Zondag 14 september

Henk
:
Het was al vrij snel duidelijk dat ik het vandaag alleen zou moeten doen. Ik was al vroeg op en het weer werkte mee, dus voor achten zat ik al op de fiets om op zoek te gaan naar de bron van de Gereonsweiler Flieβ. Vorige week donderdag had ik de bron van de Beecker Flieβ gezocht en gevonden. Die bleek bij Baesweiler aan de voet van de Carl Alexander Halde te liggen. Op de Halde ligt ook een restaurant en er is een uitkijkpunt dat je met de fiets kunt bereiken. Mooie bestemming voor een TCE-rit. Tijdens die rit ontdekte ik dat vlak voor Beeck de Gereonsweiler Flieβ in de Beecker Flieβ uitkomt en dat die veel meer water voert. De Beecker Flieβ fliesste niet, die stond droog. Alle reden om die Geronsweiler Flieβ dus maar eens verder te volgen.

Daarvoor moest ik eerste een aantrekkelijke route naar Beeck vinden. Uit Sittard vertrekken in die richting is voor mij geen moeilijke keuze. Direct de Kollenberg over en achter de Lahrhof langs richting Hillensberg. Daar besloot ik niet de Rode Beek op te zoeken maar via Süsterseel noordelijk om Gangelt te rijden. Dat leverde mooie nieuwe weggetjes op met een waterig herfstzonnetje in het gezicht. Beslist de moeite waard. Zo kwam ik bij de afvalberg van Geilenkirchen uit. Daar even naar het zuiden en de eerste mogelijkheid in oostelijke richting waardoor ik langs de noordkant van Gilrath scheerde en zo weer op de bekende route door het bos naar Tripsrath kwam. Vanuit Tripsrath iets sneller dan eerder afgedaald richting Wurm en overgestoken naar Prummern om Beeck van de zuidkant te benaderen. Vervolgens almaar afdalen om de beek te vinden. Dat lukte prima, zij het dat dat veel korter had gekund. Maar dat stukje langs de beek door Beeck is zo mooi, daar kun je nooit spijt van krijgen. Vlak na Beeck ligt confluentiepunt. Tot Gereonsweiler kun je de Flieβ niet volgen en in Gereonsweiler loopt ie ondergronds, maar ik wist door een verdwaling ooit met Karel dat hij daar ook ergens de grond in gaat. Met een beetje zoeken vond ik dat punt, om erachter te komen dat ik tijdens mijn zoektocht al eerder een eind op weg was geweest om hem te vinden, maar in het behoorlijk vlakke landschap valt de beek daar niet op. Wat wel opvalt zijn de Haldes, en ik had al snel door dat ik niet ver van de bron van de Beecker Flieβ verwijderd kon zijn. Het leek wel haast of er stroomopwaarts steeds meer water stroomde. Ik vermoedde even afwatering van een Halde (de Emil-Mayrisch Halde ligt daar) of opgepompt mijnwater. Ik kruiste een weg die ik direct herkende door de ligging ten opzichte van de Halden. We hadden die gereden tijdens onze laatste rit naar Linnich. Ik maakte daar een foto van de beek met nog veel water, en postte ‘m in de Signalgroep met de opmerking dat ik de bron wel niet zou halen. Daarna zag ik op Google maps dat de bron nog maar een paar honderd meter naar het zuiden was; een rioolwaterzuivering, vlakbij Baesweiler waar ook de Beecker Flieβ nu misschien wel weer fliesste. De beek waar ik aan stond heette ondertussen Settericher Flieβ. Ik vervolgde mijn weg, maar die liep dood net voor de provinciale weg die de beek kruist. De kilometers begonnen al te tellen dus ik besloot de bron de bron te laten en Garmin te vragen me naar huis te leiden. Aanvankelijk leek dat aardig goed te gaan. Ik week af toen ik de Beecker Flieβ kruiste op dezelfde plek als in onze vorige TCE tocht. Ik volgde die een tijdje en er stroomde inderdaad water. Er was behoorlijk wat gevallen de laatste dagen. Veel modder op de weg, maar fietsen ging nog prima. Bij de Wurm aangekomen wilde de Garmin me richting centrum Geilenkirchen door laten rijden. Ik besloot eerder rechts te gaan en reed noordwestelijk om het centrum heen om bij de brandweerkazerne uit te komen. Om de obligate Rode Beek niet helemaal te volgen toch maar door het Schinveldse Bos. De runderen vonden het kennelijk te nat in het gras en liepen allemaal op de weg. Ook veel fietsers daar al om 11 uur. De weg van Bingelrade naar Sittard door Hillensberg kende mijn Garmin niet. Sittard inrijdend kwam ik nog in de Holy Hill obstacle run terecht. Het viel me op dat tussen de obstacles nauwelijks gerend wordt. Helpt ook niet veel want je moet bij de obstakels toch op je beurt wachten. Door het vroege vertrek, de korte afstand, het overslaan van een pauze en natuurlijk mijn hoge snelheid was ik al ruim voor de middag thuis zodat ik lekker met Marijke kon lunchen



Zondag 7 september

Ger
:
Op “TCE-zondag”, toch maar een verslagje van een solorit. Afgelopen weekend gewoon geen zin in fietsen en dus ook geen classic en zondagsrit, hoewel ze al in de Garmin geladen klaarstonden. Deze week geen tijd(!) en dus moest dit weekend wel wat gebeuren. In het verslag vorige week memoreerde Karel al, dat dit weekend om diverse reden de aanwezigheid aan de toren voor meerderen lastig was. Ergo een solo was logisch met een wat later vertrek mogelijk. Met de weersvooruitzichten me al snel Banneux als doel gesteld. Normaal kom ik daar in het seizoen twee of drie keer en stond ik nog op ‘sans’. Nu de rit is me niet tegengevallen. Mooi weer; alleen in de schaduw op gaten in de weg en verkeersdrempels letten. Ook de motoren waren los en in Herve was een groot landbouwevenement. Qua verkeer een ramp die daarnaartoe wilde, maar de omleiding voor ons fietsers was prima. Even na 9.00 uur van de Maretak vertrokken naar Slenaken en vandaar naar Teuven. In Remersdael links bij de kerk omhoog en links om Aubel heen, want de weg naar het centrum lag open. Dat bleek een mooie lus te zijn in het groen met fraaie uitzichten. Wel helaas betonplaten. Richting Val Dieu aangehouden, maar eerder links afgeslagen om de mooie loper naar Charneux te pakken. Ingelopen door een fietsgroep, maar die liep niet al te ver uit: goed voor mijn moraal. De klim naar het industrieterrein is gekend. Zo ook het steile stukje bij de kapel links. De uitloper daarna is overigens vies vals plat; eigenlijk meer dan vals plat. Bij de afslag op de grote weg langs alle drukte naar de achterkant van het industrieterrein om zo naar het centrum te koersen en de helling omlaag bij José; verder naar Xhendelesse en de fraaie keitjes in het even fraaie centrum van Soiron. Naar beneden naar Nessonvaux en Fraipont. Ik pak bij de grote weg meestal de klim rechts naar Banneux, zo ook nu. Liep lekker en langs de bekende punten van de voormalige forellenkwekerij en de afslag naar Hurlevent. Er was op en bij de top een wandeling uitgezet met een tent en broodjes etc,; heel gezellig.
Nu in Banneux wat gedronken en een reepje gepakt en weer verder. Gekozen voor de niet zo drukke weg langs het kerkhof en zo naar beneden nar Pepinster, de klim naar Wegnez was als altijd toch stevig en lang. Boven via de twee industrieterreinen naar Henri-Chapelle en vandaar over het plateau de grote weg via het Rode Bos naar de Hut. Via de Ingber naar huis en na bijna 110 km en ca. 1350 hm tevreden maar moe afgeklokt.



Zondag 31 augustus – Leo in Linnich

Martin
:
Gisteren de 31e ODS Classic gereden onder perfecte omstandigheden. Een goede opkomst – al was de TCE-opkomst Kwantitatief Uitermate Teleurstellend – geen drup regen, maar wel een stevige tegenwind zo af en toe. Samen met Jan S en Vicente moeten opboksen tegen twee jeugdiger collega’s van mij en dat ging goed.
Karel was die dag verhinderd, maar – uiteraard – vrijdag ervoor wel geholpen met uitpijlen. Daarom zeker acte de présence op zondag, evenals Henk.
Ik was Karel aan het ophalen, maar hij kon pas vertrekken toen zijn Garmin opgestart was; die heeft inmiddels gelijke kuren als hijzelf. Het was een heel klein beetje miezerig en een stevige zuidzuidwesten wind. Karel stelde voor naar Leo in Linnich te gaan, een bestemming die hij onlangs samen met mij niet mocht bereiken. Maar Henk kent in Pruisen alle wegen en weggetjes, ook de onverharde, dus vol vertrouwen daarheen. Natuurlijk met de wind grotendeels mee, wat we op de terugweg zouden bezuren. De grote wegen vermijdend over allerlei landweggetjes, sommige matig asfalt of onverhard. Door de Schinveldse bossen naar Niederbusch en het bekende Gillrath. Daar pikte Henk alle binnendoorweggetjes op en in Randerath de Wurm over. Naar Brachelen en een track langs het spoor gevolgd die onverhard doodliep. Even terug dus en het spoor onderdoor; de Rurbrücke bij Körrenzich nog steeds gesloten wegens hoogwaterschade en gepland pas in mei 2027 weer open. Langs de Rur dus verder en zo in Linnich bij Konditorei Leo. Een klein vlaaitje in drieën en een mok koffie. Getrakteerd door Karel, preluderend op zijn, en Lilians, vijftigjarige huwelijk.

Linnich weer uit over een mooie fietsroute en daarna werd de route een combi van Henks en de mijne. Uiteindelijk in Übach-Palenberg uitgekomen en het spoor onderdoor bij het station. Even de Wurm gevolgd, maar snel linksaf omhoog, een van de vele klimmetjes uit het Wurmtal, naar Windhausen en verder bekend afgerond over Scherpenseel, de Teverener Heide, Brunssum en de Parkstadroute naar Hoensbroek opgepikt. Te Schinnen de keuze tussen de Côte du Sable, de Côte d’Escargot en le Côte de Forets des Troncs, waar Henk de eerste koos. Het weer was inmiddels omgeslagen: droog en een zonnetje. Met zo’n 95 km geen verspilde tijd.
Voorlopig zullen velen afwezig zijn wegens vakantie, hospitalisering of anderszins; we houden contact.

Karel vult, tijdens het schrijven dezes, aan met:
Het weekend van de ODS Classic was voor mij moeilijk.
Ik moest prioriteiten stellen omdat zoon Martijn een strandfeest had georganiseerd vanwege het feit dat hij en Charlotte veel te vieren hadden. Verjaardagen, langdurige samenzijn, nogmaals de promotie, hun nieuwe banen en hun nieuwe huis in een nieuwe stad. Resulterend in een feestje van ca. 150 man. Ik zou niet gemist zijn geweest, maar vind toch dat ik het niet kon maken om niet aanwezig te zijn. Het feest was tot zes uur gepland. Toen we in het strandpaviljoen vertrokken, nog een bekende getroffen: Frank Rutgers had zijn kleinkinderen weer thuisbezorgd en genoot nog even op het strand alvorens terug te gaan naar Helmond.
Op vrijdag wel de jaarlijkse activiteit van het uitpijlen meegedaan; Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om hier niet aan mee te doen. Voorpret is ook al heel wat.

Op zondagmorgen troffen Martin, Henk en ik elkaar op de gekende plaatsen. Waarnaartoe was snel besloten. Twee weken geleden mocht Linnich niet lukken. Henk was er nu bij dus dat zou geen enkel probleem geven. Via een aantal binnenwegen naar Schinveld en via het fietspad door de Schinveldse bossen naar Gillrath en via nog een aantal Rathen naar Nirm (nooit van gehoord). Lindern, Brachelen en langs de Roer naar Linnich, alwaar we ons een gezamenlijke vlaai (in drieën) en grote koffie hebben laten smaken.
Na de koffie via de zuidelijke route, gedeeltelijk bekend en grotendeels onbekend retour Nederland. Plotsklaps waren we in Übach-Palenberg, waarna weer wat meer bekende delen tevoorschijn kwamen. Via Scherpenseel naar Brunssum en in Hoensbroek de "Bolletjesroute" opgepakt tot in Schinnen. Als laatste de Zandberg omhoog, Henk uitgezwaaid en door naar huis. Het waaide stevig, klein beetje miezer en na de koffie zelfs zon.
De vakantieperiode is nu voor een aantal TCE leden aangebroken, afspreken wordt nog moeilijker.



Zondag 24 augustus – Thorn

Ger
:
Geen Jos en Karel; resteren dus Martin en Henk. Voor het eerst sedert lang vertrokken onder de 10 graden, maar wel een voorspelling van zon en aangename temp. As usual de Ingber op voor de eerste hoogtemeters. Hoewel geen echt tempo liep het wel lekker. Buitenlandse sfeer onder het bladerdek en dat gold ook voor de frisse afdaling van de Daalhemer. Via v/h de Hanos omhoog naar onze toren voor de tweede klim. Ik was er ruim voor negen, dus nog een extra lokaal rondje om tegen negen aan te schuiven bij Martin en Henk. Nog wat teruggekeken op hun Alpenritten en mijn suggestie van Thorn werd omarmd. Dat is ook nagenoeg alles wat ik van de rit kan reproduceren. Lekker in het derde wiel volgen en me soms afvragend waar we waren. Als geboren in Stein, opgegroeid in Geleen en vijftien jaar Grevenbicht, kwam een pad in Stein me volstrekt onbekend voor, totdat we de manege ’t Hetjen passeerden. Bekend terrein, want al onze drie kinderen hebben daar jaren rijplezier gehad. Door naar het veer bij Berg en daar wat dromend genieten van de lage waterstand en de mooie natuur op het fietspad richting Thorn. Dat was tenminste bekend.
De vla smaakte goed op het terras in Thorn waar de nodige toeristen zaten. De fietsers vandaag waren er overigens in grote getalen; de Belgische racegroepen en vooral de 60+ e-fietsers. Die laatsten waren redelijk gedisciplineerd en minder schrikachtig dan anders. In Thorn nog even gesomberd over “de toestand in de wereld” en vooral de armzaligheid in ons eigen landje.

Retour suggereerde Martin “via Linne” en dat betekende vooreerst dat we de Clauscentrale uit allerlei hoeken en perspectieven hebben bekeken. Daarna kilometers onderlangs de kanaaldijk om in Echt te eindigen. Gekend verder naar Illikhoven en Grevenbicht. Daar maakte ik de opmerking dat ik begon te verlangen naar het afslaan van Martin en Henk om zo in mijn eigen (langzamere) tempo naar huis te karren. Voor Martin en ook Henk reden mee te gaan tot de toren! Dat had overigens voor mij het voordeel dat ik tot de toren mijn gemiddelde van 23,1 km kon aanhouden en verplichtte me - vond ik zelf - dat ook te doen richting huis. Nu dat is gelukt. Een fijne rit met genoeg km’s en ook hm’s. Genoten.



Zondag 17 augustus

Karel
:
Ger naar Hernen, Henk voorbereiden voor onderzoek, Jos zou er niet zijn. Bleven alleen Martin en ik over. Afgesproken 8.30 EIP, wat resulteerde in aankomst van Martin bij mij. Kopje koffie, even bijkletsen en op stap. Richting, ja, waarnaartoe? Linnich met koffie etc. bij Leo werd geopperd. Dus die kant op. Het werd een niet na te vertellen rit door de Selfkant, waarbij we op een gegeven ogenblik allebei verwonderd waren bij Gilrath uit te komen. Niet getreurd en gewoon verder gefietst, voorwiel achterna. Teveren voorbij, ergens het veld in richting Scherpenseel, waar we niet zijn geweest en plotseling waren we in Landgraaf. Vraag niet waar. Geprobeerd de Brunssummerheide te volgen en door de onbegrijpelijke Oostelijke Mijnstreek naar Heerlen centrum. In Welten bij Voncken koffie met rijstevlaai en verder door via de Daelsweg naar Ubachsberg. Martin wilde graag de Ruilverkavelingsweg een keer af gaan. Zo gedaan. Onderin Wijlre jammer genoeg een lekke voba bij Martin. Biba, na toucheren en niets vinden, vervangen. Via het kleine paadje naar Stokhem en door naar Gulpen, waar de weinig beklommen achterzijde van de Keutenberg en Dode Man bedwongen werd. Huize Wagemans van afstand bewonderd. Door naar Sibbe, Sibbergrubbe af en door Valkenburg naar de, volgens de andere TCE’er, kuitenbijter welke bij Yomanda uitkomt.
Hier gezwind omhoog en afwijkend van normaal, via Schimmert, de Molenweg en Genhout naar Spaubeek. Bij Terborgh stond een peloton E-bikers de weg te blokkeren. Dezen ontweken en het laatste klimmetje gedaan.
Het was een explorerende rit, met Flachland en Heuvelland. Bekende en onbekende wegen en dorpjes. Voldaan gevoel, met bijna 100 km ca 660 hm.



6 – 14 augustus: TCE Alpi 2025

Martin
:
Deze editie met drie personen: behalve mij Henk en Jos. Als bestemming hadden we de Haute Savoie en wel Chapel d’Abondance gekozen. Goed in een dag aan te rijden. Een hotel dat we kunnen aanbevelen: geleid door een Nederlander met grotendeels Nederlandse en Vlaamse staf en … grotendeels Nederlandse gasten (is ook een ANWB-aanbeveling of zoiets). Uiteraard op dag een de “Jos-na-de-lange-autorit-rit”. Een korte rit vanuit het hotel naar de Col de Bassachaux. Een doodlopende weg, die rustigjes aan begon richting Châtel, richting Linga en eindigde in een fraaie set van steile haarpins met stukken 10 %. Een mooie omgeving. Het blijft overigens een speciale ervaring te fietsen in een gebied waar ik ook geskied en zelfs getourskied heb. Vanaf de top een mooi uitzicht op de omliggende bergen alsmede het diep gelegen Lac de Montriond, waar wij een paar dagen later zouden langsrijden.
Het diner was voortreffelijk en ook de wijnkeuze optimaal.
Dag twee was een rustige inrijtocht en wel afgedaald door het dal van de Dranse d’Abondance richting Thonon, maar ruim daarvoor rechtsaf om over de bergrug die het dal scheidt van Lac Léman te klimmen. Fraai heuvelen door mooie dorpjes en alpenweiden om nadien af te dalen naar het Lac Léman (aka Meer van Genève). Hier de, enige, hoofdweg gevolgd, oostwaarts, met een stukje fietspad langs een oude spoorlijn, om in Saint Gingolph de Zwitserse grens te passeren. Over een mooi vlakke fietsroute met de wind mee langs de Rhône tot aan Aigle, waar wij het hoofkantoor en wielerbaan van de UCI wisten. Daar de lunch, die, zoals Henk treffend opmerkte, precies om twaalf uur tot een wachtrij leidt. Na de lunch de laatste klim van de dag, de Pas de Morgins. Een col die Jos en ik ongeveer zo’n 25 jaar geleden eens gedaan hebben. De temperatuur was inmiddels, net als de rest van de week, aanzienlijk gestegen en de weg was steil en druk. Zowel mij als Henk genoeg excuus gevend af en toe van het uitzicht te genieten. Maar uiteindelijk boven op de toch wel mooie pas met een idyllisch gelegen meertje en flux afgedaald door Châtel.
Daar was trouwens, net als in andere dorpjes, het aantal rondlopende orthodox Joodse (grote) families opvallend. Ik moet, helaas wellicht, toegeven dat mijn psychische acceptatie van dit soort malloten, meer en meer afneemt. Na de rit genoeglijk vertoeven in de tuin van het hotel.

Op dag drie besloot Henk niet mee te gaan: dit vanwege een herstellende verkoudheid – die hij overigens effectief aan mij overgedragen had in die week – en telefoonoverleg over pensioenen, om Karel de winter door te helpen. Jos en ik dus samen op weg, startend met dezelfde afdaling als eerder, maar vrij snel de hoofdweg verlaten om over de allerkleinste, soms steile weggetjes, lopend over het erf van miniboerderijtjes, eindigend met een extreem steil stukje, doorslippende achterwielen veroorzakend, op de colweg uit te komen. Een niet zo lange col, rustig in de ochtendzon gelegen met een aantal mooi boven elkaar gestapelde hairpins. De col in een mini-skigebiedje (met alleen een babyliftje) en lang en steil afgedaald naar Le Biot en daar rechtsaf. Over een rustige weg afgedaald om wat later op de hoofdweg Route des Alpes uit te komen. Door een nauwe kloof zoevend voor de laatste klim, waarvan wij wisten dat die steil was: de Col du Grand Taillet, die tevens Col du Forclaz genoemd wordt. Lange steile stukken, maar gelukkig wel veel bochten, wederom in de brandende zon. Op de col vertrok nog een doodlopende weg naar een uitzichtpunt Belvédère de Tréchauffé, dat we maar gelaten hebben voor wat het was. Afgedaald weer naar de hoofdweg door de vallei en deze zo’n 15 km licht bergop naar het hotel. ’s Middags nog een korte, warme, wandeling naar Châlet de Mens, alwaar helaas geen horeca.

De volgende rit weer compleet en wel de Col de la Joux Verte en de Corbier. Rekening houdend met het weer de auto op de Col de Corbier gezet en de lange afdaling, die we weer omhoog moesten fietsen, ingezet. In het dal van La Dranse de Morzine zuidwaarts door het mooie dorpje Saint-Jean d’Aulps, een kleine afsteker van de hoofdweg, alles licht bergop. Hier de enige lekke band van de week, alhoewel kwestieus. In Montriond een parallelweggetje ingeslagen dat zeer onregelmatig klom naar het, wederom, idyllisch, gelegen Lac de Montriond. Daar tevens het Hotel du Lac waar HQC eens verbleef. Gevolgd door een lange slingerende klim, door het geitendorpje Les Lindarets (’s winters een skipiste) om op de col de lunch te genieten. Pijlsnel afgedaald over de Route d’Avoriaz naar Morzine en weer afgedaald naar de voet van de Corbier, waar het opviel dat er toch wel enige helling in zat, iets wat we op de heenweg, klimmend, genegeerd hadden.
De klim van de Corbier was een sloper: lang en steil (10 % gemiddeld) en, in tegenstelling tot wat ik gehoopt had, vol in de zon. Gelukkig maar zo’n zes kilometer. Gesloopt en uitgedroogd bovengekomen en blij dat we in de auto konden stappen.

Nu een ‘rustdag’ te weten een hike de Cornettes de Bise op; een overschrijdingsvariant aanbevolen door een personeelslid; uitdagend, vooral voor Henk: diens eerste bergervaring, de Col de la Croix vanuit Bex (VD, CH). Bex overigens bekend van zijn zoutmijn. Dus eerst met de auto daarheen. Had Jos gehoopt, het web geraadpleegd hebbende, met rustige kilometers te beginnen, had ik een alternatief bedacht en wel langs de beek l’Avançon, zeer mooi, zeer rustig en in de koele schaduw. Bij een elektriciteitscentrale scherp linksaf, waar een bordje ’24 %’ ons waarschuwde. Hoopte ik dat dat maar een kort stukje zou zijn, bleek het zo’n twee kilometer te zijn. Lopen was voor mij en Jos het devies, terwijl Henk het voor 90 % op de fiets volhield, maar uiteindelijk ook de laatste 150 m moest capituleren. Het gevloek van Jos niet voor publicatie geschikt. In Les-Posses-sur-Bex gelukkig weer op de normale pasweg. Door mooie toeristendorpjes, de treinrails, die hier over de straat lopen, vermijdend en langs een grote Baustelle omhoog naar de finale laatste kilometers die 10 % waren in de wederom brandende zon. Op de col, bekend van de gipspiramiden, was de Imbiß gesloten. Zo snel als mogelijk – het wegdek op vele plaatsen vervormd door de actieve bodembewegingen – afgedaald naar Les Diablerets, een wintersportdorp, waar wij ons de pasta en salade au chèvre goed lieten smaken. Ons plan om op de terugweg ook nog ‘even’ de Col des Mosses mee te nemen, wegens de hitte laten varen en heerlijk afgedaald naar Le Sepey en de pasweg naar Aigle. Prachtige uitzichten over de bergen en wijngaarden. Een stukje door een heet Rhônedal naar Bex.

De volgende dag wilde Jos het rustig aandoen dus Henk en ik voor een herstelrit: omhoog naar Châtel en de Pas de Morgins; deze pijlsnel afgedaald over een brede weg met goed wegdek. Niet helemaal naar beneden naar Monthey in het Rhônedal, maar in Troistorrents rechtsaf geslagen om door een schitterend Heidilandschap, met links de prachtig gelegen Dents du Midi, genoeglijk omhoog naar Champéry, een, bijna verlaten, wintersportoord te peddelen. De koffie en abrikozenvlaai waren goed. Op de terugweg had ik in plaats van de lelijke normaalroute naar de Pas de Morgins een alternatief in gedachten en wel, dat zal Henk zeker waarderen, de Route Forestière. Rustig, grote halen door weiden en soms bos om bovenin in de bebouwing van Morgins uit te komen. Een aanrader. Een snelle afdaling weer naar het hotel.

Op de laatste dag de koninginnenrit en wel de Col de Sanetsch. Een col die Wallis van Bern scheidt, de Middellandse zee van de Noordzee en het Duits van het Frans. Ik kende hem. Ik had inmiddels wel de verkoudheid van Henk overgenomen. Makkelijk een parkeerplaats gevonden in Conthey en in de ochtendwarmte omhoog slingerend door de wijnvelden; schitterende uitzichten. In Erde gaat de weg links naar het Lac de Derborence; moet ik ook nog eens heen. Het laatste dorpje Daillon, waarna het stil werd. Nu in het bos met steile stroken waar ik, vlak voor een hotelletje, 19 % mat. Naar de andere kant van het dal switchend voor een nieuw stel haarspelden, nu in een kaler en kaler wordend landschap. Een mooie waterval gevolgd door ruige alpenweiden wat mij een beetje aan het laatste stuk van de Splügen deed denken. Een spaarzaam verlichte tunnel van een kilometer lang gaf mij de gelegenheid mijn bidon te vullen met heerlijk koud bergwater dat op een plek uit het tunneldak lekte; door mijn vermaarde zweten was ik uitgedroogd. Ook aan deze pas kwam een einde. Ons plannetje om nog 200 hm af te dalen naar het stuwmeer, en die dus ook weer terug te moeten doen, laten varen. In de afdaling bij een rustig gelegen restaurantje gestopt; liters cola en water verorberd, alsmede pasta en espresso voor het laatste stuk van de afdaling. Was het boven op de pas nog zo’n ‘aangename’ 35 °C, toen we het Rhônedal naderden, met de zon op de naast de weg liggende rotsen, was het alsof we een oven inreden; de hitte golfde op ons af. Een klein tussenklimmetje van zo’n 60 hm was moordend. In het dal was het inmiddels 42 °C, officieel.
Terug naar het hotel, waar de baas ons een fles goede wijn aanbod voor onze inspanningen. Prachtig!
Ondanks het relatief geringe aantal kilometers (302) een respectabel aantal hoogtemeters (6500).



Zondag 10 augustus- TCE-B, Vlak, langs de Maas en Voerstreek

Karel:
Met de ‘mannen’ in de Alpen bleven alleen Ger en ik over om de TCE-eer in onze contreien hoog te houden. Afgesproken dat we elkaar op de normale tijd in Schimmert zouden ontmoeten. Zogezegd, zo gedaan. Natuurlijk de vraag waarnaartoe. Ik opperde iets met een T, een O, een R en een N. Echter Ger wilde graag uiterlijk om 13.00 uur thuis zijn en opperde iets van de brug over, Maastricht en Visé. Dit werd het dan ook. Richting Beek, De Kling over gejaagd en via Beek en Catsop naar Elsloo en de brug over richting België. Gekend langs de Maas tot in Smeermaas, waar we eigenlijk richting Albertkanaal wilden gaan, wat echter niet helemaal lukte, dus maar via Caberg naar de brug over het Albertkanaal en vandaar naar Kanne, de Muizenberg afdalend. Langs het kanaal tot Oupeye en naar Visé waar het, door de een of andere festiviteit niet lukte om koffie met te scoren. Richting Richelle en Bombaye, waar de brug over de Berwinne op instorten staat, althans volgens de mededelingen. In eerste instantie besloten om maar weer naar het Rode Bos te gaan maar dit gewijzigd in Modern te Teuven. Gezien de lamlendige bediening, in een drietalig land proberen een vierde taal (Engels) toe te voegen en het volledig ontbreken van vlaai ("pie"), besloten dit etablissement op de zwarte lijst te plaatsen. Na nuttigen van één koffie (voor mij een GerretjeSW) richting Gulpen waar Ger om 13.00 afgeleverd werd. Door over de Ingbergrachtweg en naar Valkenburg, Daalhemer af naar een onvoorstelbaar rustig Valkenburg. Stoepert, Schimmert en Vloedgraaf af en de Côte d’Escargot naar huis. Ik had eerst het idee dat er niet veel hm waren gemaakt, maar dit bleken er toch meer dan 800 te zijn. Opvallend was ook dat in België grote groepen onderweg waren en in Nederland meer einzelgänger..
Toer in klein comité, maar een leuke tocht.



Zondag 3 augustus – En groupe

Martin
:
Vandaag sinds lang weer compleet: Karel alweer een paar weken terug uit Frankrijk, Henk net terug uit Scandinavië, zij het met wat sanitaire ongemakken, Ger terug uit Oostenrijk en Jos.

Bij het VDA troffen we Henk en op weg naar de toren; op de Hobbelrade speelde Karel het klaar om tweemaal lek te rijden; volledig te wijten aan toegepaste kutplakkertjes van Lezyne. Dus iets te laat aan de toren en vandaar op pad. Over de Raar en in de afdaling van de korte Raar speelde ik het klaar een lekke aba te scoren; zij het hier door de doorboring met een serieuze meidoorndoorn. Henk moest helaas in Meerssen afscheid nemen wegens wat toestanden in zijn drainage – wellicht beter op zijn epo-dosering letten.
Wij door langs de fietssnelweg naar het zuiden, alwaar het erg druk was met fietsers, renners en andere recreanten. Dus in Gronsveld daarvan af en zo door Rijckholt, Oost-Maarland naar Eijsden en de grens over naar Moelingen en ’s-Gravenvoeren. Daar het bekende fietspad opgepikt met Ger aan een iets te lang elastiek, want hij had niet in de gaten dat we rechtsaf sloegen over het nieuwe fietspad naar Warsage. Na telefonisch contact afgesproken dat we elkaar bij het Rode Bos weer zouden treffen. Via de Plank, Ger via Veurs, troffen we elkaar binnen een minuut bij het Rode Bos, waar we de verjaardagskoffie en appeltaart (helaas geen vlaai) genoten. Over allerlei ongemakken, politiek en persoonlijk, gesproken en ons afgevraagd wanneer de tijd zal komen dat we een geplastificeerde kaart om onze nek zullen dragen met daarop onze pasfoto (om verwisseling te voorkomen), naam en adres, bloedgroep, medicijnengebruik, reanimatieverklaring en noodtelefoonnummer.
Afgedaald naar Teuven en omhoog de Gieveld op, waar op de splitsing een paar fietsers ons ternauwernood konden ontwijken, die afdalend geen voorrang verleenden.
Over het plateau, waar Ger – geholpen door wind en zwaartekracht – de kop nam en de Ingber op, waar Jos het niet kon laten aan te pikken – en erover – bij een veel jongere man.
De Sibber af en onderin V’burg gewacht op het voorbijkomen van het peloton van de Hel van Voerendaal. Gezamenlijk omhoog naar Klimmen alwaar ons afscheid. Karel en ik door naar Retersbeek en langs de Geleenbeek afgerond.

Karel vult aan:
In het verslag is niets gelogen en er is ook weinig aan te vullen. De kutplakkertjes van Lezyne die ik gebruikt hebt, schijnen dus alleen maar als noodverband te fungeren en bieden geen definitieve oplossing. Moet ze maar vervangen door Simson product. De route was zoals gebruikelijk de laatste tijd een beetje experimenterend, geen vastgestelde doelen, gewoon de neus (voorwiel) achterna en du moment beslissen waarnaartoe. Is wel leuk.
Bij de koffiegesprekken zijn ook de perikelen met E-bikes, E-steps, E-scooters en wat voor dingen er nog meer zijn ter sprake gekomen. Mensen op racefietsen zijn geen heiligen, maar de eerdergenoemde categorieën maken het vaak toch wel echt te bont. Hoewel, bandenplakken en groupe midden op een fietspad is ook niet echt netjes.
Voor de echte mannen die naar de Alpen gaan: heel veel plezier, mooie beklimmingen en hopelijk geen malheur. Henk sterkte met zijn hulpmiddel.

En Ger tenslotte:
Weer eens een verslagje uit Gulpen. En dat bij een maximale TCE-opkomst; met helaas wat fysiek malheur bij Henk. Voor mij onzeker hoe de vorm was, want het fietsen is - op het rijden met Reinouw na - voor mij dit jaar zeer matig. Zowel het rouleren als kracht zetten, lukt niet zonder last van “de aandrijfsectie”. En als ik wat forceer, voel ik mijn gestel overal; een soort Biden look en loopje.
Maar geen gezeur en op de fiets naar de toren vanmorgen. Martin zal wel voor de rit en afslag-keuze het nodige melden, dus beperk ik me tot mijn beleving. Om 8.00 uur op de fiets en al gauw bleek dat de vakantie en het rijden met Reinouw me goed hadden gedaan. De 200 hm en bijna 20 km naar de toren liep lekker bij een aangename temperatuur. Jos en ik waren er het eerste. De “wm-club” had alreeds twee lekke banden in de aanloop. Nu we er met zijn allen waren al bij de start de – zorgelijke - toestand in de wereld besproken en het fantastische fietsen van PFP. Gezien de wind richting Eijsden en Visé maar wel anders dan anders. In Meerssen haakte Henk af, maar onderweg kregen we al bericht dat er toch geen problemen waren. Gelukkig! Ondertussen zat ik meestal goed tussen de wielen, niks forcerend en mijn geloof dat ik redelijk rouleerde; dit ondanks dat ik zo nu en dan een gaatje liet. Het forceren vermijdend en kijken hoe ver ik vandaag zou komen als motto. Bij het politiebureau in ‘s-Gravenvoeren een afslag naar rechts gemist. Dat betekende alleen door en via de klim bij Veurs gelijk met de mannen bij het Rode Bos. Het terras zat redelijk vol en de koffie en appeltaart smaakten. Martin gaf aan naar Teuven af te dalen en vandaar naar Gulpen. Een kamikazefietser van links (dus wij van rechts!) net gemist en zo naar boven om klassiek over het plateau bij Gulpen mat de wind in de rug de Koning van Spanje af te dalen. Met de mannen mee de Ingber op en later ook de Heek meegedaan. Ondertussen in Valkenburg het peloton van de Hel van Voerendaal bij de start gezien. Ik kwam ze later boven aan de Karstraat bij Colmont weer tegen en toen was het al redelijk uit elkaar geslagen. Via Ubachsberg naar de Ruilverkavelingsweg en zo naar huis. In de wijk een afslagje later pakken, leverde mij de > 1000 hm op; de > 100 km had ik al te pakken voor Gulpen. Heerlijk gefietst en vooral content dat mijn gestel niet tegenwerkte.
Succes aan de mannen naar de Alpen! En n.b.: ik heb met 89,9 kg mijn voor-vakantie- 90-kg weten vast te houden.



Zondag 27 juli – Aubel

Martin
:
Met de overigen in het buitenland en Jos met koudwatervrees, was ik vergezeld van Karel. We kwamen elkaar EIP tegen en op mijn evidente vraag antwoordde Karel ‘Aubel’. Daarheen dus en wel deze keer over een behoorlijk afwijkende route. Was het begin nog redelijk standaard, hoewel de Stoepert af dat niet is, de Sibber omhoog en via Margraten en Bruisterbosch naar Banholt. Daar afgeslagen naar Mheer en de Stallenstraat omhoog en over de Schötterstrecke afgedaald naar Altenbrouck. Vandaar over prachtig nieuw asfalt naar ‘s-Gravenvoeren en hier de grote weg volgend naar Sint-Martensvoeren en achter de forellenkwekerij naar Sint-Pietersvoeren.
Hier de lange klim naar Château Magis en afgedaald naar Aubel alwaar bij Jean-Pierre de verjaardagskoffie en -vlaai van Karel.
Op weg weer over de RAVeL richting Hombourg, maar tijdig verlaten om wederom prachtig door Mabroek af te dalen naar Remersdael en, heel ongewoon, de klim naar het Bovenste Bosch en afgedaald langs het weer altijd schitterende kasteel Beusdael.
Linksaf naar Epen en de weg onder de Camerig naar Bommerig golvend en Mechelen en Partij. Te Wijlre, ongebruikelijk, de veeleisende klim naar Elkenrade, gevolgd door Eyserheide en Mingersborg. Door naar Ubachsberg, de Bergstraat af en langs Mondriaan en Welten, over verschillende kleine fietspaadjes naar Terworm, Ten Esschen, Rivieren, Weustenrade, Terschuren en de Geleenbeek huiswaarts gevolgd. Toch nog > 1000 hm. En, o ja: het was geheel droog, inclusief het wegdek.



Zondag 20 juli – Chute

Martin
:
Met de rest weg of anderszins, was alleen Karel er verder. Geen nut naar de toren te gaan en dus op tijd op weg naar de andere richting. Karel stelde de Rode Beek voor en geen bezwaar. Via kleine landweggetjes naar Merkelbeek en daar het mooie fietspad opgepakt dat naar het Clemensdomein en verder naar Schinveld leidt. Vandaar de weg naar Mindergangelt gevolgd, waar we het bekende fietspad kruisten en dit vervolgens oostwaarts volgden. Het was nog rustig. In Gillrath afgeslagen naar Panneschop en Nierstraß en zo in Geilenkirchen de bekende route langs de Wurm gevolgd. Na Rimburg een stukje onverhard, dat met de droogte goed te doen was, hoewel op een aantal plaatsen bronwater uit de helling de weg wat nat maakte.
In Herzogenrath oostwaarts om zo de Broichbach langs rustige paden, deels onverhard te volgen. Heel mooi. Uiteindelijk in Euchen zuidwaarts.
Hier naderden wij een rotonde, waar een stel op e-bikes, tegen de richting in, aan de verkeerde kant van het fietspad bovendien, ons, verscholen achter een hoge heg, tegemoet kwam. Een botsing was onvermijdelijk en ik viel om op de vrouw.
Haar getatoeëerde partner begon gelijk te schelden dat wij te hard en aan de verkeerde kant reden. Ik merkte op dat wij normaal-gesproken rechts rijden en waarom zij dus niet?
Geen zin verder om op deze mooie dag ruzie te maken met een moffenpaar en weer door. Een raar geluid bleek veroorzaakt te worden door een aanlopende remschijf, die in een wokkel veranderd was. Verder zo snel te zien niet veel zichtbare schade. Door dus maar weer, waar we Aachen via Haaren langs de Wurm en de Europaplatz bereikten en de koffie en taart bij Van den Daele prima smaakten.
We zaten al op 70 km, dus via de snelste weg terug: Vaals, Wahlwiller, Wittem, Valkenburg en de Stoepert omhoog. Geen 100, geen 1000, maar wel lekker gefietst!



Zondag 13 juli

Martin
:
Met velen in het buitenland (Henk schreeuwen in Noorwegen, Ger tutten aan de Bodensee) of aan het opaoppassen bleven Jos en ik aan de toren over. Geen reden om langs het VDA te gaan.
Het was heerlijk weer: niet te warm, niet te koud, vrijwel geen wind en half bewolkt.
Op de vraag ‘waarheen?’ iets als Visé en dus die kant uit. De Grote Raar af en Schietecoven omhoog, langs het vliegveld naar Kasen en daar afgedaald. Van Bunde uiteindelijk over de fietspaden naar Bethlehem en door Maastricht Noord over de Servaasbrug (de Wilhelminabrug wegens werkzaamheden afgesloten). Het was druk in Maastricht, denkelijk mede door Rieu. Langs diens woning omhoog naar de Slavante en zo de sluis van Ternaaien gepasseerd en het fraaie fietspad met de onverklaarbare drempels tussen Lanaye en Lixhe.
Over de stuw en gelijk rechts naar Visé. Niet gestopt daar – Pam-Pam is niet meer wat het was; geen Abba te horen. De hoofdweg zuidwaarts gevolgd en zo herinnerde ik mij nog een klimmetje vanuit Cheratte omhoog, de Rue Vieille Voie. Een fraaie kuitenbijter!
Bovenaan gekomen de fiets richting terug gekeerd en de Sarolay af en dus weer omhoog naar Richelle. Veel fietsers onderweg.
Van Dalhem gezwind langs de Berwijn en te Val Dieu de matige koffie en kleine vlaai. Maar wat wil je voor € 7,50? Bij het wegrijden Jos nog even horizontaal doordat een automobilist voor het rechts afslaan geen richting aangaf – hierbij mijn stelling dat er een sterke negatieve correlatie bestaat tussen de prijs van de auto en het functioneren van de richtingaanwijzer. Enfin: door weer en heerlijk de weg langs de Berwinne stroomopwaarts vervolgd om bij Froidthier de grote weg over te steken en over het voormalig spoor naar Aubel te rijden. Voorbij het slachthuis de grote weg op om gelijk af te slaan en door het verstilde Mabrouck – waar de honden op straat slapen – af te dalen naar Remersdael met zijn veel te grote kerk voor tien huizen. Te Teuven omhoog naar Gieveld, Jos’ geliefde helling, waar ik hem niet kon bijhouden. Over het plateau naar Gulpen (dat overigens nu ook voor auto’s met uitzondering van bestemmingsverkeer afgesloten is!) en door naar Wijlre waar van de brouwerij weinig meer rest.
Jos wilde de 100 volmaken dus mee naar V’burg waar onze wegen zich scheidden. Ik de Stoepert omhoog waar ik velen inhaalde maar uiteindelijk door een – veel jongere – werd ingehaald. Ik haalde de laatste uiteindelijk in Spaubeek weer in. Goed aan mijn gemiddelde gewerkt.



Zondag 29 juni – Welkenraedt

Martin
:
Een half uur eerder op weg dan normaal – dit wegens de verwachte temperatuur, waren Jos, Henk en ik er. Ik stelde Welkenraedt voor; daar waren we al lang niet meer geweest en misschien was er een (nieuwe) pâtisserie aldaar. Haasdal af, Sibber op en over het plateau naar Ingber. Even de Plankweg en de heerlijke afdaling van Reijmerstok. Omhoog naar Slenaken en Teuven. Het prachtig nieuwe asfalt naar Hombourg en het bekende fietspad langs Dikke Bertha naar Plombières. Over het nieuwe fietspad lommerrijk naar Moresnet en daar bij de vork van de fietspaden nu rechts richting Montzen. Het gravelstuk langs het spoor Hombourg-Welkenraedt liet zich goed doen; het 120 m hoogteverschil liet zich wel voelen. In Welkenraedt aangekomen blies de harmonie al volop en in een kroeg zonder vlaai vloeide de Jupiler al rijkelijk. Door dus naar Henri-Chapelle: eerst even langs het spoor om op de bekende klim uit te komen. Een van mooi nieuw betonwegdek voorzien afstekertje ‘Lekker’ genomen en van H.-Chapelle pijlsnel afgedaald naar Hombourg en in Teuven bij Modern de koffie; wederom geholpen door een arbeidsmigrant. Maar de koffie was prima. Heerlijk in de schaduw Gieveld op de Schweiberg af door een druk Mechelen.
Standaard naar Partij en Wittem en in Etenaken rechtsaf: omhoog richting Fromberg, langs het trafostation en door het wondermooie Opscheumer onvermijdelijk richting de Koulenberg. Bij mij was het kruit aardig op en ik liet de strijd aan Henk en Jos. Vrolijk afscheid genomen en Henk en ik verder over Walem en Hulsberg en de Kersboomkensweg af naar Wijnandsrade. Langs de Geleenbeek naar Terborg en de Côte d’Escargot omhoog. Een prettige tocht, een mooi gemiddelde!



12 – 14 juni - Vosges 2025

Martin
:
Tja, waar zal ik beginnen? Een bijzondere Vogezenversie om verschillende redenen. Allereerst weer eens in de ‘echte’ Vogezen, na twee jaar de Elzas. Dat brengt natuurlijk ook angsten met zich mee voor het weer, want we zijn wel wat regen gewend daar. Maar deze keer in tegendeel: het was drie dagen volop zon en temperaturen die de 34 °C makkelijk haalden! Verder een klein aantal mensen, waar natuurlijk Jos en ik, de oerstarters, erbij waren en verder Henk en Karel. Anderen om kwestieuze redenen en prioriteiten afwezig. Mede voor hen toch dit verslag.
Een voorspoedige reis bracht ons bij het Belgische Hotel Lac des Corbeaux te La Bresse. Een hotel dat deed wat het moest doen en niet veel meer. Ruime kamers, Jos solo, een wat chagrijnige patronesse, haar 70-jarige man die een e-racer had en een daarbij horende pens maar bij ons niet zo veel aanspraak kreeg. Het eten was basic, geeneens frieten, maar het bier goed. Helaas lag het terras direct aan een wat drukke weg; jammer. Maar ja, we kwamen om te fietsen.
Het merendeel van het routewerk van Henk, waar ik slechts wat puntjes op de i gezet had. De traditionele donderdagmiddagrit: afgedaald naar La Bresse en via een licht heuvelende parallelweg golvend naar Cornimont. Daar op weg naar de klim van de Ventron. Ook dit keer weer over een parallelweg via de Chemin de la Malcoste – what’s in a name. In de zinderende zon met 20 % omhoog direct na de lange rit; Jos zoals gewoonlijk aan het knoteren. Op weg naar de voet van de klim bleek een brug afgesloten, waar zelfs wij niet over kwamen en dus langs een kleine omweg alsnog. Het idee van een tijdrit al lang vergeten. Boven op de Ventron het café helaas dicht dus door naar de Col de la Vierge. Onderweg nog twee krasse Franse knarren gesproken, van wie een op een e-bike.
Van de Col de la Vierge afgedaald naar de Col de Bramont en zo verder naar de weg La Bresse – Col des Feignes en terug naar het hotel.

Op vrijdag een langere rit met als kernstuk de Col de Lauvy, waar Karel ooit zijn Waterloo gevonden had. Eerst een heel mooie klim naar de Col de la Croix des Moinats met het anti-Wildersmonument. Afgedaald richting Cornimont maar daarvoor rechts omhoog naar de Col de Lauvy. Sweet memories. Heet, steil en stil. Boven even afgedaald en een klein slotklimmetje naar de Col des Hayes en afgedaald naar het dal van de Ruisseau Bas sur les Rupts waar we ook nog ons bekende, inmiddels gerestaureerde hotel Le Haut dur Roc passeerden. Verder nu over de Route Forestière de 17 kilomètre. We zouden naar Gérardmer afdalen voor de lunch, een retesteile afdaling. Na een goede lunch moesten we weer omhoog om de Route Forestère op te pikken en wel over een loeisteile in de zon gelegen helling waar ik mijn Garmin de 23 % heb zien aantikken. Afgedaald naar het Lac de Longemer en de mooie loper naar de Col des Feignes sous Vologne. Nog even omhoog naar de col de Grande Basse om langs mooie meertjes en riviertjes naar La Bresse af te dalen alwaar een lekker ijsje. De slotklim naar het hotel een eitje.

Op de zaterdag de koninginnerit. We zouden wel zien. Van het hotel direct omhoog naar het Lac des Corbeaux; in de schaduw nog, maar behoorlijk steil; bij het meer evenzo steil door naar de Col de la Vierge om weer af te dalen naar de Bramont. Gevolgd door de gevreesde Route Américain, die vergeleken met het geweld ervoor best wel meeviel.
Dan de echte Vogezenervaring, voor mij dan: de Route des Crêtes. Fantastisch weer en fantastische uitzichten en een lekker tempo. De koffie bij de Markstein, buiten gezeten!
De heerlijke afdaling naar het meer van Kruth. Als variant over de stuwdam en naar Kruth. De heerlijke Col d’Oderen: heerlijk wegdek, haarspelden en al dies meer. In de afdaling linksaf naar de Col du Page; onderin een afwijkende afdaling naar Bussang: een brede weg mat lange rechte stukken en haarspelden. In Bussang bleek geen enkel restaurant geopend dus over de Voie Vert naar St.-Maurice-sur-Moselle waar we uiteindelijk bij een toko wat te drinken en broodjes konden kopen.
Het doel was omgelegd van de Col de Morbieux naar de Col du Ménil, zo’n 150 m lager. Karel in de aanloop een lekke aba. Heerlijk afgedaald naar Cornimont waar we de Col du Brabant op ons pad vonden. Karel had wijselijk gekozen deze te ontwijken. Wat een kwelling: in de volle zon tegen de 10 % opschravelen. Het laatste knipje naar het Lac des C. lieten we voor wat het was en afgedaald naar La Bresse. Ruim de moeite waard dus.
Over de juryzitting en prijsuitreiking mag hier niets vermeld worden; deze was dermate obscuur als een vrijmetselaarszitting dat niet daarover de buitenwereld mag bereiken.

Karels beeld:
Na veel heen-en-weer appen, toezeggingen, afzeggingen, welles-niets, dubbele boekingen, leeftijden, feestjes, bruiloften en nog wat andere smoezen resteerden voor het hoogtepunt van het jaar Martin, Henk, Jos en ik. Martin en Henk hadden de organisatie en boekingen voor hun rekening genomen, iets dat resulteerde in ritten, geschikt voor jonge mensen en een basic hotel in La Bresse met een terras aan een doorgaande weg van La Bresse naar De Route des Crêtes.
Op donderdag met 2 auto’s en route naar de Vogezen, nagenoeg gelijktijdige aankomst in La Bresse. Lunchen was niet mogelijk in het hotel dus, na omkleden maar vrolijk onderweg om eventueel onderweg nog iets te scoren. Vanuit La Bresse richting Cornimont en door na Col du Ventron voor de klimtijdrit over de Grand Ventron. Jammer genoeg was een brug in revisie, waardoor we eerst een omleiding moesten doen, met stevige klim om na enkele km 10 m verder uit te komen. Tijdrit was een herhaling van 2007 met alleen minder deelnemers. Tijden waren iets langer, en ik ben net buiten het podium geëindigd. Doorgefietst naar de Col de la Vierge en via de Bramont afgedaald naar ons hotel. Niets kunnen scoren om te eten. Was wel erg warm weer.

Voor de tweede dag hadden de mannen enkele bijzonder mooie klimmen uitgezocht. Vanuit het hotel naar La Bresse en de mooie klim richting Bast Rupt. Op de top linksaf richting Cornimont en daar de Col de Lauvy en aansluiten de Col des Hayes. Nu niet over mijn stuur hangend bij moeten komen. Mooi maar heftig. Eigenlijk te zwaar maar toch weten te slechten. Over de Route de Forestière richting Gérardmer. Geweldig steile afdaling. Lunch in Gérardmer op een luxe terras. Hier heeft Henk nog een band verwisseld Na de lunch terug naar de Route Forestière. Via een andere klim die soms het onmenselijke percentage van 23 % aantikte. Dit werd later wel weer goedgemaakt door de lange afdaling naar Xonrupt. Langs het meer richting de Col des Feignes en via de afdaling Grosse Pierre terug naar het hotel. Het was weer heftig.

De derde dag begon direct tegenover het hotel om via het Lac des Corbeaux naar de Col de la Vierge. Stevige klim met koude spieren. Via de Bramont naar de Route Américain, waarvan ik veel gehoord had maar nooit gedaan. Had altijd begrepen dat dit een klein weggetje met slecht wegdek zou zijn. Niets is minder waar, gewoon doorgaande weg. Boven de route des Crêtes naar de Markstein waar koffie met myrtillevlaai genuttigd werd. Afdaling naar het meer, over de stuwdam naar de Col d’Oderen en de col de la Page. Overal weer bovengekomen. We wilden in Bussang gaan lunchen, maar dit bleek niet mogelijk. Na lang zoeken in St.-Maurice bij de plaatselijke bakker nog wat eten en drinken kunnen scoren. Via de mooie Route Verte naar Le Thillot en daar de Ménil op. Onderaan al gezegd ik zie jullie wel in La Bresse. Vlak voor de top kreeg ik een lekke aba, deze op mijn gemak vervangen, Martin kwam al terug op het moment dat Henk mij belde. Samen door naar Cornimont waar ik wijselijk de pijp een Maarten heb gegeven en alleen doorgefietst ben naar La Bresse. De echte mannen hebben de col de Brabant nog gedaan

Het was een genoeglijk verblijf. Hoop dit toch nog een aantal jaren mee te kunnen maken. Beklimmingen misschien wat minder zwaar maar het totaal is gewoon heel aantrekkelijk

En Henk vult gewaardeerd aan:
Ik zal me beperken tot wat bij de anderen niet bekend was. Het belangrijkste eerst, de tijdrit. We reden vanaf de Route d’Alsace naar de Chaume du Grand Ventron; 7 km met gemiddeld 6 % helling. Volgens de segmenten in Garmin Connect heb ik de tijdrit gewonnen in 34.40. Martin had een tijd van 38.54 en Jos zat daar tussenin; mijn schatting 36 minuten. Karel kwam binnen in ongeveer 42 minuten. In 2007 reden we dezelfde tijdrit aanmerkelijk sneller. Dat is nog terug te vinden in de archieven.
De klim vanuit Gerardmer heeft zowaar een naam: Côte des Gouttridos. Sommigen doen die in 11 minuten. Wij hadden er meer dan 20 voor nodig. Deze beklimming was wel steil, gemiddeld 11,4 %, maar niet zo steil als de Côte de la Roche du Renard die wat zuidwestelijker ligt met 13,6 %. De Col de Lauvy is volgens climbfinder maar 8,6 % gemiddeld.
Ik was m’n fietsbroeken vergeten maar mocht van Martin m’n “eigen” sponsorbroek lenen, waarvoor dank. Ook dankzij Martin heb ik hernieuwd kennis gemaakt met het trappistenbier van Orval. Vroeger vond ik die veel te bitter, maar ik heb ondertussen IPA leren waarderen en Orval verslaat veel IPAs.
Het gezelschap was beperkt, maar dat maakt het allemaal wel overzichtelijker en veiliger. Tijdens het eten kon ik nu ook iedereen verstaan (denk ik). Dat is met grotere groepen vaak wel een probleem. Het diner en de wijn waren wat soberder dan we gewend zijn. Een goed ontbijt was prima mogelijk. Ik ben zelfs nog een kilootje aangekomen.
De terugweg was een tegenvaller. Ik werd keurig gechauffeerd door Jos, daar was niks mis mee, maar met twee omleidingen in Frankrijk en veel verkeer in Luik duurde het allemaal veel langer dan verwacht.



Maandag 9 juni – Tongeren?

Ger
trapt af:
Weer eens een rit “anders dan anders”. Martin zal wel commentaar geven op de route, dus beperk ik me tot het Umfeld en ook nog vanuit mijn perspectief. Met Hemelvaart twee mooie ritten gemist, nl. de Meinweg en de Eifel. Ik was echter met Reinouw en de caravan onderweg naar het land van Maas en Waal (en ook nog Rijn). Mooi daar. Afgelopen week niet op de fiets gezeten en benieuwd hoe het vandaag zou gaan. Nu: een heel fraaie rit met bekende namen, maar via gans andere wegen. Ikzelf heb minder op de natuur gelet. Was nl. bezig met het achterwiel van Karel (wanneer ik in de buurt was) of de kuilen op de, als immer niet altijd van strak asfalt voorziene, paden. Bij Visé de weg naar de ouwe Hallembaye opgezocht en dat blijft een mooie klim; in het zonnetje dit keer en bovenin een echte kluunplek. Vervolgens links, rechts, etc. en op een gegeven moment leek de toren van Tongeren op zo’n km of vier in zicht. Toch wel verbazing bij ons allen dat we er zo kort bij waren. De koffie op het terras smaakte en de appelvlaai ook. Zonder slagroom, en dat brengt me weer kort bij de 90 (90,1 kg sharp). We hadden inmiddels zo’n 70 km achter de rug en het opstappen en de draad weer oppakken viel, ondanks de wind in de rug niet mee. Martin hield zich wat in en dat scheelde. Retour richting Maastricht, dat totaal verstopt zat en via de Dellen retour. Met 126 km en tevens 833 hm een pittige rit, maar het ging alweer wat beter. Niet mee komende week naar de Vosges. Vrijdag a.s. met de juristen en hun dames een lunch in de wijngaard; die was eerder in de planning en misschien ook niet onverstandig!

Martin vult aan:
Bij de toren allerlei geweeklaag; moeten we gaan verbieden op straffe van traktatie! We zouden niet naar Tongeren gaan, dat was de afspraak. Natuurlijk een plaatje van de route. Weer eens door Gronsveld, Rijckholt en Oost-Maarland. Blijven toch mooie dorpen. Eijsden zonder kasseien door. Over de stuw van Moelingen door wat binnendoorstraten van Haccourt en inderdaad de Oude Hallembaye. Het klustertje huizen bovenop, ‘Hauts de Froidmont’ in een steeds verdere staat van verval, maar er lijkt gerestaureerd te gaan worden! Gekend naar Houtain Saint Siméon waarna het exploreren werd. Min of meer een rechte lijn naar ZZW om in Villers Saint Siméon rechtsaf te slaan door fraaie en minder fraaie dorpjes met voor ons gans nieuwe namen. Door het veld rijdend naar Diets-Heur zag ik aan de horizon een bekende kerktoren. Dus toch.
Naar het enige bekende terras aan het kerkplein en in het zonnetje de appeltaart.
De terugweg lag natuurlijk vast en wel de Via Jecore. Routineus deze opgepakt. In Kanne aangekomen bleek het daar heel druk te zijn; blijkbaar de jaarlijkse, Tweede Pinksterdag, rommelmarkt. In Mestreech was het een gekkenhuis; het leek wel een meubelboulevard en ik moest denken aan de openingszin van het bekende boek van Tim Krabbé. Ik stelde de Bemeler voor en onderweg daarheen stelde Ger ferm de Dellen voor. Hij had geen goesting meer in een klim. Wellicht zijn gebrek aan training…? Ik weet ook niet of die 90,1 (‘sharp!’) een opwaartse of neerwaartse trend is. 80 kg zou een mooi streefgewicht zijn: goed voor het fietsen en klimmen, goed voor de (kunst)gewrichten en voor the looks natuurlijk!
In Broekhem bij de afslag naar het station afscheid genomen en Karel en ik door genoemde woonwijk. De Stoepert omhoog en routineus naar huis. De reden voor het wat vertraagde verslag tweeledig: eerst met Karel de kraak in zijn fiets onderzocht: na eerst de verdachte kandidaat, zijnde het linkerpedaal, geopend en gesmeerd te hebben, waar we met 23 kleine kogeltjes en de zwaartekracht geconfronteerd werden, helaas zonder baat, vervolgens het linkerpedaal van zijn andere fiets geplaatst: geen soelaas. Hier blijkt maar weer wat een klankkast een carbon frame is. Zijn schoenplaatjes bleken een beetje los te zitten, maar de schroefjes daarvan aandraaien hielp ook niet. Tenslotte, na het aandraaien van de linker crankbout, was de kraak weg.
Thuis ook eerst de Simplon proper gemaakt – ik kreeg tijdens de rit commentaar van Ger!
Het was een bijzondere rit.

Karel tenslotte over zijn mechanische zaken:
Betreffende de kraak in mijn fiets:
Onderweg manifesteerde zich een kraak welke vooral bij kracht zetten wezenlijk harder werd. Bij trekken aan de pedaal ijzige stilte. Aangezien het in de Vogezen toch zeer hinderlijk zou kunnen worden, al gedacht minstens een andere set pedalen mee te nemen, maar eerst natuurlijk samen met dokter Martin de patiënt onderzoeken.
Martin heeft de procedure al omschreven. Bij het openen van het pedaal, geen klikverbindingen o.i.d., kwam er een mooi stukje fijnmechanica tevoorschijn dat er nog perfect uitzag, wel veel kleine kogeltjes die ook nog ontsnapten.
Alle andere opties nog geprobeerd tot ten langen leste nog geprobeerd is de linker crank (kreng(k)) nog eens nagetrokken. Dit bleek inderdaad de boosdoener te zijn.
Bij de laatste lagervervanging vastgedraaid met de gedachte "vast is vast". Dit bleek dus niet vast genoeg te zijn. Kunnen, wat betreft de fiets, met een gerust hart naar de Vogezen.



Zondag 1 juni – Le tour Eifel

Martin
:
Het werd weer eens tijd voor een HC-tour en wel de Eifeltour stond op het programma. Met de – overigens succesvolle - 2024-editie in gedachten had ik nu een aantal extra criteria: afstand en hoogtemeters min of meer gelijk en uitdagend, geen onverhard, zowel de bekende standaard (lange) klimmen als ook kleine weggetjes opzoeken en een wat gemakkelijk gelegen startpunt. Ik denk – al zeg ik het zelf – dat ik daarin goed geslaagd ben. De start onderaan de Wehebach Talsperre bij Schevenhütte. Karel en ik samen en Henk en Jos samen. Exact gelijktijdig waren we daar. Over de route niet te veel bijzonders, u kijkt maar op het web, maar toch een paar highlights: de klimmen waren mooi verdeeld: lange lopers en steile slopers. Met een nat wegdek vertrokken, na een nachtelijke onweersbui en over, on-duits, slecht wegdek omhoog naar Vicht, Zweifall en Rott om bij een heel mooi voor autoverkeer afgesloten weggetje langs de Dreilagerbachtalsperre te rijden. Richting Lammersdorf waar we even op de Vennbahn uitkwamen, per vergissing. Door Simmerath, gevolgd door een uiterst steile afdaling – en klim – door Mariagrube, dat alleen maar als de kloof van Maria kan vertalen. Kleine op-en-afjes en de majestueuze afdaling van de Hammer; wat een prachtige helling, op en af. Richting Einruhr nu waar ik in de klim daarvoor nog even een veel jongere heikneuter (inwoner van Apeldoorn) pareerde, die dat gans niet leuk vond en in Einruhr de Kaffee mit Kuchen in het inmiddels bekende etablissement. Koffie weer Grubenwasser, dus maar een. Een lange klim nu weer om af te slaan naar het NAZI-opleidingskamp Vogelsang. Even rondgehangen daar en weer terug. Van Herhahn, waar Henk nog even een fotootje moest trekken, over een werkelijk fantastische fietsroute door het land, licht dalend, naar Gemünd, een plaatsje met regionale betekenis. Daar een fraaie klim, die begon met een steile stratenklim door het dorp. Daar nog twee Belgen, met te dure fietsen, maar geen pompje!, geholpen. Heerlijk afgedaald naar de Rurtalsperre, wederom gevolgd door een lange klim en weer een lange afdaling vooraleer de laatste echte klim naar Vossenack. Over de grote weg met de wind en helling mee naar het noorden om in Großhau linksaf te slaan, gevolgd door een merendeels heerlijke slingerende afdaling naar Schevenhütte. Forfaitair nog even omhoog naar de parking. Een heerlijke tocht, goed gezelschap en uiteindelijk prachtig weer!

Karel vult aan:
Hemelvaart biedt altijd een verlengd weekend met extra vrije dagen voor de werkende bevolking.
Dit heeft dan ook geresulteerd in een tocht op vrijdag, geen officiële TCE, maar toch de TCE-bezetting, behalve Ger want die moest zijn nieuwe caravan gaan testen. Om 9.30 bij mij in klein comité (Martin, Jos en ik) verzameld om daarna samen door te gaan naar Henk, waar we om 10.00 (red.: 10h10) waren. Direct door en met een gezwind tempo, dat de hele tocht volgehouden werd, via een westelijke route naar Vlodrop en door het oostelijke Meinweggebied, Sankt Ludwig en Vlodrop station richting Wegberg en Hückelhoven. De gedachte Konditorei Hoffmann in Wildenrath serveerde geen koffie meer omdat het aantal werkuren vol was. Dus maar gewoon doorgefietst tot we in Hückelhoven een ijssalon spotten. Hier hebben we een lekker ijsje en een kop koffie (Grubenwasser) genuttigd. Daarna weer stevig door richting Geilenkirchen en langs de Rode Beek richting Puth. Op de Scholtissenholenweg geen strijd tussen Martin en Henk. In Puth koffie met stroopwafels genuttigd. Ik had geen gelegenheid gehad om vlaai te halen. Mooie tocht.

Eifeltocht
Zondag 1 juni was gereserveerd voor de obligate Eifeltocht. Aan het relaas van Martin is eigenlijk weinig toe te voegen. Wederom het feit dat beklimmingen (en afdalingen) in omgekeerde richting een heel ander, maar ook mooi beeld geven is weer eens bevestigd. Zie de Hammer en de klim naar Vogelsang. De door Marin gememoreerde afdeling naar de kloof van Maria moge inderdaad niet onvermeld blijven, ook niet gezien de haakse bocht onder aan een afdaling van 16 %. Beetje nat maakt het nog leuker. Ditzelfde is ook van toepassing op een bijzonder mooi pad door de groene weiden waar je plotsklaps rechtsaf moet door een redelijk eng poortje. Kniesoor die op deze punten let. Vertrouw niet te veel op de Garmins. Bij eenzelfde tocht heeft Martin 1852 hm, Henk 1950 en ik slechts 1760 (afgeronde cijfers). Afstanden wel hetzelfde (op een paar honderd meter na). Het was wederom een zeer mooie, verrassende tocht. Beide dagen zijn ook een goeie voorbereiding voor het Vogezenweekend.



Zondag 25 mei – stormachtig

Martin
:
’s Morgens waren het weer en de voorspelling van buienradar te slecht om op pad te gaan. Rond het middaguur echter, klaarde het op en leek het droog te blijven. Dus een berichtje aan Karel of hij goesting had – en dat had hij – dus om 13:45 op pad. De wind was stevig uit het zuidwesten; de heenweg daarheen was het devies. Via de Geleenbeek naar Nierhoven, Loeks huis stond reeds leeg, maar te koop. Door naar Brand, Schimmert en de Waterval af naar Meerssen; daar de Oliebergweg en zo naar Gronsveld waar we door de bebouwing uiteindelijk bij kasteel Rijckholt onder de A2 door gingen. Oost-Maarland aangetikt en naar Eijsden. Verder de Eijsderbeemden door en links naar Moelingen en door de Voerstreek tot in Sint-Martens-Voeren en de prachtige klim van Krindaal. Te Ulvend in ’t Bakhuis de koffie en appeltaart, lekker in het zonnetje gezeten. Door naar Noorbeek, Bergenhuizen en Banholt en standaard verder over Bruisterbosch, M’ten, Sibber, V’burg en Stoepert. Geen spat regen, geregeld zon. Een goede keuze!

Volgende week zondag de Eifeltocht. Wie gaan er mee?

Karels bijdrage:
Zaterdag afmelding van Ger. Weersvooruitzichten, vakantievoorbereiding? Henk in Nijmegen en Jos de mededeling dat hij 1 juni van de partij zal zijn. Mijn mededeling was dat alleen Martin en ik over zouden blijven met de kanttekening dat het weer acceptabel moest zijn. Zondagochtend 7.11 appje van Martin "Nope". Jammer dus.
Echter even na een uur toch nog de vraag of er interesse was in een tochtje; ja dus.
Om 13.40 vertrokken voor een klein rondje, richting ZW, want er was een straffe wind uit die richting. Via de nodige omzwervingen in Eijsden gearriveerd en door naar de Voer. Grensoverschrijdend langs de Voer en de mooie, niet vaak gedane klim, richting De Plank. Hier linksaf naar Ulvend waar we bij Het Bakhuis, met de zeer goeie recensie van Miriam, van appelvlaai en koffie hebben genoten. Wat wereldproblemen, sustainability summit en luxeproblemen besproken. Ook de Vogezentrip en de Eifeltocht van volgende week besproken. Vanuit Ulvend naar Noorbeek en de stevige klim naar Bergenhuizen, gevolgd door de mooie route naar Banholt. In Margraten in de drukte van Memorial Day verzeild. Gekend via IJzeren en Sibbe naar Valkenburg, de Stoepert, Schimmert en Spaubeek. Afsluitend nog maar de Weg langs Stammen en de Kempkensweg, die nu eenrichtingsverkeer zou moeten bieden. Alleen waren er toch nog tegenliggers.
Het was een zeer welbestede zondagmiddag, geen regen, voldoende zon en véél wind.



Zondag 18 mei – Thorn

Martin
:
Verrast door een beetje druilerig weer stond Karel aan de deur. Samen naar het VDA waar we op de seconde Henk aantroffen. Via de standaardroute naar de watertoren waar we wederom op de seconde Ger aantroffen. Wat gekout over het songfestival, de Scholtissenholenwegcompetitie, waarna iemand Thorn opperde. Die kant dus uit, maar ik heb zelden zo’n chaotische route gezien. Het begon al in Beek, waar de doorgaande weg gesperd was en door allerlei woonwijken weer op de Rijksweg uitkomend en naar Geleen. Daar dook Henk weer een woonwijk in en via de Tunnelstraat Lutterade in en over de Napoleonsbaan naar het noorden. Daar Einighausen in en zo verder naar het noorden door het Limbrichterbos naar Nieuwstadt en – helaas – de grote weg naar Susteren gevolgd. Om het spoor over te kunnen steken kris-kras door de woonwijken aldaar, onder de spoorlijn door en zo het fietspad langs het spoor gevolgd; waar over een lange afstand een nieuwe (water)leiding gelegd werd. Op de grote weg naar Echt in Slek sloeg Henk linksaf door Gebroek en weer kris-kras door woonwijken, alsof hij de weg daar feilloos kent. Uiteindelijk de grote weg door Berkelaar naar Maasbracht en gekend over de brug. Door Wessem en het deels onverharde fietspad gevonden dat ons door een vakantiepark voor de zelfrand van de Nederlandse samenleving bracht; minimum kale prijs voor een woning € 300.000.

Op het terras van Hotel Crasborn de lekkere vla op en frisjes weer op weg. Het fietspad van de heenweg vervolgend. In Kessenich de fietspaden langs de jachthaven en zo langs de Maas naar Maaseik. Henk en ik aan kop, Karel daar vlak achter en Ger filosoferend achterop. Langs Heppeneert en verder de fietsroute genomen en naar het pontje van Berg. Naar Urmond en daar het nieuwe fietspad verder gevolgd langs de graafwerkzaamheden van de nieuwe Maaskruising van de PALL. Bij Elsloo de brug over, naar Catsop, Geverik en over de Kling naar Oensel. Daar nam Ger dankbaar afscheid en zo door naar Grijzegrubben en Schinnen. De Zandberg op en Henk afgeslagen naar Sittard. Een fijne rit.

Ger vult aan:
Een bijzondere rit. Allereerst het weer; voor het eerst in weken geen zon, maar een soort mist-vochtigheid. Daarnaast aan de toren niet meteen helder waar naartoe en toen Thorn het verdict was, was Henk zo aardig ons door de straten van mijn jeugd in Geleen en Einighausen te voeren. Limbrichterbos uit mijn Grevenbichtse tijd doorkruist en voor de rest wat diverse woonwijken. Bij Wessem nog wat verlopen scheepvaart/jachten bedrijven, maar…ook onderweg het nodige fraaie groen. Ik ben dit jaar raar aan het fietsen; het laatste wiel is van mij en ik kom niet boven de ca. 25 km/h tempo en 65 rpm. Daarboven stokt het rouleren?! Thuis heb ik dan volgens Garmin een goede, lichte training gedaan; in D2 en dat klopt, want mijn hartslag blijft mooi laag. Nu dat merk ik, want af en toe op power doorzetten is geen probleem. Nu het zij zo. Terug vanuit Thorn aan de Belgische kant van de Maas was fraai, weinig verkeer met dat rare weer en ook alle recreatieterreinen waren leeg. Vanaf het pontje in Berg retour naar de toren zoals gebruikelijk en idem voor mij langs de provinciale weg naar Wittem. Ondanks de stedelijke omgeving een mooie tocht en niet vergeten een heerlijk terras met goede vlaai en koffie



Zondag 11 mei

Ger
:
De afmeldingen waren er op tijd; maar de aanmeldingen ook. Zo stonden Henk en ik weer eens samen aan de start en meestal zijn dat - in ieder geval voor mij - leuke ritten. Onderweg veel fietsers tegengekomen die aan de UCI-Gravel in V’burg zouden gaan deelnemen; gravel en tattoos vormen overigens een gewilde combi! Door die drukte en met het parcours waren er redelijk wat afzettingen. Het was aan de toren al snel duidelijk dat we weer eens naar As zouden gaan en dat betekent gekend naar de brug in Elsloo. Mooi weer en een flauw windje. Vanaf de brug nam Henk het heft in handen. Mooie fietswegen over de hei en weer eens anders dan anders. De zon en schaduw op het fietspad was een beetje vervelend, omdat je de kuilen niet echt, resp. te laat zag. Voor wie de route wil meebeleven; kijk svp naar de kaart. Nadat we ook een paar kilometers op wat N-wegen hadden soldaat gemaakt, kwamen we aan bij het steeds leuker wordende station. Met dit keer ook echt lekkere vlaai en redelijke koffie. Vandaar de route weer opgepakt zoals bekend. De brug in het water en het vakantiepark naar de toch echt heel fraaie mijngebouwen. Onderweg de keuze gemaakt voor het pontje bij Berg en zo nog wat Maasdijk en onverhard meegenomen. In Berg mocht ik verder de keuze maken en dat betekende langs de IAZI en de kanaaldijk. Dus klein Meers, Oud Geulle en via de Weert voor mij naar de Dellen en voor Henk via Meerssen retour. Een knappe afstand en voor mij voor het eerst 23,0 km/h als gemiddelde. Het begint weer wat te worden en in ieder geval samen opgefietst.



Zondag 4 mei – Neufchâteau

Martin
:
Op een frisse (6 °C) maar droge en vrijwel windstille ochtend Karel en ik naar de toren; geen nut naar het VDA te gaan, daar Henk in Grunn was. Via Nagelbeek en Grijzegrubben naar Schimmert, waar snel Ger aankwam. Gekleed in een stemmig winterensemble; het devies was “niet te snel” en me daaraan gehouden.
Zomaar erop losgereden en de Korte Raar af, langs de Dellen en de Geulhemmer omhoog, waar een paar jongeren kreunend en steunend Karel niet konden inhalen. Langs de groeve Blom afgedaald door Terblijt, dat inmiddels na de overstromingen weer officieel opengesteld is en verder naar ’t Rooth en Klein-Welsden, waarna het vervelend stuk vals plat naar M’ten. Door naar Bruisterbosch en daar, ongewoon, in de kern rechtsaf om over een smal en dalend weggetje Eckelrade schampend in St.-Geertruid te geraken. Overgestoken naar Libeek en over de Mescherhei omlaag. Te Mesch was net een dodenherdenking geweest en de harmonieleden dispergeerden als in een jaren-50-plaatje. Naar ’s-Gravenvoeren en overgestoken langs de school; een nieuw betonnen pad. Het fietspad parallel aan de hoofdweg opgezocht totdat we een nieuw fietspad rechtsaf sloegen; een pad dat ik eerder gezien had, maar niet gedaan. Een zeer fraai fietspad dat ons onder het spoor door naar Warsage leidde, waar ik de Côte de la Heydt al vermoedde. En inderdaad: deze omhoog. Zeer fraai en lang: de top pas bij de T-splitsing van de N608. Daar overgestoken en langs het fort van Aubin-Neufchâteau afgedaald; werkelijk fenomenale uitzichten! In Neufchâteau globaal links aangehouden om in het Berwinnedal te geraken; dit een tijdje gevolgd tot Val Dieu; daar linksaf en na een tijdje een variant scherp rechts die ons uiteindelijk in Aubel bracht. Even gekeken voor de koffie bij Jean Pierre, maar te druk. Omhoog dus naar Hagelstein en door het bos gejaagd naar de uitspanning het Rode Bos alwaar de koffie en appeltaart. Terwijl we er zaten even een regenbuitje, maar bij vertrek was het alweer droog en de weg nauwelijks nat. Bij Terlinden links en naar Banholt en de Banholtergrub af: een bijzonder mooie weg! Weer naar Sint Gieter, afgedaald naar Gronsveld over het smalle fietspad en het gekende fietspad de Dellen langs. Onderin Strabeek Karel en ik naar Groot Haasdal en Ger door. Allen aan het G-criterium voldaan!


Ger draagt inmiddels bij:
Dezelfde drie aan de start als vorige week; Martin, Karel en ik. Na een week met zomerse omstandigheden, nu wat frisser (ca. 10 graden gem. bleek later). In die week ook driftig gefietst door ons drieën en zo langzaamaan begint wat van vorm terug te komen; echter de cadans staat steady op 66 gemiddeld; hoger lukt (nog) niet. Bij de start wat ditjes en datjes doorgenomen en niet echt duidelijk een route voor ogen. Dus ging Martin op verkenning uit; richting Meerssen en vandaar naar de Dellen en Geulhemmer op. Bekend maar niet in die volgorde en zo bleef het. In Mesch kwamen we de harmonie/fanfare tegen er was denkelijk al 4 mei herdacht bij het monument. Het was druk. Vervolgens de Voer in om uiteindelijk via de helling van la Heydt en langs fort Neufchâteau naar Val Dieu te koersen. St.-Jean Sart als doel, maar niet linksaf het dorp in, maar rechtsaf de helling op om zo boven Aubel uit te komen. De drukte van het dorp in om vandaar naar het Rode Bos te koersen. Heerlijke appeltaart, een regenbui binnen doorstaan en kort hoe je alle idiotie in de wereld, maar zeker ook Nederland kan doorstaan. Ook de gekte rond materiaal en kleding (Geen Specialized, maar een S-works etc.). We stonden op aantrekkelijke km’s en hm’s om de > 100/1000 te attaqueren. Dus grote weg naar de Hut gepakt om ergens halverwege linksaf naar Banholt en St. Gieter en Gronsveld te gaan. Het gekende racepad op naar de Dellen en bij de voormalige Hanos het afscheid. Een heel fraaie tocht met dank aan Martin. En oh ja genoeg fietsers onder weg met allerlei ook e-features en nog wat classic cars, maar niet de meest fraaie.



Zondag 27 april – Aachen alternatief

Karel
:
Zaterdag van Ger de opmerking “Ik ben er morgen, denk ik"; hierop geantwoord "ik ook denk ik.” Martin wist natuurlijk weer niet welke dag het zou zijn, ergo hij zou gewoon aan de toren zijn.
Zondagmorgen kwam ik Martin, fungerend als postbode, bij de kerk al tegen. Samen het stuk bij mij gepost en even aarzelend of we naar het VDA zouden gaan of niet. Henk had nl. in de week medegedeeld dat hij in het weekend ging klussen bij zijn zoon, maar vrijdag had ik zijn auto nog zien staan. Om 8h25 nog geen Henk, dus maar richting Schimmert. Hier kwamen we Ger al tegen in winteroutfit. Bij de bushalte op Ger en eventueel Jos gewacht. De eerste kwam wel, de tweede niet. De obligate vraag waarnaar toe werd snel beslist gezien de windrichting: oost. Martin was zaterdag al met Miriam naar Aken gefietst en wist weer enkele nieuwe weggetjes. Hij heeft zoals gebruikelijk de vrije hand gekregen en ons via bekende en ook nieuwe wegen en fietspaden richting Aken gebracht. Achter het industrieterrein van Heerlen, over een nieuw fietspad bij Simpelveld, langs windmolens en op het einde nog via een mooi pad richting Aken. Voor een leek niet te reconstrueren maar Miriams PRP weet overal de weg en de richting.
In Aken op zoek naar een koffietent en ten einde raad geland bij Van den Daele. Hier de wereldse zaken en mijn luxeproblemen, gerelateerd aan de leeftijd, besproken. Nieuwe helm, nieuwe fiets, andere auto, wat met het huis in Frankrijk etc.
Na de koffie via een alternatieve route richting Vaals waar het oude grenskantoortje nog is bewonderd en via Hilleshagen en Mechelen naar Wittem. Hier nog eens doorgetrapt. Ik mocht zelfs even kop nemen.
Ger begeleid tot de Dellen en daarna samen via Waterval richting huis, afsluitend, zonder morren als laatste de Zandberg omhoog.
Het was een bijzonder mooie, afwisselende tocht met nieuwe ontdekkingen.

En Ger draagt bij:
Allereerst gister nog wat technische tips gekregen van Martin om de hoogteslag uit mijn aba te halen; ik wilde nl. vandaag graag weer op mijn Synapse fietsen. Die loopt gewoon lekker. De route van vandaag is te volgen via de kaart en voor mij niet te reconstrueren. Ik herinner me flarden van een rit met Henk naar waterlopen in Duitsland; ook flarden van klimmen uit de DSM-classic en in Duitsland delen van een verrassingstocht van mezelf in verleden jaren en uiteraard de klim in Aken naar de Belvedère-toren (Lousberg). Onderweg viel mijn achterderailleur nog in de crash-modus bij een kuil in een bocht. Maar ook dat wist onze PA op te lossen. (de beide op- en afshifters indrukken was de oplossing).
Gisteren gezien dat het weer droog zou zijn, maar fris in de start. Dus degelijk gekleed onderweg om 8.00 om zo naar de toren de eerste 200 hm te scoren. Het is altijd weer even wennen, maar ook mooi op de Ingber en langs de velden boven op het plateau. Een koude afdaling van de Daalhemmer en bij – vroeger - van Rennes omhoog. Martin en Karel daar aan de toren; Henk afgemeld en Jos? Het zonnetje scheen lekker en met z’n drieën heerlijk gefietst. Vaste volgorde Martin-Karel en dan ik. Zo nu en dan andere fietsers en e-bikers maar fijn peddelen. Martin en Karel bereid op menig plekkie effe op mij te wachten. Het is weer opbouwen bij mij met mijn “draaiend gestel”.
Met 65 km bij mij op te teller hebben we in Aken op het terras in het zonnetje koffiegedronken en een kwart rijstevlaai; wereldproblemen in kaart gebracht. Digitale meningen, vaak zonder context of compleet plaatje geanalyseerd, besluiten van “een objectieve subjectivering” (of omgekeerd) voorzien etc. etc. Verbazing over het getob van Karel over zijn nieuwe fiets evenals het verkeerslichtensysteem in Aken en vandaag het gebrek aan verkeer en mensen. Onderwijl vaker drie keer hoera geroepen op suggestie van Martin. Uiteindelijk via Vaals naar Vijlen en vandaar naar de kruising bij Wittem. Ik zag dat bij mij de > 100/1000 een optie was, dus niet afgedraaid naar huis maar door naar uiteindelijk de Dellen. Die waren vandaag rustiger dan vorige week met de AGR en het Tietemafeest bij de Geulhemer. Onderwijl afscheid genomen van Martin en Karel en de Geulhemer helemaal soldaat gemaakt om bij Vilt over de provinciale weg via Berg & Terblijt naar de kop van de Daalhemer te koersen en vandaar via Margraten naar huis. Het liep wel lekker en na mijn stevige wandelingen met onze middelste en hun hond van gister en eergister minder last van mijn fysiek. Wellicht wordt het nog wat!



Zondag 20 april – Eieren zoeken in Tongeren

Martin
:
Wat lag er meer voor de hand dan, nu Ger er na zijn winterslaap weer bij was, om samen met Karel en Henk naar Tongeren te gaan. Met een deemsterig zonnetje, perfect windstil en alleen tijdens de aanvang wat fris, op pad. Via een alternatieve route naar de toren, waar ik me even vergiste wat zelfs een stukje gravelen opleverde. Mijn voorstel even op de Markt in Mestreech naar de AGR te kijken geaccepteerd; daar was het een prettige chaos, fnuikend voor onze gemiddelde snelheid. Wat mij opviel was hoe klein die meeste dames op de fiets eruitzien; boven windkracht vier moeten ze denk ik binnenblijven.
Het werd mooi, heel mooi, toen we het dal van de Jeker langs de wijnvelden en Château Neercanne inreden. Henk stelde de klim Zussendel voor en zo dus bovenlangs naar Tongeren. Het blijft een vreselijk mooie klim, jammer van het wegdek.
Door nu, over allerlei kleine landweggetjes op en af golvend; de klimmen te kort om op het kleine blad over te gaan, maar daarmee toch veeleisend.
Strak naar het zuidwesten door Val-Meer waar Henk ons over een landweg leidde die ons terug dwong om weer in Val-Meer terug te komen en zo uiteindelijk toch afdalend naar het dal van de Jeker en wel in Bassenge. Daar de gekende route weer opgepakt. Het was gezellig druk. In Sluizen een kleine detour om de voorgevel van de voormalige chocoladefabriek Rosmeulen te bewonderen; een pracht art-decoraam boven de ingangspartij.
In Tongeren hopeloos gezocht naar een etablissement met vlaai en uiteindelijk bij de derde zaak een raak; weliswaar appeltaart, maar onder het toeziend oog van Ambiorix prettig in het zonnetje gezeten. De zoektocht en de lange kout was tijdrovend. De terugweg eerst min of meer bekend over fietsroutes door het mooie land van Haspenouw; Gers elastiek werd langzamerhand wat slapper, waardoor af en toe een afslag gemist, maar geen malheur.
Ik dacht dat als we naar het noordoosten zouden rijden we vanzelf wel bij het Albertkanaal zouden komen, wat ook zo was. Door verstilde (lint)dorpen en golvend akkerland staken we het kanaal over bij de brug Eigenbilzen, gevolgd door een lange klim naar Gellik. Via Lanaken naar Maastricht waar Ger aangaf de Bemeler te willen laten liggen en de voorkeur gaf aan de Dellen. Zo gezegd, zo gedaan. Daar was het druk met wielerkijkers en net na de camping sloeg Henk, zoals gepland, linksaf; wat ik even vergeten was, en Ger rechtdoor. De klim van Groot-Haasdal voor Henk een laatste krachtsinspanning en door Schimmert afdalend naar Spaubeek. Karel en ik rechtsaf naar de Côte d’Escargot. Lekker boven de 100 km en met mijn solotocht van gisteren 270 km; morgen rustdag!

Gers gewaarde bijdrage:
Ja wat moet ik ervan zeggen; al lang geen opwachting gemaakt bij TCE en ook mijn fietsen is dit jaar niet op z’n best. Normaal was ik na mijn heupoperaties weer snel “het mannetje”, maar nu toch wel wat perikelen. Om het simpel te zeggen; van een “Jonge God” naar een “Krasse knar”. Mijn gestel is in een jaar wel drie jaar ouder geworden. Dat levert geen gebrek aan goesting in het fietsen op, maar wel een krakend gestel en nadenken hoeveel km’s ik fiets en hoe ik toch een beetje soepel kan thuiskomen. Dus was de natte winter en “het verschroeiende tempo van TCE” toch wel een dingetje. Voor het eerst sedert jaren een paar maanden niet gefietst en daar betaal ik nu het gelag van. Ik begon het fietsen op zondag wel stevig te missen, dus gister besloten: gewoon naar de toren. De dag van de AGR bovendien. Met het verwachte weer gister mijn DUELL klaargezet en de Synapse met een nieuwe ABA thuis gelaten. Die ABA verwisselen was nog wel een dingetje; ik bleek al ca. twee jaar zonder bandenlichters op die fiets rond te rijden en ook het wisselen was gewoon lastig.
Vanmorgen de complete Bosch-outfit aangetrokken en ouderwets vertrokken via de Ingber en zijn gerepareerde asfalt om op tijd aan de toren te verschijnen. Na eerst uiterst efficiënt en consistent de TCE-app naar Signal te hebben verplaats (Jos; een laatste kans), richting Maastricht vertrokken. Doel was Tongeren - wat heel aardig was van de mannen om mij te plezieren - ook om zo in M’tricht toch wat AGR-sfeer te proeven. Dat lukte prima en zo reden we kruip-sluip door richting Kanne en vandaar omhoog. Mijn rol vandaag was zelf gekozen, maar door de circulatie van mijn heupen en knieën ook afgedwongen; het vierde wiel. Via deels de gekende route, maar ook wat afwijkingen richting Tongeren om onderweg nog eens een mooie chocoladefabriek te zien. Art Deco en een mooie glas-pui. Sneller dan gedacht in Tongeren en daar op zoek naar een koffieterras. Na twee keer verkeerd, op een oude plek op het centrale plein terecht met heerlijke appeltaart. Wat divers gekout bleek weer redelijk veel overeenstemming op te leveren.
Ondertussen was ik dus heelhuids in Tongeren aangekomen, maar om op de terugweg de soepele draai weer te vinden, was lastig. Laat ik me maar beperken, dat we door bekende veldwegen struinend (op en af) en bij Smeermaas voor de keus stonden hoe terug. Mijn voorkeur was de Dellen en zo ook gedaan. Nog wat zoeken halverwege tussen al dat AGR-publiek om naar Haasdal af te slaan voor Martin, Henk en Karel. Ik rechtdoor om op een loeivolle start van de klim over de Geulhemmer te stoten. Ook ik dus terug in de Dellen om de grote weg van Meerssen naar V’burg te rijden. V’burg was rustig om aan de voet van de Sibber op de staart van het peloton te stoten; gezellige sfeer. Enfin doorgetrokken om op tijd thuis te zijn. Douchen; effe met Rein over haar route keuvelen en samen met veel plezier de rest van de koers gekeken.
Een fijne dag, mooie route; bijna 125 km en meer dan 800 hm en gewoon lekker buiten zijn en fietsen. Ik kan het nog!



Zondag 13 april – Parkstad

Martin
:
Ik was de dag ervoor, vooral wegens het schitterende weer, met Miriam naar Banneux geweest. Een prachtige tocht, vooral omdat ik het rechtsom gereden had en dus veel weggetjes in de andere richting. De weg van Pepinster naar Banneux afgesloten wegens asfaltwerkzaamheden, maar daar lag dus het grootste gedeelte prachtig nieuw asfalt op. Heerlijk rustig. Op de terugweg onder andere het fietspad naar en door de treintunnel van Dalhem. Bovenop de Mescherheide kwamen we een eenzame fietser tegen; na het voorbijrijden realiseerde ik me dat de man in een EBN-shirt reed en daarmee dus Ricardo kon zijn; en jawel hoor: via Strava bleek ook hij ons herkend te hebben!

Diezelfde dag ook al Signalverkeer van de excuustruzen, zodat slechts – uiteraard – Henk – er wel bij was. De dag ervoor was hij in een kunstmuseum in Bonn geweest en begon mij enthousiast over een tentoongestelde kunstenaar, althans, zijn werken, te vertellen, hetgeen op mij de inwerking had als het uitleggen van de stelling van Gauss aan een kassière bij de Aldi.
Het had ’s nachts een heel klein beetje geregend, maar de weg was essentieel droog. Vertrokken richting de Rode Beek en zo via Nierstraß naar Geilenkirchen en daar tot Rimburg tegen de felle wind in de Wurm gevolgd. In Rimburg deze overgestoken om meteen rechtdoor een mooie klim over de Scherpenseelermolenweg te doen. Richting de camping onderaan de watertoren en een mooie fietsroute gevolgd tot ik weer bekend terrein zag in Eygelshoven. Net na het treinviaduct ervoer ik een lekke aba en deze bij een bankje onder het toeziend oog van een dame die van driehoog uit het raam van Huize Horizon, beschermd wonen, hing en ons de gehele tijd van commentaar voorzag, verwisseld. Met vereende krachten de band opgepompt en bij het losdraaien van het slangetje vloog het ventiel eruit. Dit goed vastgedraaid en weer opgepompt en heel voorzichtig het pompslangetje verwijderd, het binnenventiel tegenhoudend met mijn nagel. Ondertussen was er ook een andere man, een medebewoner denkelijk, voor het huis heen en weer aan het schuifelen onder het continu mompelen van wartaal waar ik slechts bij herhaling “Vuile hóérrr!” herkende. Een oudere dame liep langs en deelde haar medeleven waarop ik antwoordde dat het ook had kunnen regenen, wat het van de weeromstuit ook begon; niet hard en niet lang, maar wel genoeg voor een vuile fiets.
Door nu richting Kerkrade en bij Rolduc door het bos afgedaald en langs de glasfabriek naar Herzhogenrath; daar koffie en vla proberen te scoren bij een Konditorei, maar op zondag schonk men daar geen koffie. Door dus nu en wel een volgens de kaart verharde weg door het bos omhoog, maar die verharding was denkelijk door de Romeinen aangelegd en daarna niet meer gerenoveerd. Maar omhoog ging het best. Bij een gedenksteen van Lager Pley uitgekomen, een NS-kamp dat in de tweede wereldoorlog als Jodendoorlaatkamp en dwangarbeiderskamp gediend had. Nu weer verhard verder en Henk wist de weg naar Kohlscheid en Richterich; via een nieuw ontdekt binnendoorpad naar Horbach en Avantis, waar de wind ons mee werd. Naar De Locht richting Heerlen waar ik voorstelde de koffie in Benzenrade te doen. Daar konden wij buiten zitten. Om niet lelijk door de stad te moeten, de Daalweg naar U’berg omhoog en zo over Colmont naar Ransdaal, langs de golfbaan en Weustenrade. Daar begon het een beetje te miezeren, maar we waren bijna thuis. Langs de beek naar Schinnen en de Slakweg omhoog. Thuis fiets gepoetst en gesmeerd, bandje gecheckt en tevreden in bad en dan Paris-Roubaix kijken.



Zondag 6 april – Kornelimünster

Martin
:
Na allerlei schijnbewegingen waren Henk en ik bereid de uitdaging van een frisse ochtend en een straffe NO-wind aan te gaan. De eerste rit met zomertijd aan de toren, waar verder niemand kwam.
Ik had de woensdag ervoor een dag vrij en was die dag met Miriam naar Kornelimünster gereden en wel via een route die ik vooraf minutieus had uitgezet en in de Garmin geprogrammeerd. Evenveel wind toen. Daar de route mij wel bevallen was, stelde ik Henk voor daarheen te rijden. Gezien onze afspraak bij de toren een andere start dan woensdag: naar V’burg en de Daalhemer op en over het plateau de Ingber af en achterlangs de Gulpenerberg. Zo veel mogelijk de grote weg mijdend via Partij, Wahlwiller en Nijswiller. Even de grote weg naar de rotonde bij Mamelis en daar over de Selzerbeek en de prachtige klim over de Kuhlweg, die uitnodigend in de zon lag te schitteren, naar Orsbach en de klim vervolgend naar de heerlijke slingerafdaling, passend Schlangenberg genaamd, naar de buitenwijken van Aachen/Vaalserquartier. Nu bekend door het boerenland, met de wind wat mee naar de Waldschenke, de weg overgestoken en heerlijk afgedaald. Over rustige, deels voor gemotoriseerd verkeer afgesloten, wegen richting de bronnen van de Wurm en bij het Waldfriedhof – een bezoek waard – aan de grote weg Aachen-Monschau uit te komen. Deze even gevolgd en overgestoken, weer autovrij en over heuvelende boerenweggetjes naar het oude centrum van Kornelimünster, waar wij ons, heerlijk in het zonnetje gezeten, de vlaai goed lieten smaken.
Er kwam nog een ambulance vol op het orgel aangereden, die bij ons stopte, wellicht hadden ze ons tempo online gevolgd, maar het bleek voor een kerkganger – Jezus redt! – te zijn.
Terug nu en aangenaam de klim omhoog uit het dal van de Inde om bij Lichtenbusch (D) de grens bijna ongemerkt overgestoken naar Lichtenbusch (B).
Langs de bronnen van de Geul nu door het verstilde Hauset geslingerd naar de steile afdaling én klim onder de Presterbrücke, waar het TGV-spoor en het normale spoor elkaar treffen. Een mooie afdaling, wat hobbelig, terug naar de Geul, waar wij bij een plaspauze de Bosanemoon en Maagdenpalm in volle bloei zagen en zo omhoog naar Hergenrath.
Een fraaie d-tour afgedaald naar de Geul (weer), waar een stukje gravelen langs verantwoorde plekken als Château Eyneburg, Casinoweiher (waswater voor de zinkmijnen), de slakhalden van diezelfde zinkmijnen (geen zinkviooltje gespot), het Zinkmuseum en zo naar het fietspad langs de Geul richting Moresnet. Bijna reed is een kleuter aan, die op haar fietsje plots uit een zijpaadje achter een heg verscholen plots het pad overstak. Een stukje verder idem dito een hond die, onaangelijnd, dacht de weg over te steken.
Het viaduct van Moresnet prachtig in de zon, een foto waard. Verder naar Plombières en de RAVeL verder gevolgd naar Hombourg, waar nu bij het station mensen gezellig in het zonnetje gezeten aan het degusteren waren. De babybillenasfaltweg naar Teuven en Nurop en prachtig omhoog naar De Plank. Richting Ulvend kwamen we in een fietstourtocht terecht waar wij als klasbakken ruimschoots veel jongeren inhaalden! Na Noorbeek obligaat Bergenhuizen en Banholt en met volle zijwind naar Bruisterbosch. Vol tegen de wind naar Margraten, de Sibber af en de Stoepert op. In Spaubeek wilde Henk niet meer mee bergop naar Puth, dus verliet ik hem daar. De route komt van Henk, mijn Garmin had wat kuren en heeft niet de gehele route getrackt.



Zondag 30 maart – Campina

Martin
:
Enig app-verkeer, wat mij trouwens tot de mededeling brengt dat ik zo veel mogelijk whatsapp, van krullebol en Trumpvriend Mark Suckerberg, ga vermijden en derhalve een Signal-TCE-groep zal gaan aanmaken; liet zien dat slechts Henk en ik aan het VDA zouden aantreden.
Waarom vijverwerkzaamheden slechts tijdens het Suikerfeest succesvol uitgevoerd kunnen worden is mij een raadsel. Het door Pieter van Vollenhoven geënte woord labbekakkerigheid wil ik bij deze aan de vergetelheid ontrukken. Het was droog, maar er stond wel een stevige westenwind; 3 à 4. Geen strak plan, maar wel naar het zuidwesten vertrekken. De Kerenshofweg af en over de grote brug België in en naar Mechelen aan de Maas. De berg richting As op en halverwege linksaf over de Mechelse Hei die in alle jaargetijden een mooi uitzicht biedt, Scandinavisch van aard. De kunstbrug over en verder naar Zutendaal. Gewoon rechtdoor blijven rijden en de mooie brug over het Albertkanaal. Toen links naar het Albertkanaal en dat gevolgd tot in Vroenhoven. Bij het rechts afslaan bij de Sappi kregen we de wind weer van voren.
Over de brug en gelijk weer rechtsaf naar de top van de Muizenberg en deze afgedaald waar bij de gekende pâtisserie in de remmen geknepen en van de rijstevlaai-Brasilienne genoten. Goede gesprekken op de fiets en bij de pauze, maar dat ligt natuurlijk aan het gezelschap.
Met klamme kleding weer op weg en besloten om de stuw van Moelingen aan te tikken en door de Eijsder Beemden terug. Veel onbekende weggetjes noordwaarts tot we weer op bekend terrein in Gronsveld aankwamen en over de fietssnelweg noordwaarts. Omdat het wel heel snel ging voorgesteld toch nog even rechtsaf de Visweg in te slaan. Blijft een venijnige klim. Langs de drugsstokerij in Groot Haasdal en door Schimmert; in de afdaling naar Spaubeek toch nog zo’n 0,7 km/h aan onze gemiddelde snelheid toegevoegd.
Henk en ik hebben de Vosges ’25 besproken. Henk zal met een communiqué komen.



Zondag 23 maart – België

Martin
:
Zo langzamerhand dreigt de opsomming wie er, en waarom, niet zijn de lengte van het verslag te overschrijden. Daarom: ik was er wel!
Het had ’s nachts een heel klein beetje geregend; niet genoeg om de laatste resten strooizout en saharastof te doen verdwijnen.
Zag gisteren veel mannen bezig ijverig hun PKW van het laatste te ontdoen.
Overigens ook het raadsel opgehelderd waarom we meer en meer Duitse kentekenplaten zien met GK en ERK, voor respectievelijk Geilenkirchen en Erkelenz, in plaats van het oude HS. Dit is sinds een aantal jaren facultatief, om meer Bindung mit der Heimat, via je PKW dus, te hebben. Ik verzin het niet.
Over ijver gesproken: Pou-Pou beijvert zich in het schrijven van grafredes; ter voorbereiding wellicht.
Enfin: er is ook nog gefietst: naar het westen: na de Kerenshofweg in Oud-Stein terechtgekomen en daar fraaie weggetjes ontdekt. Over de snelwegbrug naar Maasmechelen en de Mons Campina op om over de heide linksaf te slaan. Een fraai uitzicht daar altijd weer. Over de kunstzinnige brug naar Zutendaal en van daar min of meer een zuidelijke richting gevolgd om uiteindelijk aan de achterkant van de Hallembaye te komen. Na de snelle afdaling links de brug en stuw over en via Moelingen de Voerstreek in. In St.-Martensvoeren omhoog naar Ulvend en via Vroelen en Noorbeek de klim van Bergenhuizen en binnendoor, de weg is inmiddels autovrij, naar Banholt en routineus via Bruisterbosch, Margraten, IJzeren de Sibber af en de Stoepert omhoog.
Niet gestopt onderweg.



Zondag 16 maart – exploreren

Martin
:
Met een minimale bezetting, te weten Karel en ik – misschien moeten we TCE maar omdopen naar Avondrood of Krasse Knarren – de rest was weg, onderweg of vond het te koud. Het was inderdaad bij aanvang nog fris, maar helder, de wind viel eigenlijk wel mee en het werd allengs warmer.
Uiteraard moesten we naar Valkenburg, want het nieuws dat de Wilhelminatoren aldaar ingestort was had ons al bereikt. Over het veld naar Sweikhuizen en steil de Weg langs Stammen af en over mijn wowe-route Hobbelrade omhoog. Door Kelmond en Ulestraten afgedaald en in Meerssen de Dellen opgezocht. Bij de Nachtegaal Bob ontmoet; Bob is een ooit ontsnapt moeflonschaap dat geadopteerd is door een kudde Galloways en gezellig met hen optrekt.
In Valkenburg toonde de ingestorte Wilhelminatoren als een soort Gedächtniskirche – benieuwd wat de oorzaak zal zijn. Verder door het Geuldal nu om in Wijlre geheel ongewoon de klim van de Dikkebuikweg te doen; bovenaan bij een monumentje voor een omgekomen Amerikaanse soldaat een plas en heuvelend naar de top van de Eyserbos, Eyserheide en Mingersborg. Afgedaald over een prachtig veldweggetje naar Bosschenhuizen en door Simpelveld gekronkeld.
Daar nog een mooi nieuw fietspad aangetroffen en naar de Baneheide, waar de weg geheel gereconstrueerd wordt. Via Bocholtzerheide naar Orsbach en over de Schneeberg met zicht op het Klinikum afgedaald langs het landgoed Gut Melaten, ooit een leprozenkliniek en daarmee de start van het Klinikum feitelijk. Door de binnenstad feilloos naar Van den Daele alwaar de rijstevlaai, met erg dikke en lekkere slagroom, zich goed liet smaken.
Terug “om de noord” en de bekende klim uit Laurensberg, de Rathausstraße (een dubbel-s en een Eszett) gevolgd door Vetschau en Horbach, waarna de snelweg naar De Locht. In Heerlen zoveel mogelijk de route van de Caumerbeek proberen te volgen. De eerder waargenomen ooievaar bij Kasteel Hoensbroek was gevlogen. Langs de tweede beek van vandaag: de Geleenbeek, verder en te Schinnen afgerond met de Zandberg. Heerlijk gefietst!

Karels beeld:
Zoals Martin al aangaf was de bezetting minimaal, vandaar: Mini-TCE; diehards resteerden.
Martin was al voor de afgesproken tijd bij mij om mijn gecrashte externe HD te retourneren, jammer van de vele foto's die hierop staan (of stonden). Na een kopje koffie via de WoWe route van Martin richting de Nachtegaal om Miriams vriendje Bob te bewonderen. Alleen een gevaarlijke bonusmoeder stond bij het wildrooster. Is toch veilig mogen lukken om hieraan voorbij te komen. Door naar Valkenburg om ons op de hoogte te stellen van de nieuwe trekpleister, de Wilhelminatorenruïne. Niks te zien.
Door naar Wijlre en via de Dikkebuikweg (what's in a name) naar Eyserheide en via Bosschenhuizen naar Simpelveld. Via een ongekend aantal kloosters en de butler-opleiding naar een nieuw fietspad dat ons bij een AZC bracht. Naar Bocholtz en, wederom explorerend naar Orsbach en via de bijzonder mooie afdaling naar het Klinikum. Door, voor mij onbekende gedeeltes van Aken, naar het stadscentrum waar we onze verpozing hebben genoten. Retour langs Sjakie en zijn Chocoladefabriek (Lindt) naar Horbach en De Locht. Heerlen verkennend en via de Molenberg en Oliemolen naar de Caumerbeek. Deze volgend en kruisend naar de Geleenbeek en naar huis. De temperatuur was ondertussen aangenamer geworden. Wel nog steeds erg fris. Opvallend was dat er veel fietsers onderweg waren, groepen en einzelgänger.
De rit was waarlijk een genoegen!



Zondag 9 maart – Kelmis

Martin:

Een hele week al mooi weer had zelfs Jos ertoe gebracht weer eens mee te gaan; hulde! Verder natuurlijk de oude getrouwen Karel en Henk.
’s Ochtends nog fris maar toch al drie stel blote benen. Verder was de outfit nogal gevarieerd. Ik stelde voor iets als Plombières, want ik wist zeker dat Jos dat nog niet kende. Jos was overigens niet op zijn nieuwe fiets; was nog niet helemaal naar zijn zin: iets met zadel en stuur – of een erwt onder het matras. Met stralend weer en geen wind op weg naar de Sibber, Margraten en achterlangs door Termaar naar de Plankweg en Reijmerstok en het fietspaadje naar Terlinden gevonden; prachtige uitzichten! Op Hoogcruts linksaf en gelijk weer rechts naar het bakhuis en de afdaling van de Schilberg, waar een illegale, want te brede, camper ons tegemoet kwam. In Slenaken de weg naar Teuven en het gladde asfalt te meer waarderend omdat we de abominabele toestand ons herinnerden. In Hombourg het bekende fietspad langs het station en Dikke Bertha en zo door een prachtig lentelandschap naar Plombières waar we het fietspad langs de Geul oppikten – voor Jos gans onbekend. Aangekomen in Moresnet onder het treinviaduct door en verder Geulopwaarts naar Kelmis – even daar nog de koffie geprobeerd, maar geen vlaai, dus door naar Gemmenich en het Drielandenpunt alwaar bij de Bokkerijder de verjaardagskoffie(!) van Jos genoten. Daar deelde hij overigens mede niet naar de Vosges te kunnen gaan – te veel perikelen daarom met nierdonatie etc. en met het wegvallen van Ruud dus een nieuwe RC nodig; ik stel zo maar even Henk en mijzelf voor. Gaarne aangeven wie meegaat!
Na de koffie redelijk kort naar huis: langs Vaalsbroek, Einrade en Vijlen en afgedaald naar Mechelen. Daar viel mij op dat de motorrijders ook massaal hun ding uit de garages gehaald hadden; niet zo fijn. Routineus door het Geuldal en omhoog met Jos naar de Koulen. Gedrieën verder via Walem naar Hulsberg en daar, ongewoon, de Kersboomkensweg naar Wijnandsrade en door Nuth naar het fietspad langs de Geleenbeek naar Schinnen en de Côte d’Escargot omhoog waar wij afscheid namen. Net niet aan het Gercriterium voldaan, maar toch heel fijn gefietst!

Karel was ook bezig een verslag te schrijven terwijl ik daarmee bezig was:
Op zaterdag niet de gebruikelijke plichtplegingen wie er wel of niet zou zijn, gewoon morgen is het zondag, 8.55 VDA. Alleen nog even de discussie welke outfit. Het nieuwe of het ‘oude’ Bosch. Henk ging volledig akkoord met het oude, Martin refereerde alleen aan de vrije meningsuiting. Later reageerde Jos nog met de opmerking als jullie om 9.30 bij de Toren zijn, ben ik er ook.
Zondagmorgen op de geëigende plaatsen verzameld, iedereen in Bosch, welke uitvoering, zomer, winter, combinatie nieuw, ‘oud’ of wat dan ook. Overal stond de watertoren en TCE op.
Waarnaartoe: Martin opperde het nieuw geasfalteerde RAVeL L39 richting Moresnet en Kelmis. Zonder tegensputteren werd dit door iedereen aanvaard.
Gezwind richting Haasdal en door Valkenburg naar de Sibbergrubbe. Via IJzeren naar Margraten en via Termaar naar Reijmerstok. Brut 172 gepasseerd en via een mooi geasfalteerd fietspad terug naar de grote weg.
Via Hoogcruts en de Schilberg naar Slenaken en via Nurop naar Teuven, alwaar we het bijzonder mooie stuk nieuw asfalt hebben gevolgd tot de brakke tunnel. Alles weer goed gemaakt met het nieuwe asfalt richting Hombourg. Langs het station de RAVel L38 op. Is altijd een bijzonder mooi stuk. Verder over de L38 naar Moresnet waar we RAVeL 39 hebben opgepikt. Na het politiebureau is dit geheel nieuw geasfalteerd en het is ook hier een genot om de Geul te kunnen volgen. Dit gedaan tot Kelmis waar we probeerden koffie te scoren. Dit is niet mogen lukken. Besloten om door te gaan naar De Bokkerijder op het Drielandenpunt. Hiernaartoe via bekende, maar lang niet meer door ons gereden wegen. Gemmenich omhoog naar de drukke Bokkerijder. Hier onder het genot van koffie en verjaardagsvla van Jos wat wereldperikelen (zonder het T-woord) en de Vogezenweekend besproken. Organisatorisch zal er wat aangepast moeten worden. Ger heeft het sinds jaren gereserveerde weekend wat anders afgesproken en Jos moet mogelijk verstek laten gaan vanwege diverse operaties. Komt tijd komt raad. Na de koffie zo snel mogelijk via de kortste weg naar huis. Gelukkig voor mij was het wat meer bergaf en wind in de rug. Het tempo zat er goed in. Via Vijlen en Mechelen naar Wittem, de grote weg gevolgd en Jos thuis afgezet. D.w.z. door Martin en Henk. Ik volgde (bergop) op gepaste afstand. Klimmen, Hulsberg, Wijnandsrade en langs de Geleenbeek naar Schinnen Als laatste de Cote d'Escargot en we konden met een voldaan gevoel de rit afsluiten. Voor Henk nog het laatste stukje downhill naar Sittard.


Zondag 1 maart - Het onbekende bekende

Karel
:
Zaterdag de gebruikelijke inforonde wie er zondag zou zijn. Jos heel snel: “Ik niet”, Martin op ontdekkingstocht in Trier, Ger bevestigde dat hij zich al eerder had afgemeld. Bleef over Henk, die zich op de gebruikelijke tijd wilde vervoegen. Gezien de kleine opkomst en de verwachte lage temperatuur, werd mijn voorstel om 9.30 VDA geaccepteerd, wel een kleine vraag: “hoezo lage temperatuur?”

Zondagmorgen klopte de gemiddelde tijd exact. Henk een minuut te vroeg en ik een minuut te laat. Gemiddeld dus perfect. Henk snapte wel mijn voorstel om, gezien de temperatuur wat later te vertrekken, hij vond het ook ‘fris’.
Aangezien er een zwakke N-NO wind stond, gekozen voor noordelijke richting. Door Geleen naar de Bergerweg en via de Graetheide naar de kanaalbrug om de werkzaamheden aan het JuKa te inspecteren. Schiet lekker op. Over de dijk naar Roosteren en over de afgesloten weg naar Ohé. Hier ongebruikelijk helemaal achterlangs de mineralenbreker en langs de haven en camping richting Laak. Dit was voor mij en misschien ook wel voor Henk helemaal nieuw. Door naar Stevensweert, waar ook weer een achterlangsweg werd genomen. Naar Maasbracht, waar in eerste instantie Thorn werd geopperd, maar toch besloten werd om onder de brug richting Linnerweerd te gaan. Na een doodlopende weg in te gaan toch weer een klein weggetje naar Linne gezocht. Door Linne richting Mont St.-Odile, vanwaar een doorsteek naar Paarlo en mogelijk koffie in Holst. Jammer, alles was dicht, dus geen koffie. Dit zou ook de rest van de rit zo blijven. Door Vlodrop langs de internationale weg naar Koningsbosch, waar we kruip-door-sluip-door naar de Molenweg richting Havert gingen. Door Tudderen naar Wehr en door het moeras richting Hillensberg en Doenrade. Op de Windraak afscheid genomen en ieder zijns weeg naar huis. Kwamen hier wel tot de conclusie dat 80 à 85 km zonder koffiepauze toch wel erg vermoeiend is, zeker in deze tijd van het jaar.
Het grootste deel van de route waren wel bekende delen, maar zoals aangegeven bij Ohé, Stevensweert en achter St. Odiliënberg waren toch een heleboel onbekende stukken in bekende omgeving.
Thuis in bad en daarna eerst de optocht in Puth, ongeveer voor de deur, en in Geleen bewonderd. Puth was een leuke kleine optocht, goed verzorgd en weinig kabaal. Geleen kreeg wereldstadallures met dansscholen, café-promotie en een immense hoop kabaal.
Welbestede dag.



Zondag 9 februari – Kwik, Kwek en Kwak

Martin
:
De week ervoor is er om verschillende redenen niet gereden door TCE, maar vandaag dus wel. En wel tevens door Karel en Henk. Het was prima fietsweer: de weg geheel droog, zo’n 5 °C en geen tot nauwelijks wind. Onderaan het VDA aangekomen was Henk iets te laat, dus hem wederom tegemoet gefietst en al snel ontmoet. Onder de beide spoortunneltjes door. Zowel Henk als ik leden aan een besluiteloosheid die het huidige kabinet kenmerkt en hadden beiden geen doel. In ieder geval niet naar Thorn of Duitsland. Dan maar wat gereden: door Einighausen en langs Guttecoven en door het natte Limbrichterbos richting Born; over de sluis een weinig genomen afslag langs de Berghaven met wat ongeorganiseerde bewoning, een soort van Ruigoord. Langs de ontgrindingen en Illikhoven over het gekende fietspad naar Roosteren en Maaseik. Besloten niet het kolenspoor te volgen, dus over de Markt westelijk en afgeslagen naar Wurfeld, wat ons uiteindelijk toch weer bij het Kolenspoor bracht. Dit een tijdje gevolgd en bij de ecotunnel afgedaald naar het industrieterrein en min of meer langs het kanaal uiteindelijk bij het merkendorp uit te komen. Door Eisden langs de kolossale kerk naar het door ons weinig gefrequenteerde Café de Statie, waar onze westerburen al vrolijk aan het bier en belletjeswijn zaten. Wij de verjaardagskoffie van Henk genoten, met een beter stuk vlaai; ook in de Belgische mijnstreek past men blijkbaar nog wel eens Grubenwasser toe.
Verder nu door het bos over het weinig genomen viaduct over de weg Maasmechelen – As naar de Salamander en zuidwaarts, de snelweg onderdoor, langs de Kikmolen en de Duivelsberg geforceerd. Bovenaan sputterde Karel even rechtsaf te gaan, maar dan zouden we weer uitkomen waar we al geweest waren, dus niet, en door naar Zutendaal. Mooie weggetjes door het bos en uiteindelijk de lange afdaling naar en door Lanaken; naar Smeermaas en van daar het pad langs de Zuid-Willemsvaart gevolgd.
Bij Kotem de snelwegbrug over. In Stein had ik na wat gefrummel eindelijk de rebiba die ik twee weken eerder van Henk geleend had, te pakken en deze hem overhandigd. Merkwaardig – of niet? – dat ik voornemens was deze bij het VDA te overhandigen, dit vergeten was en dacht dit bij de pauze te doen; het daar weer vergat en nu dacht ik eraan, dus: gelijk! De vervelende Kerenshofweg op, door Geleen en Daniken alwaar ons afscheid.
Een fijn gemiddelde, waaraan ik zeker een groot deel bijgedragen had, maar ik was immers de week ervoor op hoogtestage geweest.

Karels beeld:
Mijn verslagje is tamelijk laat omdat ik nog wat ict-problemen met mijn Garmin en Strava had. Mijn "senioren-ondersteuner-ict’er" heeft me hier nog goed mee geholpen. Problem solved (hopen we).
De trip is door Martin Kwik, Kwek en Kwak genoemd. Hoe de verdeling per naam is weet ik ook niet.
Zaterdag de bijna gebruikelijke appcontacten over wie er mee gaat, hoe laat etc. Martin vroeg dit al heel subtiel met de opmerking in de app welke dag het de dag na zaterdag is. Mededelingen: Ger kniemalheur, Jos wandelverplichtingen. Henk en ik consensus bereikt over 9.30 VDA, Martin stilzwijgend akkoord.
Routebeslissingen en -beschrijvingen zijn al uitgebreid door Martin toegelicht. De afslag over de houten brug welke ons naar een eerder punt zou hebben gebracht was een klein misverstand, aangezien er dicht bij elkaar twee houten bruggen zijn. De verjaardagsvlaai van Henk was uitstekend. Wel veel rumoerige Belgen.
Voor de rest ging het gewoon smerig hard, zeker ook gezien de periode van het jaar. Extra handicap bij mij was nog de sluimerende verkoudheid. Op het einde heb ik de jeugd toch moeten vragen iets te dimmen, aangezien ik het hoge tempo niet meer kon volgen. Deed me dan ook deugd dat Martin later ook confirmeerde dat het wel een hoog gemiddelde was.



Zondag 26 januari – Parkstad

Martin
:
Weinig animo, maar genoeg. Met Henk afgesproken een uurtje later te gaan, dus 10h aan het VDA. Het was na een regenachtige nacht droog, hoewel de weg nog nat was.
We hadden beiden geen idee waarheen, dus maar wat geklungeld. Door Munstergeleen en terug naar Puth via de Stokselweg, een mooi klimmetje. Naar de Bokkereyer en niet de slikkige Slakweg af maar de grote weg naar Schinnen. Door naar de Hommert en Hoensbroek in. Ons blijkbare doel was zo veel mogelijk onbekende wegen in te slaan en globaal slechts een richting aan te houden. Door het troosteloze centrum van Hoensbroek en langs het industrieterrein De Koumen. Velerlei wijken aangedaan, onder andere Heksenberg en een mooi fietspad tussen de Sigranogroeven door. Over de Euregioweg en Palemig en Kakert. Een vervelend lange klim over een slecht fietspad naar Lichtenberg om uiteindelijk weer bekend uit te komen bij station Landgraaf. Dwars door allerlei toch wel mooie woonwijken van Eygelshoven om op een volledig opgebroken weg uit te komen. Even terug dus en zo aan de voet van een meer dan mooie klim, te weten de Mariaweg langs de wijk Op de Bossen uit te komen. Mooi stil en steil. Dan door Kerkrade naar Bleijerheide over meestal onbekende wegen. Weer een keertje een doodlopende weg in maar onversaagd terug. Zo kwamen we bij het zuidelijkste punt van de Neustraße/Nieuwstraat uit en de Roermonder Straße een tijdje gevolgd.
In een poging van Henk deze drukke weg even te verlaten rechts een wijkje in, waarna we na vijf minuten weer op de grote weg uitkwamen. Uiteindelijk in een woonwijk een afdaling genomen, ik met de verwachting “als dat maar goed gaat”, maar Henk reed hier alsof hij er driemaal per week komt en zo kwamen we bij de gezwollen Wurm uit en een zeer fraaie, steile en rustige klim naar Bardenberg. Hier een keer rechtsaf door Morsbach en toen we bij de grote weg (B 57) uitkwamen dacht ik het te herkennen en we staken deze over om in Würselen te geraken. Hier diende het noodlot zich aan: een lekke voba. Voor een wedkantoor de band verwisseld. In het centrum van Würselen trefzeker rechtsaf de afslag naar het mooie fietspad naar Aachen Noord.
Niet naar Aachen zelf, dus bij de gasbollen rechtsaf naar Soers: mooie rustige weggetjes. Een van de weggetjes zo rustig dat die doodliep. Terug weer. En toen bij mij het moment van “ik durf het niet te zeggen, maar…”. Wederom een lekke band en deze maal de achterband. Het natte wegdek speelde duidelijk parten. Een bandje van Henk geleend en relaxt in het zonnetje de band verwisseld; de band, ondanks de koude, zonder bandenlichters eraf gekregen, gestimuleerd door de strakke billen van voorbijlopende hardloopsters denkelijk. Over een mooi paadje, wel met heel wat water op de weg, langs Schloss Rahe naar Laurensberg en de bekende klim naar Vetschau.
Hier vroeg Henk geïnteresseerd op welke dag precies vorige week ik nu ook alweer jarig was, daarmee de verjaarstraktatie forcerend. Door nu naar Horbach en over de Locht naar Heerlen en daar in een espressobar een stevige bak koffie en een stukje taart. Goed van smaak. Langs de Geleenbeek terug naar huis en afgerond met de Zandberg. Het was goed fietsen.

Thuis de Lenzen goed gepoetst en vervolgens ook nog de Superior van Miriam, die na een tijdje thuiskwam en haar Koga e-bike. Een welbestede dag!



Zondag 19 januari

Martin
:
Na een aantal weekenden waarin het weer fietsen niet echt aantrekkelijk maakte, was het Henk die deze keer aan de bel trok en mij en Karel overhaalde de fiets te pakken. Jos vond het te koud en gevaarlijk, Ger nog onderweg van de Dolo’s. Karel had al een paar keer op de Tacx gezeten en vond dat maar niets.
Henk had voorgesteld een uurtje later dan normaal te vertrekken en geen weerstand ervaren, dus alzo.
De sneeuw was van de wegen af en ondanks de temperatuur net onder nul, waren de meeste wegen droog; wel ruim gepekeld. Bij het VDA besloten we Henk vast tegemoet te rijden – stilstaan was niet aantrekkelijk – en kwamen hem snel tegen en zo Munstergeleen voor de hand laten liggen. Vervolgens naar de voet van Watersley en daar de klim door het sportpark dat Bike-space of Bikes-pace heet (waar legge u de klemtoon?), genomen: in het begin aantrekkelijk steil. Gevolgd door de klim naar de Windraak en door het land naar Doenrade, een grote bevroren plas door de berm vermijdend – die gelukkig hard bevroren was. Niet de mogelijk modderige afdaling door Viel, maar over de grote weg naar Jabeek waar wij afsloegen en langs de beek reden – die overigens niet als naam het voordehand liggende Jabeek heeft, maar Quabeekgrub heet. Via de Etzenrader Mühle het gekende fietspad langs de Rode Beek gevolgd; de beverdam standvastig daar, waarna Karel riep dat hij lek had gereden. Heerlijk weer om een lekke te verwisselen. Zelfs zijn mooie nieuwe Continental 4-seasonsband was niet tegen een meidoorn bestand. Toch snel gefikst, maar niet pas nadat Karel, die verzuimd had zijn ventiel vast te draaien en even twijfelde of hij de lekke band had laten monteren, de band voor de tweede keer moest oppompen, waarbij de CO2 die verdampte een mooie brandblaar opleverde; en weer door. Een bruggetje over de Roodebach was voor alle verkeer inclusief voetgangers afgesloten wegens ‘Einsturzgefahr’, maar met gevaar voor onze levens na elkaar op kousenvoeten de doodsdreiging getrotseerd en overleefd!
In Gillrath wist Henk een binnendoorweggetje dat ons via allerlei gehuchtjes en een zwaar onverhard stuk uiteindelijk langs de doorgaande weg Geilenkirchen – Heinsberg bracht en die dus maar gevolgd tot in het verlaten centrum van laatstgenoemde. Daar een koffietentje gevonden met een wat vreemde gastvrouw die een, voor ons allen, onverstaanbaar koeterwaals uitbraakte. Maar de Käsetorte smaakte goed. Gelukkig had Henk voldoende cash bij zich, want daar gold: Nur Bar ist wahr!

Terug op gevoel en de kompaskoers op de Garmin gevolgd, want de mist liet geen enkele andere vorm van navigatie toe en langs allerlei veldwegen, de meeste goed berijdbaar zw-waarts tot Karel wederom “Ik durf het niet te zeggen” sprak en weer een lekke voba had. Denkelijk een snakebite, want de eerste keer niet hard genoeg opgepompt(?). Zonder een rebiba bij zich meer te hebben steeg de koers van rebiba’s tot ongekende hoogte en kon ik hem plezieren. Karel had er flink de pee in, maar Henk en ik bleven opgewekt: het was immers droog, geen wind, niet te koud en gewoon lekker fietsen. Ik sprak nog het citaat “If it doesn’t kill you, it makes you stronger” uit, dat, inderdaad Henk, aan Nietsche ontleend is: “Was mich nicht umbringt, macht mich stärker.” En zo is het maar net! In Breberen kwamen we weer op bekend gebied uit en routineus via Höngen en Tüddern naar Sittard waar in het stadspark onze wegen zich scheidden. Goed dat we eruit zijn geweest.

Karel vult aan:
De kop is er af. Zoals gebruikelijk is Martin weer razendsnel met zijn relaas en hoef ik alleen maar iets toe te voegen. Zoals al vermeld was er zaterdag het gebruikelijke appverkeer, resulterend in verzamelen op zondagmorgen, wel een uur later, het is per slot van rekening nog steeds koud. Er was geen richting afgesproken, maar gezien de wind (die er nauwelijks was) oostwaarts aangehouden. De Rode beek geïnspecteerd op bevers. Die zijn het mooie dammenbouwen wel een beetje verleerd.
Hier mij eerste lekke band, zie relaas Martin. Mij is de hoon van aangeven van een verkeerde band bespaard gebleven; was vergeten het ventiel dicht te draaien.
Verder via gekende en ongekende wegen naar Heinsberg waar alleen een ijssalon open was. Hadden echter ook kwarktaart en koffie. Toen ik mijn schoenen op de verwarming zette zei de brommerige "Wirtin" dat ik me maar gewoon thuis moest voelen. Na de koffie wederom via gekende en ongekende wegen richting huis. Op een van de geasfalteerde binnenwegen wederom een lekke band. Ik baalde inderdaad als een konijn dat dit gebeurde. Thuis geconstateerd dat het inderdaad een snakebite was; Gaatjes dusdanig dicht bij elkaar dat reparatie niet meer tot acceptabel resultaat zou leiden.
Bij het opblazen met de CO2-patroon een brandvlek aan de pink opgelopen. Gelukkig geen blaar geworden maar alleen een gevoelige plek aan overgehouden. Na vervangen van de band gezwind door naar Sittard en Puth. Het was wel koud, maar een zeer positief gevoel aan overgehouden. Het was weer een welbestede ochtend.

Inderdaad Tacx-trainen is knudde, misschien wel goed voor lijf en leden en misschien is daardoor mijn achterblijven misschien toch wel wat minder.