Zondag 25 mei – stormachtig

Martin
:
’s Morgens waren het weer en de voorspelling van buienradar te slecht om op pad te gaan. Rond het middaguur echter, klaarde het op en leek het droog te blijven. Dus een berichtje aan Karel of hij goesting had – en dat had hij – dus om 13:45 op pad. De wind was stevig uit het zuidwesten; de heenweg daarheen was het devies. Via de Geleenbeek naar Nierhoven, Loeks huis stond reeds leeg, maar te koop. Door naar Brand, Schimmert en de Waterval af naar Meerssen; daar de Oliebergweg en zo naar Gronsveld waar we door de bebouwing uiteindelijk bij kasteel Rijckholt onder de A2 door gingen. Oost-Maarland aangetikt en naar Eijsden. Verder de Eijsderbeemden door en links naar Moelingen en door de Voerstreek tot in Sint-Martens-Voeren en de prachtige klim van Krindaal. Te Ulvend in ’t Bakhuis de koffie en appeltaart, lekker in het zonnetje gezeten. Door naar Noorbeek, Bergenhuizen en Banholt en standaard verder over Bruisterbosch, M’ten, Sibber, V’burg en Stoepert. Geen spat regen, geregeld zon. Een goede keuze!

Volgende week zondag de Eifeltocht. Wie gaan er mee?

Karels bijdrage:
Zaterdag afmelding van Ger. Weersvooruitzichten, vakantievoorbereiding? Henk in Nijmegen en Jos de mededeling dat hij 1 juni van de partij zal zijn. Mijn mededeling was dat alleen Martin en ik over zouden blijven met de kanttekening dat het weer acceptabel moest zijn. Zondagochtend 7.11 appje van Martin "Nope". Jammer dus.
Echter even na een uur toch nog de vraag of er interesse was in een tochtje; ja dus.
Om 13.40 vertrokken voor een klein rondje, richting ZW, want er was een straffe wind uit die richting. Via de nodige omzwervingen in Eijsden gearriveerd en door naar de Voer. Grensoverschrijdend langs de Voer en de mooie, niet vaak gedane klim, richting De Plank. Hier linksaf naar Ulvend waar we bij Het Bakhuis, met de zeer goeie recensie van Miriam, van appelvlaai en koffie hebben genoten. Wat wereldproblemen, sustainability summit en luxeproblemen besproken. Ook de Vogezentrip en de Eifeltocht van volgende week besproken. Vanuit Ulvend naar Noorbeek en de stevige klim naar Bergenhuizen, gevolgd door de mooie route naar Banholt. In Margraten in de drukte van Memorial Day verzeild. Gekend via IJzeren en Sibbe naar Valkenburg, de Stoepert, Schimmert en Spaubeek. Afsluitend nog maar de Weg langs Stammen en de Kempkensweg, die nu eenrichtingsverkeer zou moeten bieden. Alleen waren er toch nog tegenliggers.
Het was een zeer welbestede zondagmiddag, geen regen, voldoende zon en véél wind.



Zondag 18 mei – Thorn

Martin
:
Verrast door een beetje druilerig weer stond Karel aan de deur. Samen naar het VDA waar we op de seconde Henk aantroffen. Via de standaardroute naar de watertoren waar we wederom op de seconde Ger aantroffen. Wat gekout over het songfestival, de Scholtissenholenwegcompetitie, waarna iemand Thorn opperde. Die kant dus uit, maar ik heb zelden zo’n chaotische route gezien. Het begon al in Beek, waar de doorgaande weg gesperd was en door allerlei woonwijken weer op de Rijksweg uitkomend en naar Geleen. Daar dook Henk weer een woonwijk in en via de Tunnelstraat Lutterade in en over de Napoleonsbaan naar het noorden. Daar Einighausen in en zo verder naar het noorden door het Limbrichterbos naar Nieuwstadt en – helaas – de grote weg naar Susteren gevolgd. Om het spoor over te kunnen steken kris-kras door de woonwijken aldaar, onder de spoorlijn door en zo het fietspad langs het spoor gevolgd; waar over een lange afstand een nieuwe (water)leiding gelegd werd. Op de grote weg naar Echt in Slek sloeg Henk linksaf door Gebroek en weer kris-kras door woonwijken, alsof hij de weg daar feilloos kent. Uiteindelijk de grote weg door Berkelaar naar Maasbracht en gekend over de brug. Door Wessem en het deels onverharde fietspad gevonden dat ons door een vakantiepark voor de zelfrand van de Nederlandse samenleving bracht; minimum kale prijs voor een woning € 300.000.

Op het terras van Hotel Crasborn de lekkere vla op en frisjes weer op weg. Het fietspad van de heenweg vervolgend. In Kessenich de fietspaden langs de jachthaven en zo langs de Maas naar Maaseik. Henk en ik aan kop, Karel daar vlak achter en Ger filosoferend achterop. Langs Heppeneert en verder de fietsroute genomen en naar het pontje van Berg. Naar Urmond en daar het nieuwe fietspad verder gevolgd langs de graafwerkzaamheden van de nieuwe Maaskruising van de PALL. Bij Elsloo de brug over, naar Catsop, Geverik en over de Kling naar Oensel. Daar nam Ger dankbaar afscheid en zo door naar Grijzegrubben en Schinnen. De Zandberg op en Henk afgeslagen naar Sittard. Een fijne rit.

Ger vult aan:
Een bijzondere rit. Allereerst het weer; voor het eerst in weken geen zon, maar een soort mist-vochtigheid. Daarnaast aan de toren niet meteen helder waar naartoe en toen Thorn het verdict was, was Henk zo aardig ons door de straten van mijn jeugd in Geleen en Einighausen te voeren. Limbrichterbos uit mijn Grevenbichtse tijd doorkruist en voor de rest wat diverse woonwijken. Bij Wessem nog wat verlopen scheepvaart/jachten bedrijven, maar…ook onderweg het nodige fraaie groen. Ik ben dit jaar raar aan het fietsen; het laatste wiel is van mij en ik kom niet boven de ca. 25 km/h tempo en 65 rpm. Daarboven stokt het rouleren?! Thuis heb ik dan volgens Garmin een goede, lichte training gedaan; in D2 en dat klopt, want mijn hartslag blijft mooi laag. Nu dat merk ik, want af en toe op power doorzetten is geen probleem. Nu het zij zo. Terug vanuit Thorn aan de Belgische kant van de Maas was fraai, weinig verkeer met dat rare weer en ook alle recreatieterreinen waren leeg. Vanaf het pontje in Berg retour naar de toren zoals gebruikelijk en idem voor mij langs de provinciale weg naar Wittem. Ondanks de stedelijke omgeving een mooie tocht en niet vergeten een heerlijk terras met goede vlaai en koffie



Zondag 11 mei

Ger
:
De afmeldingen waren er op tijd; maar de aanmeldingen ook. Zo stonden Henk en ik weer eens samen aan de start en meestal zijn dat - in ieder geval voor mij - leuke ritten. Onderweg veel fietsers tegengekomen die aan de UCI-Gravel in V’burg zouden gaan deelnemen; gravel en tattoos vormen overigens een gewilde combi! Door die drukte en met het parcours waren er redelijk wat afzettingen. Het was aan de toren al snel duidelijk dat we weer eens naar As zouden gaan en dat betekent gekend naar de brug in Elsloo. Mooi weer en een flauw windje. Vanaf de brug nam Henk het heft in handen. Mooie fietswegen over de hei en weer eens anders dan anders. De zon en schaduw op het fietspad was een beetje vervelend, omdat je de kuilen niet echt, resp. te laat zag. Voor wie de route wil meebeleven; kijk svp naar de kaart. Nadat we ook een paar kilometers op wat N-wegen hadden soldaat gemaakt, kwamen we aan bij het steeds leuker wordende station. Met dit keer ook echt lekkere vlaai en redelijke koffie. Vandaar de route weer opgepakt zoals bekend. De brug in het water en het vakantiepark naar de toch echt heel fraaie mijngebouwen. Onderweg de keuze gemaakt voor het pontje bij Berg en zo nog wat Maasdijk en onverhard meegenomen. In Berg mocht ik verder de keuze maken en dat betekende langs de IAZI en de kanaaldijk. Dus klein Meers, Oud Geulle en via de Weert voor mij naar de Dellen en voor Henk via Meerssen retour. Een knappe afstand en voor mij voor het eerst 23,0 km/h als gemiddelde. Het begint weer wat te worden en in ieder geval samen opgefietst.



