40 km, maar wel echte kilometers en niet op de hometrainer. Na zes logees na drie dagen de deur uitgewerkt te hebben en de ergste sporen verwijderd, zag ik het droog worden. Miriam wil dit jaar wat meer met de fiets naar haar werkplek Vijverdal gaan en vroeg mij de kortste weg aan te duiden. Dus wat geprobeerd: via Spaubeek Hobbelrade op en door Groot Genhout naar Ulestraten en Meerssen afgedaald. De Oliemolenweg op en recht op Vijverdal af. Terug de Rasberg op en de Geulhemmer af (merkwaardigerwijs schrijf je ‘Geulhemmerweg’ en tegelijkertijd ‘Daalhemerweg’; volgens mij verdient de spelling met één ‘m’ de voorkeur).

In Groot-Haasdal omhoog (ook Miriam miste faliekant het goedbedoelde fietspad onderin Broekhem) en door een langzaam schemerig wordend Schimmert en Stammenderbos omhoog. Niet lang, als gezegd, maar wel even buiten geweest bij een lekkere temperatuur.Nu genietend, nu het nog mag, van een schitterende Trappist van de Achelse Kluis.



Terug- en vooruitblikken

Ger
trapt af in zijn beschouwingen:

2011

Een terugblik dit jaar is denk ik redelijk saai. Of het zou moeten zijn, dat ik de roots van mijn sportieve Da-sein nog meer heb gepraktiseerd dan andere jaren en bv. op zaterdag meerdere keren voor een extra lusje heb gekozen i.p.v. mijn golftas te pakken. Nagenoeg alle fietsvoornemens voor 2011 vervuld; die waren dus niet echt ambitieus, dan wel ben ik gewoon betrouwbaar en realistisch?!

Zo stond op het lijstje, o.a. de Vosges en Italië met achter de Stelvio nog een vraagteken. Heerlijk gefietst op beide terreinen en met name in Italië geleden; met twee keer een kletsnat pak als beloning. Het is een beetje suf, in deze tijd van €’s met Henk & Ingrid nog daarover heen, dat dit soort genoegens voor mij meer dan aardig zijn; wat fietsen, wat kletsen en wat luieren met daarbij behorende praat: mijn dank!

Verder routineus op zondag: (niet naar) Tongeren, Welkenraedt en Banneux. Meer dan eens gedaan dit jaar, hoewel Tongeren er niet altijd uitkwam dankzij le Docteur. Buissonnière echter voor het eerst in jaren nu niet aan mijn palmares. Voor de rest een overall goede opkomst bij onze nieuwe naamgever: TCd’E. De harde kern is het nu ook echt en op een of andere manier schrikken we anderen af…..??

Mijn Excel gaf een mooie variatie qua ritten; ga ik nog eens op het gemak na bladeren.

De zomer voor de zoveelste keer de fiets maar de fiets gelaten. Op vakantie wederom weinig km’s gemaakt en die wel waren veelal rustig peddelend met Reinouw langs Loire-dreven en kastelen.

Gelukkig gespaard gebleven (net als de rest) van fietsmalheur. Geen schade aan mens & materiaal. Wel helaas met teveel persoonlijk leed in onze nabijheid geconfronteerd. Ik vrees het lot voor de komende decades

De cijfers voor de fetisjisten:

En dan 2012

Een jaar zal het worden van: “ik weet het niet”

Allereerst ben ik Q1 nog een redelijk deel onder de pannen met mijn project. Daarna begint de grote vraag van een nieuwe balans van werken en genieten. Als ik eerlijk ben immers een recht geaarde workaholic tot dusverre. In die zin dat werk voor mij in ieder geval qua tijdsbeslag de top 3 integraal vulde, met fysiek ca. 12 uur per werkdag, een zaterdag waarbij werk ook nooit ontbrak en hersens 24 uur. Hoewel een redelijk aantal nevenactiviteiten die “de brains gelukkig zullen blijven plagen” alleen al qua tijdsbeslag dus veel ruimte voor andere zaken. Met de caravan op stap, cultuur, stedentrips, golf en vooral niets moet, als motto.

Ergo; de fiets zal ook een belangrijk deel gaan vullen (al was het maar om Reinouw niet te vervelen)
Qua doelstellingen evenwel een “jaar sans”. Gewoon het gebruikelijke kunnen blijven doen, zou al goed zijn.

Ik stel me wel voor - al fietsend - door de week eens met Karel bij te praten over de zondagse tactiek. Fietsend bijpraten, is dan vanzelf een hersteltraining. Hoewel de Docteur niet van beppen houdt op de fiets, zal hij wellicht genegen zijn af en toe aan te sluiten voor tactische en andere trainingstips.

Vosges als jaarlijks markeerpunt en hopelijk weer wat ritten in België en Dld; ik las met genoegen het kort verslag van de borrel bij Martin.

Mijn ambitie is wel een beetje “meer snelheid en hardheid” op te doen, die de Docteur kreeg na zijn actieve loopbaan. Hem evenaren of naar de kroon steken doe ik echter pas bij her rollator-rennen.

En vooral veel gezondheid en veel (fiets)plezier!

Martin, uw nederig webmaster aka ‘De Dode’ heeft het volgende aan te vullen:


Wat kan en zou beter kunnen in 2012:



Woensdag 28 december

Ger
schrijft, tussen de regels door, over zijn (fiets)ervaringen:

Vierde kerstdag, ofwel voor de afvalligen en anderen het feest van de onnozele kinderen;

“Een Pou Pou-dag-dus!”

Mijn werkweek vorige week afgesloten met een volledig akkoord op het Consortium en het businessplan. Voor mij kon qua werken, ook dankzij wat andere succesjes het jaar niet meer stuk. Nog een validatie (dus tel pas je zegeningen als de voormalige “bloedbroeders” van de professeur niets hebben kunnen/willen vinden). Effect is wel dat ze me nog niet helemaal kwijt willen. Nazorg en links en rechts wat support zorgt voor “just fading away”. Prima zo.

Een echte familiekerst dit keer, waar drie (hard, zeggen ze) werkende kinderen eerste kerstdag hun culinaire opvoeding succesvol op ons botvierden en volledig uitgeblust daarvan tweede kerst van het maal van Reinouw genoten. Ik was er voor de afwas, de morele support en – niet geheel onbelangrijk - alle vormen van (non)alcoholica.

Onderwijl op de hometrainer wel nog via een kleine 70 km. de nodige cal’s weggewerkt.

Gisteren wat “nagedieseld” en de werkmails nog de revue laten passeren; idem vandaag.

Tegen 10.00 uur toch op pad. Snotverkouden had ik geen zin in modder en poetsen; dus de trekking gepakt. Wat bredere banden en evenals zijn berijder vandaag, wat lui.

Richting Voeren om achter Teuven langzaam naar HC omhoog te gaan, dit tegen halve wind en zon op de snuit. Opvallend veel solofietsers op pad en later bij de Berwinne zelfs een met korte broek! Bij HC afgeslagen naar het oorlogskerkhof en door naar Aubel. Fraaie luchten van zon en dreigende sneeuw? Bij Aubel gekend naar Val Dieu waar het meer dan druk was. Ondertussen ook de nodige wandelaars en route. Zoals gezegd Berwinnedal en bij Mortroux omhoog naar Warsage en door naar Withuis om het jaagpad met volle wind in de rug te pakken.

Nu gaat zo’n trekking beduidend minder hard dan een race. Bredere (noppen)banden en geometrie naar ik aanneem. Martin zal het wel uitleggen. [M: rechterop zittend en daarmee groter frontaal oppervlak en slechtere cv-waarde.]

In Meerssen door naar de Bunderberg en over asfalt en helaas niet die mooie nieuwe biaducten voor vee etc. naar Waterval. Vandaar kennen jullie de route. Toren en afdaling naar Valkenburg, dat nog stikvol toeristen zat en de Sibber omhoog. Een laatste trek tegen de wind en met 87 km sloot ik de dag op hm 655 en een gem. om te vergeten (21,7) lekker!

Vooruit en nabeschouwen zal ik op een spaarzaam moment nog wel doen. Ik ga eerst eens kijken bij het handbal, dat loopt voor Nederland en zeker ook LIONS succesvol tot nu toe.

In ieder geval al veel eindejaarsfestijn en een goede opmaat voor jullie allen en familie voor 2012. Alle goeds wensen Reinouw en ik jullie toe



Dinsdag 27 december – Derde Kerstdag

Karel
schrijft:

Hoewel geen zondag, geen TCE of wat dan ook toch een klein verhaaltje (kerstvertelling).
Om ca. 11.00 gaat de telefoon, ik sta met de stofzuigerslang in de hand (om te gaan stofzuigen, niet de hond te slaan) vlakbij en neem op. Martin, voordat hij iets kon zeggen hem al geantwoord dat ik mee wilde gaan fietsen, moest wel eerst nog zuigen.De kerstcalorieën moeten er toch uit !

Om 11.30 was Martin bij mij en à l'improviste richting het meest westelijke punt van Duitsland. Waar we overal geweest zijn weet ik niet, maar op een gegeven moment kwamen we op de internationale weg tussen Brunssum en Koningsbosch. Vandaar richting St. Odiliënberg en door Linne en Maasbracht naar Thorn koffie drinken.

In Thorn heeft de "Wirt" zijn kersthart gevolgd en ons koffie met vla voor een lager bedrag dan normaal geserveerd. Achtergrond was dat we niet meer bij elkaar konden leggen dan € 7,--. Eigenlijk had Martin niet meer bij zich; Ik had helemaal niets bij me.Misschien dat Martin nog het Garmin routekaartje toevoegt.
Vanuit Thorn via België naar Roosteren en weer naar huis. In totaal bijna 100 km. Voor deze tijd van het jaar niet slecht.

Allemaal een fijne jaarwisseling en fijn fietsjaar 2012 toegewenst.



Zondag 18 december – Niet naar Banneux

De Dode:


Had Karel al tweemaal laten weten er zeer waarschijnlijk niet te zijn voor de penitentietocht naar Banneux, Henk was vrijdag nog wel zelfverzekerd. Jos had de week ervoren gezegd er bij goed weer wel te staan. Van de anderen heb ik geen aan- noch afmeldingen vernomen, dit ondanks het verzoek op de website – een verontrustende ontwikkeling.
Ik lag op tijd en alleen in bed met de kleertjes klaar en toen ik om 7h45 opstond en naar buiten keek zag ik sneeuw in de tuin en ijs op het verandadak. Dit samen met de wetenschap dat in de Ardennen geskied kon worden deed me hevig twijfelen.
Maar Henk was resoluut geweest, dus stuurde ik hem een berichtje: ‘?’.

Ondanks het feit dat Henk sinds kort een iDing heeft waarmee hij kan SMS’en, WhatsAppen en iMesssagen (en zelfs telefoneren) geen antwoord van hem. Op een ouderwetse SMS kwam ook geen contact en toen ik hem belde bleef het ook stil.
Hieruit de conclusie trekkend dat hij de dekens nog eens goed over de oren had getrokken. De voorspelling alleen aan de toren te staan (geen positieve aanmeldingen verder zoals ik al gezegd had) deed me besluiten niet te gaan.
Tot ik om 9h44 een berichtje van Henk kreeg dat hij aan de toren had gestaan – alleen!
Op de vraag waarom hij dan mijn berichtjes en telefoonoproep niet beantwoord had antwoordde hij dat zijn iDing op de trilstand naast zijn bed had gelegen en dus onopgemerkt gebleven was. De wetenschap dat als hij hem had gestoken daar waar de zon nooit schijnt, hij waarschijnlijk niet onopgemerkt gebleven was, liet ik voor me.
Enfin: hij was ook met koude voeten (kon zijn overschoenen niet vinden) teruggekeerd.

Nadat ik uit bed was, ontbeten had en naar buiten keek bekropen extensionalistische gevoelens mij en dacht ik: ‘Eruit!’.

Een korte solorit die mij via Watersley en Etzenrade in de krochten van de Selfkant bracht. Bij Panneschop een lekke achterband, waarbij ik bij het verwisselen nog een aardig gesprek had met een lokale bejaarde dame die vroeger ook gefietst had.
Echter, maar een rebiba bij me, dus maar de kortste weg naar huis en via Brunssum en Amstenrade terug. Het weer viel alles bij elkaar me erg mee. Typisch Banneuxweer eigenlijk.

Ger:

Gisteren het eerste dikke pak sneeuw in de Alpen en Dolomieten. Van de weeromstuit ook de liften open in de Ardennen en vanmorgen kon ik weg door het weliswaar uiterst dun laagje wit in Gulpen. De winter wordt nog wel wat!!

Met de MTB kun je eigenlijk altijd fietsen en al gauw kwam ik erachter dat het een mooie route zou worden. De tracks overal nat met veel plassen; blauwe afwisseling in de luchten en al gauw doorbrekende zon. Temp. rondom nul graden; genieten dus, maar ook binnen no time een echt modderballet; ook op mijn kleren.

Via Gulpen West naar Scheulder en daar weer het veld in om door Margraten en via de groeve bij ’t Rooth richting Bemeler te gaan. Die af en weer omhoog naar de Rasberg. Ondertussen toch wat raceduo’s gezien; wel goed ingepakt en uiteraard de gekende hondenuitlaters, annex wandelaars. Op de kop van de Rasberg lusje omlaag richting M’tricht in de zon en onderlangs de grotten bij Bemelen. Dat is met dit weer een soort riviertje met ca. 5 cm water. De wandelaars vonden het wel stoer dat ik gewoon daar doorheen crosste (kennen uiteraard mijn karakter niet!). Fiets schoon en zelf niet al te nat. Klimmend naar C&K, maar net voor dat ik daar was weer richting Margraten om vandaar naar IJzeren te gaan. Daar ligt een echt glibberpad; harde ondergrond en een 5 cm natte derrie daarbovenop. In Scheulder omlaag naar de schaapskooi in het Gerendal en daar klimmend doorgestoken naar de kop van de Dode man.

Afgedaald naar het water en daarlangs naar Stokhem om de helling boven Wijlre van de Stokhemse kant te bedwingen. Mooi winters uitzicht op Wijlre in de zon, maar de sneeuw was weer nagenoeg weg. Achter kasteel Cartils naar de Eyserhalte als laatste klim voor vandaag.

Een kleine 55 km. afgelegd met toch nog 16,3 gem. hm 650 viel ook niet tegen. Daarnaast vandaag door de 6000 km. grens gegaan en ook > hm 60 km. Tevreden fiets en mezelf gepoetst en dan naar een verjaardag.

Kan helaas niet op de borrel zijn; en dus ook niet genieten van de heroïsche verhalen van de sneeuwrit naar Banneux.

Inmiddels is de borrel geweest; aanwezig Henk, Karel, Hans en Jos. Welke afspraken hebben we gemaakt voor 2012:
Karel voegt toe:

Zoals Martin al heeft aangegeven was ik zeer terughoudend om me te binden voor Banneux. Kriebelde eigenlijk toch wel. Maar toen ik vanmorgen om 7.30 naar buiten keek en sneeuw op auto's en struiken zag ben ik maar weer lekker onder de dekens gekropen. Na het (latere) ontbijt uitgebreid met Lilian en Max gaan wandelen in het veld achter Munstergeleen. Wind in de rug was lekker, maar wind tegen toch nog wel pittig. Thuis gekomen bleef echter de zon en de hier en daar opdrogende weg, nog steeds lokken. Dus toch maar mezelf vermand, enkele truien, twee paar sokken en dikke handschoenen aan en toch nog gaan fietsen.
Eigenlijk als je goed en wel aan het trappen bent valt de kou toch wel mee. Via Schinnen, Thull en Vaesrade naar Hoensbroek, Door naar Weustenrade en via Retersbeek naar Klimmen. Ransdaal af door Wijlre naar Gulpen. Ingbergrachtweg omhoog naar het plateau. Hier wind op kop. Was toch wel weer fris. Door Sibbe naar de Daalhemer. Onvoorstelbaar hoeveel mensen er om ca. 15.35 nog in de rij stonden om in de Fluweelengrot gezellig aan te schuiven en geld uit te gaan geven aan dingen die je niet nodig hebt. Crisis? Overigens was het in heel Valkenburg druk; deed een beetje denken aan van de zomer toen we onenigheid hadden met toeristen. Waarschijnlijk waren ze nu wat vergeeflijker. Vanuit Valkenburg via het Haasdal en Schimmert weer naar Spaubeek en via het Stammenderbos weer naar het hooggelegen Puth. Op veel plaatsen waren nog dikke zoutkristallen op de weg van het preventief strooien.




Zondag 11 december

Na twee weken van afwezigheid (Engeland en een door Ger niet geaccepteerd excuus van werken in de tuin) moest het er deze keer voor De Dode maar weer eens van komen. Henk was de vrijdag ervoor twijfelachtig, Karel onder het niveau van aarzelen.Toen ik langs huize Leenders reed waren de luiken alle toe en noch onderaan het dierenasiel, noch aan de Kluis maakt Henk acte de présence, dus alleen door naar de Minaret. Er was gepekeld, iets dat volgens mij gans niet nodig was.

Aan de toren was dan ook al van verre het geknoter van Beppi te horen over de combinatie van pekelen en zijn – inderdaad – mooie Roubaix. Vooral de keuze van de wielen deed mijn hart sneller kloppen.
Hierbij vielen mijn nieuwe Elite bidonhouders natuurlijk in het niet.

Een onklaar doel dus maar wat gereden: de Waterval af en via Rothem naar Weert en Ankersmit. Schuin af naar Itteren en geheel tot de stuw van Borgharen gereden waar inmiddels weer aardig wat Maaswater overheen ging.
Over Wilhelminabrug en bijna een toerist omvergereden die zonder ook maar de indruk te wekken om haar heen te kijken midden op straat liep te fotograferen. Een van de velen vandaag.
Bij André omhoog en de Slavante omlaag en naar de stop van Ternaaien waar inmiddels hard gewerkt wordt aan de constructie van een nieuwe, grotere, stop.
Tegen een aanwakkerende wind naar Visé en zodoende Pam-Pam. Een mooi doel voor een winterdag.
De tafels en stoelen waren van het terras verwijderd dus moesten we naar binnen waar we ons de koffie en abrikozenvlaai goed lieten smaken. Gesproken over sociale armoede en de Planche de La Belle Filles.
Terug wat heuvels opgezocht: de weg naar Berneau en zo naar ’s Gravenvoeren en de Mescherhei op – nu met een bijna stilgevallen wind mee. Te Libeek het kleine klimmetje rechts omhoog en zo rechtdoor door Herkenrade om in Bruisterbosch uit te komen en zo naar Margraten. De zon was inmiddels gaan schijnen en het werd aangenaam.Door naar IJzeren en Sibbe, waar Jos besloot ter vermaeck de Daalhemer af te dalen. Onderin V’burg stond een massa mensen te wachten om zich in de Fluwelen grot, betaald, te onderwerpen aan allerlei commerciële Kerstuitingen. Tim Krabbé zou hier een mooi citaat over kunnen schrijven…
Van Strabeek omhoog naar Groot Haasdal, onderin, zelfs al waren we gewaarschuwd het fietspad gewoon gemist. Te Groot Haasdal nam Jos afscheid en alleen door naar Spaubeek en de Stammenderbos omhoog. 84.7 @ 24.5 @ 586 hm. Niet slecht voor een winterdag.Heren, vergeet u niet volgende week de penitentietocht naar Banneux en de afsluitende winterborrel!

Ger:

Beetje eindejaarsfietsweekend.

Gisteren eerst tot ca. 13.30 gewerkt; niet in de tuin zoals Martin vorige week, maar gewoon voor mijn werkgever. Wat dingetjes waar ik eens rustig voor moest zitten. Want ik wil voor kerst mijn project geaccordeerd hebben (en dat gaat nagenoeg zeker ook lukken!). Toen langzaam de zon kleur gaf aan de wintertuin, dacht ik waarom zou ik mijn kop niet eens gaan leegmaken op de Concorde. Aan golf had ik niet zo veel zin.

Meteen gedaan en een mooi ritje met wel de wind verkeerd. Begonnen op de huisberg (de Ingber) en via de Sibber af naar het winterstadje Valkenburg. Niets te zien van die grottengekte in het deel waar ik terecht kwam, want ik wilde lekker langzaam omhoog naar Klimmen en vandaar naar Retersbeek en uiteindelijk Wijnandsrade. Dacht even koffie te drinken bij vriend Lex Litjens, maar die was niet thuis. Dan maar naar Nuth doorgestoken en via wat rustieke wegen in het homeland van de Adelaar via Schimmert naar Waterval. Het jaagpad in Meerssen opgezocht via de Oliemolen en langs de molen in Gronsveld de klim naar St-Geertruid gepakt.

Inmiddels lage zon en komende duisternis dus vandaar terug.

Heerlijk ca. 60 km uitgewaaid met een tempo nul.

Vandaag weer de Cube. Uitgeslapen tot 9.00 en broodjes gehaald. Dus pas weg na 10.00.

Bewust kies ik altijd de officiële MTB-routes om niet te veel conflicten te krijgen met wandelaars. Die kunnen er overigens ook wat van, want gisteren had ik op het asfalt bijna zo’n plots ‘kruisende’ hond aan 15 meter lijn voor mijn wiel. Bellen hielp niet meer; dus mijn schreeuw hield de hond tegen en joeg zijn baas en bazin (terecht?) de greppel in.

Ergo weer naar St-Geertruid. Da’s veel klimmen en kans op doornen optimaal. Gelukkig vandaag harde tracks; dus lekker gepeddeld. Zal jullie de route besparen; heb ik immers al tig keer gemeld. Wel dat ik net op tijd was om in Libeek niet in een cyclo terecht te komen. Aan het eind om boven de 50 km. te komen nog de hellingen bij beide campings in Gulpen gepakt. Zijn allebei kuitenbijters: de Gulpener vanwege zijn nattigheid, waardoor je wat wegzakt en die bij Osebos is gewoon steil.

Beide dagen veel fietsers gezien, vandaag ook weer de gekende paarden en uiteraard de wandelaars.

Alles is weer schoon en saai maar lekker: nu de sauna in.

N.B.: dacht gisteren dat de eindejaarsborrel wel weer eens aardig zou zijn. Mooi dat Martin initiatief neemt. Helaas moet ik verzaken; verjaarsplichten roepen ons beiden.



Zondag 4 december

Ger
schrijft:

Vorig weekend inderdaad (en uitzonderlijk) ‘sans’. De 1,5 uur zaterdag op de hometrainer tel ik niet als zodanig. Zaterdag was handbal in Mannheim en zondag housewarming bij onze tweede in Den Haag.

Dat moest dus vandaag allemaal worden rechtgezet. De Valkenburg-route - mooi en zwaar - was dus mijn doel.

Achter het kerkhof omhoog via Gulpen-west om vlak onder de top van de Ingber te eindigen. Daar kort over het asfalt naar beneden en voor de verkeersdrempel linksaf weer het plateau op. Naar Stokhem gedaald met fraai zicht op Wijlre en langs het water om bij de eerste camping weer omhoog te gaan. Min of meer parallel aan de Dode Man; een stevige klim die op natte ondergrond in het eerste stuk modderig en doorslipperig is; bovenin erg steil en met een stuurfout moest ik de laatste tien meter lopen. Via wat mooie paden door het Gerendal en zo naar Sibbe. Door naar Vilt en daar parallel aan de Cauberg omlaag om bij de Leeuw te eindigen.

Over asfalt naar de Polfermolen en het station om bij de hockey weer het veld in te duiken. Emmaberg en de Heek als doel via mooie klimmen en vervolgens terug voor Valkenburg om daar de hele fraaie en steile klim naar de Kluis te pakken. Liep weer lekker en naar Walem terug; Schin op Geul en Schoonbron.

Daar kwam een heer tegen die qua fietsstijl op Jos leek. Kon echter niet, want die man had een helm op!

Zag echter een gele Ciocc voorbij flitsen en het bleek toch Jos te zijn met een fraaie Giro op zijn hoofd.

Even wat getut en beiden weer verder.

Het slot was de helling naast de Keutenberg on via een klein stuk Gerendal bij de Schaapskooi omhoog te gaan naar Sibbe. Over het plateau richting molen om daar af te steken naar huis.

Moe, want het was modderig en de hartslag gaf een grillig patroon met pieken en ca. 45% in het een na zwaarste niveau.

Echter voldaan en tevreden de fiets gepoetst De getallen ca. 53 km en 765 hm. Gem snelheid was nog meevallend met 15,3 km.



Zondag 27 november

De Dode:


Nadat ik al twee avonden laat in bed lag, na een vermoeiende werkweek (Delft, Zwolle, Capua), een ‘verstopt Utrecht-CS’ en gisteren de 60/65e verjaardag van mijn zus en zwager in een alleraardigst etablissement te Heijplaat, dacht ik vanmorgen, nadat ik om 8h45 wakkerschrok en de wind om het huis hoorde waaien: ik blijf er nog even in en ga ook niet kijken of er ge-SMS’t is.

Nu ik dit schrijf heb ik nog geen verslag ontvangen dus niemand of slechts analfabeten hebben gefietst.

Tegen een uur of twaalf dacht ik, na vorige week niet gefietst te hebben (wel die 17 km hardgelopen dus!): laat ik maar even gaan.

Geen TCE-rit, dus geen routekaart, wel zo’n 60 km: eerst noordwaarts met de wind mee over Windraak, Doenrade, Viel en Bingelrade. Daar het de laatste keer gemiste binnenweggetje naar de Etzenrader molen en zo Duitsland in. Via mooie weggetjes uiteindelijk richting Susteren waar ik even stilgestaan heb bij grenspaal 109B, het meest westelijke punt van Das Reich, althans, als we de periodes ’14-’18 en ’40-’45 gemakshalve even uitsluiten. Een mooie paal, dat wel.

Door Susteren en langs het spoor tot Echt, waarna de col genaamd Pont du Canal Juliana. Nu terug tegen een aangewakkerde wind en inmiddels ook een lichte miezer. Karaktervormend zou Thomas Dekker (zou die clean blijven?) zeggen. Via Roosteren naar de Sluizen van Born en oostwaarts Limbricht, Sittard en langs de Heemtuin naar Puth.

Een gore fiets en een rein geweten.



Zondag 20 november

Karel schrijft:

Martin op "feestbezoek" naar Engeland dus alleen naar de toren.

Op grote afstand was al te zien dat er iemand stond te wachten. Eerste gedachte Henk, maar het postuur was te fragiel en de kleur van de helm klopte niet, dus zal het Hans wel zijn. Maar nee, Jos met helm, nieuwe schoenen en de nieuwe Specialized. Even later kwam Hans nog aanfietsen. Die wist precies te vertellen dat Jos donderdag z'n fietst had opgehaald.

Op de vraag waar naar toe kwam Jos heel resoluut met "Pam-Pam", Dus zo gedaan.
Via Waterval naar Meerssen en via Amby naar Bemelen, Bij de put rechtsaf naar Cadier en Keer. Rijksweg over en vandaar afgedaald naar de molen bij Gronsveld. Via het jaagpad naar Withuis en door naar Visé. Hier al na ca. 40 km koffie gehaald. Echter zonder vla, maar met zeer bijzonder "machtig"lekker (of lekker machtig) gebak.Onder de koffie zoals gebruikelijk de wereld proberen te verbeteren, nu met een college wereldeconomie door professor Hans. Lijkt zo makkelijk, waarom hebben alle wereldleiders er het dan zo moeilijk mee.

Na de wat uitgelopen pauze wilde Jos nog ergens echt bergop om z'n granny te testen. Dus omhoog via Sarolay en door naar Blegny via de voormalige classicroute. In Blegny afgeslagen naar Dalhem en daar ongebruikelijk de kasseien afgedaald inplaats van beklommen (Testen van het comfort van de fiets van Jos). Via Bombaye enz. door naar 's-Gravenvoeren en via de Kattenrot naar Ulvend. Door naar Schilberg en afdalen naar Slenaken. Euverem en Gulpen en naar l. Na Gulpen Hans rechtsaf naar Voerendaal en Jos en ik door naar Schoonbron. Samen de Krekelberg op (dwz Jos op gepaste afstand voor mij). Even nagekeuveld en via Klimmen, Weustenrade en Nuth weer naar Puth. Laatste helling de Slakweg.
Al met al 100 km, in de ochtend frisjes (zelfs koud) en later een lekkere temperatuur.Thuis gekomen gedoucht, de wandelschoenen aan en nog ca. anderhalf uur gaan wandelen met Lilian en Max.

Ger volgt:

Nadat ik vorige week drie dagen in Cambridge was en in die illustere omgeving van 86 Nobelprijswinnars (waar ik derhalve niet echt opviel) eveneens een paar biertjes heb genoten, is Martin nu over de plas, naar het lijkt alleen voor dat doel; las ik op het forum. {Noot: De Dode heeft 17 km hardgelopen!]



Gisteravond laat -toen ik toch in de garage was- nog even gevoeld of ik vanmorgen moest pompen. De platte aba van de CUBE maakte me duidelijk dat plakken en doorn zoeken mijn vroege lot zou zijn. Bij het naar bed gaan gedacht of met dat mooie weer de toren, resp. een ritje naar Banneux geen aardig alternatief zou zijn. Ik heb daar zelfs over gedroomd!

Vanmorgen voor mijn doen laat wakker en uiteindelijk alle drie niet gedaan. Pas rond 10.00 de Concorde gevat en zonder doel vertrokken.

Na 500 meter niet linksaf naar de Ingber, na 750 evenmin linksaf naar de Eijserbos of Dode Man. Onderwijl bedacht dat rechtdoor de Koning van Spanje toch ook een leuke klim blijft; dus gedaan in de vroege zon. Door naar Heijenrath en vandaar Teuven en daar bedacht dat de vals oplopende klim naar HC wel leuk zou kunnen zijn. Voor mij een klim waar Hans me ooit naar boven geloodst heeft en ik daar onze Zweed op het laatste stuk ter plekke kon laten. Aldus gedaan om boven tot de ontdekking te komen dat het asfalt richting Aubel inderdaad van de eerder door Martin aangegeven prima kwaliteit is. Onderwijl mooi uitzicht op het dal aan de linkerkant en een mooi tempo te onderhouden. Ook hier weer vele fietsgroepen.

In Aubel over de markt gewoon richting Val Dieu, maar me voorgenomen nu eens niet Berwinne-dal te doen. Ergo overgestoken in Val Dieu en omhoog op de “split-klim” van Hans. Boven afgezwaaid naar Mortroux via fraaie binnenweggetjes en via Dalhem naar Visé. Dat vind ik om een of nadere reden net Frankrijk.

Bij Pam-Pam een paar MTB’s, maar door richting Loën, want ik had de Halambaye in gedachten. In Loën zo waar vijf jeugdigen gezien.

Als je alles wat rustiger hebt gedaan (en dat had ik) dan is die Halambaye zo gek niet.

Vervolgens het mooie pad naar Eben Emael; ondertussen afgezien van St Pierre, want M’tricht had ik niet echt zin in. Onder Neerkanne door en via de Noorderbrug me richting Itteren en Maaswerken begeven. Groots en mooie veldwegen en fietspaden en via allerlei omzwervingen toch in Geulle aan de voet van de Slingerberg beland. Die maar soldaat gemaakt, want dat was het plan. Ondertussen met een jonge god op een Cervelo die aan het uitfietsen was samen opgetrokken. Gebruikelijke fietspraat.

Boven op de Slinger gekend: door naar het vliegveld, Waterval, Toren, Valkenburg en de rijksweg naar Wittem.

Afgeklokt met ca 112 km, 840 hm en 23,9 gem. Een lekker najaarsritje in de zon. Genieten was het.



13 november – Waldschenke

Ger
, de poepfietser heeft het eerst zijn verhaal klaar, dus:

Gisteren weer ons culinaire clubje gehad; zeer plezierig en de data voor 2012 staan weer.

Ergo vanmorgen mochten de calorieën er weer uit. Gekozen voor een lekker zware route en wel de combi van Mechelen en Vijlen.

In de start de heuvelrand aan de rand van het dorp richting Wijlre opgezocht en vandaar naar de Dolsberg. Dit keer omhoog en gelijk omlaag. In Wijlre richting kasteel Cartils en vandaar omhoog naar de Eijserbosmast. Dat is een lange maar heerlijk lopende klim. Dit keer in gezelschap van twee collega bikers. Een duidelijk te snel voor mij (een soort Docteur dus) de ander te hebben. Met hen opgefietst richting Nijswiller en daar scheidden zich helaas onze wegen.

Ondertussen hele mooie uitzichten; een combi van nevel en flarden van daar doorheen proberen te breken zonnestralen en dat ook nog zeer afwisselend.

In Nijswiller omhoog naar het vliegveldje en doorgestoken bij Hilleshagen om via een vals omhoog lopend pad Mechelen te bereiken Daar door naar Hurpesch om de Vijlenroute op te pakken. Eerst door Rott (nog steeds die mooie vergezichten waar de zon steeds beter door de nevel kwam en fraaie beelden losmaakte) en zo naar de rand van Vijlen en door richting Vaalsbroek. Daarvoor echter rechts afgeslagen om het bos in te duiken met mijn lievelingsklim naar de toeristenweg.

De paden waren goed te doen, zodat ik na afloop nauwelijks hoefde te poetsen, maar dat was ook goed voor het gem. Dit keer 15,6 en de beide ritten in januari/februari jl. waren er met 14,1 aan. Overigens op ca. 52 km hm 900.

Op de toeristenweg weer het bos in en dat loopt lekker vals naar omlaag om bij de kop van de Camerig de kruising van de grote weg te bereiken. Overgestoken om via een mooie afzink een echte single track keienafdaling naar de voet van de Camerig te doen. Liep voor mijn doen wel lekker.

Bij de ijs en fruitkraam niks te doen en door Epen en het veld naar Eperheide. Dat is een smerig klimmetje, maar dit keer hoefde ik niet de allerkleinste te steken. Weer door het bos en zo overgestoken naar het plateau boven de weg Slenaken-Gulpen. Lekker doorgetrokken en tot slot de helling bij Osebos. Die met twee anderen gedaan; een weer te snel voor mij, de ander achter me latend.

Lekker gereden; fiets gepoetst en nu de sauna in met Reinouw.


Het hardcore road-team heeft ook gereden. Stuurde Karel rond achten nog een sms’je met ‘?Wel koud he!’, het antwoord van de Dode was: ‘8h55 bij jou’. Zo kap je twijfel af. Henk stuurde een sms’je ‘Ik niet vandaag!’

Getweeën dus naar de toren waar op gelijk moment onversaagbaar Le Docteur en Beppi verschenen. Beppi nog steeds zonder de Roubaix, de naven zouden nog niet besteld zijn of zoiets…
Het weer was naargeestig: mistig en koude druppels vielen van de kale takken. Het idee Die Waldschenke was geboren dus daarheen. Eerst via Arensgenhout en de Emmaberg over de zenderweg naar de onderkant van de Goudsberg en zo door het Geuldal gejakkerd tot Wittem. Vandaar naar Partij en de trambaan naar Wahlwiller en Nijswiller. Langs het kasteel en verder de grote weg naar Vaals gevolgd, echter, bijzonder ongewoon, bij Mamelis de prachtige klim die start met 10 meter onverhard, maar vervolgens bijzonder mooi naar Orsbach loopt. Ook begon de zon inmiddels te schijnen, wat het bijzonder fraai maakte. Van Orsbach over het plateau oostelijk, de Siegfriedlinie kruisend en slingerend langs de golfbaan afdalend naar het Klinikum. Een beetje gepield door diverse woonwijken van Aachen om uiteindelijke de klim naar de Waldschenke te volgen.

Even getwijfeld of we buiten zouden zitten, maar toch maar naar binnen. Koffie en lekkere taart, discussies over leraren met losse handjes, Berlusconi en allerhande andere losse flarden. Na de koffie weer opgewarmd verder naar Kelmis met een kleine omweg door Hergenrath.

Op de grote weg nog even gekeken of we een paadje langs de Geul konden volgen, maar dat leek dood te lopen. Dus even de grote weg gevolgd en vrij snel rechtsaf naar Moresnet en Plombières. Voor Plombières linksaf door vergeten woonwijken naar de watertoren, een lastige klim, en afgedaald naar de weg naar Hombourg.

Vrij snel rechts over het prachtig golvende en bochtige weggetje naar Sippenaeken en gekend verder naar de Smidse, waar de mensen buiten op het terras in het zonnetje zaten, Hurpesch en Mechelen.

Naar Partij en zo over de Allee weer terug. Hans sloeg rechtsaf naar Eys omdat Ransdaal dicht zou zijn en gedrieën verder door het dal. Martin aan kop en Jos en Karel er achteraan. Karel kende overigens zijn plaats daar inmiddels.

Routineus sloeg Jos in Schin op Geul af: ‘Hoi!’ en was ‘ie. Getweeën door naar Broekhem en de weg naar Groot Haasdal, niet nadat we de bijzonder onlogische fietspadenconstructie rondom de rotonde niet doorgrond hebben kunnen. Van Haasdal naar Schimmert en door het Stammenderbos naar huis. 99.15 km op de teller, 1012 hm en een ouwelullentempo van 23,5 per uur, maar ja – voor een winterse dag.



Zondag 6 november

Vandaag was Roubaixweer, ware het niet dat de Roubaix, waarnaar wij intussen toch wel heel nieuwsgierig geworden waren er niet was. Wie er wel waren: Henk, Karel en Martin en even later Hans die dacht ons tegemoet gereden te zijn, wat echter niet gelukt was daar wij, erg ongebruikelijk, alternatief naar ons clubhuis gereden waren; te weten over de Adsteeg.

Henk stelde voor België ten westen en daar ik niet over de lelijke en nu onoverzichtelijke snelwegbrug wilde besloten om via de pont van Berg aan de Maas te gaan.
Daar te komen was al een hele onderneming. Via Geverik en een mooi door Henk ontdekt binnendoorweggetje naar Elsloo, over de kasseien en de brug en noordwaarts tussen Maas en Julianakanaal door Meers en het weinig bezochte Maasband. Daar vergisten wij ons even, maar daar vergissen feitelijk is toegeven dat je je vergist en niet anders, stoïcijns onverhard doorgereden zonder de Di Stefano de kans te geven te mopperen. Zo kwamen we in Urmond aan en rondden een rondje om de mooie terpkerk af om via een wandelpaadje steil omhoog weer op de weg uit te komen. Hier bleek Karel een platterende aba te hebben, maar geen zadeltasje met rebiba (reservebinnenband); dat was hij inderhaast vergeten, bang om te laat voor De Dode te zijn.
Naar het pontje en over de fietsroute tegen een mild noordwestenwindje richting Maaseik in een strak tempo, elkaar regelmatig afwisselend en uiteindelijk met een drietal Vlamingen opfietsend.Te Maaseik bij het pannenkoekenhuis de koffie en vla buiten, gezeten onder de terrasverwarming (“Ze branden nu eenmaal toch”). Griekenland, ziekenhuizen, doktoren waren de onderwerpen van gesprek.

Met de een kleine omweg terug naar huis. Dit terrein was Henks werkterrein en met onnaspeurbare omwegen raakte wij zelfs in Die Heimat, de grens met Nederland enkele malen rakelings scherend, ook hier het onverhard niet schuwend en in Millen een kleine omweg langs het extra-cemeteriograf van een onbekende vrouw (waarschijnlijk een onkerkelijke naziprostituee). Henk en ik hadden onlangs een mooi weggetje voor Jabeek gespot dat we wilden showen, maar ondanks tijdige waarschuwingen aan Hans dat we binnenkort linksaf moesten reed hij door. Henk er achteraan, Martin toch links het paadje in, wachtend op Karel die niet kwam. Uiteindelijk bleek dat Hans, Henk en Karen in Bingelrade gewacht hadden terwijl Martin doorreed via Jabeek en Doenrade. Karel kwam te Puth nog even checken of ik er was. Heel attent!
Toch weer 88 km.



Zaterdag 5 november.

Een voorschot op zondag nemend schrijft Ger:

In een wat bespiegelende, wellicht zelfs wat “contemplatieve/sombere” bui stapte ik vandaag op de fiets.

Na vorige week het “Emo-debat” van Henk & Ingrid en hun hijgerige supporters in ons parlement over onze knuffel-Angolees te hebben gevolgd met grote afkeer; de afgelopen week het “life-verslag” met ieder kwartier een update van “doet ie het niet of doet ie het wel” (gisteren) op geen zender te kunnen missen van het gevecht van de eeuw ergens in een Grieks parlement, dacht ik vanmorgen………

By the way, je ziet hoe makkelijk de K en landsaard van vervolgletters kan wijzigen en dat Limburg het dan goed doet; ieder achter dat sympathiek jong. Alleen was Leers vergeten wat hij in M’tricht altijd riep en was Douglas nog niet gepasseerd.

NB; kunnen we voor dit soort zaken geen sportverslaggevers inschakelen.

Gelukkig was het vanmorgen in Gulpen gewoon Hubertusmarkt; een gebeurtenis in de regio die weer steeds meer volk trekt. Dit zowel standhouders als bezoekers. In het buitenland op vakantie ga je daarvoor.

Wat werk gedaan vanmorgen, ook omdat ik drie dagen naar Cambridge ga. Dat is de moeder van alle Campussen; in 1960 begonnen en een echt all time succes. Over 50 jaar ben ik 110 en kan ik helaas niet meer van Chemelot genieten.

Waarom vandaag op de fiets?

Morgen in Amersfoort vieren we met alle kinderen/aanhang/(achter)kleinkinderen de verjaardag van mijn schoonmoeder. Inmiddels wel overleden, is dat in ieder geval een vast ankerpunt voor de hele familie om bij elkaar te komen. We verheugen ons daar al op.

Dus vandaag op de fiets. Twijfel welke en omdat ik geen zin in poetsen had en toch nog eens wilde testen of de Duell kraakvrij was toch de race gepakt.

Pas voor nr. 19 de Ingber op en vervolgens via Valkenburg, de Heek en Klimmen achterlangs via Retersbeek en Weustenrade naar Nuth.

Doorgestoken naar Schimmert en via de Windraak rechtdoor naar uiteindelijk Limbricht en Born. Als oud inwoner van Grevenbicht op bekend terrein en langs de Maas via Berg, Oud Urmond, Kleine Meers en onze IAZI naar Oud Geulle. Geen enkele kraak tot ik op `de mach` een brughelling pakte en een spaak losschoot. Die zaten al wat losser vond ik vorige keer, dus oorzaak gevonden.

Via Vaeshartelt de Dellen gemeden, immers geen zin in fiets poetsen en op het racepad via Vijverdal naar de voet van de Bemeler. Daalhemer af en Sibbergrub op en na ca. 85 km. heel tevreden en mijn contemplatieve bui was ook over.

Nog twee observaties.

Ik heb fietsers gezien van complete winteroutfit tot gewoon zomers. Ook daar dus absolute verwarring. Dat was overigens met een aantal fraaie dames in Valkenburg ook zo!

Terug zag ik een zeer adequate reactie van Martin op ons forum. Hij begreep gewoon mijn `one word message´ Daarnaast een taalgebruik waar Henk & Ingrid wat van kunnen leren.

Veel plezier morgen!



Zondag 30 oktober – ‘Wintertijd’

Een massale opkomst aan de toren: Henk, die besloot niet de gehele dag op familiebezoek te gaan, Beppi, die wegens slecht weer eerder uit de Provence teruggekomen was, Karel, terug uit Marokko, natuurlijk Le Docteur en tenslotte De Dode die redelijk van zijn jetlag hersteld was.

Pou-Pou heeft ongetwijfeld het poepfietsseizoen definitief geopend..

Henk riep als doel Welkenraedt en daar Martin niet weer dankzij de Garmin fout wou rijden, liet hij vooral anderen de route bepalen. En het was weer een mooie deze keer, want een ongewone, met mooie herfstkleuren, een droge weg en weinig wind. Een paar bijzonderheden: van Slenaken naar Teuven lag mooi nieuw asfalt en vanuit Teuven de bijzonder mooie klim langs de schoorsteen. Om de drukke en slechte weg langs het kerkhof van H-Chapelle te vermijden (die nu overigens afgesloten leek – wellicht zou er eindelijk nieuw asfalt komen), langs Detri omlaag en vervolgens allermooist door de kom van Aubel richting Clermont en de zeer fraaie klim vanuit het dal met een tweetal waarachtige haarspeldbochten omhoog. Even de grote weg volgend naar ons hoogtepunt en langs het gekkenhuis af. Daar moet overigens een zijweggetje binnendoor naar Welkenraedt zijn, dat we nog eens moeten checken.
In W. de gekende patisserie met een wat gering vlaaiassortiment. De discussie ging overal en nergens over en was niet te reproduceren.

Naar achteraf bleek op precies de helft keerden we terug, wederom ‘ongewoon’: over en onder het spoor naar Lontzen en de kapel van Sienna en daar links door Hergenrath, Kelmis en Moresnet. In Moresnet een kleine mooie D-tour: de Zandweg (Rue de Sablon) en via het Drielandenpunt (prachtige klim, prachtig wegdek en prachtige uitzichten) omhoog.
Voor Lemiers overlegde Henk nog even of we de klim van Orsbach wel zouden doen, aangezien Karel een beetje aan het bengelen was, maar we besloten toch recht over te steken zonder commentaar te horen…

Traditioneel naar Baneheide en richting Eys, waar Hans hardnekkig de linker variant forceerde, die inderdaad landschappelijk mooier is. Na wat gesouffleer vooraf, de Eyserbosweg op, een helling waarvan Karel nog trots meldde die vrijdag op het middenblad gedaan te hebben. De Dode repliceerde dat dan maar.

Door richting Eyserheide en zo naar de Korte Vrakelberg waar boven in Colmont Martin een lekke voba ervoer. Razendsnel met vereende krachten verwisseld, onder het toeziend oog van Maria. Jos rechtdoor de Kar en de rest door Winthagen naar Voerendaal waar Hans afzwaaide. Gedrieën naar Weustenrade en in Laar ongewoon het spoor over, waar overigens alle niet meer gebruikte rails nu verwijderd worden. Langs de beek af naar Thull, de Muldersplas en bij Terborg de Slakweg omhoog. 106 km; een mooie tocht voor eind oktober!

Tot slot een paar puntjes:
Ger schrijft:

Gistermorgen eerst nog mijn presentatie van het businessplan van het Campus Consortium op punt gesteld en vervolgens de Cube opgesprongen. Gisteravond hadden we een feest bij onze jongste in Nijmegen met eerst Marokkaans eten met zijn vrienden en vriendinnen. Een van zijn beste vrienden is Mo en die kan als de beste de gerechten van zijn oma op tafel toveren of het niets is. Heerlijk gegeten.

Omdat het wel laat zou worden (over het bier niet te spreken) daar blijven slapen en dus gedacht dat vandaag “Sans” zou zijn.

De wegen waren goed droog en de Maastricht-route is snel. Niet te veel hm en kachelen, zo’n beetje parallel aan de grote weg die overigens goed uit zicht blijft. De helling in het Savelsbos – overigens een echte single track waar geen enkele ruimte is - ging zelfs dit keer lekker en slechts een voetje aan de grond op het eind. Voor de wind bovenover naar de Pastorij in C&K en vervolgens omlaag langs St. Joseph. In die helling een lekke; geen doorn gevonden dus maar nieuwe biba. Nog geen km verder weer lek en toen vertrouwde ik het niet meer. Reinouw was, wist ik, niet thuis, dus maar lekker vanuit M’tricht welgemoed teruggewandeld naar huis. In Margraten nog eens gebeld en zo heb ik de laatste 5 km nog een lift gehad.

Thuis goed gekeken en jawel; een scheurtje in de zijwang. Op weg naar Nijmegen nieuwe Nobby Nic aangeschaft voor het geval vandaag misschien……

Fantastische partij gehad; nog net niet café mee gesloten, maar vanmorgen toch al vroeg op. Ontbeten eens gekeken of onze jeugd nog leefde en tegen 11.00 naar Gulpen. Reinouw wilde naar een fototentoonstelling; ik hoefde niet mee, dus om 13.30 zat ik weer op de fiets om revanche voor gister te halen. Zelfde route, zelfde mooie harde tracks en weer het voetje nodig in het Savelsbos. In Bemelen weer een extra lusje Rasberg gedaan en verder me tussen allerlei wandelaars geslingerd. Ook de paarden waren weer onderweg en eenieder aan het genieten van het fraaie weer.

Toch een kleine 85 km gedraaid en de kou begint langzaam aan te verdwijnen.

Fiets weer gepoetst, direct nog even de ketting smeren en weer klaar.



Zondag 23 oktober – La Buissonnière

Alvorens de webmaster het verslag van La B. kond doet, eerst het verslag van Pou-Pou (die niet La B. gedaan heeft):

Vorige week waren we het weekend met onze eetclub aan de Belgische kust. Fraai weer, lekker gegeten en in Knokke nog de finish van een 4-daagse classic car-rally meegemaakt. Daarbij waren er ook nog stands van ondermeer Ferrari, Mc Laren, Porsche, Rolls Royce. Kortom genoeg vertier voor ons soort volk. (sec!)

Teruggekomen las ik op onze site dat onze “knasse knarren” eindelijk eens lekker hadden kunnen fietsen. Niet gehinderd door dat jonge, dan wel langzame volkje een full out. Dat le Docteur nu ook al alleen wil slapen… Waar is de tijd dat hij zelfs van snurkers geen last had.

Ben zelf nog steeds snotverkouden; zwak ziek en misselijk en durf dan ook niet al te veel aan. Daarom helaas vrijdag een uitnodiging van een RABO-BETS vriendje om de Cauberg Clinic mee te doen moeten laten passeren. Zag ze gister op dag twee wel stevig doorfietsen. Gisteren en vanmorgen waren al onze drie kids er, dus ook vandaag de afsluiting van ons Watertorenteam met enige spijt laten lopen.

Toch gefietst.

Gister de eerste MTB-rit en wel de Margratenroute. Via Scheulder en Margraten door veld en bos naar Bemelen en daar de Rasberg op toch maar gepakt. Dat is een hele mooie maar zware klim. Schitterend in de zon en fraaie uitzichten; op de Rasberg o.a. M’tricht. Terug kom je dan via de grotten in Bemelen en met het schampen van B&T uiteindelijk bij de schaapskooi van het Gerendal. Daar omhoog en achterlangs het veld in Ingber terug naar huis. Rit kostte me veel inspanning, zoals de Polar liet zien.

Vanmorgen tegen 10.30 na het gezamenlijke ontbijt met verse broodjes en nog een gezellige naklets van gisteravond toch weer de zon in. Nu voor de St. Geertruidtoer. Mooie route zoals die ook gister in de Limburger stond. Ik vind hem toch zwaar omdat je op de mooie paden snelheid kunt (en moet) maken. Daarbij plak ik er voor- en achteraf nog wat hellinkjes aan. In het begin bij Pesaken langs een kam omhoog naar het plateau van Heijenrath. Dan Loorberg af en de route oppakken. Aan het einde ben ik in Pesaken weer terug omgedraaid om aan de andere kant van die kam omhoog naar de golf van Wittem te gaan. Daar mooi door het bos dalen en dan weer omhoog naar het clubhuis. Bijna 800 hm, maar ook nu weer veel energie geleverd volgens de Polar.

Beide dagen lekker gereden; tegen de 100km dat is fraai, maar wel uitgepierd.

Dan nu het verslag van La Buissonnière:

Op zaterdag belde Henk De Dode op. Ik dacht met het voorstel om vandaag wat te gaan fietsen, maar nee: of we niet morgen, gezien de weersverwachting, de Buissonnière zouden gaan doen. Een goed idee…verdient navolging.Een kort belrondje onder de mogelijke kandidaten gaf aan dat verder alleen Le Docteur kon/wilde.

Om zeven de wekker in een nog donkere nacht. Een nacht die nog donkerder leek – en korter – daar ik een jetlag van 7 uur na een week USA nog moest verwerken (om maar te zwijgen van het copieuze, geenszins verfijnde eten. Ook het missen van een zondag fietsen en zeven-uur-zitten-trombosebenen hielpen niet mee.

De verwachting was dat het 16°C zou worden, dus alleen met mouwstukken, een dunne lange broek en een jackie op stap.

Ruim voor negenen op de fiets, bij een temperatuur van 1.5°C, een temperatuur die zou zakken tot een minimum van -0.8°C en het grootste deel van de tocht niet boven de 7 kwam met een piek van 14°C.

De route tot aan Hamoir bekend, waar ik mijn uiterste best moest doen om tegen onwillige ingewanden het zicht met Henk niet te verliezen (de wens Hans continue in het oog te houden, afgezien van de momenten dat ik voor hem zou rijden, was allang vervlogen).

In Hamoir had de pâtisserie helaas nog steeds congé en de bekende club op de hoek helaas niets te eten (als compensatie wel twee frisse, appetijtelijke bediendes).

Wat gepraat over crisis, OWC en ROCE en weer op pad. Al aangegeven was dat onze route na 7 km afgesloten zou zijn, maar locals zeiden ons dat we wel doorkonden. Dus het bekende pad omhoog, waar nieuw asfalt ons snel omhoog bracht. Hans aan kop, regelmatig omkijkend of we konden volgen.

Na de wegopbreking, waar we inderdaad goed overheen konden fietsen kwam een splitsing waar Hans en Henk even weifelden en Martin dus resoluut ‘rechts’ zei – een vage herinnering.

Naar later bleek iets te vroeg rechts dus zodat we in de – overigens erg mooie – klim naar Ouffet terecht kwamen en zo in Ouffet weer op de route, zei het na een – zo zou later blijken – afkorting van zo’n 15 km.Ik vond het al lang best.

De afdaling naar de Ourthe ging ondanks het slechte wegdek goed en in de klim na Esneux schoot de kramp bijna in mijn beide hamstrings.

Na afloop nog een colaatje (resp. koffie) buiten in het zonnetje (de gedachte aan bier deed me aan Khadaffi’s toestand denken) en comfortabel door Henk naar huis gebracht.



Zondag 16 oktober

Le Docteur schrijft:

Net nog even de website gecheckt. Zondag 9 oktober jl. bleek watjesdag te zijn geweest. Pappa was nogal boos daarover. Niets van gemerkt tot vanmorgen. Het virus van de boosheid blijkt nog voort te woekeren want alleen Jos, ook een digitale analfabeet, stond jullie allemaal als een onwetend kind op te wachten.

Vanmorgen was ook ik als een onschuldig kind naar de toren gereden. Daar troffen wij elkaar om een wielerfeestje te vieren alsof het al 28 december was. (Zoek zelf maar uit waar die datum op slaat.) Dat hebben we gedaan, in volle vaart, berg op, berg af. Eindelijk in Aubel heerlijk koffiegedronken met daarbij zalige friandises en abrikozenvlaai. Daarbij volop van de zon genoten. En als onbevangen kinderen zo blij, als waren wij wielerhelden, naar huis gereden.

Volgende week is Jos in de Provence. Hij zal er dan ook op 23 en 30 oktober niet zijn. Ik zal mij op 23 oktober, ijs en weder dienende, weer aan de tucht van het team onderwerpen.



Zondag 9 oktober – Watjesdag

Heren, waar moet dat heen. Wat moet de Facebookgeneratie wel niet van ons denken. We laten ons afschrikken door potentieel, ‘dreigende’ neerslag. Niet dat we gewoon gáán en onderweg wel zien.

De een na de ander meldde zich af: een ‘griepje’, een valpartij, slecht weer, familiebezoek, hondenoppas.

ANGST DAT IS HET - FAALANGST!

Toen zaterdagavond ook Karel nog begon te twijfelen, bleven alleen Henk en ik, Martin over, en aangezien we de B. al eens eerder getweeën gereden hadden, behoefden we dat niet nog eens te bewijzen. Dus belde ik zaterdagavond Henk maar op met het bericht van de afgelasting (eerste zondag van November dan maar?).

Zondagochtend bleek het weer alleszins redelijk – wat zeg ik: meer dan redelijk, dus Karel een ‘?’ ge-SMS’t en samen met hem op weg. Een SMS naar Henk bleef onbeantwoord.
Dus alleen met Karel onderweg en eerst langs Henk. Daar waren de luiken nog dicht en alles stil – slapend, dromend van fietsen, of andere activiteiten…

Maaseik was het devies, dus via Born naar de route tussen kanaal en Maas en zo door naar Roosteren en in Maaseik bij de pannenkoekentent de koffie en vla. Een van de redenen van deze wat vroege stop was de noodzaak tot defaeceren van Martin, wat hij des ochtends verzuimd had.

Over het 16 km lange spoorfietspad naar As en verder over Mechelse hei en de Duivelsberg af. Besloten niet de snelwegbrug te pakken, maar het pontje, zodat we over de befaamde kasseienstrook kwamen en zelfs een stukje onverhard.
Van het pontje naar Einighausen en door Geleen omhoog om zo toch nog op > 75 uit te komen. Dit alles met slechts sporadisch een heel klein spatje regen. Volgens mij hadden we minstens 80% van de Buissonnière droog gereden kunnen hebben. Schaamte is mijn deel.

Ger heeft toch nog gereden:

Met alle koorts, gesnot, keel- en spierpijn gistermiddag gewoon wat gepit en op tijd gister in bed. Echter eerst definitief laten weten dat ik helaas de Buisonnière aan mij voorbij liet gaan.

Toen ik echter vanmorgen tegen 9.15 een heel stuk meer mens wakker werd, voelde ik me een ouderwets watje. Ontbeten en naar de finish van de F1 in Japan gekeken. De zon bleef echter plagen en Reinouw (die er waarschijnlijk tegen op zag, dat ik nog een dag zielig ging zitten doen: mannenkwaal naar ik van haar hoor) zei: “je kunt toch ook rustig fietsen; nu schijnt de zon immers!!”

Een duidelijker signaal kun je niet krijgen en dus tegen 10.30 uur opgestapt. Niet het Heerenrijwiel gepakt, daarvan deed het tellertje het niet, maar de Concorde. Tellertje immers nodig om niet te hard te gaan, want dat had ik me heilig voorgenomen nu ik vorig jaar heb gelezen, dat inspanning met koorts niet echt wijs is.

Nu dat rustig rijden is aardig gelukt; het grote blad niet gebruikt en ieder heuveltje op het kleine mes. Echter toch nog 92,5 km afgelegd met een gem. van 23,9 en hm 590. Hartslag gem. 126 geeft aan, dat ik verstandig kan fietsen. Benieuwd of de rest de teleurstelling heeft kunnen verbijten en toch heeft gepeddeld, want ik zag bij het opstarten dat de Buisonnière was afgelast. (en tot nu 15.15 geen drup!)

De route was vandaag simpel. Langs Primosa naar Pesaken en daar door via het Gulpdal [red.: Ger noemt hier Geuldal...] naar Slenaken. Onderweg de nodige bikers die overstaken; het was immers Bart Brentjes Challenge. In Slenaken over dat fraaie nieuwe asfalt naar Teuven en rechtdoor in Remersdael omhoog naar de grote weg om links af te steken en verder af te dalen naar Aubel, Val Dieu en het Berwinnedal. Zo vaak al gefietst, maar het blijft heel mooi. Overgestoken naar Dalhem en verder naar Visé. Pam-Pam links laten liggen en voor de wind langs het water net als vorige week. Dus ook nu Slavante en via het centrum van M’tricht over industrieterrein Beatrixhaven. Ook vóór de wind me niet laten verleiden tot de grote plaat. Onderweg wat gemijmerd over werk, hobby’s, totdat ik een telefoontje van Laurentius kreeg om bijgepraat te worden. Ze hebben nl. sedert twee dagen MRSA in huis. Goed te ervaren, dat hun protocollen wel op orde zijn en tot dusverre werken. Inmiddels over de 200 mensen getest. Wat natuurlijk helpt, is dat de drie mensen die besmet zijn niet echt ziek zijn.

In Bunde doorgereden naar Geulle om de Slingerberg weer eens te doen. Op mijn gemakkie, windje nog steeds in de rug liep dat lekker en kon ik eens mooi om me heen kijken. Boven tussen de nieuwe viaducten naar Waterval en langs onze geliefde toren voor de zoveelste keer over de grote weg - met halve wind - naar Wittem.

Nu koffie en dan de sauna



Zondag 2 oktober – Aubel

Wellicht een van de laatste dagen dit jaar met mooi zomerweer, dus vol aan de bak; hetgeen zich al liet blijken door het vroege verschijnen van velen aan de Toren: De Dode, Kareltje, Beppi, Pou-Pou en Le Docteur.

Hier bleef het bij. Er werd iets als “Buiten zitten in Aubel” genoemd dus een aardig einde de richting van Aubel op. De precieze route vindt u in de link, maar het was een rare.

Het Klein Haasdalletje af om de Geulhemer omhoog te gaan - hier liet Karel zich tot grote schrik van Ger gelden – een wellicht iets te optimistische actie. Door Berg en Terblijt naar Gasthuis en het mooie asfalt naar Cadier en Keer en verder naar Honthem, Eckelrade en St. Geertruid. Via Moerslag – een tijd geleden – naar Mesch en door naar ’s-Gravenvoeren om zuidwaarts af te slaan naar Warsage en zo weer heel mooi binnendoor richting Neufchâteau en het dal van de Berwinne. Vanuit Mortroux niet Le Voie des Morts maar de grote weg op. Een weg met niet altijd mooi asfalt en redelijk wat verkeer, maar met werkelijk schitterende uitzichten links en rechts. En weg die bovendien over een heel lange afstand vals plat bleef stijgen. Van deze zijde door Julémont bood een geheel ander perspectief. Te Battice aangekomen richting Herve waar Martin het fietspad, dat als sintelpad begon, naar het westen oppikte. Dit pad is feitelijk de bedding van de oude spoorlijn van Hombourg naar Luik en derhalve vrijwel vlak. Helaas maakten velen recreanten snel fietsen gevaarlijk en Hans stelde terecht voor het pad noordwaarts te verlaten, alzo geschiedde te Retinne.

Wat toen volgde was een zonder Garmin niet te reproduceren aaneenschakeling van straatjes door buurten die dit maal dank zij de zon een redelijke indruk maakten, maar op een sombere herfstdag meer aan Coronation Street zouden doen denken.

Min of meer de helling omlaag volgend kwamen we uiteindelijk – na enige wegopbrekingen – te Jupille (van het bier) aan de Maas en leidde ons de weg onontkoombaar naar Pam-Pam.Hans vond het allemaal te langzaam gaan en gooide het gas open, slechts in een combine met Martin, en met 40 km/h ging het kop-over-kop naar Visé. Aldaar, 11h45 zei Hans om een uur thuis te moeten zijn en ging dus alleen verder. Een melding achteraf: “Missie geslaagd: vijf voor een thuis.”

Met ons vieren snel tot de conclusie gekomen dat we uitgeluld waren over Griekenland, Wilders etc., dus maar van de zon genoten en van de vla.

Besloten min of meer ‘kort’ huiswaarts te gaan en langs het kanaal naar de Stop van Ternaaien, waar een nieuwe sluis in aanbouw is.
Onvermijdelijk toch de Slavante omhoog (we hadden immers al kilometers vlak gereden) en langs een drukke Maasboulevard over de Wilhelminabrug door Rothem naar de Dellen waarna we ons in Broekhem opsplitsten. Via Schimmert naar Spaubeek en de Stammenderberg omhoog en na 117 km en 915 hm thuis.

Karel voegt toe, ook al meent hij niets toe te voegen te hebben:

Aan het relaas van Martin niets meer toe te voegen.

De Geulhemer was inderdaad even teveel gooien met krachten. De route blijft gewoon niet reproduceerbaar zonder Garmin.

Na mijn ‘trainingsweken’in Frankrijk en de aansluitende week in Limburg is toch weer duidelijk: trainen helpt een beetje, minder kilo’s maken het lichter, ik ben snel, maar jullie zijn sneller. Wel een leuke, verrassende (en snelle) tocht.

In Frankrijk heb ik in drie keer ca. 275 km gefietst. Buiten het hoogseizoen heb ik in Frankrijk ook vaak een fietsmaatje, een soort Hans, alleen jonger (slechts 53). Afkomstig uit de financiële wereld, (verlopen) amateurlicentie, fietst altijd ‘langzaam’. Volgens Lilian heeft hij wel een oude fiets. Klopt ook, tenminste in Frankrijk, Gazelle met nog historische verstellers op de schuine buis.Zijn dochter is ook een fietsfanaat. Heeft bij de redactie van de "FIETS" gewerkt en is daarbij ook covergirl geweest op de uitgave begin dit jaar voor de damesracers. Fietst o.a. ook mee in de Holland Ladies Tour.

Met hem een rondje in de omgeving (85 km) en het rondje "Ardèche". Dit is ca. 110 km en enkele keren twee snorren. Vanaf de Gorges d'Ardéche de Ventoux nog bewonderd,. Had een grote wolkenkrans onder de top. Dus nu eigenlijk minder aantrekkelijk. Dit is eigenlijk maar een drogreden want vanaf mijn huis heb ik hem verscheidene keren in de blakende zon zien liggen. Volgend jaar misschien.

Ger:

Een bijzonder weekend voor mij.

Gisteren met BETS met een door omstandigheden nagenoeg maximale opkomst. Twintig personen aan de start met zelfs “ons papieren lid” (opzeggen kan nl. niet). Vertrokken en group vanuit Tilburg met het eerste uur een max. van 23 km/h. Ruim baan dus voor allerlei bijpraten. Ergens in de bossen thee en vandaar de bij ons inmiddels bekende splitsing in A en B. Vanaf dat moment is B gaan raggen met een tempo tussen 35 en 40. Dat is voor mij niet soepel bij te benen qua beentempo; dus veel harken. Het laatste en enige restant van mijn kunstheupen.

Uiteindelijk na ca. 95 km afgeklokt met 28,5 km/h gem. De hm was overigens 40!

Gezellig toch geborreld en gekeuveld en tegen 19.30 weer terug op de Maretak en het terras.

Vanmorgen op tijd op en de Duell weer eens klaargezet. Ingber op met een mooie heiige achtergrond en de eerste loonwerker kwam al voorbij. Die heb ik vandaag wel drie keer gezien op de Ingber.

Op tijd bij de toren (8.45) en iedereen was er ruim op tijd. Vertrokken voor Aubel, maar sedert Martin zijn Garmin heeft is het chaos. Ik zal de route wel eens gaan reproduceren, want dat is het voordeel van zo’n ding: je weet waar je fout hebt gefietst.

Via Luik (of all places) hebben we Wallonië gedaan. Nu is we ook relatief. Op de Geulhemer was Karel ambitieus en sloot ik de rij. Nu geloof ik, dat ik langzamerhand mijn bijnaam kan wisselen, want ik dacht al: "DOE EENS….." Dat bleek al snel, want toen het op doortrekken aankwam was de volgorde weer normaal. Ik begreep onderweg overigens van Hans dat hij op het “weduwspel” koerst.

All over is er zeer stevig gekoerst in allerlei rare coni’s, waarbij ik vaak met Jos heb gekoerst. Dit alles met voor mij aan het eind meer dan 130 km. ca. 1000 hm en 26,5 gem. Ik was overigens net op tijd bij de wijnproeverij en dat was zeer fraai; zonde om al die heerlijke wijn uit te spuwen, maar ik had Reinouw beloofd terug te rijden.

Over de rit weet ik niet echt iets te melden, behalve fraaie (ver)gezichten en veel volk op straat. De pauze bij Pam-Pam (Aubel was gepland en Wallonië kregen we gratis erbij) was meer dan genoeglijk.



Zondag 25 September

Hier de route, het verslag volgt van Henk:

Prachtig nazomerweer zorgde voor een goede presentie bij de toren. Martin, Jos, Hans, Ger en ikzelf waren aanwezig. Hans gaf aan dat hij wat minder aanwezig was geweest de laatste tijd vanwege een dipje. Dat dipje betrof in ieder geval niet zijn vermogen, want dat was als vanouds. Herhaaldelijk gaf hij ons het nakijken. Het plan was Welkenraedt. Het werd uiteindelijk Vaals, vooral omdat bij splitsingen telkens iemand anders voorop reed, zodat er niet een erg doelgerichte route gekozen werd. Overigens werd ook de regel dat degene die voorop rijdt bepaalt met voeten getreden, waardoor de meerderheid van de groep de mooiste klim miste. Mooie klimmetjes waren er overigens volop. De Schaapsdries verdient speciale vermelding, van Ransdaal naar de Fromberg, met het pittigste deel na een kleine afzink. Na de afdaling van de Fromberg, natuurlijk de prachtige slingerende klim naar Elkenrade. Op de veelsprong bovenaan de Eyserbosweg koos Jos verrassend voor de afdaling naar Wijlre, waarmee Welkenraedt als pauzeplaats onwaarschijnlijk werd. Door Mechelen en Vijlen bereikten we de Groenenweg. Bij het afdalen in de Classic had ik niet gezien hoe slecht het wegdek daarvan eigenlijk is. Overigens best een leuke klim.

Omdat de km’s al aardig op begonnen te lopen stelde Ger Lodge7 als pauzeplaats voor, wat door anderen met variërende graad van enthousiasme ondersteund werd. De vlaai was er prima. Daar gezeten viel het op hoeveel fietsers er wel niet op weg waren. Velen hadden deze dag waarschijnlijk gezien als misschien een laatste kans voor nog een mooie tocht. Tijdens de pauze werd uiteraard de Griekse tragedie besproken. Hans, als expert, wist in ieder geval iets zinnigs te zeggen over de mogelijke afloop. Oplossing lijkt een overstatement. Uiteraard passeerde ook de compensatie die de tweede kamer gaf voor het wegvallen van de subsidie voor toneelgezelschappen de revue.

Na de pauze nam Martin het heft in handen. Hij had diverse verrassingen in petto. De precieze route zal nog wel volgen. Er was sprake van diverse aangename binnenweggetjes. We begonnen al direct met de korte route naar de pas van Wolfhaag, die voor allen op zijn minst lang geleden was. Ook pittig trouwens, zo net weer op de fiets na de pauze. Na Gemmenich langs het kleine oorlogskerkhofje en vandaar via een prachtig veldweggetje naar Plombières. Vervolgens door naar Montzen en daar even via het binnenweggetje met spoortunnel, en door naar Hombourg. Daar naar beneden, en omdat Ger had aangegeven om 1 uur thuis te willen zijn, en niet om half 1, niet de obligate afzink naar Teuven, maar eerst omhoog naar Hagelstein, via Mabroek afgedaald en daar dan weer rechtdoor en via een binnenweggetje (Graef) omhoog naar de Rode Bosweg. Hans legde de zweep er over, wat tot zware schermutselingen achter hem leidde. Via Schilberg, Slenaken en de gekende weg langs de Gulp bereikten we Gulpen nog steeds ruim voor 1 uur, Ger dwingend om verder met ons mee te rijden tot Valkenburg om daar via de Sibbergrub terug te keren. Daarvoor waren Hans en Jos al afgezwaaid, zodat het wat rustiger aan kon. Op mijn verzoek namen we de easy way up naar Schimmert, waarna we lekker uit konden fietsen. Martin negeerde deze mogelijkheid door de slipstream van de lijnbus naar Geleen te pakken. Ik miste de bus net en moest dus voor de zoveelste keer vandaag in zijn wiel terugkomen. Uiteindelijk plus minus 110 km op mijn afwezige teller en een gemiddelde dat op 25.5 uitgekomen zal zijn. Heerlijk tochtje.

Ger voegt toe:

Nog niet naar het verslag van Martin (ongetwijfeld) gekeken. Ik vertrouw dus op hem en zijn Garmin.

Gisteren met mijn collega’s van circa vijfendertig jaar geleden startend op DSM Legal (1974) weer onze jaarlijkse reünie gehad; Nu in Bonn bij een collega die via DSM en Air Products naar MSD en Novartis is gegaan. Na vorige week ook zo’n club van > 35 jaar onderling contact, nl. de BETS’ers bij ons gehad te hebben, krijg je toch een reflectie welke mensen in je leven wat hebben betekend. Hoewel veel korter krijgt ons huidig zondagcluppie (incl Karel) zo langzamerhand ook zo’n gevoel bij mij. Bonn als universiteitsstad is overigens meer dan de moeite waard en zeker met dat fantastische weer gisteren. “De Museummeile” moeten we echter nog eens pakken.

Weinig geslapen, maar Reinouw gistermorgen beloofd - uit wel begrepen zelfbescherming qua alcoholica - zelf terug te rijden uit Bonn (dus slechts twee glazen wijn over ca. acht uur), kwam ik na zes uur slaap tegen 7.00 uur in ons huis wat vriendjes en vriendinnetjes van onze middelste tegen, die een Limburg-weekend hadden. Gisteren hadden ze met tandems o.a. de Bemeler soldaat gemaakt, maar Peter kon mijn ochtendhumeur niet echt bederven, want hij begon over Ventoux’s en zo te praten. Hij bleek dus gewoon ook een fietser te zijn.

Ergo rond 8.00 was ik onderweg met wel de gedachte, dat zo langzamerhand de MTB mijn hoofd begon te vullen. Aangekomen bij de toren via Meerssen en Korte Raar gaf ik aan, dat wat mij betreft het ging over een rustige najaarsrit.

Nu; het was vanouds gewoon hard kachelen. Omdat ik vanmiddag met Reinouw nog “kaart wilde lopen” bij de golf het rustig aan gedaan. Dus continu de staart van ons groepje op de (zicht) afstand gehouden en in de tweede helft af en toe de benen getest.

Waar weer geen maat op stond, was onze Docteur. Een zogeheten dipje had hij overwonnen, maar ik vrees toch het ergste. Bij Lodge 7 begon hij zelfs te praten over baanfietsen; erger over nog meer snelheid. Over de lamlendigheid van onze politieke leidinggevers waren we het echter snel eens.

Alles bij elkaar meer dan mooi gefietst; een meer dan mooie omgeving; een meer dan mooi gezelschap en ook een mooie reeks aan getallen.

En oh ja; bij de golf heb ik mijn HCP weten te behouden; mijn eega bakte er echter niet veel van; wilde geen enkele tip aanhoren!!

We praten echter al sedert meer dan een uur geleden weer heel positief met elkaar!!! (een uitroepteken meer).



Zondag 18 september

De Dode schrijft:

De weersverwachting was niet stralend, maar toch ook niet geheel ongunstig. Ger en Karel hadden zich afgemeld en op mijn ?-SMS aan Henk kreeg ik geen antwoord. Enigszins verwachtingsloos toog ik derhalve naar de toren – zonder eerst langs de Kluis te gaan.

Aan de toren nog niemand, maar na vijf minuten kwam daar toch Jos aan, zodat ik in ieder geval niet alleen zou blijven. Recapitulerend bleek dat Jos en ik elkaar de laatste maal op de Fernpaß gezien hadden.

Bij deze twee bleef het verder – waar of Hans was bleef een raadsel.

Geen strikt doel, dus à volonté : noordwaarts en via Kelmond langs de nog gesloten Bruine Ster en in Ulestraten omlaag, waar wij hardnekkig door een groepje gevolgd werden, een groepje dat even hardnekkig weigerde kop te nemen. In Meerssen splitsten onze wegen zich, maar na de Oliemolenweg voegden wij ons weer samen. Gekend zuidwaarts togen wij in Gronsveld ongewoon de (lange) helling links omhoog om zo via St. Geertruid in Mheer te geraken alwaar een heel klein binnendoorweggetje in de richting van Banholt gevonden. Van Banholt met wind en helling mee naar Reijmerstok en achter Neubourg en Gulperberg naar Partij.
Inmiddels was ons ook het grote aantal weg- en dikke-banden-fietsers opgevallen; bleek de MergelHeuvellandTweedaagse (MH2D) vandaag te zijn.Van Partij naar Mechelen en in De Smidse de koffie met altijd weer lekkere vla.

Koud en klam meteen de Camerig op en achterlangs landschappelijk verantwoord naar het Vijlerbosch en Vaalsbroek. Door naar Holset en het vorige week ontdekte binnendoorweggetje in – dit deze maal geheel uitgereden en zo kom je langs het politiebureau van Vaals en de brug over de grote weg in Vaals uit.

Even ongewoon het bruggetje over de Selzerbeek gevonden en Orsbach omhoog (in deze klim nog een mooi verhaal van Jos over een Franse rat gehoord).

Via Bocholtz naar Atlantis en de Locht en over Heerlerbaan en Wienweg naar de vroedvrouwenschool, Benzenrade, Terworm en Ten Esschen waar onze wegen zich in Brommelen scheidden. Bijna 100 km en geheel droog! Een mooie rit!

De route vindt u hier.

Ger spreekt:

Een meer dan fantastisch weekend gehad!

Bij de jaarvergadering van BETS in het j.l. koude februari of daaromtrent werd met genoegen teruggekeken op het zoveelste lustrum; dit keer in Engeland. Al snel kwam de gedachte op de jaarlijkse Limburgrit “op te waarderen” tot een weekend. Aangezien ik de enige Limbo ben, was ook al snel helder wie voor de organisatie moest tekenen: Reinouw voor 90% en ik de rest..

Kort gezegd een simpel progamma, maar wel fijne logistiek.

Uiteraard de rit > 100 km voor de echte grimpeurs en een rit van ca. 60 km voor de socio’s. Daarnaast damesprogramma en de golf op zondag. Ontvangst, borrels en avondeten als vanzelfsprekendheid. Opkomst met in totaal 30 personen was niet verkeerd.

Nu; het was aan alle kanten meer dan geslaagd en bij de binnenkomst van de laatste flight vandaag rond 16.00 begon pas de eerste drup.

Het BETS-verhaal zal jullie niet echt boeien, maar een formule van A- en B-team tezamen met de bij eenieder gepraktiseerde golf is een gouden greep om ons vanaf ons ca. het 25e jaar of zo nu al zo’n 35 jaar bij elkaar te houden tot het bejaardenhuis. Daarnaast kan eenieder goed met elkaar overweg en wordt er ook aan elkaars karakter en (on)hebbelijkheden ruimte gegeven.

B-ploeg: gewoon naar Banneux op en neer, met de klim langs de dichte forellenkwekerij; dit keer moeilijk tot Banneux vanwege de wind tegen. Terug was de wind zeker niet altijd mee en het wegdek vaak slecht. Voor het eerst in drie weken niet nat geworden en met nieuwe buiten- en binnenbanden wel vergeten de remblokjes te vernieuwen.

A-ploeg: rondje Voer met Val Dieu, Berwinne, Warsage en jaagpad Withuis-Meerssen. Waren zeer tevreden weer eens een paar klimmetjes te hebben gedaan.

Dames: Aken met rondleiding verkend en weer nieuwe plekjes daar ontdekt

Dit alles - het kon niet beter getimed - in een soort gezamenlijke terugkomst op de Maretak om 16.15 voor de borrel, die op het terras kon.

Diner ’s avonds bij de Pastorij in C&K. Simpele formule; driegangen: € 35,-; viergangen: € 45,- en vijfgangen € 55,-. Daarbij heerlijke huiswijn voor ergens rond de € 25,-. In tijden niet zo’n perfecte prijs-kwaliteit gehad. Kan ik jullie echt aanraden.

De golf vermoei ik niemand mee. Lekker klessen onder het lopen en vooraf en daarna uiteraard.



Zondag 11 september – Cofely Cycle Experience

De gereden route

Karel schrijft:

Via Ger een uitnodiging ontvangen voor de "Cofely Cycling Experience", waarbij door hem gekozen was voor de 120 km versie.
Start om 8.27 vanuit Cofely, vliegveld Beek. Afgesproken verzamelen om 8.00 uur.Dus om 7.30 met Martin vanuit Puth naar Beek. Om even voor achten bij Cofely. Ger was er al (en een heleboel anderen). Even later kwamen de anderen van het DSM Nederland team binnen druppen: René Kivit, Klaas Bos, Peter, Rob en Raymond.
Gezien de snelheid van starten was het niet 8.27 maar ca. 8.15 dat we door een lieftallige dame werden weggeschoten.

De route was niet zoals door ons gebruikelijk uitgebreid uitgepijld, maar via fietsknooppunten. Martin zal de route wel met z'n Garmin toevoegen.
Uitzetten via de knooppunten zal wel goed functioneren, maar je moet akelig goed op kleine bordjes letten. Dit is niet altijd even goed mogen lukken, maar we zijn toch altijd weer goed uitgekomen.Via van allerhande wegen die we normaal ook wel fietsen naar Valkenburg en de Daalhemer omhoog. Ondertussen was het ook nog gaan regenen. Het fietspad van Wolfshuis naar IJzeren was dan ook een geweldige modderboel, met als resultaat dat de goed gesoigneerde heren en mooi gepoetste fietsen er al snel uitzagen alsof er deel was genomen aan een motorcross.
Via een zeer uitgebreide stop in Margraten door naar de Planck, Slenaken, Teuven en het Bovenste Bos. Vandaar via de pas van Wolfhaag naar Vaals, waar er een kruip door sluip door in elkaar was gedraaid.
Naar Lemiers en omhoog naar Orsbach. Bocholz, Simpelveld en via de Vrakel door naar Wijlre. Hier het kleine paadje in naar Stokhem. Iedereen zich al mentaal voor aan het bereiden op de Dode Man, maar nee via Gulpen toch naar het zelfde hoogste punt. Vandaar weer naar Margraten voor de 2e grote stop. Van Margraten weer naar Valkenburg waar als toetje de Cauberg opgenomen was. Van hieruit functioneerden zowel de Garmin als de bordjes niet meer, dus maar besloten gewoon de neus na retour naar Beek.

In Beek stond een uitgebreid pastabuffet klaar, wat door iedereen goede eer aan is gedaan.Al met al een leuke ervaring met toen ik thuis kwam 150 km op de teller.
Nu de fiets nog poetsen en dan is alle schade weer voorbij.

De webmaster voegt nog toe:
De Garmin deed het wel, maar om de een of andere reden zijn we de Cauberg op gereden terwijl de route daar helemaal niet overheen ging…
Ik heb de fiets al gepoetst, inclusief mezelf.
We hadden, na een eerste selectie, een aardig groepje
Ik heb één nieuw weggetje tussen Holset en Vaals gereden en een aantal andere weggetjes in een richting die ik nooit eerder gereden had
Het was gezellig kouten en het mooie van fietsen in slecht weer is dat je de momenten dat het droog is en zelfs de zon haar best doet des temeer waardeert.

Ger

Het einde van het seizoen begint te naderen; er wordt door een aantal die hards echter onversaagd doorgekacheld.

Vandaag de Cofely experience; aangekondigd als goed voor ca 120 km werd het voor mij met omrijden en heen en terug 171 km. Zo langzamerhand komen we bij echte afstanden > 200 km!

Na onze eetclub gisteren (waar ik me met alcoholica stevig had ingehouden) na een kleine 4 uur slaap weer op en reeds voor 7.00 op weg naar het vliegveld waar de vestiging van Cofely is. Alles bij elkaar ca 350 deelnemers dus prettig te overzien. Dat was ook ons groepje dat uiteindelijk met 6 man bij elkaar deze tocht heeft gedaan. Met drie fourageringen met massa’s rijstevlaai, bananen, repen en krentenbollen en sportdrank was het overeind blijven geen kunst. In het begin wel vaker bij bordjes inhouden en dan weer gassen.

Bij mijn geliefde Sibbe/Gulpen begon het te hozen en dat leverde veel rotzooi op. Als fiets en mens eenmaal smerig zijn is dat echter geen thema.

Leuke wegen in andere volgordes dan gewend; daarbij ook andere plekken daarbij, zoals een stadstour door wondermooi Vaals. Lekker doortrekken en af en toe met andere groepen oprijdend; alles prima

Tot slot nog even Karel memoreren. Nadat hij een van de eerdere ritten al de Ingber soldaat maken op een manier waar hij vroeger van droomde, was hij in het laatste deel van de tocht niet uit de frontlinie weg te slaan. Goed doorklimmend en vooral niet pratend toonde hij een vorm waar hij trots op kan zijn!! Dat deed hij met twee flinke borden pasta op de finish locatie echter weer teniet.



Een kleine uitsnede uit het Classic album

Zondag 4 september – Een buitje

De weersverwachting was zo-zo en de buienradar twijfelachtig, maar gaf toch enige Schönwetterlöcher aan. Dus om 7h30 stuurde de Dode Kareltje een SMS: ‘?’.Snel teruggebeld met het bericht ‘het ziet er somber uit, maar ik ga mee!’.

Gezamenlijk naar de Erectie van Schimmert, waar Hans’ bierblikje nog stond, alwaar wij een allochtoon op weg naar zijn werk met een platte aba aantroffen. Ons aanbod te helpen hartelijk aangenomen. Maar toen na het plakken van drie plakkertjes en een onwillig autoventiel de band nog steeds niet hard wilde worden hebben wij hem onverrichterzake doorgestuurd – echter wel met een blij gemoed. Ger had dit inmiddels alles aanschouwd, zonder commentaar. Om 9h10 eindelijk vertrokken zonder dat anderen, Warmduschers, zich aan de toren gemeld hadden.

Deze keer NW-waarts om de snelwegbrug over de Maas te scoren en zo door Boorsem naar de Zuid-Willemsvaart. Daar begon het heel licht te miezeren en donkere wolken pakten zich samen aan het westelijke firmament. We staken de vaart over om aan de westelijke oever door te gaan toen ter hoogte van de eerste scheepvaartsluis de hemelsluizen zich openden. Wat zich ontvouwde was een höllerisch inferno van Dantesque vormen. De bui duurde slechts zo’n 15 minuten maar ware rivieren vormden zich, het zicht ging terug naar 20 meter en op plaatsen moesten we door plassen van – ik overdrijf niet – 10 cm diep ploegen. Schuilen – een activiteit die een aantal anderen uitvoerden – had totaal geen zin meer; meer dan doorweekt reden wij onverstoorbaar door in zuidelijke richting, en het werd droog.

Te Vroenhoven terug de brug over en na een kleine klim heel onverwacht de Muizenberg naar Kanne afgedaald en langs het fort van Eben-Emael naar de Hallembaye. Bovenop had Ger zijn eerste platte aba. De dikte van zijn buitenband had hij overigens ruim laten inspireren door de actuele condoomcampagne (let op: ‘campagne’, niet ‘champagne’). Daar met 75.4 naar beneden en via Loen naar Pam-Pam, waar wij toch al een aardige tijd niet geweest waren. De vla liet zich goed smaken, alhoewel de Braziliaanse Karel iets te machtig was. Gelukkig waren andere fietsers ons voorgegaan, zodat wij de plasjes onder onze stoelen alleen maar groter maakten.

Terug bergopwaarts en via Bombaye naar ’s-Gravenvoeren en de Côte du Chat Pourri op en over Ulvend naar de Schilberg en Slenaken. De zon was inmiddels gaan schijnen en op de meeste plaatsen was de weg droog. Vlak voor Beutenaken het onbekende knipje links omhoog en afgedaald langs het bungalowpark waarna Ger opnieuw een platte aba ervaarde.

Snel weer verwisseld en door de Ingber op. Hier in de klim hebben wij Karel nog gecomplimenteerd met het gegeven dat zijn klimcapaciteiten aanzienlijk gestegen waren. Volhouden en vasthouden dus!

De Daelhemer af waar Martin onderin bijna door een auto van de weg gedrukt werd en Ger en Karel ruzie kregen met wat overstekende toeristen. Ger hier rechts en Karel en Martin via het Haasdalletje en Stammenderbosch naar huis.

De route.

Uitgebreid de fiets poetsen (ketting eraf) en tevreden!

P.S. We hebben het over de Vogezen 2012 gehad; bij ons was de consensus:
Vogezen heeft traditie: Le Rouge Gazon is weer eens te verkiezen (tijdrit, Alsace, terras)
De datum weer half juni, de 3B is niet ter zake

Lever uw bijdrage op het forum!

Ger vult aan:

Wat vertraagd mijn verslag. Een fietsweekend met contrasten.

Omdat ik over 14 dagen BETS het weekend te gast heb, allereerst zaterdag in de stralende zon een 60 km-rit voor de BETS A-selectie uitgezet. (Dat is overigens om het verwarrend te maken eigenlijk de B-selectie, terwijl de B-selectie eigenlijk A is). B gaat gewoon op en neer naar Banneux, omdat we in onze jonge jaren op Hurlevent verbleven; stapelbedden, buiten douchen met koud water en zo.

De A’s gaan vanuit Gulpen de Voer in en komen via Mesch en Bemeler weer terug. Me gelijk in het tempo van die A’s verplaatst en je krijgt dan het soort gevoel dat v/h de Adelaar (ik weet dat hij dit leest!) immer moet hebben. Groot voordeel is dat je dan genoeglijk om je heen kunt kijken. Ik heb dus zaken gezien, die ik nog nooit heb ontwaard! Op de Bemeler wat gedronken op het terras van dat fraaie huis met die rieten kap; dat blijkt een vriendje van een van de BETS’ers te zijn. Kan de rit, dankzij Berwinnedal en racepad langs de autoweg aan de A’s verkopen met meer daal- dan klimkm’s.

Vervolgens zaterdagnamiddag en avond van de rosé en de rode wijn op ons terras genoten; laat in bed en dat was beide zondagmorgen te merken. Maar echte mannen versagen niet, dus trouw al om 8.05 de Ingber voor de eerste keer gepakt. Bewust geen regenjackje mee en onbewust geen overschoenen aan en de nieuwe – witte - sokken van de dag ervoor aan. Bij onze verzamelplaats die ik sedert de bijdrage van de Le Docteur van de week ervoor groezelig vind, voorbij gefietst voor een extra lus. Bij terugkomst bewonderend vergeefse pogingen van Martin en Karel om een wat minder bedeelde medemens te helpen (inderdaad) stilzwijgend aanschouwd. Me zelf wat vereenzelvigd met die groezeligheid en dat bierblikje van Hans en vervolgens in het wiel van Martin & Karel gekropen.

Echter tempo strak boven de 30 doet je snel weer bijkomen.

Na de brug over de autoweg was ik weer mens en zag gelijk een pikzwarte lucht. Een snelle inschatting leerde dat die bui niet meer te vermijden zou zijn en dus nat worden onvermijdelijk was. Ik hoopte wel dat er geen donder en bliksem uit zou komen. Nu dat was de meevaller, evenals de temperatuur. Zoveel regen nog nooit over me heen gehad en de snel vormende meren en rivierbeddingen zorgden er voor, dat ik “geen zak” meer zag, maar wel continu water rechtstreeks in mijn schoenen voelde lopen en de velgen regelmatig werden schoongespoeld. Was eigenlijk opletten zonder te kunnen zien met onverminderd > 30 km/h.

Enfin de schoonmaakploeg bij Pam Pam gelukkig gemaakt en toch nog wat klimkm’s toegevoegd op de terugweg. Mezelf op zijn MTB’s buiten schoongemaakt, vervolgens de hogedruk voor de Concorde gepakt, want een normale tuinslang was onvoldoende en de twee lekke aba’s geplakt. Glas en nog zo’n groot gat was de oorzaak.

Tot slot; Karel wekte in het begin de indruk wat overtraind te zijn, want hij zit zo wat iedere dag te peddelen. Op de Ingber was hij evenwel de evenknie van Mollema.



Woensdag 31 Augustus - Chute!

Karel:

Hoewel het niet gebruikelijk is dat doordeweekse ritten gemeld worden verdient deze m.i. wel een uitzondering gezien de valpartij. Zie relaas.

Woensedagochtend, mooi weer. Wat doe je dan als pensionado. Je belt een maatje (in dit geval de andere pensionado Hans) of hij zin heeft om samen een ommetje te fietsen.Hans had hier wel oren naar. Dus vanuit Puth naar Voerendaal en vandaar verder op pad via Winthagen etc. naar de Dode Man. Vandaar naar Epen, Teuven en De Planck. Hier de afdaling naar Voeren.In deze afdaling gebeurde waar iedereen altijd grote schrik voor heeft: In een bocht (naar rechts), redelijke snelheid, auto tegen: klapband voor door een steen. De fiets wordt geheel onbestuurbaar en het enige wat ik zie is een auto die recht op me af komt. Hoe ik het heb weten te flikken kan ik niet reconstrueren. Ik weet alleen dat ik onderuit ga en voor de auto met een koprol in de brandnetels beland. Misschien dat Hans die (zeer ongewoon) achter me reed, dat wel kan. Nergens pijn, bloed o.i.d. dus de lakschade aan mezelf is nihil. Fiets opgeraapt, bij automobilist verontschuldigd en fietsinspectie. De enige schade blijkt te bestaan uit wat krasjes op het linkerpedaal en een vernielde band.Hoe nu verder. Van een volgende automobilist een mes geleend om van de kapotte binnenband oleisters te maken voor onder de scheur in de buitenband. Deze automobilist, die ook een fervent fietser bleek te zijn, de tip gekregen om pleisters van dakfolie mee te nemen voor dergelijke noodreparaties. (ik zal zorgen dat iedereen wat krijgt).

Na reparatie verder gekeuteld via Voeren en het "Jaagpad" naar Gronsveld, Meerssen en Ulestraten naar Puth (Stammenderbos) om bij mij af te sluiten met een kop koffie.
Heb nu wel weer een mooie nieuwe band op mijn fiets.



Zaterdag 27 augustus – ODS Classic

Weer een goede Classic. Over de route zal ik u niet vermoeien; die staat op het web. Overigens heeft mijn Garmin precies geregistreerd wat de route was – we zijn dus niet fout gereden. Het weer: gezien de voorgaande dagen en de verwachting: fantastisch! Slechts een paar druppels en een strakke wind mee op de terugweg. Een temperatuur van 17 °C.
De start was weer een prettige chaos waar niet ieder op tijd startte en het veld binnen een paar minuten volledig uit elkaar gevallen was. Uitermate plezierig om de Adelaar van Oderen aan de start te zien, naast de TCE-leden Henk, Karel, Ger, Martin. Ook ons voormalig lid Ruud was daar, die wegens een loopblessure maar even was gaan fietsen – en er tijdens de rit achtergekomen dat dat ook een eigen discipline met zijn eigen vereisten is.

De heenweg naar Blegny probleemloos, met natuurlijk de klim van Dalhem weer als klapstuk en waar de kunst is om na het steile deel het vals plat door te trekken.

De terugweg vooral wind mee, waar de afdaling van Mortier naar de Berwinne, als je die een beetje kent, geheel zonder te remmen en zelfs met bijtrappen uitgevoerd kan worden.

Uiteraard voor Mortroux de A-route gekozen, waar voor Ruud op de Voie des Morts de man met de zeis kwam. Ondertussen had ook Harold zich bij ons aangesloten.

Les Waides beheerst omhoog en scheuren naar ’s-Gravenvoeren en het fietspad naar St.-Martensvoeren. Boven op de Kruisberg besloot ik te wachten om tenminste een beetje als een ploeg de laatste klim de Eyserweg te doen. Bovenop de Huls brak het weer op zodat Henk en ik volle patat naar de Zandweg opstoomden en routineus de laatste km’s afrondden.

Ik ben benieuwd naar de reacties van anderen (Loek?).



Ger schrijft:

Wat mij betreft een Classic met twee gezichten.

Als traditie met de fiets er naar toe leidde al tot 21,5 km aanloop. Makkelijk peddelen met de wind in de rug, maar altijd weer zoeken daar in dat Parkstad. Op de wei het bekende kletsen, waarbij “de vorm” bij de meesten kwestieus was. De nieuwe DSM-kleding als shirt heel fraai oogde, maar in combi met die witte broek mij niet bekoorde. Lanxess en OCI strak in het nieuwe pak en ook de dames toonden hun roze outfit met gratie.

Het ene gezicht was de rit naar Blegny. Ik voelde de benen niet en op het grote mes was ik met een aantal collega’s snel daar. Een tweetal lekke banden brak de moraal niet, maar degene die lek reed was geen Martin in het wisselen; dus de pauzes waren er naar. Blegny vanouds gezellig met inmiddels een ingeslepen lunch met lekkere broodjes. Daar had ik al ruim voor aankomst zin in en dat had een voorteken moeten zijn!

Het andere gezicht was de terugweg ondanks de wind in de rug. Bij het vertrek riep ik dat ik de tocht tot dusver nogal licht vond. Ik had dit jaar nl. geen … gedaan; zelfs niet mee proefgereden en bij het uitpijlen was ik verhinderd. Had ik mijn mond maar gehouden; zeker toen ik op mijn Polar zag, dat ik al ruim > 2000 cal zat en ook al rond de 775 hm. Meer met verstand gaan fietsen, dus de Voie de Morts was nog een hoogtepunt, maar op de Camerig was het over; kramp en dus het kleine mes. De Kruisberg idem, waarbij ik niet op de pedalen kon en durfde te staan; bang dat ik dan zou omvallen. De klim bij Trintelen ook nog op mijn elf en dertigste gedaan en vervolgens kon ik op het vlakke mijn kilo’s het werk laten doen. Goed aangekomen vlak voor een nieuwe plensbui.

Het vierde luik was de weg terug; wederom rond de 22 km, maar nu wind tegen. De kramp was weer terug en ik was dus blij toen ik na 156 km de fiets in de garage kon schuiven. Ga nu aan het poetsen beginnen.

Een heel fraaie Classic vond ik. Complimenten aan de routebouwers; de verkeersregelaars waren ruim aanwezig, maar ook prima werkend. Ook de deelnemers waren wat minder druistig en er werd overal sociaal gereden. Zeker van belang toen we op een enkel stuk met maar liefst drie tochten zaten; wij, die bekende uit Banneux en ING die we overal tegenkwamen.

Vanmorgen al voor 8.00 op de golf, maar dat liep als verwacht niet echt. Wel lekker in het zonnetje met fraaie ochtendbeelden van M’tricht.

Karel vult aan:

Zo de eerste twee maanden als lang verlof en pensionade zijn voorbij.Na het Vogezenweekend druk met van allerhande afscheidsactiviteiten enz. waardoor er van fietsen niet al te veel is gekomen.
Begin juli zou dan de rust komen, maar toen begon voor iedereen de vakanties; augustus was iedereen weer terug maar toen was mijn eerste pensioenweek in Frankrijk.

Dit alles wil echter niet zeggen dat ik niet gefietst heb. In juli me geregeld op het aluminium of carbon ros gehesen en toch nog ca. 400 km gefietst in Zuid-Limburg en de Voerstreek. Inclusief de Eyserbosweg, Gulperberg Oost etc.
De eerste dag van augustus de hele familie (Lilian en ik dus) in de auto en naar onze stek in Frankrijk.Hier staat vaak het bezoek aan (speciale) brocantes of "handelaren" beurzen op het programma.In alle drukte hier toch ook tijd kunnen maken om in de hoge temperaturen, echter met gematigde luchtvochtigheden, km's te maken.
Los van de (voor mij) bekende routes weer een aantal nieuwe wegen aan het programma toegevoegd in de noordelijke Gard en de zuidelijke Ardèche. Al met al ca. 450 km en hellingen met een aantal ‘snorren’. Evenals Ger echter alleen aan de Ventoux gedacht, terwijl ik hem op afstand zie liggen. Ook de route langs de Ardèche niet gedaan. Lilian heeft dit ook niet graag in het hoogseizoen, gezien het gevaar van rondkijkende ‘zondagsrijder’ toeristen.

Kunnen nu weer in het normale circuit mee gaan draaien.

De Classic op 27 augustus.

Op woensdag terug gekomen van vakantie om de jaarlijks, zeer gezellige ‘pijlenroute’ te rijden. Ditmaal op donderdag vanwege de Belgische overheid. Was wel gezellig, maar Ger toch gemist.Zaterdagochtend in de file (althans op het eind) naar Landgraaf waar de vaste crew (Martin, Henk, Ger, Loek) en een heleboel anderen al aanwezig waren. Leuk socializen voor de start.
Op precies het goede tijdstip (9.44) gestart met een gedeeltelijke bezetting van het HQc. Waar de rest was, was onduidelijk, maar gezien het verdere chaotische samen rijden maakte dit ook niets uit.
Jan en Martin hebben er een bijzonder mooie tocht van gemaakt, met qua keuze voor elk wat wils. Zonder discussie met mezelf gekozen voor het ‘A-parcours’. Is toch wel leuk om wandelaars te zien die de fiets uitlaten.
Beetje verwarrend dit jaar waren wel de door Jan Koks verstopte ravitailleringen, zowel voor als na de pauze.
Net voor een zware regenbui de fiets buiten in het rek gezet en binnenkomers binnen geapplaudisseerd. In de hal nog bijpraten met (voor mij nu) oud-collega's. Portie nasi met saté, een pilsje en voldaan naar huis.
Zeer geslaagde dag.

Zondag 28 augustus.

Om 10 telefoontje van Martin of ik zin had om de benen een beetje los te trappen.Gezien mijn fysieke toestand (half gesloten ogen, ongeschoren etc.) afgesproken voor 11.00 uur.
Even voor elven me bij Martin gemeld. Hier de laatste perikelen van Victoria (fietsmaatje van Miriam) vernomen en daarna op pad.
Zoals altijd na een bijzondere tocht weet Martin altijd onverwachte wendingen aan te geven.Via de Camping van Puth naar Schinnen, Thull en langs de Makro naar Nuth. Bij Loek was het heel druk, waarschijnlijk allemaal mensen die hem kwamen feliciteren met het resultaat van zaterdag. Kan ook dat er een "vide grenier" of straatmarkt was. Achter Nuth langs (Boschweg) naar Wijnandsrade en daar de Kersboomkensweg met wind tegen naar Hulsberg. Afdalen naar Valkenburg en de Sibber omhoog. Naar het Wolfshuis en naar Bemelen, St. Antoniusbank, over het ‘Mergeltraject’ (langs de golfbaan) naar Maastricht voor een kop koffie op het bassin.

Over de westoever van de Maas naar Uikhoven en daar het veertje naar Geulle. Langs het kanaal naar Elsloo en via Stein, Geleen naar Sweikhuizen voor de laatste helling van het weekend.
Leuke 60 km om de benen los te maken.

Le Docteur:

Gisterochtend tegen beter weten in naar de watertoren gereden. Daar stond in het bushokje op het zitbakje alleen een leeg bierblikje. Daar zou het bij blijven en dat valt dan nog mee in vergelijking met die grote drol die een paar maanden geleden op diezelfde plek lag. Als je daar zo staat te wachten, valt op dat ons openlucht clubhuis, zo aan de voet van de grootste erectie in het heuvelland, kennelijk veel alternatieve aanwendingsmogelijkheden heeft. De rotzooi en de geur eromheen versterken dat vermoeden. Maar dat terzijde, er moet gefietst worden.

Iets na negen, je weet maar nooit, vertrokken. Even met de wind mee naar de rotonde. Daar linksaf en via de bekende weg naar Valkenburg. Binnen twee minuten zat er een fietser in mijn wiel die ik er pas in Valkenburg af had. Zo alleen fietsend verzin ik mijn eigen wedstrijdjes. Een in zicht komende fietser moet voor dat punt zijn ingehaald, op die klim moet ten minste zoveel km/u worden gereden en in Neufchâteau, want daar wilde ik heen, mag pas gestopt, gegeten en gedronken worden. In Neufchâteau geniet ik dan ook van mijn rolletje zachte cake gevuld met gelei, doe mijn ogen dicht, hoor ABBA-klanken en dameshakken op een plavuizenvloer. Afrekenen hoef ik niet. Ik schud de verwarde gedachten uit mijn hoofd en neem mij voor tot kwart voor elf in zuidelijke richting te blijven doorrijden. De stoere wind rond mijn kop doet me goed. Op de ‘afgesproken’ tijd keer ik om en met de wind in de rug kachel ik naar huis. Wanneer ik zo rond twaalf uur thuis kom, hoor ik dameshakken op de hardstenen keukenvloer. Helma is thuis. Ze vraagt of ik koffie wil. Ik krijg er een Australian bonbon en een glimlach bij.



Zondag 21 augustus – Over Warmduschers & stamina

De Dode had op het forum gemeld mogelijk niet aan de toren te staan wegens logé’s. Nu is het aantal logé’s zes, waarvan twee kleine kinderen, dus de verleiding om het huis tijdelijk te ontvluchten, te meer daar een groot deel van hun toch pas tegen twaalven weer enigszins in plooi gelikt en aanspreekbaar is, is daar.
Dus toch maar, zei het na tegen tweeën, na het nodige Belgische bier, in bed gestapt met enige verwachting en de kleertjes klaargelegd.’s Morgens op tijd wakker en even naar de buienradar gekeken en die zag er wel redelijk uit voor de tijd die komen zou.
Onderweg naar de toren inderdaad enige druppen, maar vanaf de toren was het, ik zweer het u, volledig droog en 75% van de tijd in de zon gereden!
Vanuit Meerssen het Geuldal gevolgd tot Wittem en vandaar door naar Lemiers (bijna klaar), Vaals en Aachen. Daar de bron van de Wurm zo goed mogelijk opgezocht en Aachen Ost geëxploreerd, me afvragen wat de overeenkomst is tussen Aachen Rothe Erde en Le Rouge Gazon.

Via Laurensberg en de Vetschauerberg naar Bocholtz en de Eyserbosch op en zo door via Ubachsberg, Kunrade, Voerendaal naar Ten Esschen, Hoensbroek, Thull en Schinnen. 84 km ofwel een equivalente hoeveelheid biercalorieën weggebrand.
’s Middags met de gehele bubs genoeglijk naar het pontje van Berg aan de Maas, waar het Oogstdankfeest aan de gang was en de doorgang enigszins bemoeilijkt. Met deze 27 km toch weer over de 100.

Ger schrijft:

Een wat rare dag. Vanmorgen regen en op het forum alleen de afmelding van Martin.

Toen ik tegen 11.00 mijn neus buiten stak om alsnog te gaan fietsen, liep ik echter tegen “een muur van vocht op”. Nu had ik in Frankrijk een keer tegen de 100 km. met een temp. > 36 graden en een luchtvochtigheid van heb ik jou daar gefietst. De slechte herinnering daaraan prevaleerde, dus dan maar foto’s ordenen en caravan weer op- en inruimen.

Over mijn vakantiefietsen kan ik - in tegenstelling tot het fraaie verslag van Martin - kort zijn. Het stelde niet zoveel voor. Ca. 250 km op de Concorde met daarbij 1500 hm all over en daarnaast nog eens 120 km toeristisch peddelen met Reinouw over de bekende kleine witte en gele wegen en zelfs zo nu en dan een fietspad.

De min of meer gedachte Ventoux bleef uit beeld, maar ook de mooie Auvergne moest het dit jaar zonder ons doen.

De neus achterna bracht ons al snel in de Loire bij Blois en Tours en later de noord-westelijke Dordogne bij Perigueux. Erfgoed in allerlei maten en soorten, leuke markten en zeer goede lunchplekken op fraaie pleintjes in binnensteden.

Fietsen was derhalve wat peddelen langs kastelen in de Loire samen op met Reinouw via mooie fietsroutes en ’n keer “op de forcing” alleen met de Concorde. De mooie wegen en omgevingen vergoedden veel, fransen nemen ruim afstand in het inhalen of wachten zelfs, dus geen stress en van wegwerken en stratenmaken hebben ze daar verstand; je kunt echt op het kantje rijden.

Deel twee was in de buurt van Perigueux. Daar ook wat mooie routes gereden in het licht op en neer heuvelende noordelijke Dordognegebied. Zoals gezegd een meer dan bovengemiddelde temp. en luchtvochtigheid, die slopend was.

Zeer fraaie luchten kunnen fotograferen, die op de terugweg werden geëvenaard met de Limburgse donder en bliksem.

De vergrijzing slaat in dat franse land echter zwaar toe; halve dorpen leeg en ik kan me niet voorstellen aan wie ze dat al dat “à vendre” trachten te laten weten.

Genoten van Martins verslag over de echte heuvels. Het verslag over de Mottarone kan ik alleen maar onderschrijven. In de zomervakantie van 2007 ook gedaan (en net nog eens teruggelezen; voor de liefhebbers zie pag. 33) en inderdaad de westzijde was toen ook al zwaarder [red.: speurwerk op www.salite.ch vertelt anders]. Maar alles zeer fraai en op dat terras met al dat uitzicht voel je je nog beter dan op de Stelvio. Maar dat lekker in het zonnetje zal wel het verschil maken



Zondag 7 augustus

Henk
had de Dode gemeld in principe aan de toren te komen, daarmee het aantal op minimaal twee brengend. Enige twijfel rees derhalve toen de eerste niet bij het slaan der klok aan de Kluis om 8h30 verscheen, maar gelukkig: 45 seconden later alsnog!
Samen op weg dus, benieuwd wie er meer zouden zijn in deze vakantietijd. In het dorp kwamen we Hans al tegen, die geheel verward was, veel te vroeg en zijn bidon vergeten was; dit – naar zijn zeggen – gegeven door het feit dat Helma met hem, te vroeg dus, was opgestaan en hem ongewild gestoord had in zijn fietsklaarmaakritueel.
Geheel onverwacht kwam ook op het nippertje Harold aangereden die na drie weken niet fietsen wegens vakantie ook wel weer eens een stukje wilde.

Wat doelloos vertrokken (“In ieder geval niet Tongeren”) en via Aalbeek, Hunnecum naar Wijnandsrade, Swier, Retersbeek en de Hoensweg naar de Barrier en Craubeek.
Via huize Jos en SoG naar Wijlre waar Hans kordaat de weg naar Stokhem insloeg en daarmee de Dodeman forceerde. Ikzelf met nog enige Alpen in de benen niet op het kleinste verzet omhoog.
Tegen een aanzwellende wind in om links naar Gulpen – met toch wel mooie uitzichten – af te dalen om wederom op Hans’ initiatief de Gulperberg-west te nemen. Daar ik niet over het plateau tegen de wind in wilde linksaf naar Partij afgedaald en over de oude trambaan naar Wahlwiller en wegens een kermisje naar de grote weg gedwongen en zo langs het klooster naar Mechelen en over de Bommerig golvend zuidwaarts om bij de Smidse binnen de koffie en vla te genieten.

Na lange afwezigheid natuurlijk genoeg te discussiëren – te veel om op te noemen en we namen onze tijd.
De terugweg, zoals zo vaak, uitdagender dan de heenweg en dus eerst zuidwaarts naar Kuttingen en Remersdael om het Bovenste Bosch te bereiken en door naar Teuven en Nurop. Van Nurop de nieuwe klim naar de Planck alwaar wij een groep Waalse wielertoeristen tegenkwamen die samen met ons Crindael afdaalden en tevens rechtsaf sloegen naar St.-Martens en ’s-Gravenvoeren. Hier hebben wij dus fietsles gegeven: waagde heel sporadisch een van hun, met manen als Simson, zich aan kop – het bleef bij een symboolfunctie. Totaal kansloos waren ze en vlak voor wij na ’s-Gravenvoeren rechts naar Mesch afsloegen blees een van hun op de fluit om aan te geven dat het genoeg was.

Na Mesch de bekende fietsroute noordwaarts waar ik voorstelde om nu wat te gaan ‘keuvelen’, maar daar kwam weinig van terecht. Door het matige weer weinig anderen op de route, dus kon het gas vol open en met name Hans liet zich vooraan zien. In Meerssen scheiden onze wegen zich en gedrieën Ulestraten op waar Henk over de gekende afsprint in Kelmond begon, waarvoor vooral belangrijk is dat je bergop gelijk de juiste versnelling steekt. De uitslag zal ik u besparen.
In Beek de laatste afsprint: de Berry-brug over, waar bergop 40 km/h gehaald dient te worden.

Enfin, meegereden tot Munstergeleen, waar mijn gemiddelde op 27 km/h stond, om de 100 km te halen.



Zondag 31 juli

De Dode:

Op de zaterdag ervoor belde Jan me onderweg al op met het verzoek om op zondag wat te gaan fietsen, met name het verkennen van de Classic. Afhankelijk van mijn toestand beloofde ik hem mee te gaan. Die toestand viel dus wel mee en we spraken af bij de pannenkoekentent de Nachtegaal in Meerssen, waar ik samen met Miriam, die daar de afspraak met de Bright Women on Wheels had, aankwam. Bij deze BWOW waren ook opvallend veel ‘mannen’ aanwezig.
Jan en ik dus samen verder. Gezellig opgefietst naar Mesch en daar op het traject naar Blegny en op de terugweg de onbekende klim naar Berneau geprobeerd: OK.
Bij het Rode Bos gestopt, maar geen vlaai, dus uiteindelijk de koffie in Café Modern. In Vijlen de Groeneweg afgedaald, voor het eerst in ons beider leven en via Kruisberg naar Eys, Mingersberg, Fromberg en Valkenburg.
In Meerssen langs Vogelzang, maar de BWOW waren al weg en uiteindelijk haalde ik Miriam in op de Kling en zo kwamen we ook samen weer thuis.



TCE- Alpi+
Zoals bekend heeft De Dode aansluitend aan het TCd’E Alpi 2011 event zijn familievakantie ook in de bergen doorgebracht. De eerste week in Prad, aan de voet van de Stelvio. Dit adres gekozen door Miriam, daar zij ook ooit deze fameuze klim wilde volbrengen. Zij had dus ook de racer meegenomen.
Een korte opsomming van de gereden ritten, waaruit toch enige evenwichtige trainingsopbouw blijkt:

Allereerst de klim naar de Reschenpas. Kenden wij deze reeds van een eerdere Alpenexpeditie; deze keer was er een echte fietsroute (dus niet de grote weg) geheel geasfalteerd van Prad omhoog. Eerst vlak van Prad langs de beek naar Glurns, bekend van de week ervoor, waarna het richting Burgeis ging en het klimmen begon. Venijnige stukken tot 20% (gewaarmerkt door verkeersborden!) vormden een uitdaging voor Miriam.
Nu is Miriams klimstijl het beste te vergelijken met die van Karel: een dieseltje. Zij het dat het een voor het wagentje een te klein dieseltje betreft en om oververhitting te voorkomen dus met lage snelheid in de kleinste versnelling gereden wordt. Afgesproken dat we sporadisch op elkaar zouden wachten, werd ik opgebeld met het bericht dat Miriam een lekke aba had en “hem er niet om kreeg”. Dus 4 km afgedaald en het euvel verholpen. Mooi langs de (Jörg) Haidersee en het Reschenmeer, inclusief de verdronken kerktoren door naar de uiteindelijke pas. Daar aangekomen hield ik in, maar Miriam reed vrolijk door en daalde af naar Nauders in Oostenrijk over prachtig nieuw asfalt. Toen ik haar vroeg of Innsbruck ook nog in de plannen zat keek ze wat verbaasd.

Van Nauders tegen een aanzwellende koude wind terug omhoog langs de fietsroute alwaar wij bij het ons bekende etablissement de koffie en Apfelstrudl genoten. Nu helaas binnengezeten. Langs de grote weg met de reuzenbochten omlaag om in Burgeis weer de fietsroute te nemen. Overigens: tijdens de klim vaak en langdurig ons vorige hotel hoog op de helling kunnen zien liggen en met gemengde gevoelens over deze locatiekeuze gepeinsd.

Een tweede trainingstocht was de Ofenpas – een pijnlijk element uit onze geschiedenis.
Startend in Prad tegen een stormachtige noordenwind naar Glurns om daar linksaf de pasweg te nemen. Merkte Jos de vorige week op dat deze ‘aanklim’ wel eens saai en niet zo mooi zou zijn: dit viel reuze mee: een prachtig landschap, goed wegdek, een vrolijk zonnetje en prettige hellingspercentages maakten het rijden hier tot een genot.
Iets voor de grens kreeg ik een platte aba, door een gat bij het ventiel, en daar ik niet van ‘Loekies’ hou nam ik hem mee om in het volgende dorp tijdens het rijden naast een privévuilcontainer te werpen, waar hij tijdens de terugweg verdwenen bleek te zijn – waarschijnlijk dus netjes in de container gedeponeerd.

Uiteraard ID-loos door de grenscontrole om deze maal met een lagere snelheid door het mooie Mustair te komen.
Door de vrouw in de fietsenwinkel in Sta. Maria - alwaar een nieuwe biba gekocht - op het verkeerde spoor gebracht, toen zij zei dat het nog maar 12 km naar de top was, maar ja, de hoogtemeter liegt niet.
Zoals we eigenlijk al wisten waren de laatste drie kilometer naar de pas killing steil en ik vreesde het ergste voor Miriam. Bovengekomen duurde het wachten dus bijna een uur (ik herken nu de gevoelens van Jos), maar ook het dieseltje kwam, niet oververhit, boven.
Nu weet ik dat Ofen-only iets anders is dan Stelvio-Ofen, waar wij ‘gescheitert’ waren, maar het was goed hier boven te komen.

De laatste trainingstocht betrof de klim naar Sulden, een weg die begint met de traditionele Stelvioroute, maar in het dorpje met de prachtige naam Gomagoi (waar de oude vesting staat) linksaf slaat. Een mooie klim met een pittig tussenstuk. Volgens de waard van het etablissement aan het einde van het dal ‘moeilijker dan de Stelvio’; maar misschien zei hij dat om Miriam moed in te spreken.

Dit alles ter voorbereiding van het klapstuk: de Stelvio. Ik had besloten via de route Glurns-Sta. Maria en Umbrail te gaan en zo dus Miriam op de top tegen te komen. Dit om voor de hand liggende redenen. De route tot Sta. Maria gekend van de Ofenpasroute en aldaar met een zucht van verwachting linksaf. In één woord: ‘fantastisch’ (zwaar).
Onderin elkaar zeer snel opvolgende bochten en steile stukken en dan wat afzwakkend tot de ‘Schötterstrecke’; het stuk onverhard van ca. 1.5 km dat toch nog deels 10% bleek te klimmen, maar op zich goed liep.
Na de tweede brug bleek het aantal hairpins (totaal 33) toch hoger dan mijn herinnering aangaf en werd het zwaar, maar gelukkig toch enkelen ingehaald.
Op de Umbrail, overigens de hoogste pas van Zwitserland, wat langer stilgestaan om de loopgraven van de eerste wereldoorlog te kunnen zien en toen door naar de Stelvio, nog 3 lange kilometers met 8 procent. Boven binnen gaan zitten wegens de kou om Miriam, na een totaaltijd van 3h49’ te ontvangen. Een klein dieseltje, maar zonder training, toch bovengekomen.
Na de obligate plichtplegingen (is dit een pleonasme?) voor het eerst de ‘normaalroute’ afgedaald en tevreden de fietsen in de stalling.

Vervolgens de trek naar Baveno aan het Lago Maggiore. Over drie passen: Ofen, Flüela en San Bernardino, waar vooral de Flüela en de vervolgweg naar Thusis er fietstechnisch aantrekkelijk uitzag…

Baveno ligt qua fietsen niet zo ideaal en met name de kustweg tussen Locarno en Stresa is erg druk. Maar uiteraard is er ook een ‘achterland’.

Op de kaart had ik een ‘bergje’ in de achtertuin gespot; de ‘Mottarone’ dus samen maar een stukje omhoog, natuurlijk niets van mijn ‘eindplan’ laten weten; “We zien wel”.

Een bijzonder fraaie klim met mooie dorpjes, veel haarspelden en veel andere fietsers. Naar later pas zo blijken waarom zo veel.

Gruwelijk steile stukken, de achterstand van Miriam, alsmede het late uur deden mij besluiten om te keren. Natuurlijk in mijn achterhoofd de gedachte deze alsnog een keer te doen. En inderdaad: terwijl Miriam op een andere dag voorstelde in het meer te gaan zwemmen, dacht ik: “De Mottarone en nu in mijn eigen tempo omhoog”. Een klim van 21 km, direct uit Baveno. Op een gegeven moment, 8 km voor de top, een tolhuisje en de hoogtemeter zei mij dat het laatste stuk erg zwaar moest worden, zeker na eerst 1,5 km dalen direct na het huisje. En inderdaad, 5 km heel erg steil, waar overigens de gemiddelde percentages uit de grafiek het verhaal niet vertellen: een grote mate van onregelmatigheid en percentages tot 15% vergden het uiterste. Maar aan alles komt een eind en de beloning op de top was groot: een schitterend uitzicht rondom (bij volledig helder weer op zeven Italiaanse meren en de Monte Rosa).
Een man op het terras zei tegen zijn dochter: “Die man heeft wel een kop koffie verdiend.” Een beetje het Jos bekende Grand Ballonverschijnsel.

Na enig opzoekwerk bleek dat de Mottarone enige malen, waaronder in mei van dit jaar nog, deel van het Giro d’Italiaparcours geweest is en daarmee dus een klassieker. Dit verklaart het grote aantal fietsers. Dit Miriam verteld hebbende, wilde zij natuurlijk ook, dus de dag erna samen. We hadden afgesproken dat zij een uur eerder zou vertrekken, maar na een half uur – ik zat net te badkamerbouten – een telefoontje: “Lek!”. “Ik kom eraan!”.Bij aankomst bleek ze zelf reeds een nieuwe band omgelegd te hebben (oefening baart kunst) en na nog wat napompen weer samen verder – ik vooruit. Weer een telefoontje: “Ik durf het niet te zeggen, maar…lek”. Daar nu aba-loos, 2,5 km afgedaald en een nieuw bandje omgelegd en samen op pad. Zonder kleerscheuren beiden bovengekomen en afgedaald. Helaas waren het weer en het uitzicht deze keer niet zo bijzonder.

De laatste gezamenlijke fietsexercitie betrof de klim naar Macugnaga; wederom een uit de Giro en wel klim twee van de etappe Bergamo-Mottarone-Macugnaga.
Om verschillende redenen, andere dan de giro-klim, wilde ik wel eens naar Macugnaga: de naam alleen al, het ligt aan een lang dal (30 km) aan het einde van de wereld tegen de oostflank van de 3500 meter hogere Monta-Rosa, waar ik goede herinneringen heb aan de Dufourspitze, de hoogste berg van Zwitserland, alsmede de Monte Moropas, een overgang naar Saas Grund waar het goed wandelen is.
Macugnaga ligt zo ver verwijderd dat men er een eigen dialect, het Walser, spreekt, uit Duits-Zwitserland afkomstig.
De klim was niet steil, afgezien van de eerste twee kilometers, en kende zelfs een paar licht aflopende stukken, maar wel heel fraai. Door het doodlopend zijn van het dal en het ontbreken van dorpen van enige omvang was het zeer rustig in het dal en de uitzichten ronduit spectaculair. Macugnaga is slechts een gehucht en na 1h55’ was ik daar, een klim met 16 km/h gemiddeld. Toen ik me na 1h15’ wachten op Miriam ongerust begon te maken en na het afrekenen (€1,00) van de voortreffelijke caffe lungo terug wilde fietsen kwam het dieseltje daar aan onder de uitspraak: “Fietsen is om je te ontspannen”.
Helaas was het weer van dien aard dat we geen uitzicht hadden en zelfs lichte regen vergezelde ons in het eerste deel van de afdaling.

Als laatste wapenfeit de laatste dag alleen vroeg opgestaan voor de Mottarone westzijde. Wederom om verschillende redenen: eerder op de top vertelde een Nederlander mij dat die eigenlijk toch zwaarder was, en dat moest natuurlijk even onderzocht worden, het weer was die dag wel kraakhelder dus eindelijk kans op het beloofde uitzicht en gewoon de laatste mogelijkheid.
Na een aanrit van 15 km, waarin ik wederom een lekke aba kreeg, wat ik wijt aan de combinatie van veel troep op de Italiaanse wegen alsmede nog wat vochtig wegdek, begon de klim. Door heel erg mooie dorpjes en langs hellingen met niet te verwaarlozen percentages. Meldt het profiel slechts gemiddelde stijgingspercentages, de teller heeft 17% geregistreerd en stukken van 8% leken vervolgens vlak. Delen zouden de Mortirolo niet misstaan hebben.
Boven gekomen was het inderdaad helder weer met mooie uitzichten en de espresso lungo van €1,00 (wat een voortreffelijk land!) liet zich zeer tevreden smaken.

Toen kwam ik erachter dat ik bij het insteken van mijn achterwiel, heel ver beneden, blijkbaar mijn remblokje er uitgestoten had (Ger en Henk kennen het verschijnsel) en zou dus moeten afdalen met slechts de voorrem. Dit leek me gezien de steilte van de weg wat hachelijk, maar niet getreurd: ik kon de fiets gewoon meenemen in de cabinebaan naar Stresa (2 € extra) en was zo in 20 minuten weer beneden, een hele mooie klim in herinnering.



Zondag 24 juli – Ger vertelt:

Na de 6-daagse hoogtestage in de Dolomieten was ik wel benieuwd hoe mijn (klim)benen Zuid Limburg, resp. de Voer zouden verteren. Ergo deze week op Forum laten weten, dat ik vandaag bij de toren zou staan.

Dit als eerste rit van TCd’E (v/h HQC). Nadere berichten over het hoezo, waartoe, hoe, setting waarin verder, aanpak voor de toekomst etc. etc. volgen nog, zoals Martin al aankondigde. Een stille revolutie in het buitenland vormt de basis.

De respons op het forum gaf aan, dat er nog altijd wel wordt gelezen, althans door de hard core digi’s.

Martin gaf aan in Italië te blijven; Henk dat hij dubbels en tripels ging nuttigen in Maaseik (daar komt het immers op neer als je met studievrienden daar naar toe gaat); Karel dat hij het weer zou afwachten. De beide hardrijders van ons lezen geen site; dat verstoort slechts het ritme, hebben ze van Cadel geleerd. Dus hun komst was ongewis.

Vanmorgen rond zeven gaf Reinouw aan dat het conform voorspelling gieterde en later las ik in een SMS hetzelfde uit huize Leenders. Dus nog maar eens omgedraaid en berust in het feit, dat ik het wel niet te weten zou komen (dat van die (klim)benen dus).

Tegen twaalf was het echter al minstens een half uur droog en een blik op buienradar gaf aan, dat met een beetje mazzel ik op de grens van de bui/droog zou kunnen fietsen. De DUELL stond nog geprepareerd met de neus naar de garagedeur en om 12.15 was ik weg voor een kort rondje.

Om maar gelijk geen onduidelijkheid te laten bestaan; ik voelde noch mijn benen, noch de wind op kop; het liep als een speer!

Onderwijl dacht ik hoe gelukzalig Hans en Jos zich moeten voelen als er achter hen geworsteld wordt en zij denken te moeten/kunnen opschakelen. Vertrokken over Gulper West naar Slenaken, waar de laatste processie van dit jaar was gepasseerd. Doorgestoken naar Teuven en vandaar Kloosterdwars op. Middenblad en achter niets eens het kleinste. Die pion achter bleek overigens deze week niet de veronderstelde 28 tandjes, maar ‘slechts 25 te tellen. Goed dat ik dat in Italië niet heb geweten. Boven over de grote weg richting Aubel, maar halverwege gedaald naar Remersdael om via de klim bij Kasteel Teuven (Bovenste Bos) naar Beusdael te gaan. Voor Sippenaeken naar links om binnendoor naar de voet van de Camerig te gaan. Die helemaal omhoog en op het valse boven weer eens kunnen doortrekken.

Via Vaalsbroek naar de Pas van Wolfhaag, Belgische kant drielandenpunt en weer naar Vaalsbroek om op en af via Vijlen naar Mechelen te koersen om daar de Schweiberg te doen.

Alles ging van zelf op dat binnenblad; helaas is de “kraak” bij het aanzetten niet uit het frame; dus die moet naar Roger voor een check up.

Voor de rest was het een abnormale zondag; herfstachtig koud met ca. 14 graden. Nauwelijks fietsers; geen wandelaars noch de bekende cabrio/motor etc. optochten; geen kip op de weg of terras dus. Het terras bij de Smidse leeg; bij de ijstent onder de Camerig ca. 10 auto’s en niemand te bekennen. Nu fiets afsoppen en finish tour zien. Gisteren tijdrit op de radio gehoord terugkomend uit Den haag; dat heeft toch wel wat.

Overigens komende weken ontbreek ik bij de toren; zondag as vertrekken we.

Eindelijk ook onze vakantiebestemming gevonden. Nostalgietrip door Frankrijk; startend in de Loire (de eerste vakantie van Reinouw en mij samen) langs de kastelen, vlak fietsen, lekker eten etc. Dan door naar de Auvergne, onze favoriete bestemming toen de kids klein waren en herinner ik me daarnaast van het stevig klimmen, zoals ook ieder jaar in de Tour blijkt.

See you tweede helft augustus.



TCd’E Alpi 2011 (11-16 juli)

De verklaring van ‘TCd’E’ zal later volgen, maar daar Ger als eerste zijn verlag heeft, volgt dit nu:

In de agenda stond al enige tijd uitdagend HQC ALPI 2011 met als eerste aanmelder mijn persoontje.
Overigens ALPI is een synoniem voor heuvels, want de reis was dit keer naar de Dolomieten en wel Lana onder de rook van Timmelsjoch, Stelvio, Sella Ronde en Tschoggelberg. Over deze laatste onbekende moordenaar later meer.

Met die vroege aanmelding wilde ik tot uitdrukking brengen, dat ik zo’n prestatie nog wel eens wilde leveren. Immers dat is 5 à 6 dagen in het hooggebergte. Dus mezelf vanaf begin seizoen een aardige training (helaas alleen in het weekend) opleggend en hopend met mijn aanmelding ook het goede voorbeeld te geven aan anderen om zich dit soort doelen te stellen.

Als vanzelf verwacht volgden Martin, Henk en Jos snel; helaas bleef het daar echter bij en zelfs Hans liet na Vogezen ook deze “samen er op uit” aan zich voorbij gaan.

Ik was in ieder geval blij mee te kunnen/mogen en -  het kan niet genoeg worden benadrukt - “Ik heb aan alle kanten en van alle aspecten volop genoten”

Niet op zwarte zaterdag rijdend, had eenieder slechts zo’n 4 à 5 uur geslapen omdat het Martin behaagde al om 6.00 v.m. aan de Koulen te vertrekken. Dat is nog gelukt ook, maar wat ik zeker niet had begrepen is, dat ook na zo’n rit een “Jos na de autorit-rit” in de planning lag. Jos pakte manmoedig onderweg een kaart en had zo een ritje in een tussendalletje met de nodige hoogtemeters gevonden. Ergo om 16.00 voor de eerste keer omhoog in het Val Ultimo naar zo’n 1250 meter in St. Nikolaus.

Ondertussen hoorden we ’s avonds dat een van onze voormalige clubleden DSK-aspiraties heeft door zich in een roze fietsclub van andere sexe te mengen; kreeg Henk van Petra een welgemeende goedenachtknuffel en dacht de rest alleen nog maar aan de Timmelsjoch. Zo’n 2200 hm te verteren; immers van ca. 300 naar 2509.

Niet ingewijd in de rituelen hoorde ik geruststellend, dat er ook rustdagen zouden worden ingepland. Later begreep ik evenwel dat dat ritten waren van < 100 km, resp. < 2000 hm!

De temperatuur was als de hele week zou blijven, boven de 30 toen we op tijd vertrokken voor de Passo del Rombo (Donnerpass).
De rit, evenals gister, samen met Henk gedaan en eenieder was het erover eens: “zwaarder dan Stelvio”. Tunnels als fobie voor mij, zodat ik zelfs in de klim in nr. 6 onderuitging! Even een slingertje voor, gelijk druk op het achterwiel zettend en daar lag ik met ca. 12,5 km/h of zo. Genoeg om de rest van de week bij iedere tunnel moeder Maria aan te roepen. Onderwijl kunnen genieten van 18 km. onregelmatige klim met 1800 hm. Mooie uitzichten en lekker in de zon. Toen ik echter zo’n 6 km onder de top omhoog keek, zag ik een muur van tornantes en dito steile wegdelen; me verder maar geconcentreerd op voorwiel en opzij.

Boven was het inmiddels van > 30 ca. 10 graden geworden. Even opwarmend op het van moderne kunst voorziene joch en inmiddels met enen Marco, een kruising van Karel en Ricardo als gezellige disgenoot. Hij was met Jos, resp. Martin omhoog gesneld, althans een deel en we zijn allen met hem omlaag gereden naar Merano.

Kruising omdat hij net als Karel zijn mond niet hield, echter wel was te verstaan. Ricardo look alike vanwege zijn zeer sociale habitat en gevoel voor techniek. Wij hem pestend met heer B(unga, etc); hij ons met heer W.

Afgesloten op het terras in Merano met een alcoholvrij biertje met een heerlijk appelzuurtje.

Over appels gesproken; daar hing het hele dal vol van; zelfs de Süd Tiroler Weinstrasse!

Het pension bleek inmiddels alleraardigst. Goed eten en heerlijke wijn. Joachim Holzner was net als Jos een voormalig gymleraar, die aan allerlei buitensport deed. In 2004 wilde hij Bergrettung gaan doen, maar helaas bij het klimmen in de hal is hij “geduveld”. Van rolstoel naar krukken en nu moeizaam lopend. Echter een opgeruimd karakter en zich met koks- en sommelieropleiding omgevormd tot een samen met zijn vrouw zeer sociaal en aimabel exploitant van het pension.

Dit keer waren buiten ons het merendeel van zijn gasten echter van de categorie “ik ben er ooit mee getrouwd, maar waarom ook al weer”. Bij een stel was het zwijgen zelfs tot een hele show geworden.

Op de weg zagen we echter aardige Italianen en zelfs de lady’s kwamen er goed en goed gevormd vooruit. Veel MTB’ers op de weg en ook een Rijksbouwmeester die de diverse kasteeltjes in de A/B/C of D-uitvoering had. Daarnaast echter ook Arend en Specht-uitvoeringen had met allerlei opties en businessuitvoeringen. Die (standaard) indruk wekten de diverse verdedigingswerken in ieder geval.

Na Timmelsjoch stonden twee dagen van meerdere passen aan de rit. Mendelpas kwam ik zelfs als eerste boven; al moet ik daar wel bij zeggen, dat Jos zo’n 4 km had omgereden. Daags erna de Sellaronde (anti clockwise): liep ook als een speer; echter niet nadat een enigszins valse/onware indruk die Martin van een klim had gegeven op het terras werd gecorrigeerd en voorkwam dat ik voor Corvara al wilde omdraaien. Karakter en nog wat verkennen van zwaarte van Gardena en Sella deden mij – gelukkig - toch meerijden.

Voor mij is de Sellaronde heel apart, omdat ik die omgeving van vele wintersporten als mijn broekzak (op ski’s) ken en heel gek nu alleen groen te zien. Boven op de Sella barstte evenwel het noodweer los en de afdaling was voor niemand een pretje; koud, stijf in het hele lijf van het remmen en voorzichtig rijden en verkleumd tot op het bot mochten we in Canazei aanschuiven voor warme chocola en taart. Bij Jos duurde het wel even voor hij zich eten en drank soldaat kon maken.

Overigens in het zonnetje van de klim naar Gardena ingehaald door een jongen en meisje, van wie het meisje hem na een paar honderd meter ook liet staan!.

De Stevio was achteraf mijn minste dag; niet dat het niet liep, maar de vermoeidheid begon toch te tellen. Ergo rustig aan gepeddeld en genoten van het fantastische uitzicht in wolken en met de laatste 6 km regen en wind op kop. Hartslag niet boven de 145 en nergens max. zegt wel genoeg. Bovenop toch weer zo koud dat ik mijn in een pastic zak ingepakte fototoestel uit mijn handen liet glijden. Display kapot en zojuist maar een nieuwe besteld. Door de zoeker kan ik nog wel foto’s maken, maar ik ben al mijn instellingen kwijt.

Het slot was meer dan “Tierkwellerei”. Joachim had op onze vraag naar een leuke klim achter Merano wat lachend bevestigend geknikt. Het bleek de Tschoggelberg te zijn. Zo’n 1350 hm en aanvattend bij 450 over 10 km. In het begin ook nog met veel verkeer en niet lopend asfalt.
Eenieder heeft zich daar naar boven gevochten en was eigenlijk op ons pauzeterras “Helemaal naar de kl…” Boven was echter een fantastisch zicht op het dal en Henk had ons als route-uitzetter nog een tig aantal ‘Loorbergjes’ voorspeld. Die kwamen dan ook, want we hebben er nog ongeveer 500 hm aantoegevoegd. Een meer dan waardige afsluiting met als slot een mooie afdaling in het zonnetje en zo’n 10 km vlak in ploegentijdrit.

Kortom;
In de hoop van volgend jaar een replay??

NB: foto’s volgen nog.Deze staan inmiddels on line (een massieve email ontvangen...); wellicht dat er nog eens hogere resolutie exemplaren beschikbaar komen...

De Dode vult aan, min of meer Gers betoog volgend:

Er staat een album on-line.

Ik zal niet alle klimmen en afstanden chronikeren, alleen de totaalafstand, zoals door Ger vermeld: 460 km en 10.635 hm.

Wel zal ik de plaatjes van de hoogteprofielen erin doen.

Mede door mijn voorstel vroeg te vertrekken alsmede een redelijk voorspoedige rit kwamen we inderdaad op tijd aan voor de ‘Jos-na-de-lange-autoritrit’ en zoals gezegd een zomaar dalletje boven Lana; alleen de naam al: Val Ultimo; beginnend met een stijgingspercentage dat het ergste deed vermoeden, maar gelukkig vlakte het af.

Conform eerdere tradities gelijk op dag 1 maar de tocht waarvoor we naar Merano gekomen waren: de Timmelsjoch; overigens aanvangend na een niet onaardige ‘voorklim’ van 20 km naar St. Leonardo im Passeiertal, met zo’n 580 hm.
Inderdaad zwaarder dan Stelvio.Mijn suggestie om door te dalen naar Sölden aan de Oostenrijkse kant werd helaas door allen afgewezen.

Over het pension: laten we niet vergeten het ingenieuze irrigatiesysteem te noemen van Lana en omgeving: langs elk huis loopt ongeveer een ondergrondse beek die gebruikt kan worden om water uit te tappen. Bij zware regenval gaat de beek ‘uit’ om troebel water in de pompen te voorkomen.

Joachim was inderdaad sommelier; van Jos zullen we meer over de wijnen te weten komen.

Wat ik me van de Mendelpas herinner is vooral de temperatuur van 36 °C en de saaie delen door het bos. Het laatste stuk met een Vercorsachtige wand en een snelle aaneenschakeling van bochten was echter mooi genoeg.Na de Mendelpas echter nog de Gampenpas; niet steil maar lang en warm. De afdaling snel en hoewel Henk in het laatste gedeelte gevolgd werd door de ambulance bood hem dat toch onvoldoende zielenrust om tot het uiterste te gaan, zodat ik hem kon volgen.

De Sellaronde kenden we eigenlijk allemaal al geheel of gedeeltelijk: Henk en ik volledig, maar rechtsom, Jos Pordoi en Campolongo en Ger weer wat anders. Het was goed hier weer eens te zijn en voor mij was de Sellaklim vanuit de Gardena nieuw, dus niet geklaagd. Opvallend(?) natuurlijk weer het gegeven dat Ger dreigde om te keren, maar na simpele overreding en aanspreken op zijn Ehrgeist, dit zoals vaak weer een loos dreigement bleek te zijn. De afdaling van de Sella inderdaad nat en koud maar na de koffie snel vergeten.

De Stelvio ook niet onbekend, maar deze keer, met parcourskennis zeer gesmeerd en zonder kramp in bocht 1 en slechts vijf minuten in de lichte regen.In de afdaling door het Val Müstair oppermachtig; alle inhaalpogingen en kopwerkaspiraties waren natte winden en het feit dat Jos de finishlijn 10 meter ná de gemeentegrens van Glurns meende, lächerlich.

De laatste dag: inderdaad een mooie klim naar Avelengo, zonder snorren op de kaart. Met mij ging het nog wel: ik wilde door naar Bozen maar sloot me democratisch aan…

Een mooie week – afgezet aan de Fernpas en daar door Miriam na twee uur wachten opgehaald en nu zit ik weer in Prad. De steile klim naar de Reschenpas gedaan met Miriam (passages tot 20%, 1200 hm totaal) en het kanon niet gevonden.

Henks aanvullingen:

Eigenlijk is bijna alles wat echt vermeldenswaard is al gezegd door Martin en Ger, en de beschrijving van de wijn laat ik ook over aan Jos.

Markante punten wat mij betreft.

Zuid Tirol is echt goed bereikbaar. Als het niet al te druk is rijd je er in binnen 10 uur naar toe, waardoor je op dag 1 nog een stukje kunt fietsen als je op tijd vertrekt en niet op een zwarte zaterdag.

Jos is goed aan het oefenen voor zijn rol als routecommissie in de Vogezen volgend jaar.

Fietsroutes te over in de streek. Mooie fietspaden in de dalen. Veel mogelijkheden voor korte rondjes. We hebben nog lang niet alles gehad. Het Ultental hebben we nog niet eens uitgereden en je kunt van daaruit ook nog een rondje rijden richting Fondo en via Gampen of Mendelpas terug. Verder kun je ook in Nalles nog de Gampenpas op. Ook aan de andere kant van het dal zijn nog wat varianten mogelijk, o.a via San Genesio, maar ook op het plateau is nog te variëren. Aan Penser Joch en Jaufenpas zijn we niet eens toegekomen. Verder zijn er nog ritjes richting Prad en dan ergens een zijdal in mogelijk. Het natuurgebied van de Texelgruppe lonkt. Iets meer naar het zuiden zijn Karerpas, Passo Nigra en Seiser Alm nog te ontdekken.

Het hotel was goed, gastvrij en goedkoop. Beslist een aanrader. Wel even letten op de prijs van de wijn die je bestelt. Lana heeft ruim voldoende voorzieningen. Een avondwandelingetje door Merano was echter ook best aardig geweest. Huisvesting dichter bij Bolzano is vanwege de alternatieve routes zeker ook te overwegen.

Overigens schijnen er (ook) Alpi te liggen in Zwitserland, Oostenrijk en Frankrijk.

Mijn conditie was zoals ik verwacht had niet meer zo goed als bij vorige edities, maar gelukkig at par met Ger, zodat we elkaar nooit uit het oog verloren, en we beiden af en toe achteraan bungelden, maar soms ook keurig gelijk op gingen.

Alle ritten hadden hun charme. De Timmelsjoch is beslist een klassieker. De bekende klassiekers waren de return meer dan waard en de onbeduidende colletjes tussendoor waren beslist prettige verrassingen, ook al was die klim naar Avelengo echt loeizwaar met 5 klimdagen in de benen. De aanloop naar de passen was soms erg druk. Daarbij zou wat meer voorstudie misschien kunnen helpen. De drukke wegen in de aanloop naar de Timmelsjoch, de Mendelpas en de Avelengo hadden we waarschijnlijk wel kunnen vermijden.

De verdeling van de inspanning over de week verliep niet zoals we ons voorgesteld hadden met afwisseling van lichte en zware dagen. Maar het blijkt dat je met een aantal middelzware dagen achter elkaar ook heerlijk fietst. Ik heb er geen problemen mee gehad. Voor mijn zitvlak was het prima zo. Na lange dagen wil dat nog weleens problemen geven, maar nu ging het naar het eind toe steeds beter. Doordat we de routes een beetje ad hoc samenstelden kwamen we voor verrassingen te staan, maar doordat we die flexibel tegemoet traden (een beetje inkortten, of de volgende dag dan maar wat rustiger) rolden we soepel door de week. Wel zo relaxed zo en het geeft iedereen de gelegenheid bij te dragen aan de routevorming.

Het gezelschap is ook niet onbelangrijk. Ieder brengt zo zijn eigen sterke punten in. Ger: de leasebak met voldoende ruimte voor 4 personen, fietsen en bagage en de bijbehorende chauffeursvaardigheden, zoals gezegd iemand met een gelijk niveau van klimmen, goed in relativeren en grenzen stellen, houdt het relaxed. Jos, uiteraard weer de klimgeit van de groep, geduldig wachtend op de toppen, zorgt dat we goede wijn krijgen en stuurt de slechte gewoon weer terug, op moeilijke momenten op het vlakke altijd bereid je (gedeeltelijk) uit de wind te houden, gaat steeds beter dalen, als hij een helm heeft gaat hij me bijhouden. Martin, houdt de organisatie in de gaten (in het begin een beetje al te strak), let op het materiaal en de onkosten, zwalkt door de groep om te checken of iedereen er nog wel is, heeft uiteindelijk ook in Zuid Tirol de kaart in zijn hoofd, bikkelt graag op het vlakke of licht dalend terrein.



Zondag 3 juli

Ger
verhaalt:

Allereerst wat cijfers: 133 km; gem. 24,4 km; hm 1385; ca 5,5 uur op de fiets. Deze gegevens omdat Henk geen (werkende) teller had en hem toch als compensatie voor een meer dan fantastische rit wat gevoel te geven van onze prestatie.

Over prestatie gesproken; zonder Hans en Jos zie je onderweg veel. Die 1 à 2 km die je niet hoeft te forceren, laten je langer fris blijven en zoals vermeld, je kunt nog eens om je heen kijken.

Dat het dun aan de toren zou worden was bekend; Hans op kunst, Jos op huiselijk wandelen (of zoiets), Martin naar Vlaardingen en de rest?

Dus maar een berichtje op het forum, dat een voor mij niet te vatten reactie van Martin opleverde. Met zijn tweeën fietsen alleen kan toch alleen als je dronken bent en dubbel ziet? Iets teveel Leffe??

Op tijd uit bed na die mooie tourrit van gisteren en benieuwd. Nu: Henk kwam opdagen en stelde voor “een rondje om Aken heen”. Leuk idee en hij gaf mij carte blanche tot ergens rond Gemmenich.

Omdat het op de weg naar de toren nogal stevig processie en die mooie zandpaden waren, afgedraaid naar Klimmen voor de Karstraat. Die ook gedaan en boven richting Simpelveld via Trintelen en Bosschenhuizen. In Simpelveld door naar Bocholtz en daar besloten Gemmenich gewoon Gemmenich te laten en via Orsbach naar Aken te toeren. Ook in Orsbach een soort processie en vandaar ben ik maar Henk (on)navolgbaar gaan volgen. Eerst bij onze bekende plek aan de Waldschenke koffie en taart; rustig in het zonnetje geluierd (althans ik) en wat rustige kout; in ieder geval geen toestand in de wereld verbeterd. Vandaar had Henk een fantastisch mooie route.

Het startte met een meertje waar tout Duitsland zich aan het vermaken was en vervolgens draaide Henk resoluut de Duitse versie van de Strada Bianchi op. Door het bos en zoals gezegd half verhard omhoog draaiend naar ca. 450 hm. Goed te doen en na op allerlei manieren draaien en keren kwamen we op een voormalige spoorlijn met heel mooie vergezichten. Het bleef draaien en keren en op zo’n 300 hm steeds 25 omhoog of omlaag.

Ergens hebben we ons verreden, waardoor we op de terugweg die Strada nog eens konden doen. Dat was zeker geen straf. Onderwijl bij Lichtenbusch nog even gemijmerd over de bron van de Geul en uiteindelijk retour naar Vaals, waar we zijn afgedraaid naar Orsbach. Nu lekker omhoog in het zonnetje en via Simpelveld de nieuwe Huls soldaat gemaakt. Uiteindelijk naar Voerendaal waar Henk naar huis peerde en ik terug via de Karstraat (had ik die al niet gehad?) en de ruilverkavelingsweg naar Wijlre en Wittem. Tegen 14.30 thuis.

Heerlijk en klaar voor de Alpen.

Henk voegt als volgt uitgebreid toe:

Ger had gelijk. Prachtige rit gemaakt. We hebben wel een beetje gedwaald. Uit de reconstructie met behulp van Google Earth en Streetview concludeer ik dat we in Aken een merkwaardige slinger hebben gemaakt, maar daarbij toch maar zo’n 2 km hebben omgereden. Op de spoorlijn (Vennbahn) was ik het spoor helemaal bijster en ben ik eenvoudigweg de verkeerde kant op gereden. Als excuus kan ik nog wel aanvoeren dat de spoorlijn erg grillig loopt omdat hij de hoogtelijnen volgt. Het stukje vanaf de Waldschenke laat zich als volgt reconstrueren. Een paar honderd meter verder richting Kelmis en daar linksaf naar Entenpfuhl. Vandaar halfverhard door het Aachener Wald naar Köpchen aan de Eupener Strasse. Daar recht oversteken naar Forsthaus over de Augustinerweg. Daar de Monschauer Strasse oversteken en de Augustinerweg vervolgen. Voor Hitfeld kom je langs Kamp Astrid, een kazerne van het Belgische bezettingsleger na de tweede wereldoorlog. In Hitfeld rechtsaf en de doorgaande weg volgen naar Schleckheim. Na de rotonde linksaf naar Kornelimünster. Daar kun je het traject van de Vennbahn op. Als je linksaf gaat ga je al slingerend naar Aken Rothe Erde, om van daaruit het rondje om Aken te volbrengen. Ik koos abusievelijk voor rechtsaf. Ook erg mooi, maar na een paar km kom je dan in Walheim en houdt het fietspad op. Daarmee heb ik dan wel ontdekt dat je, door bij Schleckheim nog even door te rijden naar Walheim, de hele Vennbahn kan afrijden. Wij zijn van Walheim naar Friesenrath gereden hebben daar de Hundertsweg omhoog gepakt (fenomenaal uitzicht), om weer naar Schmitthof af te dalen. Hier pikten we een fietsroute naar Aken centrum op, die ons nog één keer de Vennbahn deed kruisen. Vervolgens kwamen we via Sief, Wüstenei, Langfeld, Totleger, Johannisberg en Grüne Eiche weer in Forsthaus. Van waaruit Ger de route verder aangegeven heeft.

We zijn inderdaad niet ver van een bron van de Geul vandaan gepasseerd. Nou heeft elke rivier van enige omvang natuurlijk meerdere bronnen. Maar één bron (de Limburgse Wiki) geeft in elk geval aan: “In de kelder van de boerderie Het Todtleger bevink ziech de brón die me besjouwt es de oarsjpróng van de Geul.” Laten we daar nou net langsgefietst zijn. Ikzelf kan als ik zoveel mogelijk stroomopwarts de Geul volg op Google Earth (aan de hand van de begroeiing) komen tot de ruïne van de burcht Raaf in de driehoek tussen de buurtschapjes Hof, Möschenberg en Brigittenkap, dat is zo’n 1500 m zuidwestelijker. De Nederlandse Wiki laat de Geul ontspringen bij de Zyklopensteine. Die liggen op de grens een paar honderd meter oostelijk van de Eupener Strasse bij het eerder genoemde Köpchen. Een foto op Google Earth plaatst de (eerste) bron net aan de overkant van de E40. Hoe het ook zij, de Geul ontspringt in dat dal.



Zondag 26 juni

Wordt het weekend na het Vosgesweekend soms gekend door een geringe aanwezigheid aan de toren; deze maal viel het mee. Hoewel Henk zich had afgemeld wegens verkoudheid waren Karel, Ger, Jos en Hans, alsmede de Dode aanwezig. Jos en Ger beiden ook met een snotkop, maar dat mocht de pret niet drukken.
Overigens meen ik mij, de Dode, te permitteren afstand te doen van mijn ‘geuzennaam’; immers: niet alleen niet afgezwaaid bij de Markstein, maar The Full Monty uitgereden en niet slecht.

Iemand noemde het Rode Bos als pleisterplaats, maar wetende dat deze pas om 11 uur opent met een omweg erheen. Als seculiere, atheïstische groep eerst op pad naar het gerestaureerde wegkruis op de Koulenberg om daar Marjan aan te treffen (met Pino). Haar nog even bevestigd dat Jos bij zijn nieuwe fiets een helm koopt die hij ook daadwerkelijk altijd zal dragen!

Te SoG de Keutenberg op, een eerste van meer steile die zouden volgen. Via Ingber naar Euverem (mooi nieuw asfalt daar) en door naar Slenaken, Nurop en Teuven. Daar ingehaald door een groep van WTC Klimmen, waarop Martin tot Hombourg op kop sleurde, aldaar verdwaasd omkijkend waar of de rest toch bleef…
Van Hombourg schilderachtig naar Lontzen en de Kinkenweg omhoog; deze keer bleef Jos’ spaak heel. Van boven deze helling greep onze groepsautist Ludo de gelegenheid aan om te soleren tot het Rode Bos, de rest, hoewel eendrachtig kop-over-kop nemend (op een uitzondering na) achterlatend. Met een kleine voorsprong kwam hij aan en leker buiten gezeten de koffie met slagroom en vla genuttigd. Gespreksonderwerpen: Vosges, Alpen, Griekenland en wat dies meer.

Ook werd het gegeven dat de Phoenix van Oderen na het uitrijden van 130 km LM zijn smoel best wel weer eens zonder schaamte aan de toren zou kunnen laten zien!

Terug zeker niet de kortste weg; nadat de heenweg Hans voor koersdirecteur speelde, nam nu Martin de roerstok over: op de Plank naar Ulvend, afgedaald naar Schey en Noorbeek, naar Bergenhuizen (steilklim #3) en binnendoor – ongewoon – naar Te Bannet. Noordwaarts en zeer onverwacht de Banholtergrub af en via de grote weg naar Eckelrade in welke Hans resoluut ‘links’ uitriep – de Orenberg (steilklim #4) implicerend. C&K naar ’t Rooth (nieuw asfalt) en binnendoor langs het gasstation naar Berg en de Brakkenberg af alwaar de opsplitsing: Karel en Martin via de Dellen en Meerssen naar Genhout en Spaubeek om via steilklim #5 (Stammenderbos) af te ronden met 99.7 km op de teller.

Heren: Klauterkoers La Roche volgende week gaat niet door (te weinig aanmeldingen/ Alpenweek).

Ger voegt toe:

Vandaag een heel mooie rit gehad met een - volgens mij - strak tempo. Dat zal Hans vast anders zien, maar….

Een paar keer niet aan de toren geweest, maar mijn Concorde wist blind de weg. Ingbergracht weer eens op, door Scheulder en weer eens de Sibber af. De regen van gister was links en rechts nog met wat modder aanwezig. Omdat ik al vlak na 8.00 was vertrokken nog niemand bij de toren. Even ging door mijn hoofd dat na de Vosges het altijd wat inkakt en dat Martin gister v/h de Adelaar zou coachen en dat Hans wellicht nog niet terug zou zijn. Na de detour door Schimmert waren tegen 9.00 op Henk na alle WTT-matadoren aanwezig.

Na wat tutten pas om 9.04 vertrokken richting Valkenburg, maar daar alras naar de veste van Jos afgeslagen om het nieuwe veldkruis te bewonderen. Inderdaad zeer fraai en ruim ingezegend met allerlei soorten vocht. Na wat gepalaver met Marjan de route weer snel opgepakt en weer eens de Keuten gedaan. Karel was overmoedig en zat op 1/3 nog steeds naast me en begon zelfs te denken aan het zoet van de overwinning. Toch maar even aangezet, want ik weet mijn plaats en dus ook de overigen.

Bovenop via de Hut naar de dalweg met nieuw asfalt naar Slenaken en daar evenzeer over nieuw asfalt naar het Belsj. Een groet groep haalde ons in en sloeg achter Aubel [red.: Ger bedoelt hier natuurlijk Teuven, maar als je die door elkaar gaat halen is de kans op foutrijden natuurlijk levensgroot] af naar Hombourg. De rest op mij na mee; een onnavolgbare en niet zo slimme actie van mij beperkte het gat, maar het was te groot om te dichten.

Omdat het Rode Bos de bestemming was, riep in Hombourg Hans zelfverzekerd Lontzen. Op de weg er naar toe, was hij wel te overtuigen om toch de Kinkenweg te nemen. Boven in HC was Hans niet meer te temmen en hij ging alvast bestellen vermoedden wij.

Met zijn vieren vervolgens strak en hard naar het Rode Bos gekoerst; het meeste kwam voor rekening van Martin. In het bos voor de finish riep ik nog dat het derde wiel het goede wiel voor de sprint was. Martin liet een gaatje en ik hoefde niet meer buitenom.

Op het terras nog even het erover gehad wat voor stress dat koersen is, want wij deden het ca. 10 km en waren blij het te hebben overleefd. Terras was uiteraard Vosges; kredietcrisis; Alpen, vakantie en vooral van Hans begrepen dat toen hij naar een restaurant vroeg op vakantie, hij gewoon naar een *** is verwezen. Nu begrijpen we pas echt waarom hij niet met ons mee kan/wil!

Van het Rode Bos naar de Planck en vandaar in mij bekend MTB-gebied. Alleen doe ik het dan dwars op de route die we nu doorkruisten.

Uiteindelijk de Brakkeberg af en daar sloegen Martin en Karel links af bij de Kuiper Allee. Ik ben nog met de Gesel en Jos meegegaan. Voor de moraal nog mee de Koulen op en bij Jos zijn deur afscheid genomen. Verder door gegaan en ook nog Karstraat gedaan. Op 100 meter hing iemand op wie ik langzaam inliep; dat lukte me op 2/3, maar dan moet je wel doorgassen en niet omkijken. Ook daar lekker boven gekomen. Door naar Colmont en Ubachsberg en via de Ruilverkavelingsweg naar Wijlre en Wittem.

In Wijlre kwam ik de derde sirene van een ambulance tegen; geen goed weekend dus.

Heerlijk gereden met een gelijkmatig tempo. Alles bij elkaar ca. 121 km met een gem. van 25.7 en hm 1015.

Geloof dat ik de Alpen aankan!



Zaterdag 26 juni – Ger

Enigszins timide ging ik vandaag naar Rosmalen voor een BETS-rit.
Niet de regen; niet het missen van Limburgs Mooiste; niet het ophalen van Frank (met mooie herinneringen aan de Vosges) en niet het weer op tijd terug moeten zijn om de auto aan Reinouw te geven voor een reünie in Friesland, maar de wetenschap van een rit met onze BETS’ers onder het gesternte van het meefietsen door een van onze beste - en meest sociale - maat in die groep waarbij nagenoeg zeker ALS is geconstateerd.

Spanning door vooral Hein snel gebroken, besloten we vandaag tot een rit “en groupe”. Alibi’s en smoezen waren ruim voorhanden en snel gevonden. Ergo we hebben het Brabantse land in een stevige regen “en groupe” gedaan. Geen (pseudo) koers en een gem. van rond de 23 km. zorgde voor een ontspannen sfeer en veel ruimte voor onderlinge kout op de fiets. Daar is dan ook ruim gebruik van gemaakt.

De meefietsers naar de Vosges deden enthousiast verslag en Jan P gaf al aan volgend jaar weer erbij te kunnen/willen zijn. Ook werd duidelijk dat studie/examens zijn reden voor afhaken waren.

Op tijd terug in Rosmalen en aan de Spa, Cola en chips en zo was ik weer op tijd terug.

Morgen in de zon weer raggen als vooruitzicht



16-18 juni – Vosges 2011

Martin
geeft de aftrap:

Laten we zeggen: maar weer eens een geslaagde Vogezentour! Misschien dat een chronologische beschrijving de beste start is.

Na een voorspoedige reis troffen wij elkaar allen vrijwel gelijktijdig te hotel Roess; de Betsers, van wie Jan P. vervangen was door Coen, die het ondanks alle waarschuwingen toch aandurfde, kwamen vrijwel gelijk met ons aan.

De herkennismaking was weer bijzonder hartelijk en het is toch weer opmerkelijk hoe ‘bekend’ we zijn, ook al zien we elkaar maar een maal per jaar.

Na snel kwartier maken op pad om te ontdekken wat de nieuwe routecommissie: Jan en Harold in elkaar geknoopt had. Als vorig jaar direct omhoog, maar dit keer een mildere rit om een betere tijdrit te faciliteren, dus niet linksom de Calvaire maar rechtsom over Orbey en Les Trois Epis. Een fantastische afdaling naar Orbey en met een mild klimmetje door.

In het dal van Munster een forse tegenwind, maar min of meer eendrachtig aan de voet van de klimtijdrit.

Frank besloot niet mee te rijden daar zijn oog voor 75% dicht zat wegens een allergische zwelling en zou de foto’s maken. In willekeurige volgorde min of meer van start; vóór mij Ger en Karel, die ik gelukkig snel inhaalde. Slechts het laatste stuk ingehaald door Harold en Hendrik, hiermee reeds wetend dat ik geen modderfiguur geslagen had. In de klim begon het bovenin licht te regenen, maar de temperatuur was OK en dus betere tijden dan vorig jaar.


De tijdrit Collet de Ligne 2010:




*: afwijkende route 2007: Grand Ventron
**: afwijkende route 2010, '11: Collet de Ligne



De afdaling in de regen en aan het bier.

De volgende dag de 100 km rit: met de auto naar Cornimont waar we ons uiterste best deden de start van de route niet te kunnen vinden. Slechts na tweemaal verkeerd rijden vonden we uiteindelijk het smalle weggetje. Bovenaangekomen moesten we lang wachten omdat Wouter – zo bleek – een lekke band had en in zijn zadeltasje twee lekke reservebanden. Hier is de technische commissie dus niet zo blij mee, maar dit gezegd hebbende: de rest van de techniek was puik deze week: zelfs nieuwe remblokjes zijn geplaatst geworden!

Na de eerste klim wat gereden om vervolgens na een technische afdaling in Ramonchamp aan te komen waar een klim naar het Plateau de Mille Etangs, zonder naam maar uitdagend van lengte en hellingshoek, ons wachtte. Prachtig over het plateau golvend, helaas een beetje verstoord door een paar kilometer vers van overdadig split voorzien wegdek, en gelukkig dankzij foutrijden van Gijs in Melesey uitgekomen waar we lekker in het zonnetje de pasta genuttigd hebben.

Toen op weg naar het klapstuk van de dag: de Servance, van de zuidzijde. Richting Plancher-les-Mines een plotselinge klapband voor en een gat in de wang. Dus een plakkertje erachter en zeer voorzichtig met een half opgepompte band verder gereden. De Servance: lang geleden, maar niet uit de herinnering verdwenen. Echter in een beheerst tempo door het stille bos om zo niet uitgeput boven te komen – wel echter met een scheur in de wand dus zeer voorzichtig afgedaald.

De Zoetemelkoverwinning op de Menil als een eerder jaar lukte niet, natuurlijk wegens de zachte voba.

In Cornimont allen weer compleet en wat bandjes voor Wouter gekocht, die bovenop de Servance ook een zwakke wang had.

Zaterdag het klapstuk waar vooraf al een opsplitsing in A, B of C-groep duidelijk was. Maar gezamenlijk vertrokken in een ijskoude afdaling om de voet van de beklimming van de Col de Firstplan snel te vinden en deze beheerst op te rijden, maar niet zonder een groot aantal franse fietsers op te rapen; niet geheel naar hun wens.

Van de col door kleine dorpjes als Osenbach en Wintzfelden om de bekende Col de Bannstein, die van deze zijde overigens behoorlijk zwaarder is, te bereiken en zo af te dalen naar Lautenbach voor de onbekende klim naar de Markstein. IJskoud omhoog om bij 6°C aan te komen in een stormende wind. Allen min of meer binnen een half uur en nat en koud naar binnen voor de lunch.

Ik had mezelf al voorgenomen voor The Full Monty; Karel (nu ook met een dik oog wegens een insectenbeet) en Frank direct over de Route de la Crête. De rest afgedaald tegen een bulderende wind naar het Lac de Wildenstein, waar Ger, Henk, Wouter en Coen rechtsaf sloegen voor de Bramont en Jos, Harold, Gijs, Hendrik en ikzelf voor de Oderen.

Na de Oderen als variant niet naar Cornimont maar de beklimming van de Ventron (onbekend voor de RC!). Een mooie lange en stille klim. Bovenaan de Ventron begon het te regenen, wat zich ontaardde in een höllerisch inferno en slippend over het slechte wegdek waar zand en modderstromen overheen liepen naar de Col de la Vierge. Helaas voor Hendrik bleef de hem beloofde maagd met dit weer binnen. Nadat we ons zorgen begonnen te maken waar of Jan toch bleef, bleek hij toch daar te zijn, volkomen afgepierd. De afdaling naar de Bramont ging nog goed, maar in de klim naar de Crête over de gevreesde Route Americain was Jan volledig uitgeblust en slechts morele ondersteuning van Harold bracht hem boven, waar inmiddels een storm waaide en mistflarden ons het mooie uitzicht belemmerden.

Golvend in een georganiseerd treintje (de eerste keer!) naar de Col de la Schlucht waar we flitsend de berg afknalden. Het was een deze zijde van de berg inmiddels droog en toen we aan de klim van de Wettstein begonnen scheen de zon volop en konden de jackjes uit!

Ik besloot niet voor de prijs te gaan (wilde Jos niet inhalen) en besloot op de Wettstein op Jan te wachten voor de laatste trek naar de Collet de Linge.

In de afdaling naar Roess kwamen we Coen nog tegen die de tijdrit nog een keertje deed.

Goed: al het leed was geleden, geen valpartijen en dergelijke.

De prijsuitreiking: wat kan ik zeggen: de wisselbeker en een ‘gewone’ prijs. En een nieuwe jury voor volgend jaar: Frank en Harold, alsmede een RC’12: Ger en Jos.

Zondagmorgen plensregen….



Klik voor de foto's en de foto's van Frank.

Ger schrijft:

Een verslagje van een wat mij betreft zeer fraai aantal dagen. Fietsen, hotel maar vooral gezelschap meer dan OK.

Een inderdaad zoals Martin en Coen al zeiden zeer divers gezelschap.

“Qua soort”; de zondagfietsers van HQC (voortaan W.T.T. genaamd); de historisch verankerde BETS’ers; de Duchenners en aanhang en uiteraard “le groupe Wouter”.

Een andere split is (helaas voor een aantal) leeftijd! Van (aankomende) pensionado’s over “mid-lifers” tot wereldveroverende “jonkies”.

Buiten iedere categorie om verder natuurlijk een onderscheid in de context van bedachtzaamheid tot branie.

Over de verschillen in beroepsernst en personal competences zwijgt deze ex-HRM’er verder discreet.

En dan nog “het fietsen”.

Bij het vertrek had ik vooraf Jos en Wouter al zo gek gemaakt over te laat komen, dat we ruimschoots om 7.10 bij Knuvelkes aan de koffie zaten. Dat gaf verder wel rust en ook tijd om mijn ochtendhumeur te verwerken. Blij dat Frank het aandurfde om te komen en ook te fietsen. Aankomst kamerindeling, snelle hap met een prima salade, resp. omelet en vertrek.

Dat gaf gelijk al een apart gevoel; in mijn herinnering nl. voornamelijk dalen; echter wel genoeglijk dalen.

Over de tijdrit kan ik kort zijn. Verstandig gefietst om allerlei redenen en dus een voor mijn doen ook prima finish met een stevige verbetering van mijn tijd vorig jaar. De opmaat voor een prima driedaagse. Frank zou foto’s van de tijdrit maken, maar volgens mij was ieder al boven voor hij de camera gericht had.

Dag 2 een mooie rit met een gestreste Jan. Mijn poging hem als lid van de routecie. scherp te houden/krijgen in het inderdaad wat chaotisch vertrek leverde al snel resultaat. Me voortaan beperkt tot vragen!!

Wel snel een aantal zeer fraaie klimmen in het begin, waarbij die onbekende bij Ranonchamp wel twee snorren had. De Servance blijft voor iedere klimmer een genoegen. Gijs vroeg mij in het passeren op 25% van de finish of hij er al bijna was!?; ik herinnerde mij zijn gevoel van mijn eerste Servance. Alleen kwam Gijs fluitend boven, naar ik me liet vertellen en ik toen knokkend en vechtend . Overigens een rit die ik toen wel met de Planche zegevierend kon afronden.

Dag 3 is voor mij curieus verlopen. Het nog eens door Jan herhaalde regelmatig eten gepraktiseerd en continue eigen tempo rijden leverde mij een superdag op. Reserve aan het eind ondermeer via een all time low gem. hartslag op van 128 (normaal begin 140 of zo); niks geleden zag ik later op de cijfers. Verder voelde ik de heuvels niet en was ik dus aan het eind nog “super’. Met Coen samen fluitend de Bramont op en na de Route Americain met z’n vieren en groupe te hebben gedaan, zijn we de regen van de Crête ingegaan. Zware regen of lichte hagel zijn we nog niet uit.

De rivier la Schlucht afgedaald “op eieren” leverde 4 verkleumde en verstijfde bibberaars op aan de voet van de Wettstein. Snel naar boven was ik klaarblijkelijk het eerste warm. Versnelling gekozen; snelheid op begin 12 km gezet; in de bocht opschakelen en staan en vertrokken was ik. Wachtend op het inhalen door de anderen - wat niet kwam - en vervolgens pas in de laatste bocht kijkend gezien dat er duidelijke gaten waren. Een kinderhand snel gevuld, maar op de Linge liet Coen me in zijn wiel zitten.

Mooie prijsuitreiking; attente fles van Frank en het dilemma voor volgens jaar:

Traditie met bekende (1 keer per x jaar) hellingen en gekende verblijfplekken, dan wel “de zucht naar avontuur”?

Echter eerst met Martin, Henk en Jos naar de Dolomieten. Wellicht wat brainstorm.

Als ik terugkijk:

De jury heeft haar rapport klaar!:

Juryrapport

De jury had het dit jaar niet al te moeilijk, al was er aanvankelijk lastig een schifting te maken. Op donderdag leek het aanvankelijk alsof iedereen zijn uiterste best deed om in de prijzen te vallen. Keurig lieten ze ons op de tweede helling van de dag vooruit gaan om als eerste boven te komen. Daardoor verdiende eigenlijk iedereen een prijs. Dat kan natuurlijk niet. Juist hadden we besloten de prijzen dan maar voor onszelf te houden toen Gijs ons voorbijzoefde. Kennelijk had hij niet in de gaten dat de top al gepasseerd was en dacht hij nog kans te maken op de bergprijs. Niets was minder waar. We besloten van onze taak een afvalrace te maken en Gijs was de eerste afvaller. Of liever gezegd de tweede, want Koen kon als debutant getrouw onze traditie natuurlijk hoe dan ook geen prijs winnen. De volgende afvallers meldden zich pas op de vrijdag. Om te beginnen de routecommissie die er binnen de 5 km na vertrek in slaagde de weg kwijt te raken. Wouter bracht de afvalteller op 5 door het te presteren twee lekke binnenbanden in zijn zadeltasje mee te voeren. Influistering door de technische commissie was niet nodig om te besluiten hem te diskwalificeren. Vanwege de pertinente weigering een helm te dragen opnieuw geen prijs voor Jos. De nabespreking geeft enige hoop op beterschap. Volgend jaar de materiaalprijs voor Jos met een nieuwe fiets en een nieuwe helm? En natuurlijk groeten we voortaan onze balkende vrienden die we onderweg tegenkomen. Verder waren er geen afvallers, waardoor we genoodzaakt waren 4 prijzen over 6 personen te verdelen. Uit bescheidenheid hebben we uiteraard zelf gepast. Blijven over de prijswinnaars.

BEST BETS

Een multi-inzetbare prijs. Op voorhand dachten we dat Karel hoge ogen zou gooien in de oudewijvenpraatcompetititie. We zochten hem nog op in de beklimming van de col de Servance, maar Karel was opmerkelijk rustig dit jaar. Voor deze prijs viel hij dus af. Martin deed nog een gooi naar de prijs door maar door te beppen over opstatijden, vertrektijden en te dragen kleding tijdens het ontbijt, en door te blijven pogen als technische commissie een doorslaggevende stem in de prijsbepaling te krijgen. Hij haalde het daarmee net niet. De prijs ging naar een van de BETS’en. Door het afvallen van Gijs en Koen bleven Frank en Ger over. Uiteindelijk nipt door Ger gewonnen, vanwege niet aflatende ijver en grote ausdauer, alsmede het tarten van de routecommissie met intimiderende uitspraken.

BETS BITS
Ook deze prijs Multi-inzetbaar. De man met de mooiste fiets kwam in aanmerking, maar dat was Hendrik. Runner-up in deze competitie: Koen en Karel. Koen zoals gezegd buiten mededing en Karels fiets is net te klein voor een serieuze gooi naar de prijzen. Daarom moest deze prijs naar de man met de indrukwekkendste elektronica. Dat was, met afstand, Frank. Voorzien van een iPad en van maar liefst drie elektronische apparaten op zijn stuur was hij in deze categorie ongenaakbaar. De juiste routes, mooie maagden, beurskoersen, leuke klimmetjes in de Alpen, we hadden met Frank alles binnen handbereik.

BETS BOTS
Alsof hij wist dat deze prijs er was deed Martin al een gooi voor we in Frankrijk waren door bij de koffie in Luxemburg tegen Karel op te knallen, met een koffieballet tot gevolg. Op dat moment was ons oog nog niet gevallen op Karel als kandidaat. Dat veranderde toen er op vrijdag iets in het oog van Karel viel. Gelukkig was dat de enige botsing van het weekend. Niet zonder gevolgen omdat het ongeïdentificeerde vliegende object wel in staat bleek Karel een dikke wal onder zijn oog te bezorgen. Terechte prijs voor Karel dus. Deze prijs had ook kunnen vallen op degene met de botste opmerking, maar we kunnen ons niet herinneren dat er ook maar iets bots gezegd is tijdens het weekend.

BETS BUTS
Deze prijs was gereserveerd voor bijdragen in de ja maar…. categorie of voor degenen met de meeste aandacht voor vrouwelijk schoon of achterwerken in het algemeen. Hendrik zelf was in hoger sferen vanwege de maagd van de col de la Vierge, maar op het moment suprême was hij al niet meer geil. Bovendien hadden we juist opgemerkt dat hij geen prijs zou krijgen. De maagd werd ingebracht door Martin. Verder was hij degene die volledig voorbereid was op het spotten van naakte vrouwelijk supporters door zijn fototoestel mee te nemen. Ook was hij de eerste die het witte poesje in het vizier had. Tenslotte was hij onder categorie BEST BETS al net buiten de prijzen gevallen met zijn gemekker. In alle opzichten een terechte prijswinnaar dus.

Jury volgend jaar:
Het laatste wat ons restte was een jury voor volgend jaar te benoemen. We hadden niet lang nodig om tot Frank en Harold te komen. Een goede mengeling van verschillende achtergronden en uitstekende analysatoren en sprekers. Beiden aanvaardden deze taak in dankbaarheid. Nu kunnen wij tenminste ook weer in aanmerking komen voor de prijzen die we zo verdienen.

Henk & Hendrik



Maandag 13 juni – Tweede Pinksterdag

Ger
schrijft:

Een weekend, dat helemaal dicht gepland zat (vanaf nu vrij!). Leuk, maar al dat geregel begint me…….

Vrijdag eerst nog vanuit het werk naar het afscheid van deputé Driessen in Venlo; wat “voorwerken” en ik maakte promotie van letter H naar D en was op tijd weer terug voor de verjaardag van onze middelste. Met een nieuw appartement in Den Haag reden voor dubbel feest.

Zaterdag op tijd weg om in Nagele (bij het ketelmeer/Urk) een reünie van moederskant van Reinouw te houden. Met zo’n 40 koppen van heinde en verre zeer plezierig keuvelen. Glaasje wijn, tegen 22.30 thuis en daarna het bed in om de dag erna nog een beetje te kunnen peddelen voordat we uiterlijk 12.30 naar den Bosch moesten voor “Jazz in Duketown”. Precies op tijd daar en genoten van het weer, de muziek, het bier en uiteraard het stelletje (ca. tien man) waarmee we op stap waren. Vanmorgen dus tot 8.00 uitgeslapen; ik word….

Nu het fietsen:

Dat was gisteren vierkant nu ik twee weken niet op de race had gezeten. Vanwege de korte tijd gekozen voor het zeer gekende Gulper Heuvellandcriterium. Dat was ca. 65 km met 800 hm. Met de zon en eerste Pinksterdag veel coureurs en route; daarnaast de bekende toeristen en hun vervoermiddelen van allerlei soort. De heuvels: Schilberg, Loorberg, Camerig (en bij Buitenlust het bos in, die vind ik toch mooier dan rechtdoor). Afgedaald naar Melleschet en daar een verboden weg ingedraaid die de wondermooie korte en steile klim van de Groenenweg behelsde. Boven op het hoogste punt van Vijlen uitgekomen en teruggedraaid voor de route naar de Kruisberg. Daar in de klim gepasseerd door een mij onbekend Rabo; duidelijk geen klimmer, want ik kon bijna aanpikken!. Vervolgens uiteraard door naar Eyserbosch en vandaar naar de Fromberg om als toetje via Valkenberg de Brakkenberg te doen. Na een eerste lastig deel waarin ik niet vooruit en rond kwam aan het eind prima gerouleerd.

Vanmorgen zoals gezegd uitgeslapen en bedacht weer de Concorde te pakken. Die heeft een nieuw binnenblad en net als bij de duiven doet dat de honger naar de Duell voor de Vosges alleen maar groter zijn, Eerst de kletterbui voorbij laten gaan en vervolgens geen drup regen gehad!

Wat peddelen en dus maar weer eens vals plat omhoog naar Vaalsbroek, vandaar het Drielandenpunt gepakt, waar ze in het bos boomhutten als kunst hadden gemaakt. Geen boomhutten en geen kunst maar wel leuke bouwsels. Omlaag naar Gemmenich om onder de tunnel wat wandelaars te missen en en route naar Sippenaeken. Lekker valse wind, maar niet echt verkeerd; dat gebeurde pas bij het aanklimmen van Hombourg. Overigens was het vandaag opvallend rustig; niet veel fietsers en ook niet echt toeristen. Allemaal bij IKEA of op de meubelboulevards? In Hombourg weer omlaag om de lange route van zo’n 4,5 km klimmen en vals plat naar Henri Chapelle op te pakken. Boven op het kapotte asfalt omlaag en met halve wind naar Aubel en daar via de vleesboer en de kerk het mooie asfalt naar Mortroux. Voor Val Dieu haalde me een auto in maar daarachter een jochie van rond de 18 die aan het stayeren was; levensgevaarlijk.

Bij Mortroux omhoog naar Dalhem en het jaagpad opgepakt. Dat samen met een fietsgroep uit Heer soldaat gemaakt en besloten via Geulle en de Slingerberg naar huis te gaan. Bekend via het vliegveld naar Waterval waar de hele weg onder de gelukkig droge modder lag. De toren, Valkenburg en de grote weg naar het klooster bij Wittem tot slot. Vanaf de Slingerberg waren de benen vol (verzuring) resp. leeg (van energie). Te weinig gegeten en geen reep bij me. Deze ezel stoot hier zich nog altijd aan.

Dus op karakter de laatste 15 km afgelegd, maar het gem. van 24,5 toch vast weten te houden. Ook vandaag de nodige hm te weten 860 en ca. 115 km.

Ben klaar voor de Vosges (hoop ik althans)



Zondag 12 juni – Pré-Vosges

Vandaag een bijzondere rit – in meerdere opzichten. Als opmaat voor de Vosges meldden Jan en Wouter zich present; dit naast de aanwezigheid van Jos, Karel en Martin.

Jan kwam aan de toren zonder helm, dus besloten we van de nood een deugd te maken en eerst naar Kanne te rijden. Zoals altijd weer mooi Waterval af en door Meerssen en Rothem de Oliemolenweg op waar Wouter zich het eerst liet gelden. Bij de fietsersbrug rechtsaf om zo naar de Kennedybrug de Maas over te gaan. Toch weer verbaasd hoe ze een dergelijke aaneenschakeling van levensgevaarlijke fietsoversteekplaatsen hebben kunnen maken. (Zou Kennedy als hij 50 jaar later geboren zou zijn ook Twitter gebruikt hebben om een foto van zijn paal in een onderbroek met de wereld te delen?).

Over de Mergelweg idyllisch naar Kanne en weer verder. Jan wist een mooie route die het eerste deel van de Via Jécore zou nemen en daar waar de weg opgebroken was en bedekt met grote brokken vuursteen liep met een luid gesis Jans aba leeg. Het begin van de ellende. Martin inspecteerde de binnenkant van de aba en vond daar niets, dus een nieuwe biba er in en gaan maar. Binnen 20 m een luide knal en bleek de nieuwe biba zich als een aambei door een niet ontdekt gat in de wang van de buba gewerkt te hebben.

Een nieuwe band, geleend van Martin, erin; met een stukje schuurpapier als tijdelijke ondersteuning van de bandwang. Het oppompen ging niet zonder problemen: tweemaal tijdens het losdraaien van het overigens mooie pompslangetje draaide het ventiel zich ook los om de band zich in een halve seconde te laten ontlasten.

Na geschat een half uur ging het gezelschap weer op pad om niet lang daarna een lekke aba bij Martin te constateren die met een geleend bandje van Karel snel deze keer weer op orde was.

Jan had gelijk: een vreselijk mooi klimmetje bracht ons uit het dal van de Jeker richting Heure-la-Romaine en eensgezind naar Pam-Pam. Onderweg naar Visé nam Wouter resoluut kop, hetgeen hem zeer afgestraft werd en hij niet meer kon aanpikken. Daar de koffie, die we weigerden gelijk af te rekenen en de vla.

Jan stelde voor gelijk naar huis te rijden maar we haalden hem over het risico te nemen en met ons mee te gaan naar Berneau en ’s-Gravenvoeren en vandaar de Kattenrot. Een hele mooie klim eigenlijk. Van Ulvend de geplande afdaling naar Scheij gemist en dus via Schilberg naar Terlinden en Banholt en Bruisterbosch.

Vlak voor M’ten gaf de aba van Jan definitief de geest en een telefoontje naar het thuisfront bracht uitsluitsel. De rest door naar Scheulder en de Sibber af. Jos naar S-o-G en gedrieën Heek, de Boschweg, Hulsberg, Aalbeek, Hunnecum, Grijzegrubben en zo naar Schinnen. Wouter via Spaubeek huiswaarts en Karel en Martin via de Zandberg.

Thuisgekomen fiets gepoetst en in de was, ketting gesmeerd, biba naar Karel gebracht en wat dingen voor aanstaande tocht gepakt.

Heren, de routes voor de Vogezen staan op het web!



Zondag 5 juni

Vandaag alweer een beetje op ontdekkingreis. Aan de toren slechts Henk, Martin, Jos en Karel. Ger was afgemeld. Henk had een set nieuwe wielen, helaas ontsierd door een zwart plastic kettingvanger. Bijna zo erg als zijwieltjes.
Jos wilde wel eens naar Aubel maar voor een uur terug want dan zou het gaan regenen.

De weg was nog een beetje nat, maar dan ook maar een beetje.
De Lange Raarberg af en langs Vaeshartelt naar Maastricht. Het gouvernement langs en zo door de Eijsderbeemden. Supersnel de finale van de Hel van het Mergellend over de kasseien afgerond en in het gezelschap van een solerende M’naar die aardig kon volgen verder. Voor de stuw links naar Moelingen en even de grote weg naar Berneau. Te Bombaye links in de hoop een nieuw doorsteekje te vinden naar Neufchâteau, maar helaas, dat bestond niet en zo kwamen we in de buitenwijken van Warsage uit. Daarvandaan toch een nieuw weggetje gevonden naar het dal van de Berwinne, met een aardige afdaling.
Heerlijk over nieuw asfalt stroomopwaarts om de fraaie klim Bois du Mauhin te doen – zeer verstild en regelmatig. Afgedaald de Holiguette – dit niet nadat wij in een processie terecht kwamen, alleraardigst door een van de bedevaartgangers gewaarschuwd: “Attention: des flics!” In de klim naar Aubel vlak voor St. Jean Sart de nieuwe uitspanning aan de linkerzijde getest. Een idyllisch plekje, goede koffie en een klein stukje apfelstrudl met ijs en slagroom. In een. sneltreinvaart: GSM’s in de klas, Inside Job, Mladic.

Het was warm, maar we moesten door. De klim naar Gorhez en verder naar Aubel en de van de Classic’10 bekende zuidelijke omgang van Aubel. Na La Clouse sloeg Henk helaas iets te vroeg linksaf, daarmee de Cosenberg missend, maar deze helling was ook mooi.

Langs het slachthuis omhoog en fraai afdalend naar Hombourg, daarbij even de schilderachtige afsteek aan de linkerkant genomen.

Onderweg naar Teuven kwamen we nog een zonderling op de fiets tegen die ons midden op de weg stond af te wachten en eenmaal in het peloton probeerde zoek te rijden, wat hem niet lukte. Aangezien we dergelijke zonderlingen liever kwijt dan rijk zijn sloegen we stiekem rechtsaf om het afgesloten bruggetje te nemen en zo het Bovenste Bosch te bereiken. De weg was schoon en nog zeer goed te doen!

Met fantastische uitzichten naar Beusdael afgedaald en via Kuttingen, de Smidse naar Mechelen waar Martin onverwacht Bovenste Geul insloeg. Een 200 meter onverhard maar razendsnel en vervolgens mooi golvend asfalt waar we verbazend veel andere fietsers tegenkwamen.

Voor de Gulpenerberg Oost zat een tourfietster met malheur aan haar schoenen; Henk en Martin besloten even terug te rijden om te controleren of zij wellicht geholpen moest worden. Helaas kon ze haar problemen zelf oplossen en kon een ongetwijfeld passende sleutel in Henks olifantenscrotum blijven.

In Gulpen de steile klim langs de toren en boveningekomen de smalle landelijke klim naar de top van de Keuten. Wederom weer veel fietsers.

Over het plateau gekend Ingber, Scheulder en IJzeren en in Sibbe sloeg Jos rechtsaf. De rest door naar Vilt om zo de Barakkenberg af te dalen, langs de Nachtegaal en de Korte Raar omhoog, de Vis omlaag en de Waterval omhoog. Door Schimmert en als toetje de Stammenderberg.

Een mooie tocht!

Karel vult aan:

Aan dit grandioze verslag van Martin niks meer toe te voegen. Ik heb alleen het vage vermoeden dat als H(ans) of H(enk) op kop rijden er eigenlijk geen verschil meer is. Zelfs niet in de ogen van Jos, die af en toe visioenen had dat Hans op kop ging.

Bij het wegrijden aan de toren kwam een groep fietsers voorbij, waarbij achter in het peloton Wouter den Dulk herkend werd.
Wouter dacht in ons vieren slechts een persoon te zien: "Ha die Ger!".

Zoals Martin al aangaf zat het tempo er goed in. Bergaf en vlak mag me wel lukken, maar bergop is ook met met mijn nieuwe fiets nog altijd niet veel soeps. Wordt ook niets meer.

Verheug me toch al op de Vogezen.

En Ger:

Eigenlijk niets bijzonders te melden; althans binnen HQC-fietsen.

Echter toch afgelopen dagen een aantal keren heerlijk gefietst met de trekking-Orbea. Lang weekend Zeeland; en wel Retranchement met veel wind. Woensdag begonnen met een tochtje naar Knokke en met het brood halen ’s ochtends over de Zwindijk en nog wat extra ritten door Zeeuws Vlaanderen (deels met Reinouw en deels alleen) toch afgeklokt all over met ca. 185 km.

Los van het fietsen langs mooie wegen en dijken in allerlei soorten; kenmerkt Zeeland zich toch door fraaie stranden, heel lekkere vis, plezierig volk en fraaie vergezichten. Op onze camping - vlak aan het water bij het Zwin - zicht op ondermeer op vlas, dat met die wind op sommige momenten er uit zag als een fraai watertje. Verder was het ook daar een al fietsers met een vaak Duitse tongval. Genoten maar de racefiets toch gemist!



Zondag 29 mei

Harold
had gemaild aan de toren te komen en toen Martin aan de toren kwam was Jos reeds daar. Niet veel later gevolgd door Hans. Gevieren op pad dus met als bestemming iets als ‘Gemmenich’. Het zou weer een ontdekkingstocht worden.
Afgedaald langs Haasdal waar de weg onder het A76-viaduct hermetisch afgesloten bleek en zo langs de snelweg een kleine detour. De Daalhemer op en door Margraten naar de Plankweg en de eerste de beste gelegenheid links om heerlijk door Reijmerstok af te dalen naar Euverem en zo naar Slenaken. Daar op de Loor de felle afsteker in de vorm van de Rode Kruisweg genomen – 17 %. Heel ongewoon, wind mee, over fantastisch asfalt de Schweiberg afgedaald en onderin via Hurpesch naar Mechelen en daar, voor ieder de eerste maal, de Elzeterweg omhoog – een hele mooie klim: best wel lang en niet steil met goed wegdek. Door Rott richting Vijlen en daar – wederom erg ongewoon – de Groenenweg omhoog; formeel verboden voor bestuurders, maar erg mooi en steil.

Doorgesjeesd naar Vaalsbroek en daar omhoog naar Col de la Haye du Loup om in Gemmenich direct links het nieuwe asfalt naar de Trois Bornes te testen.

Na de klim koffie bij de bekende stopplaats. Buitengezeten, maar toch een beetje kil en bezweet de afdaling weer in.

Door de kern van Vaals heen gepield om de illegale grensovergang naar Die Heimat te nemen en door Vaalserquartier het bekende fietspad met zicht op het Klinikum en de erg mooie klim, met een nog mooiere naam: Schlangenweg gedaan. Bovenop lukraak rechtsaf geslagen, een bijzonder mooi weggetje, de Herzogsweg met wind mee en een mooi uitzicht op Aachen. Door Vetschau en Horbach gereden, waarop Hans rechtdoor reed en via allerlei mooie smalle weggetje; en uiteindelijk een sintelklim die in de Giro niet misstaan zou hebben, kwamen we op de Hamweg weer in Nederland. Langs het station van Kirchroa en afgedaald naar het slachthuis en zo langs kasteel Erenstein. Langs Mondo Verde door naar Heerlen, onder het spoortunneltje door naar Terworm waar bij het viaduct over de A76 Hans en Jos rechtdoor reden. Harold en Martin Ten Esschen, Hoensbroek, Vaesrade, Hommert en binnendoor naar Oirsbeek en de Grachtweg omhoog alwaar de splijting.

Karel heeft ook gefietst:

De buurtvereniging Bovenste Puth had een "Vide grenier" georganiseerd.Aangezien wij een aantal zolders hebben en al vier jaar in dit huis wonen hebben we ook spullen voor de ‘vide’.
Ik moest dus als pakezel fungeren om alle spullen naar de kraam te brengen. Enkele aardewerk spullen zijn echter niet verder gekomen dan de garagedeur en vandaar in gedecimeerde vorm in de KLIKO.
Mijn tijdsplanning klopte “redelijk goed” (aanhalingstekens van de webmaster), maar toen ik bij de watertoren kwam was iedereen al weg (was ook al ruim na negenen).

Ben toen maar alleen wat gaan toeren.

Aangezien ik zaterdag al 110 km gefietst had, er vandaag nog meer wind stond dan gisteren en ik alleen was, de route maar beperkt gehouden en vanuit Schimmert naar Houthem en de Geulhemer omhoog. Via Welsden en Margraten naar Bruisterbosch en door naar Banholt. Hier besloten richting Reijmerstok en Euverem. Gulpen Wijlre, Walem en door naar Weustenrade. Vandaar door Nuth en Schinnen naar Puth via het Stammenderbos.

Al met al slechts 60 km maar inclusief de zaterdag toch wel een goed gevoel voor het weekend.

Gers relaas:

Weer een heel mooi fiets weekend gehad!

Gisteren met Karel en Frank & John plus zijn zoon Bart (van Bets) met een achttal Brabo’s, die voor het merendeel uit de medische stand kwamen en die wilden trainen voor de Alpe naar Banneux geweest. De klassieke route met de klim naar Banneux via de forellenkwekerij (die volgens mij dicht/over de kop is) en op de terugweg in Pepinster de klim startend bij de rotonde. In Banneux weer een mooi gevoel de gem. leeftijd te drukken. Komt niet zo vaak meer voor.

Alles bij elkaar met de stevige wind toch een aardig tempo, want ik klokte af met 111 km, >1400 hm en 24 km gem.

Trouwens Karel fietste stevig mee en heeft zeker stiekem getraind in Frankrijk.

Met zo’n grote groep weer eens rijden, is overigens best leuk.

Na bij de voet van de Camerig een biba op een werkelijk niet te filmen wijze te zien vervangen (Martin je werd gemist; medici blijven prutsers) stelde Frank voor als toetje de Gulpener vanuit Partij te doen. [Noot van de webmaster: het is goed onder narcose te zijn als ze bij jou een kransslagader aan het transplanteren zijn]. Dat was een groot succes waarbij in de finish van de afzink we de voormalige Adelaar zagen passeren. Goed gesoigneerd, mooie fiets en geen helm. Korte kout met wat verontschuldigingen en zo (van zijn kant uiteraard!); het komt zeker goed met hem.

Vandaag was de tweede wedstrijd van de finale om het NK Handbal. Daar “doe ik iets bij”, dus wilde ik op tijd in Glanerbrook zijn. Was daar inderdaad op tijd met een fantastische ambiance, extra tribunes en de gouden tijd herleefde. Volendam was echter helaas een fase verder en verdiende het kampioenschap zeer. In drie jaar is met de LIONS wel wat weggezet.

Daarvoor toch nog een kleine 70 km gefietst na gisteravond een verjaardag van onze oudste te hebben gevierd “en famille”.

Wat uitgeslapen en om 9.15 weg. Hersteltraining was het motto en dus over de Koning van Spanje naar Teuven. Pal in de wind op het plateau. Met twee fietsgroepen in Remersdael omhoog en via Aubel naar Val Dieu. Direct achter Aubel was een motorrijder uit de bocht gegaan. Ambulance en politie en het zag er naar uit. Later de ambulance voorbij. Ochtend eigenlijk verpest.

In Mortroux de weg over om via Dalhem gekend naar Visé te gaan en vervolgens pal voor de wind naar de ENCI. Bij Slavante omhoog en vervolgens via de stad en de Noorderbrug naar de voet van de Bemeler. Daar was een pa en ma met hun kroost van rond de acht naar boven aan het sjravele; super. Boven afgedraaid naar huis en het zoveelste weekend met ca. 175 km in de benen.

Zojuist en verder weer terras.

NB: Hemelvaart ben ik in Zeeland dus zondag helaas niet aan de toren.



Zaterdag 28 mei

Ger had op het forum geschreven dat een aantal Brabo’s naar het zon(d)ige zuiden zouden komen om een leuke rit richting Banneux te doen. Dit als voorbereiding voor een aantal van hen voor de Alpe d'Huzes.
Aangezien Lilian andere bezigheden had waarbij het ook beter was dat ik niet in of om de Past. Lebensstraat 8 rond zou zwerven besloten Ger (en de rest) te vergezellen.
Vertrektijdstip zou 10.30 zijn. Normaal had me dit mogen lukken, maar bij hotel Gulpen waren ze bomen of takken van de weg aan het halen en liep ik vast in een file. Resultaat: twee min. te laat.

Bij Ger waren twee leden (en een zoon) van BETS en acht personen van het 2-stedenziekenhuis Tilburg-Waalwijk. Gemêleerd gezelschap.

Na het, door mij, verlate vertrek met een lekker tempo via Euverem en de Loorberg om bij de Gieveld de Classic route van een aantal jaren geleden op te pakken.De door Ger aangehouden route was nagenoeg hetzelfde. Opvallend echter was dat in België behoorlijk geïnvesteerd is in nieuw asfalt (althans op een aantal plaatsen).In Banneux was het onvoorstelbaar druk met kleine trouwjurkjes en sjieke pakjes; of er communie gedaan werd of was of dat er dank gesproken ging worden bij Maria was niet duidelijk.Bij de stamkroeg l’Europe was het te druk, dus maar naar Esplanada, met een beter zicht op de kerk

.Na koffie met bijzonder lekkere vla weer via de Classicroute retour naar Gulpen.Onderaan de Camerig een lekke band, scherpe steen door de wang. Ger had gelukkig een stukje canvas dat onder de scheur in de buitenband gelegd kon worden (Overigens de betreffende fiets was een Spezialized Roubaix, hoop alleen dat Jos een andere kleur heeft uitgekozen, deze was paars!)

Aangezien de Classic niet verder ging dan Mechelen is als nabrander nog maar de Gulperberg Oost ingebracht. Hier moest volgen uitdrukking van Ger het gehele ziekenhuis naar de intensive care.Na op adem komen via de Westzijde naar beneden.

Wat schetst de verbazing hier een vreemde vogel te treffen die stiekem aan kilometers aan het maken is (als sponsor voor HQc trainen voor de 2011 classic?). Deze vogel vloog echter niet naar boven maar ging onder de berg langs.

Gedag gezegd en door naar de Maretak om af te sluiten.



Zondag 22 mei

Hans
, hoewel niet gefietst heeft desondanks zijn beschouwingen:

In plaats van fietsen: overpeinzingen op een zondagochtendVorige week had ik er al last van: een verhoogd suikergehalte. Op het web gingen al geruchten. Oppassen dus.
Daarom deze week mijn preparaten op biologische honingbasis gemeden. Gaande de week liep het gehalte terug, maar na het zien van Wellink in de show van K&VDB was het donderdagochtend weer helemaal mis. Gister, na gedegen preparatie, de gok gewaagd en een pittigetrainingstocht gereden met tot gevolg, u raadt het al, vanmorgen een tsunami van picogrammen suikergehalte. Het was onverantwoord om mij buiten te wagen. Ik zou bij het lichtste buitje uit elkaar zijn gevallen.

Dat kon ik er niet mee bij hebben na alle ophef de afgelopen week. Wat een week hebben we weer achter de rug. Eerst die DSK, die geile Galliër, die naar nu is duidelijk geworden, met grote regelmaat zijn lul uit zijn broek laat hangen. Dit keer op de verkeerde plaats, voor de verkeerde persoon en op een verkeerd tijdstip. Hoe dom kan een intelligent mens zijn. De Franse pers schreef dat het niet aan hem ligt, maar aan zijn hormonen. Dominante mannen hebben nu eenmaal zulk soort hormonen. Kan ie niks aan doen. Daarom was hij weer even de weg kwijt. Is hem nog nooit overkomen bij Angela Merkel. Daar moest hij heen om de euro te redden, maar de reis ging naar Rikers Island. Niet plezierig. Daarom heeft hij inmiddels een particuliere gevangenis gehuurd en voor 1 miljoen dollar een enkelband voor elektronisch toezicht gekocht. De VS blijkt dan toch weer het land met onbegrensde mogelijkheden. Alhoewel aanvankelijk anders beweerd, blijkt hij voor het redden van de euro achteraf wel misbaar.

Nu die euro weer in mijn gedachte opduikt, moet ik het ook nog even hebben over die slagerszoon uit het team van Rutte, u weet wel, die dikke met dat bolle hoofd met daarop die aandoenlijke brillcream kuif, die heeft ons volgens ‘Henk en Ingrid’ weer een poot uitgerukt. Dat kunnen slagers namelijk erg goed. Zijn naam schiet me weer te binnen, De Jager. Ik zie hem zo staan in zijn slagerij, een echte middenstander. Hij gaat de cash drain richting Zuid-Europa - na onlangs Portugal nu weer Griekenland – weer een nieuwe impuls geven. De Grieken zullen denken: laat die barbaarse volkeren uit Noord-Europa eindelijk maar eens betalen voor de cultuur die wij in het verleden over Europa hebben gebracht. Ik weet het, het is allemaal heel lang geleden maar juist daardoor is het met de rente waar de Grieken nu mee rekenen een forse tegenvordering geworden. De Grieken mogen over cultuur denken wat ze willen, maar wij in Nederland vinden dat cultuur zichzelf moet bedruipen. Daar geven we geen geld aan uit. Nee, vergis je niet in de handelsgeest van de Hollandse middenstand. Die De Jager wil onderpand, hij wil de Griekse spoorwegen, het energiebedrijf en de luchthaven. Vooral die spoorwegen zijn interessant. Die hebben nog een miljoenen schuld aan ABN AMRO Bank. Kunnen ze niet betalen. Als dat bedrijf weer aan de praat is te krijgen, maakt De Jager de dubbelslag.

Genoeg voor u. Ik ga volgende week toch maar weer fietsen. Er gaat niets boven een frisse door je kop.

Henk heeft het volgende verslag:

De weersvoorspelling was onduidelijk. Het zou in de nacht gaan regenen en in de loop van de dag vanuit het westen opklaren. Ook buienrader gaf geen uitsluitsel, maar wel hoop. Vlak voor ik moest vertrekken klaterde de regen er nog vrolijk op los, maar toen ik vertrok was het nog slechts een miezertje, dat al snel weer ophield. Terwijl ik bij de Kluis op Martin wachtte zag ik nog meer miezer, maar die hield ook op voor Martin arriveerde. Het zou verder droog blijven. Bij de toren alleen Ger. Aanvankelijk was het plan naar Val Dieu te gaan, maar toen ik opperde dat zonder Hans ook Tongeren mogelijk zou zijn, was er snel algemene instemming. Via Waterval en Meerssen naar Maastricht en over de Maasboulevard zuidwaarts. Klein ommetje via Sint Pieter, maar snel weer naar beneden langs de Slavante, en langs de ENCI verder, even over de linker kanaaloever om de Saint Pierre mee te pakken naar Eben Emael. Vandaar via de geijkte Via Jackore, hier en daar even opgehouden door opbrekingen, afsluitingen en zowaar een vergissing van Martin, die Google maps toch nog niet volledig gehardwired heeft. Na veel draaien en keren het laatste stukje rechtdoor met stevige wind linksvoor. In Tongeren nog even getwijfeld over een patisserie, die gesloten bleek, dus uiteindelijk toch weer op het vaste terras met warme appelvlaai beland.

Uiteraard werd de affaire DSK besproken. Ditmaal geen oplossing; ik geloof zelfs geen intentie er een te vinden. Ook de stuurse reactie van Waalse gemeentes op doortochten van Nederlandse toerklassiekers kwam aan de orde. Hier wel een oplossing: gewoon strenger laten controleren door politie, met lik-op-stuk beleid, dan is het zo over met het wangedrag waar de Belgen zo’n sik van hebben.

Na de pauze met de wind in de rug op de bonnefooi terug noordwaarts. Stukje van de Romeinse muur om Tongeren gezien. en daarna via Henis, Herenelderen, Membruggen en Grote Spouwen naar Mopertingen en Eigenbilzen. Net voor Eigenbilzen door het veld naar Veltwezelt. Dit alles op vastberaden, doch zonder terreinkennis, aangeven van Martin en met name mijzelf. Net voor Veltwezelt reed Martin lek. Zijn fietsenmakersdeskundigheid werd danig op de proef gesteld. Nadat de band vervangen was liep er iets aan. Ik wachtte 100 m verder, maar zag de twee heren lange tijd over het achterwiel gebogen staan zonder dat er iets gebeurde dus reed ik maar terug. Bleek een remblokje losgeslagen te zijn bij het terugplaatsen van het wiel. Zonder passend gereedschap lukte het ze niet het blokje terug te zetten. Gelukkig bevond zich in mijn olifantenscrotum de passende inbussleutel en konden we snel weer verder. Behalve dan dat Martins achterband weer plat was. Met een geleende binnenband en na nog grondiger controle van de buitenband op achtergebleven ongerechtigheden konden we eindelijk verder. Vanaf hier dicteerde Martin met algemene instemming de route: langs Albertkanaal en Zuid-Willemsvaart noordwaarts, waarbij hij ons bij de splitsing tussen de twee nog trakteerde op een stukje MTB parcours. Niet lang daarna scoorde Martin zijn derde lekke, en moest hij ook voor een geleende biba monteren. Bij Vucht gingen we via de fietsbrug het kanaal over om door te steken naar de Maas. Na nog een stevig stukje kinderkoppenrijden in Mazenhoven scheidden onze wegen zich bij het pontje in Berg. Ger wilde nog extra training en nam een extra lusje over heimat Grevenbicht om zo naar Sittard te rijden, waar hij werd verwacht. Martin en ik namen de kortste weg naar terras Kromstraat, waar een Oude Gueuze van Boon er prima inging. Toch weer 115 km met stevig gemiddelde (ongeveer 27).

Karel schrijft:

Na drie weken in Frankrijk (ca. 500 km gefietst) en iets meer dan een week China eigenlijk toch wel heel veel zin om "en group" te gaan fietsen.Ik had vanaf Pudong airport al aan het forum doorgegeven dat ik misschien wel, misschien niet aan de toren zou zijn (Afhankelijk van Jet).
Zondagmorgen 6 uur wakker. Toch weer ingeslapen. Half acht wakker van de regen. Weer ingeslapen. Om 13.00 belde Sanne me wakker.Dit was dus te laat voor de wolkenkrabbers in Schimmert, dus geen "en groupe".

Na enig getuttel en aangezien Lilian nog in China is (nu was), moest ik zelf enig huishoudelijk werk verrichten voor ik weg kon gaan.Gezien de zware weken een enigszins heuvelachtig parcours voorbereid via Nagelbeek, Lange Raar, Oliemolenweg, Klim naar Berg (vanuit Amby, de Stenengooiersweg (Martin weet welke ik bedoel), Bemelerberg, Cadier en Keer, Bruisterbosch (daar retour) Margraten, Krekelsberg, Hulsberg doorsteek naar Vaesrade en via Thull weer terug. Ik ga jullie niet vermoeien met verdere details. Al met al ca 70 km en met een zeer straffe wind (de helft mee en de helft tegen) toch nog een leuke tocht.

Volgende week (29 mei) probeer ik toch aan de toren te zijn.Anders misschien nog afspraken maken met Hans (als hij het wat rustiger aan (moet) doen.



Zondag 15 Mei - Grenslandklassieker

Vooraleerst: een GLK met een K.U.T. HQC-deelname: kwantitatief uitermate teleurstellend. Slechts twee helden meldden zich present. Dit na de tijdige afmelding van Hans en Karel, de ontijdige afmelding van Ger en verder niets.

De webmaster werd wakker en hoorde een vreemd geluid: regen! Buienradar raadplegend alsmede de wetenschap dat vorige week door de week niet gefietst is alsook daar deze week niets van terecht kan komen en natuurlijk het feit dat Henk niet van suiker is, deden hem besluiten gewoon op te staan.

Beneden komend een ferme SMS van Ger die niet tegen regen kan.

Op weg, droog, naar Geleen Zuid waar het gezellig druk was. Nog even met Roger Wijnen staan te kouten en de onlogische beslissingen van Waalse burgemeesters besproken, want: ook dit keer was er tegenstand uit Voeren, Plombières en andere gemeenten die op donderdag WTC Grensland noodzaakten de route rigoureus om te gooien. Tot het Drielandenpunt niet in België geweest: Na wat bekend werk naar Arensgenhout, waar Henk een dode das, de zoveelste, langs de weg zag liggen en het Klein Haasdalletje af om vervolgens de Cauberg te slechten. Bovenaangekomen moest Martin lang wachten; de oorzaak bleek een losgelaten bidonhouderbevestigingsboutje van Henk (3 x WW) te zijn.

Door naar M'ten, B'bosch, B'holt, B'huizen, Vroelen en Ulvend. Van de Schilberg terug naar de Piemert, deze af en de Loorberg op. Niet naar Teuven (verboden) maar naar Epen en de Camerig integraal. Langs Vaalsbroek en het Drielandenpunt waar we de eerste ravitaillering voorbij reden (we reden immers grijs). Gemmenich, Moresnet en door naar Kelmis en via Astenet naar Kettenis alwaar de zeer bekende klim uit een der Classics. Het waanzinnig steile weggetje voor de 'damweg' afgedaald (in de Classic durfden we hem niet op te nemen) en naar de dam geklommen. Eerst fors ingehaald door een dame, die wij echter halverwege de klim alsnog schaakten. Deze GLK kenmerkte zich overigens door een aantrekkelijk aantal dames (ik worstel een beetje met de juiste woordvolgorde), die vaak ook een aardig potje konden fietsen, want: veel jonger.

Goed gepauzeerd met koffie en appeltaart en besloten voor de 140 km, daar we nu reeds op 80 zaten. Eerst bekend, maar vanaf Raeren weer heel ongewoon voor GLK: naar Eynatten, Hauset en zo door naar Kelmis. Hier begon het uiteindelijk te regenen en drijfnat omhoog richting Aachen, maar geheel onverwacht bij die Waldschenke linksaf en zo de tocht vervolgend die wij eigenlijk alleen andersom kennen en dan bovendien bergop. Met het slechte wegdek en de waterstromen erover een hachelijke onderneming.Van Vaalserquartier langs het Klinikum en zo, eindelijk!, de mooie slingerberg langs de golfbaan omhoog. Een hele mooie klim!

De weg naar Orsbach deed ons aan de Classic 2010 denken: felle tegenwind en regen. Waar een jongen een man wordt.Naar Bocholtz en Simpelveld en de steile klim richting Vrouwenheide. Voor het eerst de pas geasfalteerde Putberg af en van Heerlen globaal het Geleenbeekdal volgend naar Weustenrade, Swier en Wijnandsrade en zo nog een paar vervelende knipjes richting Spaubeek.Het aantal dames was fors afgenomen alsmede het aantal inhalers, dit terwijl wij nog genoeg anderen inhaalden.

Terug thuis snel de fiets gewassen en gesmeerd, daar ik om zes uur weer opgehaald werd voor een trip naar Basel.

Ger heeft twee verslagen:

Met om 9.00 al een verslag, kan niet. Maar toch.

Gisteravond alles al klaar gezet na een BETS-rit ten noorden van Amsterdam. Immers moest al om 6.00 uit bed om tijdig in Geleen te zijn.

Donkere lucht en om 6.15 de eerste kletterbui. Ergens rond 6.30 het 'watjesbesluit' genomen en Martin ge-SMS'ed. Vervolgens tot nu bevestiging met een afwisseling van miezer en regen. Jour sans dus. (zon komt te voorschijn; misschien straks????)

Gisteren Oudhollands gekoerst. Grote opkomst met ook een aantal van de zonen; waren tegen de twintig. Daar waar we die zonen een paar jaar geleden nog aan de kant konden zetten, lukt dat nu niet meer. Stevige westenwind betekende in de kop van Noord Holland, zowel bij het IJsselmeer naar Hoorn als terug naar Amsterdam stevig waaier rijden. Is niet mijn ding, maar zo'n paar keer per jaar heeft het wat. Alles bij elkaar toch weer boven de 100 km gekomen.

Mijn niet-deelnemen aan de Grenslandklassieker net 'verwerkt', scheen er (net als overigens nu) een fraai zonnetje. Ergo, ik kon het toch niet laten en zat om 10.00 op de Concorde. Na het kracht- en waaierfietsen van gisteren vandaag lekker op het middenblad gepeddeld.

Gek genoeg was 'de mach' meer dan voldoende en heb ik de wind - net als gisteren overigens - nauwelijks gevoeld.

Begonnen -uiteraard zou ik haast zeggen- via de Ingber en doorgestoken naar Scheulder om tegen de wind over het plateau via de molen naar C&K te gaan. Eens een keer de Bemeler af en in het 'centrum' direct achter de waterput omhoog naar de golf, wat een leuk klimmetje is. Daar de rijksweg overgestoken en via de manege van C&K omlaag naar de molen. Daar het racepad op naar Withuis; wind nauwelijks gevoeld. De luchten waren fantastisch en boven Withuis lag een donkere lucht die zich in de klim richting Voer ontlaadde; bui nr. 1.

Mijn plan was terug via de Belgische kant van het 3-landenpunt; dus ben ik in de Voer naar de klim van La Heydt gegaan. Ook deze op mijn gemakkie soldaat gemaakt en vandaar afgedaald naar het dal van de Berwinne. Langs Val Dieu om een stukje verder de klim naar Aubel te pakken; daar door naar Hombourg en aldaar omhoog om dalend naar de voet van Sippenaeken de weg vals omhoog naar Gemmenich te pakken. Windje in de rug peddelde lekker.

Inmiddels genoeg fietsers gezien (ook MTB'ers) die alle soorten kleding aanhadden. Mijn korte broek en korte mouwen met windbreker was lekker fris en een uitzondering. Bij Gemmenich begon bui 2, die in de klim naar de 3 bornes overging in lichte hagel. Een fraaie klim nu met dat nieuwe asfalt en met licht nu wat bomen zijn gerooid. Bovenop een controlepost van een tocht (de Grensland?) waar tegen 12.30 nog genoeg fietsers langskwamen. In de afdaling kwam ik twee omhoog lopende racers tegen!

Vanaf Vaalsbroek naar huis kwam een onvervalste stortbui (nr. 3 dus) over. Geen hand voor ogen te zien en binnen no time liep het water uit mijn schoenen. In Partij was het weer droog met Hollandse luchten; dus de rijksweg nog maar eens overgestoken om via Wittem en Wijlre naar huis te gaan.

Fiets inmiddels weer schoon en spullen in de wasmachine. Ondanks alles prima gepeddeld met een gem. hartslag van 119 (zo laag ken ik die niet) en maar 1,5 uur boven 120. Toch nog hm 890 en 82 km all over bij 23,3 km als gem.

Dat op het middenblad draaien, is eens iets anders dan het continue beuken. Met als voordeel dat je ook nog wat ziet.

Een weekend met 185 km; dat kon minder.



Zondag 8 mei

Ook deze week weer eens een verrassingsrit, weer eens geheel wat anders. De eerste verrassing was de aanwezigheid van Harold aan de toren, de tweede de route. Verder aan de toren ivva Martin, Jos, Ger, en Hans.
Ger stelde Tongeren voor; dit werd resoluut door Hans afgewezen; later zullen wij zien dat dit woord toch bleef naresoneren. Harold meldde nooit in Pam-Pam te zijn geweest, dus dat was een goed argument.
Op weg dus, maar met een omweg. En wat voor een.

Via Waterval naar Meerssen en over het kanaal, Ankersmit en de Noorderbrug over naar Smeermaas en Lanaken. Daar geraakten we op het bovenpad langs het Albertkanaal waar we met bijzonder mooie uitzichten lekker konden doorraggen. De tweede brug besloten we het kanaal te kruisen en togen we richting Visé; althans: een globale richting. Ik ga niet proberen de route te reconstrueren, dat zou te lang kosten. Wat me wel opviel was dat ieder die de kop nam, uitstraalde de weg als zijn broekzak te kennen en resoluut rechtdoor reed of van richting veranderde. Kleine weggetjes, betonpaden en merkwaardigerwijs weinig grote wegen, hoewel we er een paar herkenden. De plaatsnaampjes waren feeëriek en zouden in de Nederlandse vertaling van In de ban van de ring niet misstaan: Hoelbeek, Mopertingen, Vlijtingen, Heukelom en, tot grote vreugde Hans': Zussen!

Dat Tongeren trok bleek, daar we op een gegeven moment toch 11 km van de stad van Ambiorix verwijderd waren.

Te Eben-Emael troffen we bekend terrein aan en over de Hallembaye Noord door Loën (niet ieder) waar we voor Visé in een loopwedstrijd terecht kwamen.

Het was dan ook gezellig druk op het terras van Pam-Pam en de uiteindelijke keuze van de vla een intellectuele uitdaging op zich. Dat onze hersenen wat bloedarmoede hadden bleek ook uit de moeite die we hadden met de betaling, het wisselen etc.

Terug door een druk centrum de klim van Mons en mooi binnendoor Bombaye, Warsage en ’s Gravenvoeren. In Mesch ongewoon de Mescherheide en in Libeek nog onbekender een aardig klimmetje: de Heerkuil. Dat bracht ons op de gedachte om de Orenberg eens te doen dus via de omweg Herkenrade, Bruisterbosch naar Eckelrade en daar de wel heel aardige Orenberg. Steil, fijn en kort. Door C&K en dan dus automatisch maar ook ongebruikelijk de klim naar ’t Rooth, de Keunestraat. Bovenop de afsplitsing: Ger (die nog naar M’mechelen moest), Harold en Martin links Bemelen, Ulestraten, Beek; Hans en Jos rechts naar de Sibber.

Een aardige tocht?

Heren: denkt u aan de Grenslandklassieker volgende week?

Ger vult gewaardeerd aan met:

Inderdaad gisteren een lange tocht gemaakt. Eerst bij de toren nog even geverifieerd waarom de heren de AGR-finale niet kunnen dromen. Hierop kwam niet echt een antwoord. Vervolgens voorzichtig het mooie terras bij Tongeren geopperd, maar Hans wilde niet gaan dwalen.

Ergo het werd bij toeval een “HQC-tripje” door de Belgisch Limburgse fruitstreek zonder dat er nog enige bloesem was te zien. Evenmin te reproduceren als een rit naar Tongeren, hoewel ik meen dat de zelfverzekerdheid bij de paden te kiezen daar meer is gebaseerd op wetenschap, dan het bij een kruising resoluut een afslag te nemen (waaraan Martin refereert). De keren dat ik in ieder geval op kop zat, heb ik maar krachtig omgekeken. Verrijden kun je je niet zoals Martin filosofisch aangaf, omdat je geen doel hebt?!

Op het terras bij Pam-Pam kwamen we overigens maar half aan de beschouwingen van het wereldtoneel toe. De Visé-run, het feit dat we daar pas bij ruim 75 km aankwamen, het betaalgedrag van Harold, de vla die er niet bleek te zijn, etc. Chaos troef.

Wat gezegd moet worden; wederom een prachtige rit buiten de gebaande paden met “snelle benen”.

Zoals Martin al aangaf ben ik bij Beek afgeslagen naar Maasmechelen. Wat hij niet vermeldde, is dat ik daar nog een kort ritje Maas met iemand had afgesproken, die 2 à 3 keer per week loopt. Hij bleek dat ’s ochtends niet te hebben gedaan om te sparen en onderweg vertelde hij dat hij vorige week per toeval een 100 km in de Voer had gepeddeld. Had geen klokje, wist het materiaal van zijn fiets niet, maar was wel sympathiek.

Na eerst zeker 2,5 liter vocht te hebben aangevuld, vertrokken richting Maaseik. Met halve wind vanachter gaf me in ieder geval het gevoel goed mee te kunnen, althans hij gunde mij de kop. Terug evenwel via Vissersweert, Grevenbicht en al die andere Maasdorpen, was bij mij na het veer bij Berg het vat langzaam maar zeer definitief leeg gelopen. Te weinig eten en drinken, het draaien, keren en doortrekken werd me wat teveel en na het veer in Berg heb ik gekozen voor de mooie omgeving.

Alles bij elkaar > 175 km. met een gem. van 26,2 dat ik in dat laatste deel op karakter heb weten vast te houden. Toch genoten, omdat ik het gevoel had weer wat te hebben gepresteerd.

Nu zondag de Grenslandklassieker en dat was vorig jaar met ca 165 km. mijn langste trip.

Net gehoord van Wouter Weylandt; maar een woord “verschrikkelijk”



Zondag 1 mei – Jour de Labeur

Hans was vanmorgen in een uitgelaten stemming en verwelkomde ons met het zingen van socialistische strijdliederen van Bertold Brecht. Dit alles wegens de dag van de arbeid. Denkelijk heeft hij zich ’s morgens vergist bij het innemen van zijn stimulantia. Dit welkom voor Jos, Henk, Martin en Ger die ongebruikelijk laat aankwam.

Dit keer geen “We gaan van S naar A”-plan maar een wat meer kwalitatief ingevulde route – ongebruikelijk maar voor herhaling vatbaar. Ware het niet dat we onder honderden andere fietsers gemengd raakten die deelnamen aan de Math Saldenomloop en vermoedelijk ook andere tochten. Wat dat betreft is rijden in België toch anders. Ongebruikelijk daar we de hellingen nu echt zochten: bij Arensgenhout het Klein Haasdalletje af (waar Ger te laat doorhad dat we rechtsaf sloegen) en de Geulhemer omhoog. Bij de kerk op de grote weg, die van een verse laag asfalt voorzien was, links en door Terblijt naar Gasthuis en langs de groeve naar C&K. Ongebruikelijk bovenaan rechts om de Orenberg af te dalen; een berg met 15%, die eigenlijk erg mooi is om te beklimmen.

Moeizaam net meer dan vals plat naar Eckelrade en door St. Gieter afgedaald naar Libeek en de altijd weer vervelende helling van Rondelen, zeker nu, met de wind tegen, naar Mheer.Ger in het laatste wiel – een positie die hij vandaag wat vaker innam. Hij had zijn dag niet, maar dat zal hij zelf nog wel becommentariëren. Van Mheer naar de Grensheuvel waar Jos en Hans de afdaling al ingezet hadden, toen Henk ‘Lek!’ kreet. Ongeveer gelijktijdig met het klaarkomen van de band kwamen Hans en Jos bezorgd terugrijden. Henk vond overigens dat ik de lekke band wel eens sneller had doen klaar komen, waarop ik suggereerde dat hij het de volgende keer dan maar zelf zou doen.

Door Noorbeek en wondermooi, bijna onbekend, naar de Wolfsberg / Hoogcruts en afgedaald naar Slenaken. Daar een variant van de Loorberg: in de laatste bocht rechts, tegen het verkeer in, omhoog. Steil maar kort en toch aardig.

De Eperheide afgedaald, met rechts een uitzicht dat ons aan de afdaling van Banneux naar Pepinster deed denken en zo de Camerig op. Daar was bij de camping een ongeluk gebeurd: denkelijk een fietser in de afdaling tegen een overstekende voetganger aangeknald. Het zag er niet best uit. De grote drukte in het Heuvelland is hier natuurlijk deels debet aan. [Noot van de webmaster: een Heerlenaar is tegen een 57-jarige vrouw uit Aachen aangereden. Letsel: kaak- sleutelbeen en ribbreuk vs. hoofdletsel]

Bij de pauze, te Lodge 7 hebben we Jos er nog maar eens van overtuigd dat het dragen van een helm zo dom niet is en er best lichte en modieuze helmen bestaan voor mannen van 59. Anders moeten we maar eens een helm voor hem gaan samencollecteren.Even later kwam de ambulance met sirenes voorbij – onderweg naar het Klinikum, geen goed teken.

Maar ja, de tour stopt nergens voor, dus door. De smaak naar ‘iets ongewoons, iets uitdagends’ bestond nog steeds, dus alzo: via Holset binnendoor naar Harles, Vijlen en Hilleshagen en door Mechelen naar Wahlwiller en de Kruisberg op om af te dalen naar Eys en gelijk de Bois de Fer te slechten. Naar Elkenrade en afgedaald naar de voet van de Fromberg. Hier omhoog en daar is het misgegaan. Halverwege bij de weide was een ravitaillering; hier reden Jos en Henk rechtdoor, Martin er achteraan, vals plat tegen de wind in, maar boven bij de kruising geen Hans en ook Ger kwam niet opdagen. Vermoedelijk zijn zij beiden linksaf geslagen.

Voor Ger en Hans: we zijn de Karstraat afgegaan en daar Jos links en Henk en Martin rechts naar de Hoensweg, Retersbeek, Weustenrade, Hoensbroek, Amstenrade, Oirsbeek, daar de mooie klim van de Grachtstraat en via de velden van Munstergeleen huiswaarts.

Een mooie ritt

Ger is toch thuisgekomen, want:

Wederom een dubbelslag in het weekend.

Gisteren was er een wedstrijd op de golf en daar had ik niet zo’n zin in; dat duurt de hele dag. Omdat ik met de oude lullenkeuring donderdag perfecte resultaten had, behalve in de kg’s, dacht ik om maar eens in bejaardentempo te gaan fietsen; vetverbranding schijnt dat te heten. Via Ingber en Meerssen richting Maas en mijn oude woonomgeving en op de terugweg nog wat in Grijzegrubben gepeddeld. Niet opletten en gewoon mooie wegen volgen, bracht me 15 minuten later weer op dezelfde plek in G’grubben. In de buurt van Klimmen Jos tegengekomen en via de Karstraat terug. De wind een beetje in mijn voordeel (althans niet nadeel) laten werken. Rustig peddelen leverde wel de laagste gem. hartslag op tot dusverre, nl. 134. Het gem. was bij 92 km. totaal niet echt slecht met 25,3 km.

Vanmorgen niet echt zin, dat is zeldzaam. Benieuwd wat er stond te gebeuren en het moet gezegd; een mooie rit. In de aanvang vond de Gesel, dat hij het gemis van Karel moest goed maken met allerlei teksten en zelfs gezang van Bertold Brecht. Het vijfde wiel was aangenaam om dit alles snel te missen. Klassiek door Z-Limburg waar het aantal fietsers zo langzaamaan echt ontelbaar wordt. Een officiële tocht en volgens mij nog eentje maakte het met de losse types als ons aangenaam vol. Wel opletten.

In de buurt van Noorbeek na een lekke aba van Henk de finale van de AGR opgepakt met Wolfsberg, Loorberg met het leuke steile stuk er in en vervolgens op weg naar de Camerig. Bij de camping na de eerste bocht was een smerige valpartij gebeurd en dat zag er niet goed uit. Bij de lodge rustig buitengezeten en wat bespiegeld.

De rest van de AGR finale met Kruisberg en Eyserbos. Op de Fromberg kwam ik beneden wel Hans tegen maar geen rest. Hans had geen zin in Keuten en Cauberg en ging rechtsaf naar huis. Ik dacht het wel af te maken en ben vervolgens maar in mijn eentje naar boven gegaan. Boven stond de wind niet echt goed, maar omdat ik vandaag alles klein had gedaan, was de kracht er nog wel. Doorgestoomd naar de voet van de Cauberg en die ook nog goed gepakt; kon boven nog doortrekken. Geulhemer nu af en terug naar de provinciale weg om mijn zo langzaam aan klassieke weg terug over Valkenburg naar Wittem.

Afgeklokt met 111 km. De gem. hartslag was nu 135 en met 1270 hm op mijn Polar en 1454 op mijn teller zat dat ook wel snor. Het gem. nog tot 24,2 weten te verhogen.

Rustig op het terras bijkomen, want Reinouw is naar haar tentoonstelling. Ze is apetrots met een mooie vernissage vrijdag o.a. met muziek van Brahms en gisteren al meteen ook werk verkocht



Maandag 25 april: Koulen-Banneux-Koulen

Een in aantal wat matige opkomst: enkelen hadden afgezegd, enkelen verschenen al jaren niet meer. Henk was de week voorafgaand nogal verkouden en wat grieperig, maar kwam toch aan de Kluis om daar Martin te treffen. Heel rustigjes naar Jos om daar Hans en Ger hartelijk te groeten..

Stipt om 8h30 op weg, niet nadat wij de schermutselingen rondom de officiële KBK de dag ervoor besproken hadden. Aangezien er geen ‘officiële’ route meer is, gewoon het geheugen afgegraasd en bekend op weg via Sibber, Margraten, Bruisterbosch, Herkenrade, St. Gieter, Wolfshuis en Mesch. Te ’s-Gravenvoeren herinnerde Hans zich dat we ook ooit La Heydt gedaan hadden en wilde rechtdoor, maar de rest sloeg resoluut rechtsaf naar Berneau en verder vals plat richting Bombaye.

De gekende kasseienklim te Dalhem kende geen geheimen en als maar vals plat omhoog door Blegny, Bolland, Melen en Soumagne. Een inrijverbod wegens wegwerkzaamheden negerend en zo naar Olne, dat probleemloos gepasseerd werd en de fraaie afdaling naar Nessonvaux/Fraipont. De ‘standaardklim’ via Trasenster naar Banneux, waar Hans en Jos uit he oog verdwenen waren, en Martin samen met Ger op Henk wachtten, die om psychologische redenen, ‘mentale hardheid’, als laatste bovenkwam.

De pauze bij L’Europe en nu tegen de wind in naar Pepinster en de beruchte Cornesse.Bovenaan bleek het asfalt hersteld en probleemloos richting Xhendelesse waar we wederom een inrijverbod wegens wegwerkzaamheden succesvol negeerden en het nieuwe asfalt, eindelijk na twee of drie jaar, konden bewonderen.

José bestegen, waar de verschillen zich begonnen te tekenen en door Herve, waar een manifestatie plaatsvond, richting Bolland.

Hier troffen wij geen inrijverbod aan en werden toch getrakteerd op 1.5 – 2 km opgebroken weg, in de afdaling, ruim van scherpe grote stenen voorzien; een ware kwelling.

De wind was inmiddels een aardige spelbreker geworden en handhaven was het devies. Via Mortier, Julémont naar Val Dieu waar Martin nog net Hans en Jos St. Jean Sart op zag gaan.Bovenaangekomen zag ik hun beiden, nu in de autistische modus nog net op de grote weg rijden en besloot ik op Ger en Henk te wachten. Ger stelde voor linea-recta naar de Koulen te gaan (“Geen macht meer”) en Henk om zodanig naar huis te gaan (‘Uitgewoond’). Dus via Hagelstein tegen een geselende, aambeienverdorrende stormwind naar Margraten, de verhouding kopwerk MGH: 60/30/10. Via IJzeren naar de Sibber waar Henk afscheid nam (benieuwd naar zijn verslag) en Ger en Martin naar SoG en gekend omhoog; Ger de Koulenberg vermijdend (‘Kramp’), Martin niet.
Te Koulen waren Hans en Jos er ook net en genoeglijk onder het genot van water, cola, koffie en vlaai nagekeuveld, waarna Hans, Ger en Jos hun fietsen ieders hun eigen richting op stuurden.
O ja: Jos had nieuwe wielen en een Specialized Roubaix besteld; in november binnen.

Ger vult aan:

Koulen-Banneux-Koulen was vandaag een prima evenement. Warme ontvangst na een koude aanvangsrit bij Jos met koffie en een opkomst die groter was dan aangemeld. Al voor 8.30 waren we weg. Het eerste uur heb ik redelijk vaak de kop kunnen pakken (of krijgen?) en ondanks mijn algehele voorjaarsmoeheid met pollen en al liep het aardig. Pas toen ik in Dalhem me op de keitjes verschakelde was de jus eraf en heb ik het vierde (en vaker) vijfde wiel gepakt. Wel op een zeer te overziene afstand van Henk en Martin.

De geografie zal Martin wel doen; het overige meld ik maar niet, want we leken wel een “vijf persoon’s mopper-Muppetshow”. Nu geeft de toestand in de wereld (Afrika, de combi Leers-Wilders en de €-wereld) er ook alle aanleiding toe, maar het fraaie weer en de dito omgeving deed ons het stevig mopperen niet vergeten. Wel is Italië bij Henk al in de boeking en dat stelde ons zeer tevree. De Stelvio zou een makkie zijn, ook al omdat je je bij gebrek aan afslag niet kunt verrijden, zoals mij op de Cornesse bijna lukte.

Bij St. Jean Sart was de amezuur bij Henk voorbij en Martin en ik besloten hem terug te brengen via Hagelstein, het Roode Bos naar Reijmerstok, Margraten en de voet van de Sibber. Stevig boven de 30 km gaven Martin en ik het tempo aan, maar toen op het fietspad bij Reijmerstok ik even in de remmen moest en wou optrekken, kwam de eerste kramp. Inmiddels leefde Henk weer en gaf hij de kop zelfs reliëf.

Naar Schoonbron afgeslagen - Henk naar huis en Martin en ik naar Jos - waarbij ik maar de gewone klim heb gepakt en Martin de Koulen gelaten. Heerlijk op het terras bij Jos en Marian “doorgemopperd” en goede soignering gehad. De Gesel nog van advies voorzien tav zijn schoenen en uiteindelijk weer vertrokken.

Meer dan 141 km. (slechts ca 5 minder dan vorig jaar) en ondanks onze keien afzink toch een hoger gem. met 23,6. hm 1675 en bijna 4000 kcal verbrand. Het terras thuis is nu al een tijdje heerlijk!!
(P.S. De webmaster komt op 155 km/ 2008 hm)



Zondag 24 april

Geen zondag zonder fietsen, dus vandaag heeft de Dode gefietst en wel met Miriam. Miriam wilde ver, maar niet lang, dus met de auto naar het drielandenpunt (waar je aan de Belgische kant overigens nu ook parkeergeld dient te betalen).

Geen vastomlijnd doel nog, dus eerst fraai afgedaald naar Gemmenich en langs de vriendin van Loek. Vervolgens langs Moresnet en onder het viaduct door en langs de kasteelhelling omhoog. Daar wees ik Miriam de eerste bijdrage aan het encyclopedie van onnutte kennis: de spanningssluis Duitsland-België in het spoor, beter gezegd: in de bovenleiding.Iets verder de tweede bijdrage: de aanleg van een nieuwe hogedruk gasleiding.
Langzaam ontspon zich een idee: de Baraque. Ik wist nog niet of dat binnen de geplande 80 km zou vallen, maar dat zouden we dan wel weer zien. Vanaf Lontzen ouderwets binnendoor door verstilde gehuchten als Rabotrath en zo naar Eupen. Daar voor het ziekenhuis rechts en zo de mooie afdaling naar Membach feilloos gevonden alwaar links naar de voet van de kapelklim. Twee keer op Miriam gewacht: bij de beide T-splitsingen. Onderweg nog twee ultralopers ingehaald die de weg naar de hoge venen vroegen. Ik informeerde naar hun actieradius, waarop zij antwoordden: “We hebben de hele dag nog.”

Op de grote weg trok in mijn eigen plan zodat ik zo’n 15 minuten bij Mont Rigi op Miriam heb moeten wachten. Zij vond overigens deze plek net zo mooi als wij…

Zou ik nu teruggaan de reeds genomen weg naar Jalhay of nog even door gaan, met het risico de 80 km te verprutsen? Het weer was mooi en de stemming goed dus door richting Malmedy en bij het gekende restaurant rechtsaf om zo onze Hoge Venenroute op te pikken langs Hockai. Heel erg mooi!

De prachtige afdaling naar de voet van de côte de Solvaster waar ik Miriam wederom twee bijdragen gaf aan de Encyclopedie der Onnutte Zaken: het café De Dode Papagaai en de Laura Verhoevenbocht.

De jus was er overigens bij Miriam wel een beetje uit en mij viel op hoe makkelijk al die hellingen toch zijn als je ze met 5 km/h minder snel oprijdt.

De afdaling langs de Gileppe af (nieuw asfalt) en de Côte de Carrière omhoog en zo naar H. Chapelle. Daar beloofde ik haar dat er nog maar twee hellingen zouden komen.

Langs de Gulp af en direct rechts Hombourg omhoog. Daar besloot ik bij het terras van Le Grain d’Orgue te stoppen om ons te versterken met een voortreffelijk gebrouwen lokaal biertje en beloofde ik Miriam dat het niet meer dan 10 km was.

Op weg naar Plombières voor de een-na-laatste klim: Völkerich. Nog een bijdrage aan de encyclopedie: César Franck is hier geboren.

De laatste klim ben ik staand op het grote blad omhoog gegaan en zag dat het goed was. 9.5 van de beloofde 10 km. Een gemiddelde waar mijn teller geen raad mee weet en 1450 hm.



Zondag 17 april – Classic Sneak Preview

Een matige opkomst aan de start; een aantal wilden de AGR gaan bekijken. Merkwaardig, want een mooie tocht gemist.

Henk en Martin troffen elkaar om 8 uur bij de Griek in Doenrade, dus genoeg tijd om de start te halen. Reden genoeg om voor Henk bovenaan de Brunsummerheide een D-tour te kiezen die eindigde in een steile, zanderige ATB single trackroute. Maar inderdaad genoeg tijd aan de start om nog met een local te praten die vroeg of we hier met vakantie waren.

Jan kwam ook op tijd aan, vergezeld van Vogezen-Sander en Johan om het vijftal compleet te maken.

Tot aan Blegny was de route bekend – de eerste serieuze helling was Bergenhuizen en het gaf een vervreemdend gevoel de kasseienklim van Dalhem voorbij te rijden.
Toen we bij de mijn in Blegny aankwamen, overigens via een alleraardigst weggetje achterlangs, dachten we dat het een makkie zou worden.

De terugweg toonde echter een volkomen ander karakter dan de heenweg: niet alleen wakkerde de wind aan, ook was er geen meter vlak meer. De route, deels onbekend terrein, was overigens erg mooi en toonde heel vaak mooie vergezichten. Charneux benaderden we vanuit het westen, nooit eerder gedaan, en daar vonden we een ravitaillering in de vorm van een friterie. Aangezien je alles eens de eerste keer gedaan moeten hebben, hebben wedaar genoeglijk gebruik van gemaakt

De klim vanuit de Clouse was de volgende echte klim en de afdaling langs de Gulp weer genieten. Omhoog naar de Pas van Wolfhaag (Col du Loup) stond het publiek ons rijendik op te wachten – een goed gevoel. Bij Vaalsbroek enige verwarring, Jan was vergeten dat we achterom over Harles zouden rijden, maar snel herpakt.

Te Lemiers was de weg opgebroken, maar geen probleem verder, dus de een na laatste klim: Orsbach. Genoeglijk door naar Bocholtzerheide waar de wind voor het eerst mee was. Prachtig afgedaald naar kasteel Goedenraad en vals plat wind tegen naar Simpelveld, alwaar de laatste helling: de Oude Huls. Lang geleden en heftig. Ook hier stond het publiek ons bovenaan weer rijendik op te wachten. Afgeleid misten we de voorgenomen afslag en kwamen we uiteindelijk op de grote weg naar de Beitel. Op het viaduct over de A76 kwamen we een eenzame Jos tegen. Langs de Diligence en de vroedvrouwenschool de Zandweg af. Bovenaan bij de watertoren besloten Henk en Martin links af te gaan om terug naar huis te rijden; de rest terug naar de start. Te Heerlen nog een kop koffie, een fris en de bidonnen gevuld en via Hoensbroek naar huis, net geen 150 km.

Een mooie route, niet sadistisch maar een niet te onderschatten tweede deel

Ger schrijft:

Dit AGR-weekend heb ik me zitten te bedenken, dat ik mijn wielercarrière heb gemist.

Gisteren om 7.30 op weg naar de bakker de eersten op weg gezien naar de start. Dit nadat ik vrijdag bij terugkomst naar huis op werkelijk ieder verblijfadres mensen hun fietsspullen zag uitpakken. Tegen 11.00 op mijn Duell gestapt met het idee de tocht op een paar plekken op te zoeken en voor de rest lekker te peddelen. Echter bij Camping Osebos onder Gulpen kwam ik de eersten al tegen; maar gevolgd door het Gulpdal op weg naar Slenaken. Meegepeddeld tot de voet van de Loorberg en toen afgeslagen naar Teuven. Uiteraard kwam ik ze daar ook weer tegen - in een afgezette strook - om achter het kasteel van Dassen omhoog te gaan naar Beusdael. Omdat ik vermoedde dat Camerig het volgende doel was, maar mee gefietst die richting uit. Het ging heel gedisciplineerd gelukkig. Op Camerig volle bak gefietst en dan merk je dat parcourskennis zich uitbetaalt. In Vijlen de tocht de tocht gelaten en uiteindelijk via Nijswiller en Oude Huls richting Ubachsberg. En ja, daar waren ze weer.

Karstraat af en via Nuth even naar Geleen naar Roger Wijnen en op de terugweg bij het stort van Schimmert weer met de laatsten omhoog. Afgeslagen in Wijnandsrade naar Valkenburg om in die ambiance de Cauberg toch even te doen. Dat was in een woord kicken! Massa’s publiek; iedereen goed gehumeurd, maar uitgewoond. De hollandaises kennen die hucht niet echt, dus het was voor mij alleen maar passeren. Besloten het nog eens te doen; ik had een stevig Pou Pou gevoel en mijn Duell honoreerde dat gisteren. Dus bij Vilt terug naar de Daalhemer en voor de tweede keer. Onderaan passeerden me een aantal snellen, maar die had ik als Gilbert vandaag (!?) aan de top weer terug. Calculerend rijden loont. Gewoon genoten.

In de tweede afzink naar M’tricht gereden; Rasberg af. Vandaar richting Bemelen zag ik ineens een bekende BDO outfit zonder helm. Jos bleek twee nieuwe wielen te hebben en die heb ik overtuigd ook de Cauberg te doen. Samen naar boven op de Bemeler en richting kop Daalhemer. Zijn ervaring horen we paasmaandag. Ik naar huis; had schouwburg. Alles bij elkaar weer 110 km, gem. 25,4 en hm 1100. Zeer tevreden over mijn rijden.

Vandaag rustig opgestaan en op tijd op weg naar de start in M’tricht. Begonnen via Ingber en de Cauberg voor nr. 3, waar de eersten al zaten. Lang geleden dat ik die start meemaakte, maar het heeft wat. Veel volk, nog meer duurder materiaal; politiemotoren in gelid met bemanning die er zin in had. En dan om 10.20 weg. Vervolgens zie een hele fiets- en automeute er achter aan. Verkeerd gecalculeerd en helaas was ik 5 min te laat op de Adsteeg. Bij Haasdal net en vervolgens naar de Sibber om in Partij te eindigen. Ondertussen wat tuttend met fietsers en op de plek van kijken met ‘eenieder’.
Terug in Gulpen om 13.30.

Ik was via een “privé relatie” als echte BoBo uitgenodigd bij de aankomst en had besloten met de fiets te gaan. Nu dat heb ik geweten; ik mocht bij Vilt niet naar de kop van de Cauberg. Dus tegen 14.15 reed ik met mijn zondagse kloffie op mijn trekking tussen een vol bepakte Cauberg met allerlei commentaar voor de vierde keer naar boven. De microfonist kan bij mij niet meer kapot want die gaf bij de top aan, dat je ook zonder passende fiets en outfit in (let op!!) een soepel tempo boven kon komen.

Stom dat je op zo’n tribune op de finish uiteindelijk moet kiezen naar het scherm te kijken omdat je daar meer ziet, dan voor je op de weg. De sfeer vergoedt wel veel en toch meer dan 50% komt voor het fietsen.

Ook vandaag weer 110 km en gem. 26 km bij hm 590. Goede vorm en met al dat fietsen en aardig publiek genoten. Dus een wielercarrière gemist.



Zondag 10 april

Bij het opstaan was het nog 5°C, maar toen Martin Karel ophaalde was het al vier graden warmer en de zon scheen. Vlug naar de toren waar we al snel Ger, Jos en Hans aantroffen. Ger was blij dat Karel er was en wat minder blij dat Hans er was. Henk was er niet – afgemeld.

Hans riep de Waldschenke als doel, dus daarheen, met een omweg en stukken die op de week ervoor leken. Via Arensgenhout de Boschweg af en – ongewoon – linksaf Klimmen op en – nog ongewoner – de Barrier af; volgens mij het eerst in mijn leven.
Door Winthagen omhoog naar Colmont en naar Vrouwenheide, mooi als altijd. De bekende afdaling naar Simpelveld waar Hans zich routineus door het dorp bewoog. Zijn toenemende terreinkennis schijnt niets te maken te hebben met de frequente doordeweekse trainingstochten…
Door Bocholtz en langs de windmolens een nieuwe klim: de Vetschauerberg. Door het land, Orsbach vermijdend, naar de top van de Schneeberg en tweemaal door de Siegfriedlinie (maar ja, we doen te tanks toch weg). Afgedaald langs het Klinikum naar Vaalserquartier alwaar de fameuze Steppenbergweg snel gevonden en over mooie maar van een twijfelachtig wegdek voorziene weggetjes naar de bosklim naar de Waldschencke.

Aldaar heerlijk in het zonnetje gezeten, Martin een aba verwisseld, bestraffend door Han toegesproken dat de band te ver versleten was en onbegrijpend door Ger waarom ik nu toch de buitenband aan het inspecteren was.

Bij het wegrijden keek Karel niet in zijn spiegels en was nog niet gewend aan de spanning in zijn nieuwe pedalen dus tegen de vlakte. Een beschadigd stuurlint (en ego) voor hem en een schrap op de staande vork bij Hans.
De weg naar Kelmis nemend maar de eerste schuin links om in Hergenrath uit te komen en doorgaand in de richting van Astenet, over de Geul en nieuw asfalt. Bij de kapel van Catharina van Sienna rechts om na een tijdje een mooi onbekend binnendoorweggetje, Le Chemin du Moulin in te slaan en zo onverwacht in Lonzen-Busch uit te komen.

Via een stukje grote weg naar het gekkenhuis en onderweg naar Henri-C plots rechtstaf om de voet van de Kinkenweg te zoeken. Goed verborgen overigens.

In de aanzet tot de klim een luide knal en een onbeweeglijk achterwiel van Jos als gevolg van een gebroken spaak en een resulterende slag van 2 cm. Ik ga u mijn stelling over 4n-spaakswielen met n ≤ 6 niet wederom vertellen. Veel gevloek, zoals van Jos bekend, maar hij kon echt niemand anders de schuld geven. Na het loszetten van zoveel mogelijk rem lukte het Jos om de Kinkenweg op te schravelen, maar niet meer dan dat. Besloten werd dat Jos alleen door zou gaan en de rest vooruit. Dus snel door naar Hagelstein, Margraten en de Sibber af. Een venijnige tegenwind die meer en meer van zich deed spreken.
Gezamenlijk de Koulenberg op alwaar Martin met de auto Jos is wezen ophalen. Jos stond klaar op de weg Margraten – De Plank, net na de T, dus dat viel mee.

Zomaar een paar losse opmerkingen:

Ger voegt toe:

Een aparte rit vandaag. Opkomst met vijf man heel aardig en met De Gesel in the lead voor een tocht naar de Waldschenke. Nu dat hebben we geweten met een parcours dat veel weg had van Parijs-Roubaix vandaag. Stoffig en met allerlei soorten kuilen. Een straf tempo werd als vanzelfsprekend voorgeschoteld en ondanks een latertje gisteravond met een bevriend stel en onze drie kids thuis viel het tempo me alleszins mee.

Het nieuws van de dag was de nieuwe schoonheid van Karel; de oranje bidons en witte bidonhouders waren niet naar ieders smaak. Ook zijn blauwe outfit stijlde niet helemaal. De snelheid gaat hij nu in Frankrijk opbouwen.

De route kan ik niet reconstrueren; wel weet ik nog een mooie klim door Winthagen naar Colmont omdat ik daar eerder zwaar heb afgezien. Ook de passage vlak voor de Waldschenke was wondermooi evenals de fraaie vergezichten in deze drielandentocht.

Nadat Martin een band had geplakt op het terras en Jos desgevraagd verklaarde niet met een nieuwe fiets meer bezig te zijn sloeg het malheur toe. Een spaak in Jos zijn achterwiel besloot zich af te scheiden en wat ‘we’ ook probeerden: het wiel bleef krom. Wat hulpeloos overleg resulteerde in ophalen in HC. Vervolgens was het koers met halve wind van Henri Chapelle langs het kerkhof naar de afslag Aubel De Hut. Vandaar was het volle bak achter Hans om via Margraten en de Sibber naar de Koulen te klimmen. Ondertussen was het genieten van niet oplettende verkeersdeelnemers. Bij Jos thuis zette Martin zich op kousenvoeten in de Peugeot om op zoek te gaan naar Jos.

Inmiddels begon ik het ook wel gehad te hebben, hoewel ik toch nog stevig over Ransdael en Schoonbron naar Wittem ben gekacheld.

All over 114 km. met een gem. van 25,2 en boven de 1100 hm. Nog op tijd voor de laatste 60 km. Van een mooie Parijs Roubaix met een goed optreden van onze Nederlandse Rabo’s. Helaas net niet.





Zondag 3 april

In een weekend waarin velen reeds het Schönwetterloch van zaterdag benut hadden, toch veel mensen aan de toren. De bekende kern: Jos, Hans, Henk en Martin, Karel en als eerste keer dit jaar aan de toren Ger en een nieuwkomer (wellicht een blijver?), Raoul een collega van Henk en Martin en de helft van Hans’ leeftijd.(maar zeker niet de dubbele snelheid).

Een vaag plan als Aubel (voor de vlaai van Jos), maar wel via het Drielandenpunt. Bijna gehaald dus, want dat laatste werd ‘om de noord’ en dus wat langer, geslecht.

Startend in een fors tempo, waarin Pou Pou zijn reputatie weer waar maakte, via Hunnecum naar Wijnandsrade en Swier om via Ten Esschen het Geleenbeekdal te volgen tot Benzenrade. Daar de eerste klim waar Karel moest geven, zij het dapper. Langs La Diligence en een verse sportaccommodatie die op de slooplijst staat naar de Molsberg en door Simpelveld naar de Baneheide en Bocholtzerheide. Door het veld naar Orsbach waar Ger, Raoul en Karel de verkeerde afdaling namen en dus wat later aan de echte afdaling naar Lemiers begonnen. De verstilde en smalle Schneeberg opgereden tot het Klinikum en zo door de nauwe straatjes van Vaals hoogwaarts tot de Trois Bornes.

Hans had beloofd dat de afdaling naar Gemmenich van een nieuwe laag asfalt voorzien was en had gelijk. Zo wordt het nog eens mooi daar. Overigens: de boskap bovenin had voor een mooi uitzicht gezorgd!

Van Gemmenich de mooie lange weg naar Sippenaeken alwaar ongebruikelijk de koffie. Buitengezeten bij Le Barbeau (de barbeel, wat ik al dacht maar niet dorstte te opperen), maar toch wel wat frisjes.
Door de gekende route naar Epen en via de Bommerig naar Mechelen. Raoul dacht net na Mechelen even op de rest te moeten wachten en wist de mores dat pas in Wittem bij het verkeerslicht gewacht werd niet. Hans dus al alleen door.

Door het Geuldal aanpikkend aan een ander groepje en strak aantrekkend, diverse malen van positie wisselend door, tot Hans en Jos afscheid namen en de rest verder. ‘Voor de 100’ ging Ger mee tot de toren en dus de Stoepert omhoog. Helaas was het begonnen te regenen en uiteindelijk zeiknat thuisgekomen. De eerste keer dit jaar.

Gers relaas:

Weer een fraai wielerweekend. Niet in het minst door de grote opkomst vandaag en een fraaie Ronde (met in mijn ogen de verkeerde winnaar).

Gisteren niet gegolft; fietsen blijft altijd mijn eerste sport(?) en zeker bij het begin van het seizoen in de zon met kwetterende vogels en de geur van het voorjaar. De Duell gepakt, want nu de Concorde voor een beurt weggebracht. De fiets had een nieuwe ketting, nieuw fraai stuurlint (helaas vandaag door niemand bewonderd), nieuwe banden en een ‘trapper’ die er zin in had. Loorberg op, Gieveld af en via Teuven naar Aubel en langs Berwinne naar Mortroux en binnendoor naar Withuis. Racepad af naar Bunde, daar omhoog naar Kasen en via Waterval, Toren en Valkenburg richting Sibbergrub. Boven meteen naar huis. Tegen de 92 km met 25,8 gem. Wel wat ingehouden, want vandaag wachtte mij de eerste rit aan de toren.

Daar zal Martin wel verslag van doen. Wat mij betreft een rit waarin de Gesel ruimte gaf aan het idee, dat de rest ook kon trappen. Karel zijn Cannondale rust gunde (helaas kon je zijn gekwetter alleen maar ontlopen door van hem weg te fietsen); hebben we Parkstad verkend en uiteindelijk toch weer de Voer in met lekkere koffie en vlaai in Sippenaeken. Op het terras geen problemen opgelost (ook niet gemaakt overigens). Koud in het vertrek en snel ook regen. Fraaie vergezichten en ook af en toe ‘gekoerst’. Lekker gepeddeld en op de terugweg nog wat over; dus uiteindelijk gewoon weer naar de toren om vandaar lekker in de regen terug te rijden. Alles bij elkaar 112 km. En weer een gem. van boven de 25. Meteen het bad in en daarna voor de buis.

Over de ronde; mooie koers maar een wieltjesplakker die ik pas de laatste 5 km zag, won.



Zondag 27 maart

Een frisse start,maar een goede weersverwachting. Karel had aangegeven waarschijnlijk niet tijdig aan de toren te staan wegens zijn recente terugkeer uit USA, Henk had een studentenweekend, Ger had laffe excuses. Dus aan de toren Martin, Jos en Hans.
Martin had daags ervoor 200 st. haagbeuk en 100 st. meidoorn geplant en een stevige rugpijn, maar fietsen ging gelukkig redelijk.
Het doel werd Pam-Pam via Neufchâteau en zo ging het. Wat opviel vandaag was her reusachtige aantal fietsers (er was een Vlaamse toertocht aan de gang) alsmede hardlopers.
Via de Daalhemer omhoog en naar Wolfshuis en Cadier & Keer. Te Honthem rechtsaf naar Eckelrade en zo naar St. Geertruid, Moerslag en Mescherheide (waar we de toertocht tegenkwamen). Langs het fietspad naar ’s Gravenvoeren en daarvandaan naar Warsage en heel mooi landelijk binnendoor naar Neufchâteau en afgedaald naar het dal van de Berwinne. Te Dalhem de klim naar Richelle en met vele bochten afgedaald naar de Maas. Over de brug en langs het jaagpad, nu tegen de wind in, naar Visé en Pam-Pam alwaar de koffie en een nieuwe soort vlaai: groot en zoet.
Eerlijk is eerlijk: zelfs wij kwamen er deze keer niet uit: de problemen waren te veelvuldig en groot: Hillen, Fukushima, Libië, bonussen, JSF. Gelukkig is fietsen eenvoudig: gewoon stoempen en in het wiel van Hans proberen te blijven.

Over de brug en langs de cementfabriek naar Loën en de voet van de Halembaye. Dan de St. Pierre (Waar we de tourtocht weer tegenkwamen) en via de stop van Ternaaien noordwaarts. Martin bungelde wat achteraan, zodat Hans onder de Slavante wat vragend talmde en Martin koos, onder waarderende woorden, voor de klim van de Slavante.

Door Maastricht en Borgharen en daar afwijkend rechtsaf en over een nieuwe brug – ivm met de ontgrindingen – naar Itteren en Bunde. Jos riep een paar keer uit “Ik wil naar huis”, dus de kortste weg naar Meerssen waar Martin linksaf ging naar Ulestraten.

In Geverik nog een lekke band en zittend op een muurtje, in het zonnetje, dacht ik, Martin: “Waarom zou ik me haasten?”

Thuisgekomen (101 km à 26.5) een aantal biba’s geplakt en een nieuwe vobuba omgelegd, toen Karel langskwam met zijn nieuwe rijwiel. Hij zal zelf wel vertellen.

Ger:

Een fietsweekend, maar (naar ik denk de laatste keer) zonder HQC.

Gisteren had ik aanvankelijk een RvC-vergadering over strategie bij een van “mijn hobby’s”, maar die werd gelukkig voor mij verdaagd naar mei. Mijn geluk was, dat we gisteren onze kookvrienden hadden en bij alle voorbereiding - mise en place in het horecajargon - is (geloof me) het enige moment, dat Reinouw mij kan missen als kiespijn. Ik heb dus wat obligate zaken als tafel dekken gedaan en kon daarna op de velo voor een kleine 100 km naar Nuth, Geleen en mijn oude Maasstreek om via Obbicht, IAZI, Kleine Meers, Oud Geulle naar uiteindelijk afslaan bij Meerssen te koersen. Ondertussen een nieuwe skihelm en nog wat attributen gekocht, fietshandschoenen in Geleen en als trouwe klant moet/mag ik deze week betalen. In Meerssen het bekende jaagpad andersom naar Withuis en Mesch. Omhoog naar Libeek en Mheer om klassiek via Banholt en Reijmerstok Gulpen binnen te stormen.

Terug om 16.00 mocht/moest ik toch nog wat meehelpen en het diner liep prima; dus ik kan niet meer kapot. Als verwacht tegen 02.00 zomertijd in bed. Met Jazz-M’tricht op vrijdag (fantastische optredens van “ene” James Hunter met zijn band en “ene” Betteye La Vette, maar ook het uur vooruit met de zomertijd, had ik me ‘warmduscherisch’ op zaterdag wel afgemeld voor de toren.

Vanmorgen wel om 8.00 uit bed om wat laatste ravage van gister op te ruimen. Pas om 9.50 vertrok ik voor een rit op de Concorde met minder “ammezure” dan gisteren (gisteren 96 km met 26 km. gemiddeld; vandaag 101 km met slechts 23,3 km gem.) Mooie zon, goed weer en vertrokken naar de Koning van Spanje; door via het plateau naar Heijenrath en vandaar via Epen vals plat omhoog bij Beusdael. Op de boerencamping in de bocht bij Kuttingen stond de eerste camper al lekker in de zon. Beusdael omhoog en via Teuven naar Hombourg en naar Henri Chapelle. Vandaar weer terug naar Aubel en het bekende werk door het dal van de Berwinne. Bij Mortroux overgestoken naar Dalhem en op weg - evenals vorige week - naar Visé. Bij Pam-Pam geen fietsers van ons cluppie (wat ik had gehoopt) en dus doorgefietst. Wel tegen de wind langs het water naar M’tricht en vandaar over industrieterreinen naar Meerssen om via de Dellen de weg naar Valkenburg te pakken. Daar werd ik opgepikt door een dame die klaarblijkelijk de start van de Holland Hills had gemist(?) Stevig tempo had ze en dat is goed/slecht voor je ego.

Na 101 km afgeklokt en via bad en fietspoetsen lekker op ons eigen terras gezeten. Net geen 200 km.

Karel vult aan:

Zoals Martin al opmerkte ben ik inderdaad vrijdagmiddag teruggekomen uit Amerika, waar ik anderhalve week DSM heb vertegenwoordigd (In het laatste hotel in Augusta was geloof ik wel heel DSM aanwzig).Bij terugkomst vrijdag middag als eerste mijn nieuwe kartonnen fiets (met heel luxe Ultegra afmontage) en gerepareerd achterwiel van de MASSI opgehaald .
Zaterdagochtend al om half negen voor een vergadering van het "syndicaat" (VvE in Frankrijk) in Utrecht en daarna door naar de kids in Amsterdam (daar lekker tukkie op de bank gedaan).Op de terug weg Martin maar gebeld dat ik gezien "jet" en zomertijd waarschijnlijk niet aan de toren zou verschijnen. Bleek inderdaad dat ik Jet goed gezien had.

Na het ontbijt (eigenlijk al de lunch) toch maar de nieuwe Cannondale Synaps en een set inbussleuteltjes gepakt en Zuid-Limburg in.

Via Schinnen naar Thull en door naar Hoensbroek. Vandaar naar Weustenrade, Retersbeek en Klimmen, waar ik zowaar door een file moest laveren. De file bleek een gevolg van de Profile Ladies Tour, die ik daarna nog geregeld kruiste (althans de verwijzingsbordjes). Van Klimmen naar Ransdaal, Ransdalerveld en Colmont. Ubachsberg door naar Eys en Wittem, Gulpen en wederom de Ingbergracht. Via IJzeren naar Sibbe en de Sibbergrubbe naar Valkenburg, waar toeristen wederom in grote getale aanwezig waren. Via De Bron naar Schimmert naar de Nagelbeek en vandaar via de Zandberg naar Puth. Eerst bij Martin mededelen dat ik in de loop van de week mijn bomen (duimdik) op kom halen.Onderweg enkele kleine aanpassingen aan de zithouding van de fiets gedaan

Thuisgekomen enkele conclusies:

Een Ferrari, Lamborghini of Porsche heb je niet alleen om hard te rijden, maar hoofdzakelijk om te showen; dit moet in een gematigd tempo. Zo ook met een luxe fiets

Hoewel ik in Amerika veel energie heb opgedaan blijkt die toch op andere plaatsen dan de benen terecht gekomen te zijn.Ik dacht dat zo'n speciale fiets vanzelf bergop gaat; moet toch nog trappen.Duidelijk lichtere fiets; bergaf speelt de zwaartekracht een kleinere rol (kan ook wennen aan het materiaal zijn).

Tot zondag (denk ik).



Zondag 20 maart

Ger
is de eerste die zijn fietservaringen van vandaag openbaart:

Een fantastische fietsdag met wel een dilemma; “de MTB of de race”.

Voor de MTB pleitte einde seizoen in een lekker zonnetje op overall droge paden; een gevoel dat ik niet zo ken.

De Prima Vera gisteren dreef me echter na afloop de garage in om te kijken hoe de racefietsen er bij stonden (banden op lucht, tellers die functioneren etc.). De gedachte kwam zelfs bij me op om me overmoedig voor de eerste rit gewoon aan de toren te melden.

Nu het zonnetje en het “Prima Vera finalegevoel” deed me de Concorde kiezen. Echter ook uitslapen tot 8.00, het absoluut geen zin hebben om me te haasten, Noord Afrika en het al eerder geroemde Engelse voetbal op BBC, liet me om precies 9.30 voor de eerste keer dit jaar de Ingber opgaan. Boven via Scheulder naar het plateau om via de gekende molen en de groeve naar C&K af te draaien. Wat links en rechts afgeslagen in het heuvelland om uiteindelijk via de helling bij Bergenhuizen (link in de afdaling) en Noorbeek kruip door sluip door bij de Planck de grote weg op te draaien. Aubel was zeer druk in het mooie weer en direct erna linksaf naar de Strijk en via de grote weg naar Val Dieu en door het dal van de Berwinne naar Mortroux.

Overgestoken richting Dalhem en vandaar naar Visé. De hoop bij Pam-Pam collega’s te zien was ijdel: geen fiets te zien. Dus maar meteen door om via de haven en het Albertkanaal naar M’tricht te karren. Daar zat eenieder op het terras.

Door het industriegebied naar de papierfabriek in Meerssen om via de Dellen en langs Franciscusoord de grote weg terug te pakken vanuit Valkenburg. Veel fietsers onderweg; dus achter Schoonbron lette ik even niet op toen een illuster viertal aan de overkant passeerde. Het helmloze hoofd van Jos goed te herkennen en in mijn omdraaien, uiteraard ook de Gesel (strak op kop) en daartussen Martin en Henk meende ik. Geroep hielp niet en mijn met 90 km toch wat volgelopen spieren stonden geen counter toe.

Uiteindelijk met 95 km; gem. 24,5 km en tegen de 600 hm tevreden. Hoop me volgende week te melden bij de toren.

En oh ja:

Nog een meer dan prima wintersport gehad in de Dolomieten.Uiteraard een paar keer in de zon op de Marmolada (3250) om de 12 km afdaling te doen.Maar ook Fedaia, Pordoi en Sella op ski’s
Voor de cijferliefhebbers: 135 liften; 54.171 hm; 275 km afdaling en 7 van de 8 dagen zon met voor 95% goede sneeuw.

De enige dissonant is dat Reinouw op dag 4 op een zwarte helling door een koning van de blauwe piste werd getorpedeerd: verrekte kniebanden. Onze Mark - als koning van de zwarte piste - wilde ook wel eens boarden en dat leverde hem bijna uit stilstand vallend een (overigens schone) sleutelbeenbreuk op. Ik ken de goede gezondheidszorg in Italië dus weer. Berlusconi bemoeit zich daar blijkbaar niet mee.

Uiteraard heeft het kernteam in de samenstelling van Hans, Jos, Henk en Martin ook gereden.

Onderweg naar de toren nog rond het vriespunt en warmer dan tien graden zou het niet worden. Een minuut verlate start, aangezien het bespreken van de wereldproblematiek al begonnen was. Martins suggestie was te kijken of de Pinkstervlam – in tijden van wereldchaos een welkome geruststelling – al zou branden, dus onderweg. (De kenners weten waar).

Via Arensgenhout de Boschweg af en door Heek naar de Sibber, die er droog maar donker en koud bij lag. De pikorde was daar al voor de rest van de rit bepaald. Hans en Jos bergop als eerste en Henk en Martin om en om daar op een kleine maar niet te ontkennen afstand achteraan.
Over het plateau de Ingber af en op Henks suggestie de Gulpenerberg (W) op. Martin had daar wat schakelproblemen (kreeg hem niet op de granny en na het vervangen van de ketting bleek een aantal achterkettingwielen toch versleten) en kwam daarom als laatste boven, Henk al bezorgd terugfietsend. Over het altijd weer vals platte plateau zuidwaarts en de Gieveld af, waar het wegdek inmiddels ook niet meer zo best was. In Teuven Café Modern voorbijgereden en om weer eens wat anders via Remersdael de altijd weer prachtige helling van Mabroek omhoog – heel erg stil en fraai. Langs het kerkhof richting Henri Chapelle. Het wegdek leek als getroffen door een aantal verdwaalde kruisraketten. In H-C ook alternatief even de grote weg oostwaarts gevolgd en routineus bijna rechtsaf om bij het gekkenhuis uit te komen. Toch alle vier door naar de plaats van het Pinkstervuur: Welkenraedt. In de gekende patisserie de koffie en vlaai, alternerend door een volslanke man en een godsbewijs geserveerd.

Lang gezeten, want veel wereldproblemen op te lossen, tsunami’s, kerncentrales, Libië, bunga-bunga. Zelfs wij kwamen er in dit korte tijdbestek niet uit, behalve dan dat we zeker wisten nog naar huis te moeten – aldus gedaan: de gewone weg naar H-C en altijd weer mooi afdalend langs de Gulp waar het gas tot Teuven vol open ging. Te Teuven naar Nurop en de afsluiting naar Slenaken aangedurfd. Een paar honderd meter onverhard – fnuikend voor ons gemiddelde natuurlijk. Gassend noordwaarts via Pesaken en Neubourg naar Gulpen waar Martin als laatste aankwam. Zijn voorstel ‘Wittem’ werd niet gehoord dus over het knipje naar Wijlre en door het Geuldal jakkerend. Te Schoonbron sloeg Hans god zij dank af – de andere verzuchtten weer getuige van een fenomeen geweest te zijn. Jaloezie en hoop wisselden zich af. Overigens: iets voor Schoonbron riep Hans nog heel hard ‘Ger!’ daar hij Pou Pou in het vizier had – de trein reed te hard om te kunnen stoppen.

Te SoG omhoog naar de Koulen waarna Henk en Martin wat gezapiger via Hulsberg en de nieuw aangelegde weg Aalbeek-Nuth huiswaarts reden. 98 km.



Zondag 13 maart

Hoewel het de avond ervoor nog regende en de weersverwachting ook maar zo-zo was, piepte om zeven uur in de morgen bij De Dode de zon tussen de gordijnen door, dus: eruit!

Om 8.45 bij Karel langs en zo naar de Kluis. Henk kwam niet opdagen, dus getweeën naar de toren alwaar alleen Jos. Le Docteur had zich netjes afgemeld.
Beide laatsten wilden niet te ver en te lang dus via de Dellen de Oliemolenberg op en het geijkte pad zuidwaarts. Op het pad, weliswaar tegen de wind in, gaf Karel blijk van het feit dat zonder referentiemodel de eigen inschatting van de vorm faliekant verkeerd kan zijn. Hij kostte hem buitengewoon veel moeite het tempo te volgen. Een oproep voor meer training de komende drie maanden voor de Vosges-2011!

Bij de Bemelerweg ongewoon rechts en door Maastricht over de Wijckerbrug en zo langs St. Pieter en de Slavante omlaag. Langs het kanaal naar de stop en de brug van Kanne en zo verder langs het fort van Eben Emael. Toen Jos en Martin rechtdoor reden langs de mergelgroeve miste Karel dat even en die klom de St. Pierre op – Jos en Martin dus maar terug en bovenop de berg vonden we hem weer.
Over de kasseien van Lanaye en uiteindelijk over een jaagpad langs de Maas, de stuwweg onderdoor en de voetgangersbrug in Visé over, wederom kasseien en zowaar: Pam-Pam.

Een ongewenste ontwikkeling: bediend door een jongeman (die weliswaar Nederlands sprak) en geen Abba. Dit moeten we goed in de gaten houden!

Over van alles gekout: marine in Den Helder en Libië, mannen die hun haren verven. We wisten – zoals gewoonlijk – de oplossing weer.

Terug de weg naar Berneau op en aldaar rechts-links naar Warsage en ’s-Gravenvoeren. Dan de klim naar Ulvend, waar Karel ruim de tijd nam, en door naar de Schilberg om zo over de grote weg naar Margraten te rijden. De Sibber af, Jos rechts, K&M links de Stoepert op. Thuis toch nog 96 km op de teller.

Karel voegt nog toe:

Zaterdag 12 maart:

Uitgaande van de weersverwachting voor zondag en het uitermate fraaie weer op deze dag, besloten te gaan fietsen.
Via Beek en de Adsteeg naar Geverik en Ulestraten. Door Meerssen naar de Oliemolenweg en vandaar langs Amby naar Bemelen en de Bemelerberg omhoog. Bovenaan rechts langs de Groeve Nekami en links naar Welsden en Margraten. Terug naar Sibbe en de Sibbergrubbe af richting Schin op Geul. Hier omhoog naar de Krekelsberg, waar de familie Janssen net hun auto leeg aan het maken waren van de vakantie in Frankrijk (steekwagentjes vol met wijn).
Via Klimmen naar Retersbeek, door Weustenrade naar Nuth en langs de Makro naar Schinnen. Bij Terborgh omhoog. Bij het aanzetten bovenaan een scherpe tik in het achterwiel, spaak gebroken.Jammer genoeg thuis net niet deze maat spaak liggen (Shimano 5500 wielen met speciale spaken).
Thuis gekomen toch nog ca. 60 km op de teller.

Zondag 13 maart.

Opgestaan om 7.50 om de buitensituatie in ogenschouw te nemen. Straat wel nog een beetje nat maar de zon scheen (wel nog wat bleekjes).
Om 8.10 belde Martin dat hij om ca 8.45 bij mij zou zijn.Routeverhaal zie Martin

Aangezien de Massi onbruikbaar was (zie zaterdag) de oude stalen Gazelle moeten pakken.Dit hield in voor de snelle rit met Martin en Jos dat ik: geen triple, geen compact en speling in de trapas ter beschikking had (en 60 km van zaterdag in de benen). De mannen waren dus een stuk sneller. Is dus niet alleen een kwestie van training. (Deze opmerking svp vergeten).Was toch een bijzonder leuke tocht met aan het einde 96 km en voor mij een gemiddelde van 21,8.



Maandag 7 maart

Karel verhaalt:

Gezien het carnavalsweekend denk ik dat maandag ook wel een verslagje mag.In het weekeinde bij dochterlief in Amsterdam geklust. Keuken monteren, gordijnrails, TV, internet etc.Zondagavond laat thuis en aangezien Lilian en ik afgelopen week een intensieve cursus hebben gevolgd (VOP of PIZ) lagen er maandag thuis ook nog een aantal klussen.

Het is me toch nog mogen lukken om om ca. vier uur te gaan fietsen.Omdat er een smerige oostenwind stond, maar besloten om richting Koningsbosch te gaan.Via Schinnen en Oirsbeek, Doenrade en Schinveld naar de internationale weg. Langzaam glooiend, genietend van het uitzicht, overvliegende ganzen me vastgefietst in de grote optocht van "De Boesj".Ook deze hindernis overwonnen en door naar Echterbosch. Doorsteek naar Pey en via Echt de klim naar de kanaalbrug. Lijkt wel een echte klim met deze wenteltrap.Via Aasterberg naar Roosteren en door naar Grevenbicht. Over de grote weg naar Born en Limbricht naar Munstergeleen.
Door het veld omhoog naar Puth, waar Lilian zich al zorgen aan het maken was omdat ik langer weg bleef dan aangekondigd. Ondanks de late vertrektijd toch nog 60 km.

Zondag aan de toren (onder de voor mij bekende voorwaarden natuurlijk).
Weekend daarna ben ik in de US (Voor de laatste keer in mijn werkzame leven)



Zondag 27 februari

Ger heeft als enige de regen getrotseerd:

Mooi weekend.

Gisteren met een paar van Marks vriendjes de finale van Het Volk gezien. Staaltje karakter fietsen (zeker ook in de sprint) met een goede winnaar. Daarna me teruggetrokken met de krant, want Mark had het idee opgevat zijn verjaardag thuis te vieren. De hut vol met zeker 25 boys & girls. Zijn Marokkaanse vriend Mo met Reinouw de hele dag in de keuken gestaan om origineel niet “verhollands” Marokkaans te maken. Nu daar was niks mis mee. Vanmorgen links en rechts over wat slapende lichamen gestapt en na wat gedreutel vanwege de miezer annex regen toch om 10.00 de modder in.

Gisteren besloten richting Margraten te gaan. Achterlangs naar Ingber en Scheulder en vandaar langs de veiling voor het eerst pal in de wind terug naar de Hut. Margraten door en parallel aan de rijksweg via ’t Rooth naar uiteindelijk Bemelen. Veel derrie en ook tegen de wind geen tempo. Ondertussen meer hardlopers en route dan fietsers. Bij Bemelen de wondermooie klim van de Rasberg op. Die heeft altijd een stevige ondergrond en niet al te veel geulen; boven doorgetrokken naar het tuincentrum/camping Oriental en vandaar weer terug naar de voet in de buurt van Vijverdal. De modder sloeg goed in mijn gezicht en een beetje miezer spoelde weer wat eraf. Bij Bemelen langs de Schaapskooi weer de Bemeler op om door het veld weer de route naar de andere schaapskooi in het Gerendal te pakken.

Om boven de 50 km te komen door naar de Dode Man en door het veld/bosschages omlaag naar de twee campings bij de Geul. Stokhem en direct rechts links en weer links geklommen met een fraai uitzicht op Wijlre (goed gespeld?).

Bij Cartils omhoog naar Eyserhalte en over de weg gedaald naar Wittem in de inmiddels al een tijdje plenzende regen.

Fijne rit voor de volhouders.



Zondag 20 februari

Wie het eerst komt, het eerst maalt:

Ger:

MTB-Wielerweekend (BETS & Solo)

Gisteren de 31e jaarvergadering van BETS. Sedert een paar jaar doen we dan voor de liefhebbers gelijk de openingsdebatten. Een aantal, die wil pieken in de tweede helft van het jaar, laat dit aan zich voorbijgaan en schuift aan tegen 17.00. Het merendeel daarentegen bestijgt de tweewieler. Een man of 6 à 7 ging op pad met de race en een gelijk aantal met de MTB. Dames aan de golf of aan de “bijpraatthee”, wat wil je nog meer. Het speelde zich allemaal rond Vught af.

Loonse & Drunense duinen was voor mij te leuk om voorbij te laten gaan. Nu ik heb het geweten; zo vlak als een dubbeltje; singletracks, waar de stronken en de takken probeerden je in het zand te doen bijten. En dan ineens zo’n duin op. De helft van de gevallen kwam ik niet eens boven! Op de mach viel ik stil, omdat ik de pedalen niet meer rond kreeg. Op souplesse gelijk effect, omdat ik het voorwiel omhoog trok. De andere keren liep het goed af. Was weer eens anders MTB’en.

Enfin; een goed begin van de jaarvergadering met het programma 2011 weer vastgesteld en i.p.v. de bakken bier waren het nu weer de bakken Spa. Ondertussen wel meer reflectie en van de post studentikoze wilde dingen uit de eerste jaren, vormen nu de bezonnenheid (zelfs al een paar pensionado’s) en hechte vriendschap de sleutel.

Omdat ik vanaf de jaarwisseling op water leef (in ieder geval geen alcohol) vanmorgen zo fris als een hoentje en naar buiten kijkend, zag ik nat wegdek en af en toe een vlok. Me niet laten afschrikken en op weg naar St. Geertruid. Eerst bij ons kerkhof omhoog en via de Hut eens Osebos omlaag. Ook zo een leuke helling. Door naar Pesaken en zo omhoog naar het plateau van Heijenrath. Inmiddels steviger vlokken en de afdaling van de Loorberg was zelfs om nat te worden. Vervolgens hadden ze bij Slenaken door rioolwerkzaamheden een extra track bij de kerk ingelast. Vervolgens gekend via Banholt, Noorbeek etc. naar St. Geertruid en vandaar omlaag naar Libeek. Onderwijl een beleefde motorcrosser tegengekomen. Onderaan op de grote weg bij Libeek een u-turn naar het bos. Terug via een heel fraai slepende helling. De rest is bekend uit eerdere verslagen. Bij Pesaken nog eens terug gedraaid naar Heijenrath, maar de steile helling uit de Gulpenroute kreeg ik niet gemeesterd. Slippende wielen en dus stilvallend. Dan maar alternatief via de lange helling omhoog en bij Landsrade via de golf van Wittem terug. Vandaag overigens meer golfers gezien dan racers (en ik heb toch een km of 5 op asfalt verkeerd).

Alles bij elkaar dit weekend rond de 80 km met vandaag rond de 800 hm en gisteren met dat elkaar opjagen een gem. hartslag van 154 (komt normaal niet boven de 145) Begint zowaar op trainen te lijken, maar dat is bij mij “retro-jaren-zestig” gewoon volle bak rijden zonder kapot te gaan; althans dat is het streven.

Tot slot nog twee opmerkelijke zaken:



Karel:

Om acht uur waren de weersomstandigheden voor mij niet acceptabel. Er lag sneeuw op de auto's en het sneeuwde nog. Dus terug in bed.

Na het ontbijt Sanne, die enige dagen bij ons logeert, geholpen met wat schilderwerk voor haar nieuwe huis ('maatkast', partly made by dad).

Ondertussen waren de straten opgedroogd en dacht ik dat het voor mij buiten wel acceptabel zou kunnen zijn. Dus om twee uur toch nog gaan fietsen.

Via Schimmert en Thull naar Hoensbroek, Weustenrade, Voerendaal, Ubachsberg en Trintelen en vandaar over het plateau naar Wijlre. Vandaar via Gulpen en ja hoor de Ingbergrachtweg (mijn favoriet!) naar Sibbe, Sibbergrubbe naar Valkenburg en via 'De Bron' naar Schimmert.
In Schimmert fietste ik nog een dame voorbij die aan het trainen was voor de "Tour of life". Deze dame had zich echter zo vermomd dat ik pas na enige tijd klessebessen in de gaten kreeg dat dit Oda van Oppen was. Leuk doorgefietst/-gekletst tot onder in Sweikhuizen (haar woonplaats). Doorgeklommen naar huis.
Al met al toch weer 50 km met gem. van 22.9 (voor mij best goed vind ikzelf!).Hoewel ik lekker gefietst heb zijn de lage temperaturen toch niet de prettigste voor mij. Ik had ijskoude tenen. De verkleuring van wit via paars en het bijbehorende tintelende gevoel is toch wel weer apart.

Tot zondag (onder de voor mij bekende condities natuurlijk)

Tenslotte Martin:

Laat thuisgekomen en in bed. Een na-ijlende jetlag na een weekje USA en het waarnemen van buien en lage temperaturen in bed op mijn iPad, alsmede natte wegen vanuit het raam, deden mij besluiten niet te gaan.

Na nog wat slapen en rustig ontbijten toch naar buiten gegaan voor een kort ritje bij 4°C. Langs de toren, Haasdal af en de Daalhemer op. Op ¾ van de helling kwam een bekende fietser mij tegemoet: Jos: “Ik stond alleen aan de toren!”, zo beklaagde hij zich en had er al ca. 70 km opzitten (ik heb gehoord Mheer, Ingber, Meerssen; verdere ritverslagen krijgen we denk ik niet). Toch nog even gezellig door naar Bemelen en omhoog naar Meerssen richting Ulestraten en door Waterval tegen een gemene koude wind omhoog. In Schimmert, bij Carmen, namen wij afscheid terwijl het een beetje begon te spetteren. Jos en ik beiden huiswaarts. Beter dan niks.

Tot slot nog wat opmerkingen van redactionele aard aan de – overigens zeer gewaardeerde - inzenders:



Zondag 13 februari 2011

Henk schrijft:

Aan de toren, net als vorige week alleen Hans en Jos. Omdat het zulk prachtig zonnig weer was besloten we met de zon in het gezicht richting Welkenraedt te fietsen.Hans dicteerde de weg en het tempo. Niet veel anders dan vorige week, al waaide het nu wat minder.Hans kondigde aan dat hij het wat rustiger aan zou doen, en inderdaad hoefden we iets minder naar adem te snakken dan vorige week, en als er al een gaatje viel nam hij wat gas terug.

De route was qua km en hm wat ambitieuzer dan vorige week. Via Haasdal naar beneden, Daalhemer op en over het plateau. Bij Ingber naar beneden . Het wegdek op Gers thuisklim lag er slecht bij. Dapper stelde ik voor de Koning van Spanje te doen. Had ik al een hele tijd niet meer gedaan en het is en blijft een leuke klim.Via Gieveld naar Teuven en de vertrouwde weg naar Henri Chapelle. Door een combinatie van Hans’ mededogen, de straffe tegenwind en wat materiaalproblemen voor Jos bleef ik daar in het spoor.In Welkenraedt koffie op het vertrouwde adres. Ditmaal werd de toestand in Noord Afrika besproken. Glasheldere analyse weer. In het overleg over de terugweg stelde ik Gemmenich voor.Daarmee stemden de heren in, en opnieuw was het Hans die feilloos de weg wist te vinden, en mij daarbij de gelegenheid gaf ook hier en daar een keuze te maken, al was hij het dan met die keuze niet eens. De eerste klim na de pauze was eigenlijk pas de Wolfhaag. Daarna volgeden nog Côte de Baneheide en de Côte de Trintelen. Op weg naar Baneheide vertelde Hans over een constructie met achtergestelde leningen in de vorm van converteerbare obligaties (tenminste , deze woorden kwamen er in voor). Ik geloof niet dat Jos er meer van snapte dan ik, maar we dachten allebei: “Wie lult kan niet trappen”, en we kwamen gezamenlijk boven. Op de Trintelen werd de pikorde weer hersteld. Na Ubachsberg bleek waarom de heren Gemmenich zo’n goed idee vonden. Hans meldde dat hij nu nog mooi kon wandelen met zijn eega en zwaaide af. Jos en ik gingen resoluut rechtdoor; blij ons eigen tempo te kunnen rijden. Voor Jos was de verleiding van de warme en vooral tochtvrije huiskamer ook te groot. Hij uitte nog wel zijn mededeleven in verband met de afstand die ik nog alleen moest fietsen, maar daar liet hij het bij. Vanaf Craubeek moest ik alleen verder. Dat laatste stuk alleen ging al een stuk beter dan vorige week. Ik kwam uit op 105 km met 25.6 km/hr.Pittig tempo als je bedenkt dat ik maar net boven de 20 zat toen ik bij de toren kwam

Karel:

Om 8 uur naar buiten gekeken, natte straat, beetje donkere lucht. Dus terug in bed.Enige tijd later opgestaan, gordijn weggeschoven en eerste opmerking naar mezelf: "Slappeling" ("Wuschi"); de straat was droog en de zon scheen zowaar.
Ontbeten en toen toch maar het stalen ros (letterlijk want het was de oude GAZELLE) gepakt en door Limburgs dreven gaan toeren.
Via Hoensbroek en Klimmen verder Zuid-Limburg in. Het fietspad van Euverem naar Reymerstock en via Banholt, Margraten VAlkenburg en het Haasdal weer teru naar huis. Al met al 60 km.
Overigens was dit niet mijn eerste keer in de buitenren. Ook afgelopen woensdag, 9 feb prachtig weer en mijn TOR dag hebben mij het fietsbuitenleven doen ervaren. Deed een beetje denken aan de foto van de koe die weer de eerste keer in de wei mocht.

Hans wat gaan we na 1 juli doen als ik met PRE-PE ben. Ouweluitjesfietsen???

In principe komende zondag aan de toren (mits de weersomstandigheden voor mij acceptabel zijn natuurlijk)

Ger:

Gisteren besloten weer de Valkenburgroute met wat detourtjes te pakken en dan boven de 1000HM uit te komen. Nu dat is me ook dik gelukt op een kleine 56 km. Dat is straf fietsen en ik ben dus ook meer dan tevreden. Het was overigens wel weer af en toe glijden en bij een aantal stuurfouten in de modder moest ik ook weer met voetje(s) aan de grond of zelfs de fiets af. De hellingen overigens liepen best en bij Valkenburg heb ik ook de Cauberg in het veld er aan vast geplakt. Boven de Heek achter de Stoepert ingehaald door een andere biker en met hem doorgekacheld naar de helling bij de Kluis. Ik begon er bewust als eerste aan om hem eens echt “volle bak te pakken”. Dan moet je wel doortrekken, want niemand kan je langs (en ik moet bekennen dat hij beter was) Toch stevig en rap boven gekomen en ook op het valse daarna nog goed; daarna kwam hij langs en trok door en moest ik helaas passen.

Vanmorgen wel op tijd vertrokken voor wederom mijn winterse huisberg, te weten de Dolsberg. Is bovendien van twee kanten te doen en allebei knap stijl. Een rit in deels een mooi en lekker zonnetje (van 3 naar 9 graden) en fraai uitzicht. Wat dat betreft is MTB’en fraai als je tenminste tijd van kijken hebt. Voor de liefhebbers onder jullie; gisteren stond in De Limburger een beschrijving van de Mechelenroute.
Aan het eind nog de van Plettenberg via Cartils gepakt om via Neubourg in kastelenstijl af te sluiten.

De wandelaars waren vandaag zeer goed geluimd en vriendelijk; de racers wat laat op pad. Ook nog wat fotografen gezien, die in het bos allerlei zaken op boomstronken aan het vereeuwigen waren. Ik begreep overigens van Karel deze week, dat hij door de week stiekem ook zijn km’s pakt. Hij sprak over wind, >50 km en echte training!

Kortom de wielen draaien weer volop bij de HQC-vaste crew.



Zondag 6 februari

Gisteren heb ik, Martin, bij een stukje hardlopen een kleine zweepslag in mijn rechterkuit opgelopen. Ik besloot derhalve vanmorgen dat het niet verstandig was mijn hoofd aan de toren te laten zien en mijn krachten te meten met de eventuele mannen daar.
Maar daar beweging de beste heelmeester voor spierblessures is en lopen uitgesloten was, tegen tienen toch de fiets – voor het eerst dit jaar de mooiweer-Orbea – uit de stal gehaald. Via Amstenrade en een verder onreconstrueerbare route door Parkstad uiteindelijk bij de Locht terechtgekomen en zo op Aachen aan. Het centrum aangetikt en de klassieke route Vaalserquartier, Vaals, Lemiers, Wittem terug. De tegenwind in het Geuldal viel wel mee merkwaardigerwijs en de Stoepert op met wind mee ging bijna vanzelf.
Toch tevreden dat ik gegaan ben en mijn excuses aan hen die eventueel op mij gewacht hebben.

Ger vult aan:

Gisteren het vierde lustrum van onze eetclub gehad. Gevierd met ieder een gerecht maken en onze vinoloog had zijn wijnkelder ter beschikking gesteld. Dwz. zowel de kelder als de wijn. In mijn “alcoholloze periode” van Nieuwjaar tot Carnaval, had ik een uitzondering ingepland en wel gister. Heerlijk gegeten en fantastische wijnen; ik kan er gelijk al minder tegen, dus vanmorgen wat opstarttraagheid.
Gisteren een vent, dus vandaag dan ook maar en de zware Mechelen-Vijlen gepakt om het goede leven er uit te fietsen. Daarbij de Dolsberg in het begin en Osebos aan het eind als extra.

Voor de rest weinig bijzonders; goede tracks, weinig derrie. Een meer dan straffe wind die de racefietsers niet binnen hield. Tussen centrum Wylre en kasteel Cartiels zag ik de nodige aan de training; een zelfs met korte broek. In het Vijlenerbos was het fraai fietsen tussen die suizende wind.

Verder ben ik begin dit jaar in het gelukkige bezit gekomen van zo’n paar lange compressiekousen. Ziet niet uit, maar met een lange broek geen issue. Als je het krijgt, moet je de gulle gever ook belonen door het te gebruiken; geloofde er echter helemaal niets van.
Ik moet daarbij bekennen, dat het gewoon helpt. Er is echter een groot probleem. Als je zo’n straffe rit als vandaag met weer over de 900 HM en daarin een paar forse single track afdalingen in 50 km pakt, dan doet op een gegeven moment alles zeer; incl. je rug en je armen. Behalve je kuiten! Zouden ze dat soort dingen ook als een “hans-opje” (of hoe heette dat ook weer uit de babyperiode) hebben???

Kortom Martin; als je zweepslagen wilt voorkomen………

De echte mannen, Jos, Hans hebben bij monde van Henk wel gefietst:

Ook vandaag twijfel, maar minder dan twee weken geleden. Het zou hard gaan waaien maar niet regenen. Keurig op tijd opgestaan dus en goed voorbereid naar de toren. Bij de Kluis geen Martin. Vanwege een kuitenbijter blijkt later. Zie zijn verslag. Door de straffe tegenwind bereik ik maar juist voor 9.30 de toren waar Hans en Jos al aanwezig zijn. Verder komt er niemand meer. Vanwege de wind besluiten de heren dat het Pam Pam moet worden. Alsof daar wind voor nodig is. Een voorzichtige poging tot Tongeren wordt door Jos resoluut weggehoond. Bij verstek van de wegkapitein weten we niets beters te bedenken dan het jaagpad via Waterval etc. Hans legt de zweep erover. Jos en ik nemen wel af en toe over, maar dat gaat hem meestal al snel te langzaam. Soms moeten we zelfs een gaatje laten vallen. Hans wacht dan rustig, maar het grootste deel gaat het toch met een vaartje van omstreeks 30 tegen de wind in. Hij neemt nog even een kleine de-tour langs Mesch, maar na 40 km staan we bij Pam-Pam op de stoep. De Brasilienne smaakt prima. Hans vertelt meer over het consultantschap en wat de ex-politici daarin nu moeten ervaren. Ondertussen gaat er een hardloopwedstrijd voorbij. De mooiste deelnemer [red.: ‘-ster’?] stapt bij de tweede passage uit en schuift aan bij kennissen. De benen, die bij de eerste passage nog zonnebankenbruin waren nu schril rood afstekend tegen de elegante zwarte runningshort. Wij gaan weer op de fiets. Na de pauze wat meer heuvels, waarbij ik, zeker met de wind in de rug, de lichte mannen moet laten gaan. Het feit dat mijn achterderailleur overslaat als ik kracht zet helpt ook niet. Als Jos en Hans nog niet vloeken konden……. Later bleek het sluitschalmpje dat ik op aanraden van Martin gebruik de boosdoener [red.: ‘Bullshit!’]. Misschien is zijn advies niet helemaal compleet. Uiteindelijk zeggen Hans en Jos in Wijlre gedag. Ik besluit het kalm aan te doen door het Geuldal en de Stoepert op. Het beste is er dan wel vanaf. Met negentig op de teller toch een leuk resultaat.



Zondag 30 januari

Wederom Ger alleen:

Heerlijk gefietst en MTB’ers zijn geen watjes.

Vandaag dan toch de Valkenbergroute; redelijk vroeg vertrokken en dus een knalharde track met - 5 en wat heiig. Valkenberg staat te boek voor gevorderden vanwege het zware terrein, de lange hellingen en heuvelachtige stukken bos. Lang 30 km. maar met wat er voor en wat er na heb ik vandaag 53 km gedaan in een kleine 3,5 uur en net geen 1000hm (985 op de ene en 1042 op de andere; ik gebruik altijd “de ene”). Voel mijn lijf na die interval; dus weer sauna om het te vieren.

Via de klim achter de lagere school de Dolsberg op naar Beertsenhoven en door naar Stokhem. Langs de Geul bij de campings weer omhoog en hoewel zwaar, op mijn tandvlees soepel boven (kan dat?). Daar afgedraaid naar de top van de Dode Man en zo door het veld terug naar de kop van de Keuten (veldversie). Door het bos afgedaald naar het Gerendal en omhoog naar het plateau van IJzeren en Sibbe. Overgestoken richting Berg & Terblijt, maar daarvoor afgedraaid naar Vilt en vandaar de grote weg over en langs de flank van de Cauberg door het bos gedaald naar Valkenburg. Een zeer fraaie helling die ik nog eens andersom moet doen.

Ondertussen al zeker zo’n 30 bikers tegengekomen; groepen van 5 à 7; 2 à 4 en solisten als ik. Ergo met -5 en toch een waterkoud windje duidelijk geen watjes.

Ook weer twee uitgezette wandelingen. Wandelaars en fietsers beginnen zich te begrijpen. Wat goedemorgens en dankjewels helpen enorm. Bij de tweede wandeling een aardige variant gezien op de hond uitlaten, nl. een grote uil werd als een valkenier meegetorst. Ik zag het wat laat, maar fantastisch mooie ogen had dat beest.

Ondertussen in Valkenburg richting Stoepert, Emmaberg, Kleingenhout en bij Hellebeuk omlaag en omhoog naar de Heek. Vanuit die kant de wondermooie klim van de Goudsberg en steile Schaelsberg op richting de Kluis, waar halverwege iemand was afgestapt om te palaveren met een paar mensen. Zelf stoer gewoon doorgefietst en na mijn goedendag zeggen, kwam hij weer achter me aan, maar niet er langs. In de afzink naar Walem was ik vorig jaar verrast door een ijslaag. Die lag er nu weer, maar langs het randje kon ik op eieren er langs. Jos zijn thuisland lag er in het inmiddels aardige zonnetje fraai bij.

Schoonbron gekend naar huis; eerst bij Engwegen de lange klim parallel aan de Keuten en boven met wat omwegen naar de campings bij de Geul terug. In Stokhem door het bos omhoog en weer omlaag en de Dolsberg andersom. Nog even naar Wijlre en Wittem en dat was het. Genoten.



Zondag 23 januari

Ger:

Het wordt volgens mij nog een hele tour om van de zomer op 8.15 uur het stalen ros (ja dat is het bij mij) te bestijgen om op tijd bij de toren te zijn. Ik heb nl. inmiddels een aardig winterritme opgebouwd.

Dat begint met ergens tussen 7.30 en 8.00 na te denken over opstaan en dat binnen een minuut of 5 à 10 pas te effectueren; ergo geen stress met ogen open uit bed vliegen. Vervolgens ga ik eens rustig wat aan het ontbijt doen en zet dan BBC1 aan voor het Engels voetbal. Ik kijk eigenlijk nooit voetbal (ook geen Nederlandse wedstrijden), maar die samenvattingen zijn gewoon leuk. Goede wedstrijden (geen kunst met zoveel buitenlanders) en Engels commentaar zoals dat moet, zonder dat stupide taalgebruik van de Nederlandse commentatoren. Vanmorgen begreep ik ook meteen waarom van Persie spits moest spelen bij ons; fantastische combinaties met Fabregas en drie nog mooiere doelpunten uit onmogelijke posities met ragfijne techniek. Enfin; ontbijt samen met Reinouw, wat kan, want mijn ochtendgevoel/humeur is dan achter de rug en uiteindelijk na veel getrut kan ik gaan fietsen, dus tegen 9.45 was ik, pas, weg.

Helling achter de school weer omhoog voor de Valkenburgroute en daarna doorgestoken naar Stokhem voor de heel mooie passage langs het water. Je kunt door hekken echter niet echt meer door naar de voet van de Keuten (hebben ze ook verboden, vandaar die hekken), dus bij de kleine campings al omhoog. Wat ik vreesde, bleek waar: “gewoon zompig” en dan is Valkenburg niet te doen.

Boven dus afgedraaid naar het Scheulderplateau en direct voor Scheulder naar Margraten. Zonder wind, maar toch koud liep het in de pratsch eigenlijk best goed. In Margraten-centrum de rijksweg overgestoken en achter het kamp naar links om naar de grote weg de Hut - België door te steken. In Reymerstok vervolgens richting Banholt en zo’n 500 meter voor het dorp weer het veld in.

Dan is het eigenlijk gewoon heerlijk Oost-West door half ingesloten paden naar Gronsveld. Vlak en beschut, maar een grote derrie, watersporen en erosiegeulen. Dus wel opletten. Het water onderweg zorgt dat niets aankoekt, dus dat is geen issue. In Gronsveld afgedraaid om achter de sporthal de single track omhoog parallel aan het Savelsbos te pakken. Nog voor de moeilijke passages reed ik me in de klim al vast in de modder; dus maar omgedraaid. Op z’n Martins alternatieve paadjes gezocht, maar die liepen allemaal dood op weilanden en akkers.

Uiteindelijk na wat vijven en zessen aangekomen bij de molen op ons bekende racepad, daar maar de klim over de grote weg aangezet naar C&K en voor het dorp weer het veld in richting Heer. Via Vijverdal en Bemelen weer terug naar C&K en warempel zag ik daar langs de weg nog grote resten sneeuw! Achter het Amerikaans kerkhof doorgestoken naar de bekende grote weg en via de veldwegen terug naar Scheulder en vandaar Ingber - thuisbasis. De tips over het voorvorkgebruik werken prima en ook de 3 bar i.p.v. de 4,5 heeft zijn nut; de fiets kleeft aan het pad en stuitert totaal niet meer. Als er asfalt is even fixeren en je kunt weer op de pedalen staan. Een goed begin in januari en lekker gefietst!

Veel MTB’ers onderweg; beperkt aantal racers gezien; nauwelijks wandelaars, maar wel veel hondenuitlaters die echt afstanden afleggen (meer dan een paar km buiten de bebouwde kom en zo) verder zie je overal veel houtkap, waardoor hellingen weer doorkijkjes geven en wat natuurlijker ogen.

Uiteraard ook weer ergens de jerrycans van onze drugsvrienden gezien en resten van een aantal maffe vuilstorters. Ik hoop dat ze eens met de assen blijven hangen, maar ik denk dat het aso’s met een 4-wielaandrijving “hoog op de poten” zijn.

Henk voegt, wat verlaat maar welgemeend, toe:

Lang had ik getwijfeld of ik zou gaan of niet. De weersvoorspelling was matig en het bed warm. Om 8.45 was ik wakker. Twijfel. Buiten was het droog. Snel de kleren aan. Geen tijd voor eten of drinken. Sprinten naar de Kluis. Geen Martin. Rustig door naar de toren. Niemand. Het begint te miezeren. Dapper plan om een rondje Aken te doen laten varen. Dichtbij huis blijven. Als het erger wordt kun je dan snel terug. Het wordt erger. In Merkelbeek is de miezer lichte regen geworden. Ik krijg het ook koud. Niks lekker zo in je eentje. De twijfel neemt weer toe. Ik zwalk weifelend steeds meer richting Sittard en na 40 km sta ik onder de warme douche. Daarna zoek ik werk dicht bij de verwarming. Als Marijke terugkomt van haar spinles ben ik net weer op temperatuur. Het is maar 40 km geworden, maar ik was wel lekker de enige kerel.



Zondag 16 januari

Na een wat korte nachtrust opgestaan bij heldere hemel en met de opgaande zon vertrok ik, Martin, naar De Kluis. Geen Henk, geen Karel, dus alleen door.
Voor de etalage van Feron zag ik een oudere gedistingeerde man verlekkerd naar binnen gluren, maar zijn aandacht was scherp, want gelijk riep hij, Le Docteur is zijn naam, mijn naam.
Gelijk met ons kwam Jos aan het clubhuis aangereden.

De laatste stelde voor Het Rode Bos wegens de ambiance en de goede vlaai; hierover later meer. Wetende dat het etablissement pas om elven de poorten opent was een omweg noodzakelijk. Dus via Groot Haasdal langs de Dellen, de Oliemolenberg op en tegen een wat tegenvallende ZW wind het gekende fietspad zuidwaarts. Wat opviel was het grote aantal fietsers, joggers, wandelaars en de onvermijdelijke honden. Hans hield de zweep erop; de geschatte verdeling kopwerk bedraagt: 60/20/20. Bij het vals platte stukje voor het benzinestation kon Martin even niet meer aanklampen. Naar Withuis en ongewoon het smalle fietspaadje naar Mesch en zo naar ’s Gravenvoeren.

In ’s Gravenvoeren was het jezusbeeld geheel in ondoorzichtige folie omwikkeld; denk om hem de blik op het veelvuldige misbruik van kinderen te verhinderen.

Het weer was inmiddels niet zo mooi meer; er was veel bewolking komen opzetten, maar droog bleef het, zo ook de weg meestentijds. Daarom de gok van Kattenrot gewaagd en eenduidig tot de conclusie gekomen dat zelfs het onverharde eindstuk met wat vochtog weer zeer goed te doen is. Iets voor Ulvend bleven Hans en Jos netjes wachten en over de Plank naar het Rode Bos, dat zeg maar door ons geopend werd.
Om onduidelijke redenen was er geen vla; de litanie van kutsmoezen werd door ons afgewezen, dus na een koffie door naar Modern, zodat we deze keer op twee pauzes kwamen. Volgens mij een unicum. De gesprekken waren divers, Femke, entrepreneurship, Afghanistan en de trend van minder kale koppen om niet als brievenbuszeiker aangezien te worden.

Na de koffie richting Hombourg, waar Martin Hans de precieze grens tussen Vlaanderen en Wallonië aanwees, opdat wij niet vergeten. Nu met de wind mee naar Sippenaeken en zo langs Kuttingen naar de Smidse, waar wij geen koffie genoten en binnendoor achter Epen langs en langs een inmiddels weer ingetoomde Geul naar Mechelen waar wij geen voorrang kregen van een groot aantal motormuizen en –accessoires en Partij.
Jachtig door het Geuldal waar Hans bij de Vrakel afsloeg en Jos meereed tot Valkenburg en de Stoepert. Op de Stoepert overigens nog ingehaald door twee wel erg snel rijdende fietsers, maar een hele geruststelling was dat hun shirtjes nog schoon waren – dus nog vers – en ze bovendien eenmaal bovenop weer inkakten.
Thuis mat ik 25.5 km/h gemiddeld. Het kan slechter.

Ger mailt tijdens het schrijven dezes, en wel:

De MTB-routes in het Heuvelland zijn eigenlijk allemaal erg mooi en ook nog zeer gevarieerd. Dat maakt het gemakkelijk en gelijk lastig om te kiezen. Vandaag gekozen voor een combi die ik wel vaker pak: de Mechelen-Vijlen. Het is een rit die altijd zwaar is; eerst en vooral door de hoogtemeters. Vandaag 885 m weggetrapt; daarnaast zwaar door het valse plat op meerdere plekken en de vooral op de Mechelen-route de moeilijk lopende tracks. Fraai door het zicht boven Eys naar Simpelveld en Duitsland en op te terugweg het zicht bovenop Eperheide na de Vijlenerbossen (die je eerst van de toeristenweg helemaal binnendoor naar Buitenlust doorkruist), Vaals, Camerig etc.

Tegen 10.00 uur begonnen met de klim achter onze lagere school met een aantal wandelaars. Bovenop weer terug naar de voet van de Dolsberg vanuit de provinciale weg uit Wijlre. Direct omlaag en via de kastelen van Wijlre en Cartils slepend omhoog naar Eyserbos.

Van Michael (een van de mannen bij Roger Wijnen en ex MTB’er) had ik gehoord de voorvering gewoon open te laten; ook in de klim. Nu dat werkt prima; het wiel kleeft aan de ondergrond. Omdat ik vorige week ben begonnen met wat te pielen met de lucht (vandaag 3 bar) versterkt dat het effect nog.

Van Eyserbos naar Trintelen en vandaar over het plateau weer terug naar Eys en daar omhoog naar het plateau boven Nijswiller met die mooie vergezichten. Vandaag in de zon en zelfs de twee crossmotoren konden de pret niet bederven! Bij Nijswiller de laatste restanten sneeuw gezien.

De wandelaars, ruiters, racefietsers (twee al met korte broek!!) en zelfs eerste motoren maakten het een mooi plaatje,

De rest zal ik jullie maar besparen. Mechelen-Hurpesch-Rott-Vijlen en vandaar de bossen in. In de buurt van de voet van de Camerig er weer uit en via Epen naar Eperheide-Pesaken-Euverem en de camping Osebos omhoog. Op 2/3 van de top toch omgedraaid want in de modder slipte ik permanent door en boven is het daar vervolgens helemaal derrie.

Na liefst 3.40 uur afgeklokt. Zwaar, want gem. hartslag 151 en 35 min op mijn max gereden en liefst 2.15 uur op het daaropvolgende niveau.



Zondag 9 januari

Dat de eerste HQC-rit van het jaar een rit met dergelijk veel hindernissen zou worden had niemand kunnen bevroeden.

Hoewel de regen de nacht voorafgaand onaardig doorgekletterd had en de buienradar ook nog ‘niet droog’ aangaf, was het wel degelijk droog en indachtig de goede voornemens als ook de wetenschap dat Henk zou gaan, was de Dode ruim op tijd aan De Kluis.
Om 9.00.15 kwam Henk aangereden en zo op weg naar de Minaret en ons clubhuis.
Gelijk met ons kwam Jos aan gereden en daar bleef het bij. Ik weet niet waarom.

Na wat gekeuvel snel tot de keuze gekomen om langs de Belgische kant de Maas stroomopwaarts te volgen om te kijken hoe het daarmee gesteld was.
Bij het wegrijden van het clubhuis deelde Jos mede en paba te hebben, dus met de kaûwe klaûwe de eerste band van het jaar verwisselend.

Na de tweede vertrekpoging, nog geen 500 m verder gaf Martin aan tevens een platte aba te hebben, dus weer een changement.
Zoveel bandenwissels in zo’n korte tijd konden de hersenen van Martin niet aan, en voor hij het wist stond hij de achterband op te pompen voordat hij de buitenband erom had gelegd. Een soort ejaculatio preacox extra vaginalis, van de spanning dus.

Goed verder op weg weer, tot dat Henk in Elsloo aangekomen aankondigde dat zijn freewheel doortrapte. Enige ongerichte klappen tegen het apparaat mochten niet baten. Dus belde hij TSM (TaxiService Marijke) en was voor hem de rit na 18 km voorbij. De rest reed overigens niet weg voordat we Henks twee reservebanden gevorderd hadden – hij had ze immers toch niet nodig en wij zaten zonder.

De snelwegbrug over zagen we de Maas voor het eerst, aardig gezwollen, alsmede een aantal racefietsers, waarvan we er nog velen zouden zien. Iedereen (?) wilde blijkbaar van deze eerste fietsbare dag in het jaar gebruik maken. Wat ook opviel was het grote aantal hardlopers en joggers – de voornemens zijn nog vers.

Langs de Maas op diverse plekken ‘ramptoeristen’ en het moet gezegd worden: het was het waard. Op vele plaatsen meer dan twee kilometer breed en woest kolkend. Een deel van het fietspad was onder meer dan een meter water verdwenen zodat we via een alternatieve route onze weg moesten vervolgen. Op vele plaatsen lag de kwel hoog in de tuinen van aanlandende panden en werd reeds gepompt.

Te Maastricht stond het water nog vrijwel even hoog als gisteren, maar leek het niet problematisch.

Langs de ENCI en het kanaal door naar Visé, tegen een aardig windje, en zonnetje, in.

Bij Pam-Pam de verjaarsdagsvlaai van Jos genoten – hij kwam er goedkoop vanaf deze keer.

Na de pauze bergop richting Berneau en vandaar met een zacht windje in de rug naar Withuis en het gekende fietspad naar Meerssen. Bij Waterval nog even omhoog, waar deze keer voor het eerst waargenomen water viel en in Schimmert scheidden onze wegen zich.

Nog even nagedacht over Henks freewheelfalen: denkelijk zijn van de smeerolie in het freewheel de lights verdampt. Dit samen met een langzaam afkoelende freewheel maakt het overblijvende vet te viskeus zodat de palletjes niet kunnen ingrijpen. De beste noodmaatregel ter plekke zou zijn geweest in het freewheel te plassen. Maar ja dat is achteraf. We zullen van Henk wel horen wat de resolutie is.

Zo de eerste 88 km van 2011 zitten er op!

Ger:

EINDELIJK!

Een hartenkreet (ja met een “n” erachter volgens de spellingscorrectie), omdat ik gelukkig weer eens kon MTB‘en. En dat ook nog eens op mijn eigen vertrouwde Cube. Om maar gelijk met het zeuren te beginnen; het was loeizwaar; niet in het minst omdat ik een relatief zware fiets heb. Dat is lekker bollen bij snelheid, maar als je die continu moet opbouwen, is het andere kost.

Al die dooi had voor een zompig oppervlakte gezorgd, zoiets als de vloedlijn op het strand. Daarnaast op menige plaats een klein, maar fijn stroompje. Nu is dat lekker fietsen, want daar is de ondergrond hard, maar het geeft ook weerstand en “je wordt gewoon nat”.

Voor die eerste keer en gezien de verwachte situatie in het veld gekozen om richting Slenaken te vertrekken. Eerst Euverem via ons kasteel Neubourg en achter Pesaken omhoog naar het plateau van Heijenrath. Beide tracks lekker zompig, dus ik zat al een versnelling kleiner om het warm te krijgen ondanks de temperatuur en goed te hijgen bij een klimsnelheid van maar liefst 6 km/h. Boven afgedaald via de Loorberg; koud en onderaan aangesloten bij een Franstalige MTB-groep die uit de Boswachter kwam. De Schilberg op en daar kon ik me met hen lekker testen; in het derde wiel boven, met twee hijgers in mijn nek. Niet ontevreden na onderaan met zijn allen eerst tot stilstand te zijn gekomen in een moddergat na wegwerkzaamheden. Zij gingen boven de Schil rechtdoor naar hun thuisland; ik nog een tandje hoger en rechtsaf om via een kort stukje grote weg te dalen naar Noorbeek. Ondertussen begon ik na ca 12,5 km mijn spieren al te voelen en bedacht ik me, dat wegfietsen ook zijn charme gehad zou hebben.

In Noorbeek door naar Banholt; klimmen en dalen as usual en eindelijk een lopend pad. De doorsteek door de modder naar St. Gieter gepakt om over de weg af te dalen naar Camping de Bosrand in de buurt van Libeek en daar de weg terug door het bos.

Onderwijl de nodige fietsers en wandelaars en route en af en toe een fraai zonnetje; bijna voorjaarsgevoel.

Weer de veldwegen naar St. Gieter en Banholt opgezocht aan de andere kant van de dorpskern. Door alle smeltwater en nog de sporen van de bietenauto’s was hier bijna nergens een harde track; afzien en zelfs vals omlaag was stevig bijtrappen. Achter het kerkhof in Banholt een veldweg ingegaan waarvan ik weet, dat er sneeuw achterblijft en zo ja; ook nu lagen er drie sneeuwduinen van nog zeker 50 cm hoog. Het was dus de fiets eroverheen tillen.

Verder genoeglijk gepeddeld om in de afdaling naar Beutenaken twee meidoorntakjes uit mijn voorband te halen. Ik dacht goed afgelopen, maar nee even verder was het band wisselen, waarbij ik gelukkig de boosdoener kon elimineren. Achter Beutenaken nog een heuse aardverschuiving gezien, waarbij op twee plaatsen de helling van zo’n tien meter hoogte over een breedte van ook zo’n 10 a 15 meter was gaan schuiven en het pad had gehalveerd!

Nog even omhoog en slingerend in de modder omlaag en de rit na een kleine 3 uur beëindigd; Afgelegde afstand 43 km bij hm 610 en een gem. van 14 km/h. Dat zegt genoeg. Fiets poetsen en smeren en band plakken en tevreden terugkijken. Dat laatste met ook de laatste blz. van Jeroen Wielaert’s boek over de tour en allerlei historische en andere informatie over toursteden en streken is wat mij nog rest. Overigens een aan te bevelen boek. Gaat over fietsen zowel als Frankrijk in al zijn facetten.



Zondag 2 januari 2011

Ger vangt aan:

Het jaar afsluiten; ook het jaar weer opstarten??

En dat bij wat blauw en zelfs zonnig rood vanmorgen vroeg. Dat beklijfde niet echt, dus maar eerst samen met Reinouw ontbeten.

Met de nog onder allerlei soorten sneeuw liggende MTB-routes, durfde ik dat (nog) niet zo goed aan; voel me een beetje een watje momenteel. De ORBEA bevalt me wel goed in dit jaargetijde met die brede banden en het enigszins luie karakter; dus die maar weer gepakt. Er was zelfs een weerswaarschuwing; “Het kon glad zijn, ook al leek dat niet zo”. Nu had ik gehoopt dit jaar van dit soort onzin af te zijn; of een mens niet meer zelf hoeft of mag denken!

Gewoon grote weg naar Wittem en inderdaad er was opgevroren dooiwater. Bij Wittem naar Wijlre en vandaar naar Schoonbron, Oud Valkenburg en afgesloten in het dorp zelf. Ondertussen tig groepen fietsers of solisten tegengekomen (race en MTB), maar dat stokte merkwaardigerwijs na Valkenburg. Wel veel hondenuitlaters - die zijn van alle tijden - en nogal wat lopers. In Withuis zelfs een groep van zeker 15 man/vrouw.

In Valkenburg doorgestoken over de grote weg naar Meerssen en vandaar door een aantal suburbs van M’tricht, zoals Amby en Heer. In Gronsveld weer de grote weg en vandaar naar Rijckholt, Mariadorp en de door mij in deze tijd zo geliefde grote weg Withuis-Bombaye-Dalhem-Mortroux. Voordeel is dat je dan niet hoeft na te denken en de diverse uitzichten in de sneeuw toch wel fraai ogen.

Bij de kruising Dalhem/Mortroux weer langs de Berwinne met nu de variant achter Val Dieu omhoog naar Aubel. Een zeer fraaie weg in dit soort weer en dan de sneeuw op de oevers van de Berwinne; een zonnetje en ik was op een terras gaan zitten. In Aubel bij de kerk naar rechts (er was geen markt) en de helling bij Detry gepakt. Op de grote weg even naar links om boven Aubel de grote weg naar De Planck te pakken. Die afgeracet zo ver als dat gaat met die trekking naar Reijmerstok; daar in de afzink nog een tandje erbij en via Euverem en Pesaken weer terug naar de basis.



De eerste 75 km en ca 435 hm zitten er op.

Deze week toch veel gedaan; alles bij elkaar 225 km binnen en buiten; dat alles heeft nauwelijks nut gehad want ik zit op alle kg-waardes van een jaar geleden. Maar als ik dat niet had gedaan……

De laatste oliebol erin en dan kijken dat mijn getailleerde hemden (dan moest van Reinouw en de verkoopster want dat was modieus!) een beetje fraai blijven zitten?

Tot op de fiets.



Ritten 2010Vrijdag 31 december

Ger sluit af:

De enige rit in december was de 12e; zelden zo weinig buiten gefietst. Wel genoeg binnen de home- en crosstrainer geteisterd, maar deze week ook ondermeer vrijaf gepakt om een paar lekkere MTB-tochtjes te maken (nee dus!). Gisteren in het zonnetje door de sneeuw wel een lekker stuk met Reinouw gewandeld; dan ook nog op de laatste dag van het jaar zo’n 35 km de grens van 6000 km. in zicht.

Kortom ik zou en moest vandaag buiten fietsen.

Startend met allerlei ijzelwaarschuwingen en een miezertje dat daaraan vooraf zou gaan. Na wat boodschappen kwam dat miezertje inderdaad. Na wat voorzichtig buiten voelen, zonder gladheid toch kort na 12.00 uur met de ORBEA trekking naar buiten. Ingber op voor nr. 27 en vandaar door Scheulder en Vilt naar C&K. Zo nu en dan de weg; zo nu en dan het fietspad. Het was echt lekker, zeker ook door het rustig en genietend peddelen. De Rasberg naar beneden ging goed en ik dacht dat het racepad vanaf Vijverdal naar Withuis en dan door de Voer terug wel aardig zou zijn.

In M’tricht keurig geveegd, maar de solidariteit tussen Eijsden en Margraten is zo groot, dat ze als fusiegemeente vanaf 1 jan. as. op elkaars zout zitten te wachten. Nada dus in beide plaatsen; ergo snel de grotere weg op om via Mariadorp en zo de weg naar Withuis te pakken. Het doortrekken vandaar over de grote weg wat vals omhoog naar de ‘oversteek’ Dalhem/Mortroux is me vorige keer goed bevallen. Ergo op herhaling.

Bij de afslag het nieuwe asfalt op en zo de weg langs de Berwinne naar Val Dieu. Die liep lekker; uitzicht meer dan fraai ondanks de mistige flarden en de beginnende miezer. Ik kwam zowaar de eerste collega’s tegen; zes stuks op een race. Later in de buurt van Gulpen nog drie solisten op een MTB. Meer mensen op een gewoon rijwiel gezien.

Bij Val Dieu de gewone weg naar Aubel terug; daar omhoog en over de grote weg naar de afslag bij Reijmerstok. Een laatste ruk naar beneden en omdat ik de afdaling van de Gulper wilde mijden, naar Euverem en Pesaken en via de achterlangs terug naar Rocca; immers gister goed te wandelen. Een paar wandelaars als tegenliggers en een ijsplaat zorgden toch nog voor een schuiver. Zonder erg zoals na het bad bleek.

Een kleine 60 km gedaan; lekker buiten geweest. Daarnaast de kaap van 6000 km gerond;

Terug een goede poetsbeurt; zout van mijn lijf en fiets verwijderd.

Ik ben klaar voor 2011!!



Eindejaarsbeschouwingen

Martin trapt - af:

Merkwaardig toch; zo veel jaren op de fiets en toch is ieder fietsjaar weer anders.

Een jaar waar het ‘buiten-fietsen’ meer aandacht eiste dan het ‘binnen-fietsen’: een verhuizing met nodige strubbelingen met de aannemer, een huis nog niet verkocht (dus geen nieuwe fiets nog) en het noodlottige ongeval van mijn vader in juni dat voor veel afwezigheid, fysiek en geestelijk zorgde.

Een slecht voorjaar, na een lange winter, en geen zomervakantie in de bergen,hetgeen het totaal aantal kilometers dit jaar op ca. 7220 brengt.

Toch wel weer een paar aardige ‘wapenfeiten’:
• totaal niet duurzaam de Alpe d’Huez weer een keertje op, hierbij van de gelegenheid gebruik makend om de Col de Sarennes ook te doen; eigenlijk veel mooier. Fietsen met twee – noodgedwongen - handbikers geeft je wel, zelfs mij, enige bescheidenheid.
• een bijzonder fraai Vogezenweekend met getrouwe deelnemers en nieuwe in een verrassende, uitdagende omgeving.
• weer eens een keertje naar Vlaardingen gefietst, 225 km.
• een flirt met onze Zweedse god Lars, waar het bij gebleven is
• een paar keer prachtig poepfietsen met Henk, op onze doordeweekse ‘exploratietochten’.

Kortom, gezien de omstandigheden ‘valt het wel mee’.

2011:
• weer naar Roess
• de opmaat voor een HQC Alpi is gemaakt – zou het nu echt wat worden?
• in anticipatie daarop nu echt de kilo’s eraf?
• weer meer oude getrouwen aan de minaret: Ruud, Loek?

Ger:

Al met al een redelijk goed fietsjaar, dat ik met nog een buitenrit wil afsluiten. (als ik ten minste ergens een track zonder sneeuwmassa of een weg zonder ijs kan vinden)

Een jaar met veel variatie en geen echt zomervakantiefietsen; toch nog net boven de 6000 km als het me lukt morgen of overmorgen er nog 35 km. aan te plakken.

Eerst in het rittenoverzicht even checken wat mijn wensen voor dit jaar ook al weer waren, maar die kwam ik niet tegen? Geheim gehouden of door de censor beroerd?

Dus maar zelf wat opgehaald uit mijn Alzheimer light geheugen



En dan 2011;

Met dank aan Martin, voor het onvermoeid bijhouden van ons wel en wee.

Een goed 2011 voor jullie allen!



Zondag 19 december

Een geplande penitentietocht Valkenburg – Banneux – Valkenburg niet doorgegaan wegens de weersomstandigheden. De webmaster was daar overigens niet echt rouwig om gezien de omstandigheden: een virus teistert ogen, hoofd, neus, keel, longen en darmen. Gelukkig verzacht trappist veel.

Ger heeft ook iets binnen gedaan (met een ‘trackbereide MTB’) en bij wijze van heel grote uitzondering geven wij dat door:
Binnen [sec!] op de home- en crosstrainer bijna 3 uur in het zweet naar de fantastische sneeuwhelling kijken tegenover ons huis moeten/kunnen kijken: “dat is pas penitentie”!

En dat nadat mijn MTB weer trackbereid is en Reinouw weer prima uit het ziekenhuis is gekomen; gelukkig eerder dan verwacht.

De webmaster verwacht, nee eist van u, in deze dagen zijn er genoeg niet-fietsbare, uw bespiegelingen 2010 en projecties 2011 als afsluiting van het jaarboek 2010!



Zondag 12 december 2010

Henk schrijft:

Het weerbericht sprak van kans op een bui en ook de buienradar deed zulks vermoeden. Toen het op de vertrektijd droog was, was er geen enkele reden thuis te blijven. Bij de Kluis aangekomen bleek dat Martin die toch gevonden had. Wellicht was dit het ontbreken van een concrete afspraak. Hij had juist donderdag tijdens een bezoek aan Loek verklaard dat de wederzijdse toezegging op zondag te gaan fietsen hielp bij het verlaten van het warme bed, en zo’n afspraak hadden we nu net niet gemaakt. [Noot van de Dode: dit weekend mijn demente vader opgezocht, alsmede mijn niet demente maar hulpbehoevende moeder. Heel soms gaat er iets anders dan zondagmorgensex vóór fietsen]

We waren bij Loek om onder het genot van een Belgisch wat DSM-dingen te bespreken, maar het fietsen (met name dat van Loek, of liever het ontbreken daarvan) kwam natuurlijk ook aan de orde. Loek mist het fietsen wel, zegt hij, maar hij heeft kennelijk nog wat meer morele steun nodig. We beraden ons op maatregelen. Gezien de inrichting van zijn nieuwe huis (gekocht op het moment dat hij ook minder ging fietsen; toeval?) maken we meer kans hem te treffen als we een wijn club, een pool club, een film club of een heren club oprichten. Met zoveel recreatiemogelijkheden in de eigen woning vind ik het geen wonder dat hij niet meer naar buiten komt.

Aan de toren uiteindelijk alleen Jos. Toen we weg wilden rijden begon het licht te sputteren, maar dat ging al gauw over. Gezien de heersende windrichting besloten we bij regen in noordelijke richting te rijden om zo de confrontatie met de bui aan te gaan en er zo snel mogelijk weer vanaf te zijn. Tevens zouden we niet te ver van huis geraken om in geval van veel regen af te kunnen druipen. We vertokken oostwaarts. Bij Aalbeek konden we niet naar links wegens wegopbreking, dus ging het via Hulsbeek naar Wijnandsrade. Vandaar vanwege de inzettende regen noordwaarts. Dat bracht ons via de buitenwijken van Nuth, over een glibberig fietspad bij kasteel Hoensbroek. Daar hield het al weer op te regenen. De strategie werkte. Op deze manier waren we wel midden in stedelijk gebied terecht gekomen. Voordeel was dat de wegen goed begaanbaar waren, nadeel waren de vele ingewikkelde verkeersconstructies voor fietsers en de bijbehorende stoplichten. Over de parallelweg langs de Brunssummerhei was het toch nog een beetje landelijk, maar daar bleek ook dat het niet raadzaam was het bos in te gaan vanwege ijsranden op de weg. Bij Landgraaf aangekomen linksaf over het industrieterrein Abdissenbosch, en uiteindelijk na verlaten van de bebouwde kom het veld in de omgeving van de Duitse grens en het AWACS vliegveld ingeschoten. Via een onlogische slinger kwamen we in Scherpenseel uiteindelijk in die Heimat. Vandaar de 10% afzink naar Palenberg, en vandaar kort naar Rimburg. In Café d’r Eck genoten we van een goede kop koffie en vlaai, de aangenaam hoge temperatuur, en na afloop van de mis van het gezelschap van een groot aantal kerkgangers. Jos vond het wel boeiend allemaal en herkende er niets van. Later merkte hij op dat hij het terrein wel kende van een rit met o.a. Harold. Dan moet hij er toch wel haast geweest zijn.

Omdat we het stedelijk wel een beetje gezien hadden koos ik wat meer landelijke weggetjes. Dat werd zo hier en daar toch bijna crossen, waarbij bleek dat dat Jos z’n stiel absoluut niet is. We reden de Rinckberg direct vanaf het café op, daarna langs de watertoren weer naar beneden en door het veld richting Eygelshoven. Vandaar even door de stad naar park Gravenrode, door het dal van Erenstein. Daar aangekomen bij het knikje niet linksaf voor het kasteel langs, maar rechtdoor. Prachtig slingerweggetje door het bos met af en toe steile hellinkjes. Leuke vondst. Vanwege gebrek aan oriëntatie volgde ik in de woonwijk waar we uitkwamen vastberaden fietsroutebordjes. Een vastberadenheid die Jos aanvankelijk hield voor terreinkennis. Juist toen ik hem uitlegde dat ik geen flauw idee had waar we waren doemde recht voor ons Snowworld op. We redden er over een fietspad door het bos omheen, maar daar lag al zoveel ijs dat we de beklimming maar links lieten liggen. Via de aanloop van de laatste Classic reden we naar Ubachsberg. Jos raakte in Benzenrade nog even achterop doordat een Deense dog vond dat de weg alleen hem behoorde. Jos vond het ondertussen welletjes en ik vond het verder ook wel prima. Via de Karstraat gingen we naar beneden. Daar stond de wind behoorlijk tegen. Meer westelijk dan noordelijk zegt mijn topografische kennis. Dat zou de verklaring kunnen zijn dat we zo weinig regen hebben gehad. Die is gewoon in oostelijke richting weggeblazen in plaats van recht onze kant op. We reden nog samen naar Klimmen, waar Jos afscheid nam. Vandaar was het nog best een eind naar Sittard. Uiteindelijk 85 km, met een gemiddelde van 23.7. De fiets is gepoetst (jawel), waarbij ik constateerde dat de ketting versleten is. Even nameten en dan waarschijnlijk toch maar vervangen. Soms heeft poetsen toch wel nut.


Ger vult aan:

Weliswaar strontverkouden; maar de lokroep van buiten fietsen kon ik vanmorgen niet weerstaan. Na het opstaan en ontbijten met Engels voetbal dacht ik zo tegen 9.30 te vertrekken. Blauwe lucht en een streep zon; kon het mooier?

De keuze van de fiets was ook nog eens eenvoudig; mijn eigen MTB is nog altijd vorkloos en ik wilde mijn leencube niet door de verwachte bagger van modder en sneeuwhopen sturen. De race viel af vanwege de smalle bandjes; ergo de trekking gepakt. Bredere banden met noppen en een stabiele loop.

Bij het vertrek vielen zowaar druppen; een klein buitje. Afgewacht en tegen 9.45 vertrokken voor Ingber nr. 26. Door Scheulder naar de kop van Daalhemer en daar afgedraaid over het plateau naar Bemelen. Fantastisch mooie luchten en toch nog redelijk wat racers. Opvallend veel solisten daarbij. In Bemelen door naar de rand van M’tricht en daar afgeslagen op het bekende racepad naar Withuis. Onderwijl nog een conversatie gehad met een honduitlater die met zo’n belachelijke “in- en uittreklijn” vond dat zijn hond van links naar rechts mocht crossen en dat ik blij mocht zijn, dat hij die lijn wilde intrekken!!

In Withuis besloten eerst een lekke achterband te vervangen. De buitenband ging er slecht af en alles was toch smerig; dus na een klein kwartiertje klooien lag de nieuwe biba erop en zag ik er uit als een varken. Vervolgens maar besloten er een dag vals plat van te maken door over de grote weg vals omhoog naar Dalhem te gaan. Achter Dalhem gekend naar Mortroux en via het dal van de Berwinne naar Val Dieu. Dat links laten liggen en pas een paar km’s later linksaf omhoog naar Aubel. De luchten bleven heel fraai en ondertussen had ik pas een keer of drie overigens meevallende druppen gehad.

Bij Detry rechtsaf om weer vals naar Henri Chapelle te gaan. Slecht wegdek, maar daar heb je met zo’n fiets geen last van. Ondertussen had ik al gezien, dat het niet MTB’en wijs was geweest. Veel modder, maar ook nog stevige sneeuwhopen. Dit was leuker, hoewel de fiets er inmiddels ook niet meer uitzag, dus schoonmaken een must. In HC gekend naar beneden naar Hombourg en daar onhoog om via Sippenaeken de derde vlase [red.:?] te pakken naar Gemmenich. Als toetje daar de Pas van Wolfhaag en via Vaalsbroek gekend naar Mechelen en Partij. Lekker gefietst met ca. 77 km en toch nog hm 795.



Zondag 5 december

"Ger is de enige die het weer weerstaan heeft"; zo begon de webmaster dit verslag – echter voordat hij het inkomende bericht van Ger gelezen had, waaruit bleek:

Een van die zeldzame zondagen: ‘un jour sans’”.



Zondag 28 november

Henk
schrijft, zeer uitgebreid:

De wekker ging om half acht. Onderweg naar de wc wierp ik een blik door het raam van de logeerkamer. Erg mistig. Dat was het enige aspect van de weersverwachting dat me zou kunnen weerhouden te gaan fietsen vandaag. Het zou droog blijven, met weinig wind en veel opklaringen en zon. Alleen die mist. Vanuit de wc griste ik mijn fietskleren die al op de overloop lagen bij elkaar en haastte me naar beneden om me snel aan te kleden. Op de trap nog een snelle blik naar buiten. Helemaal helder. Bleek de mist vanuit de logeerkamer niets anders te zijn dan het condens van het wasgoed dat Marijke daar opgehangen had. Een blik op de straat bevestigde dat die ook droog was. Niets hoefde een fietstocht dus nog in de weg te staan.

Uiteraard goed gekleed met winterjack en handschoenen tegen de verwachte – 5° in de ochtend ging ik op weg. Het zonnetje scheen al lekker, maar stond nog laag. De weg was overal kurkdroog. Bij de Kluis stond Martin al te wachten. Dat had ik wel verwacht omdat we elkaar met wederzijdse peptalk min of meer gedwongen hadden te verschijnen. Martin moest in Schimmert even geld uit de muur halen. Terwijl ik op hem stond te wachten voelde ik dat ik bij het clubhuis even zou moeten plassen maar door een analoge dorsale aandrang werd het mij bemoeilijkt mijn blaas te ledigen zonder collaterale schade. Daarom maar snel de Spits die op de grond lag opgegrist en de appelbomen aan de overkant van de nodige nutriënten voor de komende oogst voorzien.

Toen ik terugkwam konden we (alleen Henk en Martin dus vandaag) gelijk vertrekken. Op de vraag: “Waar gaan we heen?”, begon Martin Het Goede Doel te citeren. Hij wilde niet naar Cuba maar wel de Schweiberg eens beklimmen omdat we dat volgens hem dit jaar nog niet gedaan hadden. Over België hebben we nog lang getwijfeld. Het voornemen was om het bij verstek van Hans eens kalm aan te doen. Dat is redelijk gelukt met een gemiddelde van 24 over bijna 100 km en ongeveer 1000 hm.

Zonder vastomlijnd plan fietsten we via Hulsberg naar Klimmen, waar we onbedoeld het hele wijkje bij de kerk bekeken hebben en uiteindelijk via een zeer effectieve wandelsluis die ons tot beide voeten uit de pedalen noopte, weer op de straat naar Ransdaal terecht kwamen. Martin wilde zich niet laten kennen en pakte de eerste mogelijkheid hier toch weer vanaf te wijken op zo via Craubeek uiteindelijk weer in Ransdaal uit te komen. Daar ook weer direct linksaf de berg op om boven op de Fromberg uit te komen, na onderweg nog even het uienveld (kennelijk uien niet geoogst maar gewoon ondergeploegd) nog even van wat vloeibare mest voorzien te hebben. Het uitzicht over het dal was fenomenaal. Hoog Anton-Pieckgehalte. Rijp op velden, donkerder kale akkers ertussen. Winters zonnetje erboven. Ondertussen was het door dat zonnetje en het totaal ontbreken van wind ook bijzonder aangenaam fietsen, hetgeen medelijden met de thuisblijvers opriep, die zich nu ongetwijfeld genoodzaakt zagen tot niet nader te benoemen echtelijkespondelijke activiteiten.

Hierna ging het gezapig over de Ruilverkavelingsweg en door Wijlre en Partij naar Mechelen. We hadden tijd en adem om de toestand van de wereld al op de fiets door te nemen. We bespraken Gers interview in de glossy van de Rabobank (mooi pak had ie aan), de financiële toestand in Ierland en nog zo wat van die zaken. Na Mechelen gingen we direct rechts (Dal Bissenweg) om pas een stukje omhoog op de hoofdklim van Schweiberg uit te komen. Ondertussen hadden we al besloten om de koffie bij de haard van Modern te nemen en dat te doen via de afdaling van de Loorberg, om zo een paar extra km te pakken voor de pauze. Dat liep allemaal prima. De afdaling kon op volle snelheid genomen worden. Lekker overzichtelijk en geen spoor van gladheid. Onderin bij de brug wel een beetje, onnodig, remmen. De weg naar Nurop was om onduidelijke redenen opgebroken, maar goed begaanbaar.

De haard bij Modern moest nog aangestoken, maar die was snel op temperatuur. Toen het aanmaakhout bijna op was besloot ik er een paar blokken op te gooien, maar dat was wat te enthousiast, zo corrigeerde de waard me. Hij bracht de zaak weer op orde, waarna Martin het vuur verder op gang hield, met wat bescheidener hout. Net als drie weken geleden waren we de eersten, en ook nu kwamen er snel anderen bij. Toen we weggingen werd het al weer gezellig.

Martin besloot deel twee wat op te rekken. We gingen bij Sinnich omhoog, sprookjesachtig stil, in het zonnetje en met uitzicht op de, als je het niet weet raadselachtige, ventilatieschacht van de treintunnel. Boven op de weg naar Aubel prachtig uitzicht op Remersdael en de weg naar Mabroek, hier ook met echte sneeuw. Daarna naar Veurs weer naar beneden. In Sint Martensvoeren probeerden we tegen beter weten in een paar alternatieve routes omhoog die eerst, op het asfalt nog, glijpartijen opleverden door overstekend water en daarna overgingen in net te uitdagend terrein. Uiteindelijk dus naar Ulvend omhoog. We twijfelden nog even of we Kattenrot af zouden gaan, maar Martin stuurde rechtdoor en hij bleek gelijk te hebben. Nog nooit was het wegdek er zo goed begaanbaar. Nu we toch aan het experimenteren waren bij ‘s Gravenvoeren even rechts over de steile helling door het bos en in het dorp een extra rondje doordat we de fietsroutebordjes, die ons toch over bekend terrein hoopten te leiden, verkeerd interpreteerden.

Op het op de heuvelflank gelegen pad naar Mesch haalden we een groep poepfietsers in die het zowaar klaar hadden gekregen besmeurd te geraken. De dame in de groep had het kennelijk zelfs gepresteerd om op de rug in de modder te gaan liggen. Vanuit Mesch gingen we even rechtdoor om de gekende jaagroute op te pakken. Daarop bleek dat we beiden, ondanks het rustige tempo, toch al wat slijtage begonnen te vertonen. We hadden niet heel veel gedronken. Martin had geeneens water meegenomen van huis, en ik had er voor de pauze niet aan gedacht. Dat had ook niet veel uitgemaakt want het water in mijn bidon had inmiddels de vaste aggregatietoestand aangenomen. Na de pauze hadden we allebei wel mondjesmaat gedronken, maar dat was toch niet voldoende geweest. Nog een tandje kalmer aan dus.

In Meerssen namen we nu eens niet de obligate weg door Ulestraten. Martin schoot rechtsaf de Lange Raarberg op, om vervolgens linksaf de Volgelzang op te gaan. Toen ik opperde: “En dan de Visweg omhoog?”, zei hij dat hij weer naar beneden wilde, maar dat vond ik toch wel erg onlogisch, dus werd het de Visweg. Lekker klimmetje. De weg richting Schimmert loopt nog lang door omhoog. Vanaf hier ging het wel vertrouwd. Martin zwaaide af in Spaubeek en ik fietste rustig verder uit.



Zaterdag 27 november

Ger
heeft ge-ATB’d:
Morgen familiebrunch van Reinouws familie in Leusden bij Amersfoort. Fietsen zit er dan niet in, dus na alle beslommeringen vanmorgen tegen twaalf op de leen-Cube gestapt. Ik dacht dat de bovenlaag wel hard zou zijn, maar dat viel vies tegen. Door de zon was er een zuigend oppervlak, dus het was route zoeken en veel modder!

Langs Ricardo de veldweg Gulpen West op en boven was het uitzicht fantastisch; zon met een licht laagje sneeuw; stilte en de heuvelkam richting Dolsberg/Eijs fraai daar liggend. Wat wil je dan nog meer!

Bij Ingber doorgeschoten naar Scheulder en vlak voor het dorp naar links. Terug naar de grote weg bij De Hut en vandaar snel in Margraten weer het veld in. De bieten lagen onder plastic en werden in grote vrachtwagens afgevoerd. Wat op en neer achter Margraten en uiteindelijk via ’t Rooth richting Bemelen. De bekende berg over asfalt af en beneden direct naar rechts om de fantastisch mooie klim naar de Rasberg te doen. Ondertussen zie je op zaterdag maar een beperkt aantal mensen.

Boven de Rasberg even over het plateau daar met uitzicht op M’tricht en vandaar omlaag weer terug naar Bemelen. Nu onderlangs de groeves en zo door het veld richting Berg & Terblijt.

Onder Berg afgeslagen naar weer het plateau van Margraten om de laatste drie ‘cols’ te doen. Eerst achter Scheulder omhoog richting de kop van de Dode Man; die rechts laten liggen en even verder richting Keuten rechtsaf en naar beneden stuiteren en dan langs de Geul voor eerst de lange klim uit Stokhem naar de flanken van de Dolsberg. Daar weer omlaag nu met zicht op Gulpen en de hellingen daar en dan echt de Dolsberg op. Een kuitenbijter uit Beertsenhoven en steil met onderaan in die steilte een hoek van 90°, zoals helaas de vader van Robert Geesink in de afzink moest ervaren.

Ondertussen zagen ik zelf en de Cube er niet meer uit. Voor het eerst in mijn leven fiets ik niet met Shimano. Er ligt een SRAM groep op en die schakelt bij droog weer “als een kluis” incl. de bekende klik. In de modder echter moet hij eerst die modder kwijt om lekker om te gaan liggen. Ik blijf dus bij mijn geliefde Jap.

Alles bij elkaar tegen de 50 km.; een kleine 700 hm. En een gem. van 16,9. Niet slecht en inmiddels is alles weer schoon.



Zondag 21 november

Ger schrijft:

Het is tot dusverre een belabberd MTB-seizoen.

Vorige week maar wat binnen op de Proteus en de Finnlo mijn energie er uit geramd; vandaag gelukkig in het zonnetje naar buiten.

Mijn voorvork was toch niet op voorraad en wordt pas begin december as. geproduceerd (het lijkt wel een uniekee feature met die remnokken op dat kwaliteitsniveau. Roger was zo aardig mij een leenbike ter beschikking te stellen). Een Cube met de door mij zo verfoeide schijfremmen en ik moet toegeven; het remt akelig goed. Echter onderhoud en remblokjes wisselen blijft een crime. Om toch wat gevoel voor afstand, tijd en gem. te hebben een bekende route gepakt. Over Euverem, Pesaken, Heijenrath, Slenaken, Banholt naar St. Geertruid en weer terug om aan het einde uit Pesaken naar de golf in Wittem te klimmen. De route kennen jullie onderhand wel, dus dat zal ik jullie sparen.

De zon bezorgde iedereen een goed humeur; wandelaars, collega bikers, bij het asfalt oversteken ook de goed ingepakte racers. Er waren weer genoeg paarden en route. Met een goede voorvork fietsen is toch wel erg fijn; je kunt echt doorraggen en ook in de bochten kleefde hij goed. De modder viel alleszins mee en alles verliep prima.

Tot ik bij Wittem achter de golf iets te enthousiast daalde en een kuil pakte; gevolg: de bekende snakebite. Reserveband erop en die had ik na 250 slagen lekker op spanning. Was echter een oudje dat die 250 slagen blijkbaar niet echt kon hebben bij het ventiel. Ergo na 500 meter kon ik op een lekke de laatste 5 km in. Dat liep overigens meer dan goed en het publiek had warempel iets van bewondering over het doorzetten, resp. medelijden, resp. "die is gek".

Band weer geplakt en de 50 km met hm 740 in minder dan 3 uur kan er weer bij.

Het wegteam heeft - natuurlijk - ook gefietst en wel Hans, Jos en Martin. Henk had beloofd aan de toren te komen maar was er niet (art. 53) en ook te huize Leenders waren de gordijnen nog toe. Toch een mooie dag, want droog en af en toe een zonnetje en de wind viel best mee. Bij Jos was een geringe, aanvankelijk niet te duiden teleurstelling waarneembaar toen hij merkte dat Karel er niet was.

Via Waterval en het weer opgedroogde Meerssen naar de racebaan zuidwaarts om bij de molen van Gronsveld daar van af te wijken en langs de Eijsder beemden naar Eijsden over de kasseien en langs het kasteel. Bij de stuw de Maas gevolgd tot…Pam-Pam.
Nu is het normaal dat het na de koffie ijskoud buiten lijkt, maar deze keer niet: de zon was gaan schijnen en de wind gaan liggen, dus zeer genoeglijk de mooie klim met Maasuitzicht naar Dalhem genomen en zo verder langs de Berwinne door de kom van Mortroux. Daar even een kleine de-tour de doodlopende weg richting kerk genomen om ons 80 jaar terug in de tijd te wanen.
De obligate Voie des Morts op en de Holiguette af naar Val-Dieu en de 'eenvoudige' weg omhoog naar Aubel (overigens niet na een ons onbekend stuwmeer in de Bel alsmede een geblesseerde buizerd geobserveerd te hebben).
Van Hagelstein naar Margraten (toch nog langs het Rode Bos) kreeg Hans er zin in en in een onnavolgbaar tempo bereikten wij alzo M'ten. Aldaar naar IJzeren en de Sibber af, waar Hans rechts afsloeg en Jos Martin nog vergezelde tot Arensgenhout.
Jos meldde overigens mee te zijn gaan fietsen om zo niet genoodzaakt te zijn het webforum te gebruiken om mede te delen mee naar de Alpi'11 te gaan, mits die zich na 11 juli afspelen.



Zondag 7 november – Crossfietsen met Hans.

Ondanks(?) de weersverwachting een redelijke opkomst. Onderaan de Sjweikeserberg stonden Karel en Martin Henk op te wachten. Henk gekleed in een rood vest (aërodynamisch?) en daardoor pas op het laatst herkenbaar. Op weg naar de toren waar we al snel Hans ontmoetten. Hans deze keer op zijn Stevens crossfiets – en dat heeft ‘ie geweten!

Henk noemde Welkenraedt, maar het regende niet, dus dat geen doel. Martin noemde het Rode Bos via de klim van Veurs, maar ook dat werd het niet.

Over een droge weg Haasdal af en de Geulhemer omhoog, waar Hans liet zien dat ook een zwaardere fiets geen partij voor hem is. Bovenop de grote weg opgezocht en oostwaarts richting Berg om af te dalen langs de groeve (waar Henk en Martin onlangs nog een scharrelvarken zagen lopen) en voor Terblijt het kleine paadje richting het gasstation. Daar de eerste modderplas voor Hans. Bij het gasstation (“Kan dat?”) linksaf en slechts even onverhard om over mooi asfalt uit te komen bij Gasthuis en wederom oostwaarts over het fietspaadje naar Scheulder en door naar het industrieterrein van Margraten. Even de grote weg naar De Planck gevolgd, maar al snel, zeer ongewoon, rechtsaf naar Banholt over mooi nieuw asfalt. In Banholt naar Mheer – het kleine paadje naar Bergenhuizen als ‘te vies’ beoordeeld – hadden we dat maar genegeerd…

De weg van Mheer naar Noorbeek was volledig opgebroken en door de modder en het zand geploeterd. Maar een oude man in een invalidenwagen kon het ook, dus wij moesten niet emmeren. Bovenop de Stallenstraat probeerde Henk nog even ‘rechtdoor’ te suggereren aan Hans, maar daar trapte die, ondanks zijn Stevens, niet in.

Alsnog via Bergenhuizen naar Noorbeek en de klim naar Ulvend en De Plank, om zo uiteindelijk bij het Rode Bos uit te komen, maar die was dicht, nog 10 minuten. Dus afgedaald naar Teuven en in Café Modern de koffie en appeltaart op. Bij buitenkomst vroeg een aanwandelend groepje ons of het binnen gezellig was, waarop ik antwoordde: “Wij gaan net weg, dus trek je eigen conclusie”. Geen antwoord.

Niet de kortste weg naar huis dus de Côte d’Hombourg op (waar een optocht aan de gang was – denkelijk ter viering van 100 jaar misbruik) en lekker vals plat omlaag kachelend naar Sippenaeken waar we onderweg naar Terziet veel ‘Tom-Tommers’ tegemoet reden.

Ongewoon onderaan de Camerig links omhoog om zo over Bommerig, met een fraaie ontdekking: de Akerstraat, in Mechelen af te dalen en gasgevend naar Partij, door het opgebroken Wylré waar Hans te Schoonbron afscheid nam en de rest door Valkenburg en Heek de Boschweg nog even scoorden om via Aalbeek naar de modderige opgebroken weg van Hunnecum reden en langs huize Radix (waar de vrouw in de tuin aan het werken was; de man was denkelijk fietsen) en Schinnen de Côte Terborgh op.

Net thuisgekomen begon het even te regenen.

Met 89 km een aardige winterrit. By the way: waar is die Janssen eigenlijk?

Ger heeft alleen gefietst:

Vanmorgen was het 35 jaar gelden, dat NAK-2 ontplofte en zoals sedert een 15 tal jaren gebruikelijk, vertegenwoordig ik met een collega met wie ik destijds weer de relatie met de nabestaanden heb hersteld, DSM bij de herdenking bij de herinneringsplaquette op de LOKU. Als je daar staat weet je weer precies waarom het thema veiligheid zo belangrijk is.

Na een kop koffie en wat bijpraten met de families weer tegen 13.00 naar huis.

Reinouw was naar Den Bosch, dus ik zat al om 13.30 op de race om nog wat vrolijk te worden. De race, omdat inmiddels wel een voorvork voor mijn MTB is opgespoord, maar nog niet gemonteerd.

Richting Vijlen gegaan en dat loopt langzaam op over Hilleshagen. Voor de kerk in Vijlen eens rechtsaf om zo naar Buitenlust te gaan. Eigenlijk wel een aardige klim met mooi uitzicht en als beloning over de door de bladeren gladde weg gedaald naar Buitenlust. Daar onverdroten linksaf voor de Camerig. Afgedaald naar Vaalsbroek en daar achter meteen omhoog naar de Pas van Wolfhaag. Door Gemmenich racend vals naar beneden naar Sippenaeken en klimmend naar Hombourg. Grote weg naar Aubel waar kermis was en gekend naar Val Dieu en daar de Berwinne gevolgd naar Mortroux. De bui zag ik continue inde buurt, maar daar ben ik a.h.w. omheen gefietst. Doorgestoken naar de Voerdorpen (en langs die Voer) had ik me voorgenomen Veurs nog eens omhoog te gaan. Zo gezegd zo gedaan met weer een fraaie blik op de hellingen aan weerskanten. Boven overgestoken en afgedaald naar Remersdael en als beloning nog eens voor Teuven omhoog op de klooster huppel de pupski. Grote weg afgekacheld en in Reijmerstok naar Euverem/Gulpen.

Toch nog bijna 80 km met maar liefst 970 hm. Het liep als een speer want in de klim haalde ik 9 m/min (meestal 7 af en toe 8). Ergo zeer tevreden ga ik aan mijn Bels biertje.



Zondag 31 oktober 2010
Ger heeft zijn verhaal klaar:

Enigszins verward ging ik de dag in.

In de HQC-agenda staat dat er t/m 24 oktober om 9.00 wordt gestart; vanaf 7 november om 9.30. Wat dan op 31 oktober??

Reden dat dat voor mij relevant was, is dat de verende voorvork van mijn MTB het heeft begeven. Vorige week deed hij het niet en de fietsdokter heeft hem deze week ongeneeslijk ziek verklaard. Omdat inmiddels bijna alle goede MTB’s op schijfremmen zitten en ik per se de Magura’s wil houden, is het komende week zoeken naar een nieuwe vork en ben ik tot de race veroordeeld.

Mijn forumoproep was gister nog niet beantwoord; dus vanmorgen toch maar wat uitgeslapen en om 9.00 vertrokken. Geen rit in mijn hoofd, wel de wens niet als een modderschuit terug te komen. Nu dat laatste is in ieder geval niet gelukt; de Rogianni was grijs van de modder, maar staat nu weer te glimmen in het zonnetje op het terras.

Vertrokken voor Ingbergracht nr. 25 dat leek me wel leuk en via de Daalhemer af de Cauberg opgedraaid. Ouderwets op het gewone binnenblad van mijn ‘maar’ 16 versnellingen tellende Rogianni. Met zijn hoge velgen en compacte bouw een echte gooi-en-smijtfiets en dat is ook wel weer eens lekker fietsen. Voor Vilt naar het plateau van ’t Rooth afgedraaid; vervolgens klassiek naar Cadier en Keer. Met de troep viel het nog mee, maar achter C&K maakte ik de fout een kleine asfaltweg op te draaien. Een en al modder na 100 meter. Toch maar doorgegaan en uiteindelijk in Libeek uitgekomen met een van de modder krakende ketting. De boeren hebben nl. bijna allemaal hun oogst binnen en hebben ook al stevig geploegd. Dat samen met bladeren op de weg een glibberige combi.

In Mesch is altijd de vraag hoe terug. De keus vlak of klimmend terug liep in het voordeel van vlak toen ik de wind zag en bedacht dat het dus vanaf Visé lekker kachelen was langs het water. Dan kom je automatisch bij Slavante om daar nog eens omhoog te gaan en als toetje besloten in Geulle de Moorveldberg te doen. Terug ‘andersom’ via Waterval naar de toren en daar langs de grote weg naar Wittem.

Los van de modder een mooie rit; veel collega’s gezien; ook veel lopers en een fraai zonnetje dat de bomen fraai deed kleuren.

Benieuwd of ik volgende week al weer een MTB heb, anders is de toren weer een optie.

Zowel Martin als Karel hadden bij ochtendinspectie besloten zich nog eens om te draaien – naar later bleek terecht.

Tegen twaalven klaarde het op en een belletje naar Karel was voldoende om ook hem op de fiets te krijgen. Hij móest zich overigens eerst nog scheren, geschoren ging hij harder, zo zei hij…

Een beetje ‘geklungeld’ en vooral van de uiterst fraaie kleurschakeringen der herfstblâren genietend. Harry Mulisch zou het mooi gevonden hebben, maar waarschijnlijk geuit hebben dat zijn boeken toch mooier zijn. Paradoxaal zal hij er niet achter komen dat de ontdekking van de hemel niet zal plaatsvinden.

Van Wolfhaag naar Oirsbeek en langs de Mariagrot slippend omhoog, Doenrade, Viel en Bingel- en Etzenrade en daar Pruisen in. Even langs de beek om in de Schinveldse bossen een mooi fietspad te vinden. Langs de golfbaan van Brunssum door naar de Teverner heide, erg mooi daar.

Achter de Awacsbasis langs naar Panneschop en Gillrath en gedeeltelijk langs de beek weer naar Etzenrade en zo heel mooi naar Jabeek en Doenrade en door het veld huiswaarts.

Karel voegt nog toe:

Om 7.20 naar buiten gekeken hoe het uitzag. "Kaat, naat en sjuuverig" (ondertiteling: koud, nat en rillerig). Dus maar weer het warme nest in. Na ontbijt, koffie en wat geleuter de opmerking van Lilian dat ik toch maar wat moest gaan fietsen. Ik bleef echter maar dreutelen tot het verlossende telefoontje van Martin. Besluit was toen razendsnel genomen: ik ga mee (Allereerst nog soigneren,zie Martin)

Voor de routebeschrijving zie relaas van Martin; ik kan het niet reconstrueren (voor hem was het ook moeilijk).

Onderweg gezellig gekeuveld over koetjes, kalfjes en besloten met de schapen bij mij achter in de wei (Samen met Miriam en Lilian, zelfs nog op het hoge terras in de zon zitten genieten).

Fiets ziet nog behoorlijk smerig uit; moet van de week ook nog iets te doen hebben



Zondag 24 oktober

Karel
heeft zich vermand, getuige:

Zaterdagavond nog contact met Martin over overtollige speeltjes voor grote kinderen: drumstellen, elektrisch versterkte gitaren e.d. Voor zondag was het voorstel van Martin was om 's ochtends om 8.15 bij mij te zijn en dan samen door naar De Kluis (voor Henk). Gezien de weersverwachting vond ik dit eigenlijk te optimistisch en dus afgesproken dat we, bij acceptabel weer, elkaar zouden treffen bij de Watertoren.

Zondagochtend 7.30; donker, weg nat, maar er gloorde toch al een beetje zon in de verte.
Aangezien ik bijna drie weken weg ben geweest voor dienstreis en vakantie en dus eigenlijk alleen maar ongezond heb geleefd, vond ik dat ik toch enige beweging nodig had.
Mezelf weten te vermannen om toch maar de weergoden te gaan treiteren; zelfs voor half negen vertrokken (streven is altijd 8.30).

Ruimschoots voor negenen bij de toren, waar nog niemand aanwezig was.
Dit is ook zo gebleven tot vijf over negen. Dus maar alleen op stap.

Koud, nat en een niet zo erg positieve weersverwachting is niet motiverend om ver te gaan. Mezelf voorgenomen om een rondje van ca. 50 km te doen.
Via Waterval naar Meerssen en Amby, Bemelerberg omhoog en naar Groot Welsden. Hier begonnen enkele druppels te vallen. Door naar Sibbe en via de Daalhemer naar Valkenburg. Omhoog naar camping De Bron. Hier niet linksaf maar rechtdoor naar Hulsberg. Bergaf en wind in de rug naar Wijnandsrade en via Nuth en de MAKRO naar Schinnen. Terborgh omhoog . Al met al is het toch droog gebleven en nu(11.45) schijnt zelfs de zon. Teller is op 48 km blijven steken.

Drie weken reizen gaan niet in de koude kleren zitten. Was blij dat ik alleen was en dus niemand tot last ben geweest.

Martin keek 7h45 naar buiten en de buienradar – donker en nat. Dit met het gegeven pas ca. 2.00 naar bed te zijn gegaan was voldoende om me nog een keertje om te draaien.

Toen echter na een tijdje – en een paar regendruppels – de zon begon te schijnen begon het te knagen, dus op pad met de Rogianni. Het geijkte winterrondje: tussen kanaal en Maas naar–eik en over het fietspad, dat getooid was met vele herfstbladeren en fietsers naar As. Van daar omlaag naar Mechelen aan de Maas en bij de Salamander nog even rechtsaf over het mooie paadje door het bos. Het was inmiddels 12° geworden en felle zon. Helaas was de weg wel grotendeels nat, zodat de fiets alsnog gepoetst moest worden, maar na 70 km best tevreden. Karel had beter wat kunnen wachten….

Ger heeft wederom gepoepfietst:

Met de verwachting van 90% regen viel het vanochtend alleszins mee. Weliswaar maar bleek, maar het zonnetje scheen zelfs en die is eigenlijk tijdens mijn rit nauwelijks verdwenen. Twee keer een paar druppen, maar dat mocht geen naam hebben. De wind bleef actief meedoen.

Het MTB-bacil heeft me al na een rit stevig te pakken. Een continue interval en zwaar; zo heb ik gister 28% van de tijd op mijn max. gezeten. Tezamen met het volgende niveau in totaal liefst 85%.Vandaag rustiger en 53% gehaald; dat is hetzelfde als bijv. de Classic.

Vandaag naar St. Geertruid met de helling vanuit Pesaken naar het plateau van Heijenrath als start. Fantastische uitzichten en dat zou vandaag zo blijven. Door naar Slenaken en de Schilberg door het veld, waarbij het opviel dat de paden er goed bij lagen; weinig geulen nog. Het lijkt of de veldwegen inmiddels ‘gewend’ zijn aan de zware landbouwmachines en ook het werk van het Waterschap begint zijn nut op te leveren. Noorbeek (met een wandeling om te ontwijken) en Bergenhuizen, alsook Banholt gepasseerd om in Herkenrade door te steken naar St. Geertruid. Over de weg Eijsderbosch af en via het veld meteen weer terug. Een mooie klim is dat. Vervolgens wind in de rug terug naar weer Banholt en via Terlinden en Beutenaken de slot klimmen. Eerst naar het Landsraderveld en vervolgens in Pesaken naar de golf in Wittem en tot slot nog achter de camping.

Tevreden, en moe. 50 km met 730 hm en een gem. van 15,8. De sauna is er om lekker bij te komen.



Zaterdag 23 oktober

Ger
heeft het poepfietsen weer aangevangen en wil daar in deze racecommunity ook wat over kwijt; vooruit dan maar, temeer daar een uitleg over rode herenbroeken volgt:

Tegen half twaalf het MTB-seizoen aangevangen.

Bladeren die vallen, Lombardije geweest, de kachel kan weer aan, dus de race aan de kant gezet. Het voelde bij de start of ik op een vrachtwagen zat. Breed stuur, nog bredere banden, alles voelde een beetje log. Dat zal ook wel aan de week weg hebben gelegen. Wat is dat Berlijn een fantastische stad; overigens vol met contrasten. In het Judische Museum binnenkomen met de volledige airport securitycheck is surrealistisch als je bedenkt waarom dat museum er is. Vervolgens de gedachten naar heden en de verhouding tussen Israel en de Palestijnen doet je nog verwarder raken. Enfin, zo gaat dat daar maar door.

MTB-begin relatief rustig gedaan met de Margraten route. Een route met mooie stukken om door te trekken, maar ook fraaie hellingen. De wind was vuil en op enkele stukken vies tegen. De hellingen voelden als vanouds; ik blijf klimmen het leukste van fietsen vinden. Bij ’t Rooth was de klim direct na de ovens niet gesneuveld, in Bemelen bij de schaapskooi een extra klim naar de Rasberg en op het eind (ook om wind tegen te ontlopen) langs de Geul naar Stokhem en daar omhoog naar de Dolsberg. Toch wel moe naar 47 km; 680 hm en een gem. van 16,4

Nog even over het statement van vorige week.

Jongeren hebben voor veel €’s een stonewashed broek, resp. een “bewust van gaten voorzien” exemplaar aan hun kont.

Oudere jongeren hebben (€ irrelevant) vaak gewoon een versleten broek aan; al dan niet vaal of van gaten voorzien.

Classic Car-rijders (maar ook golfers te Gulpen) copieren deze trend voor niet veel geld. Ze dragen gewoon hun spullen tot ze echt totaal versleten zijn. Dan zie je dus vaal of gaten.

Een ander deel van Classic Car-rijders (maar ook golfers) doet het anders; ze hebben voor heel veel geld een oudere jongere outfit gekocht, (de meesten, want dan is het nog effe te hebben), ofwel kleden zich Engels. En dat is zoals we weten altijd verkeerd!



Zondag 17 oktober

De verwachting van Martin was dat er niet veel aan de toren zouden staan: Ger in Berlin aan het eten, Henk op familiebezoek, Jos in de Provence, Karel in de VS, Lars op de Tackx om van anderen maar te zwijgen.
Gelukkig kwam, niet onverwacht, Hans eraan, op de mooiweerfiets.
De temperatuur was 4°C, een hele verandering, maar de weg was drogen en de geesten fris. Het Rode Bos als demi-point was snel besloten dus daarheen.
De heenweg vooral gekenmerkt door wind mee, een behoorlijk aantal andere fietsgroepen, meestal stevig aangekleed, maar toch ook enige blote benen gespot (inclusief overigens witte beenstukken bij een man!).
Door Waterval en Rotem naar Weert met de vele soms verlaten kastelen van de familie Regout. De Noorderbrug over en langs het Bassin en Maaskade bij St. Pieter omhoog, waar wij, vlak voor de Slavante, bijna Der Stehgeiger himself van de sokken reden.

Door naar de stop van Ternaaien en langs het kanaal en vervolgens de brug over naar de St. Pierre en zo over de herfstblâren naar de Halembaye (N). Door het ontbreken van Henk, de hoge luchtdruk, de lage luchttemperatuur en de vele kleding in de afdaling niet boven de 89 gekomen.
Direct links de stuw van Moelingen over om de zuigende werking van Pam-Pam te kunnen weerstaan en daar rechtdoor – heel ongebruikelijk – naar ’s-Gravenvoeren.

Daar, de herfsstemming leende zich daar uitermate voor, de Côte du Chat Pourri (aka Kattenrot) op. Toch wel een stevige die bovendien via Ulvend tot aan de Planck blijft doorklimmen. Op de Planck even rechts en zo het Rode Bos bereikt, die net opende.
De koffie en vla waren goed en de tent liep snel vol met families en Classic Cars toerrijders van wie enkelen met een vale rode broek (volgens mij is dat een statement, wie weet hier meer over?).

Maar goed: we moesten door en door het afnemen van de wind was het inmiddels een beetje mistig geworden en nog steeds 4°. De afdaling naar Teuven was hiermee killing.

Plateaus en daarmee tegenwind vermijdend via Nurop naar Schlinnig en over nieuw wegdek naar Beutenaken en Gulpen.
Hans stelde na Wijlre voor om Walem eens te doen en zo geschiedde. In Hulsberg sloeg Hans rechtsaf voor Wijnandsrade en Martin links voor Arensgenhout.

Het was goed.



Zondag 10 oktober

Ger schrijft:

Gisteravond terug uit Berlijn voor werk en nog vlug mijn twee snakebites van vorige week gedaan. Had ik nl. nog niet kunnen doen; evenmin als poetsen overigens. Nu van dat plakken hebben we vandaag plezier gehad!

Vanmorgen eerst nog even batterij van de teller gewisseld en instellingen weer gereset; en om 8.10 op weg naar de toren. Fris maar lekker en met een ongepoetste fiets geen zorgen over de staat van de wegen. Bij de toren alleen Henk, die evenals ik korte broek had, maar hij ook nog korte mouwen. Na wat gepalaver over verkoudheden en zo tegen 9.01 op weg naar Tongeren.

Het kost wat meer onderling overleg dan bij Martin, maar we hebben een fantastische route gehad door dalen en over heuvelplateaus met de zon en al die mooie herfstkleuren. Via een leuke omweg naar de lange Raarberg en vervolgens langs Vaeshartelt en de Noorderbrug een kleine detour naar de Mergelweg met fraai uitzicht op de kleurende hellingen, Neercanne etc. Bij Kanne even die fraaie klim gepakten na mijn opmerking dat we vorige keer zo niet in Tongeren waren aangekomen via deze weg, zijn we weer snel ergens naar links gegaan. Zichem, Zussen en Bolder; niet noodzakelijk in deze volgorde,vervolgens delen van Riemst en via Val-Meer en Millen, waar het sportcomplex grootsteeds aandeed kwamen we weer terug op de route naar Tongeren. Toch maar ca. 6 km over de grote weg met wind in de… Na een kleine 60 km zaten bij een ingepakte Ambiorix in het zonnetje met lekkere koffie en nog lekkerder appelvlaai. De kout ging over de geweldige transitie van Berlijn en wat we hierdaarvan in Zuid Limburg kunnen leren.

Terug via de Via Jecore en we hebben maar twee keer verkeerd gereden. De eerste keer na 100 meter een onverharde weg en de andere keer een hele fraaie klim (van de soort als achter Kanne (Steil,steil en steil). Terug op de Jecore probeerde ik een stevige steen te ontwijken; lukte meer half en dus snakebite. Geen aarzeling en snel gewisseld. Bij het pompen nog een vijftal extra slagen en…. Psss. Plakker zat toch niet helemaal snor. Weer gewisseld en vervolgens maar wat minder lucht. Achterwiel in de aanslag om zich weer te verenigen met de achtervork en warempel;…pss. Toen maar op de banden van Henk overgeschakeld.

In Kanne doorgetrokken naar Maastricht op die andere fraaie weg met uitzicht op de hellingen en bij het politiebureau de stad in en via Servaasbrug naar de Noorderbrug. Bij het opdraaien; …..pss nr. 3 dus. De laatste reba (van Henk) werd collegiaal ter beschikking gesteld en vervolgens zijn we op eieren terug gegaan. Onder aan de Oliemolenweg ging ik door de Dellen en Henk via Rothem. Geulhemer nog op en via Vilt en Sibbe/Scheulder terug. Nog op twee plaatsen de doorsteek gezien van de Bart Brentjes Challenge. Voor de MTB wordt het overigens voor mij ook weer tijd voor. Afgerond met een kleine 111 km en een gem. van 26.0. ook zonder Hans is er dus stevig doorgefietst op al die slingerwegen met deels een bladerdek.

Inmiddels tig banden geplakt; nieuw tubetje solutie; fiets gepoetst en een terugblik op een fraaie en zonnige rit; met een prima pomp!!

Volgend weekend zitten we met ons kookcluppie in Berlijn; zal aan jullie denken.



Zondag 3 oktober – La Buissonnière

Traditioneel de afsluiting van het HQC seizoen; traditioneel een tocht met een bovengemiddeld aantal deelnemers. Zo waren daar in Knuvelkes Ricardo en Harold als HC-rijders en de kernleden Hans, Jos, Henk en Ger. Niet na zenuwachtig telefoon en SMS-verkeer waar toch Karel en Martin bleven, die zich netjes vijf minuten voor de afgesproken tijd present meldden.

Gezwind naar de start in Tilff waar we om 8h35 vertrokken met mooi weer, wat het de gehele dag zou blijven. Temperaturen tot 24 °C zijn gemeten!

Het parcours bekend; de enige wijzigingen zijn de verslechtering van het wegdek op veel plaatsen en de verbetering op enkele plaatsen.

De eerste klim weer altijd moeizaam na een koude start. De weg was op vele plaatsen nog nat, wat snelle afdalingen verhinderde (naast het wegdek zelf natuurlijk).

In de ‘boerenafdaling‘, van Izier naar Vieuxville de eerste lekke band: Ger en gelijk de tweede: Karel die inspiratie van Gers platte aba had gekregen. Snel daarna de derde, namelijk weer Ger. Voor de afdaling naar Hamoir bleek Harolds fabuleuze tijdsinschattingsvermogen: het was kwart voor twaalf en hij zou om een uur thuis zijn. Zelfs met een gemiddelde van 35 zou hem dat niet gelukt zijn…. Daarom besloot hij in Hamoir de afkortingsroute maar te nemen, niet nadat hij zich ervan vergewist had dat het vervoer van Henks fiets geen problemen zou opleveren.

In Hamoir was de patisserie helaas weer op vakantie dus maar naar de wafelzaak.
De discussie was chaotisch, maar het CDA had de overhand.

Na de pauze moeizaam weer op gang, maar toch in een strak tempo, Hans het overgrote deel de kop nemend, naar Ocquier, waarvoor Ricardo lekke bank nummer 4 noteerde. Karel, Ger en Jos vast vooruit,Hans en Martin vijftig meter voorwaarts in volstrekt afwezende afwachting. Ricardo riep nog even om Gers mooie pompje, wat gerelayed werd in de richting van Ocquier, maar het pompje kwam niet.

Na de felle helling na het middeleeuwse Ocquier langs het prachtige kasteel van Vervoz en met de zon in de rug (en de wind)terugwaarts.

Het gemiddelde werd hier meer dan ruimschoots goedgemaakt en stukken die zich in de herinnering lang trokken schoten als een gladde keutel voorbij.

Onderwijl toch nog ruim genietend van de mooie herfstpanorama’s. Een paar kleine knipjes nog, onder andere in Anthisnes, waar Hans, Jos en Henk vooruit gereden waren en dan de finale afdaling naar de Ourthe, waar het wegdek sinds de Grote Oorlog niet meer hersteld was…

Maar goed, allen heel gebleven en onderaan stond Henk braaf te wachten. De forfaitaire eindklim in Esneux, waar de kramp toch even in de hamstrings trok en afsprintend naar Tilff. Jos had bij het binnenrijden van Tilff lek nummer 5.

In de zon een of meer lekkere biertjes op en prettig nagekeuveld.

Voor Ger: 115.7@24.4/1858hm

O ja: een van de doelstellingen voor 2011 besproken: een Alpenweek. Uw meningen graag zo spoedig mogelijk bekend!

Harold voegt nog toe:

Dat was me inderdaad wat; ik wist dat het krap zou worden, maar had gegokt omstreeks 13:30-14:00 in Tilff terug te zijn (8:30 vertrek; 4,5 uur fietsen 30 minuten koffie; 30 minuten lekke banden).
Maar ja nu heb ik mooi 2 dingen kunnen combineren: lekker gefietst (toch 98 km op de teller) en op tijd terug voor de visite.
Terug weer langs het fietspad langs de Ourthe gefietst; dat was af en toe glibberen over de bladeren: wel het echte herfstgevoel.

De 2e helft van de route blijft voor mij dus nog een jaartje onbekend.

Deze jongen heeft in ieder geval weer wat geleerd: HQC ritten ver van te voren in de gezamenlijke agenda zetten en deze duren gewoon de hele dag!

En wat betreft de Alpen: welke periode /week hebben jullie in gedachte?



Zondag 26 september

Een sombere lucht deed het ergste vermoeden, maar de buienradar was opwekkend, dus op tijd reed De Dode de deur uit; eerst langs Karel (8h20), maar daar was alles donker en geen beweging, dus door naar de Kluis (8h30) alwaar geen Henk, die echter na een minuut toch aankwam. Henk was te vroeg en had daarom nog maar een rondje voorgereden.
Op weg naar de Minaret en groot was onze verbazing bij aankomst reeds Jos aan te treffen! Hij had getwijfeld te gaan, maar toch gekomen. Toen ook kwam Karel er aan en was het viertal compleet.
Op mijn suggestie 'Thorn?' zei Henk enthousiast 'Ja!' en begon Jos te kreunen bij de gedachte aan een vlakke, snelle rit. Vlak was 'ie niet echt: toch nog 650 hm, snel was 'ie wel.
Via Oirsbeek, Doenrade en Viel naar Etzenrade en aldaar die Heimat in. Langs smalle en brede banen die alleen Henk schijnt te kennen uiteindelijk bij Haaren weer terug Nederland in om Montfort van het oosten, ongewoon, te naderen.
Met de koeltorens van Maasbracht als richtpunt jakkerend daarheen en de brug over en via Wessem naar Thorn, waar wij na 68 km de koffie genoeglijk genoten. In het etablissement mocht een GSM overigens slechts door doktoren, pastoors en hoeren gebruikt worden. Waarom die pastoors begrijp ik niet?.

De terugweg wat meer linea-recta huiswaarts waar het bij het watersportkamp iets voor Aldeneik even fors begon te plenzen en wij even geschuild hebben, de diverse vormen van dakdoorvoeringen van rookgaskanalen inspecterend.

Langs Maaseik en het bedevaartsoord Heppeneert. Sinds 1883 is Heppeneert een bekend bedevaartsoord. Door de verwerving van het miraculeuze beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Rust werd de neo-romaanse Sint-Geertruikerk een belangrijk bedevaartsoord. Dit beeld was afkomstig uit de kapel van de Kapellerhof te Elen, waar het eeuwen eerder op wonderbaarlijke wijze was aangespoeld bij een overstroming van de Maas. Bij de hoeve was al een kapel waaraan een priester was verbonden. Daarin werd het beeld toen ter verering geplaatst.

De regen was verdwenen en de weg nog nat en er werd genoeglijk gekacheld tot de pont van Stokhem-Berg rust gaf. Over de dijk naar Oud-Urmond en langs het kanaal naar Stein en Elsloo en door Beek de Adsteeg opgeragd. Bovenin Jos naar Schimmert en de overigen naar Groot-Genhout. In de afdaling kreeg Karel nog een platte voba die hij zelf verwisseld had.
Lekker gereden met 110 km à 27.8 km/h.

spaak


Zaterdag 25 september - Gerbets

Geen toren morgen, immers naar China om de Chinese koers van DSM nog beter te doorgronden. En voor de CO2 adepten: dat is een no-brainer zag ik in het nieuws. In ieder geval met bloemen en Parmaham vliegen is beter dan hier opkweken!!!!

Vandaag wel de jaarlijkse BETS-Limburgrit.

Grote opkomst met elf man en na de gebruikelijke trage aanloop en zo (totaal anders dan HQC of Vosges rituelen) pas na twaalf op pad. Mijn neus achterna met gelijk Koning van Spanje en zo via Eperheide en Terziet naar Sippenaeken om na Beusdal en Remersdael af te dalen naar Aubel. Niet het racepad naar Val Dieu, maar eerst omhoog direct achter Aubel naar Strijck en uiteindelijk toch via de Berwinne naar Mortroux. Overgestoken naar Dalhem en hen getrakteerd op de kasseienklim. Vervolgens via Blegny naar St Remy. Van een buitje geprofiteerd om daar in de lokale kroeg aan thee en koffie te gaan en vervolgens voor ons gekend terug. Visé langs het water tegen de wind in de waaier naar Slavante en via een Flikken Maastricht demonstratie en het troosteloze industrieterrein Beatrixhaven naar Meerssen. De Dellen door en als toetje de Geulhemer.

Alles bij elkaar 95 km en een redelijk gem. voor zo'n groep van 25,1 km.

Biertje, fris etc. etc. na afloop en dat was het voor dit weekend. Tot in Tilff!!

spaak


Zondag 19 september

Ger
vangt aan:

Beide dagen gefietst, afgewisseld/onderbroken door ons kookclubje waardoor ik vannacht pas tegen drieën het bed zag. Geen art. 53, maar om nu te zeggen dat ik fris en fruitig aan de start kwam….
In het vertrek allerlei fietsers naar de Heuvelland-tweedaagse en in Valkenburg maakten een aantal schutterijen zich al op voor defilés en dergelijke.

Grote opkomst bij de toren met daarbij een van de zonen van Martin (red.: Merijn), die eens kwam kijken met wie pa op zondag zoal door de dreven koerst. En het moet gezegd; er zat een strak tempo op en in ieder geval meer souplesse dan bij pa. Omdat velen al een maand niet bij Pam-Pam waren geweest, de nieuwe kopjes bewonderd moesten worden en België sowieso het leukste fietsgebied is; dus die kant op. Mijn teller werkte niet, maar ik had toch echt het gevoel, dat er behoorlijk werd doorgefietst.

Bij de Bemeler had ik het gevoel eens even op de pedalen te moeten gaan staan onder het motto dat “dom fietsen ook een kunst is”. Het groepje voor ons ingehaald, maar ik kwam uiteindelijk aan het wiel van Karel boven. De rest van de tocht weer normaal gedaan en dat beviel toch beter. Bij Pam-Pam besproken dat we Jos zijn 50e Ventoux met hem daar gaan vieren (hij staat nu op 40).

Na Pam-Pam richting Richelle en Blegny met direct na Blegny een leuk klimmetje met een fraaie doorwaadplek. Nog wat op en af waaronder de mooie klim bij St.-Jean-Sart en bij het afzwaaien de Sibber tot slot bracht mij toch tot 1200 hm.

Gisteren was er geen plek bij de golf, dus ben ik maar eens bij Lex Litjens zijn gebroken sleutelbeen gaan kijken. Dit gedaan via Ransdaal, Weustenrade en Swier; een mooie ook buitenlands aandoende omgeving. Inmiddels was hij voorzien van een plaatje en boutje en de nodige Brufen. Vervolgens toch nog wat km’s gemaakt om via Geulle en de Voer te eindigen met de zeer fraaie klim van Veurs.

Ook hier net als vandaag veel heuvellanders. Gisteren hielden ze overigens beter de kant.

De webmaster vult aan:
Ger vergat te vertellen dat ook Hans , Jos en Henk aan de toren stonden, daarbij het aantal op een historisch hoogtepunt brengend!
Ook wist hij niet dat Merijn (16) vandaag voor het eerst op een racefiets zat – mijn vraag of hij alleen met mij wilde fietsen of met de groep beantwoordde hij met zoiets als “We zien wel”.

De de-tour ’t Roodt was toch wel een historische – na een prachtige lus kwamen we bijna weer uit waar we waren, niet overigens na gezien te hebben dat de mergelwinning aldaar fors uitgebreid wordt.

De prachtige doorwading na Blegny was een klein aantal natuurlijk al bekend – zij konden van het spektakel genieten – de prachtige afdaling naar Dalhem mag hier natuurlijk ook wel eens genoemd worden.

In het dal naar Val-Dieu begon Merijn tekenen van verval te tonen en zelfs het coachen door Hans mocht niet lang baten. Te Val-Dieu het geijkte geëmmer van Karel dat ‘ie niet wilde afdalen naar Pietersvoeren, hetgeen door Hand gewraakt werd met de afdaling naar Remersdael en dus de klim Gieveld.

Te Gulpen besloten gemakkelijk naar thuis te rijden en dus, nadat Hans vertrokken was, naar S.o.Geul (Jos), V’burg (Ger) de Stoepert op om in Spaubeek (Henk) naar Ter Borgh af te slaan.
Merijn was blij thuis te zijn, maar achtte dit niet noodzakelijk de laatste keer. Nu nog wat meer spek eten.
Heren: denkt ook aan de uitnodiging voor de Bets-dag van Ger en aanmelden voor de Buissonnière

Karel vult nog aan:

Merijn heeft een pracht prestatie geleverd. Hij heeft niet alleen (soms) een grote mond maar kan ook nog goed doortrappen. Niet alleen geblaat, maar ook nog wol !

Na drie weken vakantie (combinatie met dienstreis naar Spanje) was het weer genieten om met de groep rond te kachelen. In Frankrijk lijkt het altijd goed te gaan omdat je alleen bent. Hier wordt je weer met beide wielen op de grond gezet en je je plaats gewezen.

BTW: ik emmer niet maar had geen zin in die verdomde klim naar De Planck, welke klim ook genomen wordt. Ze zijn allemaal "shit".

Overigens lekker gefietst.

spaak


Zondag 12 september

Ger heeft het verslag vóór het bad klaar:

Het bad is vol aan het lopen; dus maar gelijk een kort verslag.

Twee man aan de toren; al filosoferend waar de rest was. Ik vroeg gistermiddag aan Martin waar Capua lag (daar was hij vorige week geweest) en ’s avonds wist ik het van teletekst. Drie doden bij een plant van ons: onvoorstelbaar!

Het zag er bij de toren nog droog uit, maar het zou gaan regenen. Route dus snel bepaald: ‘Welkenraedt’. Met de eerste druppen naar de Daalhemer en die rustig opgetrapt nog wat napratend over de Classic: het ongeval, de zwaarte, het commentaar, de getraindheid van de deelnemers, etc. etc. Ondertussen via wat kruip en sluip door op de provinciale weg naar de Planck - Aubel terechtgekomen, waar Martin zijn geliefde tactiek van hard op kop kon toepassen. Vals plat ligt me niet, dus ik heb me beperkt tot het wiel, resp. wat erachter. Via wat nieuw werk met heel fraaie uitzichten en klimmen en ook nog onder een af en toe bleek zonnetje, kwamen we zo waarlijk droog in Welkenraedt. De koffie prima, de rijstevlaai prima en de serveerster prima.

Toen we na een klein half uurtje opstonden, was het ineens mistig met regen in de lucht. Die druppen hebben we dan ook gehad; weer gewoon nat geworden. Alternatief terug naar Henri Chapelle, daarnaar beneden geragd naar Teuven en achter Teuven omhoog naar de Planck. In Terlinden naar Banholt en vandaar naar Margraten en Valkenburg.

Over de grote weg terug klokte ik af met 110 km; hm 920 en 25,9 km. gem. Lekker gefietst. Nu bad in en dan fiets poetsen.

De Dode vult aan:

Iets meer over de route: bij Hagelstein links en langs het slachthuis af; daar bij de kapel omlaag (bekend van een der Classic beklimmingen) en linksaf naar het dorp La Clouse, waar weer een feest aan de gang was. Steeds links aanhoudend de mooie klim met twee haarspelden omhoog en zo de provinciale weg Route Charlemagne richting Henri-Chapelle. De terugweg was in die zin alternatief dat we door het gehucht ‘Lekker’ zijn gereden, deze keer, ondanks de mist, in een keer goed (met Hans had ik daar ooit – in dikkere mist – een rondje gereden.
De Pinkstervlam in W’raedt was uit, maar de serveerster hield ons warm.

Heren (en dames): denkt u aan de Buissonnière (introducés welkom!)



Zondag 5 september

Een frisse ochtend en voor het eerst de mouwstukken aan reed Martin naar de Kluis in de hoop Henk daar aan te treffen. Die was er niet, dus alleen naar de toren.

Dat de uitgaande jeugd creatief is blijkt uit het feit dat zij deze keer niet, saai, de ruiten van ons clubhuis ingegooid hadden maar ons meubilair (in feite alleen een bankje) versierd hadden meteen qua vorm best wel geslaagde mensendrol.

Dan maar leunend tegen de fiets gewacht en wel op Hans, daar bleef het bij. De rest op vakantie of andere verplichtingen, want aan het weer zal het niet gelegen hebben.
Via Ulestraten naar Meerssen en van de Oliemolenberg bekend naar Withuis waar wij binnendoor via Mesch en langs de school naar ’s-Gravenvoeren reden. Door naar Berneau en even de grote weg gevolgd om – nieuw – naar Mons te rijden. We hadden het idee om na de fietsroute met vele kronkels de mooie afdaling van Richelle te doen, maar door de cartraces daar was dat echt onmogelijk. Terug dus en de grote weg, met mooie afdaling, naar Pam-Pam.

Ze hadden nieuwe koffiekopjes en van de weeromstuit vergeten de slagroom bij de koffie te doen…

Via Loën het drietal Halembaye, St. Pierre en Slavante waarna door M’tricht naar Borgharen en vanuit Bunde direct de voet van de Kloosterberg naar Kasen gevonden. Een heel erg mooie helling eigenlijk. Wederom naar Ulestraten en via de Kling naar Oensel en Grijzegrubben waar onze wegen zich scheidden. Hans zou nog even bij Loek aan de deurklink rammelen. Met 103 km @ 27.2 en 950 hm tevreden….

Ger voegt nog toe:

Om 6h30 werd ik al hoestend en met koppijn wakker. Besloten me om te draaien en op eigen tempo wat te gaan doen.

Rond half tien op de fiets richting Banneux of all places; het werd de rit van het toeristisch kijken met de nodige afleiding. Eerst kon ik niet door Beutenaken en moest ik om via Reijmerstok. Grote weg in het lekkere zonnetje naar Aubel en vandaar via hoeve Strijck gekend naar Herve. Daar was een groot paardenevenement; mooi werk. Bij Xhendelesse nog eens door het grind (duurt volgens mij al ca. twee jaar!). Olne en zijn afdaling blijft heel erg mooi. Ik wilde naar Banneux via de helling met de forellenkwekerij; echter er was aan de voet weer een af ander dorpsevenement; ergo impulsief de steile klim via Hurlevent gepakt. Oude BETS-memorie en een erg mooie klim; ook boven op het plateau. Zouden we vaker moeten pakken.

In Banneux niet gestopt maar gelijk door terug via Pepinster. In Henri Chapelle kwam ik een groep tegen die deze week naar Frankrijk was geweest (Tour for Life). Hadden fraaie klimmen gedaan; 8 dagen met gem. van 160 km en waren nu naar de finish op de Cauberg.

Nu mijn finish was er ook snel met 103 km; hm 1300 en ook dat (rustige) eigen tempo is wel gelukt: gem. 21,9 km. Verstandig gefietst dus en de Polar gaf aan 0% in de max. zone met een HF-gem van 122. Ook dat is qua gemiddelde lang geleden.



Zaterdag 4 september – Gers vooruitfietsen

Verkouden, snotterig, spier- en keelpijn en ook nog koorts. Stelt dus niks voor, maar de gemiddelde man gaat dan al gauw dood!

Vroeger ragde ik dat eruit met de fiets, maar sinds ik gelezen heb dat dat uiterst slecht voor je lijf en vooral je hartspier is, is het nu “the other way around”.

Toch na wat aarzelen tegen 12u00 de Duell gepakt en besloten eens bejaardentempo te fietsen. Bij mij is dat minstens drie tandjes lager en bij 25/26 km. het al hard vinden gaan. Hartslag rond de 145/150 max. en ik was rijp voor een therapeutisch ritje.

Richting Vaalsbroek “op en af” en vervolgens Drielandenpunt op. Genoten van de omgeving en dan ben je opeens en heel snel boven. Daar was flink gekapt en de afdaling was qua weg bagger;uitzicht prima.

Doorgetrokken naar Hombourg en Remersdael; boven de grote weg overgestoken en gedaald over Veurs (dat is toch een heel mooi stuk van de Voer; mannen) en vervolgens het bekende nieuwe fietspad door alle ‘Voerens’ voornamelijk met om me heen kijken. In Mesch weer omhoog en hetzelfde bij St.-Geertruid; dalen naar Gronsveld en het vlakke pad langs de autoweg om na Meerssen weer eens de Kruisberg te doen. Ook daar door de kap mooi uitzicht. Door naar Geulle en Catsop om via de Adsteeg (een eitje als het niet hoeft!!), Toren en Sibbergrubbe (idem als Adsteeg) na 94 km thuis af te klokken.

Grote verbazing bij het bekijken van de cijfers; hm. 925 en gem. 24,5 km. Zou verstandig fietsen dan toch helpen???



Za-zo 28/29 augustus

Ger heeft zijn verslag als eerste klaar en schrijft:

Een bewogen Classic weekend met het overlijden gisteren van een van onze collega’s.

Als Chemelotters (waar hij tot de oprichting van DMC deel van uitmaakte) kenden we Jos als rustig en persoonlijk bescheiden. Op zijn vakgebied een kei en uiterst betrouwbaar. Een persoon naar wie iedereen luisterde; in die woelige tijden (lekkende leidingen en reorganisaties), een echte bruggenbouwer op basis van zijn integriteit.

Vanmorgen toch maar weer de fiets gepakt; dit nadat Martin en Karel gisteren niet stonden te trappelen met hun reeds gekuiste Parijs Roubaix gezicht. Daarom maar uitgeslapen, wat SMS’jes van Martin bekeken en de gisteren nog afgespoten Concorde weer op. Herstelrit was het motto. Koning van Spanje om te beginnen en die ging lekker op het middenblad.

Dom als ik was, had ik voor de Classic de ketting en pion laten vervangen, maar gisteren bleek het middenblad nog niet “ingereden”, zodra ik kracht uitoefende sloeg die een beetje door. De regen en de derrie hebben hem gisteren goed ingeslepen, dus vandaag functioneerde weer alles.

Na de KvS pal in de wind over het plateau naar Heijenrath. Dat liep wel, maar naar de snelheid maar niet echt gekeken. De afdaling naar Teuven was versperd, dus maar Eperheide naar beneden en over het vals plat via Terziet naar Beusdael. Ondertussen waren de processiemensen aan het proberen de vaantjes aan de palen te houden en waren de bloemperken verregend. Op het kasteel van Beusdael zag ik de (weliswaar korte) stoet.

In Remersdael weer omhoog, door Aubel en direct links naar de Strijck en zo weer omlaag om over de grote weg en het heerlijk nieuwe asfalt naar Mortroux te kachelen. Weer eens voor de grote weg rechts omhoog naar Warsage en vandaar simpel de weg naar Withuis en langs de racebaan terug naar Meerssen. Afgeslagen naar de mooie klim bij het klooster van Bunde en vandaar terug naar Ulestraten en Waterval. Daar tien druppen gevoeld, maar de lucht voorspelde niet veel goeds en inderdaad achter de toren omlaag naar Valkenburg kreeg ik in de helling een buitje. Gelukkig een ‘miezer’,dus eigenlijk niet echt nat geworden. Grote weg terug eindelijk eens voor de wind leverde toch nog 93 km; hm 750 en een gem. van 24,2 km. Na dat beuken tegen de wind in het begin niet ontevreden.

Concorde hangt weer spic en span op de haak met een gepoetste en geoliede ketting.

De Classic zelf liep eigenlijk als een speer. Inmiddels heeft Chemelot de omvang van een te overziene afdeling. I.p.v. dus zoals enkele jaren geleden met grote serviceafdelingen mede het gezicht van het peloton te bepalen, waren we nu met een mannetje of zeven. Afgesproken bij elkaar te blijven en dat is tot de hoosbui in Aubel wonderwel gelukt. Om 9h04 rustig weggeschoten door een oude bekende uit Grevenbicht (Ger Hoofdwijk) en vanaf het begin liep het prima. Bij de Eyserhalte onze enige lekke van de dag en daar besloot Guus Lahaye met zijn randonneur verder alleen te peddelen. Gulper prima, zelfs Schilberg waar René en ik een paar riepen dat wandelaars rechts moesten houden. Het heeft toch wat langs zo’n lopende colonne op te fietsen. In de buurt van Ulvend nog meteen Delftse collega, die er het eerst bij was opgepeddeld. Op Dalhem waren we nagenoeg alleen, het is toch mooi klimmen!

Enfin binnen no time waren we in Blegny waar we samen hebben geluncht en ook Guus rap aansloot. Prima lunch en toch een beetje koud weg. De lol was er redelijk snel af, toen we Jos op de weg zagen liggen; René checkte even of alles qua hulpverlening goed liep (en dat was gelukkig zo), maar kwam redelijk zorgelijk bij ons terug. Maar doorgepeddeld en de regen zorgde dat we ons moesten concentreren. Jasjes aan, schuilen; voor mij allebei geen optie want ik had bewust het jackie thuisgelaten en wilde niet koud worden door te wachten. Was dus een van de weinigen die gewoon doorging,maar daar was alle concentratie bij nodig. De wondermooie de-tour bij Aubel dus eigenlijk niet gezien.

Los-vast alleen of met een paar anderen de laatste hellingen genomen om achter Orsbach een pijl te missen door dom achter vier anderen aan te fietsen. Zag het Klinikum weliswaar mooi liggen in de afzink, maar toen ik beneden de weg naar Vetschau vroeg, en hoorde “Möchten Sie wieder Hoch gehen?”, ben ik gewoon weer omgedraaid en omhoog en boven tegen de wind in het open landschap “voor penitentie” die ca. 10 km extra te draaien. Vervolgens in Vetschau de grote plaat gestoken om nog eens op de een na kleinste terug te moeten op het laatste knipje.

Terug op de wei wat nabeschouwd, wat gehapt en gedronken en na een tijdje de afzichtelijk smerige fiets gepakt voor de thuisreis.

Alles bij elkaar ca 165 km. Met hm 1855.

Een echt fietsweekend en nu de sauna voor de reflectie!

Martin vult aan:

Tsja, de classic: inmiddels zo’n 25000 deelnemers gehad en het eerst slachtoffer. Een persoonlijk drama natuurlijk, maar – begrijp me niet verkeerd – ‘beter’ dan een slachtoffer van een verkeersongeluk met bijbehorende discussie over veiligheid. Adequate reactie van de organisatie voornamelijk en het leven gaat door.

Het parcours was fantastisch, zo zeiden anderen. Gestart met een groep van ca. vijftig lag deze na 500 meter al uit elkaar. De kopgroep grotendeels bestaande uit Henk, Karel, Wouter, Raymond(chauffeur RvB), Pierre Bruls (een week voor zijn pensioen).

De Gulpener was voor velen al de terechte scheidsrechter waar fietsers van ‘would-be’s’ gescheiden werden en ik de eersten zag lopen. De kasseienklim bij Dalhem door velen gewaardeerd.

Het weer was, tegen alle verwachtingen in, vooralsnog fantastisch! Op de terugweg pakten donkere luchten zich samen. De apotheose kwam vóór de Koninginneklim, de Cosenberg.

Onder begeleiding van kletterende hoosregen, Donner und Blitz was de klim werkelijk ‘Höllerich”; velen stonden naast de weg te schuilen onder de bomen (volstrekt zinloos) en rivieren met rolstenen kwamen ons tegemoet. Het zicht, mede door de bril, was nul en de helling dus onzichtbaar en eigenlijk ook onvoelbaar. Boven in de stromende regen een lekke abiba van Ricardo verwisseld.

Alweer snel de zon en de bui was vergeten – op Bovenste Bosch dampte de weg van de van de zon en de Camerig liep als een trein.

Bovenop de Camerig weer een lekke, van Raymond deze keer. Ricardo was verdwenen.

Ik de klim naar Orsbach dreigden donker luchten, we zouden het niet droog houden.

De landweg Vetschau – Horbach was waar fietsen: een felle tegenwind, hagel en windstoten schuin tegen. Doorstampen was het devies en niemand kon volgen. Fantastisch!

Ook op De Locht-Hamweg, waar slechts Henk en Wouter er nog bij waren, was tempo het devies. De klim Gravenroderpad was een echte kuitenbijter.

Met 25.8 op de teller: tevreden.

O ja, niet onvermeldenswaardig: Karel heeft zich buitenbovenmatig geweerd.

Miriam, mijn eega, heeft merendeels met Ria Ravensteijn opgefietst en ‘getut’, maar het toch uitgereden. Na afloop nog praat genoeg over, dus….



Op zondag eerst een laffe SMS naar Ger dat ik niet zou gaan fietsen wegens de weersverwachting. Na Miriam ontbijt op bed gebracht te hebben dacht ik: “Wat nu?”.

Het was droog en dat bleef het, dus op de fiets. Een mooie route en, zoals gezegd, droog!

Naar de toren, waar niemand was, naar Valkenburg. Daar de Daalhemer op en de nieuwe weg langs groeve ’t Rooth naar omlaag en St. Antoniusbank omhoog. Van Cadier naar Honthem en Bruisterbosch en, ongewoon, naar Herkenrade. Mheer, ’s-Gravenvoeren en Moelingen. Naar Pam-Pam en daar alleen de koffie. Een goed gesprek en iedereen was het snel eens. Langs het kanaal terug met de wind inde poeperd en door M’tricht, Borgharen en Itteren de Kloosterberg omhoog naar Kasen. Langs het vliegveld door Geverik, Beek en Spaubeek en de Stammender omhoog.

Toch weer zo’n 85 km en 700 hm.

Fiets grondig gepoetst en in de was gezet. Klaar voor de volgende rit.



Zondag 22 augustus, Controle de-tour Aubel.

Karel
vertelt:

Sanne en Lilian gaan op zondagmorgen naar Frankrijk. Ze willen vroeg weggaan. Dus met Martin afgesproken dat hij om 8.25 bij mij zou zijn en dan samen doorsteken via Sweikhuizen om Henkop te vangen.
De uitvoering van de plannen klopt bijna helemaal. Martin is ruimschoots op tijd bij mij. Ik ben de hond nog uit aan het laten en Lilian en Sanne zijn nog niet weg; Wel bijna.
Het is toch gelukt om om 8.31 weg te fietsen. Gezien de afstand naar Schimmert is dit normaliter geen probleem. Ook nu niet alleen Henk hebben we gemist.

Aan de toren treffen we verder Jan en Lars Aangezien we een omleiding voor de Classic bij Aubel moesten verifiëren was het doel duidelijk: Aubel. Lars wilde graag nog de kasseienweg bergop doen (bij de kerk in Dalhem). Via Waterval, Amby over het racefietspad naar Gronsveld door naar Dalhem en Blegny. In het 2e deel van de Classic nog een magnifieke doorsteek gemaakt, kompleet met doorwading, gevaarlijke honden (formaat cavia), en boze autochtonen.

Koffie gedronken in Val-Dieu. Ik heb van de week een wespennest in mijn tuin weg moeten verdelgen, maar ik heb het sterke vermoeden dat die allemaal op bedevaart naar Val Dieu zijn gegaan. Wat een gezoem (gelukkig geen gesteek)

Na de koffie de de-tour bij Aubel geïnspecteerd. Hier mag Jan Koks wel een pluimpje voor hebben. Eigenlijk veel mooier (ook zwaarder) en veiliger dan de oorspronkelijke route door het centrum. Waar een niet meewerkende burgemeester al niet goed voor is.
Na nog de Cosenberg bedwongen te hebben en Jan uitgezwaaid terug naar Kanne (via Visé) full speed (of fool speed) via de Planck naar huis; echter niet na Lars nog het "Niemandalletje" bij Valkenburg te hebben geshowd.
Het tempo dat voor de koffie al niet laag was is nog eens extra verhoogd. Zal wel rugwind zijn geweest.
Al met al een leuke snelle tocht, waar mij door de jeugd eigenlijk nog niet gegund werd om kopwerk te doen.
Voor mij is de conclusie dat ik van de drie wegdisciplines er twee redelijk goed onder de knie heb: bergaf fietsen en vlakke weg. Bergop zal wel nooit meer iets worden, hoe goed ik ook mijn best doe.

Ger vult aan:

Een weekend als gezin ‘ouderwets’ naar Brugge geweest; de kinderen hadden ons op hun “kidsweekend” uitgenodigd. De ouderdom komt er dus toch echt aan, maar de kinderen ontkenden dat gelukkig! Om torentijd zat ik dus vanmorgen aan een prima ontbijt in een mooi hotel midden in de stad.

Twee dagen mooi weer gehad; lekker door de stad gebanjerd; met iedereen bijgepraat; cultuur gesnoven; aan de calorieën gewerkt (favoriet Brugse Zot en Tripel Karmeliet); de locale brouwerij bezocht; heerlijk gegeten in (bij toeval) niet toeristische tenten; op het plein gisteravond tot twaalf van een concert genoten; etc. etc. Een stad die overigens door de toeristen wordt overlopen.

Omdat iedereen vandaag al weer vroeg uitwaaierde met andere verplichtingen, waren Reinouw en ik - een beetje nostalgisch - al rond 10.00 onderweg terug en op mijn vraag gezien het zonnige weer - aan haar of ik nog kon fietsen, zei ze grootmoedig “Natuurlijk; ik doe het gras en de rekeningen wel”.

Dus toch nog direct na de middag onverwacht op de fiets om aan de voet van de Daalhemer de Eneco te zien passeren. Om het flauwe commentaar van het publiek te vermijden voor de Brakkeberg gekozen en via Vilt en het Plateau over Antoniusbank naar Moerslag. Daar besloten naar la Heydt te gaan en Neufchâteau te pakken. Dat laatste lukte niet, want een Belgische motard stuurde me op de grote weg naar links en ik ben dus omlaag gegaan vanuit St.-Jean-Sart; ook een mooie afdaling trouwens. Dan maar klassiek naar huis: vals plat naar Aubel en daar omhoog, omlaag Remersdael naar het Bovenste Bosch. Boven zag ik links en rechts de donkere luchten. Via de kruip-door-sluip door naar Camerig en bij Buitenlust het bos in naar Vijlen om met de Nijswiller en Oude Huls te eindigen. Geen druppel totdat ik in Wijlre boven ons huis een donkere wolk zag. Gelijk een spetterende klap en bij het binnenrijden van Gulpen de verwachte hoosbui.

Lekker en onverwacht gepeddeld dus met toch nog 95 km en hm 1115. Ga nu aan de kranten beginnen en dan lekker aan de mosselen en escargots, want de gewone hap is pas voor morgen!



Zondag 15 augustus

Karel verhaalt:

"Rondje rond de kerk" en "Alle wegen leiden naar Puth"

Direkt na het opstaan SMS naar Martin met de als tekst: "Kerk Puth; 8.30. Karel."
Om 8.30 niemand bij de kerk en dus maar door naar Schimmert. Hier stonden Henk, net terug van vakantie en Lars al de vervangen ruit van het honk te bekijken. Lars met een nieuw zadel,de kleur zou beter bij de fiets passen.
Daar het bij dit gezelschap bleef rees de vraag waar naar toe. Gezien de weersverwachting en de heersende windrichting unaniem (Henk en ik) besloten om in noordelijke richting te gaan. Via Schimmert en de Nagelbeek richting Schinnen. Onderweg al enkele druppels regen gespot. Besloten om een criterium rond Puth te creëren. Om Lars te gerieven allereerst langs Stammenhof omhoog, Terborgh naar beneden en de Zandberg weer omhoog. Hier raakte Henk bewust lek (Niet de band maar Henk zelf). Via de Steenweg, Maastrichterweg richting Oirsbeek (Westerbergweg o.i.d. naar beneden). Retour Schinnen en de Holisschoffelweg of hoe deze wegnaam ook weer moge zijn (red.: Scholtissenholenweg), naar boven. Hoewel er nog wat meer druppels vielen toch terug richting Doenrade en linksaf richting Windraak. Via de Heemtuin naar Munstergeleen; de oostelijke rondweg gevolgd en door het veld omhoog naar Puth. Koffie drinken op de Past. Lebensstraat 8. Hier werd vooral Lars vrolijk verwelkomd door onze waakhond Max. Hij (Max) vlee zich volledig aan zijn voeten.

Na koffie en gekeuvel werd het weer droog en ging Lars richting Schimmert zijn auto ophalen en Henk richting Sittard zijn fiets naar huis brengen. Ik richting bad.

Al met al slechts 33 km, maar we hebben toch gefietst. Dit kan niet iedereen zeggen.

Ger:

Toch nog gefietst vandaag!!

Een jaardienst vanmorgen van een van mijn tantes was naar goed katholiek gebruik aanleiding voor een kleine familiereünie. Vroege mis; 15 aug., dus katholieke feestdag en goed om weer eens wat familie te zien. Omdat we vanmiddag ook nog met mijn zwager en zus onze “na-vakantieborrel” in Sittard hadden, leek het fietsen vandaag niks te worden.

Echter gisteren gewoon logisch nadenken, deed me vanmorgen de Concorde in de auto gooien om na de kerk, koffie en kout vanuit Spaanshuiske (een van de riante suburbs van Koningsbosch) via een detour in Sittard te geraken.

Rond de middag tegen de wind naar Posterholt over vlakke wegen en dat bleef zo. Mijn HM gaf uiteindelijk 135 meter aan. Ik voelde me een echte tijdrijder met die lange wegen; uiterst fraai. Via Posterholt in Roermond geraakt om vandaar een nostalgierit te pakken. Mijn ouders hebben nl. lang in Herten en vervolgens Roermond gewoond. Met kleine kids in stoeltjes en zo gingen we zo vanuit Grevenbicht zo nu en dan ook per fiets naar hen op de zondagse koffie. Herinneringen van mooie plekken langs de Maas kwamen boven.

Linne, Maasbracht, Stevensweert, Ohé & Laak, Roosteren, Grevenbicht (ons oude huis nog eens gepasseerd) en alle kleine tussenliggende plekken werden in rap tempo soldaat gemaakt; vanaf Roosteren vergezeld door regen. Als een echte bikkel niks van aan getrokken en in Beeg gewoon door naar Obbicht, Berg en Urmond om via de IAZI bij kleine Meers om te draaien naar Stein en gekend via Geleen over de Jos Klijnenlaan (geen boom overeind) en voorheen Riche over de Rijksweg naar mijn zwager en zus.

Onderweg nog een spaak gesneuveld, nu van het voorwiel en nr. 2 in een week. Met minder kg’s van mezelf moet het wel aan de onvoorstelbare kracht op de pedalen liggen……….

Na 81 km en 27.5 gem. kwam ik daar klokslag drie zeiknat in Sittard aan. Een warme douche daar en net mijn spullen in de wasmachine hier.

Ondanks de regen een mooie dag.



Donderdag 12 augustus – Classic Sneak Preview

Ger
verhaalt: Vorige week vroeg ik aan René Kivit (Bestuurslid ODS en Chemelotter) of hij de Classic al verkend had. Antwoord was 'nee', waarop ik zei “Zullen we dan eens kijken?”

Wat gebel en gemail en vervolgens bleek woensdag dat ook Karel en Martin wel goesting hadden. Een klein, maar select gezelschap (aangevuld met Robbert, waarover later meer) stond donderdag aan de start. René en Robbert (ook een Chemelotter), met de fiets uit Geleen al met wat km’s achter de rug.

Voorop: het is weer een erg fraaie tocht. Opvallend snel uit de stadse en ook af en toe wat aftandse Parkstadagglomeratie, zaten we binnen no time op de mij zo bekende Gulpener. Martin was vandaag niet te stoppen en was continu op kop, vergezeld van René. Karel fietste als een jonge god en Robbert vroeg zich als 24-jarige, met dit jaar max. 110 - vlakke - km’s af, waar die aan was begonnen. Sloeg er zich echter manhaftig doorheen en loste de rol niet. Ik zwabberde daar tussen en heb heerlijk gepeddeld. Begin inhouden, aan het eind doortrekken; on Pou-Pou’sdus.

De route moeten jullie zelf maar beoordelen. Vermeldenswaard is nog dat René in Aubel aan de Val Dieu ging en Martin op zoek is naar tendinitis.

En oh ja; op de Camerig fietsend herinnerde ik me in de categorie dames nog een recent door Hans toegevoegde categorie 5.

Hans en ik op de Camerig passeerden laatst een variant op categorie 4 (meen ik). Manlief fietst zo’n twintig meter voor vrouwlief met zo’n blik van “daar moet ik nu meefietsen!” Dit terwijl zij gewoon makkelijk en fraai pedalerend de Camerig pakt. Hans en ik peddelen door - we gingen nl. op ons gemakkie naar boven - waarbij “Hij” zich in ons wiel zet. Op 100 meter onder de top sprint ‘ie ons voorbij met een air van heb ik jou daar. Zelfs Hans keurde hem geen blik waardig en vond het niet nodig hem terug te pakken. Slechts de woorden“categorie 5” kwamen hem over de lippen.



Zondag 8 augustus

De buienradar raadplegende, na het gekletter de nacht voorafgaand, leek de verwachting goed, dus geen smoes en op pad. Om 8.45 was Martin aan de toren; ons clubhuis was overigens een van de voorgaande nachten vernield – een ruit lag geheel aan diggelen. 8.55 was nog niemand daar, 8.59 nog niemand en langzaam begon ik op te staan om een klein beetje moedeloos alleen op pad te gaan,toen 8h59.30 Karel met vieze handen aankwam. Hij had onderweg zijn abiba moeten verwisselen en dit - en een mogelijke vertraging - telefonisch mededelen aan Ger en Hans had geen zin,want die waren er niet.

Getweeën dus op pad met onbekende bestemming. Het was een raar, improvisoir maar landschappelijk mooi parcours. Via Arensgenhout naar Hulsberg en steil de Boschstraat af door Heek naar V’burg. Daar de vochtig dampende Sibber op en via IJzeren naar Margraten en gekend Bruisterbosch, Banholt en Terlinden. Rechts omlaag en de mooie Schey omhoog naar Ulvend en afgedaald naar Fourons-St.-Martin. Daar à l’improviste gegaan: via allerlei binnendoorweggetjes en –paadjes naar Fourons-St.-Pierre en – lang geleden – de Rullen omhoog. Karel kenden nog niet. Een mooie en steile klim. Op de grote weg links en de St.-Jean-Sart omlaag, hetgeen een geheel ander perspectief opleverde. Beneden aan de weg overgestoken en weer omhoog naar Gorhez en uiteindelijk Aubel alwaar het gezellig druk was en we buiten op het terras Karels verjaardagsvlaai genoten. Omhoog naar Hagelstein en de mooie afdaling vóór het bos naar Teuven. Gieveld omhoog (staande op de grote plaat) en gekend naar de Koning van Spanje, onderwijl snelheid makend met een groepje van TWC Mechelen.

In Gulpen de steile helling omhoog, naar Wijlre en daar de Dikkebuiksweg integraal omhoog. Na het verwisselen van een vobiba bij Martin naar Elkenrade, Mingersborg, Ulestraten, Colmont, Voerendaal,Weustenrade, Hoensbroek, Vaesrade, Thull, Schinnen. Wolfhaag en Puth.
Voor de meteorologisch geïnteresseerden onder ons: temperatuur tussen 18 en 22°C, vrijwel geen wind en afgezien van drie druppels in Teuven geen regen.

Geen weer voor Warmduschers dus….

Overigens de dag erna nog Puth-Vlaardingen gescoord: 225 km à 27.0 km/h. Uiteraard weer te snel op pad, te laat gegeten en dus de hongerklop te Werkendam. Bij Kop van’t Land brood met geitenkaas en alcoholvrij bier. Ware het niet dat de zweep erover lag, was de route best interessant. Veel mooie bos- en heidewegen, aardige pontjes (Waalwijk-Drongelen en Werkendam-Kop van ’tLand) en de mooie Beneluxtunnel.

Ger heeft toch gereden:

Gisteravond laat nog op het terras gezeten, na een heerlijke dag buiten. Toch gingen vanmorgen onverbiddelijk mijn ogen op tijd open tegen 7.00 uur. Mijn oren voorspelden niet veel goeds en inderdaad het klaterde en de lucht was vol regen.

Maar weer omgedraaid in bed om tegen 8.00 te constateren dat het nog immer regende; wel wat minder dreigde in de lucht. Besloten er maar een luie ochtend van te maken; dus gewoon weer omgedraaid,terwijl Reinouw al de keuken in was om zich bezig te houden met het diner met onze wandelvrienden (vanmiddag wandelen, ’s avonds lekker eten en “klessen”.)

Om 9.00 zon! Weliswaar bleek, maar blauwe lucht erbij. Fluks bed uit; eten; fietskleren aan en om 9.30 was ik weg op de regenfiets. Immers ik moest op tijd weer terug zijn.

Besloten lekker te gaan peddelen, mijn neus achterna. Begonnen met de Koning van Spanje en die liep lekker; het vals plat naar Heijenrath idem, dus mijn kinderhand was al gevuld. Vol moraal gedaald naar Epen om het mooie vals plat naar Sippenaeken te pakken. Dat voelde ik amper dit keer. Het beulswerk van de afgelopen weekenden heeft zich dus uitbetaald.
De klim vanuit Beusdael naar Teuven met in de verte mooie regenbuien en dreigende luchten. In Teuven de Kloosterhofstraat opgedraaid. Dat vind ik een mooie rustige klim met fraaie ouderwetse boerenvergezichten. Via de grote weg afgedaald naar Aubel en daar de racebaan naar Val Dieu. De weg langs de Berwinne is nu ook van nieuw asfalt voorzien; dat was genieten voor de beentjes.

Overgestoken bij Mortroux naar Dalhem; richting Visé. Pam-Pam laten liggen en langs het water en Slavante naar Maastricht. Omdat ik nog tijd had gekozen voor Borgharen, Itteren. Daar komen we(koersdirecteur!) eigenlijk nooit. Besloten de richting van Geulle te pakken van vanwege de nostalgische gevoelens tav. de Slingerberg. Nostalgisch omdat het mijn klim der klimmen is (vanaf 15 jaar als Geleendenaar en later als inwoner van Grevenbicht); ik ken daar iedere cm. Liep ook perfect en via Kasen naar Waterval, gekend retour.
In Valkenburg nog wat oponthoud door de start van de Holland ladies etc., maar om 13.15 was ik terug. Tegen 14.00 stond ik gereed voor een fraaie heuvellandwandeling met onze vrienden.

Fraai weekend dus met vandaag 103 km, 26,1 gem, 715 hm.



Zondag 1 augustus

Ger
trapt af:

Wederom op tijd weg en daarom het inmiddels al wat vaker gedane lusje over de Cauberg gepakt. Dat is toch een heuvel waarbij het afsprinten aan het eind stevig pijn doet. Even doorgetrokken en een paar minuten voor 9.00 aan de toren.

Merkwaardigerwijs alleen Hans; zou het tempo van vorige week…?; zou er in de aanloop lek zijn gereden….?; zouden de vakanties of andere zaken…..? Enfin om twee over 9 vertrokken we met de opmerking van Hans om het rustig aan te doen. Nu dat deed ie ook, maar rustig voor Hans is voor mij stevig doorfietsen. Vertrokken naar de Daalhemer richting La Heydt, Val Dieu was het credo.

Boven op de Daalhemer richting Cadier langs de groeve. Samen op met een drietal Duitsers die we op de Daalhemer waren achterop gereden. Via vandaag prima toeristische uitzichten kwamen we uiteindelijk over St. Gieter, Libeek en Mesch op “het Belsj”. Bij La Heydt - waar de weg nagenoeg klaar was - anders naar Neufchâteau (“over rechts zoals in Nederlandse politiek”) en vervolgens langs het fraaie Berwinnedal naar Val Dieu (wel even het knipje omhoog; over Mauhin)

Bij Val Dieu gepoogd in die nieuwe tent vlaai te krijgen, maar die had zowaar vakantie! Door naar Aubel, maar daar was het uiteraard mutje vol en dus maar naar het Roode Bos. Daar op het terras met allerlei fietsers, wandelaars en ander volk genoten van het mooie weer, zeer fraaie vergezichten, uitstekende koffie en lekkere vlaai. Ondertussen de kabinetsformatie geanalyseerd en aan het eind van die koffie en analyse besloten weer eens ouderwets Camerig en zo als afsluiting te doen.

Dat ook gedaan via Teuven naar Beusdael geklommen en bij Sippenaeken afgeslagen. Vanaf de voet van de Camerig met een groepje naar boven, die Hans nog even fietsles heeft gegeven. Bij Vaalsbroek naar Mechelen en daar de voet van de Kruisberg opgezocht. Die en de Eyserbos gedaan met een Noord Limburgs groepje, waar Hans nostalgie van Pro team en E&Y kon delen met een van de jonge gasten van dat clubje. Bovenop scheidden zich onze wegen. Uitermate gezellig gefietst en dankzij Hans zijn gematigde tempo ook weer eens met onze gesel kunnen converseren.

Ik kwam thuis met 108 km ca. 1400 hm en een gem. van 24,2.

Martin was weliswaar niet aan de toren; dit wegens een bezoek aan zijn ouders in Vlaardingen, maar toch op zondag gefietst. Zeg maar een DSM-site-inspectietour. Een maximaal keren de Nieuwe Waterweg over-/ondergestoken en de sites Rozenburg, Hoek van Holland en Delft geïnspecteerd. Via Hoek van Holland naar Den Haag, Delft en Rotterdam, alwaar Willemsbrug, Erasmusbrug (daarmee de TdF 2010 proloog gereden) en Maastunnel naar Benelux – hiermee dus tweemaal letterlijk onder de zeespiegel gekomen. Over het Binnenhof gefietst, maar niemand wilde mijn formatieadviezen ontvangen.
90 km @ 28.0 km/h en toch nog 330 hm van alle bruggen, viaducten en tunnels. Een beetje uitgedroogd daar de bidonnen nog in Limburg lagen……



Zondag 25 juli – ‘Tongeren’

Ger
vangt aan:

Een week van uitersten!

Afgelopen woensdag bij een reprise van een van de Vosgesritten kapot gegaan op de Platzerwasel; klassieke ‘fringale’. Lekker begonnen uit Kruth met de Bramont; vervolgens eindelijk eens die fameuze Route Americain (inderdaad op 4 km 2x >> en niet te best wegdek, maar wel lekker) en vervolgens langs Wettstein, Linge (uiteraard langs Roess; leek in de snelheid wel dicht?) naar het terras in Munster. Daar al bedacht, dat de Petit Ballon maar voor een andere keer moest zijn. De aanloop naar de Platzer herinnerde ik me als licht vals plat, maar niet te moeilijk. Nu dat heb ik geweten want ik begon al depri en uitgewoond. Lang verhaal kort: op de Platzer gem. snelheid 6 à max 7, ieder 100 meter afgeteld; twee keer bedacht af te stappen, maar omdat ik dat nog nooit had gedaan, me snel weer bedacht, omdat ik anders in therapie zou moeten of een coach zou moeten consulteren. Enfin de laatste twee km, die ik normaal eitje vind, nog eens vervloekt en de Breitfirst op de allerkleinste en roepend om…..

Vandaag begon al lekker op de Ingber voor nr. 9 en ook nog maar eens de Cauberg gedaan. Daar een in volledige bolletjesoutfit gestoken jongeling op een oud karretje en gympen halverwege gemaand, dat adel verplicht en dat je niet gaat lopen in die kleren!
Voor de rest weet ik evenals Jos totaal niet waar ik geweest ben. De roep ‘Tongeren’ leidt altijd tot volstrekte idiotie; zo erg, dat Martin bij André op St. Pieter niet eens meer een band kreeg gewisseld. Bij de sluis veel te vroeg uit het wiel om de sprint te pakken en vervolgens heb ik tot Kanne op 100 m gehangen (vond ik voor de eerste keer zélf een uiterst stomme actie, waar overigens het gezelschap discreet over zweeg!) Voor de rest wel lekker mee kunnen kachelen, waarbij we ieder gehucht rond Riemst hebben gezien en pas in Lanaken overigens zeer lekkere koffie en vla kregen. Gespreksstof was er volop, maar niet voor langer dan een minuut. Voor Elsloo bedacht dat ik ook nog naar Gulpen moest en gas terug genomen; dat was wijs want we stoomden nog door tot Schinnen, voor de eerste drie eraf gingen en Jos, Hans en ik nog tegen de wind in terug konden. Hans in Nuth eraf en Jos in Hulsberg.

Ik heb de 28 als gem. in de teller weten te handhaven, bij toch nog 700 hm en 131 km. Fraaie rit en met zes (Karel en Harold ook nog - en zeker dit publiek is dat leuk)

En oh ja; Hans is te verstaan gegeven de komende twee jaar maar te genieten van zijn vele trainingskm. die zeer renderen, want de andere pensionado’s komen er aan en hoogtestages etc. zijn al onderwerp en Petit comité om de youngsters niet te zeer te belasten.

De Dode vult aan:

Hoezo ‘hoogtestage’? Wie gaan hier het vaakst op hoogtestage en doen een oproep tot HQC-Alpi? Niet die ouwe lullen toch?

Die route bracht ons overigens inderdaad totaal niet tot Tongeren, maar dat kwam omdat Hans de Tiendenberg (een erg leuke klim overigens) op wilde en bovenop door het wazige zonnetje oriëntatie wat moeilijk was. Al snel leek Tongeren een brug te ver, mede omdat ik achter mij (ja, ja: de meesten heb ik achter me gehoord!) al weer ‘Een uur’ hoorde – wellicht om naar een uiterst saaie touretappe te kijken. Dus gewoon maar achter het voorwiel aan en af en toe wat fietsroutebordjes gevolgd.
Terecht kreeg ik overigens commentaar op mijn bijzonder vuile Orbea. Het zal niet weer gebeuren!

De snelheid was wel aardig en we hebben genoten. Karel deed aardig mee, Harold als Benjamin voelde zich pas de laatste km’s verplicht kopwerk te doen, maar goed dat hij er weer bij was. (Lars denkelijk zijn wonden nog aan het likken?)



Woensdag 21 juli – Classic Sneak Preview

Een kleine bezetting stond in Schaesberg aan de start voor de eerste integrale preview à vélo van de Classic. Waren het de spatjes regen die de mensen tegenhielden? Enfin: ivva Henk,Martin, Jan, en Lars aan de start. De start van een tocht die de geschiedenis in zal gaan. Het parcours was feitelijk grotendeels al voor alle vier bekend – maar niet integraal.
Een kleine variant aan de start door het park Gravenrode en gekend op weg. Henk en Jan als gekken, Lars er achteraan en Martin net kunnen volgen. In Eys kwamen we nog een bekend Alpe d’Huez outfit tegen.
Hard over het plateau naar Heijenrath, en slippend de Schil op. De afdaling van Ulvend werd door Jan wegens het natte wegdek voorzichtig genomen – een voorspelling misschien?
De weg naar Warsage was van vers asfalt voorzien en de klim La Heydt weer lang.
In Dalhem zoveel mogelijk de grootste kasseien vermijdend en rap naar Trembleur en de mijn. Uiteraard geen koffie daar dus snel naar Julémont. In de rechterbocht naar Asse een schrapend geluid: Lars onderuit door de gladde weg. Hij ging niet hard maar wel schade aan aangezicht, kaak, schouder en knie. Maar ja, een Zweedse commando is niet voor een kleintje vervaard dus voorzichtig weer door. Na een aarzelende start ging het weer goed met hem. In Aubel de koffie en de scherprechter de Cosenberg. De wondermooie Camerig en de ‘Vogezenweg’ en de laatste klim:Lemiers-Orsbach. Daar ging de zweep erover en met name de kop door Martin. In het park Gravenrode, een paar honderd meter voor de finish een confrontatie met twee loslopende honden wier IQ hoger was dan dat van de beide eigenaren, van wie een uitbundig van plakplaatjes voorzien. Ten gevolge hiervan ging Henk tegen de vlakte. De daaropvolgende verbale confrontatie was incoherent en dreigde tot een internationaal conflict te worden maar we waren verstandig en lieten hun onbeschadigd gaan. 113 km @ 25.7 km/hr. Een mooi rondje.

Bij thuiskomst had Ger ge-sms’ed: de Platzerwasel bedwongen!



Zondag 18 juli

Vandaag een 'frommelritje' – geen vast parcours, geen vaste snelheid, maar wel errug mooi weer. Was het ’s morgens met 18°C nog gewoon fris, een knallend stralende zon deed de temperatuur vrij snel tot waarden van 25+°C stijgen.

Aan de toren ivva Martin, Jos, Lars, Karel en – ongewoon laat – Hans.
Het doel de eeuwige vlam van Welkenraedt – met een omweg.

Karel verexcuseerde zich vooraf wegens een jetlag – het zij hem gegund. Blijkbaar wilden we weer Lars de pareltjes van het heuvelland doen kennen, dus als eerste de Brakkenberg. In Sibbe was er braderij dus via het fietspad naar IJzeren en zo door naar Scheulder en Ingber alwaar wij midden in een wandel-event terechtkwamen, hetgeen het afdalen wat moeilijk maakte. Onze doelstellingen volgend deze keer de Gulperberg-West; eigenlijk een heel mooie maar veel te weinig bereden helling: het stukje steil is maar kort en daarna wordt het uitzicht gewoon geweldig.
Over het plateau naar Heijenrath en verder naar Teuven – Karel ternauwernood volgend.

Van Teuven naar Hombourg waar Hans Karel fantastisch coachte en de côte d’Hombourg op, gevolgd door de mooie weg naar Montzen.
Aldaar probeerde Lars nog even de aantrekkingskracht van een Lars-Colnago-bidon op een der vrouwelijke kunne uit – tevergeefs.
Over het Hazenpad, waar wederom bleek dat hoe sneller je rijdt, hoe minder last je van het slechte wegdek hebt, door naar Welkenraedt.
Heerlijk buiten gezeten – de eerste keer in de W’raedt historie – en veel moois aanschouwd.

Toch weer door met een kleine d-tour: richting Eupen en direct na het oversteken van de snelweg rechts naar Baelen en aldaar gekend omhoog naar Henri-Chapelle.
Een verdere d-tour: bovenop de grote weg gevolgd, richting Clermont, waarvoor een schitterende afdaling met evenzo schitterende uitzichten. Hans wilde Lars Clermont laten zien dus ook daar even heen en over de kasseien.
Door Froidthier en het dal van de Berwinne wederom omlaag om deze keer bij Val-Dieu rechts te gaan en zo St. Jean-Sart omhoog. De mooie afzink naar St. Pietersvoeren waar volgens mij een record gezet is: de verst van de watertoren verwijderde bifurcatie ooit: Hans en Jos rechts naar Ulvend en de overigen naar Martens- en ’s Gravenvoeren.
Het fietspad naar Amby was voor Karel een brug te ver en de snelheid werd lager – In Amby Lars eraf en via Meerssen waar het ZLS aan de gang was de Kruisberg omhoog om af te ronden via de Bergstraat in Sjweikese. Karel best wel tevreden….



Zondag 11 juli – Le Docteur Soixante-et-un

Le Docteur is onlangs 61 geworden en dat hebben we geweten!

Aan de toren verder Martin, Jos en Lars wiens been het weer deed. Ger en Henk hadden zich netjes afgemeld. Lars verzekerde dat 'le Canard d’Oderen´ zou komen; “Dat had‘ie beloofd!”. Lars’ gevoel van teleurstelling door gebrek aan ervaring minder afgestompt dan het onze...

Het doel gesteld op Aubel. Door de buien van gisteren was het iets afgekoeld, maar dit had het tevens benauwd gemaakt.
Een gevarieerde route deze keer – de vereende inspanningen van Hans en Martin: Via Hunnecum-Terstraten naar Wijnandsrade alwaar, ongewoon, rechtsaf de Kersboompkensweg naar Hulsberg. Vals platen constant tempo handhavend. Toen een rondje ‘Rondom de Koulen’: Klimmen, Craubeek, Ransdaal en Schin op Geul. Daar Lars ontmaagd met de Keuten. ‘Thanks’ was zijn antwoord. Via Ingber en De Hut naar Euverem en langs het hotel omhoog tot aan Hoogcruts waar, wederom ongewoon, rechtsaf om de wondermooie Schey te doen. Bij Ulvend naar de Planck en besloten de pauze in het Roode Bosch te doen. Wondermooi uitzicht, gezellig druk en de verjaardagsvlaai van Hans.

Na de pauze was ‘continuado’ het devies: Hagelstein, Aubel en over de grote weg naar het Berwinnedal. Zo de Berwinne gevolgd: vals plat omlaag, nieuw asfalt (!) waren voorwaarden voor een door Hans en Martin hooggehouden zeer strak tempo waar boven de 40 de norm was. Lars waaide er wat af. De mooie klim, langs het kasteel omhoog naar Neufchâteau en daar, ik herhaal: ongewoon,linksaf om zo in Warsage uit te komen. Wetend dat de weg naar ’s Gravenvoeren nog opgebroken was westwaarts over Franse wegen (breed, golvend, recht en door platanen omzoomd, alsmede met een Franse temperatuur) naar Berneau en gekend noordwaarts: Withuis, Gronsveld, Amby. Bij Vijverdal sloeg Lars dankbaar linksaf. Martin veroorloofde zich daar een paar woorden uit te wisselen hetgeen ertoe leidde dat pas bij de waterleiding hij weer aansloot.
Onderaan de Dellen het Geuldal volgend en daar legde Nestorix de gesel erover; in een niet te volgen tempo, stoïcijns knallen, Martin geen gelegenheid meer gevend te groeten toen deze links Groot Haasdal omhoog afsloeg. Mijn gemiddelde weet ik niet precies – even de teller uit gehad – maar boven de 30 lijkt me passend.



Zondag 4 juli

Was het gisteren nog loei heet en onbewolkt, vandaag was het meer dan tien graden koeler en bovendien bewolkt. De temperatuurdaling had er overigens wel voor gezorgd dat de luchtvochtigheid aanzienlijk was.

Aan de toren Martin, Hans, Jos, Henk en Ger. De ‘getrouwen’.
Niet zo ver als vorige week, maar wel zo snel. Aangezien Pam-Pam al een tijdje niet bezocht was daarheen, maar ongewoon. Langs Oensel over de Kling, Beek en Kelmond en via Geulle onbedoeld de Snijder af en vlak in een fors tempo kachelend naar Bunde en de sluis van Borgharen. Door een slaperig Maastricht de Pietersberg (N) op – best wel lang, en steil weer omlaag de Slavante af.
De ENCI langs, de stop over en op allers verzoek de St. Pierre op en zo noodgedwongen ook de Halembaye. Onderin links door Loën en bekend naar de brug naar Visé alwaar Pam-Pam.

Jos stelde voor om de klim naar Richelle weer eens te doen en zo langs de overkant van de Maas zuidwaarts, de brug over en over mooi asfalt en idem bochten omhoog. Aan de grote weg in Saint Remy noordwaarts en na een tijdje onbekend rechtsaf, een lange klim die ons in en door Feneur en uiteindelijk bij de terril van Blegny bracht.
Noordwaarts om zo de kasseien van Dalhem af te dalen en bij de rotonde omhoog naar Bombaye. Daar besloot Ger niet linksaf de grote weg te nemen, naar rechtdoor idyllisch door de kom van Bombaye en zo in Warsage te geraken. Een klein stukje opgebroken weg was geen hindernis, waar Henk en Martin toonden de beste veldrijders te zijn.
In ’s-Gravenvoeren langs het fietspad naar Mesch en daar – onverwacht – de Mescherhei op. Te Libeek besloot Hans niet linksaf te slaan maar door naar de Grondelen en zo in Mheer. Even links en in de afdaling besloten de Banholtergrubbe te nemen – Henk nog net kunnen naroepen. Nu is de B’grubbe eigenlijk landschappelijk een bijzonder mooi weggetje dat we te weinig rijden.
Gekend Bruisterbosch, M’ten, IJzeren en de Sibber af waar we ons splitsten. M&H via Groot Haasdal en Schimmert terug. Ik had 27.1 gem. en 1050 hm.

Ger vult aan:

Deze week vergeten tijdig voor zaterdag een afslagtijd voor de golf te regelen, dus na de euforie van vrijdag maar op de fiets geklommen.

De kids waren allemaal thuis en Reinouw ging met de meiden op sjouw; dus het kon!

Het was beestig warm en benauwd. Het ritje vorige week naar mijn vroegere woonomgeving was goed bevallen dus maar weer eens richting Windraak, Obbicht en via Maas en kanaal naar Geulle. Daar een terrasje gepikt om bidons bij te vullen en ook een lekkere koffie en cola soldaat te maken. Bij het opstappen dreigende luchten boven het Maastrichtse. Ik heb het nog tot St. Geertruid gered en daar besloten “voor de wind” naar huis te kachelen. Op tijd thuis, want na 10 min. barstte de bui los.

Bij de BBQ was het weer droog en ouderwets met de kids en wat van hun vrienden gegeten; altijd leuk als ze thuis zijn en de mooie verhalen los komen.

Vandaag op tijd op; echter geen “echte benen”. Dat bleef ook zo de hele dag; het was “peddelen” zonder macht, maar ook merkwaardig zonder moe te worden. Eigenlijk best lekker;gewoon meegefietst. Hoewel gewoon. Een aantal gekken meende dat er stevig boven de 30 km moest worden gefietst, zodat ik maar besloot achterin te bivakkeren. De heuvels waren leuk met St. Pieter, St. Pierre en Halembaye. Aan het eind toch nog 25,5 km gem. (tegen gisteren 26,1)



Zondag 27 juni – Baraque Michel

Ger
vangt aan (de reden waarom de webmaster niet eerder met zijn verslag kwam is duidelijk):

Een zwaar fietsweekend.

Gisteren naar Geleen; ik krijg nl. “branderige voeten na ca. 3 uur onder de bal van mijn voet” Plaatjes wat verzet en schoen minder vast, maar nog niet helemaal over. In Geleen bedacht mijn oude fietsomgeving eens te verkennen en dus via Obbicht en kanaal en Maas naar Geulle en zo door naar Meerssen. Ondertussen een soort Hans ingehaald bij 33 km en dat vond die niet zo leuk, dus hij schroefde het tempo op naar ca. 45 km en dat heb ik dan maar 3 km in zijn wiel gevolgd. In Meerssen het gekende pad naar Mesch en vandaar via de Voer terug. Ulvend op en na ca 95 km en 27,4 gem. weer thuis.
Lekker maar zwaar in het weer.

Vanmorgen al op tijd op en weg en onderweg dacht ik tijd genoeg te hebben voor de Cauberg en de Korte Raar. Als laatste bij de toren en daar maar liefst vijf man aanwezig, waaronder Lars opeen fraaie Colnago. Martin en Hans opperden Baraque Michel en dat leek me aardig.

Ik kan kort zijn; het was “K…” Weliswaar goed gefietst met aan het eind 135 km, bij hm 1500 en 25,1 gem. maar vooral op de Baraque heb ik afgezien als geen ander. In de wielen gebleven en bij de klim naar Henri Chapelle bij Hans in het wiel; dat ging prima, zodat “de witte shirts” in zicht bleven en ik op het steilere stukje staand het gat naar Lars kon dichtrijden. Er over, hij weer terug en ik weer erover en dat was het dan. Voor de rest rustig achterin gepeddeld met de laatste drie in zicht, behalve dan op de BM. Liep niet!

Na koffie, cola en myrtillevlaai (waar het blauw nog van op mijn lippen zit) weer retour waarbij ik op de Carrière in ieder geval niet het laatste was en aan het slot ook nog met Lars de Ingber heb gedaan. Uiteindelijk ben ik na het bad maar op een stretcher gaan liggen epibreren.

De webmaster vult aan:

Ger is vergeten Jos en Henk te noemen, bij deze. Het weer nodigde inderdaad uit tot een taakstellende tocht. Dus niemand maakte bezwaar tegen de ‘BM’. Lars, onze jonge Zweedse god al helemaal niet, maar die wist niet beter.

Dus via min of meer de kortste route naar de Baraque: via de Sibber naar Ingber, deze af en achter Neubourg naar Slinnich en Teuven. Daar gepoogd in een treintje naar Henri Chapelle te rijden, wat redelijk lukte. Hans maximaal ondersteuning gevend en vooral Ger’s ge-pou-pou almaar onderdrukkend. (Frank, een van de Betsers, vertelde laatst dat Ger niet te coachen valt..). Fluks weer bekend naar Welkenraedt, Membach en Baelen en ‘langs de kapel’ wondermooi omhoog, Jos de uitspraak ontlokkend dat het heel lang geleden was dat we hier waren. De brede lange weg (9 km) tot Mont Rigi gevolgd waar i.v.a. Hans, Jos, Martin, Henk, Lars en Ger zich laafden. Martin had intussen een bericht gekregen dat het met zijn vader, die de dag ervoor door een aanrijding met een cabrio(sec!) een hersenbloeding had opgelopen weer aan de beterende hand was en gerust dus op de terugweg. Helaas al snel een telefoontje dat het verslechterde en een tweede bloeding opgetreden was die direct chirurgisch ingrijpen noodzaakte. Intussen (dinsdag) gaat het wonder boven wonder goed en is hij weer van de IC af en beweegt alles !

Goed, de terugweg dus leek op het verhaal van de tien kleine negertjes – Ger dapper volgend, met een PPR van 98 % (Pou-Pou-Rating), daarmee elk herstel couperend, Lars idem dito, maar de lange afstanden nog niet gewend.

De afdaling van de Gileppe was van nieuw asfalt voorzien, Henk tot 77 km/h opzwepend. De côte de Carrière op en snel huiswaarts. Op Gieveld gaf Lars een een vreemd gevoel in zijn been te hebben; we dachten allemaal dat hij nog nooit het gevoel van echte moeie benen gekend had, dus negeren was het devies. Bleek er toch een spiertje gescheurd te zijn. Maar ja: Knäckebrødhè.

In Gulpen Ger en Lars er af.

In Etenaken Jos en Hans en op de Stoepert besloot Martin alleen door te gaan naar huis, Henk uitgedroogd achterlatend. Mijn moyenne: 27.1 km/h.

Lars koppelde per SMS nog terug: “Thanks for taking me along today. It was brilliant and I would be glad joining again.”

Overigens schijnt Loek (Le Canard d’Oderen) via de Vitality check officieel bevestigd gekregen te hebben dat hij overgewicht heeft… en een overdosis aan k*tsmoezen waarom hij de fiets laat staan....



Zondag 20 juni

Ger heeft het eerst zijn relaas klaar:

De DRT, ofwel Drie-Routen-Tour was vandaag het motto. Drie routes vanwege Heuvelland-Pam-Pam en Via Jecore. Martin zal naar ik aanneem de topografische details melden.

Het post-Vosges bacil slaat overigens weer toe. Koffiedrinken of van China op vakantie, ik laat het er maar bij.

Ik had in ieder geval stevig zin om te kijken hoe de klim-km verteerd waren. Toch een soort mini hoogtestage nietwaar.

Op tijd vertrokken met de korte broek, de korte mouwen en wel de windbreker. Dat was nodig, want het bleef de hele dag gewoon koud en kil. Overigens zijn er veel fietsers die op profs willen lijken,want het merendeel reed in kleren rond of het hartje winter was. Geef mij dus maar de Steven de Jong-looks. Bij de toren dus alleen Martin en kort overleg over de route (mijn suggestie Tongeren werd kordaat weggewuifd) richting Pam-Pam. Nu waren we daar al een eeuwigheid niet geweest.

Begonnen via de Sibber die we bijna opsprintten richting Heuvelland. Na die Sibber overigens besloten “het gestook” van Martin niet te beantwoorden, dus ik heb het merendeel op een kwart wiel, resp. enkele fietslengtes gezeten. Dit totdat op het einde bij de Rasberg ik dacht “je kunt me wat”; we begonnen die klim nl. op de grote plaat en dik boven de 20 km/h! Enfin, dat was het eind.

Eerst dus het heuvelland in een aantal varianten met processie in St. Gieter (het heeft toch wel wat), die we wel misten. Omdat Hans er niet bij was en ik niet zo benauwd ben met mijn DUELL als het moet, half verhard/onverhard een mooie afsteek gevolgd naar België om de Kattenrot te dalen. Dat is als je daalt, overigens een stevige klim met ook nog een grote groep die ons tegen kwam. Via allerlei omwegen bij ca. km 70 afgemeerd bij Pam-Pam. Daar kort gereflecteerd op de Vosges (waar blijven toch de reacties????), 2 min de staatkundige toestand in Ned. en nog wat van die zaken.

Op een of andere manier via allerlei kruip/sluip-door weggetjes terecht gekomen op de Via Jecore terug en zoals gezegd via de Rasberg op en Cauberg af naar Hulsberg. Daar scheidden zich onze wegen en ben ik via Karstraat en Ubachsberg (met de zandresten van de processie) naar huis gereden.

Tevreden met tegen de 130 km, 26,2 gem. en hm 1085. De Vosges betaalden zich uit!

De webmaster vervolgt:

Een aantal had zich afgemeld: Henk ging een setje fietsen kopen in Hardenberg, Hans kreeg koffiegasten, Karel kwam van en ging (weer) op vakantie en de rest?

Ik was dus erg blij om Ger aan de toren te treffen, want om nu alleen te gaan rijden…

Inderdaad een merkwaardige aaneenschakeling van routes en landschappen. Een lang geplande doorsteek van Vroelen naar de kop van de Kattenrot getest: formeel verhard, maar de muur van Gerardsbergen is er niets bij. De afdaling min of meer gestoord door een zeer grote groep stijgers en dat op een exclusieve Classic-klim!
Van Warsage heel mooi landschappelijk doorgestoken naar Neufchâteau en na de mooie afdaling de Berwinne overgestoken voor de schilderachtige kom van Mortroux.
In Dalhem niet de weg naar Visé gekomen maar – volkomen onverwacht – doorgestoken naar het zuiden om uiteindelijk de afdaling van Richelle te nemen. Erg mooi.

Mijn plan was om van Visé zeker niet de kortste weg terug te nemen dus via plaatsjes met schilderachtige namen als Oupeye, Heure-le-Romain (een mooie klim daar!) en Hautain-St. Simeon afgedaald naar de Jeker en zo de Via Jecore, deze keer terug, gevolgd.
Nog even bij Jan langs, maar daar was alles stil.
Van Maastricht inderdaad zeer ongebruikelijk de Rasberg op; een tweetrapsraket op het grote blad. Mijn idee de Cau eens af te dalen vond gehoor – jammer alleen van het slechte fietspad daarheen alsmede het vele zondagsverkeer in V’burg dat een snelle afdaling verhinderde.

De Emmaberg omhoog en in Hulsberg scheidden onze wegen zich.
Met een, ondanks de wind, een zeer tevredenstellend gemiddelde aan 1145 hm.
De Vosges betaalde zich inderdaad uit.



9-13 juni – HQC Vosges 2010

De webmaster, voorheen de Dode, vangt aan…

Wat moet ik zeggen?
Dat ik uiterst tevreden ben en terugkijk op een bijzonder geslaagde Vosges. In velerlei opzichten natuurlijk.
Allereerst de beste jury ooit – een prestatie waaraan de jury 2011, Henk en Hendrik, zich zullen dienen te spiegelen, een uiterst moeilijke opdracht.

Het hotel: noodgedwongen door een, tot mislukken gedoemd, huwelijk verkast naar Hohrodberg. Een in vele opzichten geslaagde keuze: de kamers, de bedden, de ligging en het eten. (Over de soep zal Hans het wellicht nog hebben).
Een ligging die vrij gemakkelijk tochten in deels nieuwe gebieden toestaat en bovendien gelegen aan de fantastische tijdrit Collet de Linge, maar slechts op 2/3 van de hoogte, voor velen een uitvlucht.
Een prachtig uitzicht vanaf het iets te kleine maar gezellige terras.
Het weer: elke nacht stromende regen en elke dag volledig droog! Een wonder.
De routecommissie: wat zal ik zeggen: in vele opzichten succesvol, maar in evenveel opzichten gefaald. Donderdag perfect, vrijdag gecompliceerd, onduidelijk, doodlopend, sadistisch en chaotisch. Zaterdag heel flexibel geheel omgegooid naar wensen van de meute en dan zelf niet meerijden! Gelukkig besloot Henk zijn functie voor 2011 neer te leggen, Jan met de uitdaging latend een mede RC-lid te kiezen.
De deelnemers: jammer van Ricardo’s afmelding natuurlijk maar voor de rest niets te klagen: nieuwe invités in de vorm van de Bets’ers van Ger: Jan(P), Gijs en Frank. Een eerste ontmoeting te Knuvelkes deed het ergste vrezen, maar het viel reuze mee: niet Beschaafd, flexibel, goede fietsers en volledig en snel assimilerend. Volgend jaar weer welkom wat mij betreft. Sander,afgezien van zijn merkwaardige sik (nee, ik noem het woord niet), waarmee hij natuurlijk nooit een prijs zal winnen, een prettige fietsmaat, goed in vorm.
Wouter, die ‘wel eens van dit Vogezentochtje gehoord had' en bescheiden, maar prettig en snel lerend (afdalen) goed opging in de groep. Alleen de mores over het (niet) op elkaar wachten tijdens de ritten waren hem nog niet geheel duidelijk.

Het gaat te ver alle andere getrouwe deelnemers te noemen, Ger is daar beter in. Daarom mijn persoonlijke ervaringen.

Een voorspoedige reis donderdag, waar Karel natuurlijk traditioneel weer veel te laat was, en we ieder op onze eigen route, Truus al dan niet negerend, het eindpunt Hohrodberg, langs diverse richtingen bereikten. Snel op de fiets voor een heel mooi rondje in schitterend weer. De finish van de tijdrit verkend en golvend naar de voet van de veeleisende Calvaire – een killer zoals altijd, waar velen hun Waterloo vonden.
Stomend naar de Schlucht en heerlijk afdalend naar beneden naar de voet van de slotklim, de tijdrit. Dit alles bij een temperatuur die naar 33 °C was opgelopen, dit bij een hoge luchtvochtigheid.
Ger reeds als eerste weg: “Ik doe niet mee”. De Dode volgde en haalde hem al snel in en dacht: “Bij het hotel stap ik af – dit is niet gezond meer”. En deed alzo, waarop Ger, bij het passeren uitriep: “Nu ga ik zeker door!”.
Henk besloot even te pauzeren om alsnog door te gaan, maar was na twee minuten terug, het Ofenpasseffect.
Enfin, velen reden hem wel uit, zij het dat het klassement volledig omgeschud is…

Vrijdag de rit die in alle opzichten chaotisch was: materiaalpech, foutrijden, Wouter verliezen, mooie bosweggetjes, de Lauvy, foutrijden en tevreden, Harold en Hans voor blijvend, bij de auto –Wouter weer terecht.

Zaterdag: laat Henk zeggen wat des Henks is, maar wederom bijzonder mooi en deze keer een echte ‘Vogezenrit’ over geijkte maar bijzonder mooie klimmen. Om te beginnen de Petit Ballon de Wasserbourg, de Platzerwasel/Breitfirst – beide beheerst opgegaan.
De afdaling naar Wildenstein, waar Hendrik me net kon voorblijven, de prachtige Bramont, waar telkens als ik Hendrik iets naderde hij een beetje kolen op het vuur deed en zo de afstand constant bleef. Het ruwe asfalt omhoog naar de Schlucht, wederom prachtig en beter afgedaald en de wondermooie klim naar de Wettstein, weer aan het 100 meter lange elastiek van Hendrik, op het middenblad en zo zelfs Jos passerend, die zijn dag niet had…

De schèle kal en een prachtige prijsuitreiking, niet in het minst de bijdrage van de Bets en van Jan.
Tevreden: ja.
2011: ?


De foto's hier.


De tijdrit Collet de Ligne 2010:



*: Afwijkende tijdrit: Petit Drumont
**: afwijkende tijdrit: Le Collet de Linge

Ger vult aan:

Vogezen 2010 is een apart evenement geworden. Zo langzamerhand van internationale allure voorwaar!

Denk hierbij aan de Friese onafhankelijke volksaard uit Drachten, een Belgisch nummerbord met twee Belgen in de groep en door het “Jawohl!” van drie Duitse motorrijders, die dat gelukkig deden toen Hans niet in de buurt was.

Apart verder door het feit, dat het zeer zwaar was door de temp., de luchtvochtigheid en zeker ook de hardheid van de koers.

Zo heb ik op die donderdag, maar liefst 54% op max. gereden volgens mijn Polar. En ja Frank en Jan P., ik zal me daar wat meer van aantrekken. Edoch finishen in de tijdrit gaf een enorme kick.

Apart ook doordat er in feite drie groepen en een “eenzaat” bij elkaar kwamen, die wonderwel klikken. Uiteraard de harde zondagkern van HQC, daarbij als ik het zo mag zeggen “de jonkies rond Jan S”, een drietal BETS’ers die elkaar al een eeuwigheid kennen (zie de opm. van Frank en Jan hierboven) en een beschaafde Wouter. Ballotage heeft zijn zin, want dat levert tenminste geen gedoe op.

Apart zeker door de beste jury tot dusverre; niet eens zozeer door de prijs toedeling (daar kan uiteraard ik niks over zeggen), maar door de subtiele en zorgvuldige afweging en “de performance” bij de uitreiking.

Apart doordat van Henk bekend is, dat de door hem geplande rit niet altijd wordt gevolgd; ook niet door hemzelf. Dat in extremis eenieder over de zwaarte op vrijdag klaagt, en hij daar zo gedemoraliseerd van raakt dat hij op zaterdag geen deuk meer in een pakje boter rijdt en al vlug omkeert: Henk alsnog sorry, sorry, sorry!

Ook apart omdat het verstand zegevierde bij (bijna) eenieder; niet doortrekken tegen beter weten in, stoppen bij het hotel, afkorten, resp. omdraaien en wisselende groepen die delen van de routerijden. Dat is ook het voordeel van een grotere groep. Wijs en verstandig.

Over de dooltocht, resp. dolende fietsers van vrijdag, kan en wil ik niks zeggen. Het zaterdag massaal overnemen van het BETS-credo en dan ook nog sociaal tellen of eenieder er is, was prima. Vrijdag was het dus gewoon even wennen.

Apart voor de BETS’ers was ook mijn rol zoals Jan P. me toevertrouwde. Bij BETS ben ik meer Wouter dan de prijs die ik heb gewonnen. Iedere prijs is echter een prijs, dus trots aan Reinouw laten zien!

Het gemis van Ricardo was ook apart. Sowieso, omdat hij echt werd gemist, maar zeker ook omdat het materiaal door hem beter verzorgd had kunnen worden. Apart is zeker, dat de wisselbeker een sabbatical heeft genomen; geen Ricardo; dus ook geen objectieve, dan wel subjectieve meningsvorming mogelijk

Volgend jaar hoort (naast de aangekondigde fietsenkeuring en -zegening naar analogie van de motorzegening) een klein gidsje van wielerreparateurs er zeker bij. Daarnaast ook nog een psy./diëtiste annex masseur (v), alsook een volgwagen.

Apart was, dat ikzelf op zaterdag volledig de A-groep heb weten te volgen; voor het eerst dus de full monty en het wachten deed me deugd en was naar mij werd verzekerd niet te lang. Het wiel van de voorlaatste bleef altijd wel in zicht.

Apart was mijn op en neer rijden en ook Ricardo’s droeve reden van afwezigheid. Harry heeft mijn terugkeer naar de Vosges weet ik zeker net zo gewaardeerd als mijn aanwezigheid in Beek.

Het hotel was niet apart, maar prima; goed eten en slapen, fraai uitzicht en nieuwe routes in het verschiet. Mag voor mij volgend jaar weer!

Eenieder tot slot dank voor de gezelligheid en vriendschap; het was me een genoegen.



Zondag 30 mei

De webmaster was er niet – mijn broer is gisteren getrouwd en na een vermoeiende dag lag ik om 2.30 in bed met een niet zo gunstige weersverwachting.

Wel hebben gefietst Karel en Ger:

Karel begint:

Hoewel de weersverwachting niet veel goeds beloofde heb ik me toch weten te vermannen om om 7.30 mijn neus buiten het raam te steken om de buitenomstandigheden in kaart te brengen. Het waaide een beetje, de straat was niet helemaal droog en het regende niet. Conclusie: Ik waag het erop.

Na de aanvang van de meiprocessie in Schimmert ontweken te hebben was ik ruim voor negenen bij de Watertoren.
Ben hier ook alleen gebleven.
Kort na negenen besloten om maar alleen een klein criterium te doen en dan vroeg naar huis.
Via het Haasdal en het weggetje parallel aan de autoweg naar Houthem en de Brakkenberg omhoog. Richting Sibbe, de Daalhemer af en onderaan naar links, de Cauberg op. Terug naar Berg en Terblijt onweer de Brakkenberg, maar nu in andere richting. Onderaan links aangehouden en de Geulhemer omhoog. Binnendoor afgezakt naar Amby en vandaar uit richting Meerssen. In Meerssen nog de Korte Raarberg genomen en daarna via Schimmert, waar ik weer in de processie verzeild raakte en waar het begon te regenen, naar Spaubeek en via het Stammenderbos naar huis.
Ca. 50 km gefietst, maar toch een heel voldaan gevoel.
Overigens heel weinig fietsers gezien. Die weinigen staken wel de duim of de hand op als groet.

Ger:

Over de 100 km binnen 4 uur (25,6 gem.) met > 900 hm en wind; het geplande rustige ritje werd een heerlijke trainingstocht ondanks de regen. Of misschien dankzij, omdat de pollen wegbleven.

Ik ben een paar dagen al “moe”; dus toen ik vanmorgen om 6.30 de wekker uitduwde voordat ie me wakker maakte, besloot ik vandaag de toren de toren te laten. Sorry mannen! Me nog eens omgedraaid en tegen 8.15 opgestaan; broodje gepakt; Concorde klaargezet; Eurosport op en het fietsbacil had me zo weer te pakken. Gisteren weer een stuk van de dit jaar fantastisch mooie Giro gezienen in de herhaling weer volop genoten. De Gavia-afdaling was drie jaar geleden mijn klim (en ook weer afdaling) en ook het stuk naar de finish heb ik onder de wielen gehad. Mooi van die Hollandse jonkies.

Ergo besloten vandaag wat te gaan peddelen, maar niet als watje te gaan fietsen en à la Steven de Jong de korte broek en ook alleen het korte mouwen shirt. Lange mouwen; regen- en andere jacks gewoon thuis gelaten en daar heb ik geen spijt van gehad, want zelfs in mijn “ijsregen-bui” bleef ik redelijk warm en snel weer droog.

Van plan rustig de Voer in te gaan om mijn vlakke eerste seizoensrit zonder veel hoogtemeters te doen, maar dat is uiteindelijk niet zo gegaan. Vertrokken over de Loorberg met waardeloos asfalt, via Epen en het stuk vals door het veld naar Beusdal. Daar de eerste stevige bui gepakt. Boven weer gekend naar beneden in de volle regen en in Teuven overgestoken naar die toch wel mooie klim (Martin hoe heet die? met Wouter gedaan).[red.: Kloosterhofstraat]

Boven afgedraaid naar Aubel om lekker te dalen naar Val Dieu. Daar moest ik rechtdoor omhoog Hans zijn helling op omdat ze langs de Berwinne aan het asfalteren waren. In Mortroux overgestoken naar Visé; geen fietsers bij Pam-Pam; sowieso weinig gezien en al helemaal de grotere groepen niet. Dus in Visé voor de wind naar Slavante. Die liep heel prima omhoog en toen dacht ik aan de ouderwetse Slingerberg. Mijn lievelingsklim toen ik in Grevenbicht woonde. Die liep alsof ik hem kon dromen. Afgedaald naar Catsop en via de Adsteeg naar Valkenburg. Niet veel gezien omdat de regen met bakken en ijsachtig omlaag kwam.

Tot slot in Wittem overgestoken om voor de moraal de Gulper vanaf de enige echte kant als toetje te doen.

Ondertussen ook tegen de wind goed kunnen doortrekken en toen Reinouw bezorgd vroeg “en, ik had je eerder terug verwacht”, maar een Steven de Jong antwoord gegeven: “heerlijk gefietst”!

Tot slot nog een vergeten observatie van vorige week:

Het aantal dames op de fiets stijgt fenomenaal; zij zijn daarbij goed te herkennen in drie types en een Hors Categorie:

1 “De goede meefietsers”. Vaak in het midden of zelfs ook achter in de groep, maar nooit bij de laatste drie; herkenbaar aan “de kop kleiner; en de omvang 50% van de anderen daar”. Die anderen hebben de slag voorin verloren en gaan dan “heel lief de meissies uit de wind zetten”. Overigens ook te herkennen aan het staartje onder de helm en zo af en toe nog de helm (achterover) verkeerd op.
2 “De meiden voorin”; dat was vorige week bijv. zo bij 1 van die 5 waar ik het over had op de Camerig. Stevig gebouwd, maar zo’n kilo of 60 en een koersblik van “mij krijg je er niet af”. Ik durfde dan ook niets tegen haar te zeggen, want ik vreesde een pomp in mijn spaken en in ieder geval een dodelijke blik. Ook Balkenende had hier geen opmerking durven maken.[red.: Een opmerking als: “Wat zit je mooi op de fiets” zou ik me veroorloven…]
3 “het koppel”; zij fietst gewoon stevig door en hij draait daarbij in de buurt met zo’n hemelse blik van “zie mij nu eens sociaal fietsen met mijn meissie, terwijl ik toch echt beter kan” (wat maar de vraag is)
4 Tot slot en dat is Hors Categorie; “het altijd hardrijdende stuk” met de rits open; veelal zonder zweetshirt (niet nodig omdat ze inhoudt, resp. een ander doel nastreeft), waarbij je gedwongen wordt naar bv. je eigen teller, resp. de omgeving te kijken. In ieder geval niet waar die rits voor open staat!

Overigens vandaag was alleen van categorie 1 een enkele dame te zien.
Voor 3 en 4 geen weer en de wind was voor 2 toch te veel.
Deze passage heeft de censuur van Reinouw (nog) niet gehad; dus bij voorbaat excuus aan al degenen die hier aanstoot aan nemen.



Maandag 24 mei - Ger:

Mooie rit van jullie gisteren; heb wat gemist. Die hellingen zijn inderdaad de klassiekers. Overigens heeft Frank Rutgers gisteren 142 km TBT gedaan. Kreeg van hem een wat weemoedig mailtje hoe we“vroeger” met nauwelijks training de full monty deden en een gemiddelde van > 25 km. Helaas!!!

In datzelfde gevoel zat ik vanmorgen:
  1. Ik kon weg want we hadden geen echte plannen. Reinouw is nog niet de oude, dus rust is haar lot (en dat is het ook als ik weg ben!!!)
  2. Een rit hoeft niet meer dan 100 km te zijn om leuk te zijn. (Zo voorkom je dwangneuroses)
  3. Een rit hoeft niet ver weg te zijn om een mooie omgeving te zien (moet je wel om je heen kijken)
  4. De rit van eergisteren zat er toch nog een beetje in (is als je alleen fietst in feite een lange tijdrit uit de Tour of Giro)
  5. Jazz in Duketown met een paar van de kids en mijn zwager en zus gisteren was buitengewoon aardig (maar wel staan wat slecht is voor wielerbenen en studentikoze hoeveelheden bier)
Ergo vanmorgen rond 9.15 de Ingber op want dat blijft een leuke hucht en al snel bedacht de geasfalteerde binnenwegen van het plateau tussen Gulpen, Bemelen en Libeek te verkennen. Dat is ’swinters mijn MTB-gebied en ziet er nu geheel anders uit. Vakantiegangers genoeg en ook op tweede pinkster is men niet uitgefietst. Het mooiste was bij Libeek een “hij” op zo’nelektroding en een “zij”, die op een gewone fiets zwalkend naar boven ging.

Met wat inleidende heuvels en de bekende op en af in het heuvelland richting Ulvend en achter het Roode Bosch afgedaald om via de helling achter Teuven naar Beusdal te klimmen. Ook hier een pa en ma op gewone fietsen heel aardig naar boven aan het gaan.

Ondertussen wat om me heen gekeken en eens een praatje gemaakt (mijn Toscane shirt gaf aanleiding genoeg).

Via de boerderijcamping achter Beusdal naar de voet van de Camerig waar beneden een groep mij voorbij stoof. Op het eerste deel zat ik echter al vrij kort op de achtersten en toen kon ik het niet laten toch maar door te gaan. Op 5 man die ik in zicht hield na, de rest opgerold doordat ik van beneden het deel tot het paviljoen halfweg staand heb geklommen. Helemaal boven mijn kruit wel verschoten. Terug naar Vaalsbroek en zo via Vijlen naar de Kruisberg en vervolgens Eyserbos. Beide beklommen tussen de fietsers, die mij op zijn Ludo’s/Jos voorbij stoven of die ik zelf kon oprollen. Leuk fietsen zo en toch ook wat kletsend.

Afgerond met via Wittem en Mechelen de klim bij Eperheide nog eens en zo kwam ik met mijn rustige begin toch nog op 1075 hm en een gem. van 24.0 km/h. Dat bij een afstand van ca. 85 km en een ijsje bij de Helenahoeve. Fiets en mezelf weer gepoetst.

En de rest van de dag is voor het terras, een krantje, boekje en een glaasje….



Zondag 23 mei – Ardennentocht

Na wat geaarzel via e-mail en forum het ferme besluit genomen tot een Ardennentocht. Dit betekent overigens niet dat de Eifeltocht voor 2010 vervallen is.
Henk, Martin en Karel vertrokken tijdig uit een mistig Puth om te Knuvelkes Jos en Hans aan te treffen. Had Harold aangegeven mee te gaan - verbouwingsperikelen verhinderden hem dat ten leste.

Op de parkeerplaats werd nog kort gediscussieerd of we toch niet de Eifel moesten doen, maar niet dus. Voor discussies is het forum waar men al zijn rechten tot het uiten van meningen kan uitoefenen.
Dus naar de Ardennen, waar de mist langzaam aan het optrekken was.
Is normaal gesproken Banneux het eindpunt van een tocht, deze maal het startpunt.
Hans had als ondersteuning nog een afdrukje van een landkaart meegenomen met daarop twee niet met elkaar verbonden lila kronkels. De webmaster slaagde niet voor de Rorschachtest en kon er geen kaas van maken.
Dus maar met een ‘vaag’ plan vertrokken.

Jos uitte tijdig thuis te willen zijn en 100 km als taakstellend te beschouwen.

Nu gaan we natuurlijk niet naar de Ardennen om heuvels à la Camerig te bedwingen, maar voor echte ‘bergen’.
De dode had daartoe twee echte op het scenario staan: de Stockeu en La Redoute – dus het creëren van een aantrekkelijke verbindingsroute was het devies.

In zuidelijke richting via Haut-Regard vertrokken; redelijk vlak nog om er prettig in te komen. De mist was inmiddels opgetrokken. Niet al te lang vlak gereden of de eerste klim naar La Reid diende zich aan: niet steil, maar lang.

De rangorde als bekend verondersteld: Ludo, de Ezel, de Dode, de Slechtvalk en Knetter. En zo bleef het.

Heerlijk afgedaald naar La Gleize en golvend richting Coo waarbij wij de eerste TBT-gangers tegenkwamen (de korte afstand uiteraard). In Coo bijna fout gereden maar snel hersteld richting Stavelot waar het centrum met een forse kasseienstrook herinneringen aan TBT opriep.

De Stockeu begint direct na de brug, aangeduid door een straatnaambordje. Een strak klimmend begin tussen de huizen waarvan je denkt: “Dit is te doen en als het zo blijft valt het wel mee”.

Het blijft dus niet zo en al spoedig na de huizen komen een paar serieuze stroken. Heb je het steilste gehad dan volgt nog een twee kilometer lange uitklim met serieuze passages. Karel kwam niet eens zo laat en trots als een aap met zeven staarten aan de top.

Golvend door naar Wanne, waar we de ravi van TBT kruisten en het inmiddels aardig druk was, maar we keerden hun snel de rug toe om prachtig af te dalen naar Trois Ponts en zo door naar Coo voor de koffie.

Ondanks het feit dat de serveerster, althans volgens een groot aantal onder ons, ravissant was (de webmaster heeft haar niet kunnen beoordelen, ze stond achter hem en kon slechts toevoegen dat ze waarschijnlijk toch een SOA had) besloten we een andere tent op te zoeken daar geen vla.

De andere tent bood een klein stukje appeltaart aan door een onbeholpen serveerster die ons aan het eind zelfs vijf koffie te weinig in rekening bracht, iets dat wij ruimhartig corrigeerden.
In Coo was het een komen een gaan van verveeld uitziende te dikken en ietwat ordinair uitziende dagjesmensen – het Tim Krabbégevoel borrelde op.

De zon maakt echter veel goed.

Na de koffie op weg naar de Rosier via een alleraardigste weg maar Ruy, waar de echte klim begon. Hier ook weer op het parcours van TBT en honderden fietsers en route waarvan wij er velen inhaalden. Op de top zij links en wij rechts – het duurde enige tijd tot Karel kwam – hij had zijn kruit al verschoten en was of aan het bossen (zie SW) of erger.
Lekker afgedaald naar Creppe, waar enigen ruzie kregen met de bestuurder van een brede auto, en steil afgedaald naar de plaats met een prachtige naam: Winamplanche.
Zo aan de voet van de door Jos gewaardeerde Maquisart Inconnu (de onbekende verzetsstrijder) die prachtig door de brede weiden slingert en een formaliteit in de vorm van de Haut Regard en wederom lekker afgedaald naar Remouchamps waar wij weer in de chaos van TBT terechtkwamen voor de laatste uitdaging: La Redoute.

Velen op de weg, de meesten op de fiets, maar een niet gering aantal naast de fiets. Wat opviel was een storende auto met fietsdrager in het parcours en een vrouw op een gewone huis-tuin-en-keukenfiets, die op de fiets bleef!

Boven aan de top de gebruikelijke chaos maar de afslag naar rechts gevonden en zo de weg terug naar Banneux, tegen wind en zwaartekracht in.

Na 93.7 km / 1680 hm stond de teller stil – niet de 100 van Jos, maar goed genoeg.

Een prachtige rit die mij ervan overtuigde dat we de Ardennen een beetje verwaarloosd hebben, zo mooi is het daar (hoewel het weer ook niet tegenspeelde).

Karel vult aan:

Aan deze prachtige beschrijving van Martin niets meer toe te voegen [red.: maar Kareltje zou Knetter niet zijn als hij dat toch niet deed]:Al met al: Fantastische rit, fantastisch weer en klimmen is leuk, je kunt dan lekker lang alleen nadenken en genieten van het uitzicht.



Zaterdag 22 mei

Ger is vooruit wezen fietsen:

Een mooie rit morgen in de Ardennen, dat kan niet anders als je in Banneux vertrekt. Ik kan er helaas niet bij zijn; geen TBT, maar onze oudste die verjaart. En dat in de combi met jazz in Duketown (het jaarlijkse jazzfestival in Den Bosch) doet ons morgen naar haar afreizen.

Morgen derhalve geen fiets, geeft mij de gelegenheid er twee dagen op te zitten. Dus vandaag niet naar de golf (Martin…….), maar al voor de derde keer dit jaar naar Banneux. Nog even gedacht aan de Buisonnière, maar ik kon pas tegen 10.30 weg. Banneux verveelt nooit, daarom. Dus geen dikke verslagen. Vertrokken via een extra klim, te weten de Loorberg en voor de rest gewoon klassiek, dus in Fraipont naar rechts i.p.v. links. Wel kwam ik onderweg een tocht tegen, ben er niet achter gekomen welke. In Banneux op de hoek gezeten, maar daar is de rijstevlaai wel beter, maar ook geen top. Bijna door de stoel nog!

Op de terugweg gewoon lekker gepeddeld; de ritten continue boven de 100 km leveren wel wat op en Martins opmerking pakkend geen gepou-pou. Nu hoeft dat ook niet als je alleen bent. In Hombourg nog eens omhoog en dat stomme valse plat gepakt in Sippenaeken, om via de Belgische kant de Trois Bornes nog eens voor de moraal te pakken. Uiterst slecht wegdek overigens.

Terug lekker in het zonnetje afgeklokt met 117,5 km en met hm 1673 bijna evenveel als vorige week. Het totaal staat inmiddels op bijna 2000 km.

Oh ja, mijn Excel van de ritten 2010 is vorige week gecrasht; dus ik voel me nu een soort Japanse toerist. Ik mis de foto’s, maar de herinnering…..

Mannen, veel plezier morgen



Zondag 16 mei – Grenslandklassieker

Ger heeft het eerst zijn verslag klaar:

Een eenmalig mooie dag.
Ik zag op het forum al een tijdje berichten staan over “Grenslandklassieker - 145km” en ik dacht (nadenkend en beredenerend als ik kan zijn: “ik zie het t.z.tt wel”). Nu gisteren bedacht ik me, dat met bijna altijd > 100 km de laatste tijd het wel erg “Warmduscherig” zou zijn vandaag te verzaken. Immers de tocht staat bekend als heel mooi en goed geregeld. Dus gisteren alsnog aangegeven op het Forum, dat ik er zou staan. Ondanks berichten dat de inschrijving gesloten was, ook dat vanmorgen geprobeerd en ook dat lukte. Met ca. 5 °C om 7.15 per fiets naar Geleen vertrokken, dus de mouwstukken toch maar aan en voor de rest hopen op de zon die zou gaan komen. Op de wei was het zoals dat moet zijn; mooi materiaal, gekwetter enMartin die me snel te pakken had. Henk completeerde met maar liefst een nieuwe broek en zadel (of daar de koers mee wordt gewonnen?) en alras schoof ook Karel aan voor de 100 km. Nog effe wachten op Ruud en weg waren we.

Rustig begonnen, maar op de klim bij de vuilnisbelt in Schinnen begon het al. Karel pakte resoluut de kop (voor de foto met ons en een paard! in het wiel), maar vervolgens ben ik toch effe doorgetrokken op de grote plaat. Later nog een keer en het meekachelen met een Belsj groepje deed me later na 60 km al Ricardo’aanse wel stevige gevoelens in mijn kuiten waarnemen. Dus na de Kinkenweg, die er droog bijlag rustig het vierde wiel gepakt en op verstand verder gefietst. De aanloop naar de Kinkenweg is overigens lastiger dan de twee plateaus zelf!

Ondertussen kwam een viertal met een aardig tempo in de buurt en daar ben ik (op een kleinere afstand van onze HQC’ers) naar Eupen gepeddeld. Peddelen betekende wel bijna continu rond de 30 km. Een vent van dat groepje ging deze week trouwen om met zijn lief met Pinksteren in de Vosges te gaan fietsen ???; later kwamen we een stel tegen waar hij zijn oude stalen Foreldorado-Gazelle (twee keer zo zwaar als mijn Duell) aan zijn lief had gegeven en zelf een mooie Cervélo aan zijn schoenen had plakken.

De ravi in het zonnetje was perfect en we hebben even overwogen Karel te bellen om ons op te halen na vier Trappisten. Echter via een stuk bos weer terug naar uiteindelijk Orsbach. De klimmen begon ik te voelen, maar op de macht liep het nog altijd goed door; daar was ik meer dan tevreden over.

Na in Simpelveld goed vlaai te hebben gepakt en nog met een collega te hebben gebept, met wat DSM’ers richting Ubachsberg en Heerlen, waar ik ben afgezwaaid naar Klimmen. Kwam ik nog in de Ronde van Voerendaal terecht, maar ik heb Ludo niet in de kopgroep gezien. De Karstraat voor de moraal tot slot en na liefst 171 km klokte ik tevreden thuis af. Een gem. van 25,3 bij de 1700 hm laat zien dat het niet echt langzaam ging. Bijna een oud LBL-gevoel met steeds goed eten en drinken.


Wat kan de webmaster nog toevoegen?

Ger heeft immers de rit en de gevoelens goed beschreven. Ik ben ook niet ontevreden over mijn gemiddelde. Wel denk ik dat we allen hier in kunnen verbeteren door constanter te rijden en in de bus te blijven. Geen ge-Pou-Pou dus en bij elkaar blijven zodat we ook minder moeten wachten. De route was grotendeels ongewijzigd; nieuw was het ‘Hans-fietspad’ langs de Geleenbeek.

Goed dat Ger er in Heerlen vanaf ging, want het laatste stuk is killing. Geen echt grote heuvels meer maar een continu afwisseling van korte venijnige heuveltjes met grote hellingsverschillen en een strakke tegenwind op het plateau.

In de afzink naar Spaubeek zijn we Ruud kwijtgeraakt – denkelijk heeft hij ervoor gekozen voor de A76 linksaf te slaan om in zijn eigen tempo uit te rijden.
Zijn opmerking dat hij niet Vogezenfähig zou zijn is – zoals eerdere jaren – een abjecte leugen. Het gemak waarmee ik twee Betsers alsnog heb aangemeld voor hotel Roess doet vermoeden dat Ruud er nog makkelijk bij kan.

O ja: voor volgende week is de Eifeltour (met ééb f) gepland. Deze gaat door bij voldoende aanmeldingen (ook van digibeten) – hierbij denk ik ook aan in plaats van de Eifeltour een Ardennentour?
Mannen: reageren dus!

Karel geeft zijn gewaardeerde betoog:

Zaterdagavond toch nog besloten om de Grenslandklassieker te fietsen. Dubio 75 of 100 km. Toch maar 100.
Aangezien de routes veelal hetzelfde waren zijn we (in een straf tempo) samen opgefietst, onder begeleiding of aanvoering van andere groepjes tot aan Montzen. Hier na ca. 50 km was de splitsing van de 145 en 100 km. alleen door via Moresnet, Plombières, Gemmenich, Pas van Wolfhaag en via de klim van Orsbach (afdaling van vorige week) naar Simpelveld. Vanaf Moresnet liepen de diverse routes weer gelijk. Gezien het tijdstip heb ik eigenlijk niemand gezien. Ik was of te laat of te vroeg.
Aangezien ik Lilian beloofd had om om ca. 13.00 thuis te zijn ben ik nergens gestopt. Aan het einde alleen vanaf Spaubeek afgestoken via de klim door het Stammenderbos. De hele route in een keer, meteen voor mij heel acceptabel gemiddelde van 24,5 (104 km).
Toen ik thuis kwam was Lilian in bad met de telefoon bij zich; zij had eigenlijk een telefoontje van mij verwacht dat ik de 145 met de "jongens" zou fietsen.

Na het douchen nog een paar uur met de honden geweest wandelen.
Welbestede zondag met ook nog prachtig weer!!!



Woensdag 12 mei – Provençaalse feedback van Ger:

Een korte flash back op afgelopen zondag uit een redelijk mistroostig Frankrijk, heeft eigenlijk maar twee sleutelwoorden: ja het was frisjes (op weg er naar toe + 5 ° dus de kachel van de caravan gestookt) en ja er kon worden gefietst.
De Côte d’Azur lag er gewoon nat bij en het enige wat de zaak daar opfleurde was een “Harley Davidson festival”! Nauwelijks politie gezien en verbazingwekkend ook nauwelijks raar Harley volk. Wel een week lang veel getuf op de weg van St. Tropez naar Cannes en v.v. Nu is het een gebied waar ik nog nooit was geweest en ook nooit meer zal terugkomen. Het zal je nl. maar gebeuren, dat je een jacht van drie of vier verdiepingen hebt en in de baai moet afmeren naast eentje van vijf, die ook nog twee keer zo lang is! Zijn je miljoenen naar de vaantjes. Idem t.a.v. cabrio’s (webm: ‘?????”) , Porsches en Ferrari’s. De dames kwamen met dit weer niet echt tot hun recht; de prijzen voor een koffie of een ijsje gewoon over de top.
Oh ja het fietsen, Twee keer het achterland in met cols die die naam niet mogen hebben, maar wel mooi lagen. Col de Bougnon, Col de Valdingarde, Col de Grateloup. Onderwijl ook het verschil tussen Franse en Italiaanse fietsers goed kunnen zien; de Fransen op een hoeveelheid oud ijzer en met vaal gebleekte oude shirts en in mijn herinnering de Italianen met alles passend. Met mijn trekking en wat oude shirts zag ik er meer Frans uit en kreeg ook de bijbehorende respons. Alles bij elkaar toch nog ca. 140 km gereden en toch veel plezier gehad.



Zondag 9 mei

Een bijzonder tevreden gevoel, dat heeft De Dode. En wel om verschillende redenen. Ik noem ze u:

Om te beginnen het weer: na een kwakkelende week en een niet zo overtuigende voorspelling bleek het zeer mee te vallen. Bleef de temperatuur steken bij 17°C, het was zonnig en er stond niet zoveel wind, zeker het eerste deel niet. Samen met de droge wegen maakte dit veel mogelijk. Met Karel naar de toren waar we al snel Hans, Ruud, Henk en Jos troffen. Met zes man sterk dus!
Het voorstel werd Die Waldschenke en wel om de noord – een landschappelijk erg mooie en rustige route. Achter Schimmert langs en via Helle en Terstraten naar Hunnecum. Dachten we even dat le Docteur een platte had – en wij allen terug bergop – bleek hij een onaangekondigde sanitaire pauze te hebben!
Door Wijnandsrade naar Swier en zo naar Ten Esschen en het fietspad langs de beek en Terworm blijven volgen tot in Heerlen. Daar langs De Rousch naar Benzenrade. Henk nam daar opvallend de kop– dit om de klim van de Buldersweg te kunnen kiezen. Veel gekraak in de versnellingsbak deed Hans toch als eerste bovenkomen.
Verder langs La Diligence en op Molsberg aan en afgedaald naar Simpelveld en de klim naar de Baneheide, waar Hans en Jos, recalcitrant – hier over later meer – besloten het gewone fietspad te kiezen. Van Bocholterzeheide vals plat naar Orsbach. Vóór de afdaling stelde Hans de Schneeberg voor, maar Henk was al te ver heen en volgde de weg langs de beek. In Vaals de weg naar het spoor gevolgd, waarin toch nog wel wat routine verkregen dient te worden. Henk koos een paar keer fout en Karel raakte geheel verdwaald, maar dank zij GSM-contact vond de rest hem snel terug. Niet overigens nadat wij memoreerden wat morgen 70 jaar geleden hier gebeurde. Een geruststelling is dat de Duitse tanks nu gestookt op biodiesel zullen binnenvallen.

Het wegdek van de Hasselholzerweg was er ook niet beter op geworden; het kon nèt.
Na wat vervelende heuveltjes dook daar toch plots de Waldschencke op en het was goed toeven in het zonnetje. De wereldproblemen kwamen in mitrailleurtempo aan de orde: vluchtelingenkampen, geen politiek beleid, Griekenland, schoolreisjes naar Peru, het onderwijs, de medische zorg, de terugkerende bonussen aan bankieren, aandelenhandel en speculaties, wapenhandel en nog meer. We kwamen er niet uit; de meest gedeelde conclusie leidde slechts tot een massaal gewapend conflict.

Na de pauze door naar Kelmis waar het tempo fors opgeschroefd werd; over de Geul linksaf omhoog de interessante klim Schnellenberg, die ons uiteindelijk, na een keer foutrijden, over het Hazenpad in Welkenraedt bracht. Daar door wat woonwijken geëxploreerd om uiteindelijk de weg langs het gekkenhuis Ruif-Baelen te vinden en door naar Henri Chapelle.

Daar de altijd weer mooie afdaling langs de Gulp af, waar – terwijl de tegenwind inmiddels aardig opgestoken was – Henk en Martin het leeuwendeel verrichtten terwijl na de kruising in Hombourg vooral Hans aan het stoken was, maar toch iedereen een keer aan de beurt kwam. In Teuven niet rechts, ondanks protesten van Jos en Karel, maar naar Nurop waar we de in ieder geval voor Jos nieuwe klim naar de Planck namen. Erg mooi en vooral rustig.
Op de Planck rechts over de grote weg waar de Dode bij Terlinden links afsloeg, volledig genegeerd door Hans en Jos die rechtdoor volhardden – blijkbaar hadden zij angst voor het tempo. Onbegrijpelijk verder, want na Banholt en Bruisterbosch kwamen ook wij in Margraten en Sibbe uit. Niet overigens na het treffen van de Ronde van Margraten, waar in het eind van het peloton een aantal knapen rondreed die niet zouden misstaan om ons naar de Vosges te vergezellen en wel om de bidonnen te vullen, want tot meer waren ze niet in staat.

In Sibbe rechtdoor naar Vilt en zo pijlsnel de Brakkenberg af – onderaan stond het gemiddelde op 27.2 km/h. Door Meerssen en Ulestraten omhoog, langs de Bruine Ster en in Beek ging Ruud eraf en in Geleen Henk.

Uiterst tevreden.



Zondag 2 mei

Ger
heeft als eerste zijn indrukken het web toevertrouwd en schrijft:

Ja, wat moeten we er van zeggen. Je hebt fietsers en liefhebbers. Liefhebbers ook vandaag uiteraard en route, maar nog geen 10 % van de andere zondagen.

Mijn regel om met regen niet te vertrekken, kon in ere blijven, want de eerste druppen kwamen pas ruim onderweg. Toch alvast maar het regenjackie thuis al aangetrokken en uiteraard de overschoenen. De Duell kon rustig op stal blijven, want de Concorde geneert zich niet met dit weer. Reinouw vroeg bij het vertrek wie ik dacht aan te treffen bij de toren en ik mompelde mat terug, dat met een beetje pech ik er alleen zou staan. Dat bleek toch echter niet waar te zijn! Martin prefereerde een HQC-rit boven alleen naar Hulst en Wouter den Dulk kwam zijn nieuwe Celeste Carbon Bianchi laten zien. Die was droog fraai en ook onder de regen toonde die super.

De vraag waar naartoe werd voorafgegaan door wat getut over watjes/echte kerels en zo. Onderweg was ik een MTB’er op een barrel achterop gereden en die bleek gvd ons bushokje als verzamelpunt met een andere MTB’er te hebben. Wat prietpraat gewisseld en ondertussen werd de bestemming helder. Geen Pam-Pam, geen Tongeren, geen Duitsland; dus dan maar de enige echte regenlocatie:Welkenraedt.

Dus via de Daalhemer weer terug naar Ingber en vandaar richting Teuven om direct achter het dorp de leuke (en lange) klim naar de grote weg vanuit de Planck te pakken. Op de kruising links en vervolgens langs het Amerikaans kerkhof naar Henri Chapelle. Geen wind en af en toe een stuk nieuw asfalt maakte het dit keer te rijden. Droog Welkenraedt lukte net niet!

De rijstevlaai smaakte prima; de koffie ook en langzaam werd in ieder geval ik steenkoud. In de miezer weer op weg met een mooie route naar Montzen en vandaar naar Hombourg. Om de Shimano Challenge te mijden niet naar Vaals en in Hombourg naar beneden en gekend terug gekacheld en bij Gieveld omhoog. Op het plateau boven Heijenrath kreeg ik een lekke. Alles smerig en gewisseld om vervolgens de huisberg (nr. 9 en 10 vandaag) nog mee te doen. Immers voor < 100 km ga ik geen fiets poetsen. In de klim weer een steentje in de voorband en nu deed Martin het even vakkundig. Toch maar mee voorde laatste 20 km en het risico van geen reservemateriaal maar nemend.

Fiets is inmiddels schoon, mijn handen nog altijd niet en toch weer fraai boven de 100 km gefietst, met een tevredenstellend gem. van 25,3 km en hm 850.

En oh ja; met 100 km kom je aanzienlijk frisser binnen dan bij 150 km. Nu nog banden plakken. Volgende week zit ik in Zuid Frankrijk!


De dode kan aan dit verslag toevoegen:


Gisteren had ik een trainingstocht met het NOC*NSF vanuit het Roda-stadion om ons in een clinic voor te bereiden op de klim van de Alpe d’Huez op 7 juni a.s. Een heel aardig event, o.a. samenop fietsen met Hennie Kuiper, onze kampioene Nicoline Sauerbrei ook op de fiets spottend en de laatste vijf kilometer afrondend met > 45 km/h.
Karel en Jan waren er ook bij. Karel had een wat lager gemiddelde daar hij een groep mindere goden begeleidde (die vaak riepen op het wat langzamer kon!), Jan reed veel langzamer, maar met een ander doel. Hij had zich opgeworpen om als co-rijder met twee (verlamde) handbikers de 55 km door het heuvelland te doen. Was hij aanvankelijk een beetje sceptisch – hij kende ze immers niet en hij had zich voorbereid op de 75 km ‘snel’ – maar na de tocht was hij heel wat enthousiaster. En respectvol. Een fantastische prestatie van deze ‘echte mannen’ waar wij qua inzet en motivatie nog wat van kunnen leren.
Overigens kwam de Dode tijdens deze tocht boven op het Drielandenpunt nog Le Docteur tegen. Zei de Dode “Goedemiddag, meneer Bijvoet”, schreeuwde de laatste:‘Hé…BORSJE!!!’ Ja, ja, het verschil Vlaardingen – Den Haag.

Karel uitte er in principe zondag wel te staan – de buienradar raadplegend stuurde ik op 7h45 ‘?’ aan hem, maar geen antwoord. Dus maar alleen naar de toren.
Om 9h30 een laf antwoord dat hij niet (meer) kwam.

Ger heeft de route min of meer al beschreven, dus dat heeft geen noodzaak meer. Opvallend aan het weer was een plensbui in V’burg en een plensbui in Welkenraedt (waar wij binnen zaten). Onderweg naar Welkenraedt spetterde het af en toe, het vertrek bij W’raedt was ook niet geheel droog, maar vanaf ongeveer Hombourg begon de zon te schijnen en werd zelfs de weg droog!

Wouter, een mede-Vogezenganger kan zich als pensionado overigens aardig meten. We zullen niet op hem moeten wachten in de Vosges.



Zondag 25 april – Dauertraining

Met een schitterende weersvoorspelling, de afwezigheid van Hans en Jos, stonden Karel, Martin, Ger en onverwacht Ruud aan de toren. Ger had op het forum al iets over Tongeren genoemd,dus daarheen.

Gelijk al op de pedalen naar de Lange Raarberg en door naar Ankervoort en de sluis van Borgharen. Over de Wilhelminabrug door een slaperig Maastricht (‘se reveille’) en op Gers voorstelde St. Pierre op, de eerste keer waar Ruuds teller onder de 30 kwam.
Over het fietspad naar de Via Jecore en deze min of meer gevolgd, af en toe een paar afwijkingen, naar Tongeren. Aldaar de koffie en lekkere appeltaart op het terras en in het zonnetje.

Op de terugweg besloot De Dode voor een omweg. Eigenlijk om meerdere redenen. Enerzijds was het mooi weer, het was bovendien een min of meer vlakke rit die meer kilometers vereist. Bovendien moesten we toch par komen met onze vriend Le Docteur die vandaag KBK zou doen. En diep in zijn achterhoofd het debacle van de laatste keer terug uit Tongeren wat rechtgezet moest worden.
De neus achterna en er een bloesemtocht van gemaakt die ons uiteindelijk ver ten westen van Genk bracht. Bij de elektriciteitscentrale een voor Ruud welkome platte aba voor Martin.
Na de snelle wissel door waar wij ons in Zutendaal (een platte aba voor Pou-Pou) even verreden, maar na een korte GSM-interventie elkaar hervonden en eindelijk gekend weer door langs de FN en de Duivelsberg af en zo door naar Maasmechelen, het kanaal en de Maas over waar in Stein de groep zich in drieën splitste: Ruud de achtertuin in, Ger via de Adsteeg naar Gulpen en Karel en Martin via Steinerbos, Geleen en Daniken na 130 km thuis. Een goede duurtraining aldus.

De Dode is blij met het uitkomen van zijn voornemens; of de anderen dat ook zijn horen we wellicht….

Ger voegt aan:

Na vorige week een stevige rit naar Banneux te hebben gehad, dacht ik gisteravond: ”rustig naar Tongeren”; vlak; bij mijn weten en ca. 120 km uit en thuis, geen Jos (Provence/Ventoux) en Hans (wederom na vorige week KBK). En dat na vrijdag met onze meiden in Gulpen in het Atelier een zeer fraai aspergemenu te hebben genoten en gisteren onze kookclub thuis te hebben gehad. Behoefte aan een rustige rit derhalve.

Om de laatste restanten van de afwas te doen (geen afwasmachine!!) tegen 6.00 wakker en de laatste zaken geschoond. Met tegen de 5 °C weg om 8.00 om op tijd bij de toren de maten te zien. Bij Sibbe de KBK-gangers tegemoet gereden. Bij de toren uiteraard Martin, maar ook Karel en Ruud. Mooi met z’n vieren, maar dat was overigens het laatste rustige moment en er werden onderweg weinig zinnen gewisseld.

Geragd dus naar Tongeren; continu boven de 30, Martin in het eerste wiel en na Tongeren richting Eindhoven; ook continu boven de 30. Twee lekke banden waren de redding voor even bij te komen.

De rit is vast en zeker door Martin uitgeduid.

Wat mij betreft 157 km!; boven de 27 km als gem! en toch nog > 800 hm; Gekkenwerk dus!!

Karel voegt nog toe:

Wat nog toe te voegen aan zo'n helse rit.

1. Eerste keer dit jaar boven de 100 km; ook maar direct ruim erboven. 2. Eerste keer langdurig hoog gemiddelde, ook ruim hoog. 3. Reconstrueren is onmogelijk vanwege en de snelheid en het draaien.

Gelukkig af en toe een lekke band en "verkeerd" rijders. Dit biedt adempauze !!!!!!
Al met al perfecte tocht als voorbereiding op de Vogezen. Ben dit jaar niet bang om te blameren.



Zondag 18 April - Koulen - Banneux - Koulen

Ger vangt aan:

Na een VAR-week, waarbij ik mijn mail goed heb bijgehouden, was ik vrijdagavond uitgepierd.

Wat blond voor me uit zitten kijken en zaterdag mijn eerste BETS-rit in Nijmegen. Goede opkomst en met een man of dertien het Reichswald met zeker 20 km veldweg gedaan! Het was gelukkig droog en aan het eind van die stroken (een beetje Parijs-Roubaix) maar een lekke. Verder was het veel op en af en door het gebrek aan wind kon er stevig worden geragd. Uiteindelijk 80 km, hm 570 en 25,7 gem. Uiteraard bij Beek nog wat klimmetjes gedaan, o.a. de Holleweg bij Val Monte en met 4 man volle bak en de grote plaat over de 7-heuvelenweg.

Op de terugweg Martin ge-SMS’ed of het vandaag wel doorging. Anders zou ik de AGR wel gaan volgen. “Natuurlijk” was het antwoord en op mijn vraag “hoeveel”:“5”. Omdat het zaterdag wel goed ging en ik KBK nog nooit helemaal had gedaan (te vroeg in het seizoen vond ik altijd) onvervaard geantwoord, dat ik er zou staan.

Nu vanmorgen bij 0.7 °C vertrokken naar Jos. De goesting was goed en de kou duurde nog geen uur.
Eigenlijk ben ik best tevreden. Op een paar stroken doorgetrokken op z’n Pou-Pou’s maar voor de rest zuinig gereden. Steeds in het vijfde wiel boven, waar de mannen zonder klagen stonden te wachten. Nu hield ik Martin en Henk tot 80% van de helling wel in het oog (behalve in de klim bij Banneux); echter het gas terug nemen van mij in de laatste 20 % van de helling zorgde toch wel altijd voor een gat.

Aan het einde niet over de rijksweg maar gewoon mee voor Elkenrade, Korte Vrakel en de Koulen. Beloond met twee keer de AGR te zien, waar we nog voor de bezemwagen de route meepakten. Prima ontvangst bij Marian en Jos aan het eind met goed vlaai, koffie en fris. Daarbij een fantastisch uitzicht vanaf hun terras. Tegen 16.00 terug om op tijd de finale van de AGR te zien. Kon op de rijksweg nog boven de 30 fietsen en kwam ze tegen in het dorp. Op tijd voor de buis om vanaf Eijserbos de finale te zien.

Fantastische dag en zeer tevreden met dank aan Hans, Jos, Martin en Henk. Dit met getallen, die ik langer al niet heb gezien; 147 km; 1972 hm; meer dan zes uur op de fiets en toch nog 23.0 gem.

Martin heeft niet zo veel meer toe te voegen - behalve wellicht dat dit bericht in Freiburg im Breisgau gecomponeerd wordt. Internet leerde dat Air Berlin - wegens de crematie van SugarleeHooper - de vluchten geannuleerd had, dus om 17h30 in de auto en nu, na een paar biertjes in het Novotel dit verslag.

Het was een mooie tocht vandaag - prima weer en het juiste gezelschap. Het ging eigenlijk wel goed - er waren keren slechter. Alleen in Wijlré bij de klim naar Elkenrade dreigde de kramp weer,maar niet meer dan dat. Het tweemaal wachten op de AGR was niet alleen 'wel aardig', maar bracht ook wat rust.

Kortom, een prima rit. En zij die klagen dat ik af en toe twijfelde bij het zoeken van de juiste richting: ga er zelf maar aan staan!

Morgen nog een uurtje naar Kaiseraugst en dan zijn we daar mooi op tijd! Ik zal proberen wo/do op de terugreis hotel Roess met een bezoek te vereren en jullie een 'first impression' te geven.

[Post-rit opmerking: Hotel Roess was gesloten - wel in de buurt geslapen. De tijdrit is fantastisch!]

Karel schrijft na zijn verblijf in Frankrijk:

Op zaterdagavond 17 april teruggekomen van meer dan twee weken Frankrijk. Markten, niksen en fietsen.
Op zondagmorgen kon ik het toch niet opbrengen om me op een vroeg tijdstip bij Jos te melden voor KBK; ook omdat het gras op mijn landgoed redelijk gegroeid was en ik komende week een heleboel andere besognes heb, waardoor dit alleen nog maar meer zou kunnen groeien
In de loop van de middag kon ik het toch niet meer opbrengen om thuis de tuin verder te onderhouden en ben toch maar op het Al-ros geklommen.

Via Spaubeek-Hobbelrade naar Genhout en door naar Ulestraten, Meerssen. Vandaar via de Oliemolen naar de Bemelerberg, die na laatstelijk in Frankrijk nog de Mont Bouquet beklommen te hebben eigenlijk niks voorstelt. Via een stukje Classic naar Welsden en door naar Sibbe. Onder luid gejuich van de toeschouwers (AGR) naar beneden en via de Krekelberg Jos en Marjan gedag gezegd. Jullie waren nog niet zo lang weg.
Via Klimmen naar Weustenrade en door Hoensbroek, Thull, Schinnen en Stammen weer naar Puth.

De ca. 350 km in Frankrijk waren goed merkbaar. Het ging uitstekend (was natuurlijk wel alleen).
BTW: de Mont Bouquet is de hoogste top bij mij in de omgeving. Top op ca. 700 m. Rondje vanaf mijn huis is 54 km. Na 32 km staat op de weg gespoten: "Ici commence l'Enfer 20++" En dat over een lengte van ca. 1 km. De rest is ook niet vlak.



Zondag 11 april

Deze dag voor het eerst dit jaar een min of meer ‘complete’ groep: Henk, Martin, Jos en Hans aan de toren. Karel in Frankrijk, Ger iets met kunst (welke vrouwelijke beroemde schilders kennen we eigenlijk) en de rest excuusloos.
Een warm weerzien, emotioneel dan – want het was koud: 4°C. Jos wilde naar het Roode Bosch dus daarheen via een omweg. Wat overigens opviel deze tocht was het massale aantal fietsers op pad.
De Waterval af, Rothem en terug naar het ‘Amby-pad’. Daar echter snel linksaf en de prachtig genaamde Kuitenberg op. Tegen een nu nog redelijk zwakke oostenwind. Van Berg via Terblijt naar Gasthuis en langs ’t Rooth. Daar zagen we een nieuw pad aangelegd, anticiperend op de schandalige uitbreiding van de groeve noordwaarts.
Op Jos’ instigatie linksaf naar Groot Welsden en M’ten. Daar bij het stoplicht overgestoken maar dan afwijkend naar rechts over superstrak asfalt, vals plat omlaag en de wind mee naar Eckelrade. Gelijk in het dorp linksaf de binnendoorweg naar St. Geertruid, waarop, in tegenstelling tot Hans voorspelling, geen pratsch. Te Libeek op Henks aanwijzingen rechts naar de Mescherhei en te Mesch het nieuwe fietspad naar ’s-Gravenvoeren gevolgd om daar via Hennekensput het andere fietspad te vervolgen naar Martensvoeren.

Vandaar de klim naar Ulvend omhoog en zo via de Plank naar de gekozen rustplaats alwaar goede koffie (met chocolademousse), vlaai en kout. Zo na een half jaar te veel onderwerpen om voldoende uit te diepen. Wel nog een discussie gevoerd met de verontruste uitbaatster wat te doen aan al het afval dat fietsers (en wandelaars) in de omgeving achterlaten.
We kwamen er niet uit.

Na de pauze niet gelijk koud afgedaald maar eerst door het Roode Bosch waar Martin al snel een prettig en gezwind focuspunt gevonden had – alleen Hans kon volgen – Henk als gewoonlijk post-rest-slow-starter. Te Hagelstein links naar Hombourg en in de afdaling idyllisch links, waar een paar schapen uitgebroken waren en op de weg liepen.
Onder in Hombourg commandeerde Martin onverwacht ‘rechts!’ en zo via de Côte de Hombourg naar Sippenaeken, Kuttingen en langs de Smidse (wegens het opgebroken zijn van de hoofdweg door Epen) naar Mechelen. In een mixed groepje zeer snel naar Partij en in Wittem reden Henk en Hans nog bijna een paar lieden van katholieke inborst, met hun hoofd nog in de wolken (of een jongensbroekje natuurlijk) en een rotsvast vertrouwen in hij dit alles goedkeurt, die zonder op of om, maar vooral links, te kijken overstaken.
Ze waren nog vervolgen ook!
In Wijlré moest Martin de kopgroep laten gaan, maar voor Schin op Geul, dankzij het achterop komen van de groep van WTC Klimmen alsnog de kopgroep ingehaald. In het vuur van de strijd niet gezien dat Hans en Jos er vanaf waren gegaan – zo zei Henk.

Terwijl Henk en Martin op de Koulen nog even op Jos gewacht hadden (niet gezien) gaf de teller ‘AVG 27.0’ aan… Henk en Martin via Klimmen, Hulsberg, Hunnecum, G’grubben en Schinnen de Côte Terborgh op en zo thuis met, voor Martin 99.8 km op de teller.
De hegemonie vandaag was weer duidelijk: Hans veruit en onverstoorbaar de eerste: vlak en bergop. Henk en Martin bergaf de besten en vlak gelijk aan Jos, die natuurlijk op het steile weer in zijn element was. Het viel echter al met al niet tegen.

Vergeet u niet op te geven voor Koulen – Banneux – Koulen op Zondag 18 April!

Ger schrijft:

Vanmorgen nog met Reinouw en haar collega’s aan de expositieaankleding gedaan.

Kasteel Oud Rekem is de plek en dan in het wat vervallen kloostergedeelte; schitterend effect!

Tegen 12.00 klaar en tegen 13.00 op weg naar Banneux, want dat was de rit die ik had bedacht. De klassieke route; dus via Charneux en het kapelletje door naar Herve, Xhendelesse, José, Bois d’Olne en in Fraipont rechts naar de klim naar Banneux. De bordjes naar Hurlevent (onze vaste stek de eerste Ardennenjaren met BETS) waren weer een mooi herkenningspunt. Overigens was het rioolwerk in Xhendelesse nog steeds niet klaar.

In Banneux niet gestopt, maar meteen door het gekapte bos omlaag. De uitzichten waren fraai. De oude fabriek in Pepinster lag er nog even troosteloos bij. Bij de Shell links omhoog; blijft een fraaie klim en zo gekend terug naar Henri Chapelle. Naar beneden geracet en in Hombourg voor het karakter nog eens omhoog. Vervolgens ook nog bij Sippenaeken vals omhoog naar Gemmenich. Daar de Pas van Wolfhaag en vervolgens via Vaalsbroek terug.

Tevreden over de rit; 111,5 km met een gem. van 24,3 en daarbij voor het eerst > 1000 HM, te weten 1390



Zaterdag 3 – zondag 4 April - Paasweekend

Klaarblijkelijk is alleen Ger onderweg geweest; de webmaster zat in Engeland en heeft daar alleen op een Batavus naar de supermarkt gefietst om bier te halen…

Weer een mooie fietsdag. Paasweekend, wacht dus gelegenheid genoeg voor het Gulper bergcriterium.

Je hebt de Catalaanse week, de driedaagse van de Panne en het tweedaags Gulper bergcriterium.

Nu deed ik aan dat laatste spektakel alleen mee, maar dat is - zeker met wind - nog geen voorwaarde voor succes. Toch heb ik zaterdag en vandaag mijn wacht goed kunnen verteren en meer dan prima gefietst. Eerst echter mijn werkgever nog gediend met een aantal uren arbeid waar ik bij gebrek aan vrije avonden voor mijn werkgever niet aan toe was gekomen. Binnen zitten en geconcentreerd bezig zijn, moe, toch nog op de fiets gestapt. Het zag er redelijk uit en ik wilde wat achterstallige km’s inhalen. Zaterdag maar een klein buitje toen ik laat vertrok (16.00) op de Ingber, maar de rest droog. Een nieuw circuit ontdekt door door te steken naar Scheulder en vandaar via de Fremme terug naar de Hut om daar af te slaan richting Osebos. Langs de camping met wat Paasgasten vals omhoog naar Reymerstok en daar via de grote weg gekend naar Honthem. Daar bracht de wegopbreking in Margraten en mijn 1 uur opkomst me toch naar C&K om daar af te dalen en via de holle weg omhoog naar ‘t Rooth. Die klim doe ik normaal nooit, maar hij loopt lekker. Boven weer terug naar Sibbe en via de grote weg weer naar Wittem. Die rij ik zo mogelijk nog vaker dan de Ingber. Bij Wittem overgestoken voor Schweiberg met prima nieuw asfalt en daarna als toetje de Schilberg met kiezel en troep; het was daar spoorzoeken. De rest was (op nog een keer de Ingber na) gewoon lekker doortrekken.

Prima afgerond met 70 km, hm 661 en gem. 25,5. Meer dan tevreden.

Gisteren en famille weer eens gezamenlijk ontbeten en daarna met Reinouw het huis wat opgeruimd. We zijn onze badkamer aan het vernieuwen (alles eruit, incl. tegels) dus het stof zit overal. Daarna samen met Reinouw wat met die stokken gerommeld; maar dat hield niet over. Ook nog de Ronde gemist, maar dat later in de samenvatting goed gemaakt.

Over vandaag kan ik kort zijn; letterlijk honderden fietsers gezien. Ik geloof dat er zo meer fietsers actief zijn dan voetballers. Het was dus samen met een lekkertje zonnetje dus echt genieten zo. Alleen het eerste uur van vertrek was met 5 °C toch echt frisjes. Ik had me bewust gekleed op de ca. 12 °C die ik vrij snel verwachtte en ook kwam. Min of meer datzelfde rondje van zaterdag gedaan; d.w.z. Ingber en vals plat Reymerstok ieder een keer en ‘t Rooth, Schweiberg en Schilberg ieder twee keer en ook nu weer afgesloten met lekker doortrekken. De kengetallen van vandaag 113 km hm 925 en gem. 25,4. Het weer boven de 25 gem. komen, voelt meer dan prima.



Zondag 28 maart – zomertijd

Ger
verhaalt:

Gisteren me eerst vergewist hoe laat bij de toren: 9.30 was de boodschap. Ergo uitslapen kon nog!

Vanmorgen toch op tijd weg en met een extra rondje langs de kerk was ik ruim op tijd bij het bushokje waar - nagenoeg gelijktijdig - ook Jos zijn opwachting maakte. Tegen 9.30 verscheen Hans met een nieuwe Velo voor winterse omstandigheden. Een Stevens met recht stuur; V-brakes, zwart/grijs zodat er niet altijd behoefde te worden gepoetst en het moet gezegd: hij fietste als een echte heer. Daarbij nog de mededeling, dat hij weer eens zijn gezicht wilde laten zien. Dat gold ook voor Jos en mij, maar dat waren de enige gezichten. Loek had vrijdag nog tegen me geroepen er te staan,maar…… En de rest; in verwarring door de zomertijd……?

[N.v.d.Wm: De Dode, Kareltje Knetter en Jan Starmans waren heden op geheime trainingsstage – in de buurt van Garderen]

De route was simpel: tegen de wind dus Pam-Pam, hoewel ik onderweg dacht dat Tongeren ook had gekund. Jos en ik aan de rol bij Hans die zijn Joop Zijlaardpostuur niet echt bij zich had; dus dat scheelde niet echt. Vervolgens werd er hard gekacheld; dat kan ook niet anders met deze heren. Valkenburg was de richting en daar Daalhemer op, vervolgens naar Margraten en uiteindelijk via Libeek naar Mesch. Daar doorgestoken naar Withuis. Ondertussen kwamen massa’s fietsers ons tegen. Klaarblijkelijk een tocht.

Bij Pam-Pam was nagenoeg ieder tafeltje vol; fietsers, lokalo’s en uiteraard wij. Gespreksonderwerpen waren er genoeg, maar we hebben nog wat overgehouden voor de rest van het jaar. Ons derhalve beperkt tot Hans zijn sedert november jl volstrekt arbeidsloos leven door te nemen en uiteraard paters/priesters en verrassend ook onderwijzers.

Omdat de afstand tussen Hans/Jos en mij op momenten die er toe doen (in mijn ogen) meeviel, bij vertrek Hallambaye geroepen. Ook die viel me niet tegen en vervolgens gekend terug via St Pierre en Slavante. Nu met wind in de poeperd, dus het gem. ging lekker omhoog. Via M’tricht en Beatrixhaven naar Meerssen, waarbij ik ergens een putje nam en dus boven aan de Oliemolen mocht wisselen. Bij Martin is dat F1, maar wij hebben daar een gezelschapsspel van gemaakt. (Inmiddels band geplakt en buitenbanden vernieuwd) De wind was zo sterk, dat we weg dreigden te waaien. Door de Dellen via Franciscusoord naar Valkenburg waar bij het stoplicht in het centrum Hans links Klimmen aangaf.

Omdat ik inmiddels de >100-km-neurose heb ontwikkeld en de teller pas op 80 km stond meegegaan, maar de heren wel de vrijheid gegeven. Voor de Koulen afscheid genomen van Hans en daarna van Jos en verder naar Ransdaal om de Karstraat te pakken. Voor de wind nog naar Ubachsberg om als toetje en voor het karakter tegen de wind te eindigen. Voor tweeën binnen en na het douchen en fiets poetsen naar het fietsen gaan kijken, want ik was toch redelijk moe. Kleine 4 uur op het zadel voor bijna 104 km en toch nog hm 840 en 24,5 gem.

Weer een mooie fietsdag. Paas-weekend wacht dus gelegenheid genoeg voor het Gulper bergcriterium.



Zondag 21 maart – Het begin van de lente

Ontegenzeglijk was de weersverwachting niet denderend, maar echte mannen zijn niet van suiker, gaan niet in het Nederlandse leger en al helemaal niet naar het seminarie – echte mannen gaan gewoon fietsen.

Dus stonden Henk en Martin aan de toren, zonder vooraf ge-SMS met codes als ‘?’ of woorden als ‘Schönwetterloch’.

Wederom was het een komen en gaan van fietsers en fietsters op de weg, maar geen verdere HQC’ers meer…

Henks suggestie was ‘Welkenraedt’, een woord voorin de mond van de Dode, dus op naar…

De heenweg besloten relaxed te rijden dus de Stoepert af en door het Geuldal naar Wijlré en over de grote weg – wegens het afgesloten zijn daarvan – door naar Gulpen; in de finaleklim nog even een smalle klimmer die voorbijkwam succesvol geattaqueerd. Langs Neuburg bekend naar Slenaken, Teuven en de côte d’Hombourg. Over de grote weg links en vrij snel na het spoor een klein weggetjes rechts in dat met een groot aantal bochten en kleine hellinkjes uiteindelijk in Montzen-Gare uitkwam en zo door naar Lontzen.

Over het Hazenpad tegen de wind in om in Welkenraedt de bekende patisserie met ons bezoek te verwennen. Henk netjes het kussentje van de stoel omhoogklappend, teneinde vuil worden door zijn bezande bips te voorkomen, zich echter niet realiserend dat zijn rug tevens nat en bezand was en zo aldus het kussentje alsnog het uiterlijk van een doorgereden haan kreeg.

Over doodrijden gesproken: lang hebben alle padden (Bufo Bufo) de lange winter moeten wachten, het zaad berstend in de daartoe ontwikkelde organen – nu de vorst definitief uit de grond is, is er geen houden meer aan en zonder links of rechts te kijken steken zij massaal de weg over. Zonder overdrijving stel ik zeker 100 dode beesten gezien te hebben; soms zelfs de geur ervan menend te waarnemen.

De terugweg aanvangend in nog steeds de regen, maar onverwacht snel in Henri-Chapelle, mooi langs de Gulp naar beneden spetterend (ik voel een associatie opkomen…) en in Teuven de Gieveld open over Heijenrath naar Gulpen en Gers geliefde Ingbergracht op.

Op het plateau even bijten tegen de wind en via Sibber en het Klein Haasdalletje naar Spaubeek waar onze wegen zich scheidden.

Thuis, met 100 km en 940 hm op de teller tevreden mezelf en de fiets afgesopt.

Ger vult aan, tijdens het schrijven van bovenstaand:

Een sportief weekend, ondanks weer(svoorspellingen).

Gisteren ben ik weer eens met die stokken en dat balletje aan de slag geweest. Mijn maatje belde last minute af met griep of zo en zo kwam het dat ik met twee Brabo’s uiterst aangenaam heb gelopen. Op de terugweg bij Valkenburg zag ik een gele CIOCC met een rijstijl die die van mij qua souplesse en schoonheid benaderde; dichtbij zag ik geen helm: “dat kon alleen maar Jos zijn”. Wat op en neer gekout. Jos wilde het weer van vandaag voor zijn, had echter buiten de wind gerekend en die stond gisteren knap smerig. Nog even over de toren en de Vosges gehad en weer verder voor de finale van de Prima Vera.

Als P.A. van Jos hierbij de melding aan Martin dat Jos uiteraard meegaat naar de Vosges. Hij had digitaal wat zitten pielen, maar dat lukte niet vandaar zijn verzoek aan mij dat aan Martin door te geven. Bij deze dus en dat geldt uiteraard ook voor mij. (Note van de webmaster: ik heb een mailtje van Marianne Dautzenberg gekregen met de mededeling “ik ga mee”; ik heb dat vertaald naar “Jos gaat mee”.

Prima Vera was genieten; zo hard naar boven en het gros van de sprinters geeft dan geen krimp. Het koersinzicht van Freire was evenzeer om van te genieten; wat kan die een finale rijden. In feite zonder ploeg nadat ze hem op de Cipressa hadden afgezet. Zeer fraai.

Daardoor geïnspireerd, besloten vanmorgen aan de toren te staan. Redelijk op tijd in bed nadat we met een aantal (Belgische) vrienden bij ons thuis de winter hadden afgesloten met een“Winterkostdiner” d.w.z. boerenkool, hutspot en nog wat van die zaken in Nouvelle Cuisine hoeveelheden. Daarbij wat aparte biertjes, prima kout. Perfecte dag dus.

Echter vanmorgen om 7.00 zag ik allen maar grijs en regendroppen. Omdat ook nog twee kids thuis waren, maar gekozen voor het gezamenlijk ontbijt met een eitje! Tegen tien echter toch de Rogianni gepakt, na eerst nog enige twijfel over de MTB. Doel zo’n 75 km en redelijk vlak met af en toe een knipje.
Vertrokken over Ingber naar Valkenburg en daar vals omhoog via de Heek naar Klimmen. In de miezer afgebogen naar Hulsberg en de toren en vandaar doorgestoken naar Beek. Via Catsop en Elsloo naar het kanaal en vandaar tegen de wind naar Bunde/Meerssen. Gewoon verder tegen de wind via het jaagpad naar Withuis om vandaar eindelijk wat rustiger te kunnen peddelen. Besloten la Heydt te doen (daar moet Loek toch nog van dromen hoe die daar ooit glorieus naar boven ging als de sprinters gisteren op de Poggio!) Boven weer effe tegen de wind en in de regen afgedaald via het fort van Neufchateau. De weg over en lekker geklommen naar Mauhin om vandaar met wat wind in de poeperd en de regen toch van voren via Val Dieu naar Aubel vals omhoog te gaan. De fiets en ik zagen er inmiddels niet meer uit, maar dat gold voor meerderen; het viel me op, dat er gewoon werd doorgefietst door vele groepen en groepjes!

Omdat het karaktervormend was voor de moraal al eerder besloten > 75 km te doen en het maar te laten afhangen van waar ik uitkwam.

Klim uit Aubel en via Remersdael gedaald om bij Teuven die mooie klim naar Beusdael te pakken. Via Sippenaeken naar de rand van Epen en daar via wat op en neer naar Mechelen om via Partij via een klein detourtje boven de 100 te komen.

Fiets en mezelf op zijn MTB’s buiten afgespoten. Tevreden dat ik gegaan ben.



Zondag 14 maart – De oudjes doen het nog goed

Gers
verslag is het eerste klaar:

Zoals jullie al eerder lazen, voel ik me al weken een beetje “truttig”. Zin om te fietsen zeker, maar absoluut geen power, dus liever niet en groupe, bang om te forceren, resp. om met een“hoest/fluim/rochel-explosie” de slag te missen. De slag heb ik derhalve gemist, maar ik ben ook wel weer een half litertje snot kwijtgeraakt onderweg; overigens zonder iemand te raken.

Derhalve deze week al wat slapjes gereageerd op Martins mail om wat heuvels te verkennen en daar had ik vanmorgen geen spijt van (Sorry!). Wel dom vergeten te reageren of er toch nog wat rustig peddelende Toren-mensen zouden komen, dus vanmorgen tegen 9.00 vertrokken met de bedoeling vlak te fietsen via de Voer en daarnaast wel boven de 100 km te komen.

Het een is gelukt, het ander niet; wel de volgorde omdraaien.

Vertrokken naar Slenaken om via Teuven in Aubel te geraken. Echter midden in Slenaken besloten aan karaktervorming te doen en links afgeslagen de Loorberg op om bovenover af te dalen naar Epen om(via wat wegomleggingen) het door mij zo verfoeide vals plat naar Sippenaeken/Beusdael te pakken. Ik dacht dat dat wel karaktervormend zou zijn en dat was ook zo op de open stukken: vals plat en valse wind.
De mooie klim uit Beusdael weer afgedaald om via Remersdael - bij de kerk links - klim drie van de dag te pakken. Vervolgens boven afgeslagen naar Aubel en vandaar met twee Walen kop over kop naar Val Dieu en Mortroux. Zij reden 32 km/h en ik 34; het “doucement” deed me goed, maar bij Mortroux was ik knap kapot (en zij niet; hoe zo Pou-Pou). Was wel lekker na dat gepeddel tegen de wind met een gem. van niks.

Bij die troosteloze Waalse kruising bij Mortroux overgestoken en dat is toch een mooi stukje om via Dalhem in Visé te geraken. Bij Pam-Pam wederom geen terras en fietsen, dus maar over de brug moeder Maas opgezocht om met halve wind terug te keren naar M’tricht, waar ze inmiddels hersteld lijken van carnaval en de Leers-festiviteiten. De stad maximaal vermeden via de klim bij Slavante, waar stevig wordt gerestaureerd en via de Beatrixhaven naar de door Loek vorige keer zo geloofde klim in het Bunderbos naar Kasen. Hoe moe ik ook ben, die is voor mij altijd lekker en goed te doen. Uit Grevenbicht op die klimmen daar jarenlange ervaring; dus laat ik het er maar inwrijven.

Eenmaal boven besloten niet de gekende route via Waterval etc. te doen, maar om > 100 km te komen via Geulle, Catsop en de Adsteeg. Ook weer goed voor de moraal, want dan was ik weer verzekerd van wat valse wind. En zo geschiedde! Adsteeg-Watertoren-Valkenburg en Provinciale weg naar Wittem, zou me net boven de 100 km brengen. Dat vond ik echter marginaal werk, dus nog een klein Gulpen’sD-tourtje voor de aan het eind tegen de 107 km; hm. 855 en toch nog het gem. van in het begin niks naar 23,5 km opgetrokken. Noch niks, maar bij rustig fietsen en veel middenblad toch tevredenstellend.

Anderen hebben ook gereden en wel Jan S., Karel, Henk en Martin. Aangezien Jan, Martin en Karel uitgenodigd zijn om in juni aan een NOC*NSF sponsortocht de Alpe d’Huez op te rijden en als tegenprestatie een oefentocht door het Zuid-Limburgse land, te houden op 1 mei, uit te zetten. Deze zal starten vanaf het Roda-Stadion. Dus vandaag de eerste test, waarbij we vergezeld werden van twee jonge honden (beneden de 30) die 1 mei ook van de partij zouden zijn.

Uiteraard hadden Henk en Martin besloten met de fiets naar Roda te gaan. Aangezien de afspraak was bij de Griek te Doenrade (door Martin vrijelijk vertaald naar De Uiver - daar stond wat minder wind)en wel een uur vóór onze afgesproken tijd zouden we dus veel te vroeg aankomen te Roda en daarom maar via wat omwegen erheen: door de achtertuin van Kasteel Doenrade, Merkelbeek,Brunssum (vlak langs de flat met het uitgebrande trappenhuis), Landgraaf, Rimburg, Eygelshoven en vandaar een uiterst interessant klimmetje gevonden, de Hopelerweg, dat ons uiteindelijk achter het industrieterrein van Dentgenbach naar Heerlerbaan en zo vier minuten over tien bij het Roda Stadion met 32 km op de teller bracht.

Vertrokken over een interessante route, waar het Karel bestond om bij een hoge stoeprand aan de start met fiets en al tegen de vlakte te gaan. Een ingewikkelde route, in telegraafstijl: Imstenraderweg af, Daelsweg, Eijserheide, Elkenrade, Wijlre, Partij, Gulpenberg-Oost (daar boven ging een van de jonge lieden met fiets en al tegen de vlakte daar hij te moe was zijn voet tijdig uit het pedaal te klikken), de Koning af en via Pesaken naar Slenaken en de Loor op en naar Epen weer af. Over de inderdaad opengebroken straat naar Kuttingen en Sippenaeken, Gemmenich en de Trois Bournes op.

De twee jongelui reden consequent (ver) achterop, een opsteker voor de volslanke Henk en Martin en voor Methusalem Leenders – het zal ze leren!

Na de pauze bij de Bokkenrijders heel koud de Vaalser af en het Vijlenerbosch omhoog, waar Henk en Martin de afkorting achter Lodge7 namen, duidelijk korter.
Bij Buitenlust terug omhoog, Vijlen, Hilleshagen, Mechelen en de Kruisberg omhoog.

Op de Kruisberg richting Baneheide, maar daarvoor scherp links en naar kasteel Goedenraad en Eys. Eys lag er ook als een open ruggetje bij, maar door het zand toch de Eyserweg omhoog naar Trintelen alwaar, ongebruikelijk, rechtsaf afdalend naar Bosschenhuizen en zo richting Simpelveld.
Echter voor Simpelveld scherp links omhoog een klim zonder naam (Schanternelsweg heet ‘ie) maar uiterst vals bovenin. Tegen de wind richting Vrouwenheide en zo over de grote weg langs Molsbergen de Beitel terug naar het Roda Stadion, daar 75.03 km van de beloofde 75 km afklokkend.

De jeugd in vertwijfeling achterlatend.

Henk en Martin tegen de wind in terug naar het noordwesten waar we onderweg ook nog een regenbui oppikten – dus niet alleen voor de jeugd karaktervormend. Thuis stond de teller op 124.7 km @ hm 1521. Niet slecht voor de tijd van het jaar!

O ja: aan allen die zich in de winter verschuilen, dood zijn of anderszins onder een steen leven: als je mee wilt naar de Vogezen, moet je je nu aanmelden daar ik kamers ga reserveren!



Zondag 7 maart

Ger
vangt aan met zijn (poep)fietsverslag:

Fietsen is een denksport bleek mij vandaag weer eens.

Om 7.00 opgestaan om de uit januari jl. uitgestelde Specialized tocht alsnog te gaan doen. Had echter gisteren en vannacht bijna continue zitten hoesten (had vandaag dus ook geen bel nodig!) en voelde ik me eigenlijk niet al te best. Competitie in een zware tocht was wel het laatste waar ik op zat te wachten.

Dus weer het bed ingedoken voor nog een extra uurtje en contemplatie over wat nu te doen en rond 8.00 wist ik het: “Margraten-route”; een paar stevige klimmetjes, o.a. bij ’t Rooth waar nu de weg wordt verlegd voor nog wat “mijnbouw”, maar overall goed te doen. Ik was echter nog niet voorbij Scheulder gehoest en geproest of ik dacht, dat dat met mijn breekbare gestel toch wat teveel voor de moeite eraan zou zijn.

Verstandig (of watje) als ik dacht te moeten zijn, gekozen voor vlak. Bij Margraten de provinciale weg overgestoken en terug naar het plateau bij de Hut; pal in de wind en in open veld. Al snel bedacht ik, dat ik dan eigenlijk liever klimmetjes had, maar ja om weer te draaien was toch te gek bij al dat getwijfel. Voordeel van zo vroeg weg was wel, dat het pad gewoon lekker hard was en op wat tractorsporen na goed te doen. Bij Reijmerstok weer richting Banholt en als ik het simpel zeg een beetje parallel aan de provinciale weg heerlijk - want voor de wind - naar Gronsveld gekacheld. Ondertussen was de moraal weer terug en bedacht ik me, dat bij tegen de wind terug het uittesten van mezelf op een van de mooiste MTB-klimmen er nog wel bij kon en dus mijn doel zou zijn. Dat is de klim in Bemelen naar de Rasberg; links een helling, rechts het dalletje met wat groeven en je fiets altijd op bladeren. Gewoon steil en op drie plekken extra steil.

Eerst echter vanaf Vijverdal naar Bemelen door het bekende riviertje aan de voet van de helling. Daarbij zorgvuldig proberen zelf niet te nat te worden en dan omhoog. Dat van die denksport heeft dus vandaag alles met die klim te maken. Geen enkele ambitie mijnerzijds, felle wind tegen vanuit het dalletje en ik ben nog nooit zo makkelijk boven gekomen!! Het gehoest erna was echter niet van de lucht.

Weer gedaald op de inmiddels wat zachter bovenlaag en via nog wat plassen en plakkende modder, was mijn voorderailleur niet meer te bewegen: vastgevroren.
Omdat het middenblad bij rustig koersen paste en ik mijn urine voor thuis wilde bewaren gewoon naar huis gefietst; Cadier &Keer, achter het oorlogskerkhof langs en voor de moraal nog eens dat plateau bij de Hut tegen de wind. Gewoon naar het voorwiel kijken en dan is het ook weer zo achter de rug.

Alles bij elkaar 53 km; toch nog een kleine 500 hm en een gem. van 17,5.

En oh ja; het was druk veel MTB’ers die ook zonder Specialized konden en ook de nodige goed ingepakte racers. Ben benieuwd naar de rest.

De rest heeft ook gefietst en wel in de vorm van Martin (schrijver dezes), Henk en – zeer bijzonder – de Phoenix van Oderen!!

Aan de Kluis verscheen om 9.00 h geen Henk, hij had ook niet op het forum gepost, dus maar alleen op de toren af. Fris, maar weinig wind en een helder zonnetje. Aan de toren verscheen al heel snel Loek (hij had op het forum medegedeeld er te zullen zijn, maar dat is geen garantie) en om vijf voor half toch Henk, die in Sittard twee lege biba’s had.

Op Loeks verzoek niet al te heuvelachtig en met een zwakke wind mee de Waterval af, Meerssen de Oliemolenweg omhoog (waar Loek even optimistisch maar tevergeefs probeerde als eerste boven te komen,Henk onderwijl een Ketteschwalbe ondergaand). Door het veld richting Bemelen en bij de put rechtsaf de Antoniusbank over (10 %) en in Cadier de Orenberg af.

In St. Gieter een grote fietsgroep uit Glans (waar deze week het tweede recente spoorwegongeval in België plaatsvond) met kettingpech voorbij. Niet de Mescherhei over, maar langs het benzinestation via Withuis en Moelingen naar de stuw en verder langs de Maas naar Pam-Pam. Aldaar uitgebreid gediscussieerd waar we vaker over zouden moeten discussiëren.

De terugweg werd gekenmerkt door een langzaam aanwakkerende wind, die ondanks de zon, ijzig aandeed. Over de voetgangersbrug bij het haventje van Visé en zo de stuw over om door de Eijsderbeemden noordwaarts te gaan tot Maastricht. Door het centrum gewrongen en de sluis van Borgharen over, Ankersmit langs en de brug over. In Bunde wat gepield om zo aan de voet van de Kasenberg te geraken. Bovengekomen uitte Loek: “Dat had je nou niet moeten doen.”.

Door het veld de snelweg over, het vliegveld langs en door Geverik, Kelmond, Genhout en Grijzegrubben naar Nierhoven. Henk en Martin Loek maximaal uit de wind – met een toendreus karakter volgens mij – houdend. Te Nierhoven aangekomen zei Loek, met de verjaardag van zijn schoonmoeder deze middag in het vooruitzicht, “Dankjewel mannen”.

Een goed begin. Overigens Loek gevraagd of hij ook nog een bijdrage zou schrijven…

Deja Vu

Ik ben al heel lang niet meer bij de toren geweest, en verwachtte dat er inmiddels wel heel veel veranderd zou zijn. Ouder en wijzer weet je wel.

Nou nee:En hoe ging het: op en neer naar Visé, weet je wel. Koud, heel koud, 's ochtends weinig wind mee, terug veel meer tegen. Dat bergje naar Kasen is een kloteding. De zondag is verder naar de filistijnen (schoonmoeder ook nog jarig). Martin zei dat hij niet zo veel had hoeven in te houden, buiten berg op en met wind tegen uiteraard en maar een beetje bij wind mee. Berg af was niet echt een probleem. Toch wel een beetje enigszins voldaan.



Zondag 28 februari

Henk schrijft:

Om 8 uur kwam weer Martins ?-SMS binnen. Ik antwoordde met “Schönwetterloch hè”, want buienradar gaf aan dat het lang geregend had, maar vanaf dat moment ook lang droog zou blijven. Bij de toren was er nog niemand. We filosofeerden dat dit toch geen weer was, om thuis te blijven (voor mannen dan). Even later bleek dat zelfs vrouwen geen enkel probleem hebben met 10°C, dreigende regen, straffe wind en af en toe een waterig zonnetje, ze kwamen in gelijken getale met mannen langsrijden. We bespraken nog de bijdrage van de Adelaar van Oderen aan het DSM jaarverslag, “gelukkig zijn we niet pound foolish geweest”, en concludeerden dat zulks zeker geen betrekking op zijn lichaamsgewicht kon hebben. Op deze manier kan hij natuurlijk nooit de bergen in. We vertrokken in zuidelijke richting om ervoor te zorgen dat we, bij eventuele regen na de koffie, in ieder geval de wind mee zouden hebben. Het doel was Pam-Pam. We kozen voor een route die we niet al te vaak nemen. Eerst het Haasdal af naar Strabeek. Hier werden we getrakteerd op het eerste zonnetje, terwijl het aan de andere kant nog regende, hetgeen een prachtige dubbele regenboog opleverde. Daarna gingen we Geulhemer berg op, door Terblijt naar Gasthuis, en langs de groeve naar Cadier en Keer. In het dal kreeg ik een lekke achterband. Martin hielp enthousiast met wisselen en wilde om het laatste stukje lucht erin te krijgen demonstreren dat zijn pomp beter was dan de mijne. Na 1 slag stond hij met een pomp in drie stukken, en ik weer met een lege achterbanden een krom ventiel. Nadat ik ook de gesp van mijn helm, die ondertussen uit elkaar gevallen was, weer had gerepareerd, konden we eindelijk verder. We gingen de Orenberg af richting Eckelrade, en vandaar vond Martin een prachtig veldweggetje richting Sint Geertruid, zodanig dat we de hoofdweg dwars over konden steken richting Libeek en Mescherhei. Op dat stuk stond de wind pal voor en kop over kop haalden we snelheden van ongeveer 15 km/hr. Gelukkig kon ik al weer wat meer meetrappen dan vorige week, al was Martin nog wel net even iets sterker. Met iets minder last van de wind bereikten we vervolgens via Mesch en Withuis tenslotte Pam-Pam.

Pam-Pam was veranderd. We konden het eerst niet goed duiden. Het voelde gewoon niet zo vertrouwd. Aan het personeel kon het niet liggen. Lieve meisjes die voor ons zelfs Nederlands met zo’n charmant Frans accent spraken. Plotseling wist ik het: Geen ABBA. Teleurgesteld rekenden we af. We besloten optimaal van de wind te profiteren door langs het kanaal richting Maastricht te gaan. Zonder te remmen haalden we snelheden van 36-38 km/hr. Bij de Slavante had Martin genoeg van het luieren en piepte twee keer onverwacht linksaf. Gelukkig kon ik steeds net op tijd schakelen. Bovenop de Pietersberg was het lawaai van de wind door de bomenrij langs de groeve indrukwekkend. Van daar reden we door Maastricht naar de stuw bij Borgharen, en langs het Julianakanaal naar Bunde. Martin wilde vandaar naar Kazen, maar gaf niet op tijd aan welke baan ik moest nemen, waardoor we via Geulle moesten. Martin koos daar voor de Moorveldberg. Het was voor mij de eerste keer en hij zag er steil uit, waarop ik een kettingschwalbe kreeg. Materiaaltechnisch was het een belabberde dag. Nadat de ketting er weer op lag kon ik rustig verder klimmen zonder achter Martin aan te hoeven harken. We vervolgden onze weg via Catsop, Beek, Neerbeek naar Geleen, waar Martin me nog even uitdaagde mee te fietsen naar Sweikhuizen. Maar onder verwijzing naar zijn eigen keuze in Puth te gaan wonen en het feit dat ik al jarenlang 5 km extra rijd voor onze ritjes bedankte ik daarvoor. Met 80 km op de teller en 700 hm op die van Martin, de fiets al weer schoongespoten in de garage, en het verslagje getikt, alle reden voor een tevreden gevoel. Jaloers? Gewoon meefietsen.

Ger voegt toe:

Alleen maar ter explicatie een bericht uit de sportsamenleving (tenminste als je dat Gulpens > 55 jaar-gedoe zo wil noemen; en dat doe ik).

Een erg fraaie Dolomieten expeditie gehad met veel Marmolada, Fedaia, Pordoi etc, maar dan per ski.

Vijf dagen stralende zon en supersneeuw
Een dag bewolkt en ook supersneeuw
Twee dagen zoveel sneeuw en laaghangende bewolking, dat bij 1 afdaling ik niet meer wist of ik voorover of achterover dreigde te vallen en of ik daalde, resp. omhoog skiede!

Vandaag wacht, storm en een hoofd vol snot, dat er maar niet uit kwam. Ergo, ca 2,5 uur op home- en cross doorgebracht.

Dat liep prima en de sauna direct de finishing touch

En oh ja in de klaarblijkelijk weer geherintroduceerde kg-competitie, heeft het van voor 9.00 tot na 17.00 skieën de Weizen ruim gecompenseerd; ik ben in kg’s weer verder terug!!!



Zaterdag 27 februari

Karel schrijft:

Het weer was zacht, de wegen droog en de verwachting voor zondag slecht. Dus Martin maar gebeld of er eventueel interesse was om de zaterdag op te offeren en een stukje te gaan fietsen. Een volmondig ja was het resultaat.

Om 15.00 samen op de fiets en Zuid-Limburg in. De wind was nog stevig dus voorstel was om maar richting zuiden te vertrekken om met wind in de poeperd terug te komen.

Via Thull naar Nierhoven waar een grote CDA poster huize Radix sierde.

Na nog onenigheid met iemand die in de auto tijdens het bellen aan het rijden was doorgestoken naar Swier. Vandaar uit door het Geleenbeekdal richting Landgraaf om de eerste aanzetten voor de Classic 2010 te verkennen. Leuke doorsteek door het bos achter Parc Imstenrade (Buldersweg) en via via naar Landgraaf. Daarna is het een grote vernieuwende route geworden die ik niet kan reconstrueren. We zijn in Kerkrade, Landgraaf, Chêvremont Heerlen, Bij de Sigranogroeve, Brunssum, Merkelbeek, Bingelrade en Doenrade geweest. Martin kan het misschien opzetten. Ik niet meer. Al met al een zeer inspirerend en vernieuwende route. Gezien de weersomstandigheden op zondag (nu dus) denk ik dat het een goed besluit is geweest.



Zondag 21 februari

Zenuwachtig verkeer op het forum de dag voorafgaand. Zelfs een teken van leven van de Adelaar van O dat hij aan de toren zou verschijnen!

Martin antwoordde dat hij er zou staan als het niet zou regenen, Karel zei ook zoiets en Henk wilde de nacht afwachten.

De volgende ochtend lag er te Puth wat sneeuw op de straat. Een telefoontje aan KK leerde dat hij de garagedeur zou bestuderen; een SMS’je aan Henk: ‘?’ leverde op‘Gaan!’; een SMS aan de AvO bleef onbeantwoord.
Aan de toren bleef het akelig eenzaam na de komst van de bikkels. Geen regen, geen Loek. Wellicht een lokale bui te Nuth?

Een parcours naar Loeks hand; vrijwel vlak: via Oensel de Kling af en Geverik schampend langs het vliegveld, Geulle de Slingerberg af en langs het kanaal bij Kasteel Elsloo omhoog, bij de kerk linksaf en het kanaal over, door Meers en zo langs Urmond naar Berg a/d Maas. Daar kwamen wij overigens illegaal – daar op het asfalt met een ATB – Marianne Steijns nog tegen.
Over de Maas met de pont en over de fietsroute, door de Maaswerken ter plekke van de grindwinning gewijzigd, naar Maaseik alwaar de koffie, kout en vlaai. H&M hadden elkaar zo’n twee weken niet gesproken, dus viel er genoeg uit te wisselen.

De terugweg aanvaardend over de spoorlijn naar As (vraag Henk eens het verschil tussen rail en rails en het ten onrechte gebruiken van ‘rail’ voor ‘rails’).
Een zwakke wind tegen, waar De Dode het meeste werk verrichtte. Afgedaald langs de Mechelse hei naar Mechelen a/d Maas en de Maasbrug over langs het afgebrande winkelcentrum in Stein, de K’hofweg op en in Geleen scheidden onze wegen zich.

O ja: de webmaster was gisteren op de terugweg van wintersport nog op een besneeuwde Col de Bussang; rechts lag de Col d’Oderen te wachten op betere tijden.
Een minder goed bericht: de teller staat op 85 kg. ‘Serieux’ zou men in Frankrijk zeggen. Hier moet en zal wat aan gebeuren!


Karel vult nog aan:

Zoal Martin al heeft beschreven heb ik, naar later bleek, toch een te zwakke bui gehad, om niet aan de toren (of een eerder verzamelpunt) te verschijnen.

Toen ik om 7.45 naar buiten keek lag er sneeuw, was de weg nat en keek de lucht heel waterig. Een half uur later nog eens gekeken en de neus buiten de deur gehouden. Hel leek toch teveel voor mijn zwakke gestel. Net toen ik bezig was Martin een e-mail te maken met de vraag naar zijn visie, belde hij me om te vragen hoe en wat. Ook hij was nog zeer weifelend; antwoorden van Loek en Henk waren nog niet binnen.

Heb toen besloten om inderdaad maar de hoogvlakte in zuidelijke richting vanuit de garage te gaan bestuderen. Dit heb ik 1 h en 10 min volgehouden onder het genot van Radio NL.

Na de douche nog een uitgebreide wandeling met Lilian en de hond. Tijdens de wandeling werd ik me steeds meer bewust van mijn zwakheid; het was gewoon prachtig weer. Wind tegen wel een beetje vies nog, maar wel zeer doenlijk.

Volgende keer minder zwakheid tonen.

PS. Ik meende eerst te lezen dat bij Martin de km-teller op 85 stond, maar dit blijkt de weegschaal te zijn. Troost voor mij: ik haal de 85 niet, echter bij mij moet er ook wat aan gebeuren.



Zondag 7 februari

Ger
, wederom, alleen:

Gisteren nog even het idee gehad me vanmorgen aan de toren te melden, maar een stevige kou (en belangrijker) het feit, dat ik pas om 9.00 wakker werd, maakte mijn tocht van heden wederom die van een“eenzaat”.

(Noot van de Webmaster: Karel en ik hadden afgesproken dat we zouden bellen als we naar de toren zouden gaan…..)

Tegen 10.00 vertrokken en Gulpen West op en halverwege afgedraaid naar de vroegere forellenvijver. Het was een beetje mistig, maar de wegen waren goed. Richting Slenaken hoorde ik een groepje van een aantal “Karels” achter me. Een gekwetter van heb ik jou daar. Niet omgekeken uiteraard en bij Slenaken gingen zij de Loorberg op en ik naar Teuven. Inmiddels al zeker een groep of vier tegengekomen en ook wat duo’s. Ondanks het weer dus iedereen à la Johny Hoogerland trainings-km’s aan het maken. Achter Teuven linksaf en lichtjes omhoog naar Hombourg en Henri Chapelle. Boven afgedraaid richting Amerikaans kerkhof en Aubel en van daar Val Dieu. De grote plaat erop en dat was prima fietsen; alleen af en toe wat kuilen ontwijken.

In Aubel gekend naar Mortroux. Daar de grote weg over en via Dalhem naar Visé. Ondertussen was ik een bikkel tegengekomen met de korte broek! Zijn benen zagen er echter alleen wat“rooiïg” van de kou uit. In Visé zag ik bij Pam-Pam nog geen terras en ook geen fietsen; dus maar door om via de Port Plaisance en het water langs de ENCI en AndréMaastricht in te fietsen. Wihelminabrug over en vervolgens direct links naar Borgharen en Bunde. Mooi bij het klooster naar boven en vervolgens traditioneel via Ulestraten, Waterval omhoog en langs de toren naar Valkenburg. Het nieuwe asfalt daar loopt plezierig. Sibbergrubbe als toetje en na 91 km en weer 24,4 gem. hm 640 en exact dezelfde cal als gisteren (2237) was ik weer thuis.

Volgende twee zondagen geen fiets. Zondag bij de Pordoi, Fedaia etc. op de ski’s. De zondag erna in de auto terug.

De 180 km van dit weekend waren dus nodig en mijn doordeweeks home- en crosstraineren werken!!



Zaterdag 6 februari

Ger
:

Na al dat “ge-hometrain en ge-crosstrain (dat ik afgelopen weken veel heb gedaan), een wat weifelend vooruitzicht voor morgen, ook nog verkouden met spierpijn en daarnaast een drukke periode met de behoefte “het hoofd eens leeg te maken” tegen 11.00 vanmorgen de Concorde van het rek gehaald om weer de weg op te gaan.

De sneeuwhopen liggen hier in het veld nog overal en daar had ik geen zin om met de Cube doorheen te baggeren.

Nu wel richting Oude Huls vertrokken, maar wel via de omweg naar Vaalsbroek, Vaals en Nijswilerberg omhoog. Het zout proefde ik al na een paar km, maar het zonnetje vergoedde veel. Meer mensen hadden hetzelfde idee, dus het was aardig druk en route. De Oude Huls liep echt lekker en bovenop richting Ubachsberg. Geen echt idee hoe daar verder en toen maar routineus de Karstraat af en naar Ransdaal.

De behoefte de echte binnenwegen te mijden, bracht mij via Nuth naar Schimmert en vandaar via Spaubeek naar de toren. Bij het keukencentrum dacht ik echter dan maar helemaal op de automatische piloot te gaan en dus naar Waterval, Meerssen, Oliemolen op en het gekende pad (dat er modderig bijlag) naar Libeek. Het fraaie landschap was een plezier. Onderweg naar St. Gieter haalde me een Koga in en nam al snel meerder tientallen meters. Ik dacht “laat maar gaan” (maar ondertussen!!) dus toen ik op de flauwe helling het gat zag slinken, ben ik nog effe vol in de pedalen gaan staan. St. Gieter naar Mheer en daar via Banholt naar Reijmerstok.

Bijna 90 km; gem. 24,4/h km (stelt dus niks voor) en toch weer tegen de 700 hm. Weer wat erbij dus.


Karel en De Dode hebben ook op zaterdag gefietst. Het mooie weer, de wat kwakkelende voorspelling voor morgen en onze nabijheid maakten dit mogelijk.

De Côte Terborgh af en via Spaubeek naar Hobbelrade, Genhout en Waterval. In Meerssen de Oliemolenberg (Ger niet tegengekomen) op en uiteindelijk tot Moelingen en de stuw (met een hoge Maas)over en terug langs de stop alwaar de Belgische milieupolitie doende was olie uit het kanaal te verwijderen. Door een druk Maastricht via Rothem en Meerssen Ulestraten omhoog en door het veld naar Oensel, Schimmert en Spaubeek om de Stammenberg te nemen.

71 km bij 23,5 km/h en 350 hm.



Zondag 24 januari

Karel
was de voorgaande avond bij Martin voor de viering van de laatstes verjaardag en vroeg of er nog gefietst zou worden. De laatste antwoordde “denkelijk niet”, dit wegens het weer. Enfin, de hardloopspullen aangetrokken toen Karel om 10 uur belde met een herhaling van de vraag. Vlug de fietskleren aan (na de hardloopkleren uitgetrokken te hebben) en naar Karel, Dit bij de eerste tekenen van lichte sneeuw.
Door het veld naar de Windraak en Doenrade en verder binnendoor via Viel naar Bingelrade en zo langs de Roode Beek oostwaarts. Veel wandelaars op de weg en lichte sneeuwval. Min of meer bekend Gillrath, Teveren en uiteindelijk Nederland weer in via Ubach over Worms. Het werd koud, evenals de tenen en dus kort over Brunssum, de Emma, Amstenrade en Schinnen huiswaarts.
Een beetje een penitentietocht wel. Maar blij dat we het gedaan hebben.

Ger schrijft, na het poepfietsen:

Na gisteren vandaag weer gewoon met de Cube op pad. Droog toen ik vertrok, maar al ras sneeuwvlokken, wat overigens niet veel voorstelde, maar wel wat meer die-hard karakter gaf. Van plan vandaag eens rustig te doen en dat is ook gelukt.

De heuvel achter de lagere school omhoog richting Wijlre en al snel werd ik verrast en te voet gesteld door wat laatste stevige verwaaide sneeuwhopen. Dat zou me overigens nog een keer of drie gebeuren. Op naar de Valkenburgroute betekende langs de Geul om zo aan de voet van de Keutenberg rechts via het veld omhoog te gaan. Wandelaars in de onderverdeling “trainen voor de Nacht van Gulpen en zo”, “vrienden onder elkaar” (die pakken de volle breedte van het pad) en “hondenbezitters”. Die laatste groep eens wat meer in de peiling genomen en dan zie je dat de merkhonden toch de overhand hebben. Het vuilnisbakkenras bestaat geloof ik niet meer. Een opmerkelijke analogie dus met fietsers t.a.v. materiaal??

Verder via het Gerendal en met wat klimmen en dalen naar Vilt. Daar overgestoken om eigenlijk min of meer parallel aan de Cauberg te dalen naar de (red.: gewezen) Leeuw-brouwerij. Doorsteken via het gemeentehuis en op en neer naar de Emmaberg. Fraaie glooiingen. Op de eerste werd ik door een viertal jonge goden op mooi materiaal ingehaald. Bij de Emmaberg naar de Heek; weer omhoog en bovenop naar Walem. Bij de kachelsmid omlaag om in Schoonbron weer naar de voet van de Keuten te gaan en daar het pad langs de Geul naar Stokhem te pakken. Hier kwam ik een groep van zo’n tien bikers tegen. Toch wel mooi zo en groupe.

Met zo’n kleine 30 km vond ik het toch te kort dus in Stokhem lekker omhoog naar de Dolsberg en weer gedaald naar de Brand-brouwerij om zo een stukje van de Mechelenroute erbij te pakken. Geklommen naar de mast op de Eyserbos en verdomme weer gepasseerd door een groepje jonge goden. Ze zeiden nog net niet “Goedendag meneer” (of is dat een Karel-opmerking?) Boven via Eyserheide naar Trintelen en door het veld naar Eys gedaald. Vandaar over het asfalt naar huis om in Gulpen een fris gewassen en als altijd lachende Ricardo tegen te komen die zijn rit er op had zitten.

Ondanks dat de paden er veelal hard uitzagen, was het toch zwaar. Spoor kiezen was essentieel. Een week end met > 110 km; 1400 hm. Ik voel mijn spieren, dus het is goed en in de sauna lekker bijkomen is de rest van de middag.



Zaterdag 23 januari

De Dode
beweegt!
Na meer dan twee maanden niet op de racefiets gezeten te hebben moest het er van komen. Weliswaar is het woon-werk fietsverkeer sinds 4 januari uitdagender middels het dagelijks beklimmen van de Putherberg (zelfs de Zandberg is op de ‘stationsfiets’ bedwongen!); dit zet onvoldoende spaken in het wiel.
Het weer zag er redelijk uit en de verwachting voor morgen maar weer zo-zo. Dus snel even op de fiets – die hinnikte van plezier. Een kort ritje maar, zo voor de eerste keer: De Côte Terborg af en naar Thull langs de Muldersplas. In Nierhoven even geroken of ik Loeks zweet van de hometrainer kon bespeuren – niets geroken. Via Hunnecum en Aalbeek naar Hulsberg en de Koulen geïnspecteerd. Ook niets. De Koulenberg af en via Ransdaal naar Schin en door het Geuldal naar de Dellen gejakkerd en Ulestraten omhoog om via Geverik, Beek en de Bergstraat door Sjweikese af te ronden. Niet veel, niet heel snel (25.5), maar een begin.

Ger vult aan (ook op zaterdag):

Twee zondagen niet gefietst; althans buiten

Wat mailcorrespondentie met de webmaster, waarbij we beiden niet wisten of dat “entre coureurs” was, tbv. het rittenverslag dan wel forum

Beiden we wel een (1) licht bevroren, althans door de kou gevoelige vinger hadden (nee geen grapjes!!)

Ik wel twee zondagen de home- en crosstrainer pijn heb gedaan, met als enige afwisseling de diverse LED's en getallen Dit wel is doorgezet voor een echte “work out” van boven de twee uur(zo schijnt dat te heten) met als inzet om iedere draad van je shirt door-zweet-nat te krijgen; onderwijl de ondergrond ruim besprenkelend. Nu dat is zonder probleem gelukt
Ik vanmorgen een meeting had tot 14.00 over handbal (die meer dan goed liep), maar wel vroeg om buitenlucht daarna
De weersverwachting voor morgen me niet geruststelde
Dus…… zat ik tegen 14.45 op de Rogianni voor mijn eerste race-rit

Ingber op voor 1 en via IJzeren naar Margraten met een licht windje in de rug. Daar doorgestoken naar Bruisterbosch en St. Gieter. Met het plan vooraf van Oude Huls een wat merkwaardig vertrek. Met de snel aangepaste bedoeling langs de Voer helemaal terug te karren, naar Mheer en direct voor “het centrum” van Mheer naar Moerslag en vervolgens Withuis om achter Withuis naar links weer de Voer in te gaan. Droge wegen onderweg en links en rechts een sneeuwhoop accentueerden de winter bij een temp. van ca. 3 graden.
Alle …voerens af om uiteindelijk de klim te pakken naar de Planck. Vandaar de grote weg naar het Roode Bos en omlaag om via Gieveld naar Epen te rijden. In Epen naar Mechelen, via Hilleshagen gekend naar Vijlen en terug naar de provinciale weg bij Mamelis om via de Nijswiller berg en Simpelveld, Eys en Wittem nog net voor donker af te klokken. De eerste > 60 km met best redelijke getallen op de race zitten er op.

Benieuwd of morgen de MTB weer uit het vet de modder in kan, want zo zagen wat paden onderweg er wel uit.

NB: op mijn nachtkastje ligt het leesvoer van afgelopen jaar. Voor de fietsers een feest van herkenning; voor de “nons” een inkijk op een verloren jaar van ambitie, karakter en doorzettingsvermogen.
Ergo voor de DSM’ers onder ons een gemiste kans om de driehoek van “External Orientation, Leadership, Performance” ook daadwerkelijk vorm te geven daar waar het niet de dagdagelijkse sores betreft!!! (en dus de vraag oproept hoe echt die driehoek wel is in het dagelijks werk; ik geef toe een vileine associatie)



Zondag 17 januari - Henk alleen

De weersvoorspelling was niet best, zoals Martin mij via het forum duidelijk maakte. Ik besloot echter niet vanwege voorspellingen thuis te blijven. Gisterenavond had ik met ondersteuning van de handleidingen mijn tellers op nul gezet en de wielomtrekken weer op de goede maat.

Ik had het aankleden zolang mogelijk uitgesteld, en toen ik uiteindelijk helemaal klaar stond met mijn Trek met spatbordjes begon het net te miezeren. Ik was iets te optimistisch geweest over de begaanbaarheid van de wegen, zodat ik iets verderop in de wijk al bijna onderuit ging. Een voetje aan de grond was noodzakelijk. Die kwam precies in een plas, zodat mijn linkervoet al niet meer droog was. In Schimmert was het mistig, de miezer was overgegaan in regen. Mijn linker voet was nog natter geworden, doordat mijn overschoen niet zo goed past bij mijn nieuwe fietsschoentjes, en hij dus niet om maar boven mijn tenen zat.

Het wachten was tevergeefs, zoals ik al verwachtte, want er had niemand positief op mijn fietsverzoek op het forum gereageerd. Omdat ik niet de kortste weg naar huis wilde nemen ben ik afgedaald naar Beek, Stein, Urmond en Obbicht. Ik had weer wat courage gekregen en had juist even flink doorgetrapt, met het doel om in Maaseik koffie te drinken, toen ik bij het Oude Veerhuis een klapband kreeg. 31 km met een gemiddelde van 23. Niet veel, niet snel, maar wel als eerste weer op de weg. Snel Marijke gebeld, die me heeft opgehaald. Op weg terug heb ik haar afgezet bij Life Style waar zij is gaan spinnen. Ik ben ondertussen weer wat opgewarmd en zal zo meteen mijn fiets gaan afsoppen.



Zondag 3 januari

Ger opent het jaar 2010:

Allereerst een fijn en gezond jaar voor jullie allen als fietsers en al degene die jullie lief zijn.

Een nieuw jaar en dat ben ik wat onrustig begonnen. Afgelopen week nog relatief veel gewerkt, o.a. om alles in SAP te krijgen vanuit mijn rol daarin. Daarnaast wat gelezen, o.a. over de bouwfraude en al mijn vooroordelen bleken terecht. Wat gewandeld met Reinouw in de sneeuw gisteren en bij de Boswachter onder aan de Loorberg aan de chocomel, maar geen fiets aangeraakt.

Wat is dat nieuwe huis halfweg de Loorberg trouwens fantastisch!

Wel intern ook nog wat “gehometraind en gecrosstraind”; ik ga dat toch maar volhouden en samen met Reinouw heeft het ook nog wel wat. Stiekem op internet zitten kijken naar zo’n Tacx met allerlei mooie fietsroutes uit de toer en klassiekers; eens over denken.

Ondanks het voorspelde (en inderdaad waargemaakte) weer was fietsen geen twijfel vanmorgen.

Na het sneeuwruimen vanmorgen en de altijd enthousiaste fietsverhalen van Ricardo gisteren, vandaag om 10.00 toch de MTB bestegen.

En ik moet zeggen; het is kicken om als eerste je spoor in de sneeuw te trekken. Dat was en route vanaf Pesaken langzaam omhoog naar Heijenrath. Dat was wel behoorlijk heftig; plaksneeuw en continue druk op de pedalen vals plat omhoog; tempo nul dus en veel ruimte om te kijken. Inmiddels de eerste MTB’ers tegengekomen.

In Heijenrath besloten naar beneden richting Epen te glibberen om over asfalt naar Beusdal te gaan. Dat ging vanuit Epen wel lekker over de weg, maar boven de 15 km kwam ik ook niet echt en het bleef glad en glibberig. Bij Beusdal zat ik me te bedenken dat ik vandaar een paar afdalingen zou krijgen waar ik niet echt op zat te wachten. Nu ik was over de top nog geen 50 meter dalend onderweg onbekend naar rechts te draaien en ik lag al op de grond. Het was een ongeruimde zooi en dat is prima, maar daaronder ijs! De veldwegen in Ned. waren beter berijdbaar dan het asfalt in België. Maar omgedraaid en naar Beusdal/ Sippenaeken terug. Rustig in de remmen en dat was ook voor de temp. goed. Het was immers -7 °C en mijn handschoenen waren niet echt winterhard (Mijn wijsvinger voelt nog altijd naar een lichte bevriezing) Gekend van Sippenaeken vals omhoog naar de Pas van Wolfhaag. Dat liep wel lekker in de sneeuw omhoog. Gepasseerd door twee idioten op quads, waarvan ik hoopte dat ze mij niet vol zouden raken.

Uitzichten waren fantastisch en op de Pas richting Vaals en de eerste weg links. Aldus bij Vaalsbroek uitgekomen en daar maar de kortste weg naar huis via Hilleshagen, Mechelen en Partij. Voor de moraal daar doorgestoken naar Wijlre (de tweede groep MTB’ers gezien) en voor de dubbele moraal naar Stokhem en daar weer door het veld omhoog naar Gulpen. Dat ging op het drie na kleinste wat ik had, maar ik kwam boven ondanks dat het beste er ver af was. Ik voel mijn benen en schouders nu nog, want het was geen moment ontspannen fietsen.

De wandelaars gaan vanzelf aan de kant bij dit weer en zullen wel denken…(Zat ik maar op de fiets???)

Toch tevreden met de eerste 47,5 km!! Met het bijna all time low gem. van 15,4 maar wel HM 705. Een geharnast begin.

Afgelopen jaar trouwens met 5833 km een all time high gescoord (bijna 4000 op de racers en de overige 1800 over de Cube en Orbea gelijkelijk verdeeld). Terugkijkend op mijn voornemens ben ik weltevreden.