Zondag 4 mei – Neufchâteau

Martin
:
Op een frisse (6 °C) maar droge en vrijwel windstille ochtend Karel en ik naar de toren; geen nut naar het VDA te gaan, daar Henk in Grunn was. Via Nagelbeek en Grijzegrubben naar Schimmert, waar snel Ger aankwam. Gekleed in een stemmig winterensemble; het devies was “niet te snel” en me daaraan gehouden.
Zomaar erop losgereden en de Korte Raar af, langs de Dellen en de Geulhemmer omhoog, waar een paar jongeren kreunend en steunend Karel niet konden inhalen. Langs de groeve Blom afgedaald door Terblijt, dat inmiddels na de overstromingen weer officieel opengesteld is en verder naar ’t Rooth en Klein-Welsden, waarna het vervelend stuk vals plat naar M’ten. Door naar Bruisterbosch en daar, ongewoon, in de kern rechtsaf om over een smal en dalend weggetje Eckelrade schampend in St.-Geertruid te geraken. Overgestoken naar Libeek en over de Mescherhei omlaag. Te Mesch was net een dodenherdenking geweest en de harmonieleden dispergeerden als in een jaren-50-plaatje. Naar ’s-Gravenvoeren en overgestoken langs de school; een nieuw betonnen pad. Het fietspad parallel aan de hoofdweg opgezocht totdat we een nieuw fietspad rechtsaf sloegen; een pad dat ik eerder gezien had, maar niet gedaan. Een zeer fraai fietspad dat ons onder het spoor door naar Warsage leidde, waar ik de Côte de la Heydt al vermoedde. En inderdaad: deze omhoog. Zeer fraai en lang: de top pas bij de T-splitsing van de N608. Daar overgestoken en langs het fort van Aubin-Neufchâteau afgedaald; werkelijk fenomenale uitzichten! In Neufchâteau globaal links aangehouden om in het Berwinnedal te geraken; dit een tijdje gevolgd tot Val Dieu; daar linksaf en na een tijdje een variant scherp rechts die ons uiteindelijk in Aubel bracht. Even gekeken voor de koffie bij Jean Pierre, maar te druk. Omhoog dus naar Hagelstein en door het bos gejaagd naar de uitspanning het Rode Bos alwaar de koffie en appeltaart. Terwijl we er zaten even een regenbuitje, maar bij vertrek was het alweer droog en de weg nauwelijks nat. Bij Terlinden links en naar Banholt en de Banholtergrub af: een bijzonder mooie weg! Weer naar Sint Gieter, afgedaald naar Gronsveld over het smalle fietspad en het gekende fietspad de Dellen langs. Onderin Strabeek Karel en ik naar Groot Haasdal en Ger door. Allen aan het G-criterium voldaan!


Ger draagt inmiddels bij:
Dezelfde drie aan de start als vorige week; Martin, Karel en ik. Na een week met zomerse omstandigheden, nu wat frisser (ca. 10 graden gem. bleek later). In die week ook driftig gefietst door ons drieën en zo langzaamaan begint wat van vorm terug te komen; echter de cadans staat steady op 66 gemiddeld; hoger lukt (nog) niet. Bij de start wat ditjes en datjes doorgenomen en niet echt duidelijk een route voor ogen. Dus ging Martin op verkenning uit; richting Meerssen en vandaar naar de Dellen en Geulhemmer op. Bekend maar niet in die volgorde en zo bleef het. In Mesch kwamen we de harmonie/fanfare tegen er was denkelijk al 4 mei herdacht bij het monument. Het was druk. Vervolgens de Voer in om uiteindelijk via de helling van la Heydt en langs fort Neufchâteau naar Val Dieu te koersen. St.-Jean Sart als doel, maar niet linksaf het dorp in, maar rechtsaf de helling op om zo boven Aubel uit te komen. De drukte van het dorp in om vandaar naar het Rode Bos te koersen. Heerlijke appeltaart, een regenbui binnen doorstaan en kort hoe je alle idiotie in de wereld, maar zeker ook Nederland kan doorstaan. Ook de gekte rond materiaal en kleding (Geen Specialized, maar een S-works etc.). We stonden op aantrekkelijke km’s en hm’s om de > 100/1000 te attaqueren. Dus grote weg naar de Hut gepakt om ergens halverwege linksaf naar Banholt en St. Gieter en Gronsveld te gaan. Het gekende racepad op naar de Dellen en bij de voormalige Hanos het afscheid. Een heel fraaie tocht met dank aan Martin. En oh ja genoeg fietsers onder weg met allerlei ook e-features en nog wat classic cars, maar niet de meest fraaie.



Zondag 27 april – Aachen alternatief

Karel
:
Zaterdag van Ger de opmerking “Ik ben er morgen, denk ik"; hierop geantwoord "ik ook denk ik.” Martin wist natuurlijk weer niet welke dag het zou zijn, ergo hij zou gewoon aan de toren zijn.
Zondagmorgen kwam ik Martin, fungerend als postbode, bij de kerk al tegen. Samen het stuk bij mij gepost en even aarzelend of we naar het VDA zouden gaan of niet. Henk had nl. in de week medegedeeld dat hij in het weekend ging klussen bij zijn zoon, maar vrijdag had ik zijn auto nog zien staan. Om 8h25 nog geen Henk, dus maar richting Schimmert. Hier kwamen we Ger al tegen in winteroutfit. Bij de bushalte op Ger en eventueel Jos gewacht. De eerste kwam wel, de tweede niet. De obligate vraag waarnaar toe werd snel beslist gezien de windrichting: oost. Martin was zaterdag al met Miriam naar Aken gefietst en wist weer enkele nieuwe weggetjes. Hij heeft zoals gebruikelijk de vrije hand gekregen en ons via bekende en ook nieuwe wegen en fietspaden richting Aken gebracht. Achter het industrieterrein van Heerlen, over een nieuw fietspad bij Simpelveld, langs windmolens en op het einde nog via een mooi pad richting Aken. Voor een leek niet te reconstrueren maar Miriams PRP weet overal de weg en de richting.
In Aken op zoek naar een koffietent en ten einde raad geland bij Van den Daele. Hier de wereldse zaken en mijn luxeproblemen, gerelateerd aan de leeftijd, besproken. Nieuwe helm, nieuwe fiets, andere auto, wat met het huis in Frankrijk etc.
Na de koffie via een alternatieve route richting Vaals waar het oude grenskantoortje nog is bewonderd en via Hilleshagen en Mechelen naar Wittem. Hier nog eens doorgetrapt. Ik mocht zelfs even kop nemen.
Ger begeleid tot de Dellen en daarna samen via Waterval richting huis, afsluitend, zonder morren als laatste de Zandberg omhoog.
Het was een bijzonder mooie, afwisselende tocht met nieuwe ontdekkingen.

En Ger draagt bij:
Allereerst gister nog wat technische tips gekregen van Martin om de hoogteslag uit mijn aba te halen; ik wilde nl. vandaag graag weer op mijn Synapse fietsen. Die loopt gewoon lekker. De route van vandaag is te volgen via de kaart en voor mij niet te reconstrueren. Ik herinner me flarden van een rit met Henk naar waterlopen in Duitsland; ook flarden van klimmen uit de DSM-classic en in Duitsland delen van een verrassingstocht van mezelf in verleden jaren en uiteraard de klim in Aken naar de Belvedère-toren (Lousberg). Onderweg viel mijn achterderailleur nog in de crash-modus bij een kuil in een bocht. Maar ook dat wist onze PA op te lossen. (de beide op- en afshifters indrukken was de oplossing).
Gisteren gezien dat het weer droog zou zijn, maar fris in de start. Dus degelijk gekleed onderweg om 8.00 om zo naar de toren de eerste 200 hm te scoren. Het is altijd weer even wennen, maar ook mooi op de Ingber en langs de velden boven op het plateau. Een koude afdaling van de Daalhemmer en bij – vroeger - van Rennes omhoog. Martin en Karel daar aan de toren; Henk afgemeld en Jos? Het zonnetje scheen lekker en met z’n drieën heerlijk gefietst. Vaste volgorde Martin-Karel en dan ik. Zo nu en dan andere fietsers en e-bikers maar fijn peddelen. Martin en Karel bereid op menig plekkie effe op mij te wachten. Het is weer opbouwen bij mij met mijn “draaiend gestel”.
Met 65 km bij mij op te teller hebben we in Aken op het terras in het zonnetje koffiegedronken en een kwart rijstevlaai; wereldproblemen in kaart gebracht. Digitale meningen, vaak zonder context of compleet plaatje geanalyseerd, besluiten van “een objectieve subjectivering” (of omgekeerd) voorzien etc. etc. Verbazing over het getob van Karel over zijn nieuwe fiets evenals het verkeerslichtensysteem in Aken en vandaag het gebrek aan verkeer en mensen. Onderwijl vaker drie keer hoera geroepen op suggestie van Martin. Uiteindelijk via Vaals naar Vijlen en vandaar naar de kruising bij Wittem. Ik zag dat bij mij de > 100/1000 een optie was, dus niet afgedraaid naar huis maar door naar uiteindelijk de Dellen. Die waren vandaag rustiger dan vorige week met de AGR en het Tietemafeest bij de Geulhemer. Onderwijl afscheid genomen van Martin en Karel en de Geulhemer helemaal soldaat gemaakt om bij Vilt over de provinciale weg via Berg & Terblijt naar de kop van de Daalhemer te koersen en vandaar via Margraten naar huis. Het liep wel lekker en na mijn stevige wandelingen met onze middelste en hun hond van gister en eergister minder last van mijn fysiek. Wellicht wordt het nog wat!



Zondag 20 april – Eieren zoeken in Tongeren

Martin
:
Wat lag er meer voor de hand dan, nu Ger er na zijn winterslaap weer bij was, om samen met Karel en Henk naar Tongeren te gaan. Met een deemsterig zonnetje, perfect windstil en alleen tijdens de aanvang wat fris, op pad. Via een alternatieve route naar de toren, waar ik me even vergiste wat zelfs een stukje gravelen opleverde. Mijn voorstel even op de Markt in Mestreech naar de AGR te kijken geaccepteerd; daar was het een prettige chaos, fnuikend voor onze gemiddelde snelheid. Wat mij opviel was hoe klein die meeste dames op de fiets eruitzien; boven windkracht vier moeten ze denk ik binnenblijven.
Het werd mooi, heel mooi, toen we het dal van de Jeker langs de wijnvelden en Château Neercanne inreden. Henk stelde de klim Zussendel voor en zo dus bovenlangs naar Tongeren. Het blijft een vreselijk mooie klim, jammer van het wegdek.
Door nu, over allerlei kleine landweggetjes op en af golvend; de klimmen te kort om op het kleine blad over te gaan, maar daarmee toch veeleisend.
Strak naar het zuidwesten door Val-Meer waar Henk ons over een landweg leidde die ons terug dwong om weer in Val-Meer terug te komen en zo uiteindelijk toch afdalend naar het dal van de Jeker en wel in Bassenge. Daar de gekende route weer opgepakt. Het was gezellig druk. In Sluizen een kleine detour om de voorgevel van de voormalige chocoladefabriek Rosmeulen te bewonderen; een pracht art-decoraam boven de ingangspartij.
In Tongeren hopeloos gezocht naar een etablissement met vlaai en uiteindelijk bij de derde zaak een raak; weliswaar appeltaart, maar onder het toeziend oog van Ambiorix prettig in het zonnetje gezeten. De zoektocht en de lange kout was tijdrovend. De terugweg eerst min of meer bekend over fietsroutes door het mooie land van Haspenouw; Gers elastiek werd langzamerhand wat slapper, waardoor af en toe een afslag gemist, maar geen malheur.
Ik dacht dat als we naar het noordoosten zouden rijden we vanzelf wel bij het Albertkanaal zouden komen, wat ook zo was. Door verstilde (lint)dorpen en golvend akkerland staken we het kanaal over bij de brug Eigenbilzen, gevolgd door een lange klim naar Gellik. Via Lanaken naar Maastricht waar Ger aangaf de Bemeler te willen laten liggen en de voorkeur gaf aan de Dellen. Zo gezegd, zo gedaan. Daar was het druk met wielerkijkers en net na de camping sloeg Henk, zoals gepland, linksaf; wat ik even vergeten was, en Ger rechtdoor. De klim van Groot-Haasdal voor Henk een laatste krachtsinspanning en door Schimmert afdalend naar Spaubeek. Karel en ik rechtsaf naar de Côte d’Escargot. Lekker boven de 100 km en met mijn solotocht van gisteren 270 km; morgen rustdag!

Gers gewaarde bijdrage:
Ja wat moet ik ervan zeggen; al lang geen opwachting gemaakt bij TCE en ook mijn fietsen is dit jaar niet op z’n best. Normaal was ik na mijn heupoperaties weer snel “het mannetje”, maar nu toch wel wat perikelen. Om het simpel te zeggen; van een “Jonge God” naar een “Krasse knar”. Mijn gestel is in een jaar wel drie jaar ouder geworden. Dat levert geen gebrek aan goesting in het fietsen op, maar wel een krakend gestel en nadenken hoeveel km’s ik fiets en hoe ik toch een beetje soepel kan thuiskomen. Dus was de natte winter en “het verschroeiende tempo van TCE” toch wel een dingetje. Voor het eerst sedert jaren een paar maanden niet gefietst en daar betaal ik nu het gelag van. Ik begon het fietsen op zondag wel stevig te missen, dus gister besloten: gewoon naar de toren. De dag van de AGR bovendien. Met het verwachte weer gister mijn DUELL klaargezet en de Synapse met een nieuwe ABA thuis gelaten. Die ABA verwisselen was nog wel een dingetje; ik bleek al ca. twee jaar zonder bandenlichters op die fiets rond te rijden en ook het wisselen was gewoon lastig.
Vanmorgen de complete Bosch-outfit aangetrokken en ouderwets vertrokken via de Ingber en zijn gerepareerde asfalt om op tijd aan de toren te verschijnen. Na eerst uiterst efficiënt en consistent de TCE-app naar Signal te hebben verplaats (Jos; een laatste kans), richting Maastricht vertrokken. Doel was Tongeren - wat heel aardig was van de mannen om mij te plezieren - ook om zo in M’tricht toch wat AGR-sfeer te proeven. Dat lukte prima en zo reden we kruip-sluip door richting Kanne en vandaar omhoog. Mijn rol vandaag was zelf gekozen, maar door de circulatie van mijn heupen en knieën ook afgedwongen; het vierde wiel. Via deels de gekende route, maar ook wat afwijkingen richting Tongeren om onderweg nog eens een mooie chocoladefabriek te zien. Art Deco en een mooie glas-pui. Sneller dan gedacht in Tongeren en daar op zoek naar een koffieterras. Na twee keer verkeerd, op een oude plek op het centrale plein terecht met heerlijke appeltaart. Wat divers gekout bleek weer redelijk veel overeenstemming op te leveren.
Ondertussen was ik dus heelhuids in Tongeren aangekomen, maar om op de terugweg de soepele draai weer te vinden, was lastig. Laat ik me maar beperken, dat we door bekende veldwegen struinend (op en af) en bij Smeermaas voor de keus stonden hoe terug. Mijn voorkeur was de Dellen en zo ook gedaan. Nog wat zoeken halverwege tussen al dat AGR-publiek om naar Haasdal af te slaan voor Martin, Henk en Karel. Ik rechtdoor om op een loeivolle start van de klim over de Geulhemmer te stoten. Ook ik dus terug in de Dellen om de grote weg van Meerssen naar V’burg te rijden. V’burg was rustig om aan de voet van de Sibber op de staart van het peloton te stoten; gezellige sfeer. Enfin doorgetrokken om op tijd thuis te zijn. Douchen; effe met Rein over haar route keuvelen en samen met veel plezier de rest van de koers gekeken.
Een fijne dag, mooie route; bijna 125 km en meer dan 800 hm en gewoon lekker buiten zijn en fietsen. Ik kan het nog!



Zondag 13 april – Parkstad

Martin
:
Ik was de dag ervoor, vooral wegens het schitterende weer, met Miriam naar Banneux geweest. Een prachtige tocht, vooral omdat ik het rechtsom gereden had en dus veel weggetjes in de andere richting. De weg van Pepinster naar Banneux afgesloten wegens asfaltwerkzaamheden, maar daar lag dus het grootste gedeelte prachtig nieuw asfalt op. Heerlijk rustig. Op de terugweg onder andere het fietspad naar en door de treintunnel van Dalhem. Bovenop de Mescherheide kwamen we een eenzame fietser tegen; na het voorbijrijden realiseerde ik me dat de man in een EBN-shirt reed en daarmee dus Ricardo kon zijn; en jawel hoor: via Strava bleek ook hij ons herkend te hebben!

Diezelfde dag ook al Signalverkeer van de excuustruzen, zodat slechts – uiteraard – Henk – er wel bij was. De dag ervoor was hij in een kunstmuseum in Bonn geweest en begon mij enthousiast over een tentoongestelde kunstenaar, althans, zijn werken, te vertellen, hetgeen op mij de inwerking had als het uitleggen van de stelling van Gauss aan een kassière bij de Aldi.
Het had ’s nachts een heel klein beetje geregend, maar de weg was essentieel droog. Vertrokken richting de Rode Beek en zo via Nierstraß naar Geilenkirchen en daar tot Rimburg tegen de felle wind in de Wurm gevolgd. In Rimburg deze overgestoken om meteen rechtdoor een mooie klim over de Scherpenseelermolenweg te doen. Richting de camping onderaan de watertoren en een mooie fietsroute gevolgd tot ik weer bekend terrein zag in Eygelshoven. Net na het treinviaduct ervoer ik een lekke aba en deze bij een bankje onder het toeziend oog van een dame die van driehoog uit het raam van Huize Horizon, beschermd wonen, hing en ons de gehele tijd van commentaar voorzag, verwisseld. Met vereende krachten de band opgepompt en bij het losdraaien van het slangetje vloog het ventiel eruit. Dit goed vastgedraaid en weer opgepompt en heel voorzichtig het pompslangetje verwijderd, het binnenventiel tegenhoudend met mijn nagel. Ondertussen was er ook een andere man, een medebewoner denkelijk, voor het huis heen en weer aan het schuifelen onder het continu mompelen van wartaal waar ik slechts bij herhaling “Vuile hóérrr!” herkende. Een oudere dame liep langs en deelde haar medeleven waarop ik antwoordde dat het ook had kunnen regenen, wat het van de weeromstuit ook begon; niet hard en niet lang, maar wel genoeg voor een vuile fiets.
Door nu richting Kerkrade en bij Rolduc door het bos afgedaald en langs de glasfabriek naar Herzhogenrath; daar koffie en vla proberen te scoren bij een Konditorei, maar op zondag schonk men daar geen koffie. Door dus nu en wel een volgens de kaart verharde weg door het bos omhoog, maar die verharding was denkelijk door de Romeinen aangelegd en daarna niet meer gerenoveerd. Maar omhoog ging het best. Bij een gedenksteen van Lager Pley uitgekomen, een NS-kamp dat in de tweede wereldoorlog als Jodendoorlaatkamp en dwangarbeiderskamp gediend had. Nu weer verhard verder en Henk wist de weg naar Kohlscheid en Richterich; via een nieuw ontdekt binnendoorpad naar Horbach en Avantis, waar de wind ons mee werd. Naar De Locht richting Heerlen waar ik voorstelde de koffie in Benzenrade te doen. Daar konden wij buiten zitten. Om niet lelijk door de stad te moeten, de Daalweg naar U’berg omhoog en zo over Colmont naar Ransdaal, langs de golfbaan en Weustenrade. Daar begon het een beetje te miezeren, maar we waren bijna thuis. Langs de beek naar Schinnen en de Slakweg omhoog. Thuis fiets gepoetst en gesmeerd, bandje gecheckt en tevreden in bad en dan Paris-Roubaix kijken.



Zondag 6 april – Kornelimünster

Martin
:
Na allerlei schijnbewegingen waren Henk en ik bereid de uitdaging van een frisse ochtend en een straffe NO-wind aan te gaan. De eerste rit met zomertijd aan de toren, waar verder niemand kwam.
Ik had de woensdag ervoor een dag vrij en was die dag met Miriam naar Kornelimünster gereden en wel via een route die ik vooraf minutieus had uitgezet en in de Garmin geprogrammeerd. Evenveel wind toen. Daar de route mij wel bevallen was, stelde ik Henk voor daarheen te rijden. Gezien onze afspraak bij de toren een andere start dan woensdag: naar V’burg en de Daalhemer op en over het plateau de Ingber af en achterlangs de Gulpenerberg. Zo veel mogelijk de grote weg mijdend via Partij, Wahlwiller en Nijswiller. Even de grote weg naar de rotonde bij Mamelis en daar over de Selzerbeek en de prachtige klim over de Kuhlweg, die uitnodigend in de zon lag te schitteren, naar Orsbach en de klim vervolgend naar de heerlijke slingerafdaling, passend Schlangenberg genaamd, naar de buitenwijken van Aachen/Vaalserquartier. Nu bekend door het boerenland, met de wind wat mee naar de Waldschenke, de weg overgestoken en heerlijk afgedaald. Over rustige, deels voor gemotoriseerd verkeer afgesloten, wegen richting de bronnen van de Wurm en bij het Waldfriedhof – een bezoek waard – aan de grote weg Aachen-Monschau uit te komen. Deze even gevolgd en overgestoken, weer autovrij en over heuvelende boerenweggetjes naar het oude centrum van Kornelimünster, waar wij ons, heerlijk in het zonnetje gezeten, de vlaai goed lieten smaken.
Er kwam nog een ambulance vol op het orgel aangereden, die bij ons stopte, wellicht hadden ze ons tempo online gevolgd, maar het bleek voor een kerkganger – Jezus redt! – te zijn.
Terug nu en aangenaam de klim omhoog uit het dal van de Inde om bij Lichtenbusch (D) de grens bijna ongemerkt overgestoken naar Lichtenbusch (B).
Langs de bronnen van de Geul nu door het verstilde Hauset geslingerd naar de steile afdaling én klim onder de Presterbrücke, waar het TGV-spoor en het normale spoor elkaar treffen. Een mooie afdaling, wat hobbelig, terug naar de Geul, waar wij bij een plaspauze de Bosanemoon en Maagdenpalm in volle bloei zagen en zo omhoog naar Hergenrath.
Een fraaie d-tour afgedaald naar de Geul (weer), waar een stukje gravelen langs verantwoorde plekken als Château Eyneburg, Casinoweiher (waswater voor de zinkmijnen), de slakhalden van diezelfde zinkmijnen (geen zinkviooltje gespot), het Zinkmuseum en zo naar het fietspad langs de Geul richting Moresnet. Bijna reed is een kleuter aan, die op haar fietsje plots uit een zijpaadje achter een heg verscholen plots het pad overstak. Een stukje verder idem dito een hond die, onaangelijnd, dacht de weg over te steken.
Het viaduct van Moresnet prachtig in de zon, een foto waard. Verder naar Plombières en de RAVeL verder gevolgd naar Hombourg, waar nu bij het station mensen gezellig in het zonnetje gezeten aan het degusteren waren. De babybillenasfaltweg naar Teuven en Nurop en prachtig omhoog naar De Plank. Richting Ulvend kwamen we in een fietstourtocht terecht waar wij als klasbakken ruimschoots veel jongeren inhaalden! Na Noorbeek obligaat Bergenhuizen en Banholt en met volle zijwind naar Bruisterbosch. Vol tegen de wind naar Margraten, de Sibber af en de Stoepert op. In Spaubeek wilde Henk niet meer mee bergop naar Puth, dus verliet ik hem daar. De route komt van Henk, mijn Garmin had wat kuren en heeft niet de gehele route getrackt.



Zondag 30 maart – Campina

Martin
:
Enig app-verkeer, wat mij trouwens tot de mededeling brengt dat ik zo veel mogelijk whatsapp, van krullebol en Trumpvriend Mark Suckerberg, ga vermijden en derhalve een Signal-TCE-groep zal gaan aanmaken; liet zien dat slechts Henk en ik aan het VDA zouden aantreden.
Waarom vijverwerkzaamheden slechts tijdens het Suikerfeest succesvol uitgevoerd kunnen worden is mij een raadsel. Het door Pieter van Vollenhoven geënte woord labbekakkerigheid wil ik bij deze aan de vergetelheid ontrukken. Het was droog, maar er stond wel een stevige westenwind; 3 à 4. Geen strak plan, maar wel naar het zuidwesten vertrekken. De Kerenshofweg af en over de grote brug België in en naar Mechelen aan de Maas. De berg richting As op en halverwege linksaf over de Mechelse Hei die in alle jaargetijden een mooi uitzicht biedt, Scandinavisch van aard. De kunstbrug over en verder naar Zutendaal. Gewoon rechtdoor blijven rijden en de mooie brug over het Albertkanaal. Toen links naar het Albertkanaal en dat gevolgd tot in Vroenhoven. Bij het rechts afslaan bij de Sappi kregen we de wind weer van voren.
Over de brug en gelijk weer rechtsaf naar de top van de Muizenberg en deze afgedaald waar bij de gekende pâtisserie in de remmen geknepen en van de rijstevlaai-Brasilienne genoten. Goede gesprekken op de fiets en bij de pauze, maar dat ligt natuurlijk aan het gezelschap.
Met klamme kleding weer op weg en besloten om de stuw van Moelingen aan te tikken en door de Eijsder Beemden terug. Veel onbekende weggetjes noordwaarts tot we weer op bekend terrein in Gronsveld aankwamen en over de fietssnelweg noordwaarts. Omdat het wel heel snel ging voorgesteld toch nog even rechtsaf de Visweg in te slaan. Blijft een venijnige klim. Langs de drugsstokerij in Groot Haasdal en door Schimmert; in de afdaling naar Spaubeek toch nog zo’n 0,7 km/h aan onze gemiddelde snelheid toegevoegd.
Henk en ik hebben de Vosges ’25 besproken. Henk zal met een communiqué komen.



Zondag 23 maart – België

Martin
:
Zo langzamerhand dreigt de opsomming wie er, en waarom, niet zijn de lengte van het verslag te overschrijden. Daarom: ik was er wel!
Het had ’s nachts een heel klein beetje geregend; niet genoeg om de laatste resten strooizout en saharastof te doen verdwijnen.
Zag gisteren veel mannen bezig ijverig hun PKW van het laatste te ontdoen.
Overigens ook het raadsel opgehelderd waarom we meer en meer Duitse kentekenplaten zien met GK en ERK, voor respectievelijk Geilenkirchen en Erkelenz, in plaats van het oude HS. Dit is sinds een aantal jaren facultatief, om meer Bindung mit der Heimat, via je PKW dus, te hebben. Ik verzin het niet.
Over ijver gesproken: Pou-Pou beijvert zich in het schrijven van grafredes; ter voorbereiding wellicht.
Enfin: er is ook nog gefietst: naar het westen: na de Kerenshofweg in Oud-Stein terechtgekomen en daar fraaie weggetjes ontdekt. Over de snelwegbrug naar Maasmechelen en de Mons Campina op om over de heide linksaf te slaan. Een fraai uitzicht daar altijd weer. Over de kunstzinnige brug naar Zutendaal en van daar min of meer een zuidelijke richting gevolgd om uiteindelijk aan de achterkant van de Hallembaye te komen. Na de snelle afdaling links de brug en stuw over en via Moelingen de Voerstreek in. In St.-Martensvoeren omhoog naar Ulvend en via Vroelen en Noorbeek de klim van Bergenhuizen en binnendoor, de weg is inmiddels autovrij, naar Banholt en routineus via Bruisterbosch, Margraten, IJzeren de Sibber af en de Stoepert omhoog.
Niet gestopt onderweg.



Zondag 16 maart – exploreren

Martin
:
Met een minimale bezetting, te weten Karel en ik – misschien moeten we TCE maar omdopen naar Avondrood of Krasse Knarren – de rest was weg, onderweg of vond het te koud. Het was inderdaad bij aanvang nog fris, maar helder, de wind viel eigenlijk wel mee en het werd allengs warmer.
Uiteraard moesten we naar Valkenburg, want het nieuws dat de Wilhelminatoren aldaar ingestort was had ons al bereikt. Over het veld naar Sweikhuizen en steil de Weg langs Stammen af en over mijn wowe-route Hobbelrade omhoog. Door Kelmond en Ulestraten afgedaald en in Meerssen de Dellen opgezocht. Bij de Nachtegaal Bob ontmoet; Bob is een ooit ontsnapt moeflonschaap dat geadopteerd is door een kudde Galloways en gezellig met hen optrekt.
In Valkenburg toonde de ingestorte Wilhelminatoren als een soort Gedächtniskirche – benieuwd wat de oorzaak zal zijn. Verder door het Geuldal nu om in Wijlre geheel ongewoon de klim van de Dikkebuikweg te doen; bovenaan bij een monumentje voor een omgekomen Amerikaanse soldaat een plas en heuvelend naar de top van de Eyserbos, Eyserheide en Mingersborg. Afgedaald over een prachtig veldweggetje naar Bosschenhuizen en door Simpelveld gekronkeld.
Daar nog een mooi nieuw fietspad aangetroffen en naar de Baneheide, waar de weg geheel gereconstrueerd wordt. Via Bocholtzerheide naar Orsbach en over de Schneeberg met zicht op het Klinikum afgedaald langs het landgoed Gut Melaten, ooit een leprozenkliniek en daarmee de start van het Klinikum feitelijk. Door de binnenstad feilloos naar Van den Daele alwaar de rijstevlaai, met erg dikke en lekkere slagroom, zich goed liet smaken.
Terug “om de noord” en de bekende klim uit Laurensberg, de Rathausstraße (een dubbel-s en een Eszett) gevolgd door Vetschau en Horbach, waarna de snelweg naar De Locht. In Heerlen zoveel mogelijk de route van de Caumerbeek proberen te volgen. De eerder waargenomen ooievaar bij Kasteel Hoensbroek was gevlogen. Langs de tweede beek van vandaag: de Geleenbeek, verder en te Schinnen afgerond met de Zandberg. Heerlijk gefietst!

Karels beeld:
Zoals Martin al aangaf was de bezetting minimaal, vandaar: Mini-TCE; diehards resteerden.
Martin was al voor de afgesproken tijd bij mij om mijn gecrashte externe HD te retourneren, jammer van de vele foto's die hierop staan (of stonden). Na een kopje koffie via de WoWe route van Martin richting de Nachtegaal om Miriams vriendje Bob te bewonderen. Alleen een gevaarlijke bonusmoeder stond bij het wildrooster. Is toch veilig mogen lukken om hieraan voorbij te komen. Door naar Valkenburg om ons op de hoogte te stellen van de nieuwe trekpleister, de Wilhelminatorenruïne. Niks te zien.
Door naar Wijlre en via de Dikkebuikweg (what's in a name) naar Eyserheide en via Bosschenhuizen naar Simpelveld. Via een ongekend aantal kloosters en de butler-opleiding naar een nieuw fietspad dat ons bij een AZC bracht. Naar Bocholtz en, wederom explorerend naar Orsbach en via de bijzonder mooie afdaling naar het Klinikum. Door, voor mij onbekende gedeeltes van Aken, naar het stadscentrum waar we onze verpozing hebben genoten. Retour langs Sjakie en zijn Chocoladefabriek (Lindt) naar Horbach en De Locht. Heerlen verkennend en via de Molenberg en Oliemolen naar de Caumerbeek. Deze volgend en kruisend naar de Geleenbeek en naar huis. De temperatuur was ondertussen aangenamer geworden. Wel nog steeds erg fris. Opvallend was dat er veel fietsers onderweg waren, groepen en einzelgänger.
De rit was waarlijk een genoegen!



Zondag 9 maart – Kelmis

Martin:

Een hele week al mooi weer had zelfs Jos ertoe gebracht weer eens mee te gaan; hulde! Verder natuurlijk de oude getrouwen Karel en Henk.
’s Ochtends nog fris maar toch al drie stel blote benen. Verder was de outfit nogal gevarieerd. Ik stelde voor iets als Plombières, want ik wist zeker dat Jos dat nog niet kende. Jos was overigens niet op zijn nieuwe fiets; was nog niet helemaal naar zijn zin: iets met zadel en stuur – of een erwt onder het matras. Met stralend weer en geen wind op weg naar de Sibber, Margraten en achterlangs door Termaar naar de Plankweg en Reijmerstok en het fietspaadje naar Terlinden gevonden; prachtige uitzichten! Op Hoogcruts linksaf en gelijk weer rechts naar het bakhuis en de afdaling van de Schilberg, waar een illegale, want te brede, camper ons tegemoet kwam. In Slenaken de weg naar Teuven en het gladde asfalt te meer waarderend omdat we de abominabele toestand ons herinnerden. In Hombourg het bekende fietspad langs het station en Dikke Bertha en zo door een prachtig lentelandschap naar Plombières waar we het fietspad langs de Geul oppikten – voor Jos gans onbekend. Aangekomen in Moresnet onder het treinviaduct door en verder Geulopwaarts naar Kelmis – even daar nog de koffie geprobeerd, maar geen vlaai, dus door naar Gemmenich en het Drielandenpunt alwaar bij de Bokkerijder de verjaardagskoffie(!) van Jos genoten. Daar deelde hij overigens mede niet naar de Vosges te kunnen gaan – te veel perikelen daarom met nierdonatie etc. en met het wegvallen van Ruud dus een nieuwe RC nodig; ik stel zo maar even Henk en mijzelf voor. Gaarne aangeven wie meegaat!
Na de koffie redelijk kort naar huis: langs Vaalsbroek, Einrade en Vijlen en afgedaald naar Mechelen. Daar viel mij op dat de motorrijders ook massaal hun ding uit de garages gehaald hadden; niet zo fijn. Routineus door het Geuldal en omhoog met Jos naar de Koulen. Gedrieën verder via Walem naar Hulsberg en daar, ongewoon, de Kersboomkensweg naar Wijnandsrade en door Nuth naar het fietspad langs de Geleenbeek naar Schinnen en de Côte d’Escargot omhoog waar wij afscheid namen. Net niet aan het Gercriterium voldaan, maar toch heel fijn gefietst!

Karel was ook bezig een verslag te schrijven terwijl ik daarmee bezig was:
Op zaterdag niet de gebruikelijke plichtplegingen wie er wel of niet zou zijn, gewoon morgen is het zondag, 8.55 VDA. Alleen nog even de discussie welke outfit. Het nieuwe of het ‘oude’ Bosch. Henk ging volledig akkoord met het oude, Martin refereerde alleen aan de vrije meningsuiting. Later reageerde Jos nog met de opmerking als jullie om 9.30 bij de Toren zijn, ben ik er ook.
Zondagmorgen op de geëigende plaatsen verzameld, iedereen in Bosch, welke uitvoering, zomer, winter, combinatie nieuw, ‘oud’ of wat dan ook. Overal stond de watertoren en TCE op.
Waarnaartoe: Martin opperde het nieuw geasfalteerde RAVeL L39 richting Moresnet en Kelmis. Zonder tegensputteren werd dit door iedereen aanvaard.
Gezwind richting Haasdal en door Valkenburg naar de Sibbergrubbe. Via IJzeren naar Margraten en via Termaar naar Reijmerstok. Brut 172 gepasseerd en via een mooi geasfalteerd fietspad terug naar de grote weg.
Via Hoogcruts en de Schilberg naar Slenaken en via Nurop naar Teuven, alwaar we het bijzonder mooie stuk nieuw asfalt hebben gevolgd tot de brakke tunnel. Alles weer goed gemaakt met het nieuwe asfalt richting Hombourg. Langs het station de RAVel L38 op. Is altijd een bijzonder mooi stuk. Verder over de L38 naar Moresnet waar we RAVeL 39 hebben opgepikt. Na het politiebureau is dit geheel nieuw geasfalteerd en het is ook hier een genot om de Geul te kunnen volgen. Dit gedaan tot Kelmis waar we probeerden koffie te scoren. Dit is niet mogen lukken. Besloten om door te gaan naar De Bokkerijder op het Drielandenpunt. Hiernaartoe via bekende, maar lang niet meer door ons gereden wegen. Gemmenich omhoog naar de drukke Bokkerijder. Hier onder het genot van koffie en verjaardagsvla van Jos wat wereldperikelen (zonder het T-woord) en de Vogezenweekend besproken. Organisatorisch zal er wat aangepast moeten worden. Ger heeft het sinds jaren gereserveerde weekend wat anders afgesproken en Jos moet mogelijk verstek laten gaan vanwege diverse operaties. Komt tijd komt raad. Na de koffie zo snel mogelijk via de kortste weg naar huis. Gelukkig voor mij was het wat meer bergaf en wind in de rug. Het tempo zat er goed in. Via Vijlen en Mechelen naar Wittem, de grote weg gevolgd en Jos thuis afgezet. D.w.z. door Martin en Henk. Ik volgde (bergop) op gepaste afstand. Klimmen, Hulsberg, Wijnandsrade en langs de Geleenbeek naar Schinnen Als laatste de Cote d'Escargot en we konden met een voldaan gevoel de rit afsluiten. Voor Henk nog het laatste stukje downhill naar Sittard.


Zondag 1 maart - Het onbekende bekende

Karel
:
Zaterdag de gebruikelijke inforonde wie er zondag zou zijn. Jos heel snel: “Ik niet”, Martin op ontdekkingstocht in Trier, Ger bevestigde dat hij zich al eerder had afgemeld. Bleef over Henk, die zich op de gebruikelijke tijd wilde vervoegen. Gezien de kleine opkomst en de verwachte lage temperatuur, werd mijn voorstel om 9.30 VDA geaccepteerd, wel een kleine vraag: “hoezo lage temperatuur?”

Zondagmorgen klopte de gemiddelde tijd exact. Henk een minuut te vroeg en ik een minuut te laat. Gemiddeld dus perfect. Henk snapte wel mijn voorstel om, gezien de temperatuur wat later te vertrekken, hij vond het ook ‘fris’.
Aangezien er een zwakke N-NO wind stond, gekozen voor noordelijke richting. Door Geleen naar de Bergerweg en via de Graetheide naar de kanaalbrug om de werkzaamheden aan het JuKa te inspecteren. Schiet lekker op. Over de dijk naar Roosteren en over de afgesloten weg naar Ohé. Hier ongebruikelijk helemaal achterlangs de mineralenbreker en langs de haven en camping richting Laak. Dit was voor mij en misschien ook wel voor Henk helemaal nieuw. Door naar Stevensweert, waar ook weer een achterlangsweg werd genomen. Naar Maasbracht, waar in eerste instantie Thorn werd geopperd, maar toch besloten werd om onder de brug richting Linnerweerd te gaan. Na een doodlopende weg in te gaan toch weer een klein weggetje naar Linne gezocht. Door Linne richting Mont St.-Odile, vanwaar een doorsteek naar Paarlo en mogelijk koffie in Holst. Jammer, alles was dicht, dus geen koffie. Dit zou ook de rest van de rit zo blijven. Door Vlodrop langs de internationale weg naar Koningsbosch, waar we kruip-door-sluip-door naar de Molenweg richting Havert gingen. Door Tudderen naar Wehr en door het moeras richting Hillensberg en Doenrade. Op de Windraak afscheid genomen en ieder zijns weeg naar huis. Kwamen hier wel tot de conclusie dat 80 à 85 km zonder koffiepauze toch wel erg vermoeiend is, zeker in deze tijd van het jaar.
Het grootste deel van de route waren wel bekende delen, maar zoals aangegeven bij Ohé, Stevensweert en achter St. Odiliënberg waren toch een heleboel onbekende stukken in bekende omgeving.
Thuis in bad en daarna eerst de optocht in Puth, ongeveer voor de deur, en in Geleen bewonderd. Puth was een leuke kleine optocht, goed verzorgd en weinig kabaal. Geleen kreeg wereldstadallures met dansscholen, café-promotie en een immense hoop kabaal.
Welbestede dag.



Zondag 9 februari – Kwik, Kwek en Kwak

Martin
:
De week ervoor is er om verschillende redenen niet gereden door TCE, maar vandaag dus wel. En wel tevens door Karel en Henk. Het was prima fietsweer: de weg geheel droog, zo’n 5 °C en geen tot nauwelijks wind. Onderaan het VDA aangekomen was Henk iets te laat, dus hem wederom tegemoet gefietst en al snel ontmoet. Onder de beide spoortunneltjes door. Zowel Henk als ik leden aan een besluiteloosheid die het huidige kabinet kenmerkt en hadden beiden geen doel. In ieder geval niet naar Thorn of Duitsland. Dan maar wat gereden: door Einighausen en langs Guttecoven en door het natte Limbrichterbos richting Born; over de sluis een weinig genomen afslag langs de Berghaven met wat ongeorganiseerde bewoning, een soort van Ruigoord. Langs de ontgrindingen en Illikhoven over het gekende fietspad naar Roosteren en Maaseik. Besloten niet het kolenspoor te volgen, dus over de Markt westelijk en afgeslagen naar Wurfeld, wat ons uiteindelijk toch weer bij het Kolenspoor bracht. Dit een tijdje gevolgd en bij de ecotunnel afgedaald naar het industrieterrein en min of meer langs het kanaal uiteindelijk bij het merkendorp uit te komen. Door Eisden langs de kolossale kerk naar het door ons weinig gefrequenteerde Café de Statie, waar onze westerburen al vrolijk aan het bier en belletjeswijn zaten. Wij de verjaardagskoffie van Henk genoten, met een beter stuk vlaai; ook in de Belgische mijnstreek past men blijkbaar nog wel eens Grubenwasser toe.
Verder nu door het bos over het weinig genomen viaduct over de weg Maasmechelen – As naar de Salamander en zuidwaarts, de snelweg onderdoor, langs de Kikmolen en de Duivelsberg geforceerd. Bovenaan sputterde Karel even rechtsaf te gaan, maar dan zouden we weer uitkomen waar we al geweest waren, dus niet, en door naar Zutendaal. Mooie weggetjes door het bos en uiteindelijk de lange afdaling naar en door Lanaken; naar Smeermaas en van daar het pad langs de Zuid-Willemsvaart gevolgd.
Bij Kotem de snelwegbrug over. In Stein had ik na wat gefrummel eindelijk de rebiba die ik twee weken eerder van Henk geleend had, te pakken en deze hem overhandigd. Merkwaardig – of niet? – dat ik voornemens was deze bij het VDA te overhandigen, dit vergeten was en dacht dit bij de pauze te doen; het daar weer vergat en nu dacht ik eraan, dus: gelijk! De vervelende Kerenshofweg op, door Geleen en Daniken alwaar ons afscheid.
Een fijn gemiddelde, waaraan ik zeker een groot deel bijgedragen had, maar ik was immers de week ervoor op hoogtestage geweest.

Karels beeld:
Mijn verslagje is tamelijk laat omdat ik nog wat ict-problemen met mijn Garmin en Strava had. Mijn "senioren-ondersteuner-ict’er" heeft me hier nog goed mee geholpen. Problem solved (hopen we).
De trip is door Martin Kwik, Kwek en Kwak genoemd. Hoe de verdeling per naam is weet ik ook niet.
Zaterdag de bijna gebruikelijke appcontacten over wie er mee gaat, hoe laat etc. Martin vroeg dit al heel subtiel met de opmerking in de app welke dag het de dag na zaterdag is. Mededelingen: Ger kniemalheur, Jos wandelverplichtingen. Henk en ik consensus bereikt over 9.30 VDA, Martin stilzwijgend akkoord.
Routebeslissingen en -beschrijvingen zijn al uitgebreid door Martin toegelicht. De afslag over de houten brug welke ons naar een eerder punt zou hebben gebracht was een klein misverstand, aangezien er dicht bij elkaar twee houten bruggen zijn. De verjaardagsvlaai van Henk was uitstekend. Wel veel rumoerige Belgen.
Voor de rest ging het gewoon smerig hard, zeker ook gezien de periode van het jaar. Extra handicap bij mij was nog de sluimerende verkoudheid. Op het einde heb ik de jeugd toch moeten vragen iets te dimmen, aangezien ik het hoge tempo niet meer kon volgen. Deed me dan ook deugd dat Martin later ook confirmeerde dat het wel een hoog gemiddelde was.



Zondag 26 januari – Parkstad

Martin
:
Weinig animo, maar genoeg. Met Henk afgesproken een uurtje later te gaan, dus 10h aan het VDA. Het was na een regenachtige nacht droog, hoewel de weg nog nat was.
We hadden beiden geen idee waarheen, dus maar wat geklungeld. Door Munstergeleen en terug naar Puth via de Stokselweg, een mooi klimmetje. Naar de Bokkereyer en niet de slikkige Slakweg af maar de grote weg naar Schinnen. Door naar de Hommert en Hoensbroek in. Ons blijkbare doel was zo veel mogelijk onbekende wegen in te slaan en globaal slechts een richting aan te houden. Door het troosteloze centrum van Hoensbroek en langs het industrieterrein De Koumen. Velerlei wijken aangedaan, onder andere Heksenberg en een mooi fietspad tussen de Sigranogroeven door. Over de Euregioweg en Palemig en Kakert. Een vervelend lange klim over een slecht fietspad naar Lichtenberg om uiteindelijk weer bekend uit te komen bij station Landgraaf. Dwars door allerlei toch wel mooie woonwijken van Eygelshoven om op een volledig opgebroken weg uit te komen. Even terug dus en zo aan de voet van een meer dan mooie klim, te weten de Mariaweg langs de wijk Op de Bossen uit te komen. Mooi stil en steil. Dan door Kerkrade naar Bleijerheide over meestal onbekende wegen. Weer een keertje een doodlopende weg in maar onversaagd terug. Zo kwamen we bij het zuidelijkste punt van de Neustraße/Nieuwstraat uit en de Roermonder Straße een tijdje gevolgd.
In een poging van Henk deze drukke weg even te verlaten rechts een wijkje in, waarna we na vijf minuten weer op de grote weg uitkwamen. Uiteindelijk in een woonwijk een afdaling genomen, ik met de verwachting “als dat maar goed gaat”, maar Henk reed hier alsof hij er driemaal per week komt en zo kwamen we bij de gezwollen Wurm uit en een zeer fraaie, steile en rustige klim naar Bardenberg. Hier een keer rechtsaf door Morsbach en toen we bij de grote weg (B 57) uitkwamen dacht ik het te herkennen en we staken deze over om in Würselen te geraken. Hier diende het noodlot zich aan: een lekke voba. Voor een wedkantoor de band verwisseld. In het centrum van Würselen trefzeker rechtsaf de afslag naar het mooie fietspad naar Aachen Noord.
Niet naar Aachen zelf, dus bij de gasbollen rechtsaf naar Soers: mooie rustige weggetjes. Een van de weggetjes zo rustig dat die doodliep. Terug weer. En toen bij mij het moment van “ik durf het niet te zeggen, maar…”. Wederom een lekke band en deze maal de achterband. Het natte wegdek speelde duidelijk parten. Een bandje van Henk geleend en relaxt in het zonnetje de band verwisseld; de band, ondanks de koude, zonder bandenlichters eraf gekregen, gestimuleerd door de strakke billen van voorbijlopende hardloopsters denkelijk. Over een mooi paadje, wel met heel wat water op de weg, langs Schloss Rahe naar Laurensberg en de bekende klim naar Vetschau.
Hier vroeg Henk geïnteresseerd op welke dag precies vorige week ik nu ook alweer jarig was, daarmee de verjaarstraktatie forcerend. Door nu naar Horbach en over de Locht naar Heerlen en daar in een espressobar een stevige bak koffie en een stukje taart. Goed van smaak. Langs de Geleenbeek terug naar huis en afgerond met de Zandberg. Het was goed fietsen.

Thuis de Lenzen goed gepoetst en vervolgens ook nog de Superior van Miriam, die na een tijdje thuiskwam en haar Koga e-bike. Een welbestede dag!



Zondag 19 januari

Martin
:
Na een aantal weekenden waarin het weer fietsen niet echt aantrekkelijk maakte, was het Henk die deze keer aan de bel trok en mij en Karel overhaalde de fiets te pakken. Jos vond het te koud en gevaarlijk, Ger nog onderweg van de Dolo’s. Karel had al een paar keer op de Tacx gezeten en vond dat maar niets.
Henk had voorgesteld een uurtje later dan normaal te vertrekken en geen weerstand ervaren, dus alzo.
De sneeuw was van de wegen af en ondanks de temperatuur net onder nul, waren de meeste wegen droog; wel ruim gepekeld. Bij het VDA besloten we Henk vast tegemoet te rijden – stilstaan was niet aantrekkelijk – en kwamen hem snel tegen en zo Munstergeleen voor de hand laten liggen. Vervolgens naar de voet van Watersley en daar de klim door het sportpark dat Bike-space of Bikes-pace heet (waar legge u de klemtoon?), genomen: in het begin aantrekkelijk steil. Gevolgd door de klim naar de Windraak en door het land naar Doenrade, een grote bevroren plas door de berm vermijdend – die gelukkig hard bevroren was. Niet de mogelijk modderige afdaling door Viel, maar over de grote weg naar Jabeek waar wij afsloegen en langs de beek reden – die overigens niet als naam het voordehand liggende Jabeek heeft, maar Quabeekgrub heet. Via de Etzenrader Mühle het gekende fietspad langs de Rode Beek gevolgd; de beverdam standvastig daar, waarna Karel riep dat hij lek had gereden. Heerlijk weer om een lekke te verwisselen. Zelfs zijn mooie nieuwe Continental 4-seasonsband was niet tegen een meidoorn bestand. Toch snel gefikst, maar niet pas nadat Karel, die verzuimd had zijn ventiel vast te draaien en even twijfelde of hij de lekke band had laten monteren, de band voor de tweede keer moest oppompen, waarbij de CO2 die verdampte een mooie brandblaar opleverde; en weer door. Een bruggetje over de Roodebach was voor alle verkeer inclusief voetgangers afgesloten wegens ‘Einsturzgefahr’, maar met gevaar voor onze levens na elkaar op kousenvoeten de doodsdreiging getrotseerd en overleefd!
In Gillrath wist Henk een binnendoorweggetje dat ons via allerlei gehuchtjes en een zwaar onverhard stuk uiteindelijk langs de doorgaande weg Geilenkirchen – Heinsberg bracht en die dus maar gevolgd tot in het verlaten centrum van laatstgenoemde. Daar een koffietentje gevonden met een wat vreemde gastvrouw die een, voor ons allen, onverstaanbaar koeterwaals uitbraakte. Maar de Käsetorte smaakte goed. Gelukkig had Henk voldoende cash bij zich, want daar gold: Nur Bar ist wahr!

Terug op gevoel en de kompaskoers op de Garmin gevolgd, want de mist liet geen enkele andere vorm van navigatie toe en langs allerlei veldwegen, de meeste goed berijdbaar zw-waarts tot Karel wederom “Ik durf het niet te zeggen” sprak en weer een lekke voba had. Denkelijk een snakebite, want de eerste keer niet hard genoeg opgepompt(?). Zonder een rebiba bij zich meer te hebben steeg de koers van rebiba’s tot ongekende hoogte en kon ik hem plezieren. Karel had er flink de pee in, maar Henk en ik bleven opgewekt: het was immers droog, geen wind, niet te koud en gewoon lekker fietsen. Ik sprak nog het citaat “If it doesn’t kill you, it makes you stronger” uit, dat, inderdaad Henk, aan Nietsche ontleend is: “Was mich nicht umbringt, macht mich stärker.” En zo is het maar net! In Breberen kwamen we weer op bekend gebied uit en routineus via Höngen en Tüddern naar Sittard waar in het stadspark onze wegen zich scheidden. Goed dat we eruit zijn geweest.

Karel vult aan:
De kop is er af. Zoals gebruikelijk is Martin weer razendsnel met zijn relaas en hoef ik alleen maar iets toe te voegen. Zoals al vermeld was er zaterdag het gebruikelijke appverkeer, resulterend in verzamelen op zondagmorgen, wel een uur later, het is per slot van rekening nog steeds koud. Er was geen richting afgesproken, maar gezien de wind (die er nauwelijks was) oostwaarts aangehouden. De Rode beek geïnspecteerd op bevers. Die zijn het mooie dammenbouwen wel een beetje verleerd.
Hier mij eerste lekke band, zie relaas Martin. Mij is de hoon van aangeven van een verkeerde band bespaard gebleven; was vergeten het ventiel dicht te draaien.
Verder via gekende en ongekende wegen naar Heinsberg waar alleen een ijssalon open was. Hadden echter ook kwarktaart en koffie. Toen ik mijn schoenen op de verwarming zette zei de brommerige "Wirtin" dat ik me maar gewoon thuis moest voelen. Na de koffie wederom via gekende en ongekende wegen richting huis. Op een van de geasfalteerde binnenwegen wederom een lekke band. Ik baalde inderdaad als een konijn dat dit gebeurde. Thuis geconstateerd dat het inderdaad een snakebite was; Gaatjes dusdanig dicht bij elkaar dat reparatie niet meer tot acceptabel resultaat zou leiden.
Bij het opblazen met de CO2-patroon een brandvlek aan de pink opgelopen. Gelukkig geen blaar geworden maar alleen een gevoelige plek aan overgehouden. Na vervangen van de band gezwind door naar Sittard en Puth. Het was wel koud, maar een zeer positief gevoel aan overgehouden. Het was weer een welbestede ochtend.

Inderdaad Tacx-trainen is knudde, misschien wel goed voor lijf en leden en misschien is daardoor mijn achterblijven misschien toch wel wat minder